TIJDSCHRIFTVOORVOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1932 NS 8 13' JAARGANG AUGUSTUSrGELUIDDEMPEND SPIJKERVASTGIPSXWANDBRANDVRiJEen Directeur van Genrwente-werken : ,, de opgedane en-vantng is wel van dien aand,STERKdat 8< ze nneer in de gemeente-beatekken van scheidingswandenzai voopschnijven ......"N. V. DE MeTEOOR TELEFOON 20s D E S T E E GN.V. VAN MUNSTER'S UITQEVERS MAATSCHAPPIJ - HAARLEMMERWEG B 378 - AMSTERDAM (W.)DIAMETANHET GEVAARLOOZE VERGASSiNGSMIDOEL TERVERDELGING VAN WANDLUIZEN --GEMAKKELIJK TOE TE PASSEN. AB80LUUTAFOOENOE --GEEN 8PECIALE APPARATEN BEN00DI6DVERKRIJGBAAR BIJ APOTHEKERS EN DROGISTENINLICHTINGENNV.HANDELMAATSCHAPPIJ "NEDIGEPHA"NIEUWE KEiZERSGRACHT 58, A'DAM (C.)TELEFOON 52621 en 52621WAND6E0IERTEHiermede berichten wij U, dat dooronswoningen,gebouwen enschepea gezuiverd worden van wandgedierte, kakkerlakken, enz.Door onze methode van zuiveren wordt aan de woningenniets beschadigd. Verf en behangsel hebben niets te lijden enwij behoeven geen plinten of andere voorwerpen los te maken.Ook behoeven de bewoners tijdens het zuiveren de woningniet te verlaten of bun inboedel te verplaatsen. Onze methodeis EENVOUDIG, GEMAKKELIJK en DOELTREFFEND.In de navolgende plaatsen hebben wij reeds gewerkt: Coevor-den. Delft, Dodewaard, Ede, Enschede, Franeker> Gorincheta,Gouda, Sappemeer, Kethel, Lonneker, Maassluis, Maastricht,Bussum, Naaldwijk, Noordwijkerhout, Nunspeet, Roermond,Rotterdam, Schiedam, Sliedrecht, Tilburg, Vlijmen, Vlissingen,den Helder, Zandvoort, ZwoUe. enz.Vraagt prijsopgave en inlichtingen:Fa. LiEVE & Co. (M. WAPENAAR)KQBTEDIJK 16 - VLAARDINGEN - TELEF. 108PJ VANC^CHAIK lOOMIII(WERKk,SPECIIIIIlDIIIIIIDLEIDIReEII,SlllllinEIIIMIIIiI .\f. VfM-^ ^JVi^l li^lIX NASSAUKADE 312 - TEL. 23485 - ADAMISOLT^-BOUWMET BE8TE EN GOEDKOOP8TE SY8TEEM VOORHET BOUWEN VAN OOMPLEXEN VOLKB- ENMiDDENSTANDBWONINGEN. - SELF8UPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAWettig Gedeponeerd Handels-MerkUtTQEVaam O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEQEMEENTE 's HERT0QENB08CH - NOG IN UITVOERINGOJl. 400 WONINGEN VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104^ AMSTERDAMOnderzoek van alie matm-ialen voor dm VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 13= JAAROANO N^. 8 AUGUSTUS 1Q32TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINOiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii EN STEDEBOUW iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINO EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINQENREDACTIE: H. P. J. BLOEMERS, J. BOM-MER, J. DouwES JR., MR. D. HUDIG, JHR.M. J. I. DE JONGE VAN ELLEMEET, IR. P.BARKER SCHUT, IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTEMEDEWERKERS: J. W. BOSSENBROEK:,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKADRES DER REDACTIE ENADMINISTRATIEKLOVENIERSBURGWAL 70 - AMSTERDAMPOSTREKENING No. 29080REDACTIE VAN DE RUBRIEK,,UIT DEN KSING DER BOUV?-VEREENIGINGEN",,HET NIEUWE HUIS" (KAMER 179)ROELOF HARTPLEIN 4 - AMSTERDAM-- ADVERTENTIES --V. MUNSTER'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM (W.)ABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKIOSTELOOSLOSSE NUMMERS. fl.-INHOUD: Officieele Mededeelingen -- Verslag der behandeling van het praeadvies over ,,De orga-nische woonwijk in open bebouwing", uitgebracht door de Vereeniging Architectenkern ,,De 8" ende Vereeniging ,,Opbouw" op de Jaarvergadering van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvestingen Stedebouw, gehouden te Amsterdam op Zaterdag 35 Juni 1932 -- Eengezinswoning en strooken-bouw door Ir. A. Siebers -- Kort verslag van de negentiende jaarlijksche ledenvergadering van denNationalen Woningraad, gehouden op Vrijdag en Zaterdag, 8 en 9 Juli 1932, in het Palace Hotel teHilversum (I) -- De vermeerdering van den woningvoorraad en de aanwas der bevolking in 1931 inde belangrijkste gemeenten van ons land -- Binnenland -- Uit den Kring der Bouwvereenigingen --Buitenland -- Overzicht van Tijdschriften -- Wetten, Kon. Besluiten, enz. -- Rechtspraak.OFFICIEELE MEDEDEELINGENNEDERLANDSCH INSTITUUTEXCURSIEDe jaarlijksche excursie wordt, zooals reeds inhet Mei-nummer is medegedeeld, op 10 Septembernaar Nijmegen gehouden. Een circulaire, waarinnadere bizonderheden zullen worden medegedeeld,zal den leden eind Augustus worden gezonden.NATIONALE WONINGRAADDAGELIJKSCH BESTUURDe Heer Jos. H. Maenen, die op de jongsteledenvergadering tot bestuurslid van den Woning-raad werd gekozen, is door het bestuur benoemdtot lid van het dagelijksch bestuur.NIEUWE LEDENSedert de vorige opgave zijn als lid toegetredende Woningbouwvereeniging ,,Meerveld" te Broekin Waterland en de Woningstichting ,,Donia-werstal" te Langeweer. De Woningraad telt thans361 leden met 85,315 woningen.CRISIS IN HET BOUWBEDRIJFHet bestuur heeft zich opnieuw tot de Regeeringgewend met een verzoek om geraadpleegd te wordenover de maatregelen, die de Regeering zich voor-stelt te nemen inzake de credietverleening voorwoningbouw. In afwachting van het antwoord opdit verzoek heeft het bestuur den Minister gevraagdof zijn mededeeling aan de organisaties in hetbouwbedrijf (zie onder Binnenland), dat ongeveer10 millioen gulden beschikbaar zou zijn voor voor-schotten ingevolge de Woningwet, aldus moetworden opgevat dat boven de 10 millioen, welke bijcirculaire aan de gemeentebesturen van 31 Maartj.l. reeds waren beschikbaar gesteld, thans opnieuwID millioen zouden worden gegeven, of dat de mede-deeling aan de organisaties in het bouwbedrijfgrootendeels een herhaling was van hetgeen reedsenkele maanden geleden in genoemde circulairewas bericht,Uit het antwoord van den Minister blijkt datbedoelde 10 millioen niet gegeven worden bovende reeds vroeger beschikbaar gestelde 10 millioen.170 VERSLAG LEDENVERGADERING INSTITUUTVERSLAG DER BEHANDELING VANHET PRAEADVIES OVER ,,DE OR-GANISCHE WOONWIJK IN OPENBEBOUWING", UITGEBRACHT DOORDE VEREENIGING ARCHITECTEN-KERN ,,DE 8" EN DE VEREENIGING,,OPBOUW" OP DE JAARVERGADE-RING VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUISVES-TING EN STEDEBOUW, GEHOUDENTE AMSTERDAM OP ZATERDAG 25JUNI 1932Het verheugt den Voorzitter uit de groote opkomstop deze vergadering te mogen afleiden dat er onder deleden veel belangstelling bestaat voor het dezen middag tebespreken onderwerp. Daarom spijt het hem des te meerdat de Secretaris-Directeur, die persoonhjk veel voor hettotstandkomen dezer bijeenkomst heeft gedaan en ookgaarne een woord op deze vergadering had gesproken, cmgezondheidsredenen niet aanwezig kan zijn.Spreker deeh mede dat er, na de inleiding door denHeer van Eesteren te geven, gelegenheid zal zijn voordiscussie, waarna de Heer van Tijen de sprekers zal beant-woorden.De Heer C. VAN EESTEREN brengt in de eerste plaats hetInstituut den dank der beide vereenigingen over, die door demedewerking van het Instituut het praeadvies in dezen vormhebben kunnen uitbrengen en de tentoonstelling ,,DeRationeele Woonwijk" hebben kunnen organiseeren.Dit praeadvies is gebazeerd op de overtuiging dat debezwaren van den gangbaren woningbouw, onvoldoendetoetreding van licht en lucht, gebrek aan ruimte in en omde woning, het meestal ontbreken van scheiding tusschenwoon- en verkeersstraten, niet behoeven voor te komen.Ook de tentoonstelling, welke in verband met deze ver-gadering is georganiseerd, wil laten zien dat de genoemdenadeelen ook voor de woning voor gezinnen met eenminimum-inkomen kunnen worden vermeden.Spreker wijst er op dat de tentoonstelling ,,De woningvoor gezinnen met een minimum-inkomen" evenals deeerstgenoemde door de ,,Kongressen voor het Nieuwe Bou-wen" bijeengebracht, aangetoond heeft dat de woningenvoor de massa een gelijke en doordachte ligging ten opzichtevan de zontoetreding behoeven. Dit is zeker een eisch voorde goedkoope woning met haar beperkt oppervlak en daar-door intensief gebruik der vertrekken.Stedetsouwkundig gezien, zijn de verkeerde woonwijkengevolg van een onjuist uitbreidingsplan met verkeerdeverkeersverdeeling en ongewenschte eigendomsverhou-dingen.Praeadviseurs willen dus een rationeele woonwijk; ra-tioneel wil hier zeggen dat er een evenwicht is tusscheneconomische, sociale en psychologische eischen. Geen starreuitbreidingsplannen dus, maar integendeel uitbreidings-plannen, die zich aan de toekomstige behoeften kunnenaanpassen; eerst daardoor worden rationeele woonwijkenmogelijk.Spreker memoreert dan de verschillende grondprincipesen eischen van nieuwe woonverkaveling, welke op p. 3van het praeadvies vermeld zijn. Daaruit blijkt dat hetin de eerste plaats gaat om de organische woonwijk en nietalleen om open of gesloten bebouwing, al veroordeelt hetpraeadvies het gesloten blok wel en geeft het aan hoe menhet open blok kan toepassen. Het praeadvies is te beschouwenals een principieel program voor de woonwijk. De moeilijk-heden zijn genoemd, de wegen die naar een oplossing leideneveneens.De bestaande woonwijken zijn schematisch. Elk bizondergebouw wordt in den vorm van een woonhuis in het bouw-blok gedrukt. De rationeele wijk is daarentegen, hoewelgelijkheid der deelen niet verdoezeld wordt, vol natuurlijkeafwisseling, daar elk gebouw overeenkomstig zijn aard kanworden gesitueerd en de wijk open is en vol groen.Spreker behandelt de op p. 12 van het praeadvies beschre-ven eenzijdig bebouwde straat en wijst op de ervaringen,die te Bremen zijn opgedaan. Sinds 1913 is aldaar de regelingvan de eenzijdig bebouwde straat in de bouwvoorschriftenopgenomen.De reden, dat in het praeadvies op onderdeelen, b.v.den economischen kant, niet verder is ingegaan, is dat hetden Preaeadviseurs praktisch ontnogelijk was die econo-mische gegevens bijeen te brengen. De oplossing zal ookin dat opzicht moeten worden gegeven door daarvoor ge-outilleerde diensten.Vervolgens schetst Spreker in hoofdtrekken hoe het ont-werp voor een woonwijk tot stand kan komen en toont aandat men daarbij alle faktoren in de hand heeft, die denopbouw van de organische woonwijk bepalen. Door ditalles heen werkt een zin voor levende orde, die voor elkmensch een gezonde omgeving schept en alle dingen opzijn plaats brengt.Er is, na architecten als van der Pek, Leliman, Berlage,van wie elk woningcomplex als het ware een stap vooruitwas, een stilstand ingetreden. De Praeadviseurs hebben nubeoogd de mogelijkheid van verdere ontwikkeling aante duiden.Hierna is het woord aan de debaters.De heer IR. J. M. A. ZOETMULDER meent den gedachten-gang van het praeadvies als volgt te kunnen weergeven:men wendt zich tot den modernen mensch, vraagt watzijn eischen zijn, voldoet daaraan en schept zoo harmonic.Spreker twijfelt er sterk aan of zoo het doel bereikt zalworden. Hij zou geneigd zijn naar dien modernen menschte luisteren, niet indien deze gemeenschappelijke keukens,eetzalen, tehuizen voor kinderen en waschhuizen zou vragen,maar wel indien deze erop zou wijzen dat wetenschappelijkemannen op elk gebied tot de conclusie komen dat Ver-nieuwing van het leven van een geheel andere zijde is teverwachten dan van de eenzijdig technische ontwikkelingen dat men niet de lessen van historie, ervaring en traditiemoet verwaarloozen.De Praeadviseurs prijzen vooral het modern zijn. Het moetanders zijn dan vroeger, anders dan anderen. Daaruit spreekttoch een zeer onwetenschappelijk vooroordeel tegen hetvroeger gebezigde, alleen omdat het oud is en een zeer weinigzakelijk vooroordeel ten gunste van het nieuwe, omdat hetnieuw is.Die zucht naar het nieuwe op het terrein der volkshuis-vesting is zoo bedenkelijk wegens de neiging tot het doenvan experimenten. Een mistasten op dit gebied wreekt zichover tientallen van jaren. Wordt de verantwoordelijkheiddaarvoor wel diep genoeg gevoeld?Een ernstig bezwaar tegen het praeadvies acht Sprekerde orientatie naar het Oosten, niet van een woonwijk, maarvan den geest der Praeadviseurs.In de eerste plaats is de samenstelling der bevolking inDuitschland anders dan bij ons. Statistisch gesproken,lijkt de bevolkingsopbouw in Nederland meer op een pyra-mide, in Duitschland meer op een ui. Volgens Dr. Kahnuit Frankfort zijn in Berlijn 65% der woningzoekendenkinderloos en 60% blijven het ook. In de FrankfurterSiedlungen wonen gemiddeld 2,8 personen in een woning,daarentegen telt het gemiddelde gezin van onze mijn-werkersbevolking 4,4 personen.Ook zal men bij het aanbevelen van Duitsche bouwwijzenvoor ons land moeten letten op het verschil in mentaliteittusschen den strammen Pruis en den Hollander.Het praeadvies kan, ter propageering van zijn denkbeelden,voor ons land niet wijzen op zulke scherpe tegenstellingenals in Duitschland mogelijk is, b.v. ten aanzien van deGriinderperiode. Het moet zich dan ook tevredeu stellenVERSLAG LEDENVEEGADEEING INSTITUUT 171met te wijzen op woningblokken, die 00k aan de korte zijde. bebouwd zijn, met gebrekkige hoekwoningen en bouw-lypen, die in ons land betrekkelijk weinig voorkomen.Spreker vereenigt zich echter met het praeadvies watbetreft de afkeuring van de z.g. hoekoplossingen bij volks-woningbouw en den eisch van het onbebouwd laten vande korte zijde van een bouwblok, vooral bij den bouwvan etagewoningen.In het praeadvies wordt gezegd dat hoekbebouwing steedsverschillend woningtype noodzakelijk maakt, zoodat hetrationeel bouwen met gestandaardiseerde typen in denweg staat. Spreker ziet hierin geen bezwaar en de Heer vanTijen blijkbaar 00k niet; men zie diens artikel over Zutphenin het Tijdschrift van het Instituut.Wat betreft de orienteering is er volgens het praeadviesslechts keuze tusschen twee grondprincipes. Waarom ismen daartoe beperkt, vraagt Spreker zich af ? Op het ver-leden jaar te Berlijn gehouden Congres spraken verschil-lende personen zich over dit onderwerp uit. Bruno Tautdeelde daar mede dat door vooraanstaande hygienisten alsinds 20 jaar de richting Oost-West als de beste wordtgeprezen. Baurat Klein maakte een differentiatie naar gelangde ligging der kamers. Baurat Boehm, verwoed voorstandervan Zeilenbau, vond het bijzaak welke richting men koos en00k Prof. Frank uit Weenen was van oordeel dat de richtingniet zoo'n groote rol speelt.Spreker komt dan tot de volgende conclusie. Bouweengezinshuizen in korte blokken met behoorlijke openruimten er om heen en ge kunt ze orienteeren zoo ge wilt.Zijn in een woonwijk verschillende woningtypen noodigen is de wijze van gebruik onzeker, dan legge men zichniet vast aan dezelfde orientatie voor alle woningen. Sprekergeeft verschillende kleine middelen aan, waardoor een goedeoplossing met voldoende afwisseling is te bereiken.9P P- 12 wordt het algemeen bebouwingsschema van denZeilenbau toegelicht. Langs de huizenrij ligt alleen eenvoetpad, dat uitmondt op een rijweg. Van dien weg af zietmen niets anders dan zijgevels en open ruimten, geen fraaiaspect. Ernstiger bezwaar is echter dat de huizen niet be-reikbaar zijn voor voertuigen, waar het praeadvies 00k opwijst.Stadtbaurat Niggemeyer uit Keulen waarschuwt er even-eens tegen. Let op de toegankelijkheid der huizen voorbrandbluschmiddelen en maak de toegangswegen geschiktvoor wagenverkeer en auto's; het huisvuil moet kunnenworden opgehaald en de wagens met melk, groente, brooden kolen moeten er kunnen komen, zegt hij, Voor weg-breedte moet volgens hem tenminste genomen wordende breedte van een voertuig en een voetganger en daarbijwisselplaatsen.Maar nu de economische kant. Boehm heeft berekenddat bij vervanging van het voetpad door een rijwegmet trottoir aan een zijde, al is de rijweg slechts 4,50 M.breed, de besparing van 10 tot 15%, die de Zeilenbauanders oplevert, verandert in een duurder worden dan degewone bouwwijze met rond 24%. De verzekering van hetpraeadvies dat de Zeilenbau zoo goedkoop is, moet dus methet noodige voorbehoud worden aangenomen.Dit geldt eveneens voor de verschillende leidingen.Daartegen waarschuwt 00k Bruno Taut. En het ligt 00ktrouwens voor de hand, als men bedenkt dat men b.v.ten opzichte der rioleering noodig heeft: le een leidingin den rijvveg en 2e leidingen in de voetpaden, die slechtsaan een zijde een huizenrij bedienen.Bij de uiteenzetting van het groensysteem op p. 14dacht Spreker nog dat de moderne gedachte 00k nog eenkansje gaf aan de ouderwetsche natuur met haar weinig zake-lijken rijkdom van lijnen, vormen en kleuren, al maakte deuitdrukking groensysteem hem voorzichtig. En inderdaadgaat zijn illusie verloren, wanneer hij op p. 17 leest dat degroene strooken geen siertuinen mogen zijn, maar nuttigeoppervlakten moeten worden.Spreker kritiseert de eigenaardige woordkeuze van hetpraeadvies. Waarom heeft een verkeersweg principieel eenandere richting dan georienteerde huizenrijen? (Zie p. 16)Ook de naam: ,,organische woonwijk" doet vreemd aan.Wil men bepaald iets nieuws bedenken, dan spreke menliever van een georganiseerde wijk.Uit de oplossing op p. 16 aangegeven ter vermijding vanlintbebouwing, blijkt dat men in de nabijheid van denverkeersweg toch nog woningen toelaat, maar hier is menal aardig op weg naar de kopbebouwing en de zoo af-keurenswaardige hoekhuizen.In het schema voor een woonwijk te Zutphen, op p.20, staan de huizenrijen op een afstand van 10 M. aan beidezijden. De daardoor ontstane onvrijheid maakt hoogeramen noodig, hetgeen iets naargeestigs geeft aan hetgeheel. De orienteering is Oost-West door allerlei omstan-digheden. Verder blijkt dat er drie slaapkamers zijn, dienatuurlijk niet aan een kant liggen.De Heer van Tijen heeft die plattegronden bewerkt naarden architect Haesler; volgens Spreker herinneren zijechter levendig aan de plattegronden, die ongeveer 15 jaargeleden voor de noodwoningen werden gemaakt.Over de kosten van deze bouwwijze wordt op p. 21 ge-sproken. Spreker hecht weinig waarde aan de daarbijgegeven vergelijking met andere groepeeringen, want alsmen een wijk, waarin torenhuizen voorkomen met 13woonlagen, legt naast de andere daarin bewerkte woning-groepen, zijn alleen daarover al vergelijkbare getallen niette verwachten.Wat de kansen van het systeem hier te lande betreft,Spreker slaat die heel wat minder hoog aan dan het prae-advies dat doet. Van de gemeenschappelijkheid van allerleiinrichtingen moet ons volk, dat nog vasthoudt aan hetgezin als op zichzelf staande eenheid, niet veel hebben.Ook begrijpt Spreker niet dat de Praeadviseurs, die degroote risico's daaraan verbonden, erkennen, kunnen zeggendat aan de toepassing hunner denkbeelden door gemeentenen vereenigingen niets in den weg staat. Zullen Rijk engemeenten met die risico's geen rekening houden ?De Heer L. VAN BUUREN erkent dat de tegenwoordigebouwwijze wel iets te wenschen laat ten aanzien van detoetreding van licht en lucht. Maar toch zou Spreker alsVoorzitter van een woningbouwvereeniging, waarbij momen-teel ongeveer 1000 sollicitanten staan ingeschreven en 300woningen gebouwd zullen worden, geen strookenbouwdurven aanbevelen. Het is nl. gebleken dat de huurders vanwoningen met een gemiddelden huurprijs van / 6.50 gaarnetwee kwartjes meer betalen voor een woning, wanneer dieaan een hoofdstraat ligt in plaats van aan een zijstraat.Daar komt bij dat men in stille straten veel last van destraatjeugd heeft. In het praeadvies wordt gezegd dat aaneen hoofdweg meer gevaar voor voetgangers is. Sprekeris het daarmede niet eens, want men heeft er bijna altijdeen breed trottoir; in stille straten blijven kinderen ook nietop het trottoir.In Berlijn heeft Spreker op een excursie verleden jaarveel strookenbouw gezien, maar de conclusie was bijnaalgemeen, dat men zooiets niet in Amsterdam moet toe-passen. Als voorbeeld van een goede oplossing, in overlegmet het gemeentebestuur tot stand gekomen, kan wordengewezen op het Hendrick de Keyserplein met den Coope-ratiehof: binnen heeft men laagbouw, terwijl daaromheenhooger is gebouwd.Spreker zou niet gaarne een uitbreidingsplan zien metenkel strookenbouw, maar zou wel op beperkte schaaleen kans wiUen geven aan het systeem.De heer C. HELLINGMAN JE. heeft het praeadvies metgroote belangstelling ter hand genomen, maar voelde zichna doorlezing zeer teleurgesteld. Het praeadvies is een studie,rnaar op vele plaatsen ondermijnt het door verschil in decijfers en tegenspraken de daarin getrokken conclusies.De vergelijkende staat van oppervlakten van verschillendecomplexen, die als een der twee belangrijkste deelen vanhet praeadvies is op te vatten, geeft aanleiding tot de vol-gende opmerkingen. Het aantal woningen in de Dapper-buurt bedraagt volgens de laatste woningtelling 5729 stuks172VERSLAG LEDENVERGADEEING INSTITUUTen niets slechts ? 4500 stuks. Neemt men een gemiddeldeperceelsbreedte van 5,50 M. en het aantal woonlagen op4, dan komt men voor deze buurt op ongeveer 5160 woningen.Vermindert men dit aantal nog eens met het inhetschema-ontwerp gebruikte percentage winkels, dan zijn er nogruim 4950 woningen. Pas als men het bij een perceels-breedte van 5,50 M. berekende aantal woningen gaat ver-minderen met het aanwezige percentage winkels, komtmen op een aantal van 4650, hetgeen met eenige vrijmoedig-heid aangeduid kan worden met -- 4500. Daar er geen enkeleopmerking omtrent het genoemde aantal woningen ge-maakt is, had in den staat het werkelijke aantal van 5729stuks moeten staan of het hiermede correspondeerendegetal, waarin de wijzigingen sedert de laatste woning-telling zijn uitgedrukt.Het aantal woningen in het schemaplan wordt opgegevente zijn 1986, in de specificatie aan den voet staan er echter50 minder, slechts 1936.In bijna alle staten is het totaal van de kolommen 5:verhard oppervlak en 8: bouwterrein, tezamen gelijk aande waarden van kolom 4: netto-oppervlak, hetgeen 00klogisch is; maar in het schema-ontwerp ontbreekt hier-aan 3 H.A., bijna 10%; bij Blijdorp wordt bijna 10%overgehouden ?Het aantal woningen in de torenhuizen wordt opgegevenals te zijn 156 stuks; op teekening staan 10 torenhuizen envolgens het praeadvies heeft elk torenhuis 13 verdiepingen,waaruit geconcludeerd mag worden dat er in totaal 130woningen in torenhuizen zijn en niet 156 als in de nootaan den voet van den staat. Er staan dus op de teekeningslechts 1910 woningen inplaats van 1986.Andere gegevens zijn aanleiding om eenige vragen testellen.Hoe kan men het gemiddelde aantal woningen per H.A.vaststellen, als men niet het totaal aantal woningen weet,zooals in de beide tabellen Indische Buurt. Bij aannemingvan zoo'n aantal had dit, evenals bij de Dapperbuurt,genoemd kunnen worden, echter onder vermelding vanhet feit der aanneming, zooals bij noot 2.Waarom op de groenstrook een voetbalveld geteekendop nog niet twee-derde van de officieele veldmaten ? Te meerwaar oefenvelden vaak grooter zijn dan de officieele speel-maten.Op p. 14 eerste kolom onderaan zeggen Praeadviseursdat de rijenhuizen ook met oudere typen woningen kunnenworden toegepast, op p. 23 is echter een moderniseeringvan het woningontwerp noodzakelijk.Praeadviseurs keuren op p. 16 het plaatsen van woningenlangs de verkeersstraten af, maar in het schema-ontwerpen het aangehaalde voorbeeld van afb. 28 ondervinden dewinkelwoningen en de woningen langs deze wegen tocbwel het vermeende ongerief van de verkeersstraat. In dezeafbeelding is zelfs ? 15% van het aantal woningen langsde verkeersstraten gelegen. Ook de bewoners van de bene-denverdiepingen van den hoogbouw in torenhuizen, dieniet ver genoeg boven het verkeer uitgeheven zijn, onder-vinden den vermeenden hinder van het verkeer.Het praeadvies bedoelt volgens het geschrevene op p. 18een organische woonwijk te geven, maar het schema-ont-werp is zonder wandelpark, zonder een oplossing voor be-drijven en werkruimte voor thuiswerkers of parkeerruimte.Evenmin wordt aangetoond dat overdekte zwembaden,sportlokalen, markthallen, economisch mogelijk zijn. Indit ontwerp zijn te weinig winkels en teveel te duretorenhuizen, welke niet voor een redelijken prijs te ver-huren zijn.Van al de vragen, wenschen en eischen, die Praeadviseursaan een woning stellen, zijn er verschillende waaraan doorde stedebouwkundigen sedert lang al steeds voldaan wordt;voor de overige wordt door de Praeadviseurs geen oplossinggegeven. Het verlies van de benedenwoningen, welke doorhet vrije entree en het eigen tuintje of erf zoo gezocht engewenscht zijn en het wegnemen van de riiwegen langs dewoningen wordt door het voorliggende ontwerp vande woonkamers uit een uitzicht gegeven op een smal gras-gazonvan isMeter, hetwelk spoedig vervuilt en op de veran-da's langs de achtergevels van de overburen. Voertuigenkunnen niet meer voor de woningen komen, maar moetenaan het einde der huizenrijen blijven wachten; bakker,melkboer enz. moeten hun waren weer gaan dragen. Dehuisvrouw zal zich moeten gewennen om op een bepaaldentijd b.v. des Donderdagsmiddags haar wasch te gaan doenin een gemeenschappelijk waschhuis en hiervoor nog ver-goeding te betalen. De woonwijk zal van een troosteloozeeenzaamheid worden door het ontbreken van elk verkeer.Juist de zoozeer gewenschte kinderspeelplaatsen haddenhier nog eenig leven kunnen brengen.Van de wenschelijke groenstrooken blijft na aftrek vanproductieve sportterreinen en gebouwen van algemeennut niets over voor de groote massa bewoners-wandelaars,die van de wegen tegen de groene hagen rondorn de sport-terreinen mogen kijken en zeer weinig open ruimte zullenzien. De productiviteit van deze sportterreinen zal zoodanigzijn dat zij een grooter nadeelig saldo laten dan de gewonerecreatievelden. Om van landbouwbedrijven op deze duregronden nog niet eens te spreken. Bij het beredeneerenvan de economic van het ontwerp zijn verschillende belang-rijke factoren niet in oogenschouw genomen en laat men inandere vergeleken complexen het dure straatoppervlak welen in het ontwerp niet op de woninghuren drukken.De Heer S. J. MOOK ziet aan het vraagstuk der verkayeling,dat vraagstuk van grondexploitatie behoort te zijn, een ideeeleen een commercieele zijde. Z.i. is in het praeadvies aan, delaatste te weinig aandacht besteed, doordat elk kostencijferen exploitatieschema achterwege is gelaten. Tevens zijn debezwaren tegen georienteerden open bouw verkleind en dietegen het gesloten bouwblok vergroot.Het is het vraagstuk der huurprijzen, dat bij de volks-huisvesting altijd heeft gedomineerd en daarom is het tebetreuren dat Praeadviseurs te weinig getracht hebben hunoplossing te grondvesten niet alleen op het wenschelijke,maar tevens op het economisch mogelijke in onzen tijd.Daarom laat Spreker namens den Nederlandschen Bondvan Huis- en Grondeigenaren en Bouwondernemers eenwaarschuwend woord klinken tegen het ontwerpen van uit-breidingsplannen, die niet of niet voldoende rekening houdenmet normale exploitatie-mogelijkheden. Men denke b.v.aan Landlust en Blijdorp.Wat het aangeboden schema betreft, merkt Spreker opdat de Nederlandsche bevolking en vooral die in de grootesteden, niet rijp geacht kan worden voor verwezenlijkingvan de denkbeelden van het praeadvies. Vele dwingendevoorschriften zullen noodig zijn, wil het geheel geen on-esthetisch aanzien krijgen. Ook zal er weinig animo zijnom in torenhuizen met 13 verdiepingen te wonen, waarbijtegenover de gunstige factoren van lucht en zon talrijkenadeelen staan.Een dergelijke bouwwijze is bovendien, althans in degroote steden met gemeentelijk grondmonopolie, slechtste verwezenlijken door bij verkoop of uitgifte in erfpachtvan grond, talrijke privaatrechtelijke bepalingen te bedingen,die niet alleen in strijd zijn met de laatste Ministerieelebeschikkingen, maar tevens een gevaar vormen voor eengezonde ontwikkeling van het bedrijfsleven.Voorts merkt Spreker op dat in het praeadvies geen cijfersinzake onderhoudskosten voorkomen. Bij straatverzakkingenzal men behalve de straten tevens het groenoppervlak etc.moeten ophoogen. Deze kosten zullen hooger worden danbij de gebruikelijke verkaveling, zoodat de economie vanverkleind straatoppervlak vervalt.Aangezien de bouwkosten per woning, de kosten vanstraataanleg, etc. voor verschillende wijken anders kunnenzijn, dient vooraf vastgesteld te worden, voor welke huur-klassen men den grond voor woningbouw wenscht te be-stemmen, benevens het minimum woningtype en aantalwoonlagen.Tenslotte verklaart Spreker de visie der Praeadviseursop de toekomstige financiering en ontwikkeling van hetparticulier bouwbedrijf, niet te kunnen onderschrijven.VERSLAG LEDENVERGADERING INSTITUUT 173Doch met hen hoopt hij dat bij nieuwe uitbreidingsplannenbinnen het kader van het economisch mogelijke, grootezorg zal worden besteed aan een gunstige ligging der bouw-blokken ten opztchte van zon en wind.De Heer J. M. DE CASSERES merkt op dat het een zeergelukkige gedachte is geweest de verzorging van hetvoornaamste progranimapunt der jaarvergadering toe tevertrouwen aan een groep van moderne bouwkundigen.Spreker heeft echter enkele bezwaren. De steUing op p. 23van het praeadvies, waar gezegd wordt dat nog in geenenkel uitbreidingsplan in Nederland voor een behoorHjkeoplossing van de bebouwing langs verkeersstraten is ge-zorgd, kan hij in haar algemeenheid niet onderschrijven.Deze en eenige andere steUingen van het praeadvies zijnZ.i. ietwat eenzijdig gericht op de beide grootste steden.Maar 5/6 deel van het Nederlandsche volk woont buitendeze steden en is voornamelijk ondergebracht in eengezins-huizen, terwijl het praeadvies zich zoo geheel bezig houdtmet huisvesting in meerdere woonlagen. Ook in demiddelgroote steden en dorpen bestaat gebrekkige ver-kavehng en overheerschen nog vaak esthetische en quasi-esthetische overwegingen boven de primaire eischen vanjuiste indeeling en hgging van wijk en woning. Het gevolgis dat men de nieuwe richting als een nieuwe kunstuitingziet, waarvan de kenmerkende eigenschappen de gepleisterdemuur en het platte dak zijn.Tegen deze onjuiste en misleidende voorstelhng moetmet kracht gestreden worden. De moderne planoloog envolkshuisvester streven naar praktische oplossingen, welkeook esthetisch zeer bevredigend kunnen zijn, zonder datde verschijningsvorm de eerste en eenige aandacht heeft.De voorbeelden uit de praktijk bewijzen dit.Over de menschen, die de nieuwe wijken en huizen moetenbewonen, zou Spreker nog iets meer vernomen willen hebben.Van juiste orienteering ten opzichte van de zon en over-eenkomstige vorm en afmeting van vensters komt weinigterecht, wanneer de menschen de zon angstvallig buiten-sluiten en alle andere woongewoonten gehandhaafd blijven.Voorhchting van het publiek blijft noodzakehjk. Denmenschen moet het redehjk en gemakkehjk wonen geleerdworden.Tenslotte vestigt de Heer de Casseres de aandacht op denog veelal bestaande opvatting dat het stedebouwkundigproject tweedimensionaal is. Deze opvatting is niet alleenin strijd met de ware taak van den stedebouw, maar na-drukkehjk ook met de Rijksvoorschriften inzake stads- endorpsuitbreiding, zooals deze zijn vastgelegd in Woningweten Woningbesluit. Terecht erkent de wetgever het onver-brekehjk verband tusschen plan en opstand. Noodlottig isdan ook, wanneer op een modern uitbreidingsplan bebou-wing plaats vindt, welke de voordeelen van het plan vol-komen illusoir maakt. Spreker bepleit daarom een nauw-lettend volgen van de wettelijke voorschriften, dus nietvolstaan met een tweedimensionaal plan, zooals nog dik-wijls gebeurt.Den Heer IR. J. GERBER komt het voor dat met dit prae-advies het doel niet wordt bereikt. De gedachte, waaraanhet praeadvies ten grondslag ligt, is nl. overbekend en heeftin Duitschland veelvuldig toepassing gevonden, maar voorons is het nog een theorie en daarom zouden degenen, diemet de behandeling van zoodanige vraagstukken belastzijn, het op prijs hebben gesteld dat hun thans de praktischeuitvoerbaarheid voor Holland werd aangetoond. Behalvedat de verstrekte cijfers blijkbaar niet geheel juist zijn, iser in de inleiding gezegd dat de gemeentelijke diensten maarvoor het materiaal moeten zorgen, waaruit die uitvoer-baarheid moet blijken.Het praeadvies wekt eenigszins den indruk alsof hethier gaat om een nieuw systeem, dat beter is dan het oude.Doch het gaat hier uitsluitend om wijzigingen in de men-schelijke psyche, die men ook in den woningbouw tracht tebenaderen.Voor elke gewijzigde levensopvatting een andere uit-drukking. De vroegere bouw beantwoordde aan de behoeftenvan toen; daarom is kritiek op vroegere bouwwijzen onge-rechtvaardigd.Spreker wil waarschuwen tegen zelfoverschatting vande nieuwe bouwwijze en wijst op het betrekkelijke vannieuwe theorieen.Juist de vraag: is de hedendaagsche mensch zoo gesteldop de nieuwe bouwwijze, is in het praeadvies volkomenuitgeschakeld. Men vindt er den bewoner niet in terug,uitsluitend het systeem.Met erkenning van het vele goede, dat de woonstrook-- zooals Spreker den Zeilenbau bij voorkeur aanduidt-- eigen is, constateert hij dat er bezwaren zijn, die wortelenin den aard van den Hollander en die overwonnen dienente worden. Zoolang de woonstrook niet gepaard gaat metwaschinrichtingen, waardoor de wasch niet meer buitenbehoeft te hangen, acht Spreker haar onaanvaardbaar.Reeds is op deze vergadering aangetoond dat de orien-teering naar de zon nogal verschillend wordt opgevat.Maar van wind en regen zal bij dezen georienteerden openbouw buitengewoon veel last worden ondervonden.Moeilijker is het probleem nog in kleinere gemeenten,waar het verkeer niet druk is en eengezinshuizen noggeliefd zijn. Moet men nu per se den bewoner tot hoog-bouw drijven, als hij er nog niet op gesteld ^s ? En bij laag-bouw, daar waar men eigen tuinen verkiest, is de woon-strook ook niet van toepassing. Spreker bepleit een proefaan den rand van een onzer groote steden.De Praeadviseurs laten hier en daar hun minachtingdoorschemeren voor de esthetische oplossing bij het bou-wen. Maar tenslotte wordt toch voor den mensch verhoo-ging van levensschoonheid beoogd en spreker ontkentdat die uitsluitend moet bestaan in lichamelijk welbehagen.Daartoe behoort evenzeer het verlangen naar den schoonenharmonischen vorm. Laat men dus niet een belangrijk deelvan de levensschoonheid weg rationaliseeren, uitsluitendom coiite que coute aan een theorie te voldoen.De Heer IR. P. K. VAN MEURS heeft er bezwaar tegen datPraeadviseurs in hun terminologie het spraakgebruikamtasten. Onder ,,open bebouwing" verstond men tot-nutoe bouw van kleine eenheden in open ruimte; in hetpraeadvies wordt deze uitdrukking echter ook toegepastop grootere eenheden.De orienteering is eenzijdig op de zon gericht; metden wind is geen rekening gehouden, zooals ook de HeerGerber opmerkte. Dit bezwaar geldt in het bizonder voorhoogbouw, welke bouwwijze in het praeadvies trouwensin haar geheel niet voldoende is bestudeerd. In een openbouwblok zal de toestrooming van wind en regen waar-schijnlijk zeer ongunstig werken. Voor het torenhuis vanNew York zijn deze omstandigheden gunstiger, omdatmen daar overheerschende landwinden heeft.De VooRZiTTER merkt op dat op p. 11 gesproken wordtover den jongen Russischen stedebouw, geillustreerd meteen schema van een wijkeenheid. Zoowel opgaaf als doeldaarvan zijn onbekend, zoodat het volgens Spreker beterware geweest, indien deze passage achterwege ware ge-bleven.Als bezwaar tegen het gesloten blok wordt in het prae-advies aangevoerd dat daardoor verschillende typen noodigzijn. Dit bezwaar kan Spreker niet onderschrijven. Eenigejaren geleden was de kwestie van normaliseering van hetwoningtype aan de orde. Deze is thans echter van debaan, alleen de normaliseering van onderdeelen is door-gegaan en daarbij is gebleken (b.v. bij den bouw vanMay) dat de moeilijkheden toenemen naarmate men deonderdeelen grooter neemt. Bovendien is de grondslagvan onze maatschappij toch nog altijd het gezin en er isdus vanzelf een zekere veelvormigheid van woningennoodig.Op p. 12 wordt de vraag van de een- of tweezijdig bebouw-de straat besproken. Spreker heeft daaruit niet de conclusiekunnen trekken dat de eenzijdige bebouwing de juiste174VERSLAG LEDENVERGADEEING IlNSTITUUt - ARTIKELENoplossing is. Bij een Noord-Zuid verkaveling is er weinigreden voor uitsluitend eenzijdige bebouwing en bij de Oost-West verkaveling kan men de woningen niet altijd in gelijkeconditie brengen ten opzichte van de zonbestraling.Tensloite wil Spreker iets zeggen over den geestelijkenachtergrond van het streven der Praeadviseurs.leder heeft een taak te vervullen, aan welke taak men zichmet eerbied moet overgeven, met verwaarloozing vanhet Ik van den ontwerper. Wanneer dit ook de idee is vande voorstanders van de nieuwe bouwwijze, dan staat hunstreven inderdaad op een hooger plan.Hierna is het woord aan den Heer IR. W. VAN TIJENter beantwoording der Sprekers.De Heer van Tijen merkt op dat het met het oog op denbeschikbaren tijd niet mogelijk zal zijn op elke gemaakteopmerking in te gaan, zoodat hij zal trachten de voor-naamste punten te bespreken.De Heer Zoetmulder heeft gevraagd, waarom het juistmodern moet zijn, waarom anders dan vroeger? De Prae-adviseurs zijn zich wel bewust dat vroeger het organischeen het menschelijke in de stad bestaan heeft, maar in demoderne stad is dat geheel teloor gegaan en men kanniet terugkeeren tot den toestand van de Middeleeuwen,omdat er nu andere nieuwe levensvormen zijn qntstaanals gevolg van verschillende factoren, b.v. de ontwikkelingder techniek, den vrouwenarbeid, de jeugdbeweging, eenandere uitbreiding van de stad. Natuurlijk is dat nieuweniet te maken met uiterlijkheden, door iets recht of platte maken, dat is bijzaak.Wat betreft het rommelig aanzien van tusschenterreinen,bij een open verkaveling zal deze misstand door de nood-zaak van grootere orde verdwijnen.Er is ook niet juist gestreefd naar gestandaardiseerdetypen. Gestandaardiseerd beteekent niet onderling vol-komen gelijk. Aanpassing aan de gezinsbehoeften en -grootteis noodzakelijk. Wat niet noodzakelijk is, is de willekeur enzulke oplossingen der hoektypes zijn oneconomisch.Ten aanzien van de afstanden der gevels merkt Sprekerop, dat al zijn die niet grooter bij de nieuwe methode, hettoch een verschil maakt of men ingesloten zit of niet.Aan de richting Noord-Zuid behoeft men niet per sevast te houden: in het praeadvies staat dat wijzigingenmogelijk zijn. Voor goede oplossingen achten de Praead-viseurs de richting Noord-Zuid of Oost-West of dichtdaarbij het beste.Er is opgemerkt dat het praeadvies eenzijdig gericht is op de etagewoning. Wat daarin gezegd is, geldt echter zoo-wel voor het eengezinshuis als voor den etagebouw.Eenvoudige oplossingen als door den Heer Zoetmulderbedoeld, het laten inspringen van huizen, een krommingin de gevellijn, enz. zijn reeds vaak beproefd, maar men komtdaar steeds weer van terug, omdat de rechte gevellijntelkens de beste en meest economische blijkt.De rijenbouw, zooals die in het praeadvies wordt voor-gestaan, is niet gebonden aan bepaalde stratenvormen, alIS een enkel voetpad natuurlijk het voordeeligste. Ook twee-zijdige bebouwing zal in sommige gevallen moeten wordenaanvaard uit een oogpunt van praktische noodzakelijkheid.Evenmin is er iets tegen winkels aan twee kanten te vesti-gen in plaats van aan een kant.Tegen de siertuinen is in het praeadvies bezwaar gemaakt,omdat die, zooals wij ze kennen, te duur zijn voor aanlegop groote schaal.Met den term ,,organisch" heeft men willen aanduidenhet samenwonen van menschen, die een gemeenschappelijkbelang hebben en elkaar min of meer kennen.Het torenhuis moet niet als een bepaalde eisch van hetschema worden beschouwd. Het verhoogt in den geschets-ten vorm de woondichtheid niet. In drie mooten gesneden,kan men het zich op de grootere ruimten tusschen de torensgeplaatst denken. Het doel is dus niet de woningdichtheidop te voeren, maar het scheppen van goede woningen langsde verkeerswegen.Bij de risico's van de nieuwe bouwwijze voor den parti-culieren bouwondernemer is gedacht aan de hypotheek-verkrijging e.d., moeilijkheid, die niet voorvereenigingenengemeenten bestaat.De Heer van Buuren meent dat de huurders voorkeurhebben voor het wonen aan een hoofdstraat. Spreker ver-onderstelt echter dat men die voorkeur heeft tegenoverhet wonen aan de ,,drogere steenen woonstraten". Hetwonen in open bebouwing moet vergeleken worden metdat aan singels en plantsoenen.Dat de cijfers in het praeadvies onjuist zouden zijn, zooalsde Heeren Hellingman en Gerber hebben gezegd, bestrijdtSpreker. Hij noodigt beide Heeren uit hun bezwaren naderin het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouwuiteen te zetten.De kwestie van de sport- en wandelterreinen is een stedebouwkundige opgaaf; het praeadvies heeft er alleen opwillen wijzen dat er in de naaste omgeving dergelijkegelegenheden moeten zijn.Prive-tuinen kunnen ook bij open bebouwing wordengegeven; dat is slechts een kwestie van taktiek en niet vanprincipe. Den Heer Mook antwoordt Spreker dat deverkaveling volgens Praeadviseurs moet dienen om demogelijkheden, die het wonen in de stad kan bieden zoovolledig mogelijk te benutten, terwijl de grondexploitatiede verwezenlijking van deze mogelijkheden dient te bevor-deren.Wat de animo voor het wonen in torenhuizen aangaat,Spreker kan uit eigen ervaring mededeelen dat men daarbest kan wonen.Wanneer ophooging al noodzakelijk is, dan behoeft dezevoor tusschenterreinen en groenstrooken niet zoo zwaarte zijn, dat de kosten daarvan onoverkomelijk zouden zijn.Volgens den Heer de Casseres moet men naar de gewoon-ten van de menschen zien en hen eerst leeren wonen,maar Spreker stelt zich op het standpunt: leg hun denieuwe woningen voor, dan leeren zij vanzelf ze te bewonen.Ten aanzien van de windorienteering zegt het praeadviesdat ook daarmede, waar noodig, rekening moet wordengehouden.Naar aanleiding van de vraag van den Heer Gerber ofde hedendaagsche mensch wel zoo gesteld is op de nieuwebouwwijze, merkt Spreker in het algemeen op dat hetpubliek niet naar iets nieuws vraagt, maar dat de producenthet aanbiedt. Daarom moet ook bij de woningproductieiets nieuws worden gebracht, wanneer dat goed door-dacht is althans.Spreker besluit met te zeggen dat de grondslag van denieuwe beweging door den Voorzitter wel juist is getypeerd.De VOORZITTER constateert met voldoening dat hetpraeadvies zulk een ruime aandacht heeft ondervonden.Er zal verder nog veel studie noodig zijn op dit terrein en zeerzeker in het bizonder met het oog op de toepassing voorHollandsche verhoudingen. Spreker hoopt dan ook datdeze discussie in ons eigen Tijdschrift en in de overigevakpers zal worden voortgezet.Met een woord van dank aan de Praeadviseurs voor hunarbeid sluit Spreker de vergadering.EENGEZINSWONING EN STROO-KENBOUWDat conclusies, bereikt in het praeadvies van,,de 8" en ,,Opbouw" met betrekking tot strooken-bouw ponder meer ook zouden gelden voor een-gezinswoningbouw, zooals dat praeadvies stelt ende Heer van Tijen te Amsterdam onderstreepte, kanm.i. niet worden beaamd. Op de vergadering ont-brak tijd op dit punt, dat de heer De Casseresaangreep, in te gaan. Daarom moge het hier nogtoegelicht worden.ARTIKELEN - KORT VERSLAG LEDENVERGADERING NAT. WONINGRAAD175De open bouwwijze in den zin van het prae-advies valt niet te vergelijken met de open bouw-wijze in laagbouw. Strookenbouw in die woon-lagen met afstanden van 20 M. tusschen de gevelsmag slechts open worden genoemd in vergelijkingmet dito blokbouw zooals die alleen in de aller-grootste steden wordt bedreven; in vergelijkingmet den laagbouw, 2;ooals de2;e normalitervoorkomt,mag de uitdrukking niet juist heeten.Te onzaliger ure heeft de Vaste Commissie voorUitbreidingsplannen in Noord Holland (het staatin haar ,,Leidraad" te lezen ) 36 M. tot de minimaaltoelaatbare blokdiepte verklaard. i) Dit is zondertwijfel te weinig, maar zelfs als men dezen norm zouwillen aanvaarden, blijft tusschen de achterkantender woningen 20 M. beschikbaar, terwijl het Zut-phensche voorbeeld uit het praeadvies 10 M.tusschenruimte tusschen de gevels aangeeft. Ditkomt nagenoeg overeen met den kleinsten voorko-menden gevelafstand aan tweezijdig bebouwdestraten in den gebruikelijken blokbouw. Nu is inde opvatting van het praeadvies de afstand tusschende gevels zeker mede maatgevend voor de open-heid van een bouwwijze, maar genoemde ,,VasteCommissie" zal m.i. niet pretendeeren dat de vol-gens haar minimaal toelaatbare blokbouw, 00k zon-der kapbebouwingen, den naam ,,open" verdient.Had het praeadvies ook voor laagbouw denstrookenbouw aannemelijk willen maken als mensch-waardige d.i. toelaatbare bouwwijze, dan had hethier zeker iets beters moeten toonen.In meer gangbare gevallen dan den omschreven(te nauwen) minimumblokbouw, krijgt de verge-lijking uiteraard nog een ander aatf^ien,Afstanden van 70 k 80 M.h.o.h. straat komen inden laagbouw geregeld voor en dan wordt -- mettoepassing van voortuinen -- de afstand tusschende straatgevels b.v. 24 M. De ruimte tusschenachtergevels wordt dan 30 k 40 M. In vele gevallenzijn deze maten grooter.In zooverre zij dan de openheid bepalen, valtdoor het gelijkmaken van alle tusschenruimtenin den trant van strookenbouw niet veel winst meerte behalen. Uit het oogpunt van zonpenetratie ofandere menschwaardigheidsoverwegingen is ooktegen de kleinere van de twee tusschenruimtengeen redelijk bezwaar te maken. Soms zijn de tus-schenruimten al vrijwel aan elkaar gelijk, maardan is het effect niet steeds gelukkig.Misschien is er iets te zeggen voor eenzijdigetuinverdeeling in plaats van het maken van voor-en achtertuinen. De voortuinen maken dikwijlsgeen opwekkenden indruk. Beperkt men intusschendebreedtederverhoudingen en maakt men de voor-tuinen diep, dan is voor het bebben van twee tuinkan-ten aan een woning ook het noodige te zeggen.Of tenslotte de kopbebouwing moet vervallenzal er van afhangen. De praeadviseurs passen zelfkopbebouwing met winkels toe, wat hun aannemelijkschijnt, omdat zij laag blijft. Waarom nu geen kop-bebouwing met lage woonhuizen ?? Omdat deze danniet N.Z. zijn georienteerd ? Een axioma in dezengeest kan ik niet aanvaarden, maar dat behoeftblijkbaar ook niet, want ook de praeadviseurs latenandere overwegingen gelden. In het geval Zutphenlaten zij het uitzicht den doorslag geven en datis toch niet het eenige mogelijke motief.Men behoeft niet voorop te stellen dat in hetgeval van kopbebouwing de hoeken hermetischworden gesloten zooals in het afschrikwekkendevoorbeeld, dat het praeadvies illustreert. Vooral bijden eengezinsbouw bestaat aanleiding het tegendeelte doen. Bij laagbouw met open hoeken is nergenseen woning te vinden, die uit het oogpunt vanzonpenetratie wordt benadeeld.Geef het menschdom voldoende ruimte en hetzal inplaats van bevrijding uit zijn omsluitingbeschutting gaan zoeken, een drang die even oudis als die naar de zon en het licht. Op een gedenk-waardigen dag zal hij worden herontdekt als deuiting van een nieuwe, diepe, geestelijke en maat-schappelijke strooming en mogelijkbeden openenvoor een moderne cultuur, op de basis van hetgeenwetenschap en techniek toelaten in het maatschap-pelijke leven. Zou er dan geen aanleiding zijn ombij het overheerschend gestrekte profiel van ruimenlaagbouw een kopbebouwing behaaglijk te vinden ?En misschien zal men dan nog de mogelijkheidontdekken om in het stadsplan onderscheid temaken tusschen woon- en verkeersstraten zonderalle woonstraten per se te laten doodloopen.Dit laatste terzijde gelaten, meen ik kort te heb-ben aangegeven in hoeverre bij laagbouw anderegezichtspunten gelden dan in net betoog van hetpraeadvies worden aangevoerd.Het valt inmiddels m.i. te waardeeren, dat degroep van het praeadvies, architecten als zij zijn,metterdaad belangstelling toonen in den zake-lijken opzet eener doeltreffende stadsbebouwing.Wat nieuwe vooruitzichten opent, zoowel voor debouwkunst als voor den stedebouw. A. SIEBERS^) De Noord Hollandsche Commissie koos waarlijk nietvoor haar genoegen deze minimum-afmeting, maar alleenomdat ze in haar gebied had rekening te houden met debuitensporig hooge kosten van het in gereedheid brengenvan bouwterrein in waterrijk veenland. Hudig.KORT VERSLAG VAN DE NEGEN-TIENDE JAARLIJKSCHE LEDENVER-GADERING VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD, GEHOUDEN OP VRIJ-DAG EN ZATERDAG, 8 EN 9 JULI1932, IN HET PALACE HOTEL TEHILVERSUMVrijdagsavonds half acht opent de voorzitter, de Heer Mr.Dr. G. v.d. Bergh, de vergadering.Van het bestuur zijn, naast den voorzitter, aanwezig de176KORt VERSLAG LEDENVERGADERING NAT. WONINGRAADHeeren Boomsma, Bossenbroek, Bruintjes, v. Goudoever,Lambeck, Lansink, Lindeijer, Schaap, v. Stuyvenberg,v.d. Wal, Zwang en de secretaris, tijdens de vergaderingop Zaterdag 00k de Heeren Keegstra en v. Staal.Vertegenwoordigd zijn, buiten de provinciale afdeelmgen,141 aangesloten corporaties door ruim 300 afgevaardigden.Het gemeentebestuur van Hilversum is vertegenwoordigddoor den burgemeester, den Heer J.M.J.H. Lambooy, en dewethouders, de Heeren B.H.A. Allessie en D. Lopes Dias.I. De VooRZiTTER heet de aanwezigen welkom. Ditmaal,aldus spreker, komen wij bijeen in een buitengewoon moei-lijken tijd. De maatschappij wordt geteisterd door de hef-tigste crisis, welke wij tot dusverre kenden. Teneinde deergste gevolgen daarvan af te wenden, worden aan de schatkistvan den staat en andere openbare lichanien geweldigeeischen gesteld. De onmisbare en noodzakelijke steun aande werkloozen verslindt tientallen, ja honderden millioenen.Daarnaast constateeren wij een schrikbarende daling vande inkomsten en wordt het steeds moeilijker de einden aan-een te knoopen. Indien niet spoedig een keer komt, danzullen van vele kanten nog vele offers moeten worden ge-bracht, teneinde het geheel der sociale voorzieningen zooongerept mogehjk te bewaren, teneinde b.v. 00k de volks-huisvesting te kunnen handhaven op het reeds bereikte peii.Laat ens hopen, dat die offers zoo rechtvaardig mogelijk,naar draagkracht, over de bevolking zullen worden verdeeld,zoodat wie veel te missen heeft - het zijn er niet zoo heelveel - ook veel zal moeten geven. Wie op dit oogenblik belastis met een grooter of kleiner stuk regeeringsverantwoorde-lijkheid in stad of land, hij gaat onder de zorgen en lastenvan zijn ambt gebukt. Meer dan ooit hebben wij ons dus afte vragen, of de eischen, die wij meenen aan de Regeeringvan stad en land te moeten stellen, redelijk zijn en voorverwezenlijking in nabije toekomst in aanmerking komen.Dit wenschte spreker voorop te stellen wanneer hij deRijkswoningpolitiek bespreekt. Wij zijn geen dwazen, geenutopisten en geen maniakken. Wij vragen slechts het rede-lijke en vervulbare. Maar helaas - ook daaraan wordt thansniet voldaan. , , ,Om dit laatste nader aan te toonen, geeft spreker enkelecijfers. Gedurende 1931 werden op nieuw terrem 50552woningen voltooid, waarvan 41343 door particulieren, 5951door woningbouwvereenigingen en 3358 door gemeenten.Het deel, hetwelk de vereenigings- en gemeentebouw vande totale productie uitmaakte, bedroeg achtereenvolgens:in 1926 15 %,, 1927 14-6 ,,,, 1928 13.7,,,, 1929 15-3 ",, 1930 14 ,,,, 1931 17.5,,Het afgeloopen jaar was dus voor onzen gemeenschaps-bouw niet kwaad. Echter sedert September j.l. is de toe-stand geheel veranderd. Nadat in die maand de beurscnsisis uitgebroken, is de woningproductie sterk ingekrompen.Terwijl in de maanden October 1930 t.m. Maart 193124531 woningen in uitvoering werden genomen, was ditin de overeenkomstige maanden van 1931/i 932 slechts17421. De bedrijvigheid is derhalve afgenomen met 29%.Echter heeft de gemeenschapsbouw onder de crediet-crisis veel meer te lijden gehad dan de particuliere bouw.Terwijl in genoemde periode het aantal in uitvoering ge-nomen vereenigings- en gemeentewoningen daalde van4983 tot 1299 of met rond 73%, waren deze cijfers voor denparticulieren bouw respectievelijk 19524 en 16099 of eendaling met rond 17%.In het afgeloopen jaar werd voor ruim 12 millioen guldenaan Rijksvoorschotten ingevolge de Woningwet verleend,terwijl hiervoor 15 millioen beschikbaar was gesteld. Hoewelde Voorschotverleening reeds belangrijk minder was dan in1914, werd voor het loopende jaar het beschikbare bedragnog verminderd en gesteld op ten hoogste 10 millioen. Bo-vendien belette de regeering de Rijksfondsen om geldleenin-gen'af te sluiten ten behoeve van bouwplannen van ver-eenigingen en gemeenten. Daarnaast werkte de regeeringin bepaalde gevallen den vereenigingsbouw onmiddellijktegen. Zoo bleek de Incassobank te Amsterdam bereid omtwee onzer vereenigingen aldaar aan crediet te helpen,hetgeen evenwel door de houding van de regeering onmoge-lijk werd gemaakt.De regeering voert voor haar houding het motief aan, datde loonen van de bouwarbeiders te hoog zijn en eerst om-laag moeten, voordat verdere steun gegeven wordt. Zij wordtdaarbij geleid door de gedachte, dat de huren omlaag moeten.Spreker gelooft, dat de regeering nog steeds leeft onder denindruk van de hooge loonen, die tijdens de oorlogscrisis ineen aantal gevallen in het bouwbedrijf werden verdiend.Hiervan is thans evenwel weinig meer over, in het algemeengesproken, kan het loon in het bouwvak niet onredelijkworden genoemd.Wat ons evenwel ten zeerste heeft getroffen, is, dat deregeering, die zoozeer doordrongen is van de noodzakelijk-heid van huurverlaging, tezelfder tijd is overgegaan tot ver-verhooging van de rente voor nieuwe voorschotten. Terwijlde regeering jarenlang de rente had gehandhaafd op eenpeil, dat hooger was dan hetgeen voor de staatsleenmgenmoest worden betaald, verhoogde zij deze rente onmiddellijk,toen er een staatsleening tegen hooger rente werd afge-sloten. De renteverhooging van 4t- op 5% staat ten op-Zichte van de huur gelijk met een loonsverlagmg voor debouwvakarbeiders met op zijn allerminst 8% !Wij meenen te mogen verlangen, dat de regeering, indienzij het belang van goedkoopere woningen inderdaad zoogroot acht, er ook werkelijk aan zal medewerken, dat dezewoningen er komen, maar er door een onredelijke rente-verhooging niet toe zal bijdragen, dat de huren der riieuwewoningen jarenlang hooger zullen zijn dan noodzakelijk zouzijn geweest.Inderdaad is de behoefte aan goedkoope woningen noggroot. Te Amsterdam stond eind Mei van de woningenmet een jaarhuur van / 350.- en hooger 2.97% te huur, vande woningen met minder huur dan / 350.- was dit slechts0.7%. Te Hilversum, waar wij thans vergaderen, stondeneind 1931 565 woningen leeg, waarvan slechts 18 met eenhuur van minder dan f-].-. Zelfs in dezen crisistijd, nuallerwege de huren van middenstandswoningen dalen,komen huurstijgingen van arbeiderswoningen nog veel-vuldig voor. Zoo constateerde het Gemeentelijk Bureau vanStatistiek te Amsterdam op i Maart j.l., dat sedert het beginvan het vorig jaar de huren van arbeiderswoningen warengestegen van 11.5% tot 12.4% boven die van i923/i924-De huren van middenstandswoningen daalden in die periode.Blijkens het laatste kwartaalonderzoek in den Haag zijn al-daar de huren boven / 7.- eenigszins gedaald, terwijl voordelagere huurgroepen (met uitzondering van de allergoedkoop-ste woningen, de krotten) nog eenige stijging te constateerenviel.Wij meenen dat het redelijk is van de regeering te ver-langen, dat zij althans alles zal doen om een stijging van dehuren te voorkomen en een daling zoo mogelijk te bevor-deren. Juist, indien men de moeilijkheid der tijden tenvoile erkent, mag en moet men dezen eisch stellen. Dan kanmen in de eerste plaats verlangen, dat de regeering nauw-keurig zal toezien op de huren der particuliere woningen entegen onredelijke verhoogingen maatregelen zal nemen.Dan kan men, wat dan speciaal de huren der vereenigings-en gemeentewoningen betreft, verlangen dat de regeeringdeel zal nemen in de extra-exploitatietekorten der tijdensde oorlogscrisis gebouwde woningen, dat zij de rente der6% voorschotten verlaagt en dat zij in buitengewone ge-vallen huurverlaging mogelijk maakt door bijzondere steun-verleening.Daarnaast verlangen wij dat de vereenigings- en ge-meentebouw bevorderd zal worden. Dit is thans het bestemiddel om te hooge huren van bestaande woningen tegente gaan. Er kan op het oogenblik goedkoop gebouwd worden,nieuwbouw beteekent vermindering Van werkloosheid, eris dus alle aanleiding voor de regeering om den gemeen-KORT VERSLAG LEDENVERGADERING NAT. WONINGRAAD 177schapsbouw te bevorderen. De werkelijkheid is echterhelaas, dat wij al verheugd zouden zijn, indien de regeeringniet meer tegenwerkte. Die eisch mag toch waarlijk welgesteld worden.De regeering kan de kwestie van de loonen der bouw-arbeiders gerust aan woningbouwvereenigingen en ge-meenten overlaten. En 00k aan de bouwarbeiders zelf.Spreker is ervan overtuigd dat de groote meerderheid dezerarbeiders niet zou wenschen dat de groote massa der ar-beiders hooger huren Zou moeten betalen tengevolge van tehooge loonen in het bouwbedrijf. Laat de regeering derhalveeer zien naar het te hooge rentetype, dan naar de loonen.Dan zal zij nuttig kunnen ingrijpen.Nogmaals, wij verlangen niets onredelijks. Wij vragengeen honderden millioenen aan voorschotten of tientallenmillioenen aan bijdragen. Wij weten dat zooiets thans nietmogelijk is, althans niet in redelijkheid kan worden verlangd.Wij verlangen echter van de regeering dat zij nieuwenwoningnood in de lagere huurklassen zal voorkomen, dat zijde bouwnijverheid in gang houdt en een redelijk bedragaan voorschotten onder redelijke voorwaarden beschikbaarstelt. En in elk geval verlangen wij dat de regeering deuitvoering van bouwplannen niet belemmeren zal. Daar-naast vindt de regeering op het terrein van de huren eenzeer reeel veld van noodzakelijke werkzaamheden.Spreker hoopt en vertrouwt dat de beraadslagingen opdeze vergadering den lande duidelijk zullen maken dat wijniets onredelijks vragen en dat een weigering van regeerings-zijde om onze verzoeken in te willigen niet in overeenstem-ming zou zijn met een goed regeeringsbeleid, met regeerings-plicht in dezen zwaren, kommervollen tijd.Het woord is thans aan den Heer D. LOPES DIAS, voor-zitter der Commissie van ontvangst, die de afgevaardigdennamens de Hilversumsche bouwvereenigingen welkom heet.Spreker hoopt, dat de aanwezigen den indruk mee naar huiszullen nemen dat niet alleen op het terrein van de volks-huisvesting, maar 00k op ander gebied te Hilversum veelis tot stand gebracht.2. Aan de orde zijn de notulen der vorige vergadering,die onveranderd worden goedgekeurd.3. Verslag over het afgeloopen jaar.De VooRZiTTER voegt aan het jaarverslag nog de vol-gende mededeelingen toe.Met de Kon. Mij voor Tuinbouw en Plantkunde is eenregeling aangegaan, welke het mogelijk maakt onzen ledenook op het gebied van tuinaanleg en beplanting voorlichtingte verleenen. De leden ontvangen hierover binnenkort eencirculaire.De kwestie van het vereenvoudigen van de tevolgen procedure t.o.v. nalatige huurders is aanhangig ge-maakt bij de Commissie-Limburg.Na de laatste buitengewone ledenvergadering heeft hetbestuur zich gewend tot de Ministers van BinnenlandscheZaken en van Financien met verzoek om de rente der 6%voorschotten te verlagen en het Rijk te doen deelnemen inde z.g. extra-tekorten op de exploitatie van tijdens de oor-logscrisis gebouwde Woningwetwoningen. Hierop is noggeen antwoord ontvangen.Met het Departement is overleg gaande omtrent een her-ziening van de regeling van het onderhoud bij Woningwet-woningen.Sedert het begin van dit jaar zijn opnieuw 10 woning-bouwvereenigingen toegetreden, tengevolge waarvan deWoningraad thans 360 aangesloten corporaties heeft metruim 85.000 woningen.De WoNiNGSTiCHTiNG ,,PATRIMONIUM" te HAARLEMbrengt den secretaris een woord van hulde voor zijn ar-beid en vraagt vervolgens hoe het komt, dat van dewoningbouwvereenigingen van ,,Patrimonium" er zoobetrekkelijk weinig bij den Woningraad zijn aangesloten.Met het oog op het algemeen karakter Van den Raad ishet wel gewenscht, dat de Christelijke bouwvereenigingenlid zijn.De SECRETARIS kan op deze vraag alleen antwoorden datook bij de Christelijke bouwvereenigingen regelmatig pro-paganda wordt gemaakt voor het lidmaatschap van denWoningraad en dat, als het resultaat daarvan niet bevredi-gend is, de oorzaak hiervan niet bij ons ligt. Spreker houdtzich zeer aanbevolen voor alle wenken, die men hem kangeven met betrekking tot corporaties, die voor het lidmaat-schap in aanmerking komen.Nadat nog een enkele inlichting is gevraagd en gegeven,wordt het jaarverslag goedgekeurd.4. Rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar.Van de Commissie tot nagaan van het beheer is berichtingekomen, dat zij de boeken en bescheiden van den pen-ningmeester over het afgeloopen jaar heeft nagegaan enaccoord bevonden. De rekening en verantwoording wordthierop goedgekeurd.5. Ook de begrooting over het loopende jaar wordtzonder discussie goedgekeurd.6. Verkiezing van leden van het bestuur.De VOORZITTER deelt mede dat de periodiek aftredendebestuursleden zich herkiesbaar stellen. Daarnaast is er eenvacature ontstaan, tengevolge van het wegens tijdsgebrekbedanken van prof. Veraart, waarover spreker een enkeleopmerking wil maken. Het is ons gelukt om het aantal cen-trales van woningbouwvereenigingen, hetwelk eerst vierbedroeg, tot twee terug te brengen. Thans bestaat naastonze organisatie nog alleen een R.K. federatie. Het bestuurzal zijn pogingen om ook met deze federatie tot een samen-smelting te komen niet opgeven, al hebben deze pogingentot dusverre niet veel resultaat gehad. In afwachting daarvanstelt het bestuur er prijs op, dat zijn samenstelling een af-spiegeling is van de verschillende stroomingen, die in denWoningraad bestaan en dat ook het R.K. element daarinin voldoende mate vertegenwoordigd blijft. Dit is voor hetbestuur aanleiding om in de plaats van Prof. Veraart voorte stellen den Heer Jos. H. Maenen, R.K. lid van de TweedeKamer en lid van Gedeputeerde Staten van Limburg, waar-van ons bekend is, dat hij een warm voorstander is vanverbetering der volkshuisvesting.Door aangesloten corporaties zijn nog candidaat gesteldde Heeren A. Post te Weert en B. Viaene te 's Gravenhage.Beide heeren verklaren na de uiteenzetting van den voor-zitter evenwel, dat zij zich als candidaat terugtrekken.Hierop worden de aftredende bestuursleden, de HeerenR. Boomsma, R. Dorresteijn en H. Zwang en de Heer Jos.H. Maenen bij enkele candidaatstelling gekozen verklaard.Op een vraag van de BOUWVEREENIGING ,,DELFLAND"te DELFT antwoordt de VOORZITTER geen bepaalde oorzaakte kunnen aanwijzen, waardoor de fusiepogingen met deR.K. organisatie tot dusverre mislukt zijn. Het bestuur blijftin deze richting evenwel diligent, want er is ons veel aangelegen om op ons terrein een eenheid tot stand te brengen.7. Tot leden der commissie tot nagaan van het beheerover 1932 worden benoemd de Bouvirvereeniging ,,EigenHaard" te Amsterdam, de Arbeidersbouwvereeniging,,Bussum" en de Utrechtsche Woningstichting.8. Aan de orde is de nota van het bestuur inzake dehuren van vereenigings- en gemeentewoningen in denhuidigen crisistijd. (Deze nota is in het Julinummer van hettijdschrift opgenomen).De ALGEMEENE COOP. WONINGVEREENIGING te 's GRA-VENHAGE acht het gewenscht de actie voor huurtoeslagenaan werkloozen te voeren in overleg met de vakcentrales.Zou het voorts geen aanbeveling verdienen de regelingzoo te maken, dat de huurtoeslag rechtstreeks aan debouwvereenigingen wordt afgedragen ? Voorts wijst de ver-eeniging op een motie, aangenomen in de ledenverga-dering der Bouwvereeniging ,,Eigen Haard" te Am-sterdam, inzake de credietmoeilijkheden in den woning-bouw, welke werd toegezonden aan de regeering en deleden der Tweede Kamer. Acht het bestuur het organisa-torisch juist dat aangesloten vereenigingen zich aldus, buiten178 KORT VERSLAG LEDENVERGADERING NAT. WONINGRAADde landelijke organisatie om, rechtstreeks tot de regeeringwenden? Ten slotte vraagt de vereeniging of de tijd nogniet is aangebroken voor wederinvoering van de Huur-commissiewet,De ARBEIDERSBOUWVEREENIGING ,.UTRECHT" wijst ernog eens nadrukkelijk op van hoe weinig invloed een even-tueele loondaling in het bouwbedrijf op de huren zou zijn. Devereeniging zou het gewenscht achten, indien de annu'iteitender voorschotten werden verlengd, niet tot 65 jaar, zooalsop een vorige vergadering werd betoogd, maar tot 75 jaar.Wij kunnen er gerust van op aan dat onze woningen hetwel 75 jaar zullen uithouden.De WONINGBOUWVEREENIGING ,,ZUILEN" is erin ge-slaagd ten aanzien van een bepaald complex de huur verlaagdte krijgen van gemiddeld /5.20 tot 74.55. Echter dient erwel op te worden gewezen dat de grondprijs te Utrechtaldus is, dat goedkoope arbeiderswoningen daar praktischniet kunnen worden gebouwd. De vereeniging wijst op deellendige omstandigheden, waarin vele huurders verkeerenen die het hun, al zijn ze nog zoo van goeden wil, onmo-gelijk maken hun financieele verplichtingen ten voile nate komen. Is het niet mogelijk dat vereenigingen, dieover reserves beschikken, deze aanwenden om dergelijkemenschen bij te springen ? Ten slotte merkt de vereenigingop dat, wanneer de overheid volhardt bij haar passievehou-ding, zij dan 00k de exploitatie van de vereenigingswo-ningen maar op zich moet nemen.De ALGEMEENE WONINGBOUWVEREENIGING ,,ARNHEM"wijst op de noodzakelijkheid van verlaging der rente, waar-door de huren kunnen worden verlaagd zonder dat men instrijd komt met het beginsel, dat de huur niet beneden denkostprijs moet gaan en vraagt wat het bestuur heeft gedaanom dit te bereiken. Voorts vraagt de vereeniging welkemaatregelen het bestuur heeft genomen om het gevaar tekeeren, hetwelk een aantal vereenigingen bedreigt, datdoor particuliere instellingen verleende hypothecaire lee-ningen worden opgezegd en alleen gecontinueerd tegenhoogere rente.De ARBEIDERSBOUWVEREENIGING ,,ONS IDEAAL" te
Reacties