WIERINGERMEER-NUMMER_J TLJDSCHRIFT VOOR L[VOLKSHUISVESTINGI-- EN STEDEBOUWEORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGiNGEN^ 14" JAARGANG1933 NE 5 MEIllllilliiiilllilllliH^GEDENKBOEK SAMENGESTELD TER GELE-GENHEID VAN DE TE NTOONSTELLINGGEHOUDEN TE AMSTERDAM BIJ HET 12^2JARIG BESTAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING ENSTEDEBOUWGEiLLUSTREERD MET rb 100 ILLUSTRA-TIES - KAARTEN - GRAPHIEKEN ENZ.GEDRUKT OP ZWAAR KUNSTDRUKEN VOORZIEN VAN 3 KLEUREN OMSLAGPRIJS f 4.80VERKRIJGBAAR IN DENBOEKHANDEL EN BIJN.V. VAN MUNSTER'S UlTGEVERS-MIJ., AMSTERDAMHAARLEMMERWEG B 378 - P08TREKENING174966fl.V. VAN MUNSTER'S UITOEVERS MAATSOHAPPM . HAARUHWMERWEQ B 378 - AMSTERDAM (W.)INLKHTINflENDIAMETANMET GEVAARUraZE VERCSA88ING8MIDDEL TERViRDELaiNe VAN WANDLUIZEN --flEMAKKELMK TOE TE PAS8EN, ABSOLUUTAFDOENDE --6EEN 8PECIALE APPARATEN BENOODiSDVERKRIMBAAR Bid AP0THEKER8 EN DR0QI8TENLI.V.HANDELMAATSCHAPPIJ"NEDIGEPHA"NIEUWE KEIZERSGRACHT 58, A'DAM (C.)TELEFOON 52621 en 52621WANDGEDIERTEHiermede berichten wij U, dat dooronswoningen,gebottweii enschepen gezuiverd worden van wandgedierte, kakkerlakken, enz.Door onze methode van zuiveren wordt aan de woningenniets beschadigd. Verf en behangsel hebben niets te lijden enwij behoeven geen plinten of andere voorwerpen los te maken.Ook behoeven de bewoners tijdens het zuiveren de woningniet te verlaten of bun inboedel te verplaatsen. Onze methodeis EENVOUDIG. GEMAKKEUJK en DOELTREFFEND.In de navolgende plaatsen hebben wij reeds gewerkt: Coevor-den. Delft, Dodewaard, Ede, Enschede, Franeker, Gorinchem,Gouda, Sappemeer, Kethel, Lonneker, Maassluis, Maastricht,Bussum, Naaldwqk, Noordwijkerhout, Nunspeet, Roermond,Rotterdam, Schiedam, Sliedrecht, Tilburg, Vlijmen, Vlissingen,den Helder, Zandvoort, Zwolle, enz.Vraagt prijsopgave en inlichtingen:Fa. LIEVE & Co. (M. WAPENAAR)KORTEDiJK 16 ? VLAARDINGEN - TELEF. 108LAAT UW JAARGANGEN VAN HETTIJDSCHRIFT VOOR VOLKS-HUISVESTING EN STEDEBOUWINBINDENLosse banden verkrijgbaar a fl 1.40 francoper postVerkrOgbaar in den Boekhandel en bijN.V. Van Munster's Uitgevers-Mij. - AmsterdamHaarlemmerweg B 378 -- Postrekening 74966P I WAN QPHAIK lOOD-VEIIIlElieit,!iKtlllUlliDlEiieEI,SiIlill$IIIM^i^.vF. v^^i'M .jVi^n^^irv NASSAUKADE 312-TEL.23435 - A'DAMISOLA-BOUWMET BE8TE EN GOEDKOOP8TE SYSTEEM VOORHET BOUWEN VAN COMPLEXEN VOLKb- ENIHIDDEN8TAND8WONINGEN. - SELF 8UPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAWcttig Gedeponeerd Handela-IWerkUITGEVOERD O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR OEQEMEENTE >8 HERT0GENB08CH - NOG IN UITVOERINGOJL 400 WONINGEN VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAM ^^^^Onderzoek van alle materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 14^ JAARQANO N^. 