Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Recensies

Recensies

Een onvoltooid project. Over de toekomst van onze Groeikernen

di 11 apr 2023

Deze handzame publicatie vormt het startschot van een project van het International New Town Institute (INTI) over de toekomst van de Groeikernen in Nederland. Het is rijk aan informatie en biedt veel stof voor discussie. Het eerste deel bestaat uit een bevlogen essay van architectuurhistorica Michelle Provoost, directeur van het INTI. Het is een oproep voor meer ambitie bij de rol die de Groeikernen kunnen spelen in het lenigen van de woningnood. Ze schrijft dat de opgave in nieuwe steden niet enkel vertaald moet worden als het toevoegen van woningen, maar als het toevoegen van stedelijkheid en diversiteit met behoud van de groene en suburbane kwaliteiten. Ze ziet het project van de Groeikernen als onvoltooid omdat ze hun oorspronkelijke beloftes nog niet hebben waargemaakt. De boodschap is om weer aansluiting te vinden bij de oorspronkelijke, progressieve idealen van de Groeikernen. Er zijn ook opvallende gelijkenissen in maatschappelijke en planologische vraagstukken tussen de jaren zeventig en nu, zoals op het gebied van milieu, participatie, woningnood en bouwen in hogere dichtheden.

Het tweede deel van het boekje – waar ook architectuurhistoricus Wouter Vanstiphout een bijdrage aan leverde – is een inhoudelijke verdieping van de thema’s die Provoost al aanstipt. Het interessante van hun architectuurhistorische analyse is dat ook uitgebreid wordt ingegaan op de maatschappijgeschiedenis. De Groeikernen waren onderdeel van een breed en inclusief overheidsbeleid, waarin waarden als emancipatie, participatie en democratisering centraal stonden. De hoogtijdagen van de Groeikernen waren het resultaat van een progressieve politiek en duurden ongeveer tien jaar. Daarna traden bezuinigingen in en verloren de nieuwe steden hun speciale status in het rijksbeleid. Vanstiphout en Provoost belichten de experimentele elementen van de Groeikernen als modern project, zoals multifunctionele centra, onderwijs, zorg en groepswonen. Ze tonen de parels die dit beleid heeft opgeleverd. Het experimentele elan uit de jaren zeventig blijkt inspiratie en aanknopingspunten te bieden voor actuele opgaven in nieuwe steden en daarbuiten.

De fascinatie voor de collectieve elementen van de experimentele jaren zeventig leidt wel tot een selectieve blik op de Groeikernen. De idealen van de jaren zeventig ten aanzien van de individuele woonkwaliteit die door bewoners nog steeds worden gekoesterd, blijven onderbelicht. Door alleen de collectieve experimenten te benoemen als het DNA van de Groeikern wordt ook alles wat is gebouwd vanaf de schrale jaren tachtig en neoliberale jaren negentig en daarna gepresenteerd als saai en oninteressant. Het sterk suburbane en individualistische deel van het DNA van de nieuwe steden heeft weinig belangstelling van Provoost. Sterker nog, ze vindt dat de suburbane levenswijze van de bewoners moet veranderen. Zo stelt ze uitdagend: ‘Het zullen steden worden waar niet het individuele belang en eigendom centraal staan, maar het collectieve’. Provoost vindt ook dat beleidsnota’s van nieuwe steden zich teveel laten leiden door de behoudende wensen van vooral oudere bewoners. Dit kan volgens haar nooit leiden tot de benodigde vernieuwingsimpuls voor de nieuwe steden, zoals diversificatie van de woningvoorraad.

In een tweede boekje van INTI in deze serie, met als titel 15 kansen voor onze Groeikernen zijn voorstellen verder uitgewerkt. Voor delen van Purmerend, Zoetermeer en Spijkenisse zijn in New Town Labs ontwerpvoorstellen uitgewerkt in samenspraak met vertegenwoordigers van deze gemeenten. Er zijn onder andere vergroenings- en verdichtingsvoorstellen gemaakt voor kwetsbare wijken als Purmer-Noord in Purmerend en De Hoek in Spijkenisse. Hoe vernieuwend en secuur deze ideeën ook zijn, ze zijn bedacht door ruimtelijke experts van buiten de nieuwe steden zonder dat bewoners zijn geraadpleegd. Het project van de nieuwe steden kan volgens mij alleen gecontinueerd worden als rekening wordt gehouden met de leefwereld en het perspectief van bewoners. Een groot verschil met de jaren zeventig is dat de overheid niet meer allesbepalend is en dat de samenleving in de nieuwe steden veel diverser is geworden. Onbeantwoord blijft dan ook de vraag hoe de vernieuwing van de nieuwe steden zich verhoudt tot participatie en het contact met burgers die suburbaniteit als een verworvenheid zien.

'Een onvoltooid project' besproken door Ivan Nio

Een onvoltooid project
Over de toekomst van onze Groeikernen

Michelle Provoost (red.)
nai010 uitgevers, INTI
ISBN 9789462087408

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren