INTERNATIONAAL STEDEBOUW-CONGRESaTIJDSCHRIFTVOORVOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAAD1924 N2 6NEGENDE STEDEBOUW-NUMMER5' JAARGANG JUNIPRACTISCHE BEZUINIGINGop de kosten van het bekleeden van muren en plafonds inWINKELS - MAGAZiJNEN - WOONHUIZEN - GARAGESZIEKENHUIZEN - FABRIEKEN - LABORATORIA - ENZ.door toepassing van ons nieuwe bepi eisteringsmateriaalMURITEFA. J. MASSEUS Wm. - ROTTERDAMGED. BOTERSLOOT 119 - TELEFQON 3186VRAACiT ONS BOEKJE OVER MURITEMURITE wordi zoo hard als steenMURITE kan direct beschilderd wordenMURITE kan [direct behangen wordenMURITE is afwaschbaarMURITE is hygiSnischer dan tegelbekleedingMURITE geeft een NAADLOOZE oppervlakteMURITE krimpt niet en zet niet uitMURITE is ZEER GOEDKOOPVAN MUNSTER'S UiTGEVERS MAATSCHAPPiJ - HEERENGRACHT 246 - AMSTERDAMVAN OMMEREN & Co.PAUWSTRAAT - ARNHEMMMM^ TELEFOON 800 I^^MMHISPIEGEL-, VENSTERGLAS. VERF-WAREN, GESLEPEN GLAS ZOOWELBLANK ALS VERZILVERDSPECIAAL VOORMEUBELMAKER8 EN CAR0S8ERI E-FAB Rl KANTE NCABOTINEHOUTBEDERFWERENDE CREOSOOT-OUEBEITSEN-VERF IN ALLE KLEUR|ENHet beste ter wereld en alleendan echt en gegarandeerd, vcan-neer emballage gezegeld B. & Co.levert biUijk de Fa. BUDDING & Co.CORN. TROOSTSTRAAT 59 - AMSTERDAMTelefoon 23287De DORDD GLAS en VHLIJNBAAN 47 TELEFOON 990DORDRECHTLevert U ALLE soorten GLAS voor de BOUW-BEDRIJVEN tegen uiterst concurrente prijzen.SpedaHteit in fijne LAKKEN en VERNISSEN.AUeenverkoop voor DORDRECHT en Omstrekenvan de beroemde VE L U V I N E VE R VE N.-- VRAAGT PRIIS --FIRMA W[D. M. Vim iURS - SCHIEDAMNIEUWE HAVEN 9 - Werkplaats: BROERSVELD 71 - Tel. 879LOOD- EN ZINKWERKERIJmiNLEG VOOR GAS- EN WATERLEIOING, LEIEN- EN MASTIEX DAK6EDEKKINGHOUTHANDEL - S.BLANKERTLINDENGRACHT 258-260 - AMSTERDAM - TELEFOON 44475CONCURREEREND ADRES, OOK VOOR TRIPLEXN. V. Behangers-Fournituren-MaatschappijJ. OFTENAmsterdam, Singel 68Telefoon 35685 en 45234N a 6 u u r No. 27630Filiaal: RotterdamSchiekade 182Telefoon 11208n TSpecialiteit in Behangers-, Stoffeerders- en Meubelmakers-MateriaalRaamgarnlturen - Catalogus op aanvrageN. V. ?De Vlan)ovefl!;traatl(liiiker? ZeistDRIEBERGSCHEWEG 6 TELEFOON 503: METSELSTEENEN VOOR ALLE BOUWWERKEN!!! ! met bijlevering van zachte steenen voor binnenmuren en fundeeringen tegen verminderden prijs. STRAATKLINKERS - TROTTOIRKLINKERS - VLOERKLINKERS Beschikbaar voor directe levering groote partijen voor straten bij woningbouw, Jl -- -- waarop gecn zwaar verkeer is te vcrwachten tegen zecr lagen prijs -- -- !BETONWONINGBOUW:: VOLGENS BRONS PATENTEN ::? Een uitkomst voor de Woning-voorziening. Goedkooper en beter dan Baksteenbouw - Aesthetisch verzorgd "S Vraagt inlichtingen ook omtrent uitgevoerde Woningcomplexen biJ de N. V. BOUWMAATSCHAPPIJ "SS ..OCCIDENT" te AMSTERDAIVI, Joh. Verhulststraat 156a, Telefoon 23506 - 20516 - 26851 SS _, iB?aH?PR I MA SLAV. El KEN EN BEUKENPARKETVLOERENTEGEN UITERSTCONCURREERENDEPRIJZEN ONDER GARANTIEFRED. MEIJER - AMSTERDAMV. BAERLESTRAAT 160, TELEF. 25615GEVESTIGD SEDERjT 1908VAN HEEST & ZONENZUIVERAARSBUeU VOOR imG[N: MARNIXSIRAIIT101 - AMSTERDAMWij zuiveren uwe woningen met eenVLOEIBAAR MIDDEL.datzorgvuldigin alle naden gewerkt wordt endoor zijn eigenschappen in murenen houtwerl( doortrelct, waardoor nietalleen het INSECT maar ooi( deNETEN VERNIETIGD worden.SCHITTERENDE REFERENTIEN!!!ZUID-HOLLANDSCHE WAGENFABRIEK ENCONSTRUCTIEWERKPLAATSP. KRAAIJEVELDLOOSDUINSCHE WEG 623 - DEN HAAG - TELEF. IVI. 1489A LL E S OP HET GEBIED VAN WAGENBOUW-EN IJZERCONSTRUCTI^NLEVERT AAN VERSCHILLENDE RIJKS- EN GEM. INSTELLINGENIIT R O T T OI R J^c^T^^TM^^^ RONDEXOVALElElSJJiEN ^^o."!^!^.??" RIOLENTELEFOON 205BETON PALEN -EIGEN SPOORAANSLUITING- TUINMURENPRODUCTIE 1000 M^. TEGELS PER DAGPNEUMATISCHE S TA M P I N R I C H T I N G -- PERSONEEL 100 ARBEIDERSGEMAAKTVANGEKLOOFDHOUTARISTOS DEUR NTREKKENENKRIMPENNIETIS DEBINNENDEUR voor den HandelCONCURREEREND van f 5.50 tot f 6.50Timmerfabriek ,,De Drie Gebroeders" - SCHMIDT & Co.FABRIEK:ROEMER VISSCHERLAAN 10 BUSSUM KANTOOR:LAMMERT MAJOORLAAN 40 - TEL. 492LOON-ZAGERIJ en -SCHAVERIJ - I.SPETTERRuyschstraat 83-83^ - AMSTERDAM - Telefoon 52885, na vijf uur 24017OP DIT GEBIED OUDSTE FIRMA TE DEZER STEDEDE RUITER & MAASWINKEL VAN OSTADESTRAAT 115 -- TEL. 27174AMSTERDAMAANNEMERS VAN SCHILDERWERKENBETONBOUWONDERNEMINGJ. VAN BAARSEN & H. L. STRUBEKROMME WAAL 29 TELEF. 41377 AMSTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van alle materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 5E JAARGANO N?- 6 15 JUNI 1924TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINGiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii EN STEDEBOUW iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTING EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADNEQENDE STEDEBOU W-N UMMERREDACTIE VOOR HET INSTITUUTH. P. J. BLOEMERS, J. DOUWES JR.,MR. D. HUDIG, IR. P. BARKER SCHUT,IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKREDACTIE VOOR DEN WONINGRAAD :MR. G. VAN DEN BERGH EN J. BOMMERADRES DER REDACTIEEN ADMINISTRATIE ENSECRETARIAAT VAN HETINSTITUUT EN VAN DENNATIONALEN WONINGRAADKLOVENIERSBUHGWAL 70 - AMSTERDAMADVERTENTIESV. MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJHEERENGRACHT 246 - AMSTERDAMABONNEMENTSPRIJSDELEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKELEDEN fy.go)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f 1.50INHOUD: NED. INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW:Officieele Mededeelingen - De prae-adviezen voor het Internationaal Stedebouwcongres door P. BakkerSchut, H.; H. Cleyndert Azn. - Binnenland - Overzicht van tijdschriften.NATIONALS WONINGRAAD : Officieele Mededeelingen - Huurverlaging door J. - Verkoop vanWoningwet-Woningen door J. Bommer.OFFICIEELE MEDEDEELINGENDe prae-adviezen voor het Internationaal Stede-bouw-congres zijn verzonden aan hen, die zichals lid hebben opgegeven, eveneens een circulairebetreffende deelneming aan excursies en recepties.Het aantal ingeschreven deelnemers uit het buiten-land bedraagt totnutoe 77, uit Nederland 144. Wijverzoeken hen, die alsnog wenschen zich als lidop te geven, of aan excursies deel te nemen,dringend dit zoo spoedig mogelijk te doen, teneinde een vlotte afwerking te vergemakkelijkeneenerzijds, andererzijds omdat aan excursies, enz.slechts een beperkt aantal personen kunnen deel-nemen.De jaarvergadering is, met het oog op het Inter-nationaal Stedebouwcongres, uitgesteld tot hetnajaar. Aldaar zal aan de band van mondelingeprae-adviezen de vraag onder het oog wordengezien hoe het verder met de woningproductie enmet den overheidssteun daarvoor moet gaan.Wij maken onze lezers erop opmerkzaam dat debeschouwing over den Bosschen betonbouw inons vorig nummer niet tot het redactioneele ge-deelte behoorde, maar onder de advertenties.DE PRAE-ADVIEZEN VOOR HET IN-TERNATIONAAL STEDEBOUWCON-GRESDE NOODZAKELIJKHEID VAN GEWES-TELIJKE UITBREIDINGSPLANNEN INNEDERLAND i)Nederland, met een bevolking van 7.086.913zielen op i Januari 1923 (d.i, 217.4 per K.M,^)behoort tot de dichtstbevolkte landen van Europa.Deze bevolking is over het gebied van het Rijk zeeronregelmatig verdeeld : in Noord- en Zuid-Hollandwonen drie van deze zeven millioen.Onze vier groote steden tellen if millioen inwo-ners, wij hebben voorts 10 steden van 50-100.000en 31 gemeenten met 20-50.000 inwoners. Sederthet begin van de ige eeuw heeft geregeld eenrelatieve verschuiving van het platteland naar desteden plaats gehad ; thans woont ruim45 % der be-volking in gemeenten met meer dan 20.000 inwo-ners. Van de rond 100.000, waarmede ons zielentalthans jaarlijks toeneemt, moet een zeer belangrijken nog toenemend gedeelte een plaats vinden inonze steden.Ofschoon Nederland nog geen millioenen-stedenbinnen zijn grenzen telt, wordt relatief en absoluuthet belang dat de steden voor de ontwikkeling van') Verkorte bewerking van het prae-advies, uitgebrachtvoor het Internationaal Stedebouwcongres.134 ARTIKELENhet geheele land hebben, steeds grooter. Want alligt numeriek het zwaartepunt niet in de steden,uit intellectueel, economisch en sociaal oogpuntis dit reeds lang het geval. Het groot aantal onzersteden en de veelal geringe onderlinge afstand --bij vergelijking met andere landen van ongeveergelijke grootte, als b.v. Denemarken en Zwitserlandblijkt in welk een bijzondere positie NederlandZich op dit punt bevindt -- heeft het vraagstukvan de stedelijke ontwikkeling tot een belangrijke,maar tevens tot een moeilijke en gecompliceerdekwestie gemaakt.Evenals in de andere landen van West-Europais de periode van snelle uitbreiding onzer stedenhelaas samengevallen met een tijdperk, waarinde stedebouw tot verval was gekomen.Nadat in het einde der ige eeuw, vooral onderDuitschen invloed, de belangstelling voor denstedebouw, in Nederland begon te herleven, heeftde in 1901 tot stand gekomen Woningwet eenbeUngrijken invloed uitgeoefend op de ontwikke-ling der steden. Deze Wet toch bevat een tweetalartikelen, die -- zij het 00k in zeer embryonalenvorm --een regeling der stadsuitbreiding beoogen.Ofschoon deze voorschriften zeer slecht zijnnageleefd -- er zijn thans na ruim 20 jaar nog velegemeenten, die geen uitbreidingsplan hebbenvastgesteld -- hebben deze bepalingen toch eenzeer ver-strekkenden invloed gehad op de uit-breiding onzer steden. Vooral in de groote ste-den heeft de broksgewijze uitbreiding plaats ge-maakt voor uitbreiding naar een vast plan.In 1921 is de Woningwet aangevuld met eenbepaling. beoogende de mogelijkheid te scheppenkleine gemeenten, grenzende aan een stad eenuitbreidingsplan te doen vaststellen in aansluitingmet het uitbreidingsplan dier stad of zoo noodig00k in onderling verband. Deze bepaling is echtervrijwel een doode letter gebleven.De uitbreiding van aan elkander grenzendegemeenten geschiedt in den regel zonder voldoendecontact. Dit leidt vooral daar tot bezwaren, waareen zich snel uitbreidende stad bekneld zit tusscheneenige buitengemeenten, die elk voor zich, onaf-hankelijk van elkander zich van landelijke ge-meenten tot voorstad ontwikkelen.Herhaaldelijk wordt in Nederland dit bezwaarernstig ondervonden, doordat de stedelijke grenzenZeer eng zijn getrokken en verlegging veelal grootemoeilijkheden ontmoet.In vroeger eeuwen was de stad een afgerondgeheel, wel besloten tusschen grachten en muren ;de dorpen daarbuiten voerden toen een zelfstandigleven. Maar thans groeit de stad, door geen vesting-werken meer gehinderd, naar die zijden waar deontwikkelingsmogelijkheden het gunstigst zijn.Tegelijkertijd groeien de buitengemeenten, maardit is geen zelfstandig leven ; zij parasiteeren opde groote stad, waarvan het leven wordt bedreigd,indien niet tijdig wordt verhinderd dat de buiten-gemeenten haar overwoekeren. Te bedenkelijkeris dit verschijnsel, omdat in de kleine gemeentenhet inzicht in de behoeften en de ontwikkelings-toekomst der groote stad ontbreekt, zoodat mendaar de zaken beziet en dikwijls moet bezien vanuit een beperkt gezichtsveld.Wel zijn verschillende steden in de laatste jarenvan al te knellende grenzen verlost : Amsterdamannexeerde in 1922 5 buiten-gemeenten geheel en4 gedeeltelijk ; de grenzen van Leiden en Delftwerden belangrijk verlegd, Eindhoven werd metde 5 omringende gemeenten vereenigd. Maar talvan misstanden bestaan nog.Deze ongewenschte en dikwijls dwaze grens-regelingen hebben op een goede en regelmatigestadsuitbreiding een zeer ongunstigen invloeduitgeoefend : een uitbreidingsplan voor de geheelevestigings-zone der stad heeft tot dusverre nagenoegoveral ontbroken.Maar 00k wanneer tengevolge van een inlijvingop grootere schaal van de buitengemeenten bij desteden, deze bezwaren mochten worden onder-vangen -- hetgeen a priori uitgesloten geacht moetworden, gegeven de groote behoudendheid derHollandsche autoriteiten op dit punt --, zal men erniet in slagen de stad met haar directen invloedsfeerte scheiden van haar omgeving.Niemand zal er vermoedelijk aan denken Haar-lem of Hilversum bij Amsterdam, Delft bij denHaag of Vlaardingen bij Rotterdam te annexeeren.Toch bestaan zonder twijfel tusschen die plaatsenonderling gemeenschappelijke belangen van allerleiaard, die het wenschelijk maken dat doorloopendcontact worde verkregen.Buitendien echter bestaat de kans op het ont-staan van nieuwe vestigings-centra, op het uit-groeien van bestaande gehuchten of buurten totop zichzelf staande voorsteden -- de naam satelliet-steden is voorloopig wellicht wat weidsch -- opbetrekkelijk grooten afstand van de groote stad.De kans daarop is zeer veel grooter geworden,doordat juist in de laatste jaren een verbeteringvan onze intercommunale verkeersmiddelen isingetreden. Terwijl ons spoorwegnet over hetgeheel genomen goed is en in de bestaande be-hoeften voorziet en de groote steden in het bezitzijn van goed geoutilleerde tramwegnetten, die totde beste van Europa behooren, hebben de inter-communale verkeersmiddelen zeer veel te wenschenovergelaten. In dezen toestand begint nu geleide-lijk verbetering te komen : verschillende inter-communale electrische lijnen zijn in de laatstejaren aangelegd of zijn nog in voorbereiding.Daarnevens heeft zich in een opvallend sneltempo de motor-omnibus een plaats veroverd.In 1922 en vooral in 1923 heeft de goedkoope bus(meestal Ford-chassis met primitieve carosserie)in alle deelen van het land de naar de stedenleidende landwegen overstroomd. Of de rhotorbusARTIKELEN135in dezen primitieven vorm een blijvend verschijnselzal zijn, staat nog te bezien, maar wel schijnt hetZeer waarschijnlijk, dat voor goed geoutilleerdemotor-omnibus-bedrijven 00k in ons land eenruime plaats is.Het auto-verkeer heeft zich in Nederland totdusverre nog niet in die mate ontwikkeld alselders, met name in de Vereenigde Staten hetgeval is. Terwijl het rijwiel in Nederland waar-schijnlijk meer verbreid is dan in eenig ander landvan de aarde (i rijwiel op 5 a 6 inwoners), en 00khet motor-rijwiel hier zeer populair is (er wordenin Nederland ongeveer 35.000 motorrijwielen gehou-den), is de auto nog niet in die mate gemeengoed ge-worden. Maar 00k daarin begint verandering tekomen. De tijd, dat de auto een luxe-vervoer-middel was, is 00k hier voorbij ; de intensievewijze, waarop Nederland in den laatsten tijdwordt ,,bewerkt" door Amerikaansche auto-fabri-kanten, doet vermoeden dat de goedkoope autospoedig hier op zeer groote schaal zal zijn inge-burgerd, al zal de Amerikaansche verhouding vanI auto op 7.4 inwoners hier voorloopig nog welniet worden bereikt (thans bedraagt die verhoudingnog slechts i op 350 !).In direct verband met de ontwikkeling van hetauto-verkeer staat het wegen-vraagstuk. Helaasmoet geconstateerd worden, dat -- in het alge-meen gesproken -- de wegen reeds nu absoluutonvoldoende zijn voor het verkeer, zoowel watde breedte betreft als wat den aard der verhardingaangaat. De verbetering van het wegennet is inverband met den drang tot bezuiniging -- uit-vloeisel van de economische crisis -- grootendeelsopgeschort, maar kan niet langen tijd uitblijven.Deze factoren : verbetering van het intercom-munaal tramverkeer, verbetering van het wegen-net,ontwikkelingvan het auto- en autobus-verkeer,beheerschen het vraagstuk der stadsuitbreiding.En wel in tweeerlei opzicht.In de eerste plaats, omdat het ontstaan vannieuwe bewoningscentra op tamelijk verren afstandvan de groote steden en de ontwikkeling van be-staande vestigirigen van secundair belang in hoogemate wordt bevorderd en zelfs uitgelokt doorverbetering der verkeersmiddelen en verkeers-mogelijkheden. Het ontstaan van tuinsteden entuindorpen, het stichten van satelliet-steden enz.is praktisch eerst mogelijk, bij goede verkeers-mogelijkheden.Maar in de tweede plaats wordt de afstand dersteden onderling praktisch belangrijk verkleinddoor de ontwikkeling van het verkeer. Dit is juistin Nederland van zeer groot belang, omdat vooralin het Westen de meeste groote steden reeds opzeer geringen onderlingen afstand zijn gelegen,zoodat zij als het ware beginnen samen te groeien,00k wanneer zij feitelijk nog door breede zonesvan groen land zijn gescheiden.En hiermede is tevens het goed recht vangewestelijke bebouwingsplannen aangetoond. Juistin de ontwikkelingsphase, waarin Nederland thansverkeert, kunnen misstanden, die anders zondertwijfelzullen ontstaan, worden voorkomen, wanneertijdig leiding kan worden gegeven; wanneer dewijze, waarop een gewest zich zal ontwikkelenvooraf wordt vastgesteld; wanneer een stelselmatigeontwikkeling komt in de plaats van een groei,broksgewijze en lukraak, afhankelijk van de toe-valligheden van het oogenblik. Daarvoor is eengewestelijk bebouwingsplan onontbeerlijk.Toen men eenmaal had begrepen dat de groeider stad niet aan het toeval mocht worden over-gelaten en men zich heeft gezet aan het vaststellenvan uitbreidingsplannen, gaven deze planneneenerzijds somtijds te veel, andererzijds steeds teweinig. Te veel omdat zij ook voor terreinen, dieeerst in een ver-verwijderde toekomst van 50 of60 jaar voor bebouwing in aanmerking zuUenkomen, tot in details de bebouwing regelden endaardoor meer bebouwingsplan dan uitbreidings-plan werden. Te weinig omdat de hoofdlijnenniet ver genoeg werden getrokken : het plan liepvast op de staatkundige grenzen der gemeente.De wetgever heeft dit begrepen en de in 1921tot stand gekomen wijziging der Woningwetbedoeltin dit bezwaar te voorzien. Maar die regeling is nietdan zeer fragmentarisch en onvoldoende. En hieren daar is men thans zoekende naar middelenom zoo goed mogelijk de onafhankelijk van elkaargemaakte plannen aan elkaar te doen aanpassen.Maar een overzicht van het geheel heeft men inden regel niet.Voortaan dient men op juist tegenovergesteldewijze te werk te gaan. Eerst dient in hoofdlijnenvast