Mensen in Nederland zijn gemiddeld genomen nog altijd erg tevreden met hun woning en hun woonomgeving, zo blijkt uit de jongste editie van Woononderzoek Nederland. Maar uit het onderzoek blijkt ook dat ruim twintig procent van de huishoudens zegt last te hebben van schimmel en vocht in de woning. Drie jaar geleden was dit nog 15 procent. Ook het goed kunnen koelen van de woning wordt door klimaatverandering een steeds groter probleem. Een kwart van de kopers en bijna de helft van de huurders kan het huis op hete dagen niet op een aangename temperatuur houden. Met name bewoners van appartementen hebben hier het meeste last van.
Nederland kan zoveel beter, dus. Om woningcorporaties onder meer in staat te stellen de kwaliteit van hun woningvoorraad te verbeteren – en via kostbare ingrepen schimmel en hitte te bestrijden - is het belangrijk dat zij kunnen vertrouwen op stabiele kasstromen, zo betoogt emeritus-hoogleraar en woningmarktonderzoeker Johan Conijn. Het ergert hem dat de landelijke politiek, van links tot rechts, de corporatiesector telkens opnieuw gebruikt voor inkomenspolitiek. Een ‘boodschappenbonus’ klinkt sympathiek, maar als de huren niet voldoende meestijgen met toenemende personeels- en de bouwkosten, dan komt elke woningcorporatie vroeg of laat in de financiële problemen. Hij is voorstander van het openbreken van de Nationale Prestatieafspraken en onderhandelingen over een ‘sociaal huurakkoord’.
Beter kan het ook in onze gemengde stadswijken. In Amsterdam Nieuw-West zijn miljarden geïnvesteerd in vernieuwing van de sociale woningvoorraad en toevoeging van dure huur- en koopwoningen voor nieuwe doelgroepen. Die nieuwe bewoners, zo is de heersende opvatting, zijn belangrijk om de sfeer in een buurt te veranderen en voorzieningen op peil te houden. Maar hoe gaat het met die oorspronkelijke bewoners? Zij profiteren nauwelijks van al die investeringen. Jeroen van der Velden (Platform31) en Matthijs Uyterlinde (Verwey-Jonker Instituut) pleiten voor een frisse blik in de zoektocht naar het goede antwoord op de vraag hoe menging kan bijdragen aan respectvol en inclusief samenleven.
En in de leefomgeving van alledag valt wellicht ook nog wel iets te verbeteren. De Eo Wijersstichting heeft voor de komende prijsvraag een spannende vraag geformuleerd. Hoe kunnen de ontwerpers van ons landschap bijdragen aan een gezonde leefomgeving? De stichting wil dat er verder wordt gedacht dan een buurtje waar de bewoners worden gestimuleerd meer te bewegen. In Zuidoost-Drenthe en in het aanpalende deel van Overijssel hopen ze van ontwerpers handvatten te krijgen om de leefomgeving zo in te richten, dat het makkelijk en logisch wordt gezonde keuzes te maken. Daarnaast zou het mooi zijn als provincies en gemeenten concrete voorstellen krijgen om bewoners veerkrachtiger te maken.
Bert Pots
Senior redacteur
Om de totale pdf te lezen, klik hieronder op 'Download artikel als pdf' (zichtbaar na inloggen)
Reacties