Werelderfgoed is van uitzonderlijke, universele waarde. Die waarde zit niet alleen in gebouwen, materialen en verhalen. Tegenwoordig is ook de betekenis voor de ontwikkeling van bijvoorbeeld het toerisme van belang. Deze nieuwe selectiecriteria vragen om een meer dynamische kijk op erfgoed: niet meer gericht op behoud, maar op het begeleiden van verandering. Bij de waardering van levende (cultuurland)schappen zijn traditionele behoudsinstrumenten onvoldoende.
40 2015/04 S+ROThemaWerelderfgoedCultuurlandschappenvragen dynamische kijk operfgoedDe bouw van een nieuwekaasfabriek in de Beemsterzou vanuit een traditioneelmonumentenzorgperspectief zijntegengehouden. Maar het gingwel om een lokaal geworteldeontwikkeling van een merk,Beemsterkaas, dat zijn naam verbondaan de droogmakerij. Uiteindelijkkwam er een zeer zorgvuldigvormgegeven fabriek (2014).Foto: Luuk Kramer.Cultuurlandschappenvragendynamischekijk op erfgoedHans RenesUniversiteit Utrechtj.renes@uu.nlS+RO 2015/04 41ThemaWerelderfgoedCultuurlandschappenvragen dynamische kijk operfgoedmaakte deze objecten tot steedsbelangrijker toeristische trekpleisters,maar ook tot symbolen voor een land.Plaatsing op de lijst werd nagestreefddoor plaatselijke en regionale groepenen werd steeds meer een middel omregionale ontwikkeling te stimuleren.Een aanvraag voor werelderfgoedsta-tus is niet meer het begin maar heteindpunt van een ontwikkeling ensteeds vaker lijkt het proces vancoalitievorming en dataverzamelingbelangrijker dan de aanwijzing zelf. Diedataverzameling begint overigens uitde hand te lopen. Kon men in de jaren1990 nog volstaan met een beschrijvingvan enkele tientallen pagina's, eenrecent nominatiedossier als dat van destad Naumburg met het omringendelandschap telde maar liefst 1600pagina's en werd eerder dit jaar beoor-deeld als onvoldoende overtuigend.In de tweede plaats is de lijst steedsinternationaler geworden, al ligt denadruk nog altijd op Europa. In watUNESCO zelf aanduidt als de GlobalStrategy, zet de organisatie zich in omhet Europese overwicht te verminde-ren. De verschuiving heeft gevolgenvoor de visies op erfgoed. De sterke na-druk in het Europese erfgoeddiscoursop authenticiteit van fysieke objec- >>Werelderfgoed is van uitzonderlijke,universele waarde. Die waarde zit nietalleen in gebouwen, materialen enverhalen. Tegenwoordig is ook debetekenis voor de ontwikkeling vanbijvoorbeeld het toerisme van belang.Deze nieuwe selectiecriteria vragenom een meer dynamische kijk operfgoed: niet meer gericht op behoud,maar op het begeleiden van verande-ring. Bij de waardering van levende(cultuurland)schappen zijn traditionelebehoudsinstrumenten onvoldoende.Erfgoed omvat zaken uit het verleden,waar we in onze tijd belang aanhechten. De belangstelling voor erfgoedis vooral in de negentiende en twintig-ste eeuw in Europa vormgegeven en dezorg voor erfgoed draagt dan ook veelsporen van discussies die in Europahebben plaatsgevonden. Een voorbeeldis de nadruk op authentiek (`oorspron-kelijk') materiaal. Dat blijkt bijvoorbeeldin de restauratie-ethiek, waarinreconstructies worden afgewezen, zomin mogelijk materiaal wordt vervan-gen en toevoegingen aan een gebouwherkenbaar moeten zijn door afwijkend,liefst modern, materiaal.Recent werden deze discussies steedsmeer wereldwijd gevoerd, vooralgestimuleerd door de Werelderfgoed-conventie die in 1972 werd opgestelddoor UNESCO. De conventie kwam totstand in een periode waarin steedsmeer oog kwam voor de wereldwijdedimensie van milieu, natuur en erfgoed:1972 was ook het jaar van de Club vanRome en de mondiale milieuconferentiein Stockholm.1 De Werelderfgoedcon-ventie leidde tot de opstelling van eenlijst van werelderfgoed. Landen werdenuitgenodigd om objecten te nomineren.De toetsing werd gelegd bij tweeorganisaties van deskundigen, deInternational Commission for Monu-ments and Sites (ICOMOS) voor decultuurobjecten, de International Unionfor the Conservation of Nature (IUCN)voor natuurobjecten. De lijst kreeg naeen aarzelend begin een onverwachtedynamiek en omvat nu al meer danduizend objecten. Daarbij is een aantalontwikkelingen te herkennen.Steeds bekender eninternationalerIn de eerste plaats is de lijst steedsbekender geworden en is het draagvlaksterk verbreed. In de beginjaren werdde lijst gevuld door een kleine groepexperts. Gaandeweg werd een plaats opde lijst een keurmerk voor erfgoed. Het42 2015/04 S+ROThemaWerelderfgoedCultuurlandschappenvragen dynamische kijk operfgoedDe rijstterrassen in de Filippijnenvormen een fascinerend landschap,maar tonen ook de problemenvan het beschermen vancultuurlandschappen aan.Foto: CEphoto, Uwe Aranas CC BY SA 3.0S+RO 2015/04 43ThemaWerelderfgoedCultuurlandschappenvragen dynamische kijk operfgoedten, kwam ter discussie. In delen vanAzi? staat bijvoorbeeld veel meer hetoorspronkelijke concept dan deoorspronkelijke materie van eengebouw centraal. Continu?teit zit danniet in stenen en hout, maar in hetblijvend functioneren en in het doorge-ven van vakmanschap. De eenzijdigenadruk op materie is verzacht dooraanvullende afspraken zoals deprotocollen van Hoi An2, waarinAziatische opvattingen van authentici-teit meer aandacht krijgen. Al evenEuropees is de grote aandacht voorhistorische documenten. Waar inEuropa archieven de kern vormen vanhet collectieve geheugen, wordt dieplek in andere delen van de wereldingenomen door mondelinge overleve-ring. Intussen is de Werelderfgoedlijstdaarom aangevuld met een lijst vanimmaterieel erfgoed, waarop traditiesen verhalen staan.Strengere selectieDe groeiende belangstelling voor deWerelderfgoedlijst heeft geleid tot eenstrengere selectie. Het belangrijksteselectiecriterium is de uitzonderlijkeuniversele waarde3, die aangeeft dateen object niet alleen uniek is (bijnauwkeurige beschouwing is iederobject dat), maar vooral ook eenwereldwijde betekenis heeft. Insommige gevallen is dat relatiefeenvoudig: de geboorteplaatsen vanGautama Buddha (Nepal), de bakermatvan de Industri?le Revolutie (Engelanden Wales), de Akropolis in Athene(Griekenland).Vaker staat de universele waardeechter op gespannen voet met deprocedure waarin landen zelf hunerfgoed nomineren voor de lijst endaarbij vooral kijken naar de wijzewaarop zij door de buitenwereld willenworden gezien. Dat leidt tot eennational(istisch)e agenda, die maakt datFrankrijk zich met veel kathedralenpresenteert als een Christelijk land,waarin Polen een fort van de DuitseOrde nomineert om de oude contac- >>44 2015/04 S+ROThemaWerelderfgoedCultuurlandschappenvragen dynamische kijk operfgoedten met West-Europa te benadrukken,de Verenigde Staten wildernis aanwijstom moeilijke discussies over de ver-overing van de ruimte op de oorspron-kelijke bevolking te vermijden en deBalkanlanden (met uitzonderinguiteraard van Bosni?) stelselmatigresten uit de Ottomaanse periodeweren. De laatste jaren zien we steedsvaker internationale agenda's, zoals deRomeinse Rijksgrens (de Limes), dieEuropese eenwording moet symbolise-ren hoewel die grens in feite een ringom de Middellandse Zee vormde en dehelft van Europa buitensloot (nogafgezien van de oorlogszuchtige wijzewaarop die grens tot stand kwam). Veelmeer omstreden zijn de objecten diemet de vroegmoderne Europeseexpansie te maken hebben: de forten,steden en landschappen die doorEuropeanen op andere continenten zijnaangelegd. Voorbeelden zijn Willemstad(Cura?ao) en het slavenhalersfortElmina (Ghana). De oudere term `ko-loniaal erfgoed' is intussen vervangendoor `gemeenschappelijk erfgoed', eenterm die het onderscheid tussen dadersen slachtoffers ontkent en als eenwollen deken alle mogelijke conflictstofaan het oog