Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuis-vesting en Stedebouw en van den Nationalen Woningraad,waarin opgenomen de mededeelingen van den Rijks-dienst voor het Nationale Plan, en tevens gewijd aanden WederopbouwJuni 1944 25e Jaargang no. OBOUW-ENAANNEMINGSMAATSCHAPPYJAVASTDAAT88^-DEN HAAGTEL111580Cen bouwen dot op de gezonde klassleke prin*cipes berust van techniek en economle en dotgegrondvest is op de beglnselen eener moderneaesthetiek ... ziedaar een bouwen zooals de toe-komst het van haar bouwheeren verlangt. Eenbouwen ook zooals FAAS het opvat en wiluitvoereni Vroag vrijblijvend advies.AANNEMERSBEDRIJFMakers van alle bodem-, bouw- en waterwerken.Muiderschans 30, A'dam, Tel. 54952-50452-56843nUHIIEen modern verfproduct dat nimmermeer verdrongen zai worden, ver-vaardigd op Phtalaat- en Lood-titanaat-basis; vormendde sterkste lakverf ooit verschenenLotina Wettig gedeponeerdN?V? Haarlemsche StoomverffabriekTelefoon 11884 HAARLEMWij leveren nogZONDERVERGUNNING:METBehangselverfMineraalverfvoor binnen en buitenVitello koudwaterverfin poeder (los en verpakt)WegenverfWodan grondverfvoor plasticWodan-plasticImpregneermiddelvoor dekkleedenOliehoudende verven-lakken en vernissenPatent (afbijtmiddel)StrepenverfSynthetische verfvoor binnen voor houtwerkWodan lakplamuurWodan Temponeerverf? i AN?VERF- & LAKFABRIEKENJACOB MARTENSAMSTERDAM TEL. 87880-87893Donker Curtiusstraat 9-11N.V. BOUWMATERIALENHANDEL v/hL.VAN DRUNEN & ZONENTelefoon: Kanloor 4974 's-HERTOGENBOSCHMagazijnenOpslagplaatsen 5885 STATIONSWEG 35ETERNITTRIPLEXBOARDSMUUR. EN VLOERTEGELSALLE BOUWMATERIALENJuni 194425e Jaargang No. 6MaandbladTijdschrift voorVolkshuisvesting en StedebouwOrgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw en den NationalenWoningraad, Algemeenen Bond van Woningbouwvereenigingen, waarin opgenomen de mede-deelingen van den Rijksdienst voor het Nationale Plan, en tevens gewijd aan den WederopbouwRedactie: H. P. J. Bloemers, J. Bommer, Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, Ir. L. S. P. Scheffer, Ir. P. Bakker Schut,Mr. J. Vink, Drs. H. van der Weijde, Ir. J. M. A. ZoetmulderMedewerker voor den Wederopbouw: Dr. Ir. Z. Y. van der Meer, Algemeen Secretaris van den Algemeen Gemachtigdevoor den Wederopbouw en de BouwnijverheidAdrcs voor Redactie en Abonnementen; Lange Voorhout 19, 's Gravenhage, Telefoon 115720Advereentiesi Keizersgracht 188, Amsterdam C, Telefoon 49128Rijksdienst voor het Nationale PlanProvinciale planologische dienst in UtrechtBij besluit van den Commissaris der provincie Utrecht van11 Juni 1943 is ingesteld een provinciale planologische dienst.Het bureau van den dienst is gevestigd Achter St. Pieter 20te Utrecht.Directeur van het bureau is de Heer Ir. H. van Vreeswijk.De samenstelhng van den dienst is overigens als volgt.Raad van BijstandVoorzitter:de Commissaris der provinciePlaatsvervangend voorzitter:de bestuursraad der provincie Dr. K. L. C. M. I. Baron deWijkerslooth de Weerdesteyn en bij diens verhindering debestuursraad L. F. R. P. C. A. Brandts BuysLid~secretaris :Ir. H. van VreeswijkLeden:de leden van de Vaste Commissie van den provincialen plano-logischen dienst;de Burgemeesters der gemeenten Utrecht, Rhenen, Bunnik,Odijk en Werkhoven ;het Hoofd der Tweede Afdeeling ter provinciale griffie vanUtrecht, Mr. Dr. T. Kruijff te Utrecht;de Rijkslandbouwconsulent voor de provincie Utrecht, Dr.Ir. C. K. van Daalen te Bilthoven ;de Rijksveeteeltconsulent voor de provincie Utrecht, Ir. J. S.Swierstra te Utrecht ;de Rijkstuinbouwconsulenten voor de provincie Utrecht, Ir. B.K. Bartelds te Utrecht en Ir. G. W. van der Helm te Amstel-veen ;de Ingenieur bij den Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst --- Al-gemeen economische zaken -- voor N.W. Gelderland enUtrecht, Ir. H. van Baren te Utrecht;de Ge\yestelijk Boerenleider van den Nederlandschen Land-stand, E. H. Blaauwendraad te Westbroek ;als vertegenwoordiger van :de Nederlandsche Heidemaatschappij, Ir. C. Staf te Arnhem ;den Dienst der Zuiderzeewerken, Ir. C. Pouderoyen teZwolle ;de N.V. Nederlandsche Spoorwegen, Ir. J. H, Froger te deBilt;de Rijksdienst voor de Werkverruiming, Ir. J. H. van Tuil teVught;de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht, Dr. F.H. Fentener van Vhssingen te Utrecht;de Nederlandsche Automobiel Club, L. D. Baron van derGoes van Dirxland te Huis ter Heide ;den Nederlandschen Toeristenbond (A.N.W.B.), A. G. M.Boost en V. Westhoff te 's Gravenhage ;den Bond Heemschut, J. J. Talsma, burgemeester der ge-meente Renkum ;den Provincialen Utrechtschen Bond voor Vreemdelingenver-keer, Jhr. Mr. Dr. J. R. Clifford Kocq van Breugel te Drie-bergen.Vaste CommissieVoorzitter:de Commissaris der provincieLeden :Dr. K. L. C. M. I. Baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn,Bestuursraad der provincie Utrecht, die in deze kwahteit te-vens zal optreden als degene, die den Commissaris der pro-vincie in diens functie van Voorzitter der Vaste Commissiezoo noodig vervangt ;L. F. R. P. C. A, Brandts Buys, Bestuursraad der provincieUtrecht, die in deze kwaliteit tevens zal optreden als degene,die bij verhindering van Dr. K. L. C. M. I. Baron de Wijker-slooth de Weerdesteyn den Commissaris der Provincie indiens functie van Voorzitter van de Vaste Commissie zoonoodig vervangt;de Griffier der provincie Utrecht, H. van der Weerd teUtrecht;de Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in dedirectie Utrecht, Ir. W. H. Brinkhorst te Utrecht ;de Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat inUtrecht, Ir. F. E. D. Enschede te Utrecht;(ambtshalve) de Rijksinspecteur voor de Volksgezondheid(Volkshuisvesting), wiens ambtsgebied zich over de provincieUtrecht uitstrekt, thans tijdelijk waargenomen door Ir. H.Meijerink te Zwolle ;Prof. L. van Vuuren, Hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit teUtrecht;de Cultuurconsulent, Ir. J. C. Pfeiffer te Utrecht;Ing. A. T. R. Dufour te Utrecht, Commissaris en tijdelijk Di-recteur van de N.V. Provinciaal en Gemeentelijk UtrechtschStroomleveringsbedrijf ;de Houtvester in de houtvesterij ,,Utrecht", Ir. H. W. Schen-kenberg van Mierop te Utrecht;de Frontleider voor de provincie Utrecht van het Nederland- 73Nationale PlanWederopbouwArtikelensche Arbeidsfront (vertegenwoordigende de,,Handel en Ambacht") A. Satony te Utrecht;Ir. H. van Vreeswijk b.i. te Zeist;Ir. C. B. van der Tak Jr. b.i. te Amersfoort;L. G. Wanders te Rhenen.Commissie voor Uitbreidingsplannen en andere stedebouw-kundige regelingenVoorzitter :Dr. K. L. C. M. I. Baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn,Bestuursraad der provincie Utrecht te LangbroekLeden :L. F. R. P. C. A. Brandts Buys, Bestuursraad der provincieUtrecht te Hilversum, tevens onder-voorzitter ;de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in dedirectie Utrecht;de Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat inUtrecht ;de Rijksinspecteur voor de Volksgezondheid (Volkshuisves-ting), wiens ambtsgebied zich over de provincie Utrecht uit-strekt, thans tijdehjk waargenomen door Ir. H. Meyerink teZwolle ;de Directeur van het Bureau van den Planologischen Dienstder provincie Utrecht;A. H. Th. Nijland, burgemeester der gemeenten Bunnik, Odijken Werkhoven, te Bunnik ;de Wethouder van Openbare Werken der gemeente Utrecht;Ir. C. B. van der Tak Jr. b.i. te Amersfoort;G. Adriaans, architect te Amersfoort;W. N. Sluiter, landschapsarchitect te Amersfoort.Secretaris :R. Emmelot, Hoofdcommies ter Provinciale Griffie vanUtrecht.Agrarische CommissieVoorzitter:Dr. K. L. C. M. I. Baron de Wijkerslooth de Weerdesteyn,Bestuursraad der provincie Utrecht te LangebroekLeden :Ir. H. W. Schenkenberg van Mierop te Zeist, Houtvester inde houtvesterij ,,Utrecht", tevens onder-voorzitter ;Dr. Ir. C. K. van Daalen te Bilthoven, Rijkslandbouwconsulentvoor de provincie Utrecht, als vertegenwoordiger van de Di-rectie van den Landbouw ;Ir. H. van Baren te Utrecht, Ingenieur voor pacht- en grond-zaken voor de provincies Utrecht en Gelderland (ged.), alsvertegenwoordiger van de Directie van den Landbouw ;Ir. J. H. van Tuil te Vught, Hoofd van de Inspectie Utrechtvan den Rijksdienst voor de Werkverruiming ;Ir. J. C. Pfeiffer te Utrecht, Cultuurconsulent ;E. H. Blaauwendraad te Westbroek, Boerenleider der pro-vincie Utrecht;Ir. H. van Vreeswijk te Zeist, Directeur van het Bureau vanden provincialen planologischen dienst, tevens Secretaris.Voorts heeft de Commissaris der provincie Utrecht bij besluitvan 6 October 1943 de plenaire commissie en de technischecommissie van de bij besluit van Gedeputeerde Staten dd. 16Mei 1939 ingestelde streekplanstudiecommissie voor Utrechten omstreken voor den duur van haar werkzaamheden aange-merkt als onderscheidenlijk een ,,Raad van Bijstand" en een,,Vaste Commissie" van den provincialen planologischendienst.Bedrijfsgroep De wederopbouw van stad en landGedurende de maand Februari 1.1. werd in Rotterdam voor-zoover de omstandigheden dit veroorloofden, verder gewerktaan het opruimen van fundeeringen. Te Middelburg kon dearbeid aan de reeds meermalen in deze overzichten genoemdeopenbare gebouwen worden vervolgd, evenals de aanleg vande bestrating in de binnenstad en de afgraving van hetMarktplein, een en ander in langzaam tempo. Op 't Zand teMiddelburg werd de straataanleg voortgezet, terwijl een be-gin kon worden gemaakt met het maken van draineersleuventen behoeve van de ontwatering van de omringende erven.De omvang van de schade in Nijmegen leidde tot het inscha-kelen van een bouwbureau aldaar. De wederopbouw van Nij-megen wordt een bizonder moeilijk probleem. Het plan voorde kern van de stad moet door een ervaren stedebouwkundigeworden opgezet, waarbij rekening moet worden gehouden metde gespaard gebleven gebouwen en monumenten. Voor depuinruiming zijn eenige aannemers ingeschakeld.74Nieuwe normen voor den volkswoningbouw teRotterdamdoor Ir. A. F. BakhovenNa het bombardement van Rotterdam op 14 Mei 1940 be-rustte het initiatief tot het maken van de plannen voor denwederopbouw bij den Algemeen Gemachtigde voor den We-deropbouw en voor de Bouwnijverheid. Door dezen werd uit-gegaan van een herstel van de individueel geleden schade vangedupeerden.Dit had tot gevolg, dat de plannen voor den wederopbouwvan Rotterdam grootendeels werden beheerscht door de par-ticuhere belangen van de herbouwplichtigen.Voor zoover den herbouw van woonperceelen betrof, werdeenvoudig voortgegaan op het reeds voor den oorlog gebrui-kelijke woningpeil, hetwelk door drang van overheidszijde delaatste 25 jaar meer en meer was neergedrukt tot de woningvoor het ,,bestaansminimum".Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat de op dezewijze tot stand gekomen woningblokken ten noorden van denGoudschesingel te Rotterdam, weinig bevrediging hebben ge-wekt en tot gegronde kritiek aanleiding hebben gegeven.Ter toelichting van deze kritiek voeg ik hierbij:le. een woningtype, hetwelk in opdracht van den AlgemeenGemachtigde was ontworpen voor den wederopbouw van hetverwoeste stadsdeel Krahngen (afb. 1);2e. een woningtype, hetwelk te Rotterdam ten noorden vanden Goudschesingel in de jaren 1942--'43 werd gebouwd inopdracht van den Algemeen Gemachtigde (afb. 2).Tegen deze woningbouwplannen, v/aarvan het tweede reedsis uitgevoerd, zijn de volgende bezwaren aan te voeren.Plan Kralingen (zie afb. 1):le. de woonkamer heeft een breedte van slechts 3,35 m, welkeonvoldoende is;2e. de slaapkamer voor de ouders heeft een oppervlakte vanslechts 7,9 m^ en biedt geen gelegenheid tot plaatsing vanlits-jumeaux. Het slapen der ouders in een tweepersoonsledi-kant, hetgeen uit een oogpunt van goede nachtrust en hygienemoet worden verworpen, is in deze woningen noodzakelijk;3e. de beide slaapkamers, elk voor twee kinderen, hebben eenbreedtemaat van slechts 2,10 m.De grootste dezer beide slaapkamers, met een oppervlakte van6,95 m2, waarin juist twee bedden achter elkaar kunnen wordengeplaatst, maakt wegens de slechte ruimteverhoudingen bijhet betreden een onaangenamen indruk, welke aanleidingheeft gegeven tot de benaming ,,pijpenla".Het plaatsen van twee bedden tegenover elkaar is bij eenbreedtemaat van 2,10 m ongewenscht, omdat de ruimte, welkeBinnenkort verschijnt:DE REGELiNG DERBEBOUWINGBUiTEN DE KERNENdoor Dr. Ir. BAKKER SCHUTinleiding: Mr. F. J. VAN LANSCHOTmet illustraties en een cartogram.Een verhandeling over toelaatbare en ontoelaat-bare bebouwingsvormen buiten de Icemen, als: UNTBEBOUWING STREEKBEBOUWING NESTBEBOUWINGPR usf 2,50ML.V.NG,enz., ^en een toelichting op de voorschriften diedaarover bestaan.VEREENIGINGVANNEDERLANDSCHE GEMEENTENPaleisstraai 5 's-GravenhageforuyiizeelPB ^^1wij leveren uit voorraad:stolpdeurenzijiichten enenkele deuren35 en 40 mm dik j(Idireiit'abriekzaandamWat n prachtbedrijf/VELUVINE - NUNSPEETNaast controle van den chemicus is er ook de. tech-nische controle. Een, geoefende vakman strijkt zijnmonsters op, onderzoekt droging, vioeiing en elasticiteit.Naast verweringstanks passen wij dakproeven toe vooreen zuivere controle op de duurzaamheid von deVELUVINE-VERF, BEITS, VERNIS, INKT.N.V. MIJ. ,,DE VELUWE" - NUNSPEEToor'oqsschade?\wacht dan niet.\beI or schriif\-- T>- - s - J^inceplannen?rplandsche b^tonToruw mij. n.v.spoprsingel 64 tel. 1846dflitVAN KALLEVEEN'SBOUWBEDRIJFKEIZERSGRACHT 226AMSTERDAM - TELEFOON 46623ALLE BOUW- EN BETONWERKEN'n Mooi geveltje. Maarhet moest eens opnieuwgeschilderd wprden. Watzou hetopknappen! Latenwij U eens prijs opgeven.^cSdUe>twehk van VojstUJED. H. B. POSTSINGEL3B8 nmsTERDflmTEL 30789 GEWAPEND ASBEST-CEMENT?TERMORCO?N.V. Industneele en Handelsmaatschappij ,,T ERR AN OVA"HILVERSUM -- Noorderweg 52A ^ Telefoon No. 7381PI? fi- W / \/V'-\7-v / \GLAS IN METAALkunnen wij ook nu nog voor iU maken. Vraag even nadereinlichtingen bij deN.V. DORDTSCHEGLASHANDELKUIPERSHAVEN 28-29-30DORDRECHT -- TEL. 5025Een groote vluchtzullen ongetwijfeld onze oudekwaliteits-producten laterweer nemen.KOPERIT, HYDRANT,R36 OLIE, POROS, ZUSOzijn namen, die U daarom thansniet vergeten moogt. ook ol zijndeze verven tijdelijk niet leverboarN.V. LAKFABRIEKTIMMER ENAAHNEMERSBEDRIJFLvAN DERVUETKantoor en Werkpl.: Gilles van Ledenberghstraat 126AMSTERDAMTELEFOON 83684-32638 NA 6 UUR: 84971N.V. SCHOKINOUSTRIEPOSTBUS 26ZWIJNDfiECHT^CHOKBETONORIISCHARNIERSPANTENMET VAKWERKCORDINGENAfb. 1. Woningtype, ontworpen in opdracht van den Algemeen Ge-machtigde voor den Wederopbouw en voor de Bouwnijverheid voor hetverwoeste stadsgedeelte Kralingen, voor de invoering van de nieuwenormenArli'kelenAfb. 2. Woningtype, gebouwd in opdracht van den Algemeen Gemach-tigde voor den Wederopbouw en voor de Bouwnijverheid ten Noordenvan den Goudschesingel te Rotterdamtusschen de bedden overblijft te gering is, zoowel uit een oog-punt van hygiene als met het oog op het elkaar uit den slaaphouden van de kinderen, als in verband met de onvoldoendegelegenheid tot afhalen, opmaken en luchten der bedden.De geringe breedte der kinderslaapkamers maakt deze slaap-kamers voor twee kinderen ongeschikt om voor andere doel-einden te gebruiken en stempelt deze kamers tot ,,slaap-hokken".Bij een kamerbreedte van 2,40 m biedt zulk een slaapkamerreeds gelegenheid tot plaatsing voor het raam van een werk-tafeltje met stoel en van een boekenkastje, waardoor dezeoverdag kan worden benut door schoolgaande kinderen omhun huiswerk te maken, voor kinderen om te studeeren of telezen, voor het beoefenen van muziek, voor knutselwerk, enz.,kortom voor al zulke werkzaamheden, welke aanleiding geventot hinder voor de overige huisgenooten, of welke belemmerdworden door de overige huisgenooten, indien zij in het eenigewoonvertrek moeten worden verricht;4e. de combinatie van douche en W.C., in een ruimte, welketoegankelijk is door middel van een deur van het portaal uit.waarbij dus de W. C. dienst meet doen als kleedruimte, is inhet algemeen om hygienische redenen ongewenscht en is vooreen gezin met kinderen ontoelaatbaar, omdat bij gebruik vande douche het gebruik van de W. C. onmogelijk is, hetgeenspeciaal moeilijkheden oplevert in de tijden, waarop de gezins-leden zich wasschen en aankleeden.Het reeds uitgevoerde plan aan den Goudschesingel (zieafb. 2), heeft dezelfde tekortkomingen, nl.:le. de woonkamers hebben breedteafmetingen van slechts3.35--3,40 m;2e. de slaapkamer voor de ouders is te klein om lits-jumeauxte kunnen plaatsen;3e. de woningen met drie slaapkamers hebben twee slaapka-mers met breedteafmetingen van slechts 1,80 a 1,85 m;4e. W. C. en douche zijn in een ruimte met een toegangsdeurondergebracht;5e. het trappenhuiS, gelegen binnen in het pereeel (de z.g. bin-nentrap) geeft aanleiding tot groote gehoorigheid, hetgeenzooveel te ongunstiger is, daar de slaapkamers aan dit cen-trale trappenhuis zijn gelegen.Afb. 3. Woningtype, ontworpen door Dienst van Volkshuisvesting teRotterdam met toepassing van de nieuwe bebouwingsvoorschriften voorKralingenBajonettype met woonkamer aan straatzijde1 woning met 2 slaapkamers ^ totaal 4 bedden1 woning met 3 slaapkamers -- totaal 6 beddenAfb. 4. Woningtype, ontworpen door Dienst van Volkshuisvesting teRotterdam met toepassing van de nieuwe bebouwingsvoorschriften voorKralingenBajonettype met woonkamer aan tuinzijde1 woning met 2 slaapkamers -- totaal 4 bedden1 woning met 3 slaapkamers ^ totaal 6 bedden75AltikelenDe beide hier weergegeven woningtypen hebben als voor-naamste bezwaar, dat zij te weinig woonruimte bieden aan degezinnen, waarvoor zij bestemd zijn.De Directeur van den Dienst van Volkshuisvesting te Rotter-dam heeft aan bovenstaande kritiek uiting gegeven door dezeter kennis te brengen van het Gemeentebestuur van Rotterdam.Het mag als een gelukkige samenloop van omstandighedenworden beschouwd, dat niet alleen bij den Dienst van Volks-huisvesting te Rotterdam de overtuiging vasten voet had ge-kregen, dat de wederopbouw van Rotterdam, voor zoover devolkshuisvesting betreft, op een hooger plan diende te staandan met de hiervoren besproken plannen was bereikt of zouworden bereikt en dat tot een radicale koersveranderingdiende te worden overgegaan. Ook de Algemeen Secretarisvan den Algemeen Gemachtigde voor den Wederopbouw envoor de Bouwnijverheid te 's Gravenhage, Dr. Ir. Z. IJ. vander Meer, die bij den Wederopbouw speciale aandacht wijdtaan den woningbouw, was niet tevreden met de uitgevoerdewoningbouwplannen ten noorden van den Goudschesingel,hetgeen tot uiting kwam in kritiek op het reeds ingediendeplan voor een blok woningen op Kralingen.Nog van een derde zijde werd op verbetering van het woning-type aangedrongen, nl. van de zijde van de architecten.Het Gemeentebestuur van Rotterdam verklaarde zich onom-wonden voor verbetering van het woningtype en opende be-sprekingen met den Algemeen Gemachtigde om tot een beterewerkwijze bij den Wederopbouw te geraken, waarbij de belan-gen van de volkshuisvesting ten voile zouden meetellen.Bedoelde besprekingen hebben tot gevolg gehad, dat te Rot-terdam een commissie werd ingesteld, bestaande uit een ver-tegenwoordiger van den Algemeen Gemachtigde, van denDirecteur van het ASRO (Adviesbureau Stadsplan Rotter-dam), van den Directeur van de Bouwpolitie en van den Di-recteur van den Dienst van Volkshuisvesting.Aan deze commissie werd opgedragen het ontwerpen vanrichtlijnen en bebouwingsvoorschriften voor het verwoestestadsgedeelte Kralingen en voor het stadsgedeelte ten noordenvan den Goudschesingel, alsmede de beoordeeling van debouwplannen, welke voor deze stadsgedeelten ingevolge op-dracht van den Algemeen Gemachtigde door combinaties vanparticuliere architecten met particuliere bouwers zouden wor-den ontworpen.Intusschen was door den Algemeen Secretaris van den Alge-meen Gemachtigde, Dr. Ir. Z. IJ. van der Meer, een commissieingesteld om hem te doen voorlichten over het samenstellenvan ,,Richtlijnen voor het ontwerpen van etagewoningen".Deze commissie was samengesteld uit vooraanstaande bouwersuit Amsterdam en Rotterdam, architecten uit Amsterdam enRotterdam, een vertegenwoordiger van den Hoofdinspecteurvan de Volksgezondheid (afd. Volkshuisvesting) te 's Gra-venhage en enkele hoofdambtenaren van de Gemeenten Am-sterdam, Den Haag en Rotterdam.Het is van belang te constateeren dat de door Dr. Ir. van derMeer ingestelde commissie voor het samenstellen van ,,Richt-lijnen voor het ontwerpen van etagewoningen" en de te Rot-terdam door Gemeentebestuur en Algemeen Gemachtigde in-gestelde commissie voor het ontwerpen van richtlijnen en be-bouwingsvoorschriften voor ,,Kralingen" vrijwel tot dezelfdenormen zijn gekomen.De door de Rotterdamsche commissie, genaamd ,,Commissievoor den woningbouw", ontworpen richtlijnen en bebouwings-voorschriften voor het verwoeste stadsgedeelte Krahngen,werden eind 1943 aan den Algemeen Gemachtigde en de Di-recteuren van de betrokken gemeentediensten aangeboden.Door Dr. Ir. van der Meer zijn de richtlijnen en bebouwings-voorschriften aan alle Rotterdamsche architecten en bouwers,die een opdracht voor het maken van een ontwerp voor eenwoningblok in Kralingen hadden ontvangen, om advies toege-zonden.Onder deze bouwers was ook de Ondervakgroep van bou-76 wers: ,,Woningbouw voor de markt".In een gecombineerde vergadering van genoemde bouwers,architecten en de Commissie voor den Woningbouw, zijn on-der leiding van Dr. Ir. Z. IJ. van der Meer de richtlijnen envoorschriften uitvoerig besproken, waarna zij, nadat in ver-band met gemaakte opmerkingen enkele wijzigingen warenaangebracht, in overeenstemming met de betrokken Directeu-ren van Bouwpolitie, Volkshuisvesting. en ASRO, door hetGemeentebestuur van Rotterdam en door den Algemeen Ge-machtigde voor den Wederopbouw en yoor de Bouwnijverheidzijn goedgekeurd.Ik heb de wijze van het tot stand komen van de Richtlijnen enbebouwingsvoorschriften voor Kralingen uitvoerig besproken,omdat hier een samenwerking heeft plaats gehad tusschenbouwers, architecten en overheidsfunctionarissen, welke voorde volkshuisvesting tot zeer belangrijke resultaten heeftgeleid.De bovengenoemde richtlijnen en bebouwingsvoorschriftenvoor Kralingen zijn aan alle architecten, die een opdracht voorhet maken van een ontwerp voor een woningblok in Kralingenvan den Algemeen Gemachtigde hebben gekregen, toegezon-den om als programma te dienen voor het maken van hun ont-werpen.De ingekomen plannen worden door de Commissie voor denWoningbouw, welke de richtlijnen en bebouwingsvoorschrif-ten heeft ontworpen, aan deze voorschriften getoetst, zoodatplannen in strijd met de in deze voorschriften vervatte normengeen kans van slagen hebben.Het hgt in de bedoehng, nadat de plannen voor dewoningblok-ken op Kralingen zijn goedgekeurd aan de in de richtlijnenen bebouwingsvoorschriften vervatte normen rechtskracht teverleenen, hetzij door vaststelling van bebouwingsvoorschrif-ten tegelijk met de vaststelling van het plan van uitbreidingvoor Kralingen op grond van art. 39 der Woningwet, hetzijdoor opname in een speciale bouwverordening voor het stads-gedeelte Krahngen. Vermoedelijk zullen beide middelen dienente worden aangewend.De nieuwe normen voor de volkswoning, welke in de richt-lijnen en bebouwingsvoorschriften voor Kralingen zijn vervat,beteekenen een belangrijke verruiming en verbetering van hetwoningtype.Teneinde dit duidelijk te maken, zal ik hieronder een verge-lijking geven tusschen de nieuwe normen voor den woning-bouw in Kralingen en die van de bouwverordeningen van Am-sterdam, Den Haag en Rotterdam.le. Woonkamera. oppervlakteB. V. Amsterdam, art. 87: ten minste 16 m^;B. V. Den Haag, art. 33: ten minste 15 m^;B. V. Rotterdam, art. 45: ten minste 16 m^;Kralingen, art. 19:16 m2 voor woning met 3 slaapkamers met max. 5 bedden;18 m2 voor woning met 3 a 4 slaapkamers met 6--8 bedden;20 m2 voor woning met 5 of meer slaapkamers met 9 of meerbedden.b. minimum breedteB.V. Amsterdam, art. 90: 3,50 m of 3,80 m, indien stookplaatsaan langen wand;B. V. Rotterdam: geen minimum breedte voorgeschreven;B.V. Den Haag: geen minimum breedte voorgeschreven;Kralingen, art. 19: 3,50 m of 3,75 m, indien stookplaats aanlangen wand.2e. Slaapkamer oudersa. oppervlakteB.V. Amsterdam, art. 87: 10 m2, indien slechts een slaapka-mer aanwezig; 7 m^ indien meer slaapkamers aanwezig;B. V. Den Haag, art. 33: 5 m2;B. V. Rotterdam, art. 45: 7 m2;HANDEL INBOUWMATERIALEN F. Filippo ? HaarlemHoofdkantoor; Spaarnd. weg 212 Telef. 14-264Bijkantoor; Tuinlaantje 6-12 Telef, 13532Telefoon Huis 25820TEGELSHOUT is schaarsch IGeeft Uw hout een langen levensduur!HET doeltreffende middel tegen hout-verrotting is:WOLMANZOUTVraagt inlichtingen:ANTORNV. NIJMEGENTel. 25007 - Oude Heesschelaan 178MASONITEis een der beste zoo niet de beste van deZWEEDSCHE HOUTVEZELPLATENMonsters en inlichtingen versti-ekt gaarneTRIMAN.V. ZAANDAMcm \^.m>eAl:DUINKER I VERRUUT N.V.BETONFABRIEK ALPHEN A.D.RUNAannemingsbedrijfLGebr. V. d.UITGAARDENVirulyplein 15 Tel. 39242RotterdamVoor uiivoering van alleBOUW- enBETONWERKENFIRMA VERHAAR & VAN 'T VEERDELFT Oosteinde 139 - Tel. 1550Kantooc en OpslagplaatsEzelveldlaan - Tel. 2015ouwmaterialenhandelbPflDOXlUflRmonoHOUTBOUW EN TIMMERWERKENVERTEGENW.: AMSTERDAM - DEN HAAG - ROTTERDAM - UTRECHT - CURACAOBeton-Emailleis GOED indienWederopbouwUROPLASTDiverse uitvoeringen. Vraagt inlichtingen aan bij: ''^^ aOelMUROPLAST 71^^,? GOUDAMVERVENENLAKKENVOOR DEIWEDEROPBOIIWOLIEVRUE BLANKERAAMKITNIET TE ONDERSCHEIDEN VAN DEGEWONE UJNOLIE STOPVERFVOLKOMEN WATERYAST!VRAAGT MONSTERRELIEFVERFPLASTIKAIN POEDERVORM ?MET WATER AAN TE MENGENLEVERBAAR ZONDER TOEWIJZINGDUURZAAM! WATERVAST!VRAAGT INLICHTINGEN EN PROSPECTUSVAN DEN DOEL & FRAY * DEN HAAG_^^^:;?^^?^^.^^HOLLAMD TRIPLEX IMPORTROTTERDAM - Schiedamschesingel 50 - Tel. 28303KEHPERPROEFSTATION VOOR BOUW-MATERIALEN EN BUREAU voorC H E M I S C H ONDERZOEK AMSTERDAM Da Costakade 104 Telef. 83047Koning & BienfaiiNOORDER GLASHANDEL J.VAN OOSTENDORPROTTERDAM - Vijverhofstraat 64-80 - Telef. 45515 (3 lijnen) - Filiaal DORDRECHT - Vest 1 - Telef. 3683(een en ander exclusief vaste kasten);Kralingen, art. 20: 12 m2, inclusief oppervlakte vaste kasten.b. minimum breedteB. V. Amsterdam, geen minimum breedte voorgeschreven;B. V. Den Haag, geen minimum breedte voorgeschreven;B. V. Rotterdam, art. 45: minimum breedte 2,20 m;Kralingen, art. 20: minimum breedte 2,70 m.3. Slaapkamers voor kinderena. oppervlakteB. V. Amsterdam, art. 88: ten minste 4 m^;B. V. Den Haag, art. 33: ten minste 5 m2;B. V. Rotterdam, art. 45: ten minste 3,5 m;(een en ander exclusief oppervlakte vaste kasten);Kralingen, art. 20:-6 m^ voor 1 bed, 8 m2 voor 2 bedden, inclu-sief oppervlakte vaste kasten.b. minimum breedteB. V. Amsterdam, geen minimum breedte voorgeschreven;B. V. Den Haag, geen minimum breedte voorgeschreven;B. V. Rotterdam, art. 45: minimum breedte ten minste 1,80 m;Kralingen, art. 20: minimum breedte van 2 m voor 1 bed, mini-mum breedte van 2,40 m voor 2 bedden.4e. Keukena. oppervlakteB. V. Amsterdam, geen minimum oppervlakte voorgeschreven;B.V. Den Haag, art. 33: ten minste 4 m2 inclusief betim-mering;B. V. Rotterdam, art. 45: ten minste 3 m2, inclusief vaste kas-ten en aanrecht;Kralingen, art. 21: ten minste 4,5 m2, inclusief vaste kastenen aanrecht.b. breedteB.V. Amsterdam, art. 87: ten minste 1,60 m;B. V. Den Haag, geen minimum breedte voorgeschreven;B. V. Rotterdam, geen minimum breedte voorgeschreven;Kralingen, art. 21: ten minste 1,70 m.5e. BergruimtenB. V. Amsterdam, art. 87 schrijft voor:een keukenkast,een bergplaats voor brandstoffen,benevens: kasten, met een gezamenlijk oppervlak van .tenminste 1,5 m2;B. V. Den Haag, art. 33 schrijft voor:een bergplaats voor levensmiddelen,een bergplaats voor brandstoffen;B. V. Rotterdam, art. 45:bergruimten met een gezamenlijke vloeroppervlakte van tenminste 1,5 m2;Kralingen, art. 24:een legkast in hoofdwoonvertrek,een kast in elke slaapkamer,een werkkast,een meterkast (al of niet gecombineerd met werkkast);art. 21:een keukenkast,een levensmiddelenkast;art. 26:een bergruimte van ten minste 2 m2 voor elk vertrek, dat dewoning bevat met een minimum van 6 m2.6e. BadgelegenheidB. V. Amsterdam, art. 87: een doucheruimte of een badruimte;art. 126: horizontale afmetingen van een doucheruimte moetenten minste 1 m bij 0,90 m zijn en de hoogte ten minste 2,40 m;art. 126: indien niet toegankelijk uit een vertrek of uit eenkeuken, moet een doucheruimte toegankelijk zijn uit een kleed-ruimte met horizontale afmetingen van ten minste 1 m bij Artikeicn0,90 m en een hoogte van ten minste 2,40 m;art. 126: in de doucheruimte mag geen privaat aanwezig zijn,doch hiervan kan vrijstelling worden verleend, mits de douche-ruimte een oppervlakte heeft van ten minste 1,70 m2;B. V. Den Haag, geen doucheruimte of badruimte voorge-schreven;B. V. Rotterdam, geen doucheruimte of badruimte voorge-schreven;indien aanwezig, dan schrijft art. 57 voor:een vloeroppervlakte van ten minste 0,90 m2;een breedte van ten minste 0,90 m;Kralingen, art. 22 schrijft voor:een bad- of doucheruimte en kleedruimte met een gezamenlijkvloeroppervlak van ten minste 1,80 m2.7e. Balcon of verandaB. V. Amsterdam, art. 87: een veranda met een vloeropper-vlakte van ten minste 3 m2, tenzij bij de woning een eigen tuinbehoort;B. V. Den Haag, geen balcon of veranda voorgeschreven;B. V. Rotterdam, geen balcon of veranda voorgeschreven;Kralingen, art. 21: de keuken moet rechtstreeks of door mid-del van een waschgelegenheid of dergelijke ruimte in verbin-ding staan met een balcon of veranda;art. 23: elke woning, uitgezonderd die, waarvan de vloer min-der dan 0,50 m boven peil ligt, moet van een balcon, verandaof loggia voorzien zijn met-een oppervlak van ten minste 3 m2.Uit bovenstaande vergelijking blijkt reeds, dat een belangrijkeaermiming van het woningtype zal worden verkregen.Hieronder volgen nog enkele bepalingen uit de Richtlijnen enBebouwingsvoorschriften voor Kralingen, welke speciaal be-trekking hebben op het verkrijgen van een goed woningtype.Bebouwingsvoorschriften Kralingen.Art. 16. 1. Vertrekken, benevens keuken en privaat, tot een-zelfde woning behoorende, mogen niet op verschillende ver-diepingen zijn gelegen.2. De Burgemeester is bevoegd toe te staan, dat in de ruimteonder de kap een slaapvertrek wordt gemaakt, indien dit ver-trek behoort tot de onmiddellijk daaronder gelegen woning enmits bedoelde ruimte rechtstreeks van het woningportaal of degang uit door middel van een binnentrap toegankelijk is.Door dit artikel wordt een einde gemaakt aan de te Rotter-dam veelvuldig toegepaste oplossingen, waarbij de tot eenwoning behoorende slaapkamers zijn gelegen op een verdie-ping, welke door een andere etagewoning van de overigewoonruimten is gescheiden, zoodat de trap naar bedoeldeslaapkamers door een bovengelegen woning loopt.Ook de te Amsterdam veelvuldig toegepaste slaapkamers opde zolderverdieping, toegankelijk door het gemeenschappelijketrappenhuis, zijn door dit artikel verboden.Het aantal slaapkamers in de kap is tot een beperkt.De bedoeling hiervan is het wonen in de kap zooveel mogelijkuit te schakelen en deze allereerst te beschouwen als isolatievan het woongebouw, waarbij benutten tot berg- en droog-ruimten mogelijk blijft.Artikel 16 lid 2 bepaalt bovendien, dat aan het eene slaap-vertrek in de kap nadere eischen kunnen worden gesteld metbetrekking tot de afmetingen, de hoogte van de borstweringen de thevmische isolatie.Artikel 18 bepaalt, dat alle voor bewoning bestemde gebou-wen moeten worden afgedekt met een zadeldak, belegd metpannen of leien.Kralingen zal das geen platte daken krijgen.Volgens artikel 13 zal Kralingen in hoofdzaak worden opge-bouwd in drie woonlagen, hetgeen in overeenstemming is metde te Rotterdam gebruikelijke bouwwijze.Artikel 21 lid 2 zegt, dat de keuken rechtstreeks of door mid-del van een waschgelegenheid in verbinding moet staan met I IArtikcleneen balcon o/ veranda en dat de keuken toegankelijk moetzijn van het woningporfaal o[ de hal uit.Lid 3 schrijft voor, dat de keuken ten minste moet bevatten:a. een ruinate voor het doelmatig plaatsen van een fornuis,waarboven een wasemkap met ontluchtingskanaal;b. een aanrecht van ten minste 1,65 m lengte, inbegrepen dengootsteen;c. een doelmatige keukenkast;d. een ventilatie-inrichting op de buitenlucht, bijv. door mid-del van een beweegbaar bovenraam.En verder dat in of nabij de keuken een doelmatige levensmid'delenkast of een koelkast aanwezig moet zijn,Artikel 26 schrijft voor, dat de gebouwen waarin uitsluitendwoningen zijn toegelaten, moeten zijn voorzien van een onder-verdieping, welke ten minste 2,20 m hoogte moet hebben enwaarvan de vloer ten hoogste 1,50 m beneden peil mag wor-den gelegd, terwijl de vloer van de laagste woning ten hoogste2,50 m boven peil (= straathoogte) mag worden gelegd. Indeze onderverdieping moeten de hiervoren reeds genoemdebergplaatsen voor de woningen worden ondergebracht.Volgens artikel 28 moeten trappenhuizen, toegang gevendetot de woon- en zolderverdiepingen, aan een buitenmuur gren-zen, waarbij door middel van ramen op elk trapbordes vol-doende