Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Artikelen

Opbrengst eiwittransitie

Van voer naar voedsel Rens Wijnakker - 18 november 2024

Stel wij nemen afscheid van de intensieve veehouderij en de water- en energieslurpende teelt in kassen. Wat betekent dat voor ons landschap? Er komen dan gigantische hoeveelheden stalruimte vrij. Ook is er veel minder grond nodig voor voedergewassen, maar dit betekent niet dat er in Nederland opeens volop ruimte overblijft voor andere functies. 'Voor een gezond dieet hebben we negentig procent van ons landbouwareaal nodig.'

Stel je voor. Door oorlog, nucleaire rampen, zware vulkaanuitbarstingen, overstromingen en langdurige droogte is Nederland niet meer in staat om energie, grondstoffen en voedsel te importeren  of te exporteren. We staan er jaren achtereen alleen voor en ons eten kan alleen nog bestaan uit voedsel van eigen bodem. Zou er in dat geval genoeg eten te produceren zijn om iedereen in Nederland te voeden? Deze samenloop van omstandigheden klinkt dystopisch, maar eens in de zoveel tijd wordt in opdracht van het Rijk onderzocht of Nederland bij dergelijke buitengewone crisisomstandigheden genoeg voedsel kan produceren voor de eigen bevolking. Het laatste onderzoek was in 2013, uitgevoerd door wat tegenwoordig Wageningen Economic Research heet.

In verschillende scenario’s wordt met van alles rekening gehouden, zoals een beperkte beschikbaarheid van energie, een gebrek aan kunstmest, bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen en het ontstaan van ‘productie in de informele sfeer’, zoals de komst van particuliere moestuinen, als aanvulling op een basisdieet. De onderzochte scenario’s bestrijken de bandbreedte van een minimum dieet om te overleven en geen beschikbaarheid van hulpstoffen als kunstmest en diergeneesmiddelen tot het voortzetten van ons huidige voedingspatroon en voldoende beschikbaarheid van hulpstoffen.

Eén van de verkende scenario’s gaat uit van een gezond dieet en geen beschikbaarheid van hulpstoffen, en heeft daarom een lagere opbrengst per hectare – vergelijkbaar met biologische kringlooplandbouw. Wat blijkt: het is goed mogelijk om in Nederland zelfvoorzienend een duurzaam en gezond dieet te produceren. Als we plotseling zelfvoorzienend zouden worden, moeten we overigens wel razendsnel vrijwel de gehele Nederlandse veestapel verorberen.

Het in leven houden van ons vee is immers niet vol te houden als we plotseling van de rest van de wereld worden afgesloten en de dieren niet meer kunnen voeden. In hele korte tijd heel veel vlees eten dus, voordat we overschakelen naar een grotendeels plantaardig dieet. Want dat is hoe ons dieet er uit ziet als Nederland duurzaam en zelfvoorzienend zou willen zijn: veel minder dierlijke vetten en eiwitten, en meer plantaardige eiwitten. Met andere woorden: minder vlees en meer groente eten.

Ongezond eten

Gelukkig hoeven we niet van de ene op de andere dag ons voedselsysteem aan te passen. Ook hoeven we vooralsnog niet zelfvoorzienend te worden. Wel geeft deze verkenning interessante inzichten in hoe we ons voedselsysteem zo efficiënt en houdbaar mogelijk kunnen inrichten, waarbij consumptie en productie met elkaar in balans zijn. Ook zonder buitengewone crisisomstandigheden weten we inmiddels dat ons huidige voedselsysteem een veel te groot beslag legt op ruimte en grondstoffen en dat het zorgt voor te veel uitstoot van broeikasgassen. Bovendien is ons huidige dieet ongezond, voornamelijk doordat we te veel dierlijke vetten en eiwitten eten. 

Hoe zou ons voedselsysteem er bij een zelfvoorzienend en toekomstbestendig dieet uit komen te zien? Een gezond dieet gaat er van uit dat we gemiddeld veel minder eiwitten nuttigen. De eiwitten die we binnenkrijgen zullen grotendeels plantaardig zijn, zodat de ruimte die nu gebruikt wordt voor veevoer gebruikt kan worden voor groenten voor menselijke consumptie. Dat betekent niet dat we helemaal moeten stoppen met het eten van dieren.

Een (ander) onderzoek van Wageningen Universiteit rekent namelijk voor dat bij het volledig afstappen van het eten van dieren er zo weinig mest beschikbaar is, dat de ruimtevraag voor voedselproductie juist weer flink toeneemt. Bovendien groeit in veel gebieden weinig anders eetbaars dan gras, wat vooralsnog alleen door koeien, schapen en geiten omgezet kan worden in producten die wij kunnen eten (melk en vlees). Een afname van de hoeveelheid dierlijke eiwitten tot tien procent van het totaal aantal geconsumeerde eiwitten kent het laagste ruimtebeslag.

Er zal dus nog wel vee zijn, maar veel minder dan nu. Maiskolven maken plaats voor bloeiend koolzaad en peulen, grasland gaat van groene woestijn naar kruiden- en bloemenrijk. Een veel kleinere veestapel dus: negen op de tien dieren verdwijnt. Hier en daar is nog vee te zien. In een toekomstbestendig voedselsysteem lopen koeien in de wei op plekken die te nat zijn om andere gewassen dan gras te laten groeien. Zij eten het gras dat ze zelf bemesten. Ook leven kippen in stallen, gevoed door etensresten. De kippenmest wordt gebruikt om gewassen te bemesten.

Ruimtelijke effecten

De kleinere veestapel heeft grote ruimtelijke effecten. Op dit moment zijn grote delen van Nederland ingericht om onze veestapel te voeden. Landbouw op zandgronden bestaat nu grotendeels uit een mozaïek van mais, graslanden en soms tarwe, afgewisseld met stallen en schuren. Veengebieden kennen vrijwel alleen maar weiland. Met name Gelderland en Overijssel zijn echte ‘veeprovincies’: in beide provincies bestaat circa de helft van de totale oppervlakte uit grasland of mais om vee te voeden, en slechts circa 5 procent uit akker- of tuinbouwgewassen voor menselijke consumptie. Daar zullen de ruimtelijke veranderingen het grootst zijn.

Wanneer de veestapel krimpt, krimpt ook de behoefte aan voedergewassen. Dit zal dus grote impact hebben op de zandgronden. Ruimte die hier voor mais en andere voedergewassen is bestemd, zal worden ingezet om peulvruchten en olierijke gewassen te produceren. Deze gewastypen voorzien in onze eiwit- en vetbehoefte.

Gelukkig groeien een aantal van deze gewassen, zoals koolzaad, lupine en soja (met het juiste beheer) ook goed op zandgronden. Waar nu mais in rijen staat, zullen velden felgeel kleuren van het bloeiende koolzaad. In gebieden waar vrijwel alleen gras kan groeien, ontstaat een overgang van de veehouderij naar volledig grondgebonden bedrijvigheid. Overbemeste ‘groene woestijnen’ maken plaats voor extensiever gebruikte bloem- en kruidenrijke graslanden.

Denkbaar is ook de toepassing van teelten die nu nog ongebruikelijk zijn. Bijvoorbeeld eendenkroos: een snelgroeiend plantje boordevol eiwit, dat goed gedijt in natte en voedselrijke omstandigheden zoals we die in Nederland volop kennen. Een andere mogelijke ontwikkeling is de teelt van wieren op zee die als voedsel of energiebron kunnen dienen. Ook wordt flink geïnvesteerd in technieken die eiwitten uit gras om kunnen zetten in melk zonder tussenkomst van een koe. Ontwikkelingen die overigens niet meegenomen zijn in de verkenning van Wageningen Economic Research.

Landschap profiteert

Het geschetste beeld heeft bredere effecten dan alleen een voedselvoorziening die binnen onze landsgrenzen past. En hier wordt het interessant: een zelfvoorzienende landbouw levert een landschap op met een hogere biodiversiteit (door extensiever gebruik en minder bemesting) en een hogere kwaliteit van bestaande natuurgebieden, omdat emissies van stikstoffen en fosfaten sterk afnemen. Innovaties in de landbouw kunnen voor een tweede kwaliteitsimpuls zorgen. Innovatie heeft een negatieve bijsmaak omdat er vaak gerefereerd wordt aan (falende) technische oplossingen om schadelijke stoffen uit het systeem te halen. Denk aan de luchtwassers en stalvloeren die stikstofemissies zouden moeten beperken maar dit in de praktijk niet doen.

Er is echter een andere innovatiegolf gaande die betrekking heeft op nieuwe teeltsystemen met een hogere graad van zelfvoorzienendheid, zoals strokenteelten en voedselbossen. Dit is ook innovatie. Deze typen teelten zijn meer divers en ook veerkrachtiger dan gangbare landbouw, omdat teeltkeuzen veel sterker samenhangen met op de lokale bodem- en wateromstandigheden – in plaats van andersom. Bovendien laten de gemengde teelten meer ruimte voor het vasthouden van water en koolstoffen, bodemherstel, natuurlijke insectenpopulaties en vogels.

Een derde ontwikkeling waarin steeds meer kennis wordt opgebouwd, is de toepassing van landbouw zónder het gebruik van mest. Hierbij wordt slim gebruik gemaakt van planten die stikstof uit de lucht vastleggen. We hebben het dus niet over ‘Ot en Sien landbouw’. Ook bij landbouwvormen die gestoeld zijn op landschappelijke karakteristieken en grotere diversiteit vindt mechanisatie en innovatie plaats. Zo hebben de stroken in strokenteelten precies de breedte die een gangbare machine kan behandelen.

Bovendien zijn machines steeds beter in staat om zelfstandig rijpe gewassen te herkennen en te plukken, en met sensoren kan veel preciezer worden bepaald waar behoefte is aan water en voedingsstoffen. Dankzij robotisering zijn machines steeds minder afhankelijk van één bestuurder, waardoor een zwerm van kleine robots, aangestuurd door één persoon, meer werk kan verzetten dan een grote machine achter een trekker. Zo kan grootschalige landbouw in een kleinschalig landschap gerealiseerd worden, en is toekomstbestendige voedselproductie niet (alleen) afhankelijk van veel meer menskracht en kleinschaligere teeltvormen.

Toekomstbestendige bedrijven

De grote vraag is: hoe komen we daar? Het ‘ideale plaatje’ is geschetst. Waarom blijven initiatieven in deze richting dan zo incidenteel en kleinschalig? Uit eerdere verkenningen blijkt dat ook toekomstbestendige bedrijven rendabel kunnen zijn. Bijvoorbeeld bedrijven die inzetten op natuur-inclusiviteit en hun producten lokaal in de markt zetten of juist bedrijven die op een meer mechanische manier kringlopen op hun eigen boerderij sluiten.

De grote opgave hierbij is dat de (financiële) baten deels bij de samenleving terecht komen, en niet bij de ondernemer. Het vastleggen van CO2, een landschap waarin meer gerecreëerd kan worden, het voorkomen van wateroverlast elders: het levert allemaal geld op. Het ‘verwaarden’ van de diensten die de boer levert vraagt om grote aanpassingen.

Een tweede opgave betreft de kosten van de transitie zelf. Juist de sector die het meest zal veranderen in het geschetste perspectief, de intensieve veehouderij, is zeer kapitaalintensief en kent lage winsten. Het vele kapitaal dat nu in de sector aanwezig is zal op de een of andere manier afgeschreven moeten worden.

Ook wordt de grondmarkt flink opgeschud als opeens allerlei nieuwe en andere teeltvormen ontstaan. Bovendien is onze huidige landbouw in de afgelopen eeuw zo sterk geoptimaliseerd, dat er decennia nodig zullen zijn om bij nieuwe teeltvormen tot eenzelfde optimalisatie en schaal te komen. Het komen tot een toekomstbestendig landbouwsysteem is daarom sterk een institutioneel vraagstuk en het vraagt om richting en om tijd. Het is dus minder een ruimtelijk of voedselzekerheidsvraagstuk.

Ander grondgebruik

Blijft er dan ook ruimte over voor andere dingen? Stel dat het ondanks alle bezwaren lukt: een systeem waarin we veel minder dierlijke eiwitten eten en ons eten duurzaam produceren. Allereerst komen er dan gigantische hoeveelheden stalruimte vrij. Ruimte die -afhankelijk van de locatie en bereikbaarheid van de vrijkomende agrarische bebouwing- benut kan worden voor woningbouw, bedrijven of natuurherstel. Het gaat hierbij nu al om miljoenen vierkante meters per jaar. De grootste klapper zit n het grondgebruik voor voedergewassen. Hiervoor is veel minder ruimte nodig dan dat nu voor voedselproductie wordt gebruikt. Een hectare mais om een koe te voeden levert uiteindelijk veel minder eten voor mensen op, dan een hectare planten die direct op je bord belanden. Van Feed naar Food, van voer naar voedsel wordt dat ook wel genoemd.

Dit betekent echter niet dat er in Nederland opeens volop ruimte overblijft voor andere functies. Het minst ruimte vragende scenario dat is verkend, waarin we een absoluut minimaal dieet hebben en nog wel gebruik maken van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, levert een omvangrijke ruimtebesparing op. In dat geval is 42 procent van het huidige landbouwareaal voldoende om Nederland te voeden. Wanneer we echter rekening houden met het sluiten van kringlopen (productie zonder kunstmest), stoppen met bestrijdingsmiddelen en we uitgaan van een gezond dieet, is 90 procent van het huidige landbouwareaal nodig. Dat percentage is gebaseerd op de bevolkingsomvang in 2013, inmiddels zijn we met een miljoen mensen meer.

Gigantische ruimtebesparing

We moeten ons productieve landschap dus koesteren om voldoende voedsel te blijven produceren. Toch is dit een gigantische ruimtebesparing: het huidige ruimtegebruik van ons voedselsysteem (productie en consumptie) is circa vier keer het landbouwareaal van Nederland. Met ons huidige voedingspatroon gebruiken we ruimte in andere landen. Denk bijvoorbeeld aan sojateelten voor veevoer. We exporteren dan wel veel, ook consumeren we enorm veel producten uit het buitenland.

Een grotendeels plantaardig landbouwsysteem betekent dus niet -bij het uitgangspunt dat voedselproductie en consumptie met elkaar in balans zijn- dat er opeens volop ruimte is voor andere functies als natuur, zonnepanelen of woningen. Die ruimte ontstaat op andere plekken: aan de randen van het Amazonewoud waar nu ontbossing plaats vindt, bij de uitgemergelde landschappen rond fosfaatmijnen en bij de uitgestrekte palmolieplantages in Zuidoost Azië. En dat is grote winst.

Rens Wijnakker is landschapsarchitect en onderzoeker bij ontwerpbureau FABRICations in Amsterdam. Hier werkt hij sinds 2012 aan projecten waar landschap en verstedelijking elkaar raken.

Reacties

Maiskolven maken plaats voor bloeiend koolzaad en peulen in het toekomstscenario van landschapsarchitect Rens Wijnakker. Foto: Philippe Serrand/Pexels.
x Met het invullen van dit formulier geef je Ruimte en Wonen en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over zijn producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Ruimte en Wonen ©2025. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren