Absolutisme, reductionisme en depolitisering in het denken over ruimte en gezondheid De vakdiscussies over ruimte en gezondheid hebben de neiging gezondheid te verabsoluteren, de complexiteit van de relaties tussen ruimte en gezondheid te reduceren en de noodzakelijke geachte ruimtelijke en bestuurlijke interventies te depolitiseren. Willen we Nederland echt gezonder gaan maken dan moeten we andere vragen stellen, andere types onderzoek toelaten en contextsensitief gaan plannen en ontwerpen.
24 2016/01 S+ROThemaGezonde StadEen kerngezonde doodSpelen in het groen, park RekerhoutAlkmaar. Foto: Johan Wieland CCBY-ND 2.0EenkerngezondedoodAbsolutisme,reductionisme endepolitiseringin het denkenover ruimte engezondheidRaoul BeunenWageningen UR en Open Universiteitwww.raoulbeunen.nlMartijn DuineveldWageningen URwww.martijnduineveld.comS+RO 2016/01 25ThemaGezonde StadEen kerngezonde doodDe vakdiscussies over ruimte engezondheid hebben de neiging gezond-heid te verabsoluteren, de complexiteitvan de relaties tussen ruimte engezondheid te reduceren en denoodzakelijk geachte ruimtelijke enbestuurlijke interventies te depolitise-ren. Willen we Nederland echt gezon-der gaan maken dan moeten we anderevragen stellen, andere types onderzoektoelaten en contextsensitief gaanplannen en ontwerpen.Het streven naar een gezonde bevol-king is op vele manieren en onder vel enoemers diep geworteld in de Neder-landse ruimtelijke ordening. Demilieuregelgeving houdt de uitstoot vanschadelijke stoffen binnen de perken,industrieterreinen liggen op veiligeafstand van woonwijken en elke dagworden onze uitwerpselen via het rioolweggespoeld. `Het koninkrijk volsloppen' waar Auke van der Woudprachtig over heeft geschreven, is in deafgelopen eeuw prachtig aangeharkt.We lijken de boel aardig op orde tehebben. Toch staat de relatie tussenruimte en gezondheid weer volop in debelangstelling van overheden, verzeke-raars en onderzoeksinstituten.Vanwaar deze hernieuwde belangstel-ling? Wellicht heeft het ermee te makendat gezondheid een dankbaar onder-werp is. We willen immers allemaalgezond zijn. En hoewel `gezondheid'naar van alles en nog wat kan verwij-zen, zonder dat we precies wetenwaarnaar, is het altijd iets om na testreven, het is iets goeds, iets positiefs,iets waar we veel waarde aan hechtenen heel veel geld voor over hebben.1Omdat het begrip gezondheid overwe-gend positieve connotaties heeft, kande kritiek op alles wat in dienst zoumoeten staan van onze gezondheidwegblijven of snel verstommen. Daarwaar de kritiek dreigt te ontbrekenhebben we haar het hardst nodig, nietom de boel te ondermijnen maar omandere perspectieven te bieden. Kritiekis het stellen van vragen op momentendat zaken door te veel mensen voor liefworden genomen. Maar voordat we ditdiscours kritisch bevragen, laten weeerst nader bekijken waar we het overhebben.Het denken over ruimteen gezondheidOp de website volksgezondheidenzorg.info, een website van het Rijksinstituutvoor Volksgezondheid en Milieu (RIVM),is veel interessant kaartmateriaal overde relatie tussen gezondheid en ruimtete vinden. Je kunt er onder meer pergemeente zien wat de gemiddeldelevensverwachting is, of wat pergemeente de concentraties fijnstof,benzeen, stikstofdioxide, zwaveldioxideen ozon zijn. Ook kun je er kaartenvinden met informatie over de geluid-belasting, de beschikbaarheid openbaargroen, de openbare speelruimte pergemeente en de tevredenheid metgroen, geluids-, verkeers- en stank-overlast in de woonomgeving. Allemaalfactoren die volgens het RIVM onzegezondheid en levensverwachtingmede be?nvloeden.Op nationaalkompas.nl, is een aantalconcrete aanbevelingen te vinden vooreen gezonde inrichting van buurten enwijken. Op de website is te lezen dat er`drie inrichtingskenmerken van deomgeving', zijn die een `indirecte invloedop de gezondheid hebben'. Dat zijn deaanwezigheid van groen, socialecohesie en sociaal kapitaal. Groenwordt genoemd als een factor vanbelang voor de ervaren gezondheid enstressreductie. Volgens de website ishet `zeer aannemelijk' dat de aanwezig-heid van wandel-, fiets-, sport enspelmogelijkheden het actieve beweeg-gedrag van bewoners bevordert.Sociale cohesie is belangrijk omdatcontact tussen mensen volgens de sitebijdraagt aan een sterkere socialecohesie binnen de buurt. Deze groteremate van sociale cohesie en vooral ooksociaal kapitaal draagt ook bij aan eenbeter ervaren gezondheid. De websitelijkt te suggereren dat onze gezondheidnog flink te verbeteren is door hetanders inrichten van de ruimte. Devraag is waar dat inzicht op is geba-seerd en wat het betekent voor dewijze waarop we die ruimte daninrichten.De genoemde websites en gerelateerdewebsites zoals de Atlas Leefomgevingen een lezing van de literatuur over derelatie tussen gezondheid en ruimtebieden interessant materiaal om eenaantal samenhangende eigenschappenvan het `gezondheid- en ruimtedis-cours' te analyseren en te problemati-seren. In de volgende paragrafen zullenwe laten zien dat dit discours deneiging heeft de gezondheid teverabsoluteren, de complexiteit van derelaties tussen ruimte en gezondheid tereduceren en de noodzakelijk geachteruimtelijke en bestuurlijke interventieste depolitiseren.AbsolutismeHet ruimte- en gezondheidsdiscourslijkt uit te gaan van de veronderstellingdat gezondheid goed is, iets dat we alle-maal eender nastreven en iets dat vooreen ieder het zelfde is. Is dat wel zo?In 2005 deed toenmalig ministerHoogervorst de suggestie om rokers,alcoholisten en veelvraten extra telaten betalen voor de zorg, want, zoredeneerde hij, de ziektes die in verbandstaan met deze gedragingen kostenjaarlijks 2,2 tot 4 miljard euro. Het wasvolgens hem onverantwoord dat dezemensen `onbeperkt gebruik kunnenmaken van de gezondheidszorg'; eenrecht op ongezond leven, bestaatvolgens Hoogervorst immers niet. Eenbeeld van de discussie die vervolgenslosbarstte wordt gegeven in eenhilarische Rondom 10-uitzending.2Robert Schoemacher (`cosmetischchirurg') vertelt daarin dat hij vijftiggezondheidspillen per dag slikt. Anderegasten vertellen met trots over hetgenot dat ze beleven aan bier, wijn,champagne en sigaretten. >>26 2016/01 S+ROThemaGezonde StadEen kerngezonde doodMidden links: Park den Haag.Foto: Bas Bogers CC BY-NC 2.0Links: Speelrek KleineWittenburgerstraat Amsterdam.Foto: screenpunk CC BY-NC 2.0Dan leven ze maar wat korter, zegenieten langer.De Rondom 10-discussie geeft mooiweer dat de invulling van `gezondheid'van persoon tot persoon kan verschil-len en dat er een zeer diverse reeks aangezondheidsopvattingen en praktijkenbestaat.3 We willen bijna allemaal leven,we willen bijna allemaal oud worden.Maar hoe oud? Volgens welke levens-stijl? In welke staat van dementie?Tegen welke kosten? Willen we hetgoede leven of een lang en gematigdleven? Verkiezen we de `gezonde'eenzaamheid van het bos of degezellige drukte van een rokerige stad?Het droge zand van de Veluwe of onderhet plaveisel het moeras? Antwoordenop deze vragen verschillen van persoontot persoon, van groep tot groep, envan cultuur tot cultuur. Een absolute eneenduidige gezondheidsopvatting isdaarom een illusie.ReductionismeBinnen het ruimte- en gezondheidsdis-cours wordt niet alleen gedacht datgezondheid iets eenduidigs is, maar ookdat de relatie tussen ruimte engezondheid meetbaar is. Er wordtgetracht alle factoren of `samenhan-gende variabelen' die de gezondheidzouden be?nvloeden, zoals de concen-traties fijnstof, benzeen, stikstofdi-oxide, geluidbelasting, de beschikbaar-heid openbaar groen, enzovoort, teanalyseren. Hun onderlinge verbandenworden in kaart gebracht en op basisdaarvan wordt vervolgens een reeksvan sociaal-ruimtelijke interventiesafgeleid die tot een betere gezondheidzouden moeten leiden.`Meten is weten' is het credo, en om tekunnen meten moeten complexe zakengereduceerd worden tot variabelen,factoren of determinanten. Op zich ishet reduceren van de complexewerkelijkheid geen probleem. Zonderversimpeling van complexiteit geenwetenschap. Problemen kunnen echterontstaan als deze reducties wordenomgezet in normen, die vervolgensworden vertaald in plannen en beleid,die op hun beurt direct de omgeving ende leefwerelden van uiteenlopendegroepen mensen be?nvloeden.Een analogie met het reductionisme inhet denken over di?ten kan hierwellicht het een en ander verhelderen.In het essay `De tragiek van de kilocalo-rie'4 beschrijft de Amsterdamsehoogleraar Annemarie Mol hoevoedingswetenschappelijk onderzoeknaar de verbranding van energie ervoorheeft gezorgd dat we zijn gaan denkenover gezonde voedselinname in termenvan de inname en verbranding vanenergie (calorie?n). Wie wil afvallenmoet meer energie verbranden dan dater binnen komt, is de redening. Iedereendie kan rekenen en een beetje karakterheeft, moet zo kunnen afvallen.Annemarie Mol brengt hier tegenin dateten geen benzine tanken is. Het hangtsamen met complexe sociale praktijkenen rituelen waarin mensen eten endrinken. Iedereen die weleens in Itali?,Frankrijk, Georgi? (of dichter bij huis:Brabant) op bezoek is geweest bijvrienden, weet dat eten en drinkensociale praktijken zijn (waag het eenseen maaltijd af te slaan of slechts eenpaar hapjes te mee te eten). Eetpraktij-ken zijn alles behalve eenduidig endaarom concludeert Mol dat hetdenken over voeding in termen vancalorie?n een enorme reductie van decomplexheid van eetpraktijkenS+RO 2016/01 27ThemaGezonde StadEen kerngezonde doodRechts: Ganzen in stadspark Breda.Foto: David van der Mark CC BY-SA 2.0Midden rechts: Huygpark Leiden.Foto: SingelparkCC BY-NC-ND 2.0betekent. Wie mensen gezonder willaten eten, zal uit het voedingslabora-torium moeten komen en kennismoeten nemen van deze complexepraktijken.Voor het gezondheids- en ruimtedis-cours kunnen dezelfde conclusies wor-den getrokken. Het inrichten van deleefomgeving gebaseerd op reductio-nistische kennis, op een reeks determi-nanten en hun onderlinge samenhang,heeft weinig te maken met de wijzenwaarop mensen zelf denken overgezondheid of willen vormgeven aanhun alledaagse sociale en fysiekeleefomgeving.DepolitiseringDoor het bestaan van een eenduidigegezondheidsopvatting en de reductievan relaties tussen gezondheid enruimte worden problemen geconstru-eerd die als meetbaar worden voorge-steld. Na het meten en het maken vaneen gedegen analyse, kunnen vervol-gens oplossingen worden gezocht voorde veronderstelde problemen. Daarmeewordt het bepalen van zowel deproblemen als de oplossingen in handengelegd van de experts en hun meetin-strumenten. Problemen zijn echternimmer objectief vast te stellen. Watvoor A een probleem is hoeft dat voor Bniet te zijn en voor C is het wellicht eenoplossing. De vraag zou dus nietmoeten zijn: `Wat is het probleem?',maar: `Wie ziet wat als probleem,waarom en wat betekent dat vooranderen?'Nederland kent vele experts die nogmeer problemen onderzoeken enoplossingen ontwikkelen. Ook, ofmisschien wel juist, in het domein vande ruimtelijke ordening. Denk bijvoor-beeld aan stedenbouwkundigen,planologen, verkeerskundigen, ofecologen; velen van hen hebben idee?nover hoe allerlei maatschappelijkeproblemen kunnen worden opgelostdoor de ruimte anders in te richten.Hun kennis en oplossingen hebben veelbetekend voor de ruimtelijke ordeningin Nederland, maar het is belangrijk omervan bewust te blijven dat de inrich-ting van de ruimte een politiek-maat-schappelijk vraagstuk is, net als dekeuze om een bepaald onderwerp alseen maatschappelijk probleem enobject van interventie te zien. Het zijngeen voldongen feiten die we ons doorexperts moeten laten influisteren.Omdat gezondheid iets is waar je maarmoeilijk op tegen kan zijn, kan deneiging bestaan dat we vergeten datbeslissingen over hoe we vorm gevenaan ruimte en gezondheid zich nimmermogen laten determineren en legitime-ren door ogenschijnlijk objectieveprobleemanalyses en daarbij behorendeoplossingen. Gebeurt dit wel, dan is ersprake van depolitisering. Het politiekekarakter van beslissingen over detoekomst van onze omgeving wordtdan gemaskeerd door er een ogen-schijnlijke technische rationaliteit, metuniversele pretenties, aan toe tekennen.De couveusemaatschappij:conclusies en alternatievenMet de hierboven genoemde kritiekenin het achterhoofd dringt zich eenreeks vragen op. Wat voor land krijgenwe als we gaan ontwerpen vanuit eeneenduidige gezondheidsopvatting,volgens de op reductionistischegegevens gebaseerde normen? Wat alswe gaan werken aan `een stapeling vanpositieve omgevingsfactoren', aan`voldoende openbaar groen binnen >>28 2016/01 S+ROThemaGezonde StadEen kerngezonde doodLinks: Fitnessspeeltuin Tasmani?,Zoetermeer. Foto: FaceMePLS CC BY2.0vijfhonderd meter van de woning'? Ishet ontbreken van voldoende openbaargroen binnen een straal van vijfhonderdmeter daadwerkelijk een probleem?Voor mensen die van bossen houden energ mobiel zijn, is een park op tweehon-derd meter wellicht geen gezondheids-indicator. Wat als je naast een indus-trieterrein en een snelweg woont, bleekziet van ellende, slecht ter been bent eniemand komt je vertellen: `U mag nietklagen. Er is niets aan de hand. In deverte ligt een parkje en de concentratiefijnstof valt binnen de norm, mits u hethardlopen laat, anders komen destofdeeltjes te diep in uw longen.'Binnen het ruimte- en gezondheidsdis-cours wordt gezondheid als doel van deruimtelijke ordening expliciet op devoorgrond geplaatst. Het wordt gezienals een belangrijk ordenend principe.Het introduceert normen, somsgemaskeerd als objectieve metingen,die zouden moeten zorgen voor eengezonde leefomgeving. Dit streven isniet zonder risico's. De verabsoluteringvan een gezondheidsopvatting kan, inextreme mate doorgevoerd, leiden toteen couveusemaatschappij waarin aaniedereen een voor sommigen idealeleefstijl en omgeving wordt opgelegd.Daarmee wordt tegelijk een veelvoudaan andere mogelijke leefstijlen enruimtelijke ingrepen uitgesloten.Wetenschappers, politici, bestuurdersen al die anderen die het ruimte- engezondheidsdiscours mede vormgeven,moeten daarom oog houden voor decomplexiteit van verschillende sociaal-ruimtelijke praktijken waarin mensenvorm geven aan hun gezondheid en hunomgeving. De uitkomsten van eendergelijke herori?ntatie zullen hoogst-waarschijnlijk minder reductionistischen meer contextsensitief zijn. Het isbelangrijk om te realiseren dat ruimte-lijke interventies altijd in een specifiekecontext plaatsvinden en veelal hetafwegen en integreren van allerleiperspectieven, meningen en belangenbetekenen. Juist een contextspecifiekeaanpak helpt om beter inzicht tekrijgen in de wensen en mogelijkhedenom de gezondheid van mensen tewaarborgen, deze te verbinden metandere wensen ten aanzien van deinrichting van de ruimte, en zo met wel-licht minder middelen en meer succeste werken aan een omgeving waarinmensen nog lang en gelukkig leven. Dit is een korte en bewerkte versie vanhet essay `Every day above the ground isa good day' https://ruimtevoorgezond-heid.wordpress.com/2016/01/22/every-day-above-the-ground. Eenverglijkbare versie verscheen eerder alsblog op het online magazineTopos: www.toposonline.nl/2015/every-day-above-the-ground-is-a-good-day-absolutis-me-reductionisme-en-depolitisering-in-het-denken-over-ruimte-en-gezond-heid/Noten1 www.volksgezondheidenzorg.info/kosten-van-ziekten2 http://zapplive.ncrv.nl/ncrvgemist/rondom-10-recht-op-ongezond-leven3 http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S027795360600339X4 http://dare.uva.nl/document/2/112468Martijn Duineveld is docent culturelegeografie, planning en ontwerp aan deWageningen Universiteit. Zijn onderzoekricht zich op de relatie tussen kennis enmacht in de ruimtelijke ordening.Raoul Beunen is verbonden aan de OpenUniversiteit waar hij lesgeeft in ruimte-lijke planning en milieuvraagstukken enonderzoek doet naar innovatie in beleiden bestuur. Daarnaast geeft hij regelma-tig lezingen, colleges en workshops.Rechts: Speeltuin De Leuk, Linde.Foto: Bas Boerman CC BY-NC 2.0
Reacties