TIJDSCHRIFTVOORVOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWrORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1932 NS 6 13* JAARGANG JUNIGELUIDDEMPEND SPIJKERVASTGJPSNWANDBRANDVRU STERKEen Directeup van Gemeente- dat tk ze meer in de gemeente-wspken : ,,de opgedane en- bestekken van scheidingswandenvaring is wel van dien aard, zai voorschrijven "N. V. DE METEOOR TELEFOON 205 D E S T E E GN.V. VAN WIUNSTER'S UITGEVERS mAATSCHAPPIJ - HAARLEIWIVSERWEG B 378 - AiVlSTERDAIVI (W.)HOECHSL/INLtCHTINGENDIAMETANHET GEVAARLOOZE VERGASSINGSMIDDEL TERVERDELGING VAN WANOLUIZEN --GEMAKKELIJK TOE TE PASSEN, ABSOLUUTAFOOENDE --GEEN SPECIALS APPARATEN BENOODIGDVERKRIJGBAAR BIJ APOTHEKERS EN DROGiSTEN0. HANDELf\/!AATSCHAPPy "NEOrGEPHA"NIEUWE KEiZERSGBACHT 58, A'DAM (C.)TELEFOOiy 52521 en 52621WANDGEDIERTEHicrmede berichten wij U, dat door onswoniugen.gebouwen enischepen gezuiverd worden van wandgedierte, kakkerlakken, enz.Door onze methode van zuiveren wordt aan de woningenniets beschadigd, Verf en behangsel hebben niets te lijden enwij behoeven geen plinten of andere voorwerpen los te maken.Ook behoeven de bewoners tijdens het zttiveren de woningniet te verlaten of bun inboedel te verplaatsen. Onze methodeis EENVOUDIG, GEMAKifEUJK en DOELTREFFEND.In de navolgende plaatsen hebben wij reeds gewerkt: Coevor-den, Delft, Dodewaard, Ede, Enschede, Franeker, Gorinchem,Gouda, Sappemeer, Kethel, Lonneker, Maassluis, Maastricht,Bussum, Naaldwijk, Noordwijkerhout, Nunspeet, Roermond,Rotterdam, Schiedam, Sliedrecht, Tilburg, Vlijmen, Vlissingen,den Helder, Zandvoort, ZwoUe, euz.Vraagt prijsopgave en inlichtingen:Fa. LIEVE & Co. (M. WAPENAAR)KORTEOIJK 16 - VLAARDINGEN - TELEF. 108IP. J. VAN SCHAIK M-^IIIIIWEIIU8?tSPECIiyiL0IIWIDIIIi;EII,SMiIlEIII!ITIILUII[liNASSAUKADE 312 - TEL. 23485 - A'DAMISOLA-BOUWHET BESTE EN GOEDKOOPSTE 8Y8TEEIW VOORHET BOUWEN VAN COIMPLEXEN VOLKb- ENMIDDENSTANDSWONiNOEN. > SELF SUPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAli^ftttlg Oedeponeord H?idel8-MerkUITGEVOERD O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEQEMEENTE 'a HERT0GENB08CH - NOG INUiTVOERINGO.A. 400 WONINGEN VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIEMFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van alle materiaien voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 13= JAAROANG NO. 6 JUNI 1932TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINQiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEN STEDEBOUWOROAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINQ EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGENREDACTIE: H. P. J. BLOEMERS, J, BOM-MER, J, DouwES JR., MR. D. HUDIG, JHR.M. J. I. DE JONGEVAN ELLEMEET, IR. P.BARKER SCHUT, IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLEH, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKADRES DER REDACTIE ENADMINISTRATIEKLOVENIERSBURGWAL 70 - AMSTERDAMPOSTREEENING NO. 29080REDACTIE VAN DE RUBRIEK,,UIT DEN liRING DER BOUW-VEREENIGINGEN",,HET NIEUWE HUIS" (KAMER 179)ROELOF HARTPLEIN 4 - AMSTERDAM-- ADVERTENTIES --V. MUNSTER'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM (W.)ABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKlSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS. f I.-INHOUD: In Memoriam Dr. Hans Kampffmeyer door Dr. F. M. Wibaut -- Officieele Mededeelineen-- Tuindorp ,,Het Blauwe Zand" te Amsterdam door A. J. A. Rikkert -- Rapport Commissie-Vliegendoor G.F.E.K. -- De Parkwegen van het Westchester County Park System en bij ons door H. Cleyn-dert Azn. -- Boekbespreking door Ir. M. E. H. Tjaden -- Verslag van de buitengewone ledenvergade-ring van den Nationalen Woningraad op Vrijdag 8 April 1932 te Amsterdam (II) -- Binnenland --Uit den Kring der Bouwvereenigingen -- Overzicht van tijdschriften -- Wetten, Kon. Besluiten, enz.-- Rechtspraak.IN MEMORIAMDr. HANS KAMPFFMEYEROp Zaterdag 38 Mei, des voormiddags, stierf ineen ziekenhuis te Frankfurt a. Main Dr. HansKampffmeyer, Generalsekretar van het ,,Inter-nationale Verband fiir Wohnungswesen", Frank-furt. Hi) had een niet ernstig geachte operatieondergaan, die gunstig was verloopen. Zijn ge-zondheid liet sedert eenige maanden te wenschen.Deze ,,General-Sekretar" was de ziel van dezeorganisatie, de sterk stuwende kracht in haar werk.Het ,,Internationale Verband fiir Wohnungs-wesen" kwam in 1928 tot stand. Het was onuit-voerbaar gebleken de ,,Federation for Housingand Town Planning" te Londen te bewegen eenregeling te treffen, welke het mogelijk zou makende belangen van de volkshuisvesting, in vollenomvang, op het vasteland van Europa te dienen.Te dienen namelijk op een wijze die door vele,,woninghervorrners" in verscheidene landen een-parig aangewezen werd geacht.114 ARTIKELEN - OFFICIEELE MEDEDEELINGENHet ,,Internationale Verband" ward dtis ge-boren onder ongunstige omstandigheden. Ver-scheidene ,,woninghervormers" verweten aan deoprichters splitsing te brengen in de kringen vangelijkstrevenden,Toch heeft Dr. Hans Kampffmeyer het ver-staan in minder dan vijf jaren tijds de nieuweorganisatie tot internationaal aanzien en tot grootebeteekenis te brengen. Het bestuur van het Verbandging spoedig over tot de uitgave van een inter-nationaal tijdschrift, in de Engelsche, FranscheenDuitsche taal, -- naar zijn meening een te langonvervuld gebleven behoefte. Dr. Hans Kampff-meyer werd er de redacteur van. De redacteurwerd de samensteller van het overgroote deelvan den inhoud. Dr. Hans Kampffmeyer heefthet verstaan in dezen korten tijd dit tijdschriftte maken tot een machtig propaganda-middel invele landen, in den dienst van de verbetering dervolkshuisvesting, internationaal.Reeds vele jaren voor de stichting van het,,Internationale Verband" had Dr. Hans Kampff-meyer zijn voile kracht gewijd aan de zaak van devolkshuisvesting. Als ,,Regierungsrat" in Karlsruhegaf hij leiding aan de woningverbetering. InKarlsruhe spreekt men over de ,,tuinstad derKampffmeyers". Daarna had hij gedurende eenigejaren in Weenen de leiding van de afdeeling,,Siedlungen" of tuinsteden, door de gemeentegesticht.Zijn laatste werk was de zorgvuldige voorbe-reiding van een studiereis in Zwitserland, omkennis te nemen van het voornaamste op het gebiedvan woningverbetering, in dat land tot stand ge-bracht. Kampffmeyer zag de beteekenis van zulkestudiereizen als zeer belangrijk. De deelnemers aande studiereis, in de Scandinavische landen ge-houden, waren over Kampffmeyer's leiding bijdit werk vol lof.De dood van Dr. Hans Kampffmeyer beteekenteen zwaar verlies voor de zaak van de Inter-nationale verbetering van de volkshuisvesting.Zijn toewijding aan haar belangen was onover-troffen. Zijn werkkracht was zeer groot. Zijnarbeidsprestaties dreigden nu en dan boven dezetoch wel groote werkkracht uit te gaan. WantKampffmeyer was onstuiming in het geven vanzich zelf, onstuimig in het dienen van de zaak, diehij hoog hield.Als Voorzitter van het ,, Internationale Verbandfiir Wohnungswesen" te Frankfurt a. Main brengik aan Dr. Hans Kampffmeyer hulde en dank.Hulde en dank voor het groote werk, dat hij voorde verbetering van de volkshuisvesting in velelanden heeft geleverd. Hulde en dank voor dewarme, diepe menschelijkheid, die aan zijn werkbizondere werfkracht verleende. Zijn nagedachtenisleeft voort in groote kringen van woninghervormersin vele landen. De herinnering aan den goeden,teeren mensch leeft voort bij zijn persoonlijkevrienden.F. M. WlBAUTOFFICIEELE MEDEDEELINGENNEDERLANDSCH INSTITUUTPUBLICATIESIn onze Serie voor Stedebouw zijn, onder nr. VII,verschenen, een tweetal studies van den HeerDrs. G. Th. J. Delfgaauw over ,,De Tendenzentot Decentralisatie in de Vestiging der Nijverheid"en ,,De Omvang van het Forensenwezen in Neder-land" en een studie van den Heer Drs. J. vanEmbden over ,,De economische structuur derbevolking van enkele West-Europeesche haven-steden". De uitgave is aan de leden van de Afdee-ling Stedebouw toegezonden. Zij is thans ver-krijgbaar bij het Secretariaat van het Instituuttegen den prijs van / 1.25.EXCURSIE VAN HET INT. VERBAND FUR WOHNUNGS-WESEN NAAR ZUID-WEST DUITSCHLAND EN ZWITSER-LANDNa het overlijden van den Heer Dr. HansKampffmeyer heeft de Heer Bernhard Kampff-meyer, Voofzitter van de ,,Deutsche Gartenstadt-gesellschaft", zich bereid. verklaard de verdereorganisatie en uitvoering van bovengenoemdestudiereis -- waarover in onze beide vorige num-mers reeds mededeelingen zijn gedaan -- op zichte nemen.In de data, waarop de reis zal worden gemaakt,is een verandering gekomen. Zij zal nu wordenuitgevoerd in den tijd van -rj-27 Juli, teneindede deelnemers aan de Internationale Conferentievoor Socialen Arbeid, welke in Frankfort wordtgehouden, 00k in de gelegenheid te stellen eraandeel te nemen. Men kan zich 00k voor een ge-deelte der reis aanmelden. Nadere inlichtingenworden gaarne verstrekt door het Secretariaatvan het Verband, Frankfixrt a.M., Hansa-Allee ^7.NATIONALE WONINGRAADNIEUWE LEDENSedert de laatste opgave zijn als lid toegetredende Woningbouwvereenigingen ,,Beter Wonen" teHolten en ,,Goed Wonen" te Hoorn, alsmede deStichting ,,Centraal Woningbeheer" te Zaandam.De Woningraad telt thans 356 leden met 84,918woningenOFFICIEELE MEDEDEELINGEN - ARTIKELEN"5TUINDOCP,,nLTbLAUWE.ZANb"AM2TLDDAM.SituatieJAARVERGADERINGDe jaarvergadering van den Woningraad wordtop Vrijdag en Zaterdag 8 en 9 Juli te Hilversumgehouden.TUINDORP ,,HET BLAUWE ZAND"TE AMSTERDAMToen in het jaar 1926 de toestand op de woning-markt weer zoodanig was geworden, dat van woning-nood niet meer behoefde te worden gespioken,werd de onbewoonbaarverklaring, welke sedert1912 practisch stilstond, weder ter hand genomen.Daarnaast werd een aanvang gemaakt met desaneering van enkele wijken in de alleroudstedeelen der stad.Door de wedertoepassing van de Woningwet opdit gebied -- n.l. de krotopruiming -- vervielentalrijke woningen, waarvan de bewoners meestalslechts geringe draagkracht hadden. Sedert 1936vervielen alleen door onbewoonbaarverklaring nietmindei dan 3355 woningen.,Indien geen verdere maatregelen dan de op-ruiming van krotwoningen zouden zijn genomen,zouden evenveel gezinnen naar andere krottenzijn verdreven, zoo deze tenminste te huur zoudenzijn geweest. In het andere geval zouden de ver-dreven bewoners bij anderen moeten zijn gaaninwonen.Naast krotopruiming was dus voorziening innieuwe huisvesting voor de verdreven gezinnennoodzakelijk, indien van werkelijke verbetering dervolkshuisvesting zou kunnen worden gesproken.De Regeering verleende hierbij haar mede-werking door eerst voor den bouw van 1500 wonin-gen en later nog eens voor den bouw van 1550woningen voorschotten, als bedoeld in ? 9 (nieuw)der Woningwet, te verleenen, benevens voor beideaantallen woningen jaarlijksche bijdragen in hettekort op de exploitatie. Deze bijdragen zijn noodig,omdat Amsterdam meende de gemiddelde huurniet hooger te mogen stellen dan / 4.70 per week.De totale bijdrage zou moeten zijn / 1.40 perwoning per week, waarvan de Regeering toezegdede helft te zullen betalen, mits aan zekere voor-waarden zou worden voldaan.ii6 ARTIKELENBegane grond VerdiepingTuindorp ,,Het Blauwe Zand", Amsterdam. Type AIn de eerste plaats moesten ten minste evenveelkrotten blijvend ontruimd worden als nieuwe\voningen werden gebouwd.In de tweede plaats louden de woningen uit-sluitend mogen worden verhuurd aan gezinnen:a. afkomstig uit een hun door onbewoonbaar-verklaring of onteigening in verband met krot-opruiming ontnomen woning;h, afkomstig uit een slechtere woning;c. afkomstig uit een overvulde woning;en voorts alien van zoo geringen maatschappe-lijken welstand, dat zij redelijkerwijze geachtmoeten worden een hoogere huur niet te kunnenbetalen.Aan de eerste voorwaarde is ruimschoots vol-daan. Er zijn n.l. reeds een 200-tal woningen meeronbewoonbaar veiklaard en ontruimd dan nieuwewoningen zijn gebouwd. Ook aan de naleving derandere voorwaarden wordt streng de hand gehouden, alhoewel eenige vrijheid van bewegen bijde \ erhuring van een zoo groot aantal woningen alswaaiover het hier gaat, zonder dat daarbij deuitbetaling van de bijdrage in gevaar zou wordengebracht, zeer welkom zou zijn geweest. Van iedergezin, dat een woning betrekt, worden uitvoerigebizonderheden aan de Regeering medegedeeld,waaruit dan blijkt dat de gezinnen niet ten onrechtein de woningen zijn geplaatst.Het laatste complex woningen hetwelk met dehierboven bedoelde voorschotten, tezamen groot/ 10.103.504.-, is gebouwd, is het tuindoip, ge-naamd ,,Het Blauwe Zand".^1. kAMEB S [-111 U \ "^1 .^ 3 0J -1 ^ \ 1 ?'* -"iBegane grond VerdiepingTuindorp ,,Het Blauwe Zand", Amsterdam. Type BHet gemiddelde aantal woningen per hectare isongeveer 54.Dit tuindorp is gebouwd op een driehoekig ter-rein, liggende juist tusschen de oude dorpen Buik-sloot en Nieuwendam. Het terrein lag zeer laag enbestond uit een zeer slappe dikke veenlaag. Op-hooging en, na inklinking, herhaalde ophooging,was noodig. In verband met den slappen bodemmoesten alle perceeien onderheid worden.Dwars door het tuindorp loopt net begin van dengrooten verkeersweg, welke wordt aangelegd naarhet op korten afstand gelegen ,,Tuindorp-Nieu-wendam".Het geheele complex omvat 794 woningen,10 winkelwoningen, 10 karrenbergplaatsen en10 werkplaatsen. Voorts zijn er gebouwd drieschoolgebouwen, elk bestemd voor twee scholen,een school voor voorbereidend onderwijs, eenrioolgemaaltje en een transformatorhuisje.Het geheele terrein is groot 17.38.05 H.A. Debestemming van dit terrein is als volgt:bouwterrein voor woningen 8.42.00 H.A. / 0/openbare gebouwen enz. 1.19.25 ,, V^* ^ ''^bestrating 5-30-25 ,, 30.50 %plantsoen, sportterrein enz. 2.46.55 ,, 14.25 %samen 17.38.05 H.A. 100Begane grond VerdiepingTuindorp ,,Het Blauwe Zand", Amsterdam, Type CTuindorp ,,Het Blauwe Zand", Amsterdam. Winkelsaan den WaddenwegARTIKELEN 117Tuindorp ,,Het Blauwe Zand", Amsterdam. Hoeksche-waardwegTuindorp ,,Het Blauwe Zand", Amsterdam. VoornestraatDe eerste paal werd geslagen op 8 September1930. De eerste woning werd opgeleverd juist eenjaar later, n.l. op 3 September 1931; de laatstewoning werd opgeleverd 10 Maart 1932. In i J jaartijds is hier dus een tuindorp gesticht, plaats bie-dende voor ruim 4200 personen.Het tuindorp bestaat uitsluitend uit eengezins-huizen.Van de 794 woningen zijn er 26 bestemd voorouden van dagen. Deze woninkjes hebben alleminimum afmetingen. De overige woningen zijn,verdeeld naar het aantal vertrekken, als volgt:woonkamer, 2 slaapk. en keuken 250 woningen? 3 " " "tt 4 >> " >'>) 5 " ? ?3332906samen 768 woningenDe laagste huur is / 3.25 en de hoogste / 6.50per week.De animo om een woning in het nieuwe tuindorpte huren, was zeer groot. Vooral gezinnen met veelkinderen vroegen om plaatsing. Er waren zelfstwee gezinnen bij, die in verband met het aantalkinderen, in de. woningen niet ondergebrachtkonden worden. Daarom zijn in twee gevallen tweewoningen bij elkaar gevoegd.Verdeeld naar het aantal kinderen is het aantalgezinnen als volgt:zonder kinderenmet 1 kind2 kinderen348 gezmnen13017811793766646217met 10 kinderen,, II ,,tt 12 ItIt 13 "6 gezinnen1 gezin2 gezinnenI gezinsamen 793 gezinnen.De totale bevolking bedraagt dus 4230 personen.De gemiddelde woningbezetting is in dit tuin-dorp 5,3 personen, tegenover 3,8 indegeheelestad.Hier zijn dus in sterke mate de groote gezinnengeholpen. Zulks blijkt ook nog, indien de herkomstder gezinnen wordt nagegaan.De gezinnen zijn afkomstig uit:een overvulde woning 463 gezinneneen onbewoonbaar verklaarde, slech-tere of onteigende woning 324 ,,een woonschip 2 ,,waren tevoren inwonend 3 ,,Behoudens in een zeer enkel geval gaan degezinnen gaarne uit hun krotten naar de nieuwewoningen over. Enkele doen het eenigszins schoor-voetend, maar na eenige weken begint men denieuwe, betere omgeving te waardeeren. Vooralis dit het geval, wanneer de invloed van de frisschebuitenlucht merkbaar wordt bij de kinderen, dievoordien slechts de nauwe, donkere stegen ensloppen tot speelplaats hadden.Dat men zich voor de nieuwe betere woning eengrootere opoffering getroost dan voor het oudekrot, blijkt, wanneer wordt vergeleken de huur,welke voor het krot en welke voor de nieuwe woningwordt betaald.Niet minder dan 581 gezinnen betalen thansmeer huur dan vroeger; 61 betalen dezelfde huuren 145 betalen minder huur. (In 5 gevallen kangeen vergelijking worden gemaakt).Helaas doet de jeugd nog herhaalde aanvallen opde bloemen in de plantsoenstrooken en perken. Alte kwalijk mag hun dat niet worden genomen. Zijii8 AETIKELENweten immers nog niet wat bloemen en planteneigenlijk zijn en welke beteekenis deze innemen ineen tuindorp. Ook in andere tuindorpen was dithet geval. De ervaring, daar opgedaan, was, datbinnen zeer korten tijd plant en bloem vrij kondengroeien en bloeien. De bewoners, van klein totgroot, kregen bewondering voor de ongekendeuitingen der natuur en ieder verheugt zich in hetwonen in zoo'n tuindotp.Zoo zal het zeer zeker ook in het tuindorp ,,HetBlauwe Zand" worden en dan is bereikt dat in eenluttele spanne tijds, een zandvlakte is herschapenin een tuindorp vol zon en bloemen en vooral volgroote menschen en kleine kinderen met rneerlevensvreugde in hun hart dan deze ooit gekendhebben in hun donkere sloppen en krotten en muffealcoofwoningen.In deze richting moet de verbetering der volks-huisvesting worden voortgezet.Juni 1932 A. J. A. RiKKERTRAPPORT COMMISSIE-VLIEGENBij gemeenschappelijke beschikking van deMinisters van Financien en van Arbeid, Handel enNijverheid van 11/17 December 1928, no. 150/9353, Generale Thesaurie/Volksgezondheid, werdingesteld een ,,Commissie tot onderzoek van devraag, welke moeilijkheden zich voordoen bij deexploitatie van de met financieelen steun van hetRijk en de gemeenten gebouwde woningen, welkemaatregelen van overheidswege ter tegemoetkomingaan die moeilijkheden zouden kunnen worden ge-nomen en welke gevolgen die maatregelen voor degeldmiddelen van het Rijk en de gemeenten zoudenhebben", bekend als de Commissie-Vliegen, aldusgenoemd naar den voorzitter W. H. VLIEGEN,Tweede Kamerlid. Inmiddels is het rapport dercommissie verschenen, waarvan de hoofdpuntenhierna in beknopten vorm mogen worden weerge-geven.In zijn installatie-rede gaf de voorzitter de taakder commissie weer in de volgende drie punten:1. onderzoek naar de bestaande moeilijkheden;2. de te nemen maatregelen; en 3. de gevolgen dezermaatregelen voor de financien van Rijk en gemeen-ten.De Commissie heeft in haar onderzoek niet na-drukkelijk betrokken de woningen, waarvoor vanoverheidswege steun buiten de Woningwet om wasgegeven, hoewel zij deze woningen niet geheelbuiten beschouwing gelaten en daaraan in een af-zonderlijk hoofdstuk^) enkele beschouwingen ge-wijd heeft.De Commissie besluit de korte omschrijving derverrichte werkzaamheden in haar voorwoord met^) V van het meerderheidsrappott.twee opmerkingen. Ten eerste dat tijdens dewerkzaamheden der commissie de economischewereldcrisis is ontstaan en, hoewel omtrent demogelijke gevolgen van deze crisis op het momentvan het verschijnen van het rapport nog weinig tezeggen valt, lijkt het haar toch zeer onwaarschijnlijkdat zij op den duur zonder invloed zou blijven ophet huurpeil der woningen. Desondanks heeft decommissie gemeend zich te moeten beperken totde moeilijkheden bij de woning-exploitatie, welkehet gevolg zijn van de achter ons liggende oorlogs-crisis, omdat onafhankelijk van de andere eenafrekening van deze moeilijkheden noodig blijft.En vervolgens drukt zij haar leedwezen uit over hetfeit, dat er een meerderheids- en een minderheids-opvatting is, welke een eenstemmig rapport onmo-gelijk heeft gemaakt.In een Jnleiding bespreekt de commissie denoorsprong der moeilijkheden, welke als bekendkunnen worden verondersteld en wijst vervolgensop het Hurenrapport 1926 als een der belangrijkstepogingen tot oplossing der moeilijkheden, welkrapport leidde tot het indienen der motie-Vliegenin de Tweede Kamer en welke weer heeft geleidtot de instelling der Commissie.Het rapport der Commissie ^) bevat, buiten hetreeds vermelde, nog vijf andere hoofdstukken. Heteerste hoofdstuk geeft een overzicht van den be-staanden toestand, d.w.z. van den stand van zakenmet betrekking tot de gevallen, waarin van Rijks-wege ingevolge de Woningwet voorschotten en/ofbijdragen zijn verleend. Het bevat verder waardevolcijfer-materiaal over de aantallen woningen en destichtingskosten, huurbepaling, overschotten entekorten op de exploitatie, erfpacht en onderhoud.In het tweede hoofdstuk volgt een opsomming enuiteenzetting van de moeilijkheden, welke bij deexploitatie van de met Rijkssteun ingevolge deWoningwet gebouwde woningen worden onder-vonden en die naar het oordeel van de commissiedienen te worden ondervangen. Bij deze opsommingheeft zij, uitgaande van een ruim standpunt, onderdie moeilijkheden begrepen alle bezwaren, welke,uit de oorlogscrisis ontstaan, naar haar oordeelaan den bestaanden toestand verbonden zijn,dnverschillig of zij bij de exploitatie in engeren zinals moeilijkheden worden gevooeld of niet.Het belangrijkste hoofdstuk is wel het derde,hetwelk de maatregelen behelst, die de commissienoodig acht tot het uit den weg ruimen van voren-bedoelde moeilijkheden. De meening van de meer-derheid omtrent onderscheiden punten met deoplossingen is in hoofdzaak als volgt.HUREN. Ten einde zich ten aanzien van de huur-bepaling zoo duidelijk mogelijk uit te spreken,heeft de Commissie haar standpunt samengevatin de volgende conclusie: De huren der met Rijks-steun ingevolge de Woningwet gebouwde woningenmoeten worden bepaald op een bedrag, dat over-??) D. i, dus de meening der meerderheid.ARTIKELEN 119eenkomt met de objectieve huurwaarde der wonin-gen. Als basis voor de bepaling der objectievehuurwaarde kan worden aangenomen de reproduc-tiehuur, d.i. de huur, die gelijk is aan de exploitatie-kosten der woning, wanneer deze onder de huidigeomstandigheden was gebouwd.EXPLOiTATiE-uiTGAVEN. Ook deze dienen, tegelijkmet de huren, opnieuw te worden vastgesteld,zoodat definitief wordt bepaald de omvang van hetexploitatietekort, respectievelijk overschot. Behalveenkele aanwijzingen voor de bepaling van de grond-lasten (grondkosten) en onderhoudskosten, wijstde commissie op de noodzakelijkheid van uniformi-teit in de rentetypes der door het Rijk verleendegrond- en bouwvoorschotten, waartoe een herzie-ning van de rente van alle voorschotten tot hetverkrijgen van gelijkheid zal dienen te geschieden.EXPLOiTATiE-TEKORTEN. Nadat op de wiJ2;e dercommissie de huren en exploitatie-uitgaven opnieuwzijn vastgesteld en eventueel herzien, wil zij degrootte van het jaarlijksch tekort bepalen. Dit te-kort wil de commissie als regel, behoudens enkelebizondere gevallen dus, voor 75% ten laste vanhet Rijk en voor 25",, ten laste van de betrokkengemeente brengen. In de gevallen, waarin ditzonder bezwaar kan geschieden, wil zij de jaar-lijksche bijdrage afschaffen en vervangen door eenZ.g. afschrijving van het door de oorlogscrisis ver-oorzaakte exploitatieverlies. De afschrijving wilzij echter niet uitstrekken tot tekorten of het deelder tekorten, dat wordt veroorzaakt doordat dereproductie-huur niet wordt opgebracht. De af-schrijvingen zuUen gelijk zijn aan de gekapitali-seerde evenbedoelde verliezen. Voor tekorten,veroorzaakt door verschil tusschen reproductie-huur en werkelijke huur, wil de commissie debi)drageregeling continueeren. Zij geeft tevensaan op welke financieel-technische wijze die af-schrijvingen met het Rijk moeten worden verre-kend.EXPLOITATIE-OVERSCHOTTEN. De commissie wil inhaar systeem ook betrekken voor den oorlog of inde eerste oorlogsjaren gebouwde woningen, waar-bi) het vaststellen der huren op de basis der fepro-ductie-huur exploitatie-overschotten zal doen ont-staan. Deze gekapitaliseerde overschotten wil zijvoor 80% ten goede van Rijk en de betrokkengemeenten doen komen. Zij acht het noodig datde bijschrijving voo'- de betrokken gemeenten encorporaties bij de wet verplichtend wordt voorge-schreven. De bijschrijving kan gevonden wordenin een nieuwe regeling der annuiteiten.stOTOPMH?KiNGEN. Na enkele opmerkingen vanminder belang over vervaldata van annuiteiten enaftrek wegens kapitaalvorming, geeft de commissieals haar meening te kennen, dat het niet onbillijkkan worden geacht, dat het Rijk tegenover de offers,welke het in verband met de tekorten op de woning-voorziening ingevolge de Woningwet thans brengt,te zijner tijd ook deelt in de resjdu-waarde, die devereenigingswoningen bezitten, wanneer na 50 jaarde bouwkosten ten voile zijn afgeschreven.Het vierde hoofdstuk bevat de financieele gevol-gen voor Rijk en gemeenten, die de commissie inde volgende conclusies meent te kunnen samen-vatten.Na de door haar voorgestelde toetsing en even-tueele herziening van huren en exploitatie-uitgavenzullen de met Rijkssteun ingevolge de Woningwetgebouwde woningen een verlies opleveren, waarvande grootte niet met zekerheid kan worden opge-geven, maar hetwelk is te stellen op rond/13.395-000.- per jaar. Hiervan komt ten laste vanhet Rijk rond /10.046,350.- en van de betrokkengemeenten gezamenlijk rond / 3.348.750.-. Ditbeteekent een meerdere uitgave voor het Rijk vanrond / 1.471,000.- per jaar, voor de betrokken ge-meenten daarentegen een ongeveer even grootgezamenlijk voordeel, daar dit meerdere verliestot dusverre practisch voor haar rekening kwam.De opbrengst der bijschrijving, evenmin metzekerheid aan te geven, is te stellen op een bedragvan rond / 1.005.000.- per jaar, waarvan rond/ 603.000.- ten goede komt aan het Rijk en rond/ 201.000.- aan de betrokken gemeenten gezamen-lijk. Welk bedrag ineens deze jaarlijksche opbrengstvertegenwoordigt, is niet met voldoende zekerheidte zeggen en zal van geval op geval moeten wordenvastgesteld. Het overgroote gedeelte van het ge-raamde jaarlijksch verlies zal verdwijnen door devoorgestelde afschrijving. Hoe groot dit gedeelteprecies is, is slechts van geval op geval uit te maken.Hoofdstuk VI bevat het ontwerp van wet, waarinde voorstellen der meerderheid der commissie,t.w. de leden: W. H. VLIEGEN, H. P, J, BLOEMERS,W, J, BOSSENBROEK, Mr, C. FRIDA KATZ; en H. C,NljKAMP zijn neergelegd,De minderheid der commissie, bestaande uit deleden; J, BAKKER, Ir. H, v, D. KAA, Mr, L, LIETAERTPEERBOLTE en J, TH, PETERS heeft in een afzonder-lijke nota haar afwijzend standpunt uiteengezet,De plaatsruimte voor dit artikel belet deze notauitvoerig weer te geven, zoodat de belangrijksteverschilpunten in hoofdzaak naar voren zullenworden gebracht. Voor het overige kan zij zich metenkele restricties met de meening der meerder-heid vereenigen, De verschilpunten zijn te vindenin het hoofdstuk ,,Te nemen maatregelen."De minderheid heeft geen bezwaar tegen aan-vaarding van de door de meerderheid der commis-sie aanbevolen gedragslijn. Wei vestigt zij er deaandacht op:le. dat het bepalen van een objectieve huurwaardeniet zoo eenvoudig is als het schijnt en dus depraktijk een grootere mate van soepelheid zalvorderen dan het rapport zou doen vermoeden;2e. dat de aangegeven gedragslijn niet wezenlijkverschilt van die, welke door de Regeeringreeds enkele jaren wordt gevolgd.Het belangrijke verschil met de meerderheid120 ARTIKELENbetreft haar verzet tegen dier stelsel van af-schrijving en bijschrijving, hetgeen in de vol-gende bezwaren is weer te geven:a. de afschrijving is onherroepelijk, zoodat bij eentoekomstige stijging van de conjunctuur, hetRijk en de gemeenten onnoodig of te veelhebben afgeschreven;b. de afschrijving wordt niet gecompenseerd doorgemaakte winst, zoodat de gekapitaliseerdebijdragen als crisisschuld eerst na jaren zullenzijn gedelgd;c. de afschrijving moet tegenover de gemeenten,die aan een gewijzigde bijdrage-regeHng devoorkeur geven, gedwongen zijn, met al dedaaraan voor het Rijk verbonden lasten enrisico's;d. de afschrijving is geen algemeen bruikbaarsysteem;e. het h.i. juridisch onmogelijke van beschrijvingop voor den crisistijd verleende voorschotten,waardoor het uitzicht op compensatie vanbaten en lasten vervah;f. enkele financieel-technische bezwaren; eng. het feit, dat de stabiliteit der bouwkosten thansver is te zoeken, zoodat de basis voor de objec-tieve huurwaarde, n.l. de reproductie-huur,zeer wankel is en dus aan afschrijving elkegrondslag ontbreekt.Zij merkt nog op dat met betrekking tot een blij -vend object als de woningen zijn, men niet per setot liquidatie van de gevolgen van de crisis behoeftover te gaan, zooals dat het geval is geweest methet verlies op de levensmiddelenvoorziening in dencrisistijd. Ten aanzien daarvan kon het Rijk met degemeenten definitief afrekenen. In casu echter zalhet object, dat het verlies veroorzaakt heeft, noglanger dan een menschenleeftijd aanwezig zijn.Dit object biedt kans tot beperking van het verliesen het is billijk dat het Rijk en de gemeenten in diekans deelen. De minderheid is dan ook, reeds van-wege het onherroepelijk karakter, tegen afschrijvinggekant.De minderheid nu beveelt aan een stelsel vanfixatie der bijdragen, hetwelk niet de aan de af-schrijving verbonden bezwaren vertoont en beteraan de gestelde doeleinden bearitwoordt. Aan defixatie wil zij de mogelijkheid van periodieke her-ziening verbinden; een herziening, die zal plaatshebben, wanneer de algemeene toestand ter plaatsezoodanig is, dat een huurverhooging van ten minste10% mogelijk en redelijk is, en niet, zooals nu, elkjaar. Door deze fixatie wil zij het element van on-zekerheid (jaarlijksche vaststelling der bijdrage)uit de exploitatie der woningen wegnemen. Demeerderheid brengt echter in een aantal bezwarentegen deze fixatie naar voren dat er door de periodi-citeit toch nog een element van onzekerheid blijftbestaan en het facultatief stellen der regeling allesweer op losse schroeven zal zetten. De minderheidaanvaardt niet de bijschrijving op exploitatie-over-schotten der voor den crisistijd gebouwde woningenen wil deze overschotten alleen aanwenden voorzoover, en dan slechts voor zooveel noodig, dezelfdecorporaties exploitatie-tekorten hebben.Uit haar samenvatting zij het volgende aange-haald.Na regeling van de huren op rationeelen grond-slag en onderzoek en zoo noodig ook herzieningvan alle ten laste der exploitatie komende uitgaven,worde het geheele exploitatie-tekort -- behoudensin geval van notoir wanbeleid van de zijde der ge-meenten of corporaties -- door Rijk en gemeentegedragen in de ter plaatse geldende verhouding.De aldus toegekende bijdrage worde voor denverderen looptijd van het voorschot gefixeerd,waarbij het recht wordt voorbehouden om in gevalvan een wijziging van de omstandigheden in gun-stigen zin, de bijdragen te herzien en opnieuw vastte stellen. De minderheid meent dat een dergelijkeherziening zou kunnen plaats hebben, wanneer eenhuurverhooging van ten minste io% mogelijk enredelijk is.Dwang behoeft niet te worden gebruikt; de ge-meenten behouden volledige vrijheid om de rege-ling al dan niet te aanvaarden.Opgemerkt zij dat de minderheid voor de perio-dieke herziening slechts huurverhooging naar vorenbrengt, maar schijnbaar huurverlaging uit wilsluiten of voor de toekomst niet verwacht.Aan het einde van het rapport is toegevoegd alsbijlage een nota, inhoudende beschouwingen vanDirecteuren van gemeentelijke Woningdiensten(Arnhem, Dordrecht, den Haag, Haarlem, Leiden,Nijmegen, Rotterdam, Schiedam en Utrecht)over de oplossing van het crisishurenprobleem dermet overheidssteun gebouwde woningen, welkebeschouwingen belangrijk overeenkomen met dievan de minderheid der commissie. Van de conclu-sies, als samenvatting der beschouwingen, moge ikenkele vermelden.1. Het is noodzakelijk dat eens en vooral een rege-ling wordt getroffen met het Rijk over de bere-kening der bijdrage, waarbij de elementen voorde vaststelling der bijdrage op een billijke basisdienen te worden gefixeerd.2. Periodieke wijziging der vastgestelde bijdragenmoet imperatief worden voorgeschreven. Dewijziging moet niet telkenmale na een bepaaldaantal jaren geschieden, maar alleen indien enzoodra het indexcijfer meer dan een bepaaldpercentage, bijv. io% stijgt of daalt. De wijzevan vaststelling van de indexcijfers dient te vorente worden bepaald, waarbij dit niet over hetgeheele land uniform zal behoeven plaats tevinden.3. Aan de fixeering der bijdragen dient voo^-af tegaan het vaststellen der huren op reeele basis,d.i. het brengen der huren op normaal peil.Voor deze huurbepaling kan in vele gevallenworden uitgegaan van de reproductiekosten derARTIKELEN121opstallen. Voor de grondvoorschotten, welkemede de huren bepalen, kunnen worden ge-handhaafd de bedragen, waarvoor die grondindertijd is ingebracht, Er moet daarbij evenwelgeen bezwaar gemaakt worden tegen eventueeleverhooging der grondvoorschotten met verkaptesubsidies het?ij uit het grondbedrijf, het^ij uitandere bronnen. Gemeenten, die op andere wijzein staat ?ijn de huren even juist te schattenmoeten daarin worden vrijgelaten. Saneeringder grondvoorschotten, wanneer de locale om-standigheden dit zouden vragen, moet te vorenniet zijn uitgesloten.De rentevoet moet voor het geheele land uni-form worden vastgesteld, bij voorkeur op 4|%.Volgens het gestelde sub 2 wil men zooweleen daling als een stijging van het indexcijferin aanmerking zien gebracht, hetgeen dus eenverschil is met de minderheid der commissie.G.E.F.K.DE PARKWEGEN VAN HET WEST-CHESTER COUNTY PARK SYSTEMEN BIJ ONSIn een artikel over de beweging voor RoadsideImprovement in Amerika in het Februari-nummervan dit blad schreef ik aan het slot dat naast dezebeweging, die hoofdzakelijk beoogt verbeteringin esthetisch opzicht van de reeds bestaande wegen,er in Amerika ook is een beweging tot het scheppenvan een geheel nieuw soort auto-parkwegen, diedoor hun wijze van aanleg, door de restricties,waaraan het bouwen er langs gebonden is etc.,van den aanvang af aan vrijwel alle eischen van eenideaal parkway-systeem voldoen. Ik had daarbijin het bizonder het oog op het Westchester Coun-ty Park System, waarover het mij thans vergundzij iets naders mee te deelen.De County Westchester is dat, onder een eigencounty-bestuur staande gedeelte van den StaatNew York, dat onmiddellijk ten Noorden van hetgebied van de stad New York is gelegen. Dit laatstegebied heeft den vorm van een schiereiland, dat inhet Westen, Zuiden en Oosten door water is om-geven. Aan den Noordkant vormt, zooals uitafb. I blijkt, Westchester County de eenigeverbinding tusschen de stad New York en hetverder noordelijk gelegen vasteland, welke lig-ging natuurlijk een groot en steeds toenemenddoorgaand verkeer voor Westchester County metzich brengt. Voor den in 1923 begonnen aanlegvan het Westchester County Park System bewoogal dat verkeer zich langs de op deze kaart metdunne lijnen aangegeven oude verkeerswegen(waarvan de reeds eeuwen bestaande Boston PostRoad en de Albany Post Road de voornaamste zijn),welke wegen tevens de verbindingswegen warenAfb. IAfb. uit verslag 1930 van de West-chester County Park Commissiontusschen de in de County Westchester gelegenstadies en dorpen. Het spreekt nu vanzelf dat endeze ligging, waardoor Westchester County als hetware de uitvalspoort voor de metropolis New Yorkis, en de geweldige ontwikkeling van het Ameri-kaansche automobilisme, oorzaak waren dat hetoude bestaande wegennet bij lange na niet meer122ARTIKELENAfb. 2. Bronx ParkwayAfb. uit verslag 1930 van de West-Chester County Park Commissionaan de sterk groeiende verkeerseischen kon voldoen,en dat ingiijpende veranderingen: verbetering vande bestaande, doch vooral ook aanleg van geheelnieuwe wegen, noodig waren.Het bizondere van dit nieuwe wegennet in West-chester County is nu dat men daarbij niet gevolgdheeft het vrijwel overal, ook in ons land weer ge-volgde cliche bij den aanleg van nieuwe verkeers-wegen, waarbij de overheid, die deze wegen doetaanleggen, bij de bepaling van het profiel, vri;weluitsluitend rekening houdt met de belangen van hetverkeer, terwijl zij zich over het aspect van het aanweerszijden van de verkeerswegen gelegen land,ook wijl zij daar gewoonlijk geen zeggenschap overheeft, niet bekommert. In Westchester County ismen uitgegaan van het principe, dat deze nieuwewegen behalve het verkeersbelang, in niet minderemate ook het recreatie-belang hebben te dienen,en dat het beste middel daartoe was, deze wegenaan te leggen als zoogenaamde parkways, die doorhun natuurlijk-landschappelijk of door hun park-achtig karakter het zich bewegen er langs tot eenontspanning en een genot zuUen maken.De daartoe gevolgde wijze van aanleg dezerWestchester County parkways is in groote trekkenals volgt. De breedte varieert van 75 M. tot 350 M.Hiervan wordt voorloopig alleen verhard de in hetmidden gelegen eigenlijke rijweg van 12 Meter,dus breed genoeg voor vier voertuigen. Aan weers-zijden daarvan heeft men de z.g. reservation-stripsof parkstrooken, dus van minimum pl.m. 30 M.breedte, die of in hun natuurlijken staat behoudenblijven, of als natuurpark worden aangelegd, har-monisch aansluitend bij het omgevende landschap,en waarin plaats is voor wandel- en ruiterpaden.Doordat de bebouwing komt te liggen achterdeze breede parkstrooken, en al de hui2;en daarvanbovendien nog, door achteruitzetting der rooilijn,gescheiden zijn door een voortuin, werkt de bebou-wing nergens storend op het landschappelijk karak-ter van den weg. Verder krijgen de huizen geendirecten uitweg op den hoofdweg, doch op een nietdirect, doch naar behoefte van de ontstaande be-bouwing aan te leggen parallelweg van bescheidenafmeting, die alleen bij dwarswegen of bij op vrijgrooten onderlingen afstand gelegen punten ver-binding met den hoofdweg heeft. Hierdoor en doorde breede parkstrooken wordt vestiging van winkels,garages, enz. langs deze parkwegen vrijwel ver-meden, in ieder geval sterk beperkt, terwijl hetplaatsen van reclameborden, zooals van zelf spreekt,verboden is.Terwille van een onbelemmerd verkeer wordenkruisingen a niveau vermeden door viaductbouw,terwijl verder het gewone vrachtverkeer op dezeparkwegen (op een enkele uitzondering na) ver-boden is, hetgeen mogelijk is doordat deze wegengeheel buiten de eigenlijke bebouwingskernenliggen en zoodoende van het locale en ook van eendeel van het interlocale verkeer bevrijd blijven.De eerste van de aldus aangelegde parkwegen isgeweest de bekende, in 1925 gereed gekomenBronx River Parkway, die, naar het Noorden tothet groote Bear Mountain Interstate Park uitge-AKTIKELEN123Afb. 3 Hutchinson River Parkway Afb. uit Parks and Recrea-tion, Juli-Augustus-nr. 1930breid, thans 66 K.M. lang is, en waaraan de HeerH. E. van Gelder (die als landschap-architect ver-bonden is aan het Westchester County Park Sys-tem), in het nummer van dit blad van September1925 reeds een artikel heeft gewijd. Het ?eer grootesucces van dezen parkweg heeft den stoot gegeventot het onmiddellijk ter hand nemen door het Coun-ty-bestuur van den aanleg der verder benoodigdeen reeds gedeeltelijk gereed gekomen parkwegen,welke een totale lengte van ruim 350 K.M. zullenhebben en (vide de kaart) het geheele county-gebiedin voile lengte en breedte zuUen doorkruisen.Teneinde den lezer een denkbeeld te kunnengeven van hetgeen door den aanleg van deze auto-verkeers-parkwegen uit landschappelijk oogpuntbereikt is, meen ik niet beter te kunnen doen danhier weer te geven den indruk, dien een ooggetuige,een niet-Amerikaan, de Engelsche architect C. Wil-liams-Ellis, daarvan gekregen heeft; (ik citeer, invrije volgorde, uit ,,Het Kleine Land en zijnGroote Schoonheid" van Henri Polak).,,Indien men New-York via de voorstad Bronxverlaat, bevindt men zich onmiddellijk op de BronxRiver Parkway, een heerlijken weg, die ver het land1^ ARTI^LENindringt door een gordel van grasland en boschjes.Men heeft op een dergelijken parkweg inderdaadhet gevoel dat men door een uitgestrekt natuurparkrijdt: langs den weg vindt men niet een paar een-vormige bermen ter breedte van eenige meters,doch onregelmatige stukken van de ooispronkelijkestreek met hunne oude hagen en boomen, gras-velden, boomgaarden, beekjes en wat niet al --alles behoorende bij het terrein van den weg en metelkander vormende den ,,parkweg." -- De omstan-digheid dat zulk een natuurpark 30 of40 K.M.lang,doch nergens meer dan een paar honderd meterbreed is, doet niets ter 2;ake en pleit slechts tengunste van het vernuft en de zorgvuldigheid vanden ontwerper.,,Voor den aanleg van zulk een parkweg wordenniet de iuist voor den weg en bermen noodigestrooken land, bosch en wat dies meer zi] gekochten onteigend, doch de geheele perceelen, althansZeer groote stukken daarvan. Niet meer dan voorde wegbaan noodig is wordt viij gemaakt; het ove-rige blijft in den toestand waarin het zich bevond,of wordt, waar noodig, met nieuw plantsoen ver-beterd. De kosten, verbonden aan het koopen ofonteigenen der noodige eenheden, zija zelden veelhooger dan die welke de koop van een strook dwarsdoor skkers, welker overblijvende stukken viijwelwaardeloos zijn, zou vorderen. In werkelijkheidwordt een gioot nieuw openbaar park geschi,pen,ter plaatse waar het gebruikt en gewaardeerd zalworden, meer dan elders het geval zou wezen.Doch het grootste voordeel, de voornaamste ver-dienste van den parkweg is nog niet zoozeer hieringelegen, dat den weg een schoone omgeving wordtgeschonken, doch in het gezegende terugdringenvan bebouwing, mooie of leelijke, naar een op be-hoorlijken afstand van den weg gelegen lijn.,,Hoe noodig is het, in Euiopa dit voorbeeld tevolgen en aldus verlost te raken van de ellendigelintbebouwing, een der ergste plagen van dezentijd."Tot zoover het oordeel van een ooggetuige. Inderdaad kan men naar mijn meening bij een derge-lijken aanleg van een, zulk een uitgestrekt gebiedals het Westchester County geheel bedekkend netvan verkeers-parkwegen, van een, zooals ik hethierboven noemde, ideaal parkway-system spreken,waarmede de Amerikanen aan de wereld iets geheelnieuws, en zeker ook navolgenswaardigs hebbengeschonken!Wij hebben daarbij verder nog te bedenken datdeze ruim 250 K.M. parkwegen slechts een deelvan het geheele Westchester County Park Systemvormen, hetgeen verder omvat verschillende ookop de kaart aangegeven groote natuurreservaten(b.v. Mohansic Pare 450 H.A., Poundridge Reser-vation 1700 H.A.), die alle door de parkways onder-ling verbonden zijn en verder een groote reeks vanopenlucht-ontspanningsterreinen: speel- en sport-terreinen, golfvelden, kampeer- en picnic-terreinen.strandbaden en andere zwemgelegenheden, spe-ciale amusements-parks of ,,playlands", alles inlandelijke omgeving. Er wordt daarbij de uiterstezorg voor gedragen dat al deze inrichtingen, dedaarvoor noodige gebouwen, de vele kunstwerken:bruggen, viaducten enz.> niet storend op het land-schap zullen inwerken; daarvoor dient een voort-durend overleg tusschen de technici en de aan hetDepartment of Planning and Landscape Design(aan welks hoofd een landschap-architect staat)verbonden staf van landschap- en bouw-architec-ten.Wat het tenslotte voor de bevolking van een stadals New York met haar zeven millioen inwonersbeteekent dat een dergelijk, direct aan de stadgrenzend uitgestrekt landelijk gebied als West-chester County, van de grootte van ongeveer 7/8van de Provincie Utrecht met de uiterste zorg zoo-wel voor het behoud van de oorspronkelijke natuurals voor het scheppen van nieuw landschapschoon,geheel voor recreatie-doeleinden geschikt en toe-gankelijk gemaakt wordt, behoef ik zeker nietnader te omsch ijven!Het spreekt intusschen van zelf dat deze geheeleopzet van het Westchester County Park Systemgioote kapitalen vereischt: tot einde 1931 nietminder dan 62I millioen dollar. Het merkwaardigeis echter (ik heb daar in mijn artikel over het Re-gional Plan van New York, opgenomen in hetnummer van Juni 1930, reeds op gewezen) datdeze reusachtige opzet toch financieel rendeert:de meerdere belastingopbrengst, verkregen door detengevolge van den aanleg der parkwegen enormgestegen waarde van de aangrenzende terreinenen door de vestiging van gefortuneerde New York-sche forensen is reeds sinds 1929 ruim voldoendevoor de rentebetaling en aflossing van al de speciaalvoor het Park System gesloten leeningen, te;wijlaanleg en exploitatie der verschillende ontspan-ningsterreinen bekostigd worden uit de gehevenentreegelden.Wat speciaal de parkwegen betreft, zoo is hetniet te verwonderen dat de zeer geslaagde opzet enuitvoering daarvan in Amerika sterk de aandachtheeft getrokken en reeds in andere counties navol-ging begint te vinden; niet te verwonderen ookdat dit type van verkeers-parkwegen ook in dekringen der Amerikaansche stedebouwers krachtigepleitbezorgers vindt, getuige o.a. het in het laatsteDecember-nummer van dit tijdschrift geciteerde,in ,,The American City" verschenen artikel vanden cityplanner H. S. Swan, getiteld ,,The Parkwayas a Traffic Artery", waarin hij den aanleg ook inde steden en voorsteden van dit soort parkwegen,zij het dan van bescheidener afmetingen wat debreedte van de parkstrooken betreft, propageert.Uit het bovenstaande, evenals uit mijn vorigartikel over de beweging voor Roadside Improve-ment in Amerika, moge gebleken zijn welk eenARTIKELEN125groote belangstelling tegenwoordig de kwestie vande esthetische en landschappelijke verzorging vande verkeerswegen in Ameiika ondervindt.Hetzelfde is het geval in Engeland, met zijn overhet algemeen reeds, ook in landschappelijk opzichtvoortreffelijk ver^orgd verkeerswegennet, waar deRoadside Beautifying Association de groote natio-nale vereeniging is, die zich de verdere behartigingvan dit belang ten doel stelt, en daartoe als advisee-rend en propageerend lichaam optreedt, plant-materiaal verstrekt, subsidies verleent, beboschtestrooken langs den weg aankoopt, enz.Ook bij ons trekt dit probleem meer en meer deaandacht en gaat men inzien dat het behoud vanhet landschappehjk karakter van onze buitenwegeneen, zooals de Heer Wentink het in zijn artikel:,,De belangen van de volkshuisvesting en van hetverkeer, in verband met het behoud van natuur-schoon", in het Februari-nummer van dit tijdschriftterecht noemde, nationaal belang is te achten. Alsbewijs van de belangstelling, die dit onderwerptotnutoe heeft gevonden, moge ik aanhalen devolgende artikelen en rapporten: het praeadviesuitgebracht door den Heer A. H. Wegerif Gzn. voorhet Eerste Nederlandsche Wegencongres in Sep-tember 1920, getiteld: ,,De Schoonheid, in hetbijzonder het natuurschoon, in verband met beloop,beplanting en kunstwerken van en aan den weg."Een artikel in het tijdschrift ,,Wegen" van Augustus1928 van den Heer W. J. C. Waalkens: ,,Over deaesthetische verzorging van wegbeplantingen bijden modernen Wegenbouw", en in ,,Weg enVerkeer" van 7 en 21/3 '28: ,,Aesthetica in Wegen-bouw" van Ir. van Hylckama Vlieg, de praeadvie-zen uitgebracht door Jhr. C. J. A. Reigersmanvoor ,,Het Nederlandsche Wegencongres" in 1926over ,,Het Dwarsprofiel van Wegen", en dat vanden Heer K. C. van Nes voor den vierden Monu-mentendag in 1939 over ,,Verkeer en Landschaps-schoon"; verder het Rapport van een Commissieuit den Stedebouwkundigen Raad over ,,Het Toe-komstig Landschap der Zuiderzeepolders", waarinspeciale aandacht aan de schoonheid van onze pol-derwegen, van de bestaande en van de toekomstigein het Zuiderzee-gebied, wordt gewijd; tenslottehet boven aangehaalde artikel van den Heer D. E.Wentink.Dat ook bij de Overheid dit probleem de aandachtheeft bewijst het feit, dat het Rijk, en ook eenenkele Provincie, in zake de beplanting der wegenals regel het advies van het Staatsboschbeheer, soms,en wel gewoonlijk op initiatief van het Staatsbosch-beheer zelf, daarnaast ook dat van een landschap-architect inroepen.Toch meen ik dat wij ons steeds moeten blijvenafvragen, of wij in ons land met den thans op grooteschaal ondernomen wegenaanleg, wat betreft deesthetische en de landschappelijke verzorging vanonze buitenwegen op den goeden weg zijn en ofwel alles wordt gedaan wat in dezen mogelijk is.De zeer voorname kwestie van de lintbebouwingwil ik na hetgeen ook de Heer Wentink daarovergeschreven heeft en nu de publicatie van een, op devoorstellen van de voor dit doel aangevulde com-missie voor de Waterstaatswetgeving gebazeerd,wetsontwerp binnenkort verwacht mag worden,hier laten rusten.Verdere punten van overweging zijn echter devolgende.Vooreerst dit. Terwijl, zooals boven gezegd,hetRijk en een enkele Provincie voor de beplantinghet advies van het Staatsboschbeheer, soms daar-naast ook van een landschap-architect, inroepen,valt het m.i. te betreuren dat er nog zoovele licha-men zijn, die meenen het zonder een dergelijkadvies te kunnen stellen.In de tweede plaats meen ik dat niet alleen inZ?.ke de beplanting, doch ook reeds bij de bep^lingvan het trace van de nieuwe wegen, zoowel als bijde vaststelling van het profiel van de nieuwe envan de te hervormen bestaande wegen, de wegbouw-kundige, d.i. dus de technicus, voorafgaand engezamenlijk overleg met den boschbouwkundigeen met den landschapkunstenaar zal moeten plegen.In mijn artikel over de Raodside Improvement-beweging in Amerika is gebleken dat aldaar steedsmeerdere overheidslichamen overgaan tot de vasteaanstelling, naast den meestal reeds aanwezigenhoutvester, van een landsch-p-architect bij hunHighway Department. Ook bij ons zal men totdeovertuiging moeten komen dat men bij den wegen-aanleg alleen door het van den aanvang af kennenvan een bevoegd en ervaren landschap- en bosch-bouwkundige, de zekerheid kan erlangen, dat trace,profiel en beplanting onzer wegen zullen voldoenaan de hooge eischen, die men in esthetisch en land-schappelijk opzicht daaraan zal moeten stellen.Ook het opnemen van een ervaren landschap-architect in de nieuwe Rijkscommissie van Overlegvoor de Wegen is daarom m.i. zeer wenschelijk teachten.In de derde plaats meen ik dat de zorg van delichamen, bij welke de wegenaanleg en het wegen-onderhoud berusten, zich wat het mterlijk derwegen betreft, niet zal mogen bepalen tot de wegenzelf, doch dat deze zorg zich 66k zooveel mogelijkzal moeten uitstrekken over de belendingen en deomgeving der wegen, over de xozd-sides, hetgeenbeteekent dat zij den weg en zijn omgeving als eengeheel zullen moeten beschouwen, en dat zij zichvoor dit geheel verantwoordelijk zullen moetengevoelen.Dit kan natuurlijk in de eerste plaats geschiedendoor een juiste regeling van de wijze van bebou-wing, waar die als onveimijdelijk of als toelaatbaaris te beschouwen; de door den Heer Wentink inzijn bovenaangehaald artikel aangegeven middelen:het bepalen van de rooilijn op tenminste 20 M. uitde grens van den woonweg, waardoor behoorlijkevoortuinen mogelijk worden, en zijn voorstel be-126 ARTIKELENtreffende minimum onderlingen afstand en maxi-mum voorgevellengte der woningen, waardoor denoodige ijlheid der bebouwing kan worden ver-kregen, louden ongetwijfeld aan het behoud vanhet landschappelijk karakter der wegen ten goedekomen.Bovendien echter kan het geschieden door eenruimere zorg voor de bermen van den weg. In zijnbovenvermeld praeadvies heeft de Heer Reigers-man er zeer terecht op gewezen dat met het oogop de onderscheiden doeleinden, waarvoor debermen kunnen dienen, men vooral niet te karigmoet zijn met de breedte der bermen. Daartegen-over zien wij echter dat in de wegprofielen van hetRijkswegenplan er van bermen eigenlijk geen sprakemeer is: men kan toch de halve meter, die er naasthet voetpad als uiterste wegstrook overscbiet op detotale breedte van 43 M. van profiel Aa en Aben van de 36 M. van Profiel B zeker geen bermmeer noemen. Dit beteekent echter helaas datde Overheid, wanneer zij zich bij den grond-aankoop voor den aanleg van nieuwe wegen ofvoor de verbreeding van bestaande wegen bepaalttot de vastgestelde breedten van 43 M., 36 M., enz.,elke zelfstandige zorg voor de behandeling van dedirecte begrenzing en belending van den eigen-lijken gebruiksweg vrijwel geheel uitschakelt. DeHeer Reigersman wees erop van hoeveel belang eenvoldoend breede berm is voor het eventueel aan-leggenvan een weloverwogen beplanting. TevensZal de zeggenschap over dergelijke grondstrookende mogelijkheid scheppen om door het wegnemenvan daarop aanwezige hinderhjke beplanting uit-zichten op het omgevende landschap te openen.De Heer van Nes heeft in zijn bovengenoemdpraeadvies verdedigd het 00k reeds vroeger doorhem geopperde denkbeeld, om naast den grond,dien men aankoopt of onteigent met bestemmingvan openbaren weg, aan weerszijden een zonezonder die bestemming in eigendom te verwerven,welke strooken dan b.v. in beheer zullen kunnenworden, gegeven bij het Staatsboschbeheer, en diedan landschappelijk behandeld zullen kunnenworden zoo als dit voor iederen weg en iederestreek het meest aangewezen is. Dit is dus hetidee van de reservation strips of parkstrooken vande Westchester County parkways, en hoewel wijons bij de in ons land vooral in landbouwstrekengeldende grondprijzen tevreden zullen moetenstellen met parkstrooken van bescheidener af-metingen, en 00k dit de kosten van wegaanlegnatuurlijk zal verhoogen, geloof ik toch dat ditdenkbeeld van den Heer van Nes in ernstige over-weging zal dienen te worden genomen. Vergetenwij daarbij niet dat in vele streken in ons land,vooral in het Oosten op diluvialen grond, waarjuist de langs de wegen gelegen strooken met hunnatuurlijke beplanting enz. vaak zulk een fraaieomlijsting van de wegen vormen, de grondprijzenveelal volstrekt niet zoo hoog zijn, dat zij vooraankoop door het Rijk een onoverkomelijk beletselbehoeven te vormen, vooral niet in aanmerkinggenomen de winst aan schoonheid, die daardoorte bereiken is.Bovendien blijkt uit recente gegevens betreffendeeen der nieuwe aan te leggen Rijkswegen, n.l. dievan Amsterdam naar den Haag, welke weg vanAmsterdam tot Sassenheim volgens profiel Aa,dus op 43 M. breedte zal worden aangelegd, datde extra-kosten voor de breedere onteigening danvoor een weg van geringere breedte noodig zoudenzijn, betrekkelijk zeer klein zijn. In de Memorievan Toelichting tot het wetsontwerp tot ver-klaring van het algemeen nut der onteigening vande perceelen, noodig voor aanleg van dit trajectAmsterdam-Sassenheim, staat n.l. vermeld datvan dit weggedeelte voorloopig alleen de midden-baan voor het snelverkeer en een rijwielpad zullenworden aangelegd. ,,Er zal derhalve meer terreinworden onteigend dan voor den eersten aanlegvan den weg noodig is, doch de kosten voor debreedere terreinstrook zullen slechts een gering deeluitmaken van die van den geheelen wegaanleg.Terwijl de kosten voor den geheelen weg, ineersten aanleg, worden geraamd op ongeveer8 millioen gulden, zullen de daarin begrepenhoogere kosten voor breedere onteigening, die voorde toekomst noodig wordt geacht, ongeveer/ 75.000.- bedragen. Daarbij moet in aanmerkingworden genomen dat de extra vergoedingen voorschadesnijding, afheining en dergelijke bij smalleen breede onteigening gelijk blijven. Door bedoeldehoogere uitgaaf van / 75.000.- wordt voor de naastetoekomst vrijheid voor het snelverkeer in hoogemate bevorderd: bovendien schept de grootereterreinbreedte de mogelijkheid om zonder grootemoeite, althans zonder nieuwe onteigening, in eenverdere toekomst door aanleg van nieuwe ver-keersbanen -- wellicht ook in viaductbouw --aan nieuwe verkeerseischen te voldoen."Wij zien dus dat bij dezen weg de extra kostenvoor breedere onteigening nog niet een procentvan de totale kosten van den weg uitmaken. Mijnsinziens zal (hoewel bij andere wegen de verhou-dingen misschien iets anders zullen zijn) dit feitvolkomen het streven rechtvaardigen, om ook terwille van het verkrijgen van breedere bermen, d.i.dus ter verhooging van de schoonheid en van hetlandschappelijk karakter van de wegen, te komentot breedere onteigeningen dan alleen voor hetdirecte verkeersbelang noodzakelijk is.Het spreekt van zelf dat het bovenstaande nietalleen zal gelden voor de rijkswegen, doch ookvoor de secundaire provinciale en voor de aanandere lichamen toebehoorende tertiaire wegen.In de vierde plaats meen ik dat het boven-genoemde voornemen van het Departement vanWaterstaat, om van ontworpen nieuwe Rijkswegenvoorloopig slechts een gedeelte van de voilewegbreedte aan te leggen resp. te verharden, deARTIKELEN 127tlllllll" Jiiiimiil]illJll< waaiACL 6JOOI II I-t^-< MH O l-aoOiO h tDO+s- -11.00 ?-4iOO|]iiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiii?|||[*|- EOOI ? k aocxfo (< 6:00 -Afb. 4. Wegprofiel Aa volgens Rijkswegenplan ^g^z. a. Rijbaan voor autoverkeer; c. Parallelwegen.mogelijkheid zal openen tot een betere Zancf-schappelijke behandeling van deze wegen. Waarb.v. het bovengenoemde traject Amsterdam-Sassenheim is ontworpen buiten de bebouwdekommen om, en de weg aan beide zijden zal zijnbegrensd door sloten, waaronder de bestaandeSlotertocht, terwijl het aan het Rijk door hetweigeren van het recht van uitpad gemakkeHjkZal vallen aangrenzende bewoning tegen te gaan,daar zal er aan de binnen het profiel van 43 M.ontworpen parallelwegen (behalve waar plaatseUjkeomstandigheden dien aanleg bepaaldelijk ver-eischen en waar volgens de Memorie van Toe-lichting reeds direct tot aanleg daarvan zal wordenovergegaan), waarschijnlijk voor zeer langen tijdgeen behoefte bestaan, vooral 00k daar het plaat-seUjke verkeer gebruik zal kunnen blijven makenvan de reeds bestaande, op slechts geringen af-stand gelegen parallelwegen: den Sloter- en denAalsmeerderweg. Ook de aanleg van de wegenvoor voetgangers, die in die streek zeker schaarschZullen blijven en gevoegelijk van het direct aante leggen lijwielpad gebruik zullen kunnen maken,zal zeker nog langen tijd uitgesteld kunnen worden.Waar er nu na aanleg van de direct te verhardenmidden-verkeersbaan en een rijwielpad, van het43 M. breede wegprofiel 24 M. onverhard zalblijven, d.i. aan den eenen kant een strook vanII M., aan den anderen kant een van 13 M-,daar zal het m.i. ten zeerste aanbeveling verdienen,om deze voorloopig onbenutte strooken te doenaanleggen als parkstrooken, waarvoor m.i., ookmet het oog op de kosten, een eenvoudige wijzevan aanleg en behandeling het meest wenschelijkzal zijn: als grasstrook met (in plaats van de ge-projecteerde twee uiterste boomenrijen, videafb. 4), hoofdzakelijk langs bermen en taluds,beplanting met gevarieerd en groepsgewijze ge-plant struikgewas of laag opgaand hout, knot-wilgen, enz., dat de uitzichten vrij laat en tochin dezen eentonigen Haarlemmermeer-poldereen welkome afwisseling zal brengen. Zouhet Rijk er dan ten laatsten ure nog toe kunnenbesluiten om dezen nieuwen Rijksweg No. 4 vanAmsterdam naar den Haag, in plaats van viaSassenheim-Haagsche Schouw, direct te doenaanleggen beoosten Leiden, zooals m.i. terechtdoor velen bepleit, dan zou daarmede de tot-standkoming van een dergelijken, over zijn voilelengte van Amsterdam tot den Haag door landelijkgebied loopenden ,,parkweg" van geheel eigenbekoring en typisch Hollandsch karakter verzekerdzijn.Ook bij andere nieuwe rijkswegen met profiel A,b.v. bij weg No. 3: Amsterdam-Bodegraven-Rotterdam, en weg No. 12: den Haag-Utrecht,zal m.i. dit vereenvoudigde profiel, doch met eenbeplanting zooals hierboven aangegeven, zoodatde weg zich harmonisch zal aanpassen bij hetomgevende landschap, toepassing kunnen vinden.Op deze wijze, en verder ook indien voor deandere wegen Rijk en provincies ter verki-ijgingvan ruimere bermen tot breedere onteigeningenzouden willen besluiten, zouden wij tenslottedoor het geheele land kunnen krijgen een netwerkvan landelijke parkwegen, die ook voor het z.g.ontspanningsverkeer van groot belang zouden zijn.Het spreekt van zelf dat de aanleg van de hier-boven bedoelde parkstrooken zal moeten geschiedendoor bekwame lahdschap-architecten, terwijl hetverder m.i. wenschelijk is dat, zoolang het Depar-tement van Waterstaat en de provincies voorhun wegen niet beschikken over vast aange-stelde landschap-architecten en houtvesters, hetbeheer van die parkstrooken, zooals de Heer vanNes voorstelde, zal berusten bij een lichaam alshet Staatsboschbeheer. Dit geldt ook, en is reedsvan directe urgentie, voor de reeds thans met hetoog op ktere wegverbreedingen door Waterstaatlangs de bestaande wegen aangekochte en vaakfraai beplante wegstrooken: er zijn in ons landhelaas voorbeelden aan te wijzen dat het langsden weg staande hout door Waterstaat eenvoudiggeraseerd is geworden, terwijl het bij zorgvuldig128 APTIKELENAfb. 5. Mozartkade (Plan Zuid, Amsterdam)overleg waarschijnlijk nog voor langen tijd groo-tendeels gespaard had kunnen blijven: onderhoede en beheer van het Staatsboschbeheer zullendergelijke strooken zeker het veiligst zijn!Heeft het bovenstaande alles betrekking op debuitenwegen, zoo wilde ik tenslotte nog gaarneiets zeggen over de mogelijkheid van aanleg vanparkwegen in de steden.Terwijl ik hierboven schreef dat men in Amerikaden aanleg van de verkeers-parkwegen buiten desteden, in de vrije natuur, noodig acht vooral voorhet 200 sterk in omvang toenemende auto-ontspan-ningsverkeer, en men daarvoor 00k de gewonehighways, de verbindingswegen van stad tot stad,lief St zooveel mogelijk als parkwegen wil aanleggenof hervormen, 200 wilde ik den aanleg van park-wegen in de steden vooral verdedigen op grond vande noodzakelijkheid van uitbreiding der wandel-gelegenheid, d'e in vele onzer Nederlandsche ste-den, b.v. Amsterdam en Rotterdam, al te veelontbreekt,Ik 2ie deze stads-parkwegen dan feitelijk alssmalle parkstrooken (zg. ribbon parks, zooals mendie in vele Amerikaansche en ook Duitsche stedenheeft), waarin dan de groene middenstrook vanliefst 40 tot 50 M. breedte niet moet worden aange-legd als een ontoegankelijk, afgerasterd plantsoen,(zooals b.v. in de Apollolaan in het Amsterdam-sche Plan-Zuid is geschied), wat zuiver ,,dekorati-ves Griin" is, waar men alleen ,,tegen aanziet",doch als een werkelijke parkstrook, een stuk ,,Nutz-griin", waardoorheen wandelwegen loopen, metbanken, met speelgelegenheid voor kinderen enz.,en waarin men, naast de noodige schaduwboomen,vooral ook veel ,,openheid" moet hebben, waartoedus gevarieerde beplanting met heesters en laagstruikgewas kan dienen. Men kan 266 doendeookde voile breedte van de beschikbare middenstrookgroen houden; in de Apollolaan is, tengevolge vaneen met dubbele boomenrij beplanten, betegeldenvoetweg, aan iedere zijde van de plantsoenstrook,van de geheele straatbreedte van 60 M. over-gebleven een groenstrook van, in plaats van 29M., zooals mogelijk geweest ware, thans slechts14 M.: bij den aanleg van dergelijke parkwegenARTIKELEN 129Afb. 6. Voortzetting van de Mozartkade (Plan Zuid, Amsterdam)woekere men met het groen, hetgeen o.m. kan ge-schieden door het vermijden van onnoodig breedetrottoirs (zooals in de Apollolaan van 6| M.) enhet plaatsen van de boomen in grasbed.Ook op het opnemen in zulke parkwegen van eenruiterpad, op den aanleg waarvan in onze stedenin het algemeen te weinig wordt gelet, aj men be-dacht.Hoewel dergelijke parkwegen-wandeldreven deeigenlijke parken, die als stuk natuur in de stedenhun groote waarde hebben, natuurlijk niet kunnenvervangen, zoo zuUen zij wel een ?eer gewenschteen m.i, noodzakelijke aanvulling op die parken zijn.Immers, als werkelijke wandelgelegenheid betee-kenen de kleine 2; g. buurtparken van 5 tot 15 H.A.als Sarphati-, Oosterpark e.d. feitelijk heel weinig.Had men echter in Amsterdam de verschillendeparken: Wester-, Vondel-, Sarphati-, Ooster-en Nieuwe Dieppark met elkaar verbonden dooreen groenstrook, een parkweg als boven door mijgeschetst (en in welk ,,parksystem" -- zeg park-stelsel--de parken zelf dan als rust- en doelpuntenfungeeren), dan had men daarmee een prachtigewandelgelegenheid van plm. een uur lang door bijnade geheele na 1870 aangelegde stad geschapen,waardoor de waarde en de aantrekkelijkheid vanAmsterdam als woonstad zeer aanmerkelijk zou zijnverhoogd! De ervaring van buitenlandsche, metname van de Amerikaansche steden heeft geleerddat de stijging van de waarde der bouwterreinenlangs dergelijke parkwegen gelegen, de vestigingaldaar van gefortuneerde stadgenooten, die bij onsanders misschien forensen zouden zijn geworden,enz., de extrakosten, die aan den aanleg van derge-lijke parkwegen verbonden zijn, voor een belangrijkgedeelte compenseeren. Echter is natuurlijk deaanleg van dergelijke groenstrooken juist in devo/fa-wijken van bizondere waarde te achten.Ik wil, na hetgeen ik vroeger reeds over ditonderwerp heb geschreven, nogmaals naar vorenbrengen dat speciaal de wegen langs het water,aangelegd met afloopende groene oevers, dus alssingels en niet als kaden, als dergelijke stedelijkewandeldreven zeer in het bizonder geschikt zijn.De aanleg daarvan kan met betrekkelijk weinigextra kosten geschieden; men make deze singel-wegen slechts enkele meters breeder dan ze ge-woonlijk ontworpen worden, welk grondverliesbij zorgvuldig overleg meestal wel op de anderegedeelten van het uitbreidingsplan, denk b.v. aanden zeer royalen aanleg van het ArasterdamschePlan Zuid, bezuinigd kan worden.Ook bij deze singel-parkwegen leide men denwandelweg waar dat mogelijk is niet alleen langs,doch ook door het groen en langs het water, ookhier dus den aanleg van het ontoegankelijke, afge-rasterde plantsoen, waaraan de Nederlandschearchitect-stedebouwer zijn hart verpand schijn tehebben, ^ooveel mogelijk vermijdende. Zoowel bijdeze parkwegen als bij den aanleg van het geheelestedelijke park- of groen-systeem komt het voor eengroot deel op de juiste uitvoering aan, doch tevensnatuurlijk op het juiste inzicht bij het ontwerpenvan het uitbreidingsplan zelf; daarom is reedsvan den aanvang af, bij het ontwerpen, doch ookbij de latere uitvoering van het uitbreidingsplan, demedewerking van de
Reacties