lichttoetreding en luchtverversching mogelijk moet zijn.Het maken van een trapverbinding tusschen de woning op debeganegrondverdieping en de onderverdieping anders dan overhet gemeenschappelijke trappenhuis, is verboden. Dit teneindehet gebruik van de onderverdieping als slaapgelegenheid te-gen te gaan.Van beteekenis in verband met de woninggrootte is nog datartikel 15 van de Bebouwingsvoorschriften Kralingen eenwoningdifferentiatie voorschrijft, waarbij niet uitsluitend eenaantal slaapkamers is voorgeschreven, doch waarbij een vastpercentage van de slaapkamers geschikt moet zijn voor hetdoelmatig plaatsen van twee bedden, zoodat die volgens art.20 lid 2 een oppervlakte moeten hebben van ten minste 8 m2en een breedte van ten minste 2,40 m.Voorgeschreven is:)% woningen met 1 slaapkamer;35%45%11%4%2 slaapkamers;345Van de woningen met 1 slaapkamer moet voor alle woningendeze slaapkamer 12 m2 oppervlakte hebben.Van de woningen met 2 slaapkamers moet 25% hebben:1 slaapkamer van 12 m2 (oudersslaapkamer) en1 slaapkamer van 6 m2 (1 bed).75% van deze woningen moet hebben:1 slaapkamer van 12 m2 (oudersslaapkamer) en1 slaapkamer van 8 m2 (2 bedden).Van de woningen met 3 slaapkamers moet 50% hebben:1 slaapkamer van 12 m2 (oudersslaapkamer),1 slaapkamer van 8 m2 (2 bedden),1 slaapkamer van 6 m2 (1 bed).50% van deze woningen moet hebben:1 slaapkamer van 12 m2 (oudersslaapkamer).2 slaapkamers van 8 m2 (2 bedden).Van de woningen met 4 slaapkamers moet 50% hebben:1 slaapkamer van 12 m2 (oudersslaapkamer),2 slaapkamers van 8 m2 (2 bedden),1 slaapkamer van 6 m2 (1 bed).50% van deze woningen moet hebben:1 slaapkamer van 12 m2 (oudersslaapkamer), .3 slaapkamers van 8 m2 (2 bedden).Tenslotte bevatten de ,,Richtlijnen voor den etagebouw inAo Kralingen" nog aanwijzingen welke, veelal in verband met hetdoor het ASRO ontworpen uitbreidingsplan, niet bindend kon-den worden voorgeschreven, doch waarmede bij het ontwer-pen van de woningbouwplannen toch zooveel mogelijk reke-ning dient te worden gehouden.Zoo zegt artikel 1 van de Richtlijnen:Het is gewenscht, dat tot elk woon- o[ slaapvertrek, althansgedurende eenigen tijd per dag, rechtstreeks zonlicht kan toe-treden, waarbij aanbevolen wordt de slaapkamers en keukenzooveel mogelijk op het oosten of noorden en het hoofdwoon-vertrek zooveel mogelijk aan de westzijde of zuidzijde te leg-gen.Artikel 2 bepaalt, dat orientatie van het hoofdwoonvertrek ophet noord-westen door het noorden tot het noord-oosten in hetalgemeen ongewenscht wordt geacht en alleen toelaatbaar is,indien bijzondere voordeelen aan deze ligging zijn verbonden(bijv. het uitzicht) en indien het hoofdwoonvertrek door mid-del van een beweegbare glaspui of glasdeuren verbinding heeftmet een vertrek, dat gunstig is georienteerd.Artikel 3 geeft aan, dat de slaapvertrekken zoo min mogelijkmoeten grenzen aan het trappenhuis, de keuken en de W. C.en dat de kinderslaapverfrekken zoo min mogelijk aan hethoofdwoonvertrek moeten grenzen.Betreffende een gelegenheid tot het doen van de kleine gezins-wasch zegt artikel 5 van de Richtlijnen, dat deze gecomhi-neerd mag worden met de doucheruimte. Andererzijds kan inde onderverdieping een gelegenheid tot het doen van degezinswasch worden gemaakt door middel van:afzonderlijke, voor een woning besfemde wasch- en droog-ruimten; of gemeenschappelijke, voor een dubbel pand be-stemde wasch- en droogruimten.De mogelijkheid van een wasch- en drooggelegenheid, bestemdvoor een blok of een wijk, kan onder het oog worden gezien.Artikel 6 van de Richtlijnen zegt, dat een behoorlijke gelegen-heid tot het drogen van de gezinswasch aanwezig moet zijn endat deze kan worden verkregen:1. buitenshuis op een werk- of droogbalcon of in den tuin;2. binnenshuis:a. in de woning;b. in de onderverdieping;c. op de zolderverdieping.Betreffende technische eischen, aan de woningen te stellen,beoaalt artikel 11 van de Richtlijnen:Voor de kapconstructies dienen zoo min mogelijk spanten endergelijke hulpconstructies te worden gebruikt en zooveel mo-gelijk brandvrije materialen te worden toegepast.Artikel 12 beveelt foor de afscheidingen tusschen de woningeneenige bijgevoegde constructies aan, nl.:le. de gewone houten vloer met rietplafond tegen afzonder-lijke houten plafondhangers, hetgeen tot heden voor Rotter-dam nog niet gebruikelijk was;2e. dezelfde constructie, doch met heraklithplaten tusschenplafondhangers en tengels;3e. een baksteen- of betonvloer, waarboven een houten vloerop ribben, welke door middel van stukjes vezelplaat dragen opden baksteen- of betonvloer;4e. een met estrich afgewerkten baksteen- of betonvloer,waaronder een rietplafond tegen houten plafondhangers.De bouwmuren tusschen twee woningen moeten bestaan uit eeneensteens baksteenmuur, waartegen aan een kant een klampvan baksteen. Dit ter bevordering van een betere geluidswe-ring. De gevelmuren moeten bestaan uit een baksteenmuur terdikte van een steen, waartegen een warmteisoleerende steen terdikte van tenminste 5 cm, aangebracht tegen een waterdichteafpleistering aan de binnenzijde van den gevel.Bovendien bepaalt artikel 25 van de Bebouwingsvoorschriftendat de Burgemeester bevoegd is eischen te stellen met betrek-king tot de acoustische en thermische voorzieningen vanmuur-, vloer- en dakconstructies. Besloten is dat het opstellenvan verdere technische eischen voor den woningbouw op Kra-lingen binnen korten termijn zal geschieden door den Dienstvan Volkshuisvesting te Rotterdam in samenwerking met denDienst van den Algemeen Gemachtigde.Tenslotte nog lets over de onbebouwde terreinen tusschen dewoningblokken. Enkele zeer ruime binnenterreinen zijn op hetbebouwingsplan aangegeven als bestemd tot binnenterreinen,waarvan afzonderlijke exploitatie is toegestaan. Zij mogenniet worden bestemd voor opslag o[ industrieele doeleindenvan welken aard ook, doch uitsluitend ten dienste vanwoonbelangen o[ voor tuinbouwdoeleinden. De exploitatiemag geenerlei hinder meebrengen voor de omgeving en geenaanstoot geven uit een oogpunt van welstand, een en anderter beoordeeling van den Burgemeester.De bestemming van de normale binnenterreinen wordt gere-geld in de artt. 31 en 32 van de Bebouwingsvoorschriften.Artikel 31 schrijft voor, dat deze onbebouwde gronden, be-hoorende bij geheel of gedeeltelijk voor bewoning ingerichtegebouwen, zijn bestemd tot tuin en als zoodanig moeten wor-den aangelegd en onderhouden. De tuinen moeten op gemak-kelijke wijze van de bijbehoorende woningen uit bereikbaarzijn, met name wanneer de woning een onderverdieping bevat.Artikel 31 luidt: ,,De Burgemeester kan op onbebouwde bin-nenterreinen den aanleg van een gemeenschappelijken tuintoestaan, welke voor alle bewoners van die panden bereikbaarmoet zijn door middel van een toegang van de centrale trap-penhuizen uit en al dan niet door middel van gemeenschappe-lijke toegangen van den openbaren weg af.In een gemeenschappelijken tuin kan onder meer de aanlegvan kleuterspeelplaatsen worden toegestaan.De Burgemeester kan toestaan dat een gemeenschappelijketuin wordt gemaakt, welke voor de bewoners niet toegankelijkis (z.g. kijktuin).Ik meende aan deze voorschriften, volgens welke een verwoeststadsgedeelte te Rotterdam, hetwelk ongeveer 2000 arbeiders-woningen zal kunnen bevatten, zal worden opgebouwd, uit-voerig aandacht te mogen schenken.Ik voeg tenslotte hierbij enkele plattegronden van woningty-pen, welke op grondslag van deze richtlijnen en bebouwings-voorschriften zijn ontworpen door den Dienst van Volkshuis-vesting te Rotterdam (afbb. 3 en 4). Deze betreffen het z.g.bajonet-type, hetwelk door de meeste architecten voor Kralin-gen werd ingediend.Vergelijkingen met de typen der afbb. 1 en 2 doen de betee-kenis van de nieuwe normen voor den volkswoningbouw teRotterdam duidelijk blijken.Door den Dienst van Volkshuisvesting te Rotterdam wordt destudie van de woningtypen voortgezet. Daar besloten is hetuitbreidingsplan voor het verwoeste stadsgedeelte Kralingenbinnen korten termijn ingrijpend te wijzigen, is de goedkeu-ring van de aanvankelijk ingediende plannen voor woning-bouw nog niet mogelijk geweest.Betreffende de financiering van den woningbouw op Kralin-gen kan worden medegedeeld dat door den Dienst van Volks-huisvesting te Rotterdam en dien van den Algemeen Gemach-tigde voor den Wederopbouw en voor de Bouwnijverheid ge-zamenlijk plannen worden bestudeerd cm te komen tot eenfinancieringswijze, welke deze woningen voor arbeiders be-reikbaar zal maken. ,Rotterdam, Mei 1944.Nogmaals: normalisatie en woningpeildoor Ir. P. Bakker SchutDe Heer Ir. C. G. Meeder heeft in het April-nummer mijnartikel naar aanleiding van de poging tot normaHsatie derbouwverordeningen aan een uitvoerige beschouwing onder-worpen en daarbij tevens de door derden op den arbeid dernormalisatie-commissie geoefende critiek betrokken. Hetbelang van het onderwerp noopt mij tot een kort wederwoord.Laat ik daarbij vooropstellen, dat ik niet alleen groote waar- Anikeiendeering heb voor hetgeen door de Hoofdcommissie voor deNormalisatie in Nederland (H.C.N.N.) in den loop der jarenis tot stand gebracht, maar tevens overtuigd ben, dat zij metde beste bedoelingen bezield het onderwerp heeft aangevat,dat aanleiding heeft gegeven tot voorstellen, die een ongewonemate van critiek hebben uitgelokt. Maar juist omdat ik overi-gens voor het door haar op technisch gebied gepresteerde nietdan lof heb, betreur ik des te meer, dat zij is afgeweken vanden tot dusver betreden weg en een zijpad heeft ingeslagen,dat onherroepelijk in het moeras moest voeren.Gaarne neem ik akte van de mededeehngen betreffende devoorbereiding dezer normalisatie-poging, in het bizonder vande erkenning, dat de ontwerp-normaalbladen nog al wat tewenschen overlieten, omdat zij overhaast onder grooten drukvan buiten waren tot stand gekomen. Na de publicatie dierontwerpen is veel critiek, zooals de Heer Meeder zelf erkent,zoowel van principieelen als van materieelen aard, losgekomen.Er was toen voor de H.C.N.N. alle gelegenheid geweest haarvoornemen te laten varen, gedachtig aan het goed Neder-landsche spreekwoord, dat het beter is ten halve te keerendan te volharden in de dwahng. Mogelijk is ook dit laatste..onder grooten druk van buiten" geschied.Dat de H.C.N.N. met de thans behandelde stof zich op eenhaar vreemd terrein -- immers meer sociaal-economisch dantechnisch gebied -- heeft begeven, valt bezwaarlijk te looche-nen en wordt ook door Ir. Meeder niet ontkend. De vraag,waarom het hier in de eerste .plaats gaat, is: was er eenigedringende noodzaak om dit nieuwe terrein te exploreeren ente pogen variabele sociale waarden te persen in het keurslijfvan een normalisatie, die voor technische artikelen zeer welmogelijk is gebleken. Die vraag nu wordt door Ir. Meeder nietbeantwoord, zelfs niet aangeroerd.Normahsatie is middel en geen doel in zichzelf. Men gaat tochniet aan het normaliseeren alleen uit normalisatie-wellust!Technische artikelen normaliseert men, omdat zoowel de fa-brikant als de afnemer daarmede gebaat zijn; het vereenvoudigthet produktie-proces, leidt tot kostenbesparing voor den fabri-kant en tot gemak voor den gebruiker. Er zijn daar dus duide-lijk aanwijsbare voordeelen te bereiken, waartegenover in denregel geen of althans ondergeschikte bezwaren bestaan.Maar in het onderhavige geval doet zich het tegenoverge-stelde voor: de normahsatie van voorschriften der bouwveror-dening heeft tal van bezwaren, die ik niet opnieuw zal opsom-men, terwijl de voordeelen minimaal zijn. Indien ik goed zie,is de drang tot deze normalisatie vooral te danken aan denwensch om aan firma's, die in verschillende gemeenten wo-ningen aan den loopenden band bouwen, de kosten te bespa-ren van het doen vervaardigen van onderling afwijkende tee-keningen. Maar aangezien de woningbouw als regel een bijuitstek lokaal bedrijf is, zijn zulke firma's witte raven en bui- ., 'tendien vormen de bedoelde kosten eventueel een te verwaar-loozen fractie van de totale bouwkosten. Dat normalisatie derbouwverordeningen noodig zou zijn om normalisatie van on-derdeelen der woning mogelijk te maken is wel gesteld, maarniet bewezen en is ook zonder eenigen twijfel onjuist.Omgekeerd imphceert normalisatie der voorschriften geens-zins eenheid in de samenstellende deelen der woning. Wan-neer de bouwverordening eischt een keuken van ten minste4 m2 oppervlakte, beteekent dat (gelukkig!) niet, dat allekeukens een oppervlakte van 4 m^ zullen'verkrijgen. En zelfsindien dat wel het geval ware, zou daardoor nog niet vast-staan, dat zij dezelfde lengte en breedte en dezelfde indeelingverkrijgen. De fabrikanten van keukenbetimmeringen, aan-rechtbladen, gootsteenen, enz. zijn hierdoor dus nog geen stapverder. 'Zij zouden alleen gebaat zijn met de wetenschap, dateen groot aantal woningen met keukens van uniforme matenen uniforme indeeling en afwerking gebouwd zullen worden.Die zekerheid kan hun op andere wijze worden verschaft; deberaamde ,,normahsatie" is daartoe niet vereischt.Zeer luchtig huppelt Ir. Meeder heen over het bezwaar, dat lyArtikelende H.C.N.N. zich ten onrechte heeft begeven op het terreinder wetgeving. Hij noemt dat een ,,vorm-kwestie". Met Uwverlof: de Woningwet legt nauwkeurig vast hoe en door weikeorganen bouwverordeningen in het leven worden geroepen.Dat een willekeurig Hchaam, dat zich nooit of te nimmer opdit gebied heeft bewogen en dus dienaangaande geen ervaringbezit, de leiding neemt en zonder eenige wettehjk geregeldebevoegdheid vertelt hoe die voorschriften voortaan zullen moe-ten luiden, is absurd. Dat is meer dan een ,,vorm-kwestie",dat is een staatsrechtehjke monstruositeit!En hiermede kom ik tot het kernpunt van de zaak. Welke be-teekenis hebben nu eigenlijk de vastgestelde normaalbladen;welke bedoehng hebben de samenstellers daarmede gehad?Ik heb in het Februari-nummer uiteengezet, dat drieerlei op-vatting dienaangaande mogehjk is en dat in de praktijk ookverschillende uitleg daaraan wordt gegeven (dit is mij nadiennog van meer dan een zijde bevestigd). Ik had gehoopt, datwij althans op dit punt iets wijzer geworden zouden zijn, nueen lid der betrokken sub-commissie vOorlichting komt ver-strekken. Niets daarvan: ,,Hierover kan niets positiefs wordenmedegedeeld". En ons wordt gesuggereerd ons te verblijdenmet de verzekering, dat de verbindend-verklaring, ofschoondie ,,reeds eind 1940 in de lucht hing", nog niet heeft plaatsgehad.Intusschen blijkt hieruit, dat wel degelijk de bedoeling heeftvoorgezeten de bij de wet aangewezen organen volkomen uitte schakelen en den inhoud der normaalbladen over te hevelennaar de bouwverordeningen; alleen is het nog niet duidelijkop welke wijze men die verbindendverklaring had willen be-werkstelligen. Het is jammer, dat op dit punt geen klare wijnwordt geschonken. Het leidt tot verwarring, wanneer ditzwaard van Damocles na 33^ jaar nog in de lucht blijft han-gen: het kon (b.v. ..onder grooten druk van buiten") eensplotseling omlaag vallen.Door mij is betoogd, dat het gewenscht ware om -- indienmen per se bouwvoorschriften mocht willen normaliseeren --een ander en beter soort woning tot uitgangspunt te nemendan die welke men 40 jaar geleden als aanvaardbaar minimumbeschouwde: een woning, bestaande uit woonkamer, keukentjeen een slaapkamer, een woning dus, die reeds voor een echt-paar met een kind, naar thans algemeen aanvaarde begrip-pen, onvoldoende is. Daarom werd bepleit als uitgangspuntvoor de minimum-woning in de bouwverordening te aanvaar-den de woning met drie slaapkamers, geschikt voor een echt-paar met kinderen van verschillend geslacht en kortheidshalveaangeduid als ..normale woning". (Uiteraard moet daarbijruimte worden gelaten voor vrijstelling ten behoeve van hen,die met minder ruimte kunnen volstaan). Schattenderwijze(uitdrukkelijk vermeldde ik: ,,om de gedachten te bepalen")meende ik dat die ,,normale woningen" wel 70 a 80% vanhet totaal benoodigd aantal zouden moeten uitmaken. Natuur-lijk wil dit cijfer niet meer beteekenen dan een ruw gemid-delde; het juiste percentage zal voor de verschillende gemeen-ten meer of minder sterke afwijkingen vertoonen.Jr. Meeder acht deze meening onhoudbaar en meent ten be-wijze daarvan te moeten aanvoeren schattingscijfers van dentotalen woningvoorraad, correspondeerende met de gezinsfor-matie in 1930. In het midden latend of deze cijfers al dan nietjuist zijn, zal het duidelijk zijn dat zij niets, maar dan ook nietszeggen ten aanzien van de benoodigde woningen: de totalewoningvoorraad en het bouwprogram zijn ongelijksoortige enonvergelijkbare grootheden. Evenmin heeft een cijfer, dat menvoor een bepaalde wijk van een bepaalde stad heeft aangeno-men, bewijskracht.Volmondig geef ik toe ~ ik heb er zelf trouwens uitdrukkelijkop gewezen -- dat voor iedere gemeente, bij de vaststellingvan het bouwprogram, rekening moet worden gehouden metde statistisch vastgestelde behoefte. Mijn bedoeling is dusgeenszins, dat men domweg in iedere gemeente 70 a 80% derwoningen met drie of meer slaapkamers zou moeten bouwen;oU ik heb slechts gewezen op de relatieve belangrijkheid dezercategorie. Men houde hierbij echter in het oog:le dat de bestaande woningvoorraad een naar verhoudingzeer groot aantal kleinere woningen omvat; men denke aan de,vooral in de groote steden helaas nog zeer talrijke eenkamer-woningen;2e dat de herhaalde verhuizing van een groeiend gezin van deeehe woning naar de andere ongewenscht is, aangezien deliefde en de zorg voor de woning daardoor ongunstig wordenbei'nvloed;3e dat zelfs in die gevallen, dat een derde slaapkamertje nietstrikt noodig is voor de slaap-behoefte van het gezin (oudersmet een of twee jongens dan wel een of twee meisjes) datkamertje toch geenszins als overbodige luxe is te beschouwen,doch uitnemend dienst doet als nevenvertrek, b.v. voor hetstudeeren van de kinderen of het werk van den vader.Het zal dus van wijs beleid getuigen voor het bouwprogramder eerste jaren niet al te angstvallig vast te houden aan eentheoretisch juist en voor de woningvoorziening op langen duurbruikbaar schema, doch aan de ruime woningen een overwe-gende plaats in te ruimen.Buitendien zou ik er den nadruk op willen leggen, dat dege-nen die beter dan schrijver dezes met de woningtoestandenop het platteland bekend zijn, aldaar de kleine woningen ge-heel uit den booze achten. Daar kent men geen serie-verhui-zingen, waaraan de nomaden in de groote steden gewend enten deele zelfs verslaafd zijn. Daar woont men -- als regel -- =tot zijn dood in een en dezelfde woning. Daar dient dus elkewoning geschikt te zijn voor een gezin met kinderen. Ver-schillende provinciale bouwverordening-modellen uit den laat-sten tijd schrijven dan ook reeds de drie-slaapkamer-woningals minimum voor (zulks in tegenstelling tot de aanvankelijkoveral aangehouden een-slaapkamerwoning). Normalisatie zoude verschillen tusschen stad en land met een slag wegvagen.De Heer Meeder voelt blijkbaar zelf, dat hier iets niet klopt.Immers hij schrijft: ,,het platteland laat ik hier in ieder gevalbuiten beschouwing." Maar hoe heb ik het nu: is de normali-satie dan alleen bedoeld foor stedelijke gemeenten? Dit is nognergens uit gebleken. En dit is ook niet in overeenstemmingmet zijn mededeehng, dat de commissie ,,bodemgesteldheid enwaterstaatkundige toestand" als oorzaak van gemotiveerdeverschillen erkent, doch daarbij het verschil tusschen stad enland niet vermeldt. Werkelijk: wat men nu eigenlijk wil wordtsteeds minder duidelijk!Tegen de onderdeelen der in de normaalbladen vervatte voor-schriften zijn door mij een aantal bezwaren ontwikkeld en toe-gehcht. Ir. Meeder bespreekt slechts een daarvan: de hoogteder vertrekken. Daaruit blijkt dat ,,van architectenzijde" ge-pleit is voor verlaging van de hoogte van het woonvertrek,omdat bij een oppervlakte van 16 m2 een hoogte van 2,50 a2,60 m^) een fraaier verhouding geeft dan een hoogte van2,70 m. Daargelaten nog, dat hier van een communis opinioonder de architecten zeker geen sprake is, moet toch de vraaggesteld worden, of hier de zaak niet op zijn kop wordt gezet.Hygienische overwegingen en eischen van praktische bruik-baarheid behooren de afmetingen van het vertrek te bepalen.Aan den architect de taak die eischen zoodanig te verwerken,dat het geheel aesthetisch bevrediging schenkt.De overige door mij naar voren gebrachte en stuk voor stukveel zwaarder wegende bedenkingen, laat Ir. Meeder onbe-sproken. Men dient echter het samenstel der in de normaal-bladen vervatte voorschriften als een geheel te zien. En dankan -- ik verwijs dienaangaande naar mijn vorig artikel --bezwaarlijk worden ontkend, dat dit complex voor een aan-merkelijk gedeelte een bedenkelijke reactie vertoont tegen degeleidelijke en verheugende ontwikkeling, welke de woning-bouw gedurende de laatste decennia heeft doen zien.Ir. Meeder maakt de ietwat geheimzinnige opmerking ,,dat ineen aantal gemeenten sommige eischen uitgaan boven het peil1) De normaalbladen geven een minimum van 2,60 m. Nu wordt reedsvan 2,50 a 2,60 m gesproken. De tendenz tot verdere verlaging blijft dusbestaan.dat algemeen als redelijk wordt beschouwd" en hij meent zelfs,dat zulks niet valt te ontkennen. Zonder naderc toelichtingen concrete gegevens kan de juistheid dezer bewering nocherkend, noch ontkend worden. Het zou ongetwijfeld door velenworden gewaardeerd te vernemen, welke gemeenten en welkeeischen hier worden bedoeld en welk peil door den schrijver,resp. de H.C.N.N., als ,,redelijk" wordt beschouwd. Uit het-geen volgt zou opgemaakt kunnen worden, dat het hier zoo nietuitsluitend dan toch in hoofdzaak gaat tegen het woningpeilin de hoofdstad en meer in het bizonder tegen de aldaar ver-phcht gestelde douche-ruimte. Mocht dit het geval zijn, danrijst de vraag of dit tournooi niet kan worden uitgevochtenzonder de bouwverordeningen in het geheele land te normali-seeren.Hoe dit zij, de geachte schrijver is hier met zijn sociaal-econo-mische beschouwingen over ,,zwaar gesubsidieerde gemeen-ten" en ,,gemeenten, die een bevoorrechte positie innemen"verre van duidelijk. Is het feit, dat een gemeente gebruikmaakt van de door de Woningwet geboden gelegenheid omvoorschotten en bijdragen uit 's Rijks kas te verkrijgen tenbehoeve van den woningbouw voor bepaalde categorieen derbevolking en dus ,,zwaar gesubsidieerd" wordt, een reden omdie gemeente te straffen door te pogen het woningpeil aldaaromlaag te drukken?De sociale ontwikkeling, hier en elders, gaat in de richtingvan verlaging der zeer hooge en verhooging der zeer lageinkomens. Die in alle landen waar te nemen egalisatie-tendenz,die drang naar sociaal evenwicht, zal zich ongetwijfeld ookdoen gevoelen op het gebied der woningvoorziening en mis-schien daar zelfs in de eerste plaats. Er zal dan ook in deneerstkomenden tijd na den oorlog zeer" zeker aandrang zijn tothet bouwen uitsluitend van woningen, die in alle opzichtenden toets der critiek kunnen doorstaan. De arbeider van 1945zal geen genoegen nemen met een woning, die misschien in1900 nog juist voldoende werd geoordeeld.Ik maak mij dan ook geen zorg over de vraag, of het uiteinde-lijk zal gelukken het woningpeil blijvend omlaag te drukkendoor voorschriften, welke dit beoogen of althans dit resultaatmoeten hebben. Maar wel is een alleszins denkbaar gevolg vande voorgenomen normalisatie, dat gedurende een overgangs-periode onmiddellijk na den oorlog woningen worden ge-bouwd, waarvan later erkend wordt, dat zij beter achterwege zouden zijn gebleven. En aangezien niet wel denkbaar is, datde vrij algemeen gecritiseerde denkbeelden der H.C.N.N. plot-seling met enthousiasme begroet zouden worden, is een tweedemogelijkheid, dat overwegingen pro en contra straks zooveeltijd in beslag nemen, dat het tempo van den woningbouw daar-onder lijdt. En de in te halen achterstand is zoo groot, dat eendergelijke vertraging niet toelaatbaar is.Het lijkt mij dan ook de aangewezen weg de resultaten vanden arbeid der normalisatie-commissie bij te zetten in hetmausoleum der goed bedoelde, maar niet geslaagde pogingenop het gebied der volkshuisvesting.De huisvesting van bejaardenNaar aanleiding van de korte bijdrage onder dit hoofd inhet Mei-nummer ontvingen wij van den Heer Ir. C. B. vander Tak onderstaande beschouwing.Het onderwerp is naar mijn meening zoo belangrijk, omdathet in direct verband beschouwd moet worden met het vraag-stuk hoe we na den oorlog zoo snel mogelijk in het woning-tekort voorzien, op de ,,voordeeligste" wijze en op de ,,zui-nigste" manier omspringend met de dan beschikbare bouw-materialen. Terecht merk v. d. W. op, dat vele bejaardenwoningen in beslag nemen, die voor hen een overmaat vanruimte bevatten en dat, indien een passende huisvesting wordtaangeboden, woonruimte vrij komt voor groote gezinnen.In vele steden in