5 MEI ig33TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINOiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINO EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINOBOUWVEREENIGINOENREDACTIE: H. P. J. BLOBHERS, J. BOM-MER, J. DOUWESJR., MR. D. HUDIG, JHR.M. J. I. DE JONGEVAN ELLEMEET, IR. P.BARKER SCHUT, IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTEMEDEWERKERS: J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKENADRES DER REDACTIEADMINISTRATIEKLOVENIERSBURGWAL 70 - AMSTERDAMPOSTREKENING No. 29080REDACTIE VAN DE RUBRIEK,,UIT DEN KRING DER BOUW-VEREENIGINGEN",,HET NIEUWE HUIS" (KAMER 179)ROELOF HARTPI^IN 4 - AMSTERDAM-- ADVERTENTIES --V. MUNSTER'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM (W.)ABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTINO EN STEDEBOUW(UDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f i.-PRIJS VAN DIT NUMMER .. f 2.50!!^ A?^ D 1 f Mededeeingen - Eenige algemeene beschouwingen over de Wferingermeer doorJ^ ,1)?^'^'^?^^' -- De verkavelmg van de Wferingermeer door Ir. J. F. Lfgtenberg -- De aanlegvan den Wieringermeerpolder door Prof. Ir. M. J. Granpre Moliere - De bebouv^ing in den Wienngermcerpolder door A. D. van Eck - Replanting in den Wieringermeerpolder door Dr. Ir. T. T. PByhouwer - Binnenland - Uit den Kring der Bouwvereenigingen - Buitenland - Overzicht van tijd-schritten -- Boekbesprekmg -- Nieuwe aanwinsten van de bibliotheek -- Rechtspraak -- KantteekeningenOFFICIEELE MEDEDEELINGENNEDERLANDSCH INSTITUUTEXCURSIEZooals reeds in ons Maart-nummer werd mede-gedeeld, ^al onze jaarlijksche excursie dit jaar naarde Wieringermeer plaats vinden; de datum isbepaald op 17 Juni a.s. Aan on^e leden is reedseen nader bericht toegezonden.De Directie der Wieringermeer heeft zich opdoor ons bi2;onder gevs^aardeerde wijze bereid ver-klaard aan de^e excursie haar medevi^erking te ver-leenen, onze leden rond te leiden en hun een indchtte geven in het reeds verrichte, ondernomen envoorbereide werk. Op een kleine tentoonstellingvan kaarten, te bezoeken na afloop van de lunch,zal men dit inzicht kunnen verdiepen. Des na-middags bij de thee zal gelegenheid bestaan in-lichtingen te vragen over hetgeen men heeft gezienen, wanneer daartoe aanleiding is, van gedachtente wisselen.Ten einde de excursie zoo vruchtdragend moge-lijk te maken, is dit nummer gewijd aan de Wie-ringermeer, zoodat onze leden, zooals bij een werkvan zoo grooten omvang en van zoo gedifferen-cieerden aard meer dan ooit gewenscht is, in staatzullen zijn zich door bestudeering vooraf op dehoogte te stellen en aldus van hetgeen zij zullenzien het meeste voordeel te trekken.Ook bij de samenstelling van dit nummer warenwij zoo gelukkig de medewerking te vinden vanhen, die bij de uitvoering van het werk een be-langrijke rol vervulden en vervullen. De redactiegevoelt behoefte daarvoor een woord van bizon-deren dank aan de schrijvers der verschillendeartikelen uit te spreken.Nu het de bedoeling was in een nummer van hetTijdschrift een overzicht te geven van alles, watbij de droogmaking van de Wieringermeer vanstedebouwkundige zijde (in den ruimsten zin deswoords genomen) belangwekkend is, was het niette vermijden dat ten deele moest worden herhaaldhetgeen reeds vroeger over de Wieringermeer ende Zuiderzee in het algemeen in dit tijdschriftwerd gepubliceerd.KATALOGISEERINGS-COMMISSIEHet dagelijksch bestuur heeft een commissieingesteld ten einde na te gaan op welke wijze eengoed stelsel van katalogiseering van werken ophet gebied van stedebouw en volkshuisvesting be-hoort te worden ingericht. De Heeren Dr. C. vanden Berg, Mr. D. Hudig, G. F. E. Kiers, Ir.Th. K. van Lohuizen en Ir. P. Bakker SchutnoOFFICIEELE MEDEDEELINGEN - ARTIKELENverklaarden zich bereid in deze commissie zittingte nemen; de Heer Drs. G. Th. J. Delfgaauwzal als secretaris fungeeren.NATIONALS WONINGRAADJAARVERGADERINGDe a.s. jaarlijksche algemeene vergadering vanden Nationalen Woningraad is vastgesteld op 30Juni en i Juli a.s. te Groningen. De leden ont-vangen dezer dagen den beschrijvingsbrief.EENIGE ALGEMEENE BESCHOUWIN-GEN OVER DE WIERINGERMEERHet geschikt maken van den Wieringermeer-polder, na zijn droogvalling, voor het doel, waarvoorhij aan het water werd onttrokken, geschiedt ineen reeks van handelingen van zeer verschillendestructuur. Eensdeels liggen deze handehngen opwaterbouwkundig en technisch-landbouwkundigterrein, anderdeels zijn zij van sterken sociaal-economischen inslag. AUe handehngen dienen ophet bereiken van een harmonische eenheid te zijngericht, De leiders moeten bezield zijn door hoogeidealen, opdat hun handelwijze niet zal ademen eengeest van materieele koudheid, doch tevens --en zeer zeker thans onder de gegeven verhou-dingen -- hebben zij rekening te houden met heteconomisch mogelijke. De opgave houdt in hetnieuwe Nederland zoo te maken, dat het een waar-dige aanwinst vormt voor het geheel; haar veel-zijdigheid veroorzaakt hier bizondere moeilijk-heden, wijl de mogelijkheid steeds aanwezig blijftdat door de sterk ingrijpendemenschenhanddeaan-trekkelijkheid, gelegen in het van nature gegroeide,geheel of gedeeltelijk teloorgaat. Zij bestrijkthet geheele stedebouwkundig terrein, althanswanneer wij de stedebouwkunde breed bezien enhaar vooral haar socialen inslag niet onthouden.De techniek heeft vormen te geven, opdat het maat-schappelijk leven mogelijk zij, 00k in den geest vanden tijd, waarin de techniek haar werken heeft tevolbrengen. Een eerste vereischte is mitsdien, datde kolonisator vooraf gaat en den technischen ont-werpers nauwomlijnde directieven geeft.De schoonheid van het geheel ligt in de harmo-nische ontwikkeling der verschillende handelingen;zij is van deze handelingen de eerste vrucht enbiedt zich als vanzelf aan. Zoo beschouwd zal hetnog ontbreken op ander gebied van wat eldersreeds van nature groeide, zich minder ongunstigdoen gevoelen.Bij het droogvallen van de Meer werd de polderallereerst verkaveld. Ir. Ligtenberg, hoofdingenieurbij den Dienst van de Zuiderzeewerken zal hieraanNIEUWE LEDENSedert de vorige opgave zijn als lid van denWoningraad toegetreden de Woningbouwver-eeniging ,,Volksbelang" te Alphen a.d. Rijn,Woningbouwstichting ,,Arbeid Adelt" te Assen,Woningstichting ,,Hellendoorn" te Hellendoorn,Woningbouwvereeniging ,,Vooruitgang" te Kam-pen en Vereeniging tot Verbetering der Volks-huisvesting ,,Patrimonium" te Zeist. De Woning-raad telt thans 384 aangesloten corporaties met92.347 woningen.eenige beschouwingen wijden, terwijl, onmiddellijkdaaraan aansluitend, Prof. Granpre Moliere, advi-seur der Wieringermeer-Directie, een bijdrage zalleveren over de kernvorming in de Meer. De leidervan de bouwkundige afdeeling der Wieringermeer-Directie, de heer A. D. van Eck, geeft een overzichtvan de bebouwing en de daarbij getrokken richt-lijnen, terwijl Dr. Ir. Bijhouwer, adviseur voor debeplanting, bereid gevonden werd daaromtrenteenige mededeelingen te doen.Het ligt voor de hand, dat tusschen alien, diehier een taak hadden te vervullen, een nauwesamenwerking diende te bestaan. Hoe deze totstand komt, wordt in deze inleiding nader aange-geven, terwijl voorts eenige beschouwingen volgenomtrent de algemeene richtlijnen.Teneinde te komen tot een overzichtelijk geheelis een en ander ingedeeld in de volgende hoofd-stukken:I. de organisatie van den Dienst;II. eenige denkbeelden omtrent de bevolkings-beweging;III. de ontwikkeling tot i Mei 1933.I. DE ORGANISATIE VAN DEN DIENSTDe zorg voor het waterbouwkundige werk --behalve in de dorpen -- berust bij den Dienst vande Zuiderzeewerken, terwijl al hetgeen zoowelop technisch als op gebied dient te wordenverricht, toevertrouwd is aan den Dienstder Wieringermeer-Directie. Uit den aard derzaak bestaat tusschen de leiders van deze Dienstenomtrent beiden rakende werkzaamheden op water-bouwkundig gebied, voortdurend persoonlijk con-tact. . .De Wieringermeer-Directie bestaat uit drieleden, terwijl de dienst in even zooveel afdeelingenis ingedeeld. Te onderscheiden valt:1?. een landbouwkundige afdeeling, aan welke hetonderzoek der gronden en het nemen vancultuurproeven is opgedragen, en die, op grondvan de verkregen uitkomsten, de algemeeneARTIKELEN111richtlijnen voor het in cultuur brengen van denpolder vaststelt;2?. een cultuurtechnische afdeeling, belast met alleuitvoeringswerkzaamheden aan het in cultuurbrengen verbonden;3?. een sociaal-economische afdeeling, aan welkede zorg voor den verderen opbouw van denpolder is gelaten.Alle werk^amheden, buiten die op waterbouw-kundig gebied, worden dus verricht onder leidingvan een Dienst, waardoor de noodige eenheid isver2;ekerd.De sociaal-economische afdeeling is gesplitst indrie onderafdeelingen:a) de uitgifte der gronden;b) de bouwkundige afdeeling;c) het algemeen bestuur van den polder.Hier mogen over de2;e onderdeelen enkeleprincipieele beschouwingen volgen.a) De uitgifte der grondenWij onderscheiden hierbij de uitgifte van cultuur-gronden, ten dienste van den landbouw, en dievan perceelen voor den woningbouw, meer in hetbizonder gelegen in de dorpen.I. Met de uitgifte vancultuurgrondenis noggeenbegin gemaakt, wijl de tijd daartoe nog niet isaangebroken. Met de definitieve uitgifte kan be-gonnen worden op het tijdstip, waarop de uit tegeven gronden hun normale cultuurwaarde hebbenverkregen. Zoute gronden bereiken deze waardeeerst na eenige jaren, nadat de ontzilting en dedaarmee verband houdende structuur-verbeteringzijn ingetreden, Deze varieeren -- zooals vanzelfspreekt -- voor de verschillende soorten grondin de Meer, zoodat zij voor de eene soort spoedigerintreden dan voor de andere.Het ligt in debedoelingomaanvankelijk complex-en ,,tijdelijk" in tijdpacht uit te geven voor enkelejaren, om daarna de definitieve uitgifte aan de ordete stellen. Omtrent de bij de laatstgenoemde te vol-gen stelsels isnoggeenofficieelebeslissinggenomen,doch verwacht mag worden dat diverse stelselstoepassing zuUen vinden. Naast de wijze van uit-gifte is van zeer groot belang de wijze, waarop deuitgifte praktisch zal worden uitgevoerd; hierspeelt de aard van den grond, alsmede de economicin het stichten van het bedrijf een zeer voornamerol. Als algemeene grondslag geldt het gekozenkaveltype van 20 h.a., dat tal van mogelijkhedenbiedt bij combinatie. Niet uitsluitend economischefactoren bepalen de grootte van een boerenbedrijf,00k sociale doen hun invloed gelden, hetgeenduidelijk spreekt uit de grootte der bedrijven,zooals deze in de oude polders wordt aangetroffen:bij een bepaalde conjunctuur biedt een kleinerbedrijf reeds een levensexistentie, waardoor dedrang van talloos velen, om als zelfstandig onder-nemer op te treden, steeds bizonder groot is,zoodat het vaak voorkomt dat goed ingerichtebedrijven in kleinere uiteenvallen.Met twee elementen is mitsdien rekening tehouden: eenerzijds, dat er vele bedrijven komen,opdat talrijke zelfstandige ondernemers een plaatskunnen vinden, andererzijds dat zij worden ge-sticht van de meest gewenschte bedrijfsgrootte.Aanvankelijk zal het grootere bedrijf ongetwijfeldvoorrang hebben; geleidelijk aan, wanneer deconjunctuur dit toelaat, zal ook het kleinere bedrijfvan zelf komen. Bij de praktische uitvoering dientmet een en ander rekening gehouden te worden.Bovendien zal in verschillende deelen van denpolder de mogelijkheid moeten worden open-gehouden voor het stichten van landarbeiders-plaatsjes.Uitvoeriger beschouwingen over dit onderdeelliggen buiten dit bestek.De bedrijfsgebouwen, die thans in den polderworden aangetroffen, zijn de steunpunten voor hetin cultuur brengen; zij zijn dus geen gewoneboerderijen. Op ieder complex van omstreeks300 h.a. komt een dergelijk bedrijfsgebouw voor.Ineendubbelearbeiderswoning, onmiddellijk nabijde schuur gelegen, woont een bedrijfsleider, diehet toezicht en de leiding der werkzaamhedenheeft op het complex gronden, dat tot een bedrijfs-eenheid is samengevoegd. Dienen deze gebouwendus aanvankelijk voor de ontginning, te zijner tijdkunnen zij worden ingericht tot gewone boerderijen.Dit doel en het feit, dat zij gesticht werden in eenperiode, toen de wegen er nog niet waren en hetverkeer mitsdien zeer moeilijk was, verklaren hunbizondere inrichting en speciale constructie.2. De uitgifte van grond voor den woningbouwkomt momenteel uitsluitend in de ontworpendorpen voor. Zij geschiedt thans aanvankelijk inerfpacht voor den tijd van 60 jaren. Onmiddellijkzij er hier de aandacht op gevestigd dat doordeze aanvankelijke uitgifte in erfpacht niets defini-tiefs is bepaald omtrent blijvende toepassingvan dit stelsel. Ontegenzeggelijk komt te zijnertijdhet verkoopsysteem in aanmerking. Echter kan indeze eerste periode geen ander systeem werdentoegepast, omdat de toestanden in den poldernog niet zijn geconsolideerd. Erfpacht werd dusgekozen uitsluitend om op gang te komen. Immersdit systeem maakte het praktisch mcgelijk departiculiere bebouwing in goede banen te houdendoor vaststelling, op grond van het erfpachts-contract, van de gewenschte bouwvoorschriften.Zoolang voor den publiekrechtelijken status vande Meer de juiste vