1 	
Auteurs:	 Maurice  Reinink,  Patricia  Kooij,  Rebecca  van  Nie	 	
en Renate Schultz 	| 8 maart	 2021 	 	
 
19 januari 2021	 Op d	eze dag	 stond de 	Tweede 	Kamer 	
stil bij	 de kinderopvangtoeslagaffaire	. Het kabinet trad 	
af  naar  aanleiding  van  het  rapport  van  de 
Parlementaire 	Ondervragingscommissie 	
Kinderopvangtoeslag.  De  algehele  conclusie  van  het 
onderzoek  was  dat  door  harde  regelgeving, 
voor	ingenomen  handelen,  het  ontbreken  van  de 	
menselijke  maat  en  door  geen  gehoor  te	 geven  aan 	
noodsignalen, 	tienduizenden ouders en kinderen hun 	
leven 	hebben 	zien  veranderen  in  een  moeras  van 	
ellende.  Door  het  aftreden  neemt  het  kabinet  de 
ultieme politieke ve	rantwoordelijkheid. 	 	
Dit	,  de  kinderopvang	toeslag	affaire,	 had  nooit  mogen 	
gebeuren	,  zo	 stond  in  de  excuusbrief  van  premier 	
Rutte	 (VVD)	. In het debat wat daarop volgde	, vonden 	
vrijwel  alle  woordvoerders  dat  de  Kamer  aan 
zelfreflectie  moet  doen.  Wat  kunnen 	we	 concreet 	
beter doen	, vraag	t Van der Staaij 	(SGP) 	zich hardop af	. 	
We moeten misschien wat minder op de actualiteiten 
reageren  en  ons  wat  meer  bezighouden  met 
wetgeving  en  fundamentele  debatten,  aldus  Dijkhoff 
(VVD	).  Naast  het  falende  beleid	, 	stond  de 	
informatievoorziening  aan  de 	Tweede 	Kamer  ter 	
discussie.  De 	Kamer  heeft  jarenlang	 geworsteld  met 	
het  bo	ven  water  krijgen  van  informatie.  In  de 	
toekomst moet de kamer beter geïnformeerd worden 
besluit Rutte. 	 	
Hoewel  de  kinderopvangtoeslagaffaire  e	en  andere 	
casus  is  dan	 die 	waar  we  in  dit  artikel	 bij  stil  staan	, 	
mogen 	we  ons 	wel 	afvragen  hoe  er  op  de  thema's 	
Ruimte en 	Wonen de afgelopen jaren is gehandeld. Is 	
het  op  deze  thema's  ook  noodzakelijk  om  te 
reflecteren?	 Hoe hebben de afgelopen	 kabinet	ten	 op	 	
dit dossier	 gehandeld?	 	
Welke 	lessen 	kunnen  we  trekken  en  wat  beloven  de 	
politieke  partijen  voor  de  komende  vier  jaar?	 Zijn 	
beloftes  voor  de  komende  vier  jaar  voldoende  of 
moeten  we  veel  verder  vooruitkijken? 	Heeft  de 	
politiek de 	kiezers	 in de kou laten 	staan? 	 	
Waar staan we nu?	 	
De  woningmarkt  en  de  energietransitie 	(die 	
voortvloeit  uit  klimaatbeleid) 	lijken	,  naast  COVID	-19,	 	
Afgelopen  november  werd  ons,  studenten  van  de  MUAD, 
gevraagd een analyse te maken van de verkiezingsprogramma's 
en  deze  te  onderzoeken  op  consistentie  én  politieke	- en 	
praktische  haalbaarheid.  Een  mooie  uitdaging  voor  ons  als 
professionals  en  tevens  studenten  van  de  Master  of  Urban  and 
Area  Development  (MUAD).  Rob  van  Hilten  publiceerde 
afgelopen  december	 al het  artikel  `Gewenst,  Noodzakelijk, 	
Waarschijnlijk?	' met  een  vergelijkende  analyse  van  de 	 	
standpunten  van  politieke  part	ijen	 over  ruimtelijk  beleid  en 	
woonbeleid	. 	In  dit  artikel  gaan  we  dieper  in  op  de 	
verkiezingsprogramma's.	 	
We  selecteerden  op  basis  van  een  aantal  criteria  de 
partijprogramma's  van 	CDA,  ChristenUnie,  D66,  GroenLinks, 	
PvdA, Partij voor de Dieren, SGP, S	P en 	de VVD	 om te analyseren. 	
Ondertussen 	welde	 de brede maatschappelijke interesse voor de 	
verkiezingen en bijbehorende urgente thema's aan. 	 	
 
Wij,  en  u  waarschijnlijk  ook,  kon	den	 op  diverse  platforms  en 	
media 	ons	 tegoed doen aan de vele boeiende artikelen, in	zichten 	
en  analyses  die  werden  gemaakt,  over  hoe  het  nu  toch  verder 
moet  met  de  ruimtelijke  ordening  en  de  woningmarkt  in 
Nederland.	 	
Want  er  is  wat  aan  de  hand:  Woningnood,  stikstofcrisis	, en 	
boerenprotesten. Geen windmolens in mijn achtertuin maar wel 
bij iemand  anders  voor  de  deur?  Verhuurderheffing  schrappen 	
of  toch  niet?  Geen  kernenergie  of  toch  wel?  Te  veel  regels?  Te 
weinig sturing? De lijst is lang én boeiend.	 	
 
We  gingen  in  gesprek  met  Daniel  Koerhuis  (VVD), 	Henk  Nijboer 	
(PvdA)	, Jessica  van  Eijs 	(D66)	, Julius  Terpstra  (CDA),  Paul 	
Smeulders (GroenLinks),	 en Sandra Beck	erman 	(SP)	 over de door 	
hun partij gepubliceerde (concept) verkiezingsprogramma's. Ook 
spraken we met Co Verdaas (Hoogleraar Gebiedsontwikkeling TU 
Delft),  Hans  Leeflang  (Adviseur  rui	mtelijke  activering  en  VINEX 	
architect)  en  Hugo  Priemus  (emeritus  hoogleraar 
Systeeminnovatie  Ruimtelijke  Ordening  TU  Delft).  Gaandeweg 
ons  onderzoek  zijn  wij  ons  een  aantal  zaken  gaan  realiseren. 
Waarheidsvinding, de kennis van de werkelijkheid	, is onmisb	aar 	
om  uitspraken  te  kunnen  doen  over  de  'zinnigheid'  van 
standpunten in de verkiezingsprogramma's	 en standpunten van 	
fractiespecialisten en experts. 	 	
De kennis en standpunten die zij met ons deelden, bevatten 'ik	-	
of-wij	-sporen'.  Begrijpelijk  want  iedereen	 kijkt  door  de  bril  van 	
de  eigen  werkelijkheid.  Wij  hebben  ons  in  deze  korte  periode 
geen beeld van de complete en objectieve werkelijkheid kunnen 
vormen.  Wel  hebben  we  door    waarnemen  (het  lezen  van  de 
verkiezingsprogramma's  en  de  interviews)  een  beeld  ku	nnen 	
vormen van  hun waarheid. 	 	
Deze  waarheden  en  visies  plaatsen  we  in  dit  artikel  in 
perspectief.  Zeker  nu,  nu  er  weemoedig  lijkt  te  worden 
terugverlangd  naar  een  Ministerie  van  Ruimtelijke  Ordening  en 
er  met  een  wijzend  vingertje  gewezen  lijkt  te  worden	 naar  het 	
gevoerde neoliberale beleid onder de kabinetten van Rutte. Was 
het vroeger dan allemaal beter? Zijn we in staat om te leren van 
het verleden? Wat is het nut van reflectie en hoe doen we daar 
ons  voordeel  mee?  Kunnen  we  ons  een  beeld  vormen  van  de	 	
gewenste toekomst en ons beleid daarop baseren?	 	
 	
Haagse zelfreflectie ook nodig voor de Ruimtelijke Ordening en Woonbeleid?
2 	
vooralsnog  urgente  thema's  in  politiek  Den  :aag  te 
zijn. 	 	
 
De 	geanalyseerde 	partijen zijn het 	bijna allemaal eens 	
dat er meer, betaa	lbare en 	ook 	duurzame	re woningen 	
moeten  worden  gebouwd	 en 	dat  we  gehoor  moeten 	
geven  aan  het  klimaatakkoord  van  Parijs	. Over  de 	
manier  waarop  dat  moet  gebeuren,  verschillen  de 
meningen sterk.	  	
 
Voormalig  minister  van  Veldhoven	 (D66)	 geeft  in  het 	
Kamerdebat van 19 februari 2020 toe dat er sprake is 
van  een  cris	is  op  de  woningmarkt.  Het  huidige 	
woningtekort  is  inmiddels  opgelopen  naar  3,2	 	
procent,  w	at  neerkomt  op  een  tekort  van  circa 	
331.000 woningen.	 	
 
Nederland  loopt  ver  achter  met  de	 klimaatdoelen 	
blijkt  uit  een  doorrekening  van  het  PBL  in  2020.	 De 	
Raad van State uit zich buitengewoon kritisch over de 
daadkracht  vanuit  Den  Haag.  De  uitvoerbaarheid  van 
de  wettelijke  basis  van  de  klimaatmaatregelen	 zijn 	
discutabel	. Wetten en regelgeving	 lijken niet goed op 	
elkaar aan te sluiten en er is onvoldoende samenhang	 	
tussen de plannen en wetten	.  	
 
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?	 	
Tijdens	 Rutte  II	 was  er	 nog 	sprake  van  een 	
jubelstemming 	over  de  woningmarkt.  Voormalig 	
minister 	Blok  (VVD	) van  Wonen  was  in  opperbeste 	
stemming  toen  hij  in  een  interview  in  het 	Financieel 	
Dagblad  aangaf  dat  hij  de  eerste  VVD'er  was  die  een 
heel  ministerie  heeft  laten  verdwijnen.  Zijn 
portefeuille  keerde  onder  Rutte  III  niet  terug.	 Verder 	
kampte  Nederland  ook 	met  de  naweeën  van  de 	
financiële crisis waardoor er ingezet werd op een fors 
bezuinigingsbeleid. 	 Verdaas  vat  dit 	in  het  interview	 	
mooi  samen	 door  te  zeggen:  "Men  dacht  dat 	
Nederland 	wel zo'n beetje 	af was". 	 	
Door	 	onder  andere  de  invoering  van  de 	
verhuurde	rheffing  en  de  verkoop  van  sociale 	
huurwoningen  aan  'buitenlandse'  opkopers,  zou  het 
allemaal wel  goed  komen. Toch opvallend 	is dat	, nog 	
geen  drie  jaar  later,  tijdens  het  kabinet  Rutte  III  de 
woningmarkt  lang  niet  zo  optimaal  functioneert,  als 
aanvankelijk	 werd gedacht. 	 	
Op  19  februari  2020  sprak  het  kabinet  af  jaarlijks 
75.000 woningen te bouwen. Een meerderheid van de 
Kamer wil van de verhuurderheffing af. En een aantal 	
partijen ziet de oplossing in de vorming van een nieuw 
ministerie, of de herinvoering 	van het oude ministerie 	
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. 
De minister geeft in het debat van 19 februari aan dat 
dit een vraag is voor een volgend kabinet. 	 	
Verdaas  en  Associate  Professor  Tom  Daamen  van  de 
TU  Delft  zien  de  belangstellin	g  voor  de  ruimtelijke 	
ontwikkeling  vanuit  Den  Haag  sinds  2019  snel 
toenemen.  Op  2  juli  2020  nam  minister  Ollongren	 	
(D66)	 de  publicatie 	'Nieuw  Sturingsconcept  voor  de 	
inrichting van Nederland	' in ontvangst. Deze publicatie 	
is  onder  andere  een  pleidooi  voor  een  regionale 
investeringsagenda en  de bundeling  van  publieke	- en 	
private investeringen in regionaal perspectief	.  	
Volgens    De  Zeeuw	 en  Verdaas	 is  een  nieuwe  manier 	
van  sturen  noodzakelijk.  D	e  woningbouwopgave,  de 	
energietransitie,  mobiliteit,  de  toekomst  van  het 
landelijk  gebied,  duurzame  economische  groei  en 
klimaatadaptie  vragen  om  een  samenhangende 
aanpak	. In  de  afgelopen  jaren  is  de 	samenhangende 	
landelijke	 aanpak  en  de  regie  vanuit  het  R	ijk  naar  de 	
achtergrond verdwenen. Minister Ollongren geeft toe 
dat  er  meer  samenhang  tussen  de  verschillende 
ruimtelijke vraagstukken  en  de  bestuurlijke  inrichting 
moet komen. 	 	
Op  2  april  2020  stuurde  de  minister  een  brief  aan  de 
Tweede  Kamer  met  de  boods	chap; 	de  ruimte  is 	
schaars,  niet  alles  kan  en  niet  alles  kan  overal	.  In  de 	
brief  werd  een  aanscherping  van  de 	Nationale 	
Omgevingsvisie  (	NOVI	) 	aangekondigd  en  werd 	
opgeroepen  om  meer  sturing  te  geven  aan  de 
ruimtelijke  inrichting  van  ons  land.  Tóch  worden  d	e 	
belangrijke  politieke  besluiten  over  een  serieuze 
hervorming  van  het  ruimtelijk  beleid  naar  het 
volgende  kabinet  doorgeschoven.  Nu  het  kabinet 
demissionair  is,  hoeven  we  helemaal  niet  meer  te 
rekenen op acties	. 	
De  verkiezingsprogramma's  zijn 	ambitieus  maar  ook 	
onzeker.	 Uiteindelijk  moet  er  in  de  komende  coalitie	 	
periode	 wederom  onderhandeld  worden  en  is  het 	
maar de vraag wat er van al die ambities terecht gaat 
komen. 	Daarnaast 	is 	de  vraag  of  je  in  vier  jaar  tijd 	
structurele veranderingen  k	unt	 doorvoeren en 	of  dat 	
nodig  is. 	Indien  de  huidige  coalitie  wordt  doorgezet	, 	
lijkt  het  lastig  te  worden  om  echt  drastische 
veranderingen 	teweeg  te  brengen	.  De  partijen  liggen 	
namelijk  op  een  aantal  essentiële  punten  sterk  uit 
elkaar.
3 	
Waarom  blijft  het  moeilijk  o	m  vraag  en  aanbod  op 	
elkaar af te stemmen	? 	
Trouw	 (2020)	 schetst  samen  met  experts,  op  het 	
gebied  van  de  woningmarkt,  vier  punten  die  tot  het 
tekort aan woningen hebben geleid. 	 	
(1)  De  prognoses  van  de  bevolkingsgroei  en 	de 	
benodigde  aantal  woningen  klopten  niet. 
Huishoudens  worden 	onder  andere	 kleiner  waardoor 	
de prognoses steeds bijgesteld moeten worden. 	 	
(2)  De  bankencrisis  van  2008  zette  de  economische 
groei  jarenlang  zwaar  onder  druk.  Bouwbedrijven 
vielen  massaal  om  e	n  circa  50.000  bouwvakkers 	
zochten  ander  werk.  Het  tekort  is  nog  steeds  niet 
opgelost.  Het  tekort  aan  personeel  en  materialen 
veroorzaakt  vervolgens  hoge  bouwkosten.  Na  de 
bankencrisis gingen mensen massaal op zoek naar een 
koopwoning	,  daalde  de  hypotheekr	ente  fors	 en  nam 	
de  vraag  enorm  toe,  wat 	samen 	tot  een  forse 	
prijsstijging leidde.	 	
(3) 	De woningcorporaties werden in een hoek gedrukt. 	
Mede  door  de  verhuurderheffing  liep  de  bouw  van 
woningen  snel  terug.  Juist  in  cris	istijden  zouden 	
woningcorporaties  moeten  zorgen  voor  het  op  peil 
houden  van  de  productie  en  de  bijkomende 
werkgelegenheid. 	 	
(4) 	De  laatste 	en 	voornaamste 	oorzaak  van  de 	
onbalans in vraag en aanbod 	is dat het Rijk zich heeft 	
teruggetrokken,  besluiten  de  expe	rts.  Veel 	
beslissingen liet Den Haag over aan de gemeenten en 
provincies.  Grote  aanwijzingslocaties,  zoals  de  VINEX 
wijken,  behoren  onder  het  neoliberale  beleid  tot  het 
verleden. 	 	
Maar  waren  dat  de  enige  redenen  dat  de 
woningbouwproductie afnam?	  	
De  woning	nood  is  sind	s  de 	Tweede 	Wereldoorlog 	
nooit	 helemaal	 opgelost	. Het  tekort	 staat	 nu	 op  het 	
hoogste  niveau  sinds  de 	Tweede 	Wereldoorlog.  Om 	
daar 	voornamelijk	 het  neoliberale  beleid  van  de 	
afgelopen jaren voor aan te 	wijzen	, is te makkelijk.	 	
Onvoldoende regie 	vanuit het rijk op de uitvoering van 	
afspraken  over  klimaat  en  milieu  leidde  o.a.  tot  de 
stikstofcrisis	 	en  de 	PFAS	-crisis  waardoor 	
bouwprojecten 	kwamen 	stil	 	te  liggen  en 	
participatietrajecten 	vast	liepen	.  Toen  bleek  ook  dat 	 	
de 	be	nodig	de te doorlopen p	roce	dures en regelgeving	 	
niet  goed  aansloten op  de veranderde  beleidskaders. 
Bovendien  was  ook  niet  goed  nagedacht  over  de 	
ruimtelijke  gevolgen  van  de 	energietransitie	. Tel  dat 	
bij elkaar op en het is niet zo gek dat het realiseren van 
een 	woningbouwproject	 tegenwoordig  behoorlijk	 	
lastig kan zijn. 	 	
Wat tekenend lijkt voor de aanpak van het afgelopen 
Kabinet,  is  de  manier  waarop  ze  problemen  willen 
oplossen.  In  plaats  van  te  zoeken  naar  structurele 
oplossingen  werd  er  meestal  een  'maas'  in  de	 wet 	
gevonden. 	 	
Een  duidelijk  voorbeeld  is  de  verlaging  van  de 
maximum  snelheid  op  de  autosnelwegen,  zodat  de  
woningbouw  weer  door  kon  gaan.  De  nieuwe 
maximumsnelheid wordt vervolgens niet	 of nauwelijks	 	
gehandhaafd.  Er  wordt  vooral  op  nationaal  niveau  in 
theorie  'stikstof'  gecompenseerd.  Terwijl  het 
onderliggend systeem niet wordt aangepakt. Leeflang 
onderschrijft  dit  fenomeen  en  noemt  het  een 
boekhoudkundige  truc.  Als  de  cijfers  kloppen  dan 
kunnen we weer door. 	 	
Terug naar nu	  	
De  verkiezingen  staan  voor  d	e  deur,  dé  tijd  om  de 	
politieke  ideologie  en  de  concrete  standpunten  aan 
het  'volk'  te  verkondigen.  :oe  denken  de  politieke 
partijen  het  woningtekort  op  te  lossen  en  de 
energietransitie door te voeren? Hoe zorgen ze ervoor 
dat  het  niet  alleen  bij  beloftes 	en  mooie  woorden 	
blijft? 	 	
 
Wat we in ieder geval kunnen noteren, is dat	 stedelijke 	
ontwikkeling  en  landschapsontwikkeling	 	in  de 	
breedste  zin  van  het  woord  weer  prominent  op  de 
agenda staa	n! Dat is in ieder geval 	goed nieuws	. 	
 
Verstedelijking en lange termi	jn regie	 	
 
Door	 onze  analyse 	en  de  afgenomen 	interviews	 	
voorafgaand  aan  dit  artikel,  kwamen  wij  tot  zes 
focusthema's. 	 	
1) Strijd  om  ruimte  met  focus  op 
woningbouwvolume en locatie;	 	
2) Sociaal  huurbeleid  met  focus  op 
verhuurderheffing;	 	
3) Regio's en verstedelijking;	 	
4) Energietransitie;	 	
5) Circulariteit	; 	
6) Regievoering  en  inrichting  van  ons  ambtelij	k 	
apparaat.	 	
:et  is  nodeloos  te  zeggen  dat  alle  focusthema's 
onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
4 	
Juist om focus te bieden in dit artikel, werken wij niet 
alle  opgaven  uit.  De  e	erste  drie,  en  de  laatste,  staan 	
centraal  in  dit  artikel  waarbij  we  kijken  of  Den  Haag 
reflectieve  lessen  uit  het  verleden  kan  halen  die 
waardevol zijn voor de toekomst.	 	
 
Juíst  omdat  ruimtelijke  ordening  zoveel  meer  is  dan 
alleen  de  invulling  van  ruimte  en	 nauw  samenhangt 	
met  beleid  en  uitvoering  op  thema's  als  landbouw, 
natuur,  energietransitie  en  klimaatbeleid,  bespreken 
wij  de  strijd  om  de  ruimte 	door 	de  bril  van  de 	
woonopgave en bijbehorende uitdagingen	. 	
 
Uit  onze  analyse  en  uit  de  interviews  kwamen 	voo	ral 	
twee  thema's  naar  voren  die 	de 	gemoederen  bezig 	
houden,  zowel  bij  de  experts  als  de  politici.  Dat  is 
enerzijds  het  vraagstuk  over  verstedelijking;  waar 
gaan  we  bouwen  en  waar  niet?  En  anderzijds  het 
vraagstuk  over  de  regievorming  op  ruimtelijke 
ordenin	g  en  de  noodzaak  om  tot 	een 	meer  integrale 	
en lange	 termijnvisie te komen. 	 	
 
Deze twee thema's houden nauw verband met elkaar, 
mogelijk  is er  zelfs  een  causaal  verband.  Is  gebrek op 
het  ene  front  niet  juist  het  gevolg  van  gebrek  op  het 
andere front?	 Dit 	is de reden dat wij in dit artikel deze 	
twee thema's centraal stellen.	  	
 
Marktwerking  het  probleem  voor  het  vastlopen  van 
de 	woning	markt en onbetaalbare woningen?	 	
 
Veel voornamelijk	 links georiënteerde partijen en zelfs 	
de gematigde rechtse partijen	 geven 	de marktwerking 	
de  schuld	 van	 het  oplopende  tekort  en	 van  de 	 	
onbetaalbare  woningen.	 Maar  is  dit  een  mooie  term 	
om je als 'oppositiepartij	' van het huidige liberale blok 	
te onderscheiden, of zit er ook een kern van waarheid 
in?	 	
 
De  SP  ziet  de 	vrije 	marktwe	rking  als  één  van  de 	
belangrijkste oorzaken 	van	 de stijgende prijzen en de 	
afnemende  productie.  De  decentralisatie, 
zelfregulering en marktwerking van de afgelopen jaren 
heeft niet gebracht als wat men er van had verwacht, 
aldus de SP. 	 	
 
In  een  initiatiefn	ota  van  GroenLinks	 worden  een 	
aantal  concrete  voorstellen	 ingebracht	 om  de 	vrije 	
marktwerking uit de volkshuisvesting te halen	. 	
 
Trouw schetst	 een aantal reflecterende lessen over de 	
marktwerking.  Les  één  is  dat  de  overheid  altijd  met 	
een visie en beleid m	oeten komen. Les twee is dat de 	
politiek niet zo goed is in langetermijndenken, omdat 
de  nieuwe  verkiezingen  de  stip  op  de  horizon  zijn. 
Decentralisatie  is  de  laatste  jaren  het  antwoord.  Op 
decentraal niveau is de prioriteit voor wonen groot en 
wordt  de  st	eun  vanuit  de  Rijksoverheid  vaak  gemist. 	
De  derde  les  is  dat  de  politieke  prioriteit  en  de 
organisatiekracht om het woonprobleem op te lossen 
lijkt te ontbreken. 	 	
 
De  lessen  die  Trouw  schetst	, zijn  boeiend.  Heeft  de 	
overheid  een  duidelijke  visie  en  beleid  op  de  actuele 
thema's?  =s  de  politiek  wel  in  staat  om 	voor	 de  lange 	
termijn beleid te ontwikkelen, als de politieke termijn 
'slechts'  vier  jaar  bedraagt?  Wat  is  de  reden  dat  de 
decentrale over	heden zich alleen voelen staan? Welke  	
lessen kan Den Haag trekken? Wordt er in dit dossier 
ook  teveel  op  de  actualiteiten  gereageerd  en  minder 
op de fundamentele vraagstukken?	 	
Kunnen  we  wel  van  marktwerking  op  de 
woningmarkt spreken?	 	
 
In 	ons  land  is	 de wo	ning	markt 	net  als 	in  de  meeste 	
westerse 	economieën  gereguleerd.  Zo  kennen  we  in 	
Nederland  hypotheekregels,  hebben  we 
bestemmingsplannen,  vergunningaanvragen,  een 
bouwbesluit en vele andere vormen van regulering. 	 	
Al deze regels zijn vastgelegd in wetten. 	 	
 
Er  is  al 	decennia	 een  golfbeweging  tussen  regulering 	
en  marktwerking	 	te  bespeuren	. 	De 	
verkiezingsprogramma's  tonen  veel  trekjes  van  een 
drang naar meer regulering en sturing. Na 	vijftien 	jaar 	
'marktwerking  en  liberaal  beleid'  is  het 	wel  mooi 	
geweest. T	ijd	 voor	 meer	 regulering	, lijkt het devies te 	
zijn	. 	
 
Eerherstel  van  woningcorporaties	 de	 sleutel  tot 	
succes?	 	
 
Veel politieke partijen zien	 voor	 de woningcorporatie	s   	
een  belangrijke  rol  weggelegd 	voor  het  bouwen  van 	
voldoende,  kwalitatieve	,  duurzam	e en  betaalbare 	
woningen.  Het  afschaffen	,  of 	wijzigen	 van  de 	
verhuurderheffing  zou  corporaties  weer  in  staat 
moeten  stellen 	om  meer  te 	kunnen 	bouwen.	 	
Smeulders	 (GroenLinks)	 wil	 de  afschaffing    van  de 	
verhuurderheffing 	tevens 	inzetten 	als 	
investeringsfonds 	om  de  woningvoorraad  van 	
corporaties  te  verduurzamen.	 De  PVDA,  CDA,  D66 en 	
SGP  zien  in  de  corporaties  ook  de  organisatie	s om
5 	
meer  voor  de  middengroep	en  te	 bouwen. 	Hierdoor 	
hebben mensen ook de keuze om betaalbaar te huren 
bij iemand die geen winstoogmerk h	eeft.	  	
De SP gaat een stap verder. De woningcorporatie komt 
deels  in  handen  van  de  huurders.  Huurders  krijgen 
meer  zeggenschap  over  hun  eigen  leef	- 	en 	
woonomgeving,  zo  staat  in  het 
verkiezingsprogramma.	 Beckerman	 (SP)	 licht  in  een 	
interview  toe  dat  die  vis	ie  op  corporaties  breder  en 	
genuanceerder  ligt.  De  corporatie  komt  niet  letterlijk 
in  handen  van  de  huurders;  het  is  bedoeld  als  een 
democratiseringsbeweging.  Ook  mogen  corporaties 
wat  de  SP  betreft  middenhuur  gaan  aanbieden. 
Daardoor krijgen de wijken een	 diverse samenstelling 	
van bewoners, wat bijdraagt aan de leefbaarheid. Op 
dit laatste punt is GroenLinks het eens met de SP. Deze 
vorm van sturing op kwaliteit van de leefomgeving en 
wijksamenstelling is wat de SP betreft een voorwaarde 
om meer zeggenscha	p bij huurders neer te leggen.	 	
De verhuurderheffing wordt door veel partijen gezien 
als  een  instrument  om 	op  woningbouwproductie	, en 	
voor sommige partijen ook op verduurzaming	, van de 	
bestaande woningvoorraad	 te sturen.	  	
Het  afschaffen  van  de  heffing  kan  op  veel  bijval  van 
experts rekenen. Zo is 	Priemus buitengewoon kritisch 	
op het huidige beleid. De verhuurderheffing ziet hij als 
één van de ergste punten uit het huidige beleid en ziet 
de heffing dan ook graag zo snel moge	lijk verdwijnen. 	
Ook  Leeflang  denkt 	dat  corporaties  en  coöperaties 	
voor  de  toekomst  belangrijk  zijn. Geef  de  corporaties 
weer een belangrijkere rol, ook in de maatschappelijke 
doelen  en  zorg  voor  gedeeld  eigendom  richting  de 
toekomst,  aldus  Leeflang. 	Tegel	ijkertijd  moeten  we 	
wel  oppassen  dat  het  Rijk  niet  de  enige  organisatie 
voor uitvoering is, 	zo stelt 	hij.	 	
Verdaas  ziet  de 	verhuurderheffing  als  een  soort  straf 	
die  destijds  uiteraard  een  ratio  had	. Dat  de 	
woningcorporaties weer meer ruimte krijgen	, vind	t hij 	
zeer welkom.	 Prestatieafspraken zijn belangrijk	 en een 	
prima instrument om mee te sturen	.  	
De  enige  partij	1 die  de  verhuurderheffing  niet  wil 	
afschaffen, 	is  de  VVD. 	'De  inkomsten  uit  de 	
verhuurderheffing 	worden namelijk goed besteed	. Dat 	
geld 	gaat naa	r allerlei taken	; zoals de politie, onderwijs 	
en  de  zorg. 	Het  is  dus  niet  zo  dat  het  geld  wordt 	
verbrand. 	 	
 	1 Die door ons zijn geanalyseerd.	 	
Andere  partijen  melden  vervolgens  niet  hoe  ze  de 
gemist  inkomsten  dekken. 	Corporaties  maken  een 	
forse  winst	 en  ontvangen  behoorlijk  wat  subsidies	. 	
Woningcorporaties  kunnen  wel  een  korting  op  de 
verhuurderheffing  krijgen  als  de 
woningbouw	aantallen  wel  worden  gehaald  en 	
omgekeerd	', stelt Koerhuis 	(VVD)	.  	
 
Werkt	 de  Ladder voor Duurzame Verstedelijking?	 	
De 	Ladder  voor  Duurzame  Verstedelijking    is  als 	
afwegingskader  bedoeld  en  streeft  transparante 
besluitvorming  na.  Het  doel  van  de  Ladder  is 
voornamelijk om een zorgvuldig en duurzaam gebruik 
van de ruimte na te streven.	 	
 
Deze  ladder  is  slechts  een  van  de  vele	 instrumenten 	
die wordt ingezet bij de vorming van ruimtelijk beleid 
en  de  uitvoering  daarvan.  De  ruimtelijke  ordening  en 
bijbehorend beleid is een complex onderwerp dat niet 
in één artikel gevat kan worden. De eerder genoemde 
Ladder  voor  Duurzame  Verstede	lijking  is  een  mooi 	
instrument  waarmee  we  de  discussie  kunnen  voeren 
over die verstedelijking. Vanzelfsprekend zijn er meer 
instrumenten. 	 	
 
De  VVD  is  voorstander  van  de  afschaffing  van  de 
ladder. Koerhuis vindt de wirwar aan regelgeving één 
van  de  belangri	jkste  oorzaken  van  de  lage 	
bouwproductie. :ij ziet ontwikkelaars vooral 'strijden' 
met  gemeentes  en  provincies.	 Door onder  andere  de 	
Ladder af te schaffen kun je meer woningen bouwen, 
is het idee van de VVD.	 	
 
Het  doel  van  de  Ladder  is  niet  om  overal  te  bou	wen 	
waar je maar kunt, maar juist om een betere afweging 
te  kunnen  maken  met  andere  ruimtelijke  prioriteiten 
over de meest geschikte locaties. 	   	
 
In  een  kamerbrief  van  minister  Ollongren  (2019)  lijkt 
het niet aannemelijk dat de 	Ladder voor vertraging en 	
een tekort aan bouwlocaties zorgt. Zowel gemeenten 
als provincies zijn redelijk positief over het instrument 
en  ervaren  het 	werken  met  de  Ladder 	niet  als  een 	
belemmering. 	 	
Het  overprogrammeren  wordt  wel  aanbevolen  om 
planuitval te beperken. Minister Ollongr	en geeft in de 	
kamerbrief aan geen voorstander te zijn van	 een vast 	
percentage  overprog	rammering	, omdat	 zij dit	 als
6 	
maatwerk	 ziet	.  Tenslotte  wordt  in  de  Kamerbrief 	
aangegeven  dat  de  NOVI  een  belangrijk  instrument 
wordt  voor  de 	verstedelijkingsstrategie.  In	 	dit 	
programma  wordt  nog  onderzocht  welke onderdelen 
juridisch  vast  worden  gelegd.	 Dit  kan  consequenties 	
hebben  voor  de  Ladder	 	voor	 	Duurzame 	
Verstedelijking	. 	
 
Is er één sleutel die tot de oplossing leidt?	 	
 
Nee  die  is  er  zeker  niet.  De  ruimtelijke  opgaven  van 
Nederland zijn complex. De schaarse ruimte maakt dat 
we naast ieder dubbeltje, ook iedere hectare moeten 
omdraaien  bij  het  maken  van  keuzes.  Landbouw, 
natuur,  woningbouw,  bedrijventerreinen, 
datacenters,	 mobiliteit en energie: allemaal vragen ze 	
om ruimte. Het is juist die samenhang die nodig is om 
te  komen  tot  een  gebalanceerde  verdeling  van  de 
ruimte.  Politiek  Nederland  lijkt  dit  meer  en  meer  te 
beseffen. De NOVI en de 	Omgevingswet sorteren daar 	
op  voor	.  De  vraag  is  echter:  Hóe  gaan  we  uitvoering 	
geven  aan  die  integrale  visie  op  de  invulling  van  de 
ruimte?  Hoe  kan  men  komen  tot  een 
sectoroverstijgende  visie  die  gericht  is  op  de  lange 
termijn	? Moeten  we  de  discussie  voeren  over  welke 	
meters  grond  we  waarv	oor  gebruiken?  Of  is  ligt  de 	
werkelijke discussie een laag daar boven? Gaat het om 
een samenhangende, op lange termijn gerichte visie? 
Die  vervolgens  overigens  óók  nog  uitvoering  moet 
worden gebracht ?	 	
 
Veel  partijen	 lijken	 in  de  oprichting  van  een  nieuw 	
ministerie 	juist een 	sleutel te zien.	 	
 
Is e	en nieuw ministerie	 de 	sleutel	? 	
Als  er 	éé	n  onderwerp  is  waar 	de 	meeste 	politieke 	
partijen	 het over	 eens lijken	 te zijn	, dan is het wel dat 	
de  centrale  overheid  weer  meer  regie  moet 	voeren. 	
De  manier  waarop  is  weer 	een  andere  discussie 	
uiteraard.	  	
Het  CDA  ziet  graag  een  ministerie,  gelijk  aan  VROM, 
terugkeren.  Terwijl  het  CDA  samen  met  de  VVD  een 
van  de  drijvende  krachten  was  achter  de  afschaffing 
van  het  ministerie  in  2010.  Voormalig  CDA  kamerlid 
Koopmans  heeft  het 	ministerie  naar  eigen  zeggen 	
ervaren  als  een  hardnekkige  tegenstander  in  plaats 
van  een  medestander.  Er  werd  vaak  vanuit  een 
wantrouwen  gewerkt. 	Zo  werden  enorme 	
boekwerken  gemaakt,	 waartegen  het  bedrijfsleven 	
onder andere in opstand kwam. De drie redenen 	voor 	
de afschaffing waren volgens Koopmans ten eerste de 
ongebreidelde  regelzucht.  Ten  tweede  was  er  een 
drang  naar  een  kleinere  overheid  met  minder 
ministeries, en tenslotte de wens tot het creëren van 
meer samenhang in de besluitvorming.	 	
VROM  en  Verkeer 	en  Waterstaat  raakten  elkaar  zo 	
nauw,  dat  het  destijds  een  logische  stap  leek  om  de 
ministeries  samen  te  voege	n. 	Leeflang  was  destijds 	
van  mening  dat  het  samenvoegen  van  de  ministeries 
tot  betere  samenwerking  zou  leiden. 	Dit  bleek 	
achteraf enigszins een ut	opie te zijn. 	 	
Nu  wil  het  CDA  weer  een  ministerie,  of  soortgelijk 
ministerie  van  VROM	, herinvoeren.  Kwestie  van 	
voortschrijdend  inzicht,  of  is  er  meer  aan  de  hand? 
Waarom  zou  een  nieuw  ministerie  nu  wel  de 
'problemen	' kunnen oplossen? 	 	
In  december  2020  berichtte 	Rob  van  Hilten  al 	in  zijn 	
artikel   	"Gewenst,  noodzakelijk,  waarschijnlijk	" dat 	
veel partijen pleiten voor meer samenhang tussen	 de 	
verschillende  beleidsterreinen.  De  terugkeer  van  een 
ministerie van VROM zou hieraan bij moeten dragen. 	 	
Groen	Links  noemt  het  een  minis	terie  van 	
Volkshuisvesting	, aldus Smeulders	. H	et rijk 	moet 	meer 	
regie	 nemen  bij  de  integrale  afstemming  van  de 	
beleidsprioriteiten  en 	moet 	daarbij  ook  de 	
bijbehorende  budgetten  leveren.	 De  urgentie  van  de 	
woningbouwopgave ligt daar mede aan ten grondslag.	 	
De  PvdA 	vindt  dat	 er  één ministerie verantwoordelijk	 	
moet 	zijn	 voor d	e ruimte en de woningbouw	, zodat er 	
meer  samenhang  tussen  de  verschillende 
beleidsterreinen  ontstaat.	 De  SP  pleit  voor  een 	
nationaal bouwplan	 en voor een nieuw min	isterie van 	
Wonen. 	In  het  gesprek  met  Beckerman  werd  dit 	
voorstel  aangevuld  met	 een  ministeri	e  van 	Ruimte  in 	
plaats  van  Wonen. 	Ook  bij  de  SP  gaat  het  om  de 	
samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen.	  	
De  Partij voor  de Dieren  is geen voorstander van  een 
nieuw  ministerie  maar  wil  wel  een  minister  voor 
Volkshuisvesting  én  een  minister  voor  R	egionale 	
Ontwikkeling waarbij laatstgenoemde een Programma 
voor  de  ontwikkeling  van  de  Regio  maakt.  Mede 
daarmee willen zij vooral sturen op gemengde wijken. 
De  kwaliteit  van  de  leefomgeving  moet  leidend  zijn. 
Daarnaast  is  de Partij 	voor  de  Dieren 	van meni	ng  dat 	
deels  herbestemming  van	 	landbouwgronden 	
acceptabel, en zelfs wenselijk is.	 Een samenhangende 	
visie op de ruimtelijke ordening, duurzame landbouw,
7 	
regionale voedselproductie en natuur is een belangrijk 
onderdeel in het verkiezingsprogramma.   	 	
De  Chr	istenUnie  onderschrijft  het  standpunt  van  de 	
Partij  voor  de  Dieren  als  het  gaat  om  regionalisering 
van  landb	ouw  en  voedselproductie  en  stelt  dat  zij 	
waarde  hechten  aan  sturing  op  sterke  economische 
clusters  en  clustering  van  functies  in 	krimpgebieden. 	
Een  uitspraak  over  eventuele  nieuwe  ministeries  of 
ministers doe	t de ChristenUnie 	vooralsnog	 niet	 2.  	
De  VVD  ziet  vooralsnog  niets  in een  herinvoering  van 
het  ministerie  van  VROM.  Zo  ziet  Koerhuis	 de 	
maakbaarheid van de samenleving 	en de st	rijd om de 	
ruimte niet 	zo in. Vanuit macro perspectief redeneren 	
over de indeling van Nederland lijkt hem 	onnodig	. Wel 	
is hij	 van mening	 dat Den Haag meer moet regisseren 	
en  ingrijpen,  door  onder  andere  bouwlocaties  aan  te 
wijzen en minder regeldruk te cre	ëren. 	Dit past bij de 	
huidige  bevoegdheden  van  de  minister.	 	Een 	
systeemwijziging is dan ook niet nodig.	 	
De  discus	sie  binnen  de  partijprogramma	's gaat 	dus 	
voornamelijk over meer regie en sturing van het 	Rijk.	 	
De  energietransitie,  stikstof,  landbouw,  natuur, 
binnen	- 	en  buitenstedelijk  bouwen  lijken  de 	
aanleiding  te  zijn  om  meer  vanuit  Den  Haag  te 
regisseren.  	 	
Minister 	Ollongren	 informeert de Kamer in 2020 over 	
het  belang  van  meer  regie  van  het  Rijk. 	Zij	 geeft  aan 	
dat  d	e  toenemende  druk  op  de  leefomgeving  en  de 	
fundamentele  keuzes  die  daarvoor  nodig  zijn	,  niet 	
alleen  door 	 gemeenten 	opgelost k	unne	n  worden	. Zij 	
benoemt hiermee fei	telijk de strijd om de ruimte. 	 	
Volgens Smeulders  is een nieuw ministerie niet alleen 
belangrijk  voor  de  beeldvorming,  maar  ook  voor  de 
verhoudingen  in  Den  Haag.  Net  als  de  PvdA  en  D66 
vindt ook GroenLinks het onbegrijpelijk dat Wonen er	 	
binnen het minist	erie van Binnenlandse Zaken	 nu 'een 	
beetje bijgedaan wordt' terwijl het een urgent thema 
is. 	 	
D66  gaat  voor  het  oude  ministerie  van  VROM,  maar 
geen  'V'  van  volkshuisvesting  maar  een  'W'  van 
Wonen omdat dit een bredere lading dekt, aldus Van 
Eijs	 (D66)	.  Vol	gens  Nijboer  (PvdA)  kan  de  'M'  van 	
VROM ook voor mobiliteit staan vanwege de behoefte 
op  een  meer  integrale  benadering.  Maar  het  gaat  er 
vooral om dat één ministerie verantwoordelijk is voor 	
 	2 Op het moment van analyseren in december 2020 had 
ChristenUnie nog geen (concept) verkiezingsprogramma 
beschikbaar.	 	
de  ruimte  in  Nederland  en  de  woningbouw.  Het  CDA 
is  het  hiermee  e	ens  en  vindt  dat  er  behoefte  is  aan 	
samenhang en centrale regie, maar hoe dit ministerie 
moet heten is minder belangrijk, aldus Terpstra	 (CDA)	. 	
De SP wil een nieuw ministerie van Wonen, al zou dat 
dus ook een ministerie van Ruimte kunnen zijn. De SGP 
en Ch	ristenUnie gaan verder niet in op de toevoeging 	
van een nieuw ministerie.	  	
Maar  waar  gaat  dit  nieuwe  ministerie  zich  dan  mee 
bezig houden	 en is dit de oplossing?	  	
Volgens Leeflang zit er een grote nostalgische lijn 	in de 	
drang	 naar	 een terugkeer 	van 	een mi	nisterie.	 Verdaas 	
geeft  aan  dat  een  nieuw 	ministerie	 niet  zoveel  gaat 	
oplossen	.  De 	'strijd	' gaat 	voornamelijk 	tussen	 de 	
verschillende belangen. Een nieuw kabinet moet toch 
weer afspraken zien te maken. 	Volgens Priemus moet 	
een  nieuw  ministerie 	daarom 	gaan 	over  meer 	dan 	
alleen  wonen,  of  ruimtelijke  ordening. 	Hij  pleit  voor 	
een  meer  integrale  visie	; het  gaat  om  de  samenhan	g 	
tussen  de  verschillende  belangen	 en  domeinen	.  Het 	
gevaar	 is  dat	 een  nieuw	 ministerie 	 voornamelijk  in 	
dienst  komt  te  staan  van  het  woonvraagstuk	 terwijl 	
andere	 fundamentele  vragen  dan  onbeantwoord 	
blijven	.  	
Verdaas hoopt dat er geen nieuw departement wor	dt 	
gecreëerd  omdat  dit	 tot  vertraging 	van  de  uitvoering 	
kan	 leiden.  Hij  stelt  dat  de  allergrootste  les  uit  het 	
verleden  is  dat  we  achter  de  feiten  aan  lopen. 	De 	
politiek  is  reactief  op  urgente  maatschappelijke 
discussies,  zo  werkt  dat  tenslotte  in  een  demo	cratie. 	
Ons  land  is  nooit  af  omdat  er  altijd  nieuwe  opgaven 
liggen.	 De politieke zoektocht op dit moment is hoe we 	
daar  weer  meer  'sturing'  aan  kunnen  geven. 	Volgens 	
Leeflang  is  het  sectorale  denken  een  van  de  redenen 
van  die  zoektocht.	 Beckerman  herkent  d	at  standpunt 	
en  onderschrijft  de  te  sterk  sectorale  manier  van 
denken en werken in Den Haag.	 	
Reflectie, visie en samenhang noodzakelijk	? 	
Het  gaat  niet  zozeer  om  de  naam  van  het  eventuele 
nieuwe  ministerie.  Het  gaat  ook  niet  om  individuele 
maatregelen  zoal	s de verhuurderheffing of de Ladder 	
voor 	Duurzame 	Verstedelijking. 	 	
Waar het echt om zou moeten gaan	, is de reflectie op 	
het systeem en de manier van handelen, in plaats van 
te  reageren  op  de  korte  termijn	. In  wat  voor  land
8 	
willen  we  wonen?  Hebben  we  het  alleen  over 
woningaantallen,  of  moeten  we ook  kijken  naar  onze 
vorm van bezit en naar de kwalitatieve 	woonbehoefte, 	
in  plaats  van  voornamelijk  op  aantallen  te  focussen? 
Hoe  denken  we  over  kernenergie?	 Hoe  denken  we 	
over  de  toekomst van  de  landbouw?	 Hoe  kunnen  we 	
samenhang tussen het beleid creëren?	 	
De	ze 	fundamentele  discussie	s 	zijn  tijdens  de 	
afgelopen  kab	inetsperiode  op  Rijksniveau  niet 	echt 	
gevoerd, waardoor de thema's nu hoog op de agenda 
staan.	  	
 
Is samenhang het toverwoord?	  	
De experts zijn het over één onderdeel expliciet eens 
en dat is dat er meer samenhang moet komen tussen 
de  opgaven  en  ministeries.  De  sectorale  en  korte 
termijn  aanpak  zorgt  niet  voor  oplossingen.  Het 
eventueel  nieuw  te  vormen  ministerie  loopt  ook  het 
risi	co om in een sectorale aanpak te verzanden.  	 	
 
Leeflang  pleit 	daarom 	voor  een  facetminister  van 	
Leefomgeving,	 met budget,	 die over de sectoren heen 	
kan  werken.  Vergelijkbaar  met  de  minister  van 
financiën	 die ook 	domeinoverstijgend	 werkt.	 	
 
Het  meest  pakkend	e  voorbeeld  lijkt  ook  wel  de 	
Regionale  Energiestrategie  (	RES	) te  zijn.  Als  je  alle 	
kaarten 	aan elkaar plakt en deze eens goed bekijkt, zie 	
je dan een 	land 	waar je graag wil	t wonen? 	Dat vraagt 	
Leeflang  zich  hard	op  af  en 	be	antwoord	t  deze  vraag 	
vervolgens doo	r te st	ellen	 dat dat zeker niet het geval 	
is.  Hij  juicht  de  initiatieven  van  iedere  RES  toe  maar 
pleit vervolgens wel voor regie op nationaal niveau	. 	
Waarom moet iedere regio aan 	dezelfde 	voorwaarden 	
voldoen	? In  de 	Achterhoek 	is 	misschien  wel  meer 	
ruimte	 om windmolens te plaatsen? 	In de Randstad is 	
die ruimte er 	in minder mate	. Zo heeft iedere regio zijn 	
kansen en beperkingen. 	Bekijk 	de samenhang	.  	
Volgens de experts is	 de verantwoordelijkheid 	voor de 	
uitvoering  door 	de  regio	's het  uitgangspunt	 en  d	at 	
moet  ook  zo  blijven	. Een  visie  vanuit  de  regio  en  de 	
gemeenten  is  volgens  Leeflang  belangrijk.	 Je  hoeft 	
geen  nieuw  (publiek)  stelsel  te  bouwen	.  Maar 	het  is 	
niet  wenselijk  om 	een  nieuwe 	weg	 of  infrastruct	uur 	
aan	 te 	leggen zonder dat daar 	bijvoorbeeld 	de 	opgave 	
van de 	energietran	sitie in 	is meegenomen. 	Je zou over 	
de  vakdepartementen  heen  moeten  kijken	. 	
Vervolgens  k	an er 	alleen  aanspraak 	ge	ma	akt worden 	
op budget als de samenhang is bekeken.	 	
Volgens	 Verdaas  kan  de  NOVI  een  belangrijk 	
instrument  zijn. 	Maak  iemand  in  Den  Haag 	
verantwoordelijk  voor  de  NOVI.  Op  dit  moment  is  de 
NOVI bovendien nog niet concreet genoeg om iemand 
echt  te  raken.  Een  NOVEX  (NOVI  Extra)  waarin  de 
meest  fundamentele  vraagstukken  worden 
beantwoord  zou  een  logische  vervolgstap  zijn	. 	
Bijvoorbeeld of er nu wel of niet extra in krimpregio's 
geïnvesteerd moet worden.	 	
De  discussie 	in  Den  Haag 	zou 	niet  moeten  gaan  over 	
wáá	r we een woonwijk willen bouwen, of w	áá	r we een 	
windmolen 	moeten 	plaatsen.	  Den  Haag  zou  weer 	
meer als 	sparringpartner	 moeten opereren. De vragen 	
die  je  vanuit  Den  Haag	 in  een  regiefunctie	 volgens	 	
Leeflang 	moet	 stellen	, zijn	: "Hoe  kan  ik	 (je)	 de  regio 	
helpen?	 Wat is er nodig om op te schalen?	" 	
Geen  discussie  tussen  overheidslagen  en  nieuwe 
departementen, maar 	samen 	het	 pu	re dialoog voeren	 	
en de	ze hulpvrag	en	 stellen	.  	
Neem  de  uitkomsten  van 	die  dialogen	 mee  en  voer 	
daar  de  fundamentele  gesprekken  en  reflecteer  met 
de 	Kamer,  in  plaats  van	 van	uit  Den  Haag  te 	
touwtrekken  over  meer  sturing	 of  loslaten.  Zoek  de 	
verbinding,  gooi 	piketpalen  om,  ko	rtom  maak  een 	
visie,  samen  met  lokale  overheden	,  ondernemers  en 	
bewoners	.  	
Samenhang  en  integrale  benadering  lijke	n  de 	
sleutelwoorden  tot  succes. 	Of  een  nieuw  ministerie, 	
een  facetminister,  het  aanwijzen  van  bouwlocaties, 
het  afschaffen  va	n  regels  en  de  vereenvoudiging  van 	
procedures  oplossing	en	 zijn	, is  wellicht  minder	 	
relevant.  Iedere  partij  heeft  ideeën,  die  in  een 
bepaalde  omvang  een  bijdrage  kunnen  leveren  aan 
het oplossen van de huidige opgave.  	Iedere partij en 	
persoon  kijkt  door  een  andere  bril  naar  de 
werkelijkheid. 	 	
De politieke	- en praktische haalbaarheid kun je alleen 	
behalen  als 	je  reflecteert  en 	van  het  verleden  leert. 	
Volgens ons voorkom je dán dat je geleerde lessen uit 
het verleden opni	euw moet leren	 en onnodige lessen 	
krijgt.
9 	
Bronnen:	 
Daamen, T., Verdaas, C. (2021). 	
Gebiedsontwikkeling is terug van nooit weggeweest. 
Gebiedsontwikkeling.nu 	Geraadpleegd op 22 januari 	
2021, van 
https://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/gebie
dsontwi	kkeling	-terug	-van	-nooit	-weggeweest/	 	
Gebiedsontwikkeling. (2020). Kajsa Ollongren 	
neemt visie leerstoel Gebiedsontwikkeling over grote 
ruimtelijke opgaven in ontvangst. 
Gebiedsontwikkeling.nu 	Geraadpleegd op 14 januari 	
2021, van 
https://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/kajsa
-ollongren	-neemt	-visie	-leerstoel	-	
gebiedsontwikkeling	-over	-grote	-ruimtelijke	-opgaven	-	
ontvangst/	 	
GroenLinks. (2019, 12 maart). Groen	Links wil 	
marktwerking in huursector afschaffen. 
Geraadpleegd op 6 januari 2	021, van 	
https://groenlinks.nl/nieuws/groenlinks	-wil	-	
marktwerking	-huursector	-afschaffen	-0 	
Hochstenbach, C. (2020, 19 februari). Waar 	
blijft onze minister van Wonen? 	RTL Nieuws. 	
Geraadpleegd op 6 januari 2021, van 
https://www.rtlnieuws.nl/economie/opinie/co	lumn/	
5027526/blok	-woningmarkt	-veldhoven	-crisis	-	
woningnood	-huizenprijzen	-daklozen	 	
Hofs, Y. (2020, 13 oktober). Schouten haalt 	
met omweggetje van 1 miljard euro rem eraf voor 
een deel van de woningbouw. 	Volkskrant. 	
Geraadpleegd op 20 januari 2021, van 
https:	//www.volkskrant.nl/nieuws	-	
achtergrond/schouten	-haalt	-met	-omweggetje	-van	-1-	
miljard	-euro	-rem	-eraf	-voor	-een	-deel	-van	-de	-	
woningbouw~b1d41b40/	 	
Hypotheker. (20 februari, 2020). 	Tweede 	
kamer debatteert over wooncrisis. 	Geraadpleegd op 	
14 januari 2021, van 
https:	//www.hypotheker.nl/actueel/nieuwsberichten	
/2020/tweede	-kamer	-debatteert	-over	-wooncrisis/	 	
Markus, N. (2020, 30 oktober). Klimaatdoel 	
2030 raakt uit zicht, kabinet kondigt extra 
maatregelen aan. 	Trouw. 	Geraadpleegd op 22 januari 	
2021, van 
https://www.trouw.	nl/politiek/klimaatdoel	-2030	-	
raakt	-uit	-zicht	-kabinet	-kondigt	-extra	-maatregelen	-	
aan~ba2d93e1/	 	
Ministerie van Binnenlandse Zaken en 	
Koninkrijkrelaties. (2019, 29 augustus). 	Kamerbrief 	
over rapport Ladder voor duurzame verstedelijking. 
Geraadpleegd op 22 janu	ari 2021, van 	
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstu
kken/2019/08/29/kamerbrief	-over	-rapport	-ladder	-	
voor	-duurzame	-verstedelijking	 	
Mulder, K. (2010). Handboek voor 	
waarzeggers: Waarom leren we niet van onderzoek? 
Waarheidsvinding in de stedelijke v	ernieuwing, een 	
kentheoretische verkenning.	 	
Muskee, M. (2020, 12 juni). Landelijke regie 	
bij woningbouw	- Samen bouwen. 	VNG. 	Geraadpleegd 	
op 8 januari 2021, van 
https://vng.nl/artikelen/landelijke	-regie	-bij	-	
woningbouw	-samen	-bouwen	 	
NieuwsNL. (2021, 1 februar	i). Woningtekort 	
loopt de komende jaren verder op. Geraadpleegd op 
20 januari, van 
https://nieuws.nl/economie/20210201/woningtekort
-loopt	-de	-komende	-jaren	-verder	-op/	 	
Obbink, H. (2020). Zo kwam Nederland aan 	
een tekort van 331.000 woningen. 	Trouw. 	
Geraadple	egd op 21 januari 2021, van 	
https://www.trouw.nl/economie/zo	-kwam	-	
nederland	-aan	-een	-tekort	-van	-331	-000	-	
woningen~b04d8d53/	 	
Rijksoverheid. (2020, 15 j	uni). 	Staat van de 	
woningmarkt 2020	. Geraadpleegd op 20 januari, van 	
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/0
6/15/staat	-van	-de	-woningmarkt	-2020	 	
Rothbard, M. N. (2008). 	Free Market. 	The 	
Library of Economics and Liberty. 	Geraadpleegd op 21 	
januari, van 
https://www.econlib.org/library/Enc/FreeMarket.ht
ml	 	
Trouw. (2017	, 15 november). 	Bijklussen in de 	
B&B is niets voor Stef Blok.	 Geraadpleegd op 21 	
januari 2021, van 
https://www.trouw.nl/nieuws/bijklussen	-in-de	-b-b-	
is-niets	-voor	-stef	-blok~b83f6a51/	 	
Tweede Kamer. (2019, 19 februari). 	Plenaire 	
vergadering 19 februari 2019. 	Geraadpleegd op 21 	
januari 2021, van 
https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering
/plenaire_vergaderingen/details?date=19	-02	-2019
10	 	
Tweede Kamer. (2021, 19 januari). 	Debat 	
over verslag commissie kinderopvangtoeslag en 
aftreden kabinet. 	Geraadpleegd op 21 j	anuari 2021, 	
van 
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenair
e_verslagen/kamer_in_het_kort/debat	-over	-verslag	-	
commissie	-kinderopvangtoeslag	 	
Visser, J.P. (2020, 16 mei). De woningmarkt 	
kan wel wat marktwerking gebruiken. 	Wynia's Week. 	
Geraadpleegd op 6 j	anuari 2021, van 	
https://www.wyniasweek.nl/de	-woningmarkt	-kan	-	
wel	-wat	-marktwerking	-gebruiken/	 	
Wageningen University & Research. (2019). 	
Een 	natuurlijkere toekomst voor Nederland in 2120.	 	
Warbroek, B. (2011, 13 mei). Waarom VROM 	
moest verdwijnen. 	Binnenlands Bestuur. 	
Geraadpleegd op 8 januari 2021, van 
https://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur	-en	-	
organisatie/achtergrond/achtergrond/waarom	-vrom	-	
moest	-verdwijnen.1126531.lynkx                  
                 
              
Reacties