Nederland zijn als onderdeel van een com- Anikcicnplex volkswoningen eenige of een blokje zoogenaamde ,,wo-ningen voor ouden van dagen" gebouwd. Mijn ondervindingis, dat de ,,vraag" daarnaar reeds voor den oorlog het ,,aan-bod" steeds verre overtrof.Het is echter de vraag of zelfs tot 10 of 20 jaren na dezenoorlog de eisch niet gesteld zal moeten worden, dat zooge-naamde ,,onvolledige" gezinnen te ruime huizen (met de ge-bruikelijke drie slaapkamers) zullen moeten verlaten, resp. nietmogen betrekken. Ik denk bij ,,onvolledige" gezinnen behalveaan ouden van dagen, aan kinderlooze gezinnen en jongge-huwden, die, ook als het gezin zich uitbreidt, de eerste drie avier jaar voldoende hebben aan een woning, die wat grootte enindeeling betreft ongeveer overeenkomt met een woning voorouden van dagen. Het komt mij voor, dat, indien bij het op-stellen van ,,bouwplannen voor na den oorlog" in de eersteplaats uitgegaan wordt van de behoefte aan woningen vooronvolledige gezinnen met een zoo beperkt mogelijk gebruikvan ,,arbeid" en materialen, een maximaal resultaat verkregenzal worden.Bovendien zouden aan den woningvoorraad zoo goedkoopmogelijke woningen worden toegevoegd en zou wellicht voor-komen worden, dat men, rekening houdende met de voorloo-pig wel hoogblijvende bouwkosten, toch (weer) zou trachtenhet normale type te ,,knijpen" of neer te drukken.Ik denk aan een woningtype bestaande uit -een flink woon-vertrek met kleine keuken of afsluitbare kooknis, W.C., ber-ging en een flink slaapvertrek.Stelt men de bouwkosten daarvan op hoogstens 2/3 van dievoor een normale woning, dan zou men 1/^X zooveel wonin-gen kunnen bouwen, resp. ,,gezinnen kunnen helpen".Verder zouden jonggehuwden, die nu noodgedwongen bij deouders intrekken (en hoe lang zou dat nog duren) met allebezwaren daaraan verbonden, vlugger aan een ,,vrije" wo-ning kunnen worden geholpen.Practisch is de toestand in de meeste steden reeds zoo, dathet vestigings- en verhuisverbod werkt als een ,,distributie"van de beschikbare woningen, waarbij aan gezinnen met min-der dan twee kinderen geen ,,heel" huis wordt toegewezen.Dat het bouwen van woningen voor onvolledige gezinnen toe-wijzing door de Overheid meebrengt, spreekt vanzelf, maarwie gelooft, in aanmerking genomen den langen duur van denoorlog, dat aan een officieele woningdistributie zal zijn teontkomen ?Door ook jonggehuwden en kinderlooze echtparen, als be-hoorende tot de reflectanten voor het bedoelde type wonin-gen te rekenen, zou het geen bezwaar zijn een complex vandeze woningen te bouwen, omdat het^karakter van een hofjevoor ouden van dagen vervalt.Het zal niet lastig zijn de ,,behoefte" aan deze woningen opkorten termijn vast te stellen en ook niet om het aantal zoo telimiteeren, dat als na jaren meer normale toestanden terug-keeren, blijkt, dat een te groot aantal van deze woningen isgebouwd.Rekening houdende met de toekomstige bevolkiilgsstructuurlijkt dit gevaar bovendien bijna denkbeeldig. Juist als we metzoo weinig mogelijk geld (arbeid) en materialen een maximaleprestatie zullen moeten leveren, lijkt differentiatie in de volks-huisvesting een vanzelfsprekende eisch.Ook bij onze uitbreidingsplannen ware daarmede meer reke-ning te houden. Het is toch een bekend verschijnsel, dat ge-zinnen zonder kinderen veelal een te groot huis betrekken,omdat een kleiner huis alleen verkrijgbaar is in een andere,,buurt" op ,,mindere stand". Men bewoont in zekeren zin,,noodgedwongen" een te groot huis, omdat men en veelalterecht in een bepaald ,,milieu" wil wonen. Een te groot huisis tegenwoordig voor de huisvrouw bovendien lang niet eenonverdeeld genoegen! Men meene dan ook niet, dat dezewensch alleen bestaat onder ,,hoogere" standen !Last not least heeft het bouwen van woningen voor onvol-ledige gezinnen nog het voordeel, dat, indien het bouwen na olArtikclenBinnenlandBuitenlandOverzicht vantjjdschriften82den oorlog zoo ,,duur" blijft, dat de overheid financieel zalmoeten bijspringen, een bijdrage juist bij dit type lager kanzijn dan bij andere, omdat het a priori voor mij niet va'ststaat,dat het onvolledige gezin zelf geheel en volledig zal behoevente ,,profiteeren" van de mindere bouwkosten van de voor zijnbehoeften volkomen bruikbare woning, d.w.z. ,,op gelijkenstand" veel goedkooper behoeft te wonen, dan zijn buurmanmet een volledig gezin in een daarom grootere woning. Omeen voorbeeld te noemen:In een wijk worden ,,normale" woningen gebouwd, huurwaar-de i.v.m. ,,oud" woningbezit f. 6.-- per week (te kort f. 2.--per week). In deze wijk passende woningen voor onvolledigegezinnen, kosten en zijn sluitend te exploiteeren voor 2/3 xf. 8.-- = f. 5,35 per week. In dit geval wordt f. 5.-- per weekaanvaardbaar geacht (te kort f. 0,35 per week).BinnenlandUitvoering van het Huurprijsbesluit nieuwbouw 1944Over de wijze van toepassing van dit besluit -- zie voor den tekst onsFebruari-nummer -- geeft een persbericht, opgenomen in de officieele be-kendmakingen van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, ophel-dering. Dit persbericht vormt blijkbaar een officieuze toelichting op het be-sluit. Men weet dat de bepaling van de huren voor onder dit besluit val-lenden nieuwbouw is opgedragen aan de Prijzenbureaux voor OnroerendeZaken. Daarbij zal volgens het persbericht over het totaal geinvesteerdevermogen een rente van 4% worden berekend, tenzij aan derden een hoo-gere rente verschuldigd is.In de tweede plaats wordt rekening gehouden met afschrijving, uiteraardalleen op den opstal. Het Vervreemdingsbesluit-niet landbouwgrondendeed dit ook reeds en wel tot een bedrag van 10% van de bruto-huur.Deze methode, welke verband legt tusschen de afschrijving en de huur-waarde, wordt door het persbericht niet gelukkig genoemd. Het suggereertdat bij de bepaling der huurprijzen voor nieuwbouw een andere weg. zalworden ingeslagen, namelijk afschrijving van de bouwkosten; het percen-tage zou dan -- wederom volgens het bericht -- kunnen fluctueeren alnaar den aard van het object tusschen 1 en 2%.Voor het onderhoudt geldt bij de berekening van de maximum verkoop-prijzen als minimum 8% van de jaarlijksche opbrengst en voor arbeiders-woningen ten minste 10%. Bij de toepassing van het onderhavige besluitzou geen reden aanwezig zijn hiervan af te wijken. Daar het hier nieuw-bouw betreft zuUen de percentages -- zoo wordt verder opgemerkt --meestal niet boven de minima uitkomen.Een afwijking is thans aanvaard ten aanzien van het Vervreemdingsbe-sluit. voorzoover de beheerskosten en het risico van leegstaan en wanbe-taling betreft. Beide posten, waarvoor bij de toepassing van evengenoemdbesluit elk afzonderlijk 1 tot 3% van de bruto-jaarhuur wordt berekend,zijn in dit verband samengevoegd; al naar de omstandigheden zal voordezen post dus op 2 tot 6% gerekend worden.Voorts neemt het Prijzenbureau nog de volgende kosten in aanmerking:grond-, straat-, riool-, waterschapslasten, assurantiekosten (behalve mo-lestpremie, kosten waterleiding en -- voorzoover op erfpachtsgrond isgebouwd ^ den erfpachtscanon.Verordening op het uiterhjk aanzien der gemeenteValkenburg-HouthemAls onderdeel van een in dit toeristencentrum dubbel begrijpelijke gemeen-telijke activiteit ter bewaring van een welverzorgd uiterlijk van de ge-meente, is een verordening vastgesteld ,,op het uiterlijk aanzien der ge-meente Valkenburg-Houthem", Wij ontleenen hieromtrent enkele bizon-derheden aan een beschouwing afkomstig uit de ,,Gemeentestem" van IApril l.I.De verordening regelt de reclames volgens het preventieve stelsel. Op dekleuren van onroerend goed is een repressief toezicht ingesteld, behoudensdat voor het verven, sausen en cementen van muren in een van de oor-spronkelijke afwijkende kleur een vergunning van den burgemeseter ver-eischt is. Verder worden door de verordening bestreken antennes en dui-ventillen, repressief -- de verwaarloozing van den onderhoudstoestand vaneen onroerend goed, het niet of niet voldoende vrij houden van onkruiden vuilnis van particuliere terreinen -- eveneens repressief -- en de stort-plaatsen van oud ijzer, z.g. autokerkhoven e.d., welke aan preventief toe-zicht onderworpen zijn. Het gemeentebestuur zal bij de toepassing terzijdeworden gestaan door de stichting ,,Het Limbu
Reacties