onttrekt.CultuurlandschappenNog een andere ontwikkeling is degroeiende aandacht voor cultuurland-schappen, een categorie erfgoed diemeer dan andere de relatie legt metruimtelijke ordening.De opbouw van de Werelderfgoedlijstbegon in een periode waarin meeraandacht kwam voor de context vanmonumenten. Al snel werd een aantalhistorische binnensteden als geheelaangewezen. Een logische aanvullingzou de aanwijzing van rurale land-schappen zijn, maar die stuitte opproblemen. Kenmerkend is de gang vanzaken rond het Engelse Lake District,dat in 1987 werd voorgesteld alscombinatie van cultuur en natuur. Datbetekende dat zowel ICOMOS als deIUCN moest adviseren. De eerste gingakkoord, maar voor de IUCN was hetgebied te zeer door mensen be?nvloed(dat was overigens precies wat het zobijzonder maakte). Twee jaar latervolgde een nieuwe aanvraag alscultuurobject op basis van bijzonderesteentijdvondsten in Langdale. Nuconcludeerde ICOMOS dat die vondstenweliswaar zeer bijzonder waren, maarniet de aanwijzing van een zo grootgebied rechtvaardigden.4Cultuurlandschappen, met hunkenmerkende combinatie van natuur encultuur en van materi?le en immateri-ele aspecten, vielen tussen wal enschip. In 1992 leidde dat tot eenherdefini?ring van het begrip `cultuur-landschap', waarbij naast de ontworpenlandschappen van tuinen en parkentwee nieuwe groepen werden onder-scheiden: organisch gegroeide land-schappen en associatieve landschap-pen. De laatste groep was een echteinnovatie, die inhield dat ogenschijnlijknatuurlijke gebieden door hun beteke-nis voor menselijke samenlevingen tochals cultuurlandschap konden wordenbeschouwd. Het bekendste voorbeeld isUluru (`Ayers Rock'), geologischinteressant maar ook belangrijk in dereligie van de oorspronkelijke bewonersvan Australi?.De organisch gegroeide landschappenwerden nader verdeeld in relict-land-schappen, waarvan de ontwikkeling opeen zeker moment vrijwel stopte, zoalsbij verdronken landschappen, enlevende cultuurlandschappen (conti-nuing landscapes). De laatste verande-ren nog dagelijks en vragen daarmeeom een dynamische kijk op erfgoed:niet meer gericht op behoud, maar ophet begeleiden van verandering.De mogelijkheid om cultuurlandschap-pen aan te wijzen bleek in een duidelijkebehoefte te voorzien. Sinds 1992 zijn ergemiddeld vier per jaar aangewezen,met een piek in 2004 toen er maar liefstveertien, bijna de helft van het totaalvoor dat jaar, werden ingeschreven. Dehuidige stand is 95, met een redelijkespreiding over de wereld. De groei zalde komende jaren nog wel doorgaan.E?n van de kandidaten is het LakeDistrict, dat hoopt in 2016 te wordengeplaatst. De argumentatie toont deontwikkelingen binnen het werelderf-goed: de kern van de uitzonderlijkeuniversele waarde wordt nu gezocht inde betekenis van het gebied voor deontwikkeling van het toerisme en,breder, van de idee?n over en waarde-ring voor landschappen, verwijzendnaar dichters en schrijvers zoalsWilliam Wordsworth.Voor het beheer van levende cultuur-landschappen zijn de traditionelebehoudsinstrumenten onvoldoende enis het inschakelen van planologen enlandschapsarchitecten noodzakelijk.Zowel voor nationale overheden alsvoor UNESCO blijkt dat een lastige stap.Een voorbeeld vormen de rijstterrassenin de Cordilleras (Filippijnen), waarautonome ontwikkelingen en aardbe-vingsschade leidden tot veranderingenwaar de overheid geen raad mee wist.Het traditionele monumentenbegripwas niet toereikend en het begrip`cultuurlandschap', dat concepten voorde omgang met verandering zoukunnen bieden, is in de Filippijnenonbekend. Tegelijk zijn de rijstterrassenwel een soort nationaal symbool.5Uiteindelijk hebben de Filippijnen hetgebied zelf aangemeld voor de lijst van`werelderfgoed in gevaar'.Nederlandse bijdrageEen aantal van de beschreven ontwik-kelingen kunnen we terugvinden inNederland. Ons land is een laatkomer inde discussie, met pas in 1995 een eersteobject op de lijst: Schokland. Innovatiefwas dat Nederland een thematischeinvalshoek koos. De eerste voorlopigelijst was samengesteld rond driethema's: Nederland en het water, deGouden Eeuw en Moderne architectuuruit de eerste helft van de twintigsteS+RO 2015/04 45ThemaWerelderfgoedCultuurlandschappenvragen dynamische kijk operfgoedeeuw. Daarvan is de Gouden Eeuw noghet minst discutabel: het was eenperiode waarin Holland een leidende rolhad in economie en cultuur. Het valtook niet te ontkennen dat Nederlandsearchitecten en kunstenaars eenbijdrage hebben geleverd aan deopkomst van het modernisme. Derelatie met het water roept meervragen op. Die vragen betreffen deelsde keuzes: waarom wel het Woudage-maal en niet de Afsluitdijk of deDeltawerken? Waarom de Stelling vanAmsterdam (die nooit gefunctioneerdheeft) en niet de Hollandse Waterlinie(waarvan het oudste deel Holland in1672 heeft gered). Maar ook de keuzevan het thema zelf roept vragen op;uiteindelijk is Nederland en het waterzeker voor een deel een negentiende-eeuwse uitgevonden traditie. Er haddenook andere thema's kunnen wordengekozen, zoals Nederland als vroegedemocratie en als (redelijk) gastvrijimmigratieland in de zeventiende enachttiende eeuw. Het Vredespaleis,symbool van een nieuwe wereldwijderechtsorde, zou in die traditie hebbengepast (het heeft nu vreemd genoegeen Europees erfgoedlabel).Krampachtige situatiesMisschien nog wel het meest verwon-derlijk is het kennelijke verzet van deNederlandse regering tegen deaanwijzing van cultuurlandschappen.Nu staat Schokland op de lijst alsarcheologisch terrein, de Stelling vanAmsterdam als een verzameling forten(terwijl het gaat om de inundatieland-schappen), de Beemster als kunstwerk,Kinderdijk als een verzameling molens(zonder het afwateringsstelsel dat diemolens verklaart) en de Waddenzee alsnatuur (blijkbaar is niemand daar gaankijken). Dat leidt tot krampachtigesituaties. Zo zou in de Beemster eenaanwijzing als levend cultuurlandschapmeer mogelijkheden hebben gebodenaan de ontwikkeling van de landbouw.Overigens lijkt UNESCO deze Neder-landse gebieden in de praktijk steedsmeer als cultuurlandschappen tebehandelen.Het zijn wel allemaal voorbeelden diegaan over de relatie tussen erfgoed enruimtelijke ordening. Het valt te ver-wachten dat die relatie ook internatio-naal steeds belangrijker zal worden. Noten1 Zie R?ssler, M.,'Weltkulturerbe undGlobalisierung; vom Weltwunder zumErbe der Menschheit', in: Schr?der, I. enH?hler, S. (Hrsg.), Welt-R?ume; Geschichte,Geographie und Globalisierung seit 1900,Campus, Frankfurt/NewYork (CampusHistorische Studien 39), 2005, pp. 235-257.2 Voluit de `Hoi An Protocols for BestConservation Practice in Asia: ProfessionalGuidelines for Assuring and Preservingthe Authenticity of Heritage Sites in theContext of the Cultures of Asia provideguidelines on maintaining authenticity interm of the intangible heritage of Asia'(2009). Zie http://unesdoc.unesco.org/images/0018/001826/182617e.pdf[17-7-2015].3 De `Outstanding Universal Value', zoalsomschreven in de Operational Guidelinesdie UNESCO hanteert: http://whc.unesco.org/en/guidelines/ [17-5-2015].4 Pocock, D., Some reflections on WorldHeritage, Area 29, 1997, pp. 260-268.5 Villal?n, A., `Continuing living tradition toprotect the rice terraces of the PhilippineCordilleras', in: Taylor, K. en Lennon, J.L.(eds), Managing cultural landscapes,Routledge, London/NewYork (Key Issues inCultural Heritage), 2012, pp. 291-307.Hans Renes is historisch-geograaf(Universiteit Utrecht) en hoogleraarErfgoedstudies (Vrije Universiteit). Hijschrijft vooral over de geschiedenis vanlandschappen in Nederland en Europa enover de relatie tussen erfgoed en ruimte-lijke ontwikkeling.
Reacties