UTRECHTSCH NUMMERTIJDSCHRIFT VOORVOLKSHUISVESTINGORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTINGEN DEN NATIONALEN WONINGRAAD1922 NS 11 3' JAARGANG NOVEMBERVAN MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ - HEERENGRACHT 246 AMSTERDAMDEURENmet een jaar garantietegen schranken,heeft U daarvan ooitgehoord? Wij gevendie garantie op onzeHOLLANDDEURENwellce in onzespeciaal ingerichtedeurenf a briek teZ aa nd a m w o r d e nvervaardigd uit ge-stoomd en gedroogdvurenhout volgens dealiernieuwste metho-des, met de meestmoderne machinesV r a a g t inlichtingenaanN:V:HOLLANDSCHEDEURENFABRIEKC. BRUIJNZEEL&ZONEN^^ ZAANDAM ^^IiCABOTINE iHOUTBEDERFWERENDE CREOSOOT- |OLIEBEITSEN-VERF IN ALLE KLEUREN |Het beste ter wereld en alleendan echt en gegarandeerd, wan-neer emballage gezegeld B. & Co.levert billijk de Fa. BUDDING & Co.CORN. TROOSTSTRAAT 59 - AMSTERDAMTelefoon 5287 (Znid) SWONINGBOUW H.H. Architecten en AannemersBET ON DORPELS - NEUTEK - PAIEII - PUHEN ? VOLGENS TEEKENIIi6L. J. J. Donswijk & Zn. - BETONEllBRi GELRIA APEIDOORIN.V. HOUTHANDELVAN HARDENBIKI tANHYSENEINDHOVENTELEPHOON No. 344Electrische Loon-Schaverij en ZagerijLevert Zweedsche en Finsche G. & G. deiengrenen en vuren kozijn-, raam-, deur- en bestek-hout, alsmede Duitsch dennenhout en G. & G. delenin alle afmetingen op keur, Pakkistenhout enz.N.V. HollandscheBasaltine- Tegelfabriek -GELDERSCHESTRAAT 10ROTTERDAMTEL 5678 ^^_B a sa 11i n e-T e gie I s,-Trottoirbanden, enz.Strengste keur - Grootste garantieNIET AFZONDERLIJK VBRKRIJGBAARBIJVOEGSEL VAN HET TIJDSCHRIFT VOOR VOLKS-HUISVESTING, Jaargang 1922, No. 11, 15 NovemberONTWERP VAN WETTOT WIJZIGING DER HUURCOMMISSIEWET ENDER HUUROPZEGGINGSWET(ZITTING 1922-23, No. 268)Artikel iIn de Huurcommissiewet (wet van 26 Maart 1917, Staats-blad no. 257, gewijzigd bij de wetten van 25 Maart 1918,Staatsblad no. 182 en van 19 Februari 1921, Staatsbladno. 71) worden de volgende wijzigingen aangebracht:I. In het eerste lid van artikel i, het eerste lid van artikel2 en de eerste twee zinnen van artikel 8 wordt ,,20 %"vervangen door ,,50 %".II. Het eerste lid van artikel 3 wordt gelezen als volgt:,,In iedere gemeente, waarin naar het oordeel van Burge-meester en Wethouders of van Gedeputeerde Staten daartoeaanleiding bestaat, wordt door Burgemeester en Wethouderseene huurcommissie ingesteld, mits Onze Minister vanArbeid daarvoor toestemming verleent. De werkkring derhuurcommissie omvat de woningen in de gemeente harervestiging. Echter kan eene huurcommissie voor meer ge-meenten en kunnen meer huurcommissien in eene gemeenteworden ingesteld. De instelling van eene huurcommissievoor meer gemeenten geschiedt door Burgemeester enWethouders dier gemeenten in onderling overleg, onver-minderd het vereischte der toestemming van Onzen voor-noemden Minister."III. De eerste zin van het eerste lid van artikel 5 wordtgelezen als volgt:,,De huurcommissie staat eene huurverhooging slechts toe :1?. indien de huurprijs, welke de verhuurder zondertusschenkomst der huurcommissie mag bedingen, blijftbeneden de normale huurwaarde op i Januari 1916, ver-meerderd met 50 %,2?. indien hoogere uitgaven ter zake van de woning tebestrijden dan wel ingrijpende verbeteringen en verande-ringen, aan de woning aangebracht, de huurverhoogingwettigen,met dien verstande, dat in het eerste geval -- tenzij tevenseen grond aanwezig is als bedoeld onder 2?. -- geen huur-prijs wordt toegestaan, welke de normale huurwaarde opI Januari 1916 vermeerderd met 50 % overtreft."IV. De tweede zin van het eerste lid van artikel 12 wordtvervangen door het volgende :,,De kosten, veroorzaakt door de instelUng en de werk-zaamheid der huurcommissie, zoomede die, gemaakt doorden kantonrechter ter uitvoering van deze wet, wordenvoldaan door de gemeente, die de helft dier kosten van denStaat vergoed krijgt. De huurcommissie en de kanton-rechter kunnen intusschen de kosten, die noodeloos werdenaangewend, laten voor rekening der partij die ze aan-wendde."V. Het tweede lid van artikel 15 wordt gelezen als volgt :,,Wij kunnen, den Raad van State gehoord, verklaren,hetzij ten aanzien van alle gemeenten, hetzij ten aanzienvan bepaaldelijk aan te wijzen gemeenten, dat de omstan-digheden het voortbestaan der wet langer dan zes maandenna de dagteekening van 0ns besluit niet noodig maken.Voor die gemeenten houdt de wet na afloop van den ge-noemden termijn op te gelden, en vervaltde huurcommissie,behoudens dat zij de bij haar ingevolge de Huuropzeggings-wet op dat oogenblik nog aanhangige zaken onverwijldafdoet."Artikel 2In de Huuropzeggingswet (wet van 25 Maart 1918, Staats-blad no. 182, gewijzigd bij de wetten van 27 Juni 1919,Staatsblad no. 412 en van 19 Februari 1921, Staatsbladno. 71) worden de volgende wijzigingen aangebracht:I. De tweede zin van het eerste lid van artikel i en detweede zin van het eerste lid van artikel 2 vervallen.II. De eerste twee zinnen van het zesde lid van artikel iworden vervangen door het volgende :,,De huurcommissie bepaalt, zooveel mogelijk met inacht-neming van de voorschriften der Huurcommissiewet, eenvoor de woning redelijken huurprijs."III. Na artikel 2 wordt ingevoegd een nieuw artikel,luidende :,,Artikel 2aTen aanzien van woningen gelegen in eene gemeente,waarvoor eene huurcommissie niet is ingesteld, treedt,voor de toepassing van deze wet, de kantonrechter in deplaats van de huurcommissie. Tegen de beslissing van denkantonrechter is geen rechtsmiddel toegelaten, behoudensvoorziening in cassatie in het belang der wet."IV. De tweede zin van het zevende lid van artikel 3 wordtgelezen als volgt:,,De kosten, gemaakt door de huurcommissie en den kan-tonrechter ter uitvoering van deze wet, worden voldaandoor de gemeente, waarvoor de huurcommissie is ingesteld,die de helft dier kosten van den Staat vergoed krijgt."V. Het tweede lid van artikel 11 wordt gelezen als volgt:,,Wij kunnen, den Raad van State gehoord, verklaren,hetzij ten aanzien van alle gemeenten, hetzij ten aanzienvan bepaaldelijk aan te wijzen gemeenten, dat de omstandig-heden het voortbestaan der wet langer dan zes maandenna de dagteekening van Ons besluit niet noodig maken.Voor die gemeenten houdt de wet na afloop van den ge-noemden termijn op te gelden en eindigen van rechtswegede termijnen, ingevolge de artikelen i of 2 bepaald ofverlengd".Artikel 3Waar het geldt woningen ten aanzien waarvan de Huur-commissiewet eerst door het in werking treden der Huur-opzeggingswet toepasselijk is gevonden, wordt de Huur-commissiewet, gewijzigd overeenkomstig artikel i, aldustoegepast, dat:1?. in het eerste lid van artikel i, het eerste lid van artikel 2en de eerste twee zinnen van artikel 8 dier wet in plaatsvan ,,i Januari 1916, vermeerderd met 50 %", wordt ge-lezen: ,,i Januari 1918, vermeerderd met 3772%";3?. overal elders in plaats van ,,i Januari 1916" wordtgelezen ,,i Januari 1918" ;3?. in het laatste lid van artikel 2 in plaats van ,,i6 October1916" wordt gelezen ,,i Januari 1918";4?. in het eerste lid van artikel 5 in plaats van ,,50 %"wordt gelezen ,,3fU%"-Voorts wordt, waar het die woningen geldt --doch alleenvoor gemeenten waarvoor op 29 Maart 1918 (de dag vanhet inwerking treden der Huuropzeggingswet) reeds eenehuurcommissie was ingesteld -- bij toepassing van artikel2 der Huurcommissiewet in plaats van het tijdstip van deinstelling van de huurcommissie genomen : 29 Maart 1918.Artikel 4De instelling eener huurcommissie voor eenige gemeente,geschied na 6 October 1922, blijft slechts gehandhaafd,indien die instelling heeft plaats gehad met goedkeuringvan Onzen Minister van Arbeid, dan wel diens goedkeuringalsnog wordt verkregen binnen veertien dagen na de in-werkingtreding dezer wet.Artikel 5De huurcommissie, bij welke bij het inwerking tredendezer wet zaken aanhangig zijn overeenkomstig den tweedenzin van het eerste lid van artikel i of den tweeden zin vanhet eerste lid van artikel 2 der Huuropzeggingswet, welkezinnen vervallen ingevolge artikel 2 der onderhavige wet,blijft niettemin met de afdoening van die zaken belast.Artikel 6Artikel 2 der wet van 19 Februari 1921, Staatsblad no. 71vervalt.Artikel 7Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalentijdstip,Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal wordengeplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Auto-riteiten. Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aande nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.MEMORIE VAN TOELICHTINGALGEMEENE BESCHOUWINGENBij de wet van 19 Februari 1921, Staatsblad no. 71, werdde tegen huurverhooging gestelde rem iets lesser gezet. E)everhuurder mag zonder tusschenkomst der huurcommissiebedingen een huurprijs die niet hooger is dan 20 % bovenden geldenden prijs van i Januari 1916 (eventueel 10 %boven de huur van i Januari 1918); de norm van art. 5,welke de huurcommissie bij hare beslissingen bindt, isruimer dan de vervallen enge omschrijving in art. 4, lid 2;de groepen van woningen, welke aan de werking der huur-commissiewet zijn onttrokken, zijn uitgebreid.Het onderhavige voorstel beoogst niet anders dan een stapverder te gaan op den ingeslagen weg.De ondergeteekenden achten thans het oogenblik tot in-trekking der huurwetten nog niet gekomen, doch de voor-gestelde veranderingen zullen de intrekking te zijner tijd-- die toch eens zal moeten plaats vinden -- vergemakke-lijken. Tot dusverre kan de huurcommissie verhoogingentoestaan als regel tot 50 % boven den normalen huurprijsvan 1916 (37V2% boven 1918); thans wordt voorgesteldden verhuurder vrij te laten, zonder tusschenkomst der huur-commissie, met den huurder overeen te komen een huur-prijs, die niet te boven gaat.den geldenden huurprijs van1916 (1918), vermeerderd met 50 % (3772%)- Reeds isde huurder vrij tot 20 % (10 %). De verhooging van ditpercentage tot 50 % (37^/2%) beteekent niet de mogelijkheidvan te plotselinge stijging der huurprijzen, omdat de hurensedert de totstandkoming der vorige wijzigingswet door dehuurcommissies reeds zijn verhoogd met een percentage,dat gemiddeld reeds aanzienlijk hooger is dan de vermelde20 % (10 %). Hier en daar is een percentage van 50 reedsbereikt. Blijven de bouwkosten verder dalen -- en om uitden woningnood te komen is dit volstrekt noodzakelijk --dan komt in nader verschiet te liggen het oogenblik, waaropde loonende huurprijs en de volgens het ontwerp verhoogdehuurprijs elkaar ontmoeten, althans naderen, en volledigevrijheid van huur kan worden hersteld.De ondergeteekenden hebben overwogen of nog niet verderzou moeten worden gegaan door in de wet vast te leggen,dat de 50 % over een half jaar wordt 60 % en weer eenhalf jaar later 70 %. Dergelijke regeling zou beteekenen,dat huurder en verhuurder zonder inmenging van dehuurcommissie de hoogere huur zouden mogen vaststellen.De ondergeteekenden hebben gemeend zich vooralsnogtot het voorstel van het ontwerp te moeten bepalen.Is de verhooging van het vrije percentage in het algemeenbelang, omdat daardoor de weg tot opheffing der Huur-commissiewet wordt geeffend, er zijn meerdere redenen,die voor wijziging der huurwetten pleiten. AUereerst eenbezuinigingsmotief. De huurcommissies kosten geld aande gemeenten en aan den Staat, die ieder dehelft der kostendragen. Hoe minder de huurcommissies, welke nog nietkunnen worden opgeheven, hebben te doen, des te minderkosten. Van de verhooging van het vrije percentage zalminder werk voor de huurcommissies het gevolg zijn,omdat thans van rechtswege huren zullen kunnen wordenbedongen, waarvoor tot dusverre goedkeuring door dehuurcommissie was vereischt. De huurcommissie zal inge-volge den nieuwen tekst van artikel 5 -- welk artikel slechtswordt gewijzigd in verband met de verhooging vaii hetvrije percentage, doch overigens geheel onveranderd blijft--evenals tot dusver, slechts in bijzondere gevallen eene ver-hooging tot boven 50 % {3fU%) kunnen toestaan. Wanneerde verhuurder zonder tusschenkomst der huurcommissietot 50 % zal kunnen bedingen, is er voor hem derhalvegewoonlijk geen reden verhooging aan de huurcommissiete vragen.De voorgestelde mogelijkheid van verhooging van huur-prijzen komt aan den woningvoorraad ten goede, doordiende verhuurders daardoor beter in de gelegenheid zijn hunnewoningen behoorlijk te onderhouden. Maakt een verhuur-der van die gelegenheid geen gebruik, dan kan hij doorburgemeester en wethouders aan zijne verplichtingen wordenherinnerd (artikel 8c der Woningnoodwet) op voor hemminder aangename wijze.Overigens zij de strekking van het ontwerp verduidelijktdoor de toelichting. op deArtikelenArtikel i, I. De wijziging van artikel i om 20 % te ver-vangen door 50 % werd hierboven uitvoerig toegelicht. Heteerste lid van artikel 2 en de eerste twee zinnen van artikel8 behooren daarmede in overeenstemming te worden ge-bracht. Opgemerkt zij nog, dat slechts de mogelijkheidwordt geopend een bepaalde huur zonder tusschenkomstder huurcommissie te bedingen. Of deze huur inderdaadtot stand zal komen zal van de feitelijke omstandighedenafhangen.II. Nu naar liquidatie der huurwetten moet worden ge-streefd, is het niet wenschelijk, dat nieuwe huurcommissiesworden ingesteld zonder medewerking van den Ministervan Arbeid. Naar de terminologie der wet is onder ,,in-stellen" mede begrepen de toevoeging eener gemeenteaan het anibtsgebied eener reeds bestaande huurcommissie.III. Gehjk reeds onder de algemeene beschouwingenmedegedeeld, is wijziging van art. 5 slechts voorgesteldvoor zoover noodig door de verhooging van het vrije per-centage. Slechts in de beide genoemde gevallen kan enmoet de huurcommissie verhooging toestaan.De voorgestelde redactie sluit zich zooveel mogelijk aanbij de bestaande.IV. Door deze wijziging wordt op ondubbelzinnige wijzeopgelost de gerezen vraag of de gemeente betaalt met ver-haal op het Rijk of omgekeerd.V. Het geldende tweede lid van art. 15 laat slechts alge-heele opheffing der wet toe. De Kroon kan dus geen reke-ning houden met de plaatselijke omstandigheden. De toe-genomen woningproductie heeft in eenige plaatsen reedseene ontspanning in den woningnood gebracht. Op ditpunt mag voortgaande verbetering worden verwacht.Daarmede vervalt de behoefte aan de bescherming van deHuurcommissiewet. De ontwikkeling van den toestand isevenwel niet overal gelijk. Vooral in de groote gemeentenis de toestand nog niet van dien aard, dat de huurcommissieskunnen vervallen. Door de voorgestelde wijziging zal dewet 00k plaatselijk buiten werking kunnen worden gesteld.De inkrimping van de werking der wet kan dan gelijkentred houden met de ontwikkeling van de omstandigheden,waardoor noodelooze kosten worden bespaard.De buitenwerkingstelling der Huurcommissiewet brengtniet van zelf met zich niet-toepasselijkheid der Huur-opzeggingswet.Artikel 2, I en III. Het is niet buitengesloten, dat in eenegemeente de Huurcommissiewet kan vervallen, maar datde Huuropzeggingswet voorloopig nog moet blijven werken.Het zou oneconomisch zijn de kosten van eene huurcom-missie te blijven maken voor de betrekkelijk weinige ge-vallen, waarin eene beslissing in zake huuropzegging zoumoeten worden gegeven. Het is minder doelmatig, en 00kmet het oog op de kosten niet billijk, de beslissing over dehuuropzeggingszaken te brengen bij eene naburige huur-commissie. De ondergeteekenden meenen, dat de beslissingover die zaken zonder bezwaar direct aan den kanton-rechter kan worden toevertrouwd.II. Indien bij het inwerking treden der voorgestelde wijzi-ging van art. i der Huurcommissiewet de huurcommissieovereenkomstig de Huuropzeggingswet verlenging vanhuur toestaat, ten aanzien van eene woning, waarvoor eenverzoek tot huurverhooging niet aanhangig is, zoude naarde letter van het geldende artikel i, lid 6, eersten zin, deoude huurprijs, die b.v. slechts 40 pet. is boven den huur-prijs van 1916, van kracht blijven, niettegenstaande de ver-huurder zonder de huurcommissie een huurprijs van 50 pet,had mogen bedingen. Door de nieuw voorgestelde redactiewordt dit ongewenschte resultaat vermeden. De huur-commissie zal nu immers een huurprijs moeten vaststellenovereenkomstig de beginselen der Huurcommissiewet.IV en V. De voorgestelde wijzigingen berusten op dezelf-de beginselen als de wijziging van art. 13, lid i, en art. 15,lid 2 der Huurcommissiewet.Artikel 3. Dit artikel is, behoudens eene enkele verande-ring, noodig door de wijziging der Huurcommissiewet,gelijkluidend aan art. 2 der wet van 19 Februari 1921,Staatsblad no. 71. Het vervallen van laatstgenoemd artikelwordt in verband daarmede voorgesteld (art. 6).Artikel 4. De strekking is te voorkomen, dat gemeente-besturen na de indiening van dit ontwerp van wet nieuwehuurcommissies zouden instellen, welke onnoodig voor-komen. Het artikel houdt verband met de bij art. i onder IIvoorgestelde wijziging. Uit het artikel blijkt tevens impli-cite, dat overigens de huurcommissies, ingesteld overeen-komstig de tot dusver geldende voorschriften, niet vanrechtswege vervallen.De verdere artikelen zullen bij eerste lezing duidelijk zijn.De Minister van Justitie,HEEMSKERKDe Minister van Arbeid,AALBERSEM. Hopman, Den HaagAannemer van alle voorkomende- Stucadoorwerken -Speciaal adres voor waterdichie werkenllsclielaaii 159-161 -- leleloon M. 2810De DORDM GLAS en WMWilLIJNBAAN 47 TELEFOON 990DORDRECHTLevert U ALLE soorten GLAS voor de BOUW-BEDRIJVEN tegen uiterst concurrente prijzen.SpeciaKteit in fijne LAKKEN en VERNISSEN.Alleenverkoop voor DORDRECHT en Omstrekenvan de beroemde VELUVINEVERVEN.-- VRAAGT PRIJS --ELECTRISCHE SIERs EN GROFSMEDERIJGEBR. HALBESMASPECIALITEIT INSTALEN RAMEN METDOORGESTOKEN ROEDENFABRIEK VOOR ARTISTIE=KE METAALBEWERKINGSMEEDWERK VOOR HETB O U W V A K2e OOSTERPARKSTR. 79=81 = AMSTERDAMTELEF. ZUID 9484 -- TELEF, ZUID 9484H. de Baat AmsterdamZccburgcrpad Bsi9 -- Tcl. Centrum 144Hei- en grondwerkenOphoogen terreinenen tuinen - Vervoervan steenen, zand enz.ii.v.lliG[M[Eii[BETOii-[Nllmiii;Mmn's-Gravenhage, Wassenaarschekade 11Tel. Interc. 687 - Telegram-Adres ,,ALBETAIVI"Beton-, Water-,en KanaalbouwFundeeringen - Heien van Houten- en BetonpalenBeton Kaaimuren,Betonloodsen voor allelndustrieSn-- ' Ontwerpen en begrootingen kosteloos --VERTEaEnW09RM
Reacties