te staan het primaire plan : het gewestelijkuitbreidingsplan. In dat primaire plan dienen teworden opgenomen en ingepast de van gemeente-wege op te maken plaatselijke uitbreidingsplannen,en wel als bebouwingsplan voor de uitbreidingder naaste toekomst, doch als hoofdlijnen - planvoor een verder afliggende uitbreiding. Wanneerdeze plaatselijke uitbreidingsplannen bij elkaaraansluiten of elkander indirect beinvloeden, dientdie aaneensluiting op alleszins afdoende wijze teworden geregeld door de autoriteit, die het geweste-lijk uitbreidingsplan opmaakt en vaststelt.In het prae-advies wordt dan uitvoerig nagegaan,voor welke gedeelten van Nederland een geweste-lijk plan onontbeerlijk is.In de eerste plaats wordt gewezen op de nood-zakelijkheid van zulk een ,,regional plan" voorGroot-Amsterdam. Aansluitend aan de opdracht,welke aan de tuinstad-commissie voor het Gooiis gegeven, wordt bepleit de taak dezer commissieuit te breiden.Het zou echter te betreuren zijn, indien deCommissie haar taak beperkte tot het Gooi alleenOm de toekomstige ontwikkeling van Amsterdam136 ARTIKELen omgeving in haar geheel te kunnen overzien,dienen 00k Haarlem met omliggende gemeenten ende streek langs het Noordzeekanaal, met inbegripvan Zaandam met de Zaanstreek en IJmuidenin het onderzoek te worden betrokken.Intusschen is door de instelling van boven-bedoelde Commissie de eerste schrede gedaanom de komen tot een gewestelijk uitbreidingsplanvoor Groot-Amsterdam.Als tweede gebied, waarvoor een gewestelijkplan urgent is, wordt aangewezen het Westelijkdeel van Zuid-Holland met Rotterdam en 's Graven-hage als hoofd-centra.Gewezen wordt op de groote invloedssfeer vanRotterdam, op de intensieve bebouwing en detalrijke industrieele bedrijven, zoowel stroom-afwaarts langs den Nieuwen Waterweg als stroom-opwaarts langs Nieuwe Maas en Noord,Schiedamen Vlaardingen vloeien weldra met Rotterdamineen, Hoek van Holland is reeds bij Rotterdamingelijfd. Hier is een uitgebreid, bevolkt gebiedmet in velerlei opzicht parallel loopende belangen.Is Rotterdam met omgeving bij uitstek werk-stad, 's Gravenhage is voor alles woonstad. Metde drie aangrenzende gemeenten, waarmede het issamengegroeid, telt het ruim 400.000 inwoners.In een van die buitengemeenten, Wassenaar,strekt zich over een afstand van + 6J K.M, eenlanggerekte reeks villa-parken uit langs den zoomder duinen, aan de eene zijde beginnend nabij debebouwde kom van den Haag, terwijl aan deandere zijde Wassenaar op nog geen 5 K.M,van de universiteitsstad Leiden is gelegen.Tusschen Den Haag en Leiden (weldra dooreen electrischen spoorweg en twee electrischetramwegen verbonden) bestaat een druk verkeer.Aan de Z. O. zijde is Den Haag met Rijswijken Voorburg geheel vergroeid. Op korten afstandin dezelfde richting ligt Delft met de TechnischeHoogeschool en belangrijke industrieen. Terwijlde aaneengesloten bebouwing Scheveningen-DenHaag-Rijswijk in de richting N. W.-Z.O, gemeten8 K.M, lang is, ligt tusschen deze bebouwing endie van Delft slechts een afstand van 3J K.M.De sterkste uitbreiding van Den Haag heeftplaats gehad -- en is wellicht in nog sterkeremate te verwachten -- in Z. W. richting (d.i.in de richting naar Hoek van Holland) op deeconomisch meest waardevolle en op grond vanhygienische overwegingen meest gezochte st^rookhoogen duingrond langs de kust.Zonder overdrijving mag dus worden gezegddat geleidelijk de invloedsfeer van Den Haagzich in de eene richting gaat uitstrekken tot Leidenen omgeving, aan de andere zijde in de richtingnaar Hoek van Holland en tot voorbij Delft.Maar ook Rotterdam heeft belangen bij Delft,terwijl Hoek van Holland, zooals wij opmerkten,reeds onderdeel is van Rotterdam. En in Wasse-naar wonen zoowel forensen uit Rotterdam alslieden die hun zaken en hun werkkring hebbenin den Haag en in Leiden.Maar ook 's Gravenhage is in toenemendemate woonstad voor degenen, die in Rotterdamhun bedrijf uitoefenen. Tusschen de beide steden,die door twee spoorwegen zijn verbonden, is eenintens verkeer, bestaan zeer talrijke punten vanaanraking.Zoo zien wij hier dus een dicht bevolkte land-streek met meer dan een millioen inwoners, mettwee groote en zes kleinere steden en een vrijdicht bevolkt platteland met tal van industrieelecentra en een wereldhaven, zich ontwikkelenals hadden de gemeenten, welke in dit gebiedzijn gelegen, niet de minste aanraking met elkaar,terwijl in werkelijkheid de belangen der doorstaatkundige grenzen willekeurig gescheiden onder-deelen in allerlei opzichten dooreengestrengeldzijn, en die gemeenschappelijke belangen elkjaar grooter worden.Indien ergens is hier een gewestelijk plan noodigvoor een goede ontwikkeling in de naaste toekomst.Als derde voorbeeld van een streek, waar een gewes-telijk uitbreidingsplan een groote verbetering voorde toekomstige ontwikkeling zou beteekenen, wordtde aandacht gevestigd op Utrecht met omgeving.Utrecht behoort ook tot die steden, welke tus-schen omringende gemeenten zijn bekneld zondervoldoende gelegenheid tot expansie te hebben.Niet minder dan zeven gemeenten houden Utrechtomsloten ; aan alle zijden komt de bebouwde komtot aan of over de grens. Een dezer buitengemeenten,Zuilen, begint zich te ontwikkelen tot industrieelvoorstadje. Van meer belang nog is de ontwikke-ling van de gemeente De Bilt als gezocht vestigings-oord voor welgestelden.Maar behalve De Bilt, zijn het ook de watverderaf gelegen gemeenten Zeist, Soest enBaarn, welke als ruim gebouwde woondorpen ineen mooie omgeving begrijpelijkerwijze voorvelen een grooter aantrekkingskracht uitoefenendan de stad zelve.Sedert i Januari 1900 nam de bevolking vanUtrecht toe van 102.086 tot 146.441, d.i. met43.5 %, die van De Bilt, Zeist, Soest en Baarntezamen van 23.031 tot 46.761 d.i. met 101.7 %.Deze streek ten Noordoosten van de stad ont-wikkelt zich dus sneller dan de stad zelve.Deze villa-dorpen hebben echter behalve metUtrecht contact met Amersfoort.Een gemeenschappelijk uitbreidingsplan voordeze streek met 200.000 inwoners en met gunstigetoekomst-mogelijkheden is zeer gewenscht.Op een geheel andere wijze dringt zich hetvraagstuk van het gewestelijk uitbreidingsplannaar voren in het Zuiden van de provincie Limburg.Daar vindt men een streek, die voor 20 a 30ARTIKELEN 137jaar nog geheel als platteland was te beschouwen,maar die tengevolge van de ontwikkeling dermijn-industrie -- de ontginning van kolenmijnenvan Staatswege dagteekent uit het begin dezereeuvf -- in zeer korten tijd op voor Nederlandongekend snelle wijze van karakter is veranderd.De volgende cijfers doen zien, hoe de gemeenten,waar zich de mijnen bevinden, zijn veranderdvan aard en beteekenis.Bevolking opGemeente Naam der mijn i J m. 1900 I Jan. '23Brunsum Staatsmijn Hendrik 1.202 10.497Eygelshoven Laura enVereeniging 563 2.492Geleen Staatsmijn Maurits(in aanbouw)2.545 4.827Heerlen Staatsmijn EmmaOranje NassauI en II 6.312 34-029Hoensbroek Staatsmijn Emma 1.254 9.221Kerkrade Dominale mijn enWillem Sophia 9.839 26.445Schaesberg Staatsmijn Wilhelminaen Oranje Nassau III 1.357 6.444Tezamen 23.072 93-955In 23 jaar derhalve een toeneming rnet 303 %,of gemiddeld 13 % per jaar.Het is begrijpelijk, dat de besturen der platte-landsgemeenten door deze snelle bevolkings-vermeerdering verrast werden en dat zij absoluutniet in staat waren het ontstaan van misstandente voorkomen.Zonder vast plan van aanleg en dikwijls op demeest willekeurige wijze werden woninggroepenzonder onderling verband in de omgeving diermijnen rondgezaaid. Met de uitvoering van open-bare werken werd geen verband gehouden.Het kwam zelfs voor dat een bouwvereenigingeen groep woningen stichtte op een terrein, datonteigend moest worden voor een spoorweg-emplacement, voor de woningen nog voltooidwaren.De ongewenschte wijze, waarop de mijnstreekzich ontwikkelde, heeft reeds enkele jaren geledende aandacht der Regeering getrokken, Bij besluitvan den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d.28 Maart 1918 werd een Commissie benoemdmet de opdracht ,,een onderzoek in te stellennaar de sociaal-hygienische toestanden in Zuid-Limburg en het aangeven van de maatregelen,die over het geheele gebied dienen genomen teworden om verbetering van den minder goedenhygienischen toestand te verkrijgen".Het is te betreuren, dat omtrent de werkzaam-heden dezer Commissie nooit een letter is gepu-bliceerd. Haar adviezen, die toch zaken vanzeer groot algemeen belang betreffen, zijn zorg-vuldig geheim gehouden. Naar het schijnt heeftZij haar taak zeer ruim opgevat en is door haaro.m. geadviseerd tot vereeniging der 60 kleinegemeenten in Zuid-Limburg pt een 25-tal grooteen tot het aanleggen van een centrale rioleering.Maar het voornaamste uitvloeisel van denarbeid dezer commissie is wel de opdracht totde samenstelling van een algemeen uitbreidings-plan voor Zuid-Limburg aan den architect Ir,Jos. Cuypers en de vestiging van een adviesbureauvoor bebouwing door dezen te Heerlen.Het is een zeer typisch verschijnsel dat deCommissie, die zeker niet haar arbeid heeftaangevangen met het vooropgezet doel een ge-westelijk uitbreidingsplan te ontwerpen, en wieropdracht eer in zuiver hygienische richtingwees, door den drang der omstandigheden hiertoewerd gebracht.Jammer genoeg is het voortbestaan der Com-missie en daarmede de voltooiing en doorvoeringvan het plan, hoogst twijfelachtig geworden. Detot dusverre ten behoeve van haar arbeid uit-getrokken gelden zijn van de Staatsbegrootingvoor 1924 geschrapt.Dit is een bezuiniging van bedenkelijk allooi.Daargelaten nog de algemeen-cultureele en dehygienische voordeelen van een systematischeuitbreiding, zijn de financieele nadeelen, welkeeen ,,wilde" ontwikkeling als die welke Zuid-Limburg doormaakt, tientallen malen grooter dande enkele tienduizenden guldens, welke een com-missie als deze jaarlijks aan de schatkist kost.Het etiquet : ,,penny-wise and pound-foolish"is hier niet misplaatst.In het prae-advies wordt vervolgens nagegaan,welke elementen een gewestelijk plan moet be-vatten.Een gewestelijk plan dient in de eerste plaatsaan te sturen op goede ontwikkeling der verkeers-middelen (spoorwegen, intercommunale tram-wegen, kanalen, vliegvelden).Hoofddoel van het gewestelijk plan zal moetenzijn de bevordering van een rationeele bebouwingmet inachtneming van de tegelijkertijd te projec-teeren verkeersmiddelen.Het gevaar bestaat dat bij het publiek de meeningpostvat, als zoude het doel van het gewestelijkplan zijn een eindelooze aaneenschakeling vanstratenplannen, het (op papier) bedekken van hetgrondgebied van alle in het plan betrokken ge-meenten met huizen en nog eens huizen.Er kan niet genoeg de nadrukop worden gelegd,dat dit allerminst de bedoeling is. Het voorbeeldvan New-York, Londen en Berlijn geeft geenaanleiding tot -het verlangen dergelijke eindeloozehuizenzeeen als toekomstideaal voor oogen tehouden. Integendeel, het gewestelijk ontwikke-lingsplan moet in de eerste en allervoornaamsteplaats dienen om te voorkomen, dat zulke toe-standen, zij het in verkleinde editie, in Hollandontstaan.138 ARTIKELENDit is alleen mogelijk, wanneer vooraf wordt vast-gesteld,welketerreinen, 00k in een verre toekomst,niet voor bebouwing in aanraerking zullen kome^i.Deze gronden zullen de bestemming dienen tebehouden, welke zij tot dusverre hadden, dus alsbouwland, weiland, tuinland of bosch gebezigdkunnen blijven.Men zal zoodoende kunnen krijgen een behoor-lijke afsluiting van onze steden. Niet als weleerdoor muren, grachten of vestingwerken, maardoor groene zones, die het mogelijk maken tevoorkomen dat de stedeling geheel van de natuurwordt afgesloten door de tot in het oneindigezich uitbreidende steenmassa's der groote stad.Juist het omgekeerde dus van hetgeen thansgeschiedt. Mij zijn voorbeelden bekend van kleinegemeenten met enkele duizenden inwoners (inde nabijheid eener groote stad), die een uitbrei-dingsplan deden ontwerpen voor een stad van eenmillioen inwoners, waardoor het geheele grond-gebied der gemeente met straten en bouwblokkenwerd overdekt. Een volgende gemeente doet strakshet zelfde.... en de stad groeit, groeit. EinSchrecken ohne Ende. Dat kan de afsluiting doormiddel van een landbouw-zone voorkomen.De terreinen, die voor de uitbreiding der stedenworden aangewezen, zuUen dus niet willekeurigworden uitgekozen, Economische factoren alsde aard der bodemgesteldheid, de hoogte-liggingen de verkeersmogelijkheden zullen daarbij in deeerste plaats een rol spelen, Daarnaast zullen hygie-nische overwegingen en ideeele factoren (als b,v.de ligging ten opzichte van natuurschoon) dekeuze bepalen. Onverschillig of 't geldt voorsteden,welke bij bestaande steden worden geprojecteerd,of de uitbreiding van kleine op zichzelf staandeplaatsjes, dan wel de schepping van geheel nieuwewoonsteden, in elk geval zal de plaats der vestigingop grond van zorgvuldige overwegingen dienente worden uitgekozen. Het is niet in te zien, waarommen zich bij het inrichten van een bedrijf zou latenleiden door den drang een grootst mogelijkengraad van efficiency te bereiken, doch bij deinrichting van een stad ?-- economisch gesprokeneen veel belangrijker probleem -- dergelijkeoverwegingen terzijde zou moeten laten.Naast de keuze van de meest geschikte terreinen,zal moeten plaats hebben de indeeling naar hunbestemming. De toepassing van het beginsel, datmen in de Vereenigde Staten met ,,zoning" heeftaangeduid, is noodig bij de uitvoering van hetstedelijk uitbreidingsplan, maar vindt zijn nood-Zakelijke aanvulling in het gewestelijk plan.De HoUandsche wetgeving maakt het den ge-meentebesturen thans reeds mogelijk om in be-paalde stadsgedeelten de oprichting te verbiedenvan industrieele inrichtingen e.d., die op eenigerleiwijze hinderlijk kunnen zijn voor de omgeving,waardoor woonwijken kunnen worden beveiligdtegen een invasie van fabrieken en werkplaatsen.Maar van den anderen kant kunnen de gemeente-besturen ook faciliteiten toestaan bij de oprichtingvan fabrieken in kwartieren, die speciaal voor deIndustrie zijn aangewezen.Dit uitnemend beginsel heeft in enkele stedenreeds toepassing gevonden. Door het gewestelijkplan zal het mogelijk zijn daaraan intercommunaleuitbreiding te geven. Wanneer een samenwerkingtusschen de verschillende gemeenten in een land-streek tot stand komt, in den geest van het Ruhr-siedlungsverband, dan zal die nieuwe publiek-rechterlijke organisatie zich, behalve met het ont-werpen en uitvoeren van het gewestelijke plan,uiteraard ook kunnen bezighouden met de ver-Zorging van andere belangen, b.v. de exploitatievan intercommunale tramwegen, gasfabrieken,electrische centrales, waterleidingen, enz.Indien voor de verschillende gedeelten van hetland, die hierboven werden aangeduid, gewestelijkeplannen worden opgemaakt, zullen deze niet anderszijn en niets anders kunnen zijn dan voorloopigeplannen, waarin concrete ontwerpen van onder-deelen zoo goed mogelijk worden aangepast,zoodra van uitvoering daarvan sprake is.Hieruit vloeit voort dat het gewestelijk plan nietstar en onveranderlijk is. Ware dit het geval, hetzou de ontwikkeling van de streek 6er tegen-houden dan bevorderen. Het plan moet wordengewijzigd, wanneer de omstandigheden zich wij-zigen of indien het gewest zich in een andererichting ontwikkelt dan verwacht had mogenworden. Maar de wijziging van het plan mag nietgeschieden als gevolg van een opwelling van hetoogenblik of ter bevordering van een zuiver locaalof particulier belang, doch uitsluitend ten behoevevan de ontwikkeling van het geheel.Aldus opgevat kan de vaststelling en uitvoeringvan gewestelijke plannen derationeele ontwikkelingvan Nederland in hooge mate ten goede komen.P. BARKER SCHUTHet prae-advies van den Heer Bakker Schutis het laatste aan het Gewestelijk Plan gewijd.Parken en Ontspanningsgelegenheid is eenonderwerp, dat voor Nederland thans zeker vanniet minder belang is. Het is een voorrecht voorons geweest dat wij, evenals ten aanzien der gewes-telijke plannen den Heer Bakker Schut, ten aanzienvan de voorziening in de behoefte aan openruimte, den Heer Cleyndert bereid hebben ge-vonden aan de hand van de praktijk aan te toonen,welke les Nederland van het congres kan leeren,m.a.w. hoe thans in Nederland de toestand is, enwelke maatregelen behooren te worden genomen.Het is op grond van deze overweging dat aanhet prae-advies zoowel van den Heer Cleyndertals aan dat van den Heer Bakker Schut groote[ersteNiiilerandsclieBetonsteeii-nilustrev/hCH.WESTERHOUTWestkanaaldijk - Tel 46 |MAARSEN bij UtrechtVERVAARDIGD IN ALLEKLEUREN en BEWERKINGENGilllHI, HARD- EN ZIIIIDSnENBEIONUitsluitend prima kwaliteitVRAAGT CATALOGUSRijks- en Gemeente-leveranci e rB. C. VAN STEIN JRGEWAPEND-BETONCONSTRUCTEURMAAKT BEREKENINGEN EN TEEKE-NINGEN VOOR ALLE VOORKOMENDEGEWAPEND-BETONWERKEN, MATERIAAL-STATEN ENZ.AMSTERDAMRUSTENBURGERSTRAAT 268 -- TELEFOON 22251'N.V.Gewapend-Betonbouw ,,De Kondor"Directeuren: Ir. W. J. WISSELINK en A. v. GELUKRokin 9--15, AmsterdamTelef. 45365-47344 -- Telegr.-adr. Betonbouw KondorfJ. J. V. SCHIJiEL I Co.ROTTERDAMHOOFDKANTOOR: Oost-Zeedijk 236 - Tel. 4526Zagerij en SchaveriJ Nijverheidstraat 71 - Tel. 541H. HUBENET & H. J. W. A. VAN GOOL's-GRAVENHAGE - WILHELMINASTRAAT 14Telegram- Adres: HUBENET 'sGRAVENHAGE Telefoon Infercommunaal No. B. 677Bankiers: DE TWENTSCHE BANK 'sGravenhagePostcheque en Girodienst 's GRAVENHAGE No. 43502Handel In materialen terverhanding van Dijken en Wegen -- BASALTSTEENSLAG in alle affnetingenBASALTSPLIT en -ZAIMD voor Beton en Basaltinetegels -- Basaltzuilen, Zetsteen, Stortsteen, Krotzen enGrenspalen -- KEIEN en Trottoirbanden uit Duitsche, Belgische en Zweedsche groevenC. vim KASIEEL - AMSTERDAM Ant. HiissM M - Tel. 441levert alle voorkomende beeld- en steenhouwwerken in HARDSTEEN - GRANIET - ZANDSTEENKALKSTEEN - MARMER - TUFSTEEN -- Schoorsteenmantels en LambriseeringNatuursteenhandel Electr. Steenhouwerij Marmerbewerking?JAVAHOUTl^EVOORDEELIGS O L I D EH. H. ARCHITECTEN, BOUWKUNDIGEN en AANNEMERSvraagt inlichtingen en prijsopgaaf van het gecombineerdeHOUT- en RIETWEEFSEL SYSTEEM ,,J 0 S S 0 U"Eenige fabrikanten N.V. VEBOMA Nederl. Rietweefsel IndustrieKant. 336 Laan v. MeerdervoortDEN HAAGFabr.: Binkhorstlaan 177RIJSWIJK (Z.-H.)AGENTEN EN DEPOTHOUDERS GEVRAAGDA. C. VAN DEN HOEKBouwmaterialenBUSSUM TELEF. No. 3K.V. iuw I mmm HOUTHANDELElectrische Zagerij aan de Vecht te WeespTclcgramadres: JOHUIB - Tel. No. 59Ruim 7000 M^ tcrrcinFIJNHOUTspeciaal Eiken en BeukenhoutLevering ook in bestekTRIPLEXPLATENPrima kurkdroog SlavQnisch EikenN.V. ,,MERWEDE"Kalkzandsteenfabriek - Tel. Int. 230- GORINCHEM -Productie 40.000.000Levcrt tegen concurrccrcnde prijzen op keurWAAL- EN RIJNPORMAAT KALKZANDSTEENFabriek aan BovensMervcede, groot scheepsvaarwaterARTIKELEN139ruimte in het tijdschrift is ingeruimd. De HeerCleyndert heeft zelfs zijn prae-advies ten behoeve2;ijner Nederlandsche lezers eenigszins uitgebreid.Hubbard, de toon-aangevende hoogleeraar aanHarvard University, leidt de bespreking van hetonderwerp in. Hij doet dit in een uitvoerig ge-schrift, hetwelk grootendeels is gebaseerd op eenprae-advies, hetwelk hij in 1922 voor de Ameri-kaansche Town Planning Conference schreef.Hubbard stelt voorop dat een ieder voor devoordeelen, welke hij ervan trekt dat hij in eengeordende gemeenschap leeft, moet betalen metverlies van goederen, welke dientengevolge thansniet meer tot zijn beschikking staan. De overheidheeft den plicht hem te verschaffen wat door hetlid-zijn van een gemeenschap buiten zijn bereikis gekomen. Daartoe is in de eerste plaats hetgenot van de vrije natuur te rekenen.Natuurlijk kan ontspanning buiten voor een goeddeel door particulier initiatief worden verkregen.Maar de medewerking of zelfs uitsluitende werk-zaaamheid van de gemeenschap zal in velegevallen niet zijn te missen.Ontspanning bestaat steeds in iets dat we nietbehoeven te doen en als regel in iets dat afwijktvan ons gewone werk. Het is dus sterk individueel.Maar aan den anderen kant is de groote massagemakkelijk te suggereeren en kan zij een tijdlanggenot vinden in iets, wat eenigen tijd later nietmeer wordt gewaardeerd.De rol van de gemeenschap is te dezen leidingte geven, goede ontspanning aan te moedigen,ongewenschte te bemoeilijken.Men kan de ontspanning in twee verschillendesoorten onderscheiden, actieve, gewoonlijk vanlichamelijken aard, en passieve of contemplatieve.Sport is de vorm die de eerste aanneemt, het ge-nieten van de natuur, hetzij in oorspronkelijkenstaat, hetzij ,,man-made", van samenkomsten,voordrachten, auto-ritten, enz. die van de tweede.Om de mogelijkheid te scheppen dat aan dezebehoeften van uiteenloopenden aard op bevredi-gende wijze wordt voldaan, zijn ernstige, toege-wijde, stelselmatige studie en overleg noodig.,,Het behoeft geen betoog dat al deze soortenvan ontspanning niet tezelfder tijd, tezelfderplaatse kunnen worden gevonden. Als door pu-blieke parken en ontspanningsterreinen in dezebehoeften behoort te worden voorzien, moetworden onderzocht wat behoort te worden aange-legd en waar dit behoort te geschieden. Het geheelvan ontspanning in de open lucht, dat aldus wordtverkregen, moet aangepast worden aan de moge-lijkheden, welke de stad biedt, zoowel door haarnatuurlijke gesteldheid als door haar organisaties,onverschillig aan wie deze behooren of wie ze inbeheer heeft".De zorg voor parken dateert in de VereenigdeStaten reeds uit 1856 ; New York begon, Brooklyn,Baltimore, Philadelphia en kleinere plaatsen volgdenspoedig. Te Boston kwam het eerst het denkbeeldnaar voren een geheel parkstelsel aan te leggen,waarin 00k buiten de gemeentegrenzen gelegenstukken natuur werden opgenomen. Omdeuitvoe-ring mogelijk te maken kwam in 1892 op initiatiefvan Ch. Eliot een wet tot stand. Tezelfder tijdongeveer werd te Kansas City een groot geheelvan breede lanen ,,parkways" ^) aangelegd. Chicagoblonk uit door het aanleggen van ruime terreinen,waar voor verschillende soorten van ontspanningde gelegenheid werd geboden.Men kan, wanneer men systematisch wil tewerk gaan, een zevental verschillende soorten van,,open ruimten" onderscheiden, t.w.1. De ,,reservation", een gemeentebezit vanvrije natuur, veelal in aansluiting aan bosschenen waterleiding-terreinen, hetwelk nog niet voorintensief gebruik als ontspanningsplaats in ex-ploitatie is gebracht en waarvan in hoofdzaakwordt gebruik gemaakt voor wandeltochten enpicnics.2. Het ,,Country Park" (park buiten de stad)dat de genoegens van een landelijke omgevingaanbiedt, druk bezocht wordt, maar nog nietdoor groote massa's.3. Het stedelijk park, van minder grootenomvang, met zorg aangelegd en bestemd om dooreen groot aantal personen te worden genoten.4. De sportterreinen voor volwassenen enjongens boven de 12 jaar, bestemd voor sport enspelen, waarvoor een groote oppervlakte noodig is.Deze terreinen behooren oordeelkundig over degeheele stad verspreid te liggen.5. De buurtspeelplaatsen, bestemd voor kin-deren tot 14 jaar, dikwijls in aansluiting aanschoolterreinen.6. Kleine-kinderspeelplaatsen voor kinderenbeneden de vijf jaar.7. Wandelwegen, d.w.z. verkeerswegen, welkeden samenhang vormen tusschen de grootereontspanningsterreinen binnen de stad en bovenalstad en natuur hebben te verbinden.Naast deze dient terrein beschikbaar te zijn vooruitoefening van bepaalde sporten, roeien, zeilen,ski, schaatsenrijden, enz.Hubbard gaat vervolgens na hoe de verschillendeterreinen moeten worden verdeeld over de stad.De speelplaatsen zuUen geen grooter oppervlaktevereischen dan een bouwblok. Zij moeten liggente midden van de woonwijken en aldus dat ze zijnte bereiken zonder dat drukke en gevaarlijkestraten behoeven te worden overgestoken. Ge-^) Voor dit woord bezitten wij geen Nederlandsch equi-valent. Parkwegen is niet hetzelfde; het ouderwetsche,,wandeldreven" zou wellicht in aanmerking komen. Be-doeld zijn als plantsoenen aangelegde breede wegen, welkein de latere plannen de strekking hebben de parken onder-ling en de stad met de natuur te verbinden.140 AHTIKELENwoonlijk moet plaats voor de terreinen gevondenworden in een bestaande bebouwing. Algemeeneregels zijn derhalve niet te geven. Dit geldt 00kvoor kleine plantsoenen met banken.Het binnen de stad gelegeri park moet gemakke-lijk zijn te bereiken voor een ieder, die er ontspan-ning zoekt, in hoofdzaak voetgangers, het moetals het ware van2;elf vermeden worden door deZaken-straten met druk verkeer. Als deze hetpark opzetteHjk moeten vermijden, wordt het eenbelemmering voor het verkeer, maar als omge-keerd de straten door het park heengaan, schadenze dit. Daarom moeten in een ideaal uitbreidings-plan de parken in de nabijheid van de dicht-bevolkte woonwijken zijn gelegen, maar op eenigenafstand van groote verkeerswegen.Dit geldt evenzeer van de verderaf gelegengroote parken. Bij deze zal het leiden van hetverkeer er doorheen niet altijd zijn te vermijden.Maar meestal zal het mogelijk blijken de tusschen-liggende terreinen als goed aaneengesloten geheelte behandelen.Vroeger was in Amerika dit park buiten de stadhet doel van uitstapjes. Een rit in een rijtuig erheenwas op zichzelf een genoegen. Het park kon voorrijtuigen worden opengesteld, de wegen, gebogenen niet te breed, waren voor deze zeer wel bruik-baar. Daarin heeft de auto een algeheele verande-ring gebracht. In minder dan geen tijd is men thansreeds bij het park aangekomen. Een rit erdooris een kwestie van enkele minuten, terwijl daaren-tegen de geheele vrije natuur thans voor de autoopenligt. De auto moet uit het park worden ge-weerd ; het moet voornamelijk worden aangelegdvoor den voetganger. Worden er enkele auto-wegen in toegelaten, dan moeten deze breed en metbreede bochten zijn. Het getoeter der auto's, destank, verhoogen het genot van de natuur voor devoetgangers echter niet bepaald.Daarom moet de automobiel de menschen nietdoor, maar naar en langs het park leiden.Voor de auto en voor de bus is de parkwegaangewezen, welke uit het hart der zaken- en woon-wijken naar de buiten liggende parken en naar devrije natuur leidt. Natuurlijk moeten ook deandere parken aan deze parkwegen zijn gelegen.Voor de tremmen geldt dezelfde stelregel : zemoeten de bevolking in staat stellen de parkengemakkelijk te bereiken, mogen erlangs rijden,maar nooit erin.De spoorwegen zijn de vijanden der parken,met hun leven en vuil. Zelden zuUen ze wordenaangelegd met het doel om een park te bereiken;vaak echter zuUen ze ervoor moeten worden ge-bruikt.Een vriend van het park is het vervoer te water.,,De rivier, het meer, de zee zijn heerlijk om teaanschouwen en geven rust, en de stad, welke isgezegend met het bezit van water, zal er voor allesop bedacht zijn haar parken erlangs aan te leggen.Het verkeer te water is rustgevend, van het landuit is het aardig om naar te kijken. Uitzichtover het water geeft een gevoel van ruimte, evenalsvan heuvelen af, zonder dat men een zoo verreuitgestrektheid overziet".VHegvelden kunnen worden gecombineerd metparken, maar het zou onjuist zijn groote grasveldenbinnen het park aan het vliegveld op te offeren.Op de speelterreinen komend, wijst Hubbarderop hoe er steeds een neiging is geweest in Amerikaom deze met scholen te verbinden ; beide vullenelkander aan. Bovendien zullen bij de keuze vaneen geschikt terrein voor een school dezelfde over-wegingen gelden als voor een speelplaats : temidden van een bevolkte buurt, gemakkelijkbereikbaar, niet te ver van de woonplaats af. Inden laatsten tijd zijn er in Amerika ook ,,communitycenters" ontstaan in aansluiting aan speel- ensportterreinen. Zij worden omschreven als plaatsen,,waar buurtgenooten of in het algemeen menschenmet gemeenschappelijke belangen bijeenkomenten einde betere buurtgenooten te worden en hungemeenschappelijk belang voor te staan. Een,,community center" is niet in de eerste plaatseen gebouw of een bepaalde groep werkzaam-heden, maar veeleer een centrum, vanwaar uithet leven der buurt wordt georganiseerd".Een school dichtbij een park te bouwen is bijnaaltijd verkeerd. Om twee redenen. Beide werpenhun maximum nut af wanneer het bestreken gebiedgeheel bewoond is. Een gedeelte van dit gebiedwordt door het park aan de school ontnomen.Bovendien is de speelplaats bestemd voor rumoerigespelen ; een park moet rustig zijn.Het is geheel verkeerd gebouwen, ook van open-baar nut, in een park te plaatsen. Een park is nieteen stuk onbebouwd terrein, waar men alle moge-lijke gebouwen kan neerzetten ; het heeft een functiete vervullen in het leven der stad.Hubbard wijst er vervolgens op hoe alleen doorhet ontwerpen van een geheel stelsel van openruimten aan alle behoeften kan worden tegemoetgekomen. Hij duidt het verschillend karakterder ontspanningsterreinen nog eens kortelijk aan.De speelplaatsen, vaak klein, talrijk, niet te ver vanelkaar, met weinig variatie in haar aanleg. Het park,met groote zorg aangelegd, en zoo veel mogelijkeen eigen karakter vertoonend. Soms zullen open-bare gebouwen er een plaats rondom kunnen ver-krijgen. Het groote ,,landscape park", dat niet hetkarakter van een aangelegd park moet vertoonen, denatuur moet er zoo veel mogelijk in worden bena-derd. Met den aard der omgeving moet rekeningworden gehouden.Het geheel der parken moet tegemoetkomenaan alle behoeften aan ontspanning van welkenaard ook, ,,voor de bewegelijken en de langzamen,de jongen en de ouden, mannen en vrouwen, devroolijkepicnic-partij en den eenzamen, peinzendenwandelaar". In een park kunnen deze niet wordenARTIKELEN 141DISTEIBUTION OFR.ECRE/^TiO/\t FAClilTlESW ArtAMERlCA/
Reacties