Log in
inloggen bij
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Artikelen

Emancipatie van de periferie

Maurits de Hoog over Amsterdam in 2075 Maurits de Hoog - 16 december 2025

Wat staat Amsterdam de komende vijftig jaar te wachten? Stedenbouwkundige Maurits de Hoog blikt vooruit. Amsterdam wordt veel groter en compacter. Het landschap rondom de stad krijgt een natuurlijker aanzien en 'de emancipatie van de periferie' heeft de wind mee. Met niet alleen een betere balans tussen binnenstad en buitenwijken, maar vooral ook in de regio: Amsterdam wordt vele steden.

Amsterdam heeft de afgelopen vijftig jaar een heel ander aanzien gekregen en de ‘vernieuwing van de bestaande stad’ zal de komende decennia gestaag voortgaan. Met nog een hele reeks projecten in buurten uit de jaren zestig en zeventig. De centra van Nieuw West en Noord worden uitgebouwd. Vervolgens verschuift de focus naar buurten uit de jaren tachtig en de vroege stadsvernieuwingsperiode. Bij de herinrichting van al die buurten zal sprake zijn van omvangrijke vergroening. Bij de verduurzaming van de stad horen ook de uitbouw van warmtenetten, experimenten met houtbouw en transformatie van verouderd vastgoed naar woningen. Die omvorming gaat nu nog traag, maar komt ongetwijfeld in een versnelling.
Grote nieuwe uitleglocaties zullen zich niet meer aandienen, maar binnen de huidige stad is nog ruimte te vinden voor de toevoeging van tienduizenden nieuwe woningen. Aan die ‘grote transformatie’ zijn we overigens al decennia geleden begonnen. Vanaf de jaren negentig zijn rond het IJ 50.000 nieuwe woningen gebouwd. Het laat zich aanzien dat er ruimte is voor nog zo’n aantal: in Oost op het Zeeburgereiland en het Strandeiland, in Noord in de Buiksloterham, NDSM, het Hamerkwartier en stapsgewijs in Haven-Stad. Ook aan de zuidzijde van de stad staat van alles op stapel. Het omvangrijke Food Center aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam West wordt een gemengd woon-werkgebied. En wat kan er nog volgen? In Weesp, Diemen of Duivendrecht. Niet met laagbouw, zoals nu aan de noordkant van Weesp, maar met de ontwikkeling van meer stedelijke woonmilieus.

Veranderende context

Maar de schokken van de afgelopen jaren dan? De afgelopen vijftig jaar kan de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam worden gekarakteriseerd als het keren van verval, gevolgd door een periode van gestaag herstel en vervolgens een enorme groeispurt. Impliceren schokken van de laatste jaren het einde van de onstuimige groei en bloei van de stad? Of zijn de schokken een tussenfase en volgt uiteindelijk opnieuw een groeifase?
Het is verstandig te verkennen wat de effecten van klimaatverandering kunnen zijn? Wat is ons antwoord op snelle zeespiegelstijging? Maar er zijn veel meer kwesties die om nieuwe antwoorden vragen. Tegen de achtergrond van de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten en het sterk veranderde regeringsbeleid in de VS en verschillende Europese landen is verdere integratie van de wereldeconomie niet langer vanzelfsprekend. Als antwoord daarop schetste Mario Draghi, de Italiaanse oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank, een perspectief voor een sterkere en autonome strategische positie van Europa. Wat zouden de consequenties daarvan voor Amsterdam en de regio kunnen zijn? De toekomst van de Europese staalindustrie is zo’n cruciaal vraagstuk. Is verduurzaming van Tata Steel de beste optie? Of is het verstandiger om in te zetten op staalproductie in Noorwegen en Spanje, dicht bij bronnen voor opwekking van schone energie?
En zal de internationale migratie doorzetten? Deze lijkt lastig te stoppen of bij te buigen. Wordt Engels dan definitief de voertaal in de stad? Of zijn de zorgen over de sterke groei van de in- en uitstroom van de bevolking terecht? De sociale infrastructuur van de stad lijkt gebaat bij een zekere stabiliteit. Wat zou het effect zijn van een kleinere instroom van internationale studenten? Kunnen de excessen van toerisme worden beteugeld? Merkwaardig genoeg worden er nog steeds hotels geopend en vergunningen verleend voor kamerverhuur aan toeristen. Aanbod creëert vraag.

Meerkernigheid

Vijftig jaar stadsontwikkeling van Amsterdam maakt duidelijk dat de ruimtelijke ontwikkeling van de stad geen autonome ontwikkeling is. In al die veranderingen heeft het gemeentebestuur actief positie gekozen. Het nieuwe concept van meerkernigheid in de Omgevingsvisie 2050 van Amsterdam uit 2021 en de Verstedelijkingsstrategie van de MRA uit 2022 bieden aanknopingspunten om nieuwe stappen te zetten om ongelijkheid en segregatie te bestrijden, de leefbaarheid te vergroten en de balans in de regio te herstellen.
‘Emancipatie van de periferie’ lijkt een kansrijke nieuwe beweging. Hoe zou die vorm kunnen krijgen? In Amsterdam zelf is ervoor gekozen om te investeren in nieuwbouw van theater De Meervaart bij de Sloterplas in Nieuw West en in een grote, nieuwe bibliotheek bij Kraaiennest in Zuidoost. Dergelijke iconische projecten kunnen helpen om het idee van periferie te laten kantelen, maar er is meer nodig. Denk aan het beëindigen van de verkoop van corporatiewoningen, het tegengaan van ‘verkamering’, de bouw van ouderenwoningen om doorstroming te stimuleren en het stimuleren van werkgelegenheid.
De grootste stappen kunnen worden gezet in de verhouding tussen de stad en de kernen in de agglomeratie en de regio. De omschakeling naar een circulaire en post-fossiele economie in het Amsterdamse havengebied zal vast niet lineair verlopen. Maar de productie van kunstmest, de opslag van olieproducten en opwekking van elektriciteit met een gasgestookte centrale; dergelijke activiteiten zullen niet eeuwig voortbestaan. Evenmin weten we al voor welke nieuwe industrie er ruimte moet worden gereserveerd. Maar als we in het havengebied van Amsterdam een weg inslaan met veel minder milieuhinder, dan kan de weg worden vrij gemaakt voor een gemengde ontwikkeling en voor snelle verbindingen naar Zaanstad. Kan de tram of ooit wellicht de metro door rijden naar de Zaanstreek? Zaandam lijkt nu nog ver weg, maar de afstand vanaf het Centraal Station in Amsterdam naar het centrum van Zaandam is net zo groot als de afstand van Amsterdam CS naar het Centrumeiland van IJburg.
Voor de Haarlemmermeer geldt dat verdere groei van de luchthaven niet meer opportuun is. Beter is het om te verkennen hoe het Europese netwerk van snelle treinverbindingen kan worden uitgebouwd en de krimp van Schiphol vorm kan krijgen. Is het sluiten van een of meerdere start- en landingsbanen een optie, al dan niet gekoppeld aan spreiding van het luchtverkeer naar regionale luchthavens en afbouw van de hub-functie van de luchthaven. In Aalsmeer en Uithoorn is de geluidhinder extreem. Sluiting van de Aalsmeerbaan biedt allerlei nieuwe ontwikkelmogelijkheden, onverwacht ook in de Haarlemmermeer. Herontwerp van het luchtruim kan helpen om in de Haarlemmermeer negatieve gezondheidseffecten te verminderen en ook daar ontwikkellocaties vrij te spelen. En hoe vaak stormt het eigenlijk in Nederland? Als de Buitenveldertbaan alleen nog wordt gebruikt bij stormachtig weer, dan kan in Amstelveen en in de Bijlmer een beter leefklimaat ontstaan. En de omgeving van station Duivendrecht kan ontwikkeld tot een intensief gebruikt en gemengd stedelijk gebied.

Grote interventies

De verstedelijking van de IJsselmeerpolders was de belangrijkste beweging in de regio in de afgelopen decennia. De ontwikkeling van Almere en Lelystad heeft vooral geresulteerd in nieuwe woongebiedenMet als gevolg optochten van auto’s en volgepakte treinen in de spits van en naar de werkgebieden. Het doorbreken van deze disbalans in werkgelegenheid tussen de polders en het oude land kan niet zonder grote interventies. Naar analogie van de Aalto University in Espoo bij Helsinki zou alles op alles gezet kunnen worden om een technische universiteit in Almere van de grond te tillen, de kraamkamer van AI in Nederland. Dit versterkt de Amsterdamse tech-hub. Of zou het een optie zijn om het Amsterdam UMC naar Almere te verplaats sen? Vijftig jaar na de bouw komt ongetwijfeld de opgave van verduurzaming van het AMC-complex aan de orde. Gebeurt dat op de huidige of op een nieuwe locatie? Van de ziekenhuismedewerkers woont een aanzienlijk aantal in Almere.
In de Omgevingsvisie 2050 van Amsterdam is met een voorzichtig stippellijntje een nieuwe metrolijn van Oost naar West ingetekend. Stel je voor: de nieuwe metrolijn gaat gepaard met een enorme upgrade van de omgeving van Leidseplein, Vondelpark en Museumplein. Autoluw en met nieuwe fiets- en wandelroutes. Die Oost-Westlijn kan doorgetrokken worden naar Hoofddorp in het westen en via IJburg, richting Almere in het oosten. Langs de metrolijn kan extra ruimte voor woningbouw worden gevonden door in de Watergraafsmeer het opstelterrein van de spoorwegen te verplaatsen naar buiten de stad. De twee grootste regionale kernen zouden zo direct verbonden kunnen worden met de Amsterdamse binnenstad. De kosten van een dergelijke verbinding zullen extreem hoog zijn. Zou 2075 haalbaar zijn? Wellicht doet zich een onverwachte kans voor, maar vooralsnog lijkt het verstandiger om de komende jaren in te zetten op lichtere maatregelen. Met tramlijnen naar Zaandam en Hoofddorp. Met snelle bootverbindingen van Amsterdam Oost naar Almere, Volendam en Lelystad. De kleine metropool Amsterdam kan zich zo stapsgewijs ontwikkelen tot een meerkernige regio.
Tegelijkertijd geldt; Amsterdam ligt in Europa ‘perifeer’. Bij de ontwikkeling van Schiphol en de internet hub AMS IX in de voorbij jaren was de fysieke ligging van de stad minder aan de orde. Maar in het Europese treinennetwerk zal de stad eerder een eindbestemming, dan een tussenstation of internationaal vervoersknooppunt zijn. Voor de versterking van de bereikbaarheid van de stad en de metropolitane kwaliteit lijkt het daarom interessanter om in te zetten op de uitbouw van het Intercity Direct-netwerk naar Groningen en Twente en naar Brussel, Eindhoven en Düsseldorf. Dat maakt de metropool groter en sterker.

Heerlijke stad

De perifere ligging kan ook als een voordeel worden beschouwd. Het landschap rond de stad, met de zee, de duinen, de plassen en de grote meren,  is immers altijd dichtbij. Daarbij gaat het niet alleen om de groene scheggen tussen de lobben, maar ook om de groengebieden van de Stelling van Amsterdam, het Groene Hart, Waterland en het Markermeer. De veenweidegebieden rond de stad zullen door voortgaande bodemdaling een steeds natuurlijker, moerasachtig karakter krijgen. Het herontwerp van het metropolitane landschap kan helpen deze groene gebieden rond die ‘heerlijke stad’ te ontsluiten en de attractiviteit verder te versterken.  

Maurits de Hoog

Maurits de Hoog (1955) is stedenbouwkundige. Hij werkte meer dan twintig jaar bij de toenmalige Dient Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam. Van 2008 tot 2012 was hij daarnaast hoogleraar stedenbouwkundig ontwerpen aan de TU Delft. Nu werkt hij als zelfstandig adviseur. Bovenstaand artikel is ontleend aan de epiloog in zijn boek Stadsontwikkeling Amsterdam 1975- 2025. Daarin beschrijft hij hoe de stad de afgelopen vijftig jaar is veranderd. En blikt hij voorzichtig vooruit. Uitgever: nai010, ISBN: 978-94-6208-905-1

Reacties

Zicht op Oostelijke Havengebied
x Met het invullen van dit formulier geef je Ruimte en Wonen en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over zijn producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Ruimte en Wonen ©2025. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren