Is de stad van straks een andere stad dan die van gisteren en nu? En zo ja, welke veranderingen kunnen we verwachten? Bevolkingsgroepen trekken van en naar de stad. De laatste jaren bewegen verschillende groepen zich weer naar de stad toe. Welke effecten hebben die demografische trends op de ruimtelijke en economische ontwikkeling van steden?
8 2015/03 S+ROThemaStad van straksIntroductieDenise VrolijkVakredacteur S+ROIllustratie: Max KismanIs de stad van straks een andere staddan die van gisteren en nu? En zo ja,welke veranderingen kunnen we ver-wachten? Bevolkingsgroepen trekkenvan en naar de stad. De laatste jarenbewegen verschillende groepen zichweer naar de stad toe. Welke effectenhebben die demografische trends op deruimtelijke en economische ontwikke-ling van steden?De stad is weer in trek bij jongvolwas-senen, jonge gezinnen, hoogopgeleidenen creatievelingen. Gezinnen kiezensteeds vaker voor een centraal stedelijkwoonmilieu en verhuizen minder naarde buitenwijk of groeikern. Hoogopge-leiden en creatievelingen vinden in destad een woon-werkmilieu dat aansluitbij de kleinschalige bedrijvigheid dieveel ZZP-ers in de huidige economieopstarten. Het lijkt dus goed te gaanmet de stad, de stad zit in de lift.De populariteit van de stad brengtverschillende bewegingen op gang.Steden werken als een magneetvoor jongvolwassenen, studenten enarbeidsmigranten omdat het centravan economische en culturele activi-teiten zijn met een groot aanbod hogeronderwijs. De stad is the place to bevoor deze bevolkingsgroepen, stellenFrank van Dam (gastredacteur van dezeS+RO-special) en Dorien Manting in deonlangs verschenen PBL-studie De stad:magneet, roltrap en spons.De stad fungeert daarbij niet alleen alsmagneet, maar ook als een sociaaleco-nomische roltrap. Na het voltooien vaneen opleiding maken jongvolwassenencarri?re op de stedelijke arbeids- enwoningmarkt. Ze komen aan het eindevan de sociaaleconomische roltrap enstappen er af om zich te vestigen in desuburbs of groeikernen in de nabijheidvan steden. Maar de laatste jaren gaatde roltrap niet langer in ??n bewegingomhoog, veel groepen blijven in destad wonen ? soms noodgedwongen.Daarmee verandert de relatie tussen destad en het ommeland. Moesten stedenvoorheen rekening houden met de bou-winspanningen van de buurgemeenten,tegenwoordig zijn het de omliggendegemeenten en (voormalige) groeikernendie rekening moeten houden met deplannen van de steden.Demografische ontwikkelingen wordengrotendeels bepaald door wat er bij debuurtgemeenten gebeurt, stellen VanDam en Manting. De huidige trek vangezinnen en jongvolwassenen naar destad vraagt om een woningbouwstra-tegie die verder kijkt dan de vraag naarwoningen op de korte termijn, en zichricht op de wederzijdse afhankelijkheidvan gemeenten in stedelijke regio's.Volgens Van Dam en Manting is ditaanleiding om de stedelijke regio weerop de bestuurlijke agenda te zetten.`In de jaren 1990 hebben we met zijnallen de stadsprovincies afgewezen,'schrijft Wim Derksen. `Is er reden omop die beslissing terug te komen nu deverhoudingen tussen stad en omme-land aan het veranderen zijn?' VolgensDerksen doet het binnenlands bestuurer goed aan de provincies op te heffenen gemeenten op te schalen. TinekeLupi pleit voor nieuw ruimtelijk beleiddat strategie en visie koppelt aanpraktische oplossingen die aansluitenbij wensen en bewegingen van mensen.`De stad groeit, dat betekent niet dat ernet zoveel nieuwe, reguliere woningennodig zijn. Oplossingen voor met namede toestroom van jongeren naar stedenliggen niet zozeer in schaal, maar juistcreatieve, flexibele woonvormen.'Dat de demografische trends ook kun-nen leiden tot een sterkere tweedelingin de stad laten Willem Boterman enWouter van Gent zien: `Met de deregule-ring en afbraak van de sociale huur-sector en de toenemende populariteitvan de stad zal de vrije woningmarkteen duidelijkere ruimtelijke tweedelingteweegbrengen tussen centrum en ste-delijke periferie.' Errik Buursink vindt dathierbij ??n belangrijke bevolkingsgroepvergeten wordt: de middelbaar opgelei-den. `De lagere middenklasse verliet dekernstad sinds 1960 in drommen en is erook niet teruggekeerd. Ondanks de her-nieuwde trek naar de stadscentra doensommige suburbane woonmilieus in deMetropoolregio Amsterdam (MRA) hetnog altijd goed. Het gaat om plaatsenals Haarlem, Amstelveen en Hilversum,maar ook de kleinere historische kernenEdam, Monnickendam, Broek in Water-land en Heemstede. Ze zijn in trek bijhoog opgeleide huishoudens op zoeknaar meer ruimte in combinatie met"stedelijkheid light".'Het Centraal Bureau voor de Statistiekvoorspelt dat de Nederlandse bevolking-somvang tot 2060 geleidelijk met ??nmiljoen inwoners zal groeien. Naast degroeiende steden zijn er ook delen vanhet land waar de bevolking juist krimpt.De stadsregio Parkstad Limburg is deenige verstedelijkte regio in Nederlandwaar dit probleem al een tijd speelt. Ookhier is een andere bestuurlijke samen-werking nodig, schrijft Jan Rademaker:actieve top-down sturing door de over-heid waardoor bottom-up initiatieventot bloei kunnen komen. In de stad vanstraks zal het gaan om meedeinen op degolven van de groeiende of krimpendebevolking. Net zoals het in de stad vantoen en nu ook altijd is gegaan. Stad van straksMK2014S+RO 2015/03 9ThemaStad van straksIntroductie
Reacties