TIJDSCHRIFTVOORVOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1931 N9 10 12^ JAARGANG OCTOBERGELUIDDEMPEND SPIJKERVASTBRANDVRIJEep Directeur van Gemeente-warken : ,,..,, ,.,de opgedane ev-varing is wel van dien aard,aat ik ze meer in de genneente-bertekken van scheidingswandenzai voopschrijven ,,.,..,,,...,,"N. V. D E M E T E O O R TELEFOON 205 D E S T E ? GN.V. VAN WIUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ - HAARLEMMERWEG B 378 - AIWSTERDAIVI (W.)INLICHTINGENDIAMETANHET GEVAARLOOZE VERGA8SIN68MIDDEL TERVERDELGING VAN WANDLUIZEN --GEMAKKEUJK TOE TE PA8SEN, ABSOLUUTAFDOENDE --GEEN SPECIALE APPARATEN BENOODIGDVERKRIJGBAAR BIJ APOTHEKERS EN DROGISTENin. HANDELMAATSCHAPPIJ" NEDIGEPHA"NIEUWE KEIZERSGRACHT 58, A'DAM (C.)TELEFOON 52S21 en 52^1WANDGEDIERTEHiermede berichten wij U, dat dooronswoningcn.gebouwen enschepen gezuiverd worden van wandgcdierte, kakkerlakken, era.Door onzc methode van zuiveren wordt aan de woningenniets beschadigd. Vcrf en behangsel hebben nicts tc lijden enwij behoeven geen plinten of andere voorwerpen los te maken.Ook behoeven de bcwoners tijdens bet zuiveren de woningniet te verlaten of hun inboedel te verplaatsen. Onze methodeis EENVOUDIG, GEMAKKEUJK en DOELTREFFEND.In de navolgende plaatscn hebben wij reeds gewerkt; Coevor-den. Delft, Dodewaard, Ede, Enschede, Franeker, Gorinchem,Gouda, Sappemcer, Kethel, Lonneker, Maassluis, Maastricht,Bussum, Naaldwijk, Noordwijkerhout, Nunspeet, Roermond,Rotterdam, Schiedam, Sliedrecht, Tilburg, Vlijmen, VUssingen,den Helder, Zandvoort, ZwoUe, enz.Vraagt prijsopgave en inlichtingen:Fa. LIEVE & Co. (M. WAPENAAR)KORTEDIJK 16 - VLAARDINGEN - TELEF. 1081ADVERTEERTIN DIT BLAD1NAAML. VENN.BOUWBEDRIJFH.VANSAANE ALGEHEELEVOORBEREIDING, FINANCIERING,VOORLlCHTING BIJ EXPLOITATIEEN PRACTISCHE UITVOERING VANWONINGBOUWPLANNENVOOR STICHTINGEN, VEREENI-GINGEN, KLEINERE GEMEENTEN ENGROOTE INDU8TRIEELEBEDRIJVENOVERTOOM 266AMSTERDAMTEL. 81610P I VAN QPHAIK H-Jllli;WEtfilleft,SPECIllMIDn[IEI.SIIIITIIIIEIISIIIMlEl|1^. V>. V ?\IN MrV NASSAUKADE 312 - TEL. 23485 - ADAMjISOLA-BOUWHET BE8TE EM GOEDKOOP8TE 8Y8TEEMR VOORMET BOUWEN VAN OOMPLEXEN VOLKS- ENHIDDEN8TAND8WONINQEN. - 8ELF8UPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAWattig Qtdeponeerd H?ndel>-ll)lefltUITOEVOERD O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEQEMEENTE 'a HERT0GENB08CH - NOG IN UITVOERINGOJI. 400 WONINGEN VOOR DE OEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van alle materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 12^ JAAROANO NO. 10 OCTOBER 1931TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINOiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEN STEDEBOUW iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINO EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALOEMEENEN BOND VAN WONINOBOUWVEREENIGINGENREDACTIE: H. P. J. BLOEMEES, J. BOM-MER, J. DouwES JR., MR.. D. HUDIG, JHR.M. J. I. DE JONGEVAN ELLEMEET, IR. P.BAKKER SCHUT, IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKADRES DER REDACTIE ENADMINISTRATIEKLOVENIERSBURGWAL 70 -- AMSTERDAMPOSTREKENING NO. 29080REDACTIE VAN DE RUBRIEK.,,UIT DEN KRING DER BOUW-VEREENIGINGEN",,HET NIEUWE HUIS" (KAMER 171)ROELOF HARTPLEIN 4 - AMSTERDAM-- ADVERTENTIES --V. MUNSTER'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM (W.)ABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS. fi.-INHOUD: Officieele Mededeelingen - De Ontwikkeling van Groningen in de laatste tien jaren doorH. P. J. Schut - De Woningbouw te Groningen in de laatste jaren door A. L. van Wissen - Belastingop Lintbebouwing door W. van Boven - Binnenland - Uit den Kring der Bouwvereenigingen - Buiten-land - Overzicht van Tijdschriften - Rechtspraak.OFFICIEELE MEDEDEELINGENNEDERLANDSCH INSTITUUTBESTUURTen gevolge van verandering van de bezettingder wethouderszetels te Rotterdam is de HeerJ. ter Laan als vertegenwoordiger dier gemeenteuit ons bestuur getreden. In zijn plaats isaangewe-zen de Heer J. Brautigam. Een woord van dank zijhier gebracht aan den Heer Ter Laan voor de mede-werking, welke het bestuur steeds van hem heeftmogen ondervinden en voor zijn werk ten behoevevan het Instituut.De Vereeniging van Nederlandsche Gemeentenheeft den Heer C. van den Berg als vertegenwoor-diger in ons bestuur aangewezen in de plaatsvan den Heer H. Th. Klein.NATIONALS WONINGRAADADVIEZEN EN INLICHTINGENVan I Juli tot 30 September j.l. werden door hetsecretariaat van den Woningraad adviezen eninlichtingen gegeven over de volgende onder-werpen:Annuiteit 2Assurantie 5Bouwkapitaal 2Bouwplan IBijdrage 2Geldbelegging IGrondaankoop 2Handelsregister IHuishoudelijk reglement 0Huurbepaling 5Huurcontract 3Inkomstenbelasting IInstructie personeel IOnderhouc 2Oprichting bouwrvereeniging IOuden van dagen IPersoneele belasting IRegistratierecht IStatuten 3Toelating 2Vergoedingen IVoorschotacte 2Waterleiding 2Woningen voor ambtenaren IDiversen 5Totaal 50226 ARTIKELENDE ONTWIKKELING VAN GRONIN-GEN IN DE LAATSTE TIEN JARENDe stad Groningen heeft zich in de laatstejaren sterk uitgebreid.Eener^ijds moet dit worden toegeschreven aanden betrekkelijk snellen bevolkingsaanwas (in1921 bedroeg het aantal inwoners 90.000, in 1931reeds 105.000), terwijl andererzijds hierop degrooteachterstand in de bouwnijverheid, als gevolg vanden oorlog, zijn invloed deed gelden.Door deze omstandigheden zag Groningen zich,evenals andere snel groeiende steden, geplaatstvoor verschillende vraagstukken, welker oplossingten nauwste verband hield met een rationeele,op passende wijze bij de fraai aangelegde binnen-stad aansluitende stadsontwikkeling.Haar mooi gevormd centrum dankt Groningenaan de inzichten, welke de Overheid bij den weder-opbouw na den burgertwist in 1227, toen de stadmet haar houten woningen voor het grootstedeel verbrandde, heeft aan den dag gelegd. Dezeherbouwing werd n.l. uitgevoerd volgens een wel-overwogen plan van straat- en perceelsindeeling,waardoor de binnenstad haar regelmatigen aanlegen haar voor een stadskom vrij breede straten(9-12 M.) verkreeg.Langen tijd is de uitbreiding van Groningentegengehouden door de omsluiting door wallenen grachten, aan welke stadsbeklemming eerst in1878 een einde kwam. In de bebouwing, die nade ontmanteling op het grondgebied buiten dewallen ontstond, was echter aanvankelijk weinigaantrekkelijks te bespeuren.Zij was in handen van particulieren en hetgeendeze tot stand brachten, kon niet altijd op schoon-heid of regelmaat bogen.Verbetering trad eerst in, toen in 1906, als gevolgvan het tot stand komen van een uitbreidingsplan,leiding aan de bebouwing kon worden gegeven.Bedoeld uitbreidingsplan kon in den loop dertijden evenwel niet steeds worden aangehouden,met het gevolg, dat voor verschillende deelen vande gemeente partieele uitbreidingsplannen werdensamengesteld en goedgekeurd.In de laatste jaren wezen echter verschillendeomstandigheden erop dat in de naaste toekomstmet het plan 1906 niet meer zou kunnen wordenvolstaan, zelfs niet, al zou dit worden aangevuldmet nog meer partieele plannen.Niet alleen toch zou op die wijze het algemeenverband in den stadsuitleg verloren gaan, dochverschillende, hierna nader te bespreken factorenmaakten een overzicht in algemeen verband eneen samenvatting in een algemeen plan van uitleg,dringend noodzakelijk.In de eerste plaats moge als zoodanig wordengenoemd de oplossing, die het spoorwegvraagstukeischte, daar bleek dat een in 1918 door de Spoor-wegen aanhangig gemaakt spoorwegplan een regel-matige stadsuitbreiding onmogelijk zou maken,zoodat hiervoor een meer rationeele oplossingdiende te worden gezocht.Voorts bezat de stad Groningen een rioleering,welke niet aan de eischen des tijds beantwoordde.In verband hiermede werd een geheel nieuw planvoor centrale rioleering ontworpen, hetgeen uiter-aard een zuiver inzicht in de toekomstige stads-ontwikkeling noodig maakte.Een andere belangrijke factor, waarmede reke-ning diende te worden gehouden, vormde het planvan de Provincie tot verbetering van den vaarwegGroningen-Lemmer, als onderdeel waarvan Noor-delijk om Groningen heen een omsnijdingskanaalzou worden gelegd.Tenslotte dienden ook het verkeersvraagstuk ende toekomstige bebouwingswijze in de algemeenebeschouwingen te worden betrokken.Slechts bij inachtneming van al deze factorenis het n.l. mogelijk het gestadig groeiend stadsbeeldin zijn geheel te overzien. Een dergelijk inzichtis van groote waarde, daar dit, in welke onvoor-ziene richtingen de bebouwing zich ook mogeontwikkelen, steeds de mogelijkheid opent daar-aan op doeltreffende wijze leiding te geven, zoodateen logische en harmonische groei van het stads-lichaam onder alle omstandigheden wordt ge-waarborgd.Omtrent de vorengenoemde factoren, welke bijde bestudeeering van het plan van overwegendbelang zijn geweest, moge thans het volgendeworden opgemerkt.HEX SPOORWEGPLANGelijk hiervoor reeds werd opgemerkt, werdbij de bepaling van de ligging van de spoorwegenaanvankelijk uitgegaan van een door de Spoor-wegen in 1918 aanhangig gemaakt plan, hetwelkdoor de gemeente werd aanvaard, onder restrictie,dat nog nader zou worden nagegaan of het in destadsuitbreiding zou kunnen worden opgenomen.Volgens dit plan zou in het Zuidelijke gedeeltevan de gemeente een circa 160 M. breed empla-cement worden gevormd met een kopstation,waarvan het Noordelijk uiteinde was geprojec-teerd op de plaats, waar zich thans het bestaandestation bevindt. Uit dit emplacement trad nabijde Zuidelijke gemeentegrens een tweetal spoor-lijnen, waarvan de eene aansloot op den bestaandenspoorweg naar Assen, dus naar het Zuiden, ende andere naar Leeuwarden en Delfzijl voerde.Deze laatste lijn werd daartoe boogvormig om hetWestelijke gedeelte van de stad geleid, terwijl denaar Leeuwarden voerende tak deze boogvormigelijn nabij het Stadspark, een in het Z.W. van destad gelegen wandelpark, in Westelijke richtingverliet.Reeds betrekkelijk spoedig bleek echter dat hetniet wel mcgelijk was een behoorlijk uitbreidings-ARTIKELENplan te ontwerpen, indien dit spoorwegplan, waarbijdch het evengenoemde emplacement als het wareals een breede wig in het stadslichaam drong, zouworden aangehouden. Noodgedwongen moest ditplan derhalve wel worden verlaten en gezocht wor-den naar een andere oplossing. welke een gunstigestadsontwikkeling wel mogelijk zou maken.Na ampele overweging en bestudeering ontwik-kelde zich tenslotte een ander plan, volgens hetwelkeenerzijds een goede en logische oplossing van hetspoorwegvraagstuk mogelijk zou zijn, terwijl an-dererzijdstevens een gunstige stadsontwikkehng konworden gevyaarborgd. De aldus gevonden oplossingbestond hierin, dat het bestaande station metemplacement zou worden gewijzigd in een nieuwstation met ruimer emplacement, welk station,in afwijking van het bestaande, als kopstation zoumoeten worden ingericht. De spoorlijn naar hetZuiden zou dan haar tegenwoordige ligging be-houden, terwijl de lijn naar Leeuwarden en Delf-zijl, na eerst de spooilijn naar Assen, dus naar hetZuiden, te hebben gevolgd, deze nabij de Zuide-lijke gemeentegrens in Westelijke richting zouverlaten en vervolgens aansluiten aan het tracevan de lijn, aangegeven in het oorspronkelijkeplan, welke, zooals reeds werd vermeld, om hetWestelijke gedeelte van de gemeente heenbuigt,en waarvan zich nabij het Stadspark de tak naarLeeuwarden afscheidt.Het verschil tusschen het plan van 1918 en devoorgestelde oplossing kwam in hoofdzaak hieropneer, dat de spoorlijn naar het Zuiden, waaraande bestaande bebouwing zich reeds heeft aange-past, geheel behouden zou blijven, en het kop-station een andere richting zou verkrijgen.Met deze oplossing bleken de NederlandscheSpoorwegen zich echter niet te kunnen vereenigenen tenslotte werd met genoemd lichaam in dienzin oyereenstemming bereikt, dat vrijwel geenwijziging zou komen in den bestaanden toestand.Daar het plan van uitleg met voordacht zoo wasopgezet, dat het zich ook zou aanpassen aan dentoestand, waarbij de spoorweginrichtingen ophaar tegenwoordige plaats behouden zouden blij-ven, bestond hiertegen geen bezwaar. De algemeenerichtlijnen en beginselen van het uitbreidingsplankonden n.l., doordat het ontworpen kopstationzoodanig was opgezet, dat het in wezen een op-lossing met doorgangsstations was, onaangetastblijven.HET RIOLEERINGSPLANTen behoeve van de uitwerking van het voorde gemeente Groningen ontworpen plan voor eencentrale rioleering, diende zorgvuldig te wordenoverwogen, welk trace aan de in het nog niet be-bouwde gebied van de gemeente te leggen moer-riolen zou moeten worden gegeven, daar hierbijtevens zou worden vastgelegd op welke plaatsen337de straten, waarin deze moerriolen waren gedacht,in de toekomst zouden moeten worden aangelegd.Voorts diende te worden uitgemaakt op welkeplaatsen de waterberging van de rioleering -- welkeeen belangrijk onderdeel van het stelsel van cen-trale rioleering vormt, daar de ligging hiervandoorslaggevenden invloed heeft op de grootte vande profielen van de moerriolen -- zou kunnenworden aangelegd.Bovendien hing de oplossing van het rioleerings-plan ten nauwste samen met de spoorwegplannen,daar bij verwezenlijking van het plan 1918, waar-door de stad als het ware in twee helften zouworden gescheiden, voor bemaling van het Wes-telijk en Zuidelijk stadsgebied twee hulpgemalennoodig zouden zijn geweest, terwijl bij aannemingvan de in het uitbreidingsplan ontworpen spoor-wegoplossing, eri ook bij die, welke thans met despoorwegen is overeengekomen, met een dergelijkgemaal kan worden volstaan.HET KANALENPLANMet betrekking tot de ligging van de kanalenzij opgemerkt dat daarbij niet alleen rekeningmoest worden gehouden met de reeds aanwezige,doch tevens met de toekomstige waterwegen.Gelijk hiervoor reeds werd aangestipt, was n.l.een plan tot verbetering van den vaarweg Gro-ningen-Lemmer in voorbereiding, hetwelk opden kanaalaanleg, zooals die in de toekomst voorGroniiigen is gedacht, van overwegenden invloedzou zijn. Dit toekomstig kanalenplan, hetwelkgelukkigerwijze reeds in een vergevorderd stadiumvan voorbereiding verkeerde, bestaat in hoofdzaakuit een omsnijdingskanaal, dat in een wijden boogNoordelijk om de gemeente wordt geleid, en deeluitmaakt van vorengenoemden vaarweg, zoomedeeen Zuidelijk afwateringskanaal, gelegen tusschenhet Eemskanaal en bet Winschoterdiep.In aansluiting met het genoemde Zuidelijkeafwaterings- en scheepvaartkanaal, is tusschen hetEemskanaal en het Winschoterdiep een havenaanleggeprojecteerd.De aanwezigheid van de vorenbedoelde kanalenen havens leidde er voorts als het ware toe in deomgeving daarvan handels- en industrieterreinente reserveeren, welke o.a. werden geprojecteerdter weerszijden van het Noordelijk omsnijdings-kanaal en in de omgeving van het havengebiedtusschen Eemskanaal en Winschoterdiep.HET VERKEERSVRAAGSTUKNadat op de hiervoren aangegeven wijze deligging van de spoorwegen en de kanalen wasbepaald, werd ertoe overgegaan in goed verbanddaarmede de hoofdverkeerswegen te land te ont-werpen. Deze bestaan uit de verschillende hoofd-toegangswegen uit het N., O., Z. en W. tot de228ARTIKELENAfb. I. Uitbreidingsplan Groningen 1928stadskern, een ceintuurbaan om het centrum vande stad, twee opvolgende ringwegen, zoomedeuit de verschillende hoofdwegen in de diversewijken.Bij het ontwerpen van deze hoofdverkeerswegenviel aanstonds in het oog, dat de stad geen gun-stigen toegangsweg van het Oosten uit bezit, methet gevolgf dat al het uit die richting komendeverkeer langs het Damsterdiep en vervolgens langseen tweetal nauwe stadsstraten naar het centrumgeleid moet worden.Het was echter zeer wel mogeHjk een doelmatigentoegangsweg uit het Oosten te ontwerpen, door hetDamsterdiep niet verder te volgen dan tot Ooster-hoogebrug en van dat punt a?, via het in hetOosten van de gemeente gelegen terrein van hetAlgemeen Provinciaal-, Stads- en AcademischZiekenhuis, een rechtstreekschen weg naar deGroote Markt te kiezen, onder gebruikmakingvan enkele in het verlengde van de geprojecteerdedoorbraak van het Ziekenhuisterrein liggendestadsstraten.Op deze wijze is het mogen gelukken een aande eischen van het moderne verkeer beantwoordendwegenstelsel te ontwerpen, waarbij de ceintuur-baan rondom het centrum van de stad een verkeers-ARTIKELEN 23$Afb. 2. Detailblad uitbreiding tusschen Damsterdiep enBoterdiepafleidenden invloed uitoefent, terwijl de toegangs-wegen Noord-Zuid en Oost-West een rechtstreekschen snel vervoer van buiten af naar de stad mogelijkmaken.HET VRAAGSTUK VAN DE BEBOUWINGSWIJZENadat de hiervoren besproken factoren in al-gemeen verband waren bezien, kon worden over-gegaan tot het aanwijzen van bepaalde stadsge-deelten als woonwijken.Ten behoeve hiervan werd een algemeen be-bouwingsplan ontworpen, eensdeels, omdat debouwblokverdeeling plaatselijk nog eenigen invloedzou kunnen uitoefenen op de juiste ligging vande hoofdverkeerswegen, anderdeels teneinde reedsa?nstonds een denkbeeld te verkrijgen van de toe-komstige stadsontwikkeling.Uiteraard beeft deze bouwblokverdeeling nietde bedoeling de wijze van bebouwing reeds voorde verre toekotnst vast te leggen, daar er, gelijkvoor de hand ligt^ omstandigheden kunnen optre-den, die afwijking van de gegeven indeeling nood-zakelijk maken. In dergelijke gevallen kan danevenwel rekening worden gehouden met het sche-ma, waarvan bij de indeeling in bouwblokken isuitgegaan, zoodat dit als leiddraad dienst kan doen.Zooveel mogelijk is getracht de straten in hetbebouwingsplan overwegend de richting Noord-Zuid te geven, waardoor de aan die straten testichten woningen in de richting Ocst-West komente liggen, zoodat zij een zoo gunstig mogelijkezonbestraling ontvangen.Bij schuine straatkruisingen, die door de bouw-blokken rechthoekig wOrden beeindigd, komt eendriehoekige strook grond vrij, die voor het aan-brengen van een beplanting kan worden bestemd.Hierdoor, zoowel als door het in het gezichtkomen van een gedeelte van de gevelwanden vande schuin aansluitende straten, ontstaat een verle-'vendiging van het straatbeeld.Een afwisseling in het stadsbeeld kan tevensnog worden verkregen door het toepassen vanplaatselijke terugsprongen in de rooilijnen, waar-Afb. 3. Detailblad Villapark aan de Oostzijde van denVerlengden Heerewegdoor bovendien eenige grond vrijkomt, welke met-een enkele boomgroep of 00k op andere wijzekan worden beplant.Afgezien van de omschreven beplantingen,kunnen de daarvoor in aanmerking komendestraten tevens nog van de gebruikelijke laanbeplan-tingen worden voorzien.Een belangrijke factor vormde in verband methet vorenstaande de aanleg van parken, sport- enspeelterreinen e.d.Groningen is reeds in het bezit van verschillendeparken en plantsoenen, n.l. het Stadspark in hetWesten, het Sterrebosch in het Zuiden en hetNoorderplantsoen in het Noorden van de stad.Daar dergelijke parken en plantsoenen als hetware als de longen van een stad beschouwd kun-nen worden, is in het ontworpen uitbreidingsplan,overeenkomstig de daarvoor heden ten dage gel-dende beginselen, voor een voldoenden parkaanleggezorgd.In de allereerste plaats werd op vergrootingvan het Stadspark gerekend, door daaraan aan deNoord- en aan de Zuidzijde strooken toe te voegen.Behoudens de vergrooting van het Stadspark is,ter voorziening in de behoefte aan parkruimte, 00kin de verschillende andere stadsgedeelten parkaan-leg geprojecteerd, met het doel, bepaalde terreinenof stadsgedeelten door aangename wandelwegenmet elkaar te verbinden, en minder fraaiegebieden aan het oog te onttrekken.Tevens werd van een parkaanleg gebruik ge-maakt om een zoo gunstig mogelijken overgangte verkrijgen van een opgehoogd stadsgedeeltein het Noorden van de stad naar een ten Westendaarvan, op het maaiveld te stichten stadswijk.Wat de sportterreinen betreft, zij opgemerktdat, behalve in het Stadspark, ook nog een sport-veld in het Noorden van de stad is ontworpen.Voorts werd gelegenheid opengelaten voor aan-leg van sportvelden in het Zuiden en Oosten vande stad.a^oAfb. 4. Hoofdrioolgemaal aan het DamsterdiepSpeelterreinen vinden hun meest geschikteplaats in de omgeving van scholen. Aangezien even-wel voor de stichting van scholen geen bepaaldeterreinen in het uitbreidingsplan zijn gereserveerd,is 00k het aangeven van speeherreinen daarinachterwege gelaten.De ligging van deze terreinen zal derhalve inde toekomst als vanzelf worden bepaald door deplaatsen, waar zich de scholenbouw 2;al ontwikke-len.In het havengebied, gelegen tusschen het Eenis-kanaal en het Winschoterdiep, is aan het Eems-kanaal een terrein voor een nieuwe veemarktgereserveerd. De daarvoor gekozen Hgging isalleszins gunstig te noemen, daar de te stichtenveemarkt aan twee hoofdverkeerswegen, n.l. deneersten en tweeden ringweg, aan een belangrijkenwaterweg, n.l. het Eemskanaal, en bovendien inde onmiddellijke nabijheid van het Openbaar Slacht-huis en de bestaande veemarkt zal komen te liggen,terwijl zij van een spoorwegaansluiting kan wordenvoorzien. Voorts is het niet noodig lange toegangs-wegen naar de veemarkt aan te leggen, zoodat detotstandkoming daarvan niet lang behoeft teworden uitgesteld.Een bepaald terrein voor een vliegveld is nogniet aangewezen, doch hiervoor zou een terreinaan de Oostzijde van de gemeente het meest inaanmerking komen.In het bebouwingsplan zijn geen bepaalde plaat-sen voor de stichting van openbare gebouwen,scholen, transformatorenstations, e.d., aangegeven,daar de ervaring leert dat het meest practischeresultaat wordt bereikt door daarvoor, wanneerde behoefte ''ich voordoet, binnen de blokbebou-wing de geschiktste plaatsen aan te wijzen.In voorkomende gevallen zal het echter nietmoeilijk zijn voor een bepaald gebouw een passendterrein te vinden, zoodat het niet aanwijzen vanplaatsen voor dergelijke gebouwen niet als eenverzuim behoeft te worden beschouwd.Vooral met betrekking tot schoolbouw bestaataanleiding tot deze gedragslijn, daar zich het denk-beeld ontwikkelt, verschillende scholen tot eenARTIKELENgebouwencomplex met een gezamenlijk speel-terrein te vereenigen, een denkbeeld, dat in detoekomst wellicht 00k voor andere openbare ge-bouwen toepassing zou kunnen vinden.Op de vorenaangegeven wijze is het thans voorGroningen ontworpen uitbreidingsplan (afb. i) totstand gekomen, hetwelk dus de zoozeer gewenscherichtlijnen voor de toekomstige bebouwing aan-geeft.Wijken, welke aan de hand van dit plan reedszijn ontworpen en in aanbouw zijn, zijn de in hetN.O. van de stad gelegen buurt tusschen het Dam-sterdiep en het Boterdiep (afb. 2) en hetVillaparkaan de Oostzijde van den Verlengden Heereweg(afb. 3).Het is begrijpelijk dat bij het ontstaan van devele nieuwe wijken -- waarvan, behalve de voren-bedoelde, nog mogen worden vermeld de z.g.,,Oranjewijk" in het Westen (aldus genoemd inverband met de in die wijk vigeerende straatnamen),zoomede een uitgebreide woonwijk in het Oosten-- zoowel het tempo, waarin deze uitbreidmgentot stand kwamen, als het karakter, dat zij aanna-men, werden beheerscht door het grondvraagstuk.Teneinde in de snel toenemende behoefte aanhet scheppen van woongelegenheid te kunnenvoorzien, heeft de gemeente zich derhalve tot taakgeste d op ruime schaal en tegen billijke prijzenbouwterrein beschikbaar te stellen.Als werken van groote beteekenis voor de ont-wikkeling van Groningen moge ik tenslotte nognoemen de straatverbetering en de daaraan vooraf-gaande uitvoering van het plan voor de centralerioleering.Door verbetering van de bestrating werd vol-daan aan den wensch van de bevolking, om overstraten te kunnen beschikken, welke zouden beant-woorden aan de eischen van het moderne yerkeer.Door invoering van de centrale rioleering konworden bereikt dat ophooging van bouwterrein,die in Groningen werd toegepast, teneinde grond-dekking te verkrijgen voor de op het buitenwaterloozende riolen, niet meer behoeft plaats tevinden, zoodat de hieraan verbonden hooge uit-gaven kunnen worden bespaard.Volgens dit stelsel wordt al het Groningscheafval- en regenwater, zoomede het afvalwatervan de Friesch-Groningsche Suikerfabriek doormiddel van het hoofdrioolgemaal (afb. 4) door een28 K.M. lange persleiding bemalen naar den Eems-mond bij Delfzijl.Met de verbetering van de rioleering ging deopheffing van het tonnenstelsel gepaard, hetgeengroote hygienische voordeelen medebracht.. - H. P. J. SCHUTDirecteur van GemeentewerkenGroningen, September 1931ARTIKELEN231DE WONINGBOUW TE GRONINGENIN DE LAATSTE JARENIn aansluiting met het door den Heer H. P. J.Schut, Directeur van Gemeentewerken van Gro-ningen, gegeven overzicht betreffende de ontwik-keling van Groningen, volgt hier nog een beknoptesamenvatting van hetgeen te de^er stede op hetgebied van de volkshuisvesting is verricht, metals toelichting eenige foto's en teekeningen vande meest voorkomende woningtypen van verschil-lende complexen.Hoewel het hier tot stand gekomen werk eenmeer bescheiden plaats inneemt en niet kan wor-den vergeleken met de uitbreidingen van de grooteHollandsche steden, toch spreken ook hier denieuwe woonwijken wel duidelijk van dit zoo be-langrijke sociale werk en den grooten invloeddaarvan op de stadsontwikkeling van de laatstejaren.Van het oude Groningen zijn slechts de stratenen pleinen vrijwel in den ouden vorm geblevenmet nog de aloude namen. Van de bebouwingvan die straten is echter weinig behouden geblevenen het oude karakter is, zooals overal elders bijgroeiende steden, in den loop der eeuwen geheelveranderd en in aanpassing gebracht aan de steedswisselende eischen van de zich ontwikkelendesamenleving.Toch is Groningen door het behoud van deoude, ruime marktpleinen en de monumentale,het geheele stadsbeeld beheerschende torens enkerken een mooie stad gebleven en met recht zijnde Groningers trotsch op hun woonplaats, ditprachtige centrum in het Noorden des lands.Evenals bij meerdere oude vestingsteden, wasde eeuwenlange omsluiting van Groningen doorwallen en grachten oorzaak van een toenemendeopeenhooping van de bevolking, waardoor ookhier een onevenredig groot aantal te kleine wo-ningen werd aangetroffen en een steeds toenemendeoverbevolking. Ook toen in 1878 de ontmantelingkon plaats vinden en de stad daardoor ruimte totuitbreiding kreeg, bleven de vele kleine en veelaloverbevolkte woningen grootendeels bestaan.Mochten de na de slechting van de wallen aan-gelegde singels en vooral het Noorderplantsoenveel hebben bijgedragen tot verfraaiing van Gro-ningen, de nieuwe woonwijken in dien tijd gestichtvermochten dit allerminst.Het particuliere initiatief voorzag vrijwel geheelin den noodigen aanbouw. Door bouwondernemersen grondexploitanten werden geleidelijk grondenaangekocht en voor bebouwing in gereedheidgebracht. De hierdoor gevormde stratencomplexenmaakten echter door de weinige eischen, aan bouw-orde en stratenplan gesteld, de stad niet fraaier.Ook de later gestelde, eenigszins strengere eischen,brachten nog geen voldoende verbetering, omdatBegane grondEerste verdiepingZolderverdiepingTwee beneden- en drie bovenwoningen - gebouwd 1922- bouw 142 woningen Oranjewijk voor de VereenigingMaatschappij tot verbetering van woningtoestanden teGroningen. Architecten Ir. G. Knuttel, A. L. vanWissen en Kazemier en Tonkens232ARTIKELENQCMtEHSCH'. OlNMCMTOirt Begane grond Eerste verdieping ZolderverdiepingEen beneden- en een bovenwoning - gebouwd 1931 - 164 woningen bij ,,De Hoogte" voor de Vereeniging Maatschappijben beneden en een ^ov^^^^^.^^ S ^^ woningtoestanden te Groningen. Architecten Kazemier en Tonkensook daarbij nog tamelijk stelselloos werd bijge-bouwd.De doot de Woningwet van 1901 aan de gemeen-te opgelegde verplichting tot vaststelling van uit-breidingsplannen bracht hierin eerst verbetering.Voor evenwel tot uitvoering van het in 1906 vast-gestelde uitbreidingsplan kon worden oyergegaan,moest op groote schaal worden onteigend. Degemeente was wel eigenaresse van belangrijkegrondbezittingen, maar niet van den bouwgrond,in de onmiddellijke nabijheid van de stad, enhet vorderde tengevolge van het verzet tegen deonteigening, veel inspanning en tijd, voor debeschikking hierover verkregen was. De eersteonteigening betrof een oppervlakte van 60 H.A.ten Oosten van de stad, grootendeels samenvallendemet de zoogenaamde Oosterstadshamrik, welkereeds in de i6e eeuw een stadsbezitting was, maarnadien weer in andere handen was overgegaan.Hierop volgde de onteigening van aan de Noord-Westzijde van de stad gelegen gronden.Niet alleen voor woningbouw, maar tevens terverkrijging van handels- en industrieterreinenmoesten deze maatregelen worden genomen enwerd de instelling van een gemeenteHjk grondbedrijfnoodzakehjk. . .De achter ons liggende oorlogs- en crisisjarenhebben de verbetering van de volkshuisvestinge;nerzi)ds ook bier wel in de hand gewerkt, dochhadden andererzijds een belemmerenden invloedop een voldoenden aanbouw, zoodat het reedsbestaande woningtekort nog steeds toenam.De gehouden woningteUingen brachten te dienopzichte de meest onrustbarende cijfers en toe-standen aan het Ucht.Het gemeentebestuur moest krachtige maat-regelen nemen om een geregelden voortgang vanden woningbouw mogelijk te maken en werd hier-in krachtig gesteund door de besturen van ver-schillende bouwvereenigingen, die mede dit hoogstnoodzakelijke en belangrijke werk ter hand namen.Ingevolge de Woningwet werd door de Regeeringde meest waardevolle medewerking en steunverleend en de financiering mogelijk gemaakt doorgrond- en bouwvoorschotten beschikbaar te stellenen soms aanzienlijke bijdragen te verleenen in detekorten op de exploitatie van de door geweldigeprijsstijging zeer dure woningen.Ondanks de ook hier ondervonden bezwaren,zijn te dezer stede, vooral door de krachtdadigehulp van de woningbouwvereenigingen, zonderveel stagnatie zeer belangrijke woningcomplexenin betrekkelijk korten tijd gereed gekomen.De nieuwe bouwsystemen tot opvoering van dewoningproductie, de instelling van bouwgilden,arbeidersassociaties, de vorming van ongeschooldewerkkrachten tot bouwvakarbeiders, hebben teGroningen slechts aanleiding gegeven tot instellingvan een commissie voor onderzoek en den bouwvan een viertal betonwoningen, en verder was hetmogelijk door gestadigen, ingespannen arbeidden woningnood geleidelijk meester te worden.ARTIKELEN 233^^J^Oi'i'Hf-uihBegane grond'tajHa-^'gj M.4w-ZolderverdiepingEengezinshuis - gebouwd 1931 - bouw 164 woningenbij ,,De Hoogte" voor de Vereeniging Maatschappij totverbetering van woningtoestanden te Groningen. Architec-ten Kazemier en TonkensEen beknopt ovefzicht moge een beeld gevenvan hetgeen alhier door de verschillende bouwver-eenigingen en de gemeente werd verricht:Mij. tot Verbetering van Woningtoestan-den,,Gruno"N. V. Volkshuisvesting,,Samenwerking",,Groningen"Vereeniging tot Verbetering of Opruimingvan Slop- en Gangwoningen,,Concordia",,Ons Belang",,Patrimonium",,Tuinstad",,Groninger Woningboiiw'",,De Voorzorg"Gemeente Groningensamen1233 w509 w501 w405 w353 w286 w284 w195 w172 w99 w92 w66 w1124 w5319 w.Zooals uit dit overzicht valt af te leiden, heeftvan de verschillende vereenigingen de Maatschappijtot Verbetering van Woningtoestanden verreweghet grootste aandeel gehad in den woningbouwvan de laatste jaren. Het omvangrijkste en 00kmeest aantrekkelijke bouwplan werd door deMaatschappij uitgevoerd op ,,De Hoogte" in denabijheid van het Boterdiep, tusschen twee arrnenvan het Selwerderdiepje. De ter plaatste aanwezigebodemverheffing was na eenige egaliseering yol-doende voor een goeden grondslag voor woning-Begane t;rondEerste verdiepingZolderverdiepingTwee beneden- en drie bovenwoningen - gebouwd 1924 -plan 450 woningen Paterswoldscheweg voor de bouwver-eeniging ,,Gruno" te Groningen. Architecten Kazemier enTonkens-^34 ARTIKELEN8,^5Begane grond Eerste verdieping ZolderverdiepingEen beneden- en twee bovenwoningen - gebouwd 1928 - plan 450 woningen Paterswoldscheweg voor de Bouwvereeni-ging ,,Gruno" te Groningen. Architecten Kazemier en Tonkensbouw en de wijze van uitvoering benadert in ver-gelijking met andere woningbouwplannen alhierhet meest het tuindorpidee. Het woningcomplex,,De Hoogte" omvat 417 woningen en eenigewinkels. In aansluiting hiermede heeft de Maat-schappij nog 164 woningen in aanbouw, terwijlreeds eer door de Maatschappij in deze omgeving184 woningen waren gebouwd.Een ander belangrijk bouwplan werd door haaruitgevoerd in de Oranjewijk en omvatte eveneensruim 400 woningen, terwijl nog een ander complexwerd gebouwd in het Oosten van de gemeente, n.l.de bebouwing van de Baart de la Faillestraat enA. P. Fokkerstraat. De eerste bouwvereeniging, diealhier werd opgericht en werkzaam was in den?in der Woningwet, was de N.V. ,,Volkshuisvesting".Toch verliep er een achttal jaren na de oprichting,voor het eerste bouwplan van 78 woningen aan deBegane grond Eerste verdieping ZolderverdiepingEen beneden- en twee bovenwoningen - 1930-1931 - plan 676 woningen ,,Oosterparkwijk" voor de woningbouwvereeniging,,Groningen" te Groningen. Architecten Kazemier en Tonkens,ARTIKELEN 235Begane grond ZolderverdiepingType van den gemeentelijken woningbouw1. kamer 3. zolder2. keuken 4. W.C.Bedumerstraat was tot stand gekomen. Laterwerden door deze stichting evenwel zeer omvang-rijke woningbouwcomplexen uitgevoerd. De be-bouwing van de H.L. Wicherstraat, de Noordzijdevan de Sumatralaan, het Billiton- en RhijnvisFeithplein en de kopbebouwing van het Borneo-plein zijn het resuhaat van haar werkzaamheid.Door de woningbouwvereeniging ,,Gruno" werdin het Zuidwesten van de stad de zoozeer in trekgeworden Grunobuurt gesticht.De arbeidersbouwvereeniging ,,Groningen"bouwde in snel tempo in het Oosten aan de Ger-brand Bakkerstraat en het Kooykerplein en heeftnog een complex van bijna 700 woningen in uit-voering, waarvan er in dit jaar reeds 263 voorbewoning gereed kwamen.Een van de overige opgerichte stichtingen, ,,DeVereeniging tot Opruiming of Verbetering vanSlop- en Gangwoningen/' heeft een eenigszinsapart programma. Haar doel is krotwoningen aante koopen, deze op te ruimen en hiervoor in deplaats ruime frissche arbeiderswoningen te bou-wen. De omstandigheden hebben echter de overi-gens zoo noodzakelijke opruiming tegengewerkten de woningnood eischte meermalen in plaats vanafbreken, het min of meer restaureeren van aan-gekochte slop- en krotwoningen. Toch heeft ookdeze vereeniging belangrijke nieuwe woonwijkengesticht. Het Deliplein, de Padangstraat, de Su-matralaan en de Atjehstraat zijn daarvan hetbewijs.Ook de overige bouwvereenigingen werktenkrachtdadig mede tot voorziening in de woning-behoeften en de verbetering van de woningtoe-standen, in het belang van een goede volkshuis-vesting.Door de gemeente is, behalve de bouw vanenkele kleinere complexen, in het Oosten van destad een looo-tal woningen gesticht van een mee-rendeels zeer eenvoudig type en bedoeld om tevoorzien in het tekort, dat werd veroorzaakt doorde opruiming van verschillende krotwoningen,houten noodwoningen en s'echte woonschepen.Begane grondZolderverdiepingType van den gemeentelijken woningbouwEen groot deel van deze woningen zijn eenge-zinswoningen, terwijl de omsluitende bebouwingaan de meer belangrijke wegen, beneden- en boven-woningen bevat. Er is bij de uitvoering van dezewoningcomplexen gelet op een goede groepeeringen een levendige architectuur door toepassing vankleurige materialen en afschildering, zoodat metdeze bebouwing van eenvoudige woningen en mededoor de aangebrachte beplantingen, toch woon-wijken zijn verkregen, welke zeer afsteken bij devroegere woonplaatsen van vele van de hierinverblijf houdende bewoners, en die voor dezen vanzeer groote opvoedende waarde zijn. De exploi-tatie geschiedt door de voor eenige jaren in hetARTKELENWoningbouw Fruitstraat. Bouwvereeniging ,,Concordia".Architect A. Th. van Elmptleven geroepen stichting Centraal Woningbeheer,waaronder ook de meeste overige gemeentewonin-gen ressorteeren.Zooals reeds werd opgemerkt, heeft de uitbrei-ding van Groningen in de laatste jaren zich voor-namelijk voltrokken in het Noord-Westen en Noord-Oosten. In het Noord-Westen was het de zooge-naamde Oranjewijk, begrensd door het Reitdiep,het Noorderplantsoen en den spoorweg naar Delf-zijl, welke wijk in betrekkelijk korten tijd geheelbebouwd en bewoond was. Door de aansluitingaan het fraaie Noorderplantsoen, den betrekkelijkgeringen afstand van het centrum, zeer gunstiggelegen, kwam de^e wijk spoedig in trek.Na de bebouwing van deze nieuwe stadswijk wasde beurt aan de bebouwing van de beschikbareterreinen in het Noord-Oostelijk uitbreidings-gebied tusschen het Damsterdiep en den Korre-weg. Aanvankelijk ietwat aarzelend, werd na kortentijd ook hier de bebouwing krachtig aangevat,zoodat zelfs reeds dit jaar een nieuwe uitbreidingvan deze wijk werd ter hand genomen.Woningbouw Oranjebuurt door de Maatschappij tot ver-betering van woningtoestandenBehoudens het in deze omgeving gereserveerdeindustrieterrein langs het Gorecht- en Oosterham-rikkanaal en een groot gedeelte van het terreinvoor uitbreiding van het Algemeen Provinciaal-,Stads- en Academisch Ziekenhuis langs denPetrus Campersingel, de Rosensteinlaan en hetWouter van Doeverenplein, is ook dit nieuwe stads-gedeelte vrijwel volgebouwd.De voor de genoemde uitbreidingen in het Noord-Westen en Noord-Oosten benoodigde grondenbestonden in het algemeen uit laag gelegen poldei-land, hetwelk ruim lo jaren geleden met gebag-gerd zeezand werd opgespoten. Deze ophooging,noodzakelijk in verband met het toenmalige rio-leeringsstelsel, bracht vrij hooge kosten mede,en het bleek dan ook niet mogelijk bet verkregenbouwterrein voor den kostprijs uit te geven.De uitbreiding in Zuidelijke richting bepaaldezich hoofdzakelijk tot een bebouwing van terreinen,aansluitende aan en gelegen in de omgeving vanden Verlengden Heereweg. De gunstige ligging, debodemgesteldheid en de gemakkelijke bereikbaar-heid van de aan natuurschoon rijke Zuidelijkeomstreken, maakten deze terreinen zeer geschiktWoningbouw Grunostraat. Bouwvereeniging ,,Gruno". Ar-chitecten Kazemier en TonkensWoningbouw James Wattstraat. Bouwvereeniging ,,Gruno",Architecten Kazemier en TonkensARTIKELEN237In10i W(tiGemeentelijke woningbouw in Plan Oosten gewild voor villa- en middenstandsbouw.Voor een meer intensieve uitbreiding in hetZuiden waren trouwens de niet tot oplossing ge-brachte spoorwegplannen jarenlang een belemme-ring, welke door vaststelling van het nieuwe uit-breidingsplan gelukkig zal kunnen worden opge-heven.Bij de uitbreiding van Groningen in den laatstentijd mag zeker niet worden vergeten die uitbrei-ding in het Zuid-Westen, waarbij weliswaar geenbebouwing werd gewonnen, maar die toch voorGroningen van buitengewoon groote waarde was,n.l. de aanleg van het j 55 H.A. groote Stadspark.Daar de uitvoering van dezen parkaanleg een zoogeschikte werkgelegenheid bood voor de werke-loozen en ondersteunden in den oorlogstijd konde totstandkoming van dit omvangrijke werk veelsneller geschieden dan wellicht in normale om-standigheden mogelijk geweest zou zijn, zoodatthans dit park reeds eenige jaren een geliefdwandel- en ontspanningsoord is geworden.Naast het zeer belangrijke werk, door de bouw-vereenigingen in het bizonder voor den volks-Gemeentelijke woningbouw in Plan Oostwoningbouw verricht, werd te Groningen in delaatste jaren door de wederopleving van de parti-culiere bouwnijverheid, die van 1914 tot 1924vrijwel geheel had stilgestaan, een groot aantalwoningen gesticht. Dit waren in hoofdzaak mid-denstandswoningen en in totaal werden hiervansedert 1924/1925, rond 3000 gebouwd. Teneinde 00k hierbij een behoorlijke bebouwing teverkrijgen, was heel wat overleg en aanpassingnoodig en hoewel alles wat hier in de laatste jarenwerd gebouwd, wel geen onverdeelde bewonderingzal kunnen wekken, zijn toch in het algemeenwoonwijken ontstaan, welke gunstig afsteken bijhetgeen in een daaraan voorafgaande periode werdgebouwd. Hiertoewerktedetoegepaste, en van beterbegrip getuigende moderne architectuur zekermede, terwijl de praktische, meer nuchtere kijkop de dingen de Groningsche architecten behoedheeft voor te gewaagde experimenten.Zooals in den aanvang werd opgemerkt, brach-ten de gehouden woningtellingen 00k voor Gro-ningen zeer ongunstige cijfers en verhoudingenaan het licht. In verband hiermede mogen de vol-gende cijfers en gegevens dienen en tevens blijkentot welke gunstige resultaten het werk in de laatstejaren heeft geleid.gVolgens de in 1919 gehouden woningtelling'?rrs^fl^f"Woningbouw Padangstraat. Bouwvereeniging ,,De Voor-zorg '. Architect G. Hoekzema Kzn.Kinderspeelterrein in Plan Oost; op den achtergrondO. L. School.238 ARTIKELENwaren te Groningen 18.500 woningen; hieronderwaren 2700 eenkamer woningen of 15%, en 5500tweekamerwoningen of 30% van het totaal aantalwoningen.De vermeerdering van het aantal woningen be-draagt sindsdien tot eind 1930, rond 6300, zoodatGroningen nu in totaal 25.000 woningen heeft.Het aantal eenkamerwoningen is door afbraaken afkeuring verminderd tot 2450 en dat van detweekamerwoningen tot 5250. Vooral door aanbouwvan ruim 6000 goede woningen is het percentagevan 15% eenkamerwoningen dus teruggebrachttot 10% en dat van de tweekamerwoningen van30% tot 21%.Hoewel dit resultaat zeker tot verheuging aan-leiding geeft, zal het toch nog in dezen tijd metde tegenwoordige sociale opvattingen betreffendede volkshuisvesting, veel inspanning kosten devele nog bestaande krot- en slopwpningen op teruimen en te vervangen door behoorlijke, of zelfsslechts aan matige eischen voldoende woningen.Hoe schilderachtig dergelijke sloppenbuurtjeser dikwijls ook uitzien, toch verheelt hun uiterlijkvoorkomen niets van de groote ellende, welke indergelijke krotbuurten wordt geleden.Verschillende plannen voor gedeeltelijke op-ruiming zijn reeds in bewerking, terwijl ook doorde weder ter hand genomen onbewoonbaarver-klaring in dit opzicht in de goede richting wordtgearbeid.Naar ik hoop, moge dit vrij beknopte overzichten de bijgevoegde foto's van verschillende wijkeneen beeld geven van hetgeen op het gebied vande volkshuisvesting alhier in de laatste jarenwerd gedaan en moge hierdoor worden bewezendat Groningen niet bij andere steden achterstaat,wat de algemeene hedendaagsche Nederlandschestadsontwikkeling betreft, zoodat mag worden ver-wacht dat dit Noordelijk centrum zich in een steedstoenemende belangstelling zal kunnen verheugen;dit is Groningen zeker waard.A. L. VAN WiSSENBouwkundige bij den Dienstvan GemeentewerkenGroningen, September 1931BELASTING OP LINTBEBOUWINGDe zoogenaamde lintbebouwing vindt algemeeneafkeuring en inderdaad beteekent deze bebouwings-wijze in vele gevallen een groot kwaad, zoowel tenaanzien van het verkeer, als van de volkshuisvesting.Reeds meermalen werd als middel om dit kwaadte keeren het heffen van ,,belasting" aanbevolenen sommigen zien hierin zelfs een bron vaninkomsten voor den Staat; de Heer Ir. Mussertspreekt in zijn brochure ,,Vrij baan voor de toe-komst" Z'ilfs van , schatkist spekken", hetgeen zoubeteekenen dat men het kwaad van de lintbebou-wing moet toelaten tegen betaling en dan liefstop zoo ruim mogelijke schaal.Ik deel de meening van den Heer Bakker Schut,uitgesproken op het Congres van de Vereenigingvan Nederlandsche Gemeenten, onlangs te Rotter-dam gehouden, dat met belasting de oplossingzeker niet zal worden gevonden en ik geloofook niet dat een verbod zonder meer, om langswegen te bouwen, in de toekomst kan wordenverwacht. Het is mijn overtuiging dat de gemeen-ten, aan de hand van uitbreidingsplan en bouwrege-lingen, het grootste kwaad kunnen en moetenkeeren.Lintbebouwing is m.i. niet veel anders dan roof-bouw, d.w.z. bouwen op terreinen, die daarvoorniet volledig geschikt gemaakt zijn. Bouwterreinvraagt niet alleen de aanwezigheid van een straatof weg, maar nog meer noodzakeliik is rioleering,omdat elke bebouwing tot zekere dichtheid, veront-reiniging van water en bodem ten gevolge heeft.Vele steden beletten de bebouwing langs debuitenwegen eenvoudig door het eischen van eenrioleering; alleen voor enkele vrijstaande woningenals boerderijen, tuinderijen enz. wordt van ditvoorschrift ontheffing verleend. De speculatievebebouwing wordt zonder rioleering niet toegelatenen m.i. zeer terecht.Er bestaat een groot verschil tusschen bouwenvan een enkele woning voor eigen gebruik, en hetin exploitatie brengen van bouwgronden, en ditmoet vooral bij de lintbebouwing in het oogworden gehouden. Tegen het laatste, wat een vormvan roofbouw is, kan niet streng genoeg wordenopgetreden.In de nabijheid van de groote stad wordt eenverbod tot bouwen zonder rioleering al heel ge-woon gevonden, maar de meeste kleinere stedenen dorpen zijn nog niet zoo ver. Daardoor zijn degronden langs de bestaande wegen een vrijge-vochten terrein voor speculatiebouw, niettegen-staande alle gemeenten in het bezit zijn van eenbouwverordening;Het meerendeel van de verordeningen op hetplatteland neemt nog genoegen met een afvoervan water en vuil op slooten en zelfs greppels.Wanneer evenwel de nieuwe bebouwing eenigejaren oud is, komen klachten over stinkslooten endan wordt de gemeente nolens volens verplichttot het aanleggen van een rioleering op kosten vande gemeenschap, terwijl grond- en huizenverkoo-pers hiervoor hadden moeten zorgen. Daarom kanhier gesproken worden van roofbouw.Een dorp of landelijke gemeente in de nabijheidvan een groote stad heeft mooie wegen, die uit-lokken tot bouwen, maar voor bouwen van woning-complexen zonder meer niet zijn uitgerust. Laatmen bouwen zonder meer toe, dan ligt hier voorgrondspeculatie een winstgevend bedrijf.In de stad kost de grond aan aangelegde straten/ 8.- a / 10.- per M^., de grond langs de wegenARTIKELBN - BINNBNLAND339bovenbedoeld is nog goedkoop en wordt bij eenigeakkers tegelijk grif gekocht tegen / i.- per M^.of minder. Is de grond verkaveld en staat er bouw-grond te koop, dan komt de verleiding voor despeculatiebouwers: bouwgrond voor / 2.- of / 2.50per M^.Het belangrijke prijsverschil met de stad maaktde woningen in het dorp goedkoop en vele stede-lingen worden naar buiten gelokt; de fiets en de busbrengen ze gemakkelijk naar de stad, waar ze hunwerk vinden.Vele plattelandsgemeenten 2;ien een dergelijkebebouwing met vreugde aan: er komen belasting-betalers, maar de gemeente vergeet dat hier belang-rijke kosten tegenover staan. Het is hier niet deplaats om hierop verder in te gaan, maar kostenvan rioleering ontgaat de gemeente niet en eendergelijke wilde bebouwing kan zeker ook nietstrekken tot verfraaiing van het landschap.Behalve het voorschrijven van rioleering kan debebouwing langs de wegen nog beperkt wordendoor bouwregelingen, waarbij open bebouwingwordt voorgeschreven en ook hierbij kan een vrijruime bebouwing worden gevraagd, waardoor degrondkosten per woning ongeveer op het peilkunnen worden gebracht van de stad. Het isbovendien volkomen gemotiveerd langs landelijkewegen gesloten bebouwing niet toe te laten.Nemen de gemeenten voorschriften als boven-bedoeld in de bouwverordening op, dan zal heteuvel van de lintbebouwing belangrijk kunnenverminderen.De belasting, door den Heer Mussert aanbevolen,zal de lintbebouwing eer bevorderen dan tegen-werken en bovendien zullen de gemeentelijke ver-ordeningen vermoedelijk in conflict kunnen komenmet het Rijksbelastingenstelsel.De Heer Mussert stelt als voorbeeld een villavan / 15.000.- en wil daarvoor heffen een bedragvan / 3000.-, welk bedrag inderdaad afschrik-wekkend lijkt, maar in werkelijkheid niet zoohoog is.In de stad kost aangelegde grond voor villabouwten minste / 15.- a / 20.- per M^^ gu ^g ^eker noodigeen oppervlakte van een 500 M^., de grond vraagtdus een bedrag van / 10.000.-.De grond langs een weg zal te koop zijn voor/ 2.- a / 3.-, zoodat de grond dan op / 1.500.-komt en met de belasting nog belangrijk lagerblijft dan in de stad, eenzelfde verhouding alsboven werd besproken. De speculatie wordt er dusniet door belet, en nog hooger bedragen te heffenzou te gek worden.De bouwvoorschriften kunnen zoodanig zijn,dat de grondkosten per woning in de stad en buitende kom ongeveer gelijk zijn en op deze wijze wordtde meerwaarde van den grond, ontstaan door we-genaanleg, omgezet in meer ruimte, waardoor delintbebouwing, als ze komt, een beter karakter zalverkrijgen.Voorschriften voor rioleering en bouwregelingals bovenbedoeld zijn twee belangrijke middelen,die de gemeente in de hand heeft, maar ze moetenook met kracht worden toegepast.Wanneer de speculatieve bebouwing op de wijzedoor mij bedoeld wordt geremd, zal het bouwenlangs wegen in elk geval een beter karakter ver-krijgen en de speculatiebouw zal zich meer binnenhet uitbreidingsplan moeten houden,Ook in de grootere en kleinere dorpen, buitenden invloed van steden, zal een meer strengebouwverordening het kwaad kunnen keeren envoeren tot een meer systematische bebouwing,en het gevolg zal er van zijn, dat ook hier uitbrei-dingsplannen van bescheiden vorm zullen totstand komen.Nog zij er op gewezen dat wij er ook niet zijnmet parallelwegen zonder meer. Er komt dan tochlintbebouwing, alleen met wat minder bezwarenvoor den weg, maar met dezelfde nadeelige gevol-gen voor de volksgezondheid en het landschap, alsbij lintbebouwing zonder parallelweg.Geen belasting, maar voorschriften in allegemeenten voor alle wegen en zonder aansluitingop de gemeente-rioleering geen speculatieve be-bouwing.'s-Gravenhage, Augustus 1931 W. VAN BOVENBINNENLANDINTREKKING DER WONINGNOODWETStaatsblad no. 396 bevat een K.B. tot intrekking van deWoningnoodwet van 1918. Ingevolge art. 12 dezer wetheeft de Kroon verklaard dat de buitengevsrone omstandig-heden waarop de wet betrekking had, hebben opgehou-den te bestaan; daardoor vervalt zij over zes maanden.WONINGBOUW MET OVERHEIDSSTEUN BUITENDE WONINGWET OMDc Raad van Leiden heeft een bouwcrediet van / 167.700verleend, voor den bouw door de gemeente van 56 een-gezitiswoningen, waarvan 12 voor groote en 6 voor kleinegezii nen.UIT HET JAARVERSLAG OVER 1930 VAN ,,ONSLIMBURG"De bevolking van het gebied nam dit jaar minder sterktoe dan vorige jaren, in hoofdzaak als gevolg van het feit,dat het aantal nieuw in dienst genomen mijnwerkers ver-minderde. Toch is het cijfer als gevolg van het fabel-achtig geboorte-overschot, 24 0/00, dat is meer dan hetgeboortecijfer voor het geheele Rijk, nog zeer hoog, ruim6.000.In de gemeenten Brunssum en Schaesberg werd eenonderzoek ingesteld naar de grootte der gezinnen; decijfers volgen hier beneden.Brunssum SchaesbergI en 2 personen 11.3 15.23 personen 18.6 19.44 ,> 19.7 18.43 r, I7-I 16.33,4?6 persbhen ia.67 ,, . 7-38 ,, 5-99 >, 3-610 en meer personen 3.911.47.44-3344.2De woningproauctie daalde evenals in 1929 00k dit jaar,maar overtrof, als gevolg van de vermindering van denbevolkingsaanwas, toch het geraamde aantal nieuw ge-vormde gezinnen.Toen in Maastricht tot het bouwen van bovenwoningenmoest worden overgegaan, werd bij het verleenen van hetdaarvoor benoodigde voorschot bepaald: ,,dat deze voorpasgehuwden bedoelde woningen slechts gedurende zekerentijd, b.v. 6 jaren, mogen worden bewoond door hetzelfdejonge gezin; daarna zal het gezin, onafhankelijk van degrootte, de woning moeten verlaten en plaats maken vooreen ander gezin van jonggehuwden. De verhuring van dezewoningen zal moeten geschieden in overleg met denWoning-inspecteur."Het aantal eigen woningen, door mijnwerkers gebouwd,beliep in het jaar 1929 86, in 1930 42.Het percentage der verhuizingen beliep in 1930 25,5 /otegen 3? % in 1929.Het verslag bevat wederom gegevens omtrent de bouw-kosten per M". in verband met de grootte der woning, enomtrent het aantal arbeidsuren per woning; bepaaldegevolgtrekkingen zijn daaruit niet te maken.LINTBEBOUWINGDe bebouwing langs de Rijkswegen heeft de aandachtvan de Staatscommissie voor de Waterstaatswetgeving.Ter bestudeering van dit onderwerp, dat zooveel ver-schillende zijden heeft, zijn aan de commissie toegevoegdde Heeren Mr. L. Lietaert Peerbolte, Ir. H. van der Kaa,Ir. G. J. van den Broek en H, P. J. Bloemers.Naar aanleiding van lintbebouwing, plaats vindend langsden straatweg Amersfoort-Doorn in de provincie Utrecht,welke een prachtig stuk natuurschoon bedreigt, heeftde Utrechtsche welstandscommissie een adres gericht totGed. Staten der provincie, waarin zij aandringt op hetnemen van maatregelen tegen dit euvel.Zij schrijft o.a.:,,Het zij haar vergund in dit verband te wijzen op het bi)Statenbesluit van 10 December 1929 (Provinciaal BladNo. 10 van 1930) nieuw vastgestelde artikel 39 van^ hetReglement op het onderhoud en gebruik der wegen in deprovincie, waarbij o.a. is bepaald, dat het is verboden naareen provincialen weg uitwegen te maken of bestaandeuitwegen geheel of gedeeltelijk te vernieuwen, uit te breidenof te veranderen, tenzij met vergunning van GedeputeerdeStaten of in hooger beroep van de Staten en met inacht-neming van de voorwaarden, aan die vergunning verbonden.,,Naar ons bekend is, werd in den laatsten tijd, in overeen-komstige gevallen, wanneer bebouwing langs den weg nietgewenscht werd geoordeeld, door het Rijk geen ?it\Yegtoegestaan. Men neemt n.l. thans aan, dat een verplichtingom zoodanigen uitweg te verleenen, in geen enkel wettelijkvoorschrift grond vindt. Wij verwijzen in dit verband naarhet Rapport betreffende de regeling van de bebouwiiiglangs Rijkswegen, uitgebracht door de Staatscommissievoor het vervoervraagstuk (Commissie-Patijn), gevoegdbij circulaire no. 6'i93i van het Ministerie van Waterstaat,aan de Gemeentebesturen in dit gewest toezonden bij uweaanschrijving van 20 Juh 1931, le afd. no. 2532 129S.Hierin wordt (biz. 11 vv.) o.a. medegedeeld, dat laatstelijkwel op vergiinningsaanvragen om uitweg afwijzend isbeschikt, indien voor een groot perceel, dat verkaveldzou worden, meer dan een uitweg werd gevraagd.",,Meent men, dat dit middel slechts doel kan treffen,voor zoover de weg op duidelijke wijze van de belendendeterreinen is afgescheiden, dan is het, om onaangenameverrassingen te voorkomen, gewenscht om zonder verwijl,waar deze nog niet bestaan, langs de provinciale wegenBINNENLANDdergelijke afscheidingen, die dan van zeer eenvoudigenaard kunnen zijn, tusschen weggebied en aangelegen ter-reinen aan te brengen.,,Oordeelt men, dat het beoogde doel op deze wijze metkan worden bereikt of niet langs dien weg moet wordennagestreefd, dan zal het o.i. aanbeveling verdienen, dat deprovincie zich door aankoop, resp. onteigening, den eigen-dom verzekert van strooken grond aan weerszijden van denweg, waardoor het bouwen langs dien weg vanzelf wordtbelet.,,Wanneer dit op eenigszins ruime schaal geschiedt, zijndaaraan ongetwijfeld niet onaanzienlijke uitgaven verbonden,waartegenover wellicht geen daaraan evenredige opbreng-sten van de aangekochte gronden staan.,,Toch schijnt het niet voor twijfel vatbaar, dat dezemethode veel goedkooper uitkomt dan de eerlang toch nood-zakelijke aankoop of onteigening van strooken grond, teneinde deze te bestemmen voor wegverbreeding of aanlegvan parallelwegen, waaraan, bij doorgaande bebouwinglangs den weg, niet valt te ontkomen."EEN GEWESTELIJK PLAN VOOR HET EILANDIJSSELMONDEHet denkbeeld van het gewestelijk plan is, voor zooverNederland betreft, in Zuid Holland geboren. Het warende betrokken diensten in Rotterdam en den Haag, die dehanden ineensloegen en een schat van materiaal verzamel-den, dat als basis zou kunnen dienen voor een streekplanvoor Zuid Holland-West. .Nadat dit materiaal was tentoongesteld, volgde de instel-ling door de Staten van Zuid Holland van een commissie.Thans wordt een volgende stap gedaan; met reden magworden aangenomen dat de genoemde commissie aan hetinitiatief daartoe niet vreemd is: het opstellen van eenstreekplan zal worden ter hand genomen. Als eerste gebied,waarvoor dit zal geschieden, is het eiland IJsselmondegekozen. , ,Ged. Staten hebben zich met het oog daarop gewendtot de gemeentebesturen op dit eiland, een officieele stap,welke is voorafgegaan door voorbesprekingen, welke deCommissaris der Koningin heeft gehad met de burgemeestersder betrokken gemeenten. Ged. Staten stellen zich voor dateen studiecommissie zal worden gevormd uit de bestaandeprovinciale commissie, welke echter zal samenwerken nietde betrokken gemeenten. Dit contact zal worden bereiktdoor een tweetal leden aan de subcommissie der provincialecommissie toe te voegen, welke de gemeenten zullenvertegenwoordigen. De regeling zal dan als volgt zijn.De commissie zou moeten bestaan uit een ver-tegenwoordiger uit de commissie van advies voor degewestehjke uitbreidingsplannen, tevens voorzitter; eenof twee leden van die commissie; een vertegenwoordigervan den rijkswaterstaat; een vertegenwoordiger van despoorwegen; een vertegenw.oordiger door het gemeente-bestuur van Rotterdam aan te wijzen; een lid aan te wijzendoor het gemeentebestuur van Dordrecht, en de tweedeskundigen, aan te wijzen door de zeven plattelands-gemeenten Ridderkerk, IJsselmonde, Barendrecht, Heer-jansdam, Zwijndrecht, Poortugaal en Rhoon.Het zal volgens het oordeel van Ged. Staten inzonder-heid een commissie zijn, die de verschillende problemenvan den technischen kant beoordeelt. Volgens de bedoelingvan Ged. Staten zullen de eventueel door de zevengemeentebesturen aan te wijzen twee leden in de commissiezitting nemen niet als vertegenv/oordiger, doch wel alsvertrouwensmannen van de gemeenten. Zij hebben dus detaak zorg te dragen, dat met de belangen van de gemeenten,die hen afvaardigen, voldoende rekening wordt gehouden,waarom de dagelijksche besturen zelfstandig hebben tebepalen, op welke wijze voldoende contact metde betrokkenleden blijft bewaard, en hoe dat zal worden ingericht.Daarom zullen zij 00k hebben zorg te dragen, dat aandie vertegenwoordigers al de gegevens worden verstrekt.BINNENLAND - UIT DEN KRING DER BOUWVEREENIGINOTN 241die voor een juist oordeel en juiste waardeering van debelangen noodig zijn. Anderzijds zal niet uit het oog mogenworden verloren, dat de in het leven te roepen sub-com-missie een studie-commissie behoort te zijn, en dat, wil menvan een vruchtbaar samenwerken tusschen de leden dercommissie verzekerd zijn, het noodig is, dat de leden nietdermate in hun oordeel gebonden worden, dat het vrijeonderzoek wordt belemmerd.De mogelijkheid, dat na waardeering van alle factoren,die het vraagstuk beheerschen, de in totaal meest juisteoplossing kan worden voorgedragen, dient van den beginneaan vast te staan.Deze laatste omstandigheid, zoo schrijven Ged. Staten,eischt intusschen, dat de gemeentebesturen, ook al hebbenhun afgevaardigden in de commissie aan een bepaaldeoplossing medegewerkt, volkomen vrij blijven in hun oordeelover de resultaten van de gemaakte studie.In den loop van Augustus zijn de leden der commissiedefinitief benoemd.(Bericht, in hoofdzaak ontleend aan de N. R. C.)HET UITBREIDINGSPLAN VOOR WATERGRAAFS-MEERIn de December-aflevering van den vorigen jaargangmaakten wij melding van een regeling, door het gemeente-bestuur van Amsterdam getroffen, ten einde te voorkomendat de eigenaars van gronden, in de Watergraafsmeergelegen, onredelijke schade zouden lijden als gevolg vanhet vaststellen van een nieuw uitbreidingsplan voor ditgedeelte der gemeente. Bepaald werd dat het plan zouvervallen, wanneer niet binnen een bepaalden termijn totonteigening zou zijn overgegaan. De bedoeling was daarbijde waardebepaling van dien grond bij onteigening niet tedoen beinvloeden door het nieuwe plan, immers naar dentoestand voordat het nieuwe plan van kracht werd.Deze regeling, op aandrang van Ged. Staten van Noord-Holland getroffen, is door de grondeigenaren bestreden.De Kroon heeft de geopperde bezwaren gedeeld. De uit-spraak is te vinden in deze aflevering van het Tijdschrift.DE BINNENSTAD VAN AMSTERDAMDe Raad van Amsterdam heeft zich in zijn zitting van 3Juli j.l. vereenigd met het schema-plan voor de binnenstad,zooals dat in ons Mei-nummer is beschreven.In dezelfde zitting werd besloten de Vijzelgracht tedempen en werd aangenomen de voordracht van B. en W.tot verbetering van het Rokin, waarbij het water in hoofd-zaak wordt behouden, maar ten behoeve van het verkrijgenvan parkeerterrein voor een klein gedeelte zal wordengedempt.DE DIENSTEN VAN STADSONTWIKKELING,VAN PUBLIEKE WERKEN EN VAN VOLKSHUIS-VESTING EN BOUW- EN WONINGTOEZICHTIN ONZE GROOTE STEDENAls uitslag van de verkiezingen heeft in enkele gemeenteneen verandering in de bezetting der wethouderszetels plaatsgehad, welke niet alleen persoonlijke, maar ook zakelijkebeteekenis heeft. Zoo is te Amsterdam aan den wethoudervoor de volkshuisvesting en voor het bouw- en woningtoe-zicht voortaan ook de zorg voor de publieke werken, waar-onder de stadsontwikkeling ressorteert, opgedragen. TeRotterdam blijven stadsontwikkeling, totzelfstandigendienstverheven, en gemeentewerken onder een wethouder,woningdienst en bouwpolitie, in een dienst vereenigd, ondereen anderen. Te 's-Gravenhage zijn, zooals men weet,volkshuisvesting en stadsontwikkeling in ^en dienst samen-gevoegd, en ressorteeren dus onder een wethouder; gemeente-werken en bouw- en woningtoezicht staat onder een eigenwethouder.VERORDENING TEGEN ONTSIERENDE RECLAMEDe Provinciale . Staten van Noord Brabant hebben30 Juli j.l. een verordening tot het weren van ontsierendereclame vastgesteld. Een dergelijke verordening bestaatthans in alle provincies.UIT DE STATISTIEK DER MOTORRIJTUIGENHet Centraal Bureau voor de Statistiek heeft de motor-rijtuigenstatistiek volgens den stand per i Augustus 1930gepubliceerd. Wij ontleenen daaraan onderstaande ge-gevens, waarbij ter vergelijking de cijfers van de twee vooraf-gaande tellingen zijn opgenomen. Tusschen haakjes zijnaangegeven de percentsgewijze veranderingen, telkens tenopzichte van het voorafgaande jaar.I Aug. 1928 I Aug. t929 I Aug. 1930Rijwielen methulpmotor 258 203(--21) i3i(--35)Motorrijwielen 27.527 30.o22(-j- 9)3i.i83(+ 6)Personenmotor-rijtuigen 51.922 6o.262(-t-i6)67.845(-f 13)Motorbussen 3-159 3'357(+ 6) 3.536(-r 5)Vrachtmotor- 28.734 35.040(+22)4i-227(+23)rijtuigen111.600 128.884 143.922Voor vrachtauto's blijkt de procentueele stijging onver-minderd te zijn voortgegaan; voor de andere categorieenis deze echter minder dan in 1929. De groep rijwielen methulpmotor blijft sterk dalen.Van kwartaalkaarten wordt steeds meer gebruik ge-maakt. Werden over het tijdvak Juni I929-Juni 1930aan jaarkaarten 35 % en aan kwartaalkaarten 64 % vanhet totaal uitgegeven, in de periode 1930-1931 waren dezepercentages resp. 31 en 68.Voor het geheele Rijk bedroeg het aantal motorrijtuigenper 1000 inwoners op de bovenvermelde data resp. 14,63,16,67 en 18,37. Het hoogste aantal per 1000 inwoners kwamin 1930. voor in de gemeente Wassenaar, n.l. 68,70. Hetaantal gemeenten zonder motorrijtuig bedroeg resp. 8,3 en 5.UIT DEN KRING DER BOUWVER-EENIGINGENTOELATING INGEVOLGE DE WONINGWETSedert de vorige opgave is als stichting, uitsluitendwerkzaam ter verbetering van de volkshuisvesting, toege-laten de Stichting tot Verbetering der Volkshuisvesting,,Opgang" te Nijmegen. Het aantal toegelaten corporatiesbedraagt thans 1079.VOLTOOIDE COMPLEXENDe arbeiderswoningbouwvereeniging ,,Rochdale" teAlkmaar voltooide een complex van 42 woningen. Hetbouwkapitaal werd van de gemeente verkregen. De gemid-delde stichtingskosten (zonder grond) bedragen / 2300.-per woning. De huur zal vermoedelijk op / 4.90 wordenbepaald. De exploitatie is zelfdekkend.De Cooperatieve Woningbouwvereeniging ,,Eigen Wo-ning" te Haarlem voltooide een complex van 56 woningen.Het bouwkapitaal werd verkregen tegen 4I % van deNationale Levensverzekeringsbank te Rotterdam. Degemiddelde stichtingskosten (zonder grond) bedragen/ 3320.- per woning. De huurprijs is / 5.80 per week.NIEUWE BOUWPLANNENHet gemeentebestuur van Amsterdam heeft den raadvoorgesteld garantie te verleenen voor een bouwplan Vjande Stichting ,,Zomers Buiten" aldaar, omvattende 392242 Unr DEN KRING DER BOUWVEREENIGINGEN - BUITENLANDwoningen. Elke woning krijgt een badcel met douche. Debenedenwoningen krijgen geen afzonderlijke tuinen, hetbinnenterrein wordt aangewend als speelplaats voor dekinderen. De huren zijn geraamd op gemiddeld / 6.65.VRAGENRUBRIEKVraag No. 48. In verband met plannen, die onze ver-eeniging onder handen heeft, zouden wij graag willenweten, waar men in ons land speciale complexen of woningenheeft gebouwd voor ouden van dagen. Kunt u ons hiervaneen opgave verstrekken ?Antwoord No. 48. Ons zijn de volgende gemeentenen corporaties bekend, die woningen hebben gebouwd,uitsluitend bestemd voor ouden van dagen. GemeentenAfflisterdam, Gouda, 's-Gravenhage, Haarlem en Velsen,verder de Woningstichting ,,de Dageraad" te Amsterdam,Algemeene Woningbouwvereeniging ,,Arnhem" en deWoningstichting te den Helder. De Vereeniging voorVolkshuisvesting ,,Alkmaar" exploiteert een tehuis voorouden van dagen, de Woningbouwvereeniging ,,Arnhem"heeft den bouw van zulk een tehuis in voorbereiding.BIJEENKOMSTENZaterdag 3 October j.l. hield de afdeeling Gelderlandvan den Nationalen Woningraad haar jaarlijksche algemeeneledenvergadering te Doetinchem.Tot deze vergadering waren ook de niet aangeslotenbouwvereenigingen en gemeenten in den Achterhoek uit-genoodigd. De opkomst was echter niet groot.Des v.m. half elf had de officieele ontvangst der afge-vaardigden plaats op het Gemeentehuis,Namens het gemeentebestuur van Doetinchem werdendeze welkom geheeten door denHeerR. Velsink, wethouder,die zeide het een eer te vinden de afdeeling Gelderlandvan den Nationalen Woningraad te mogen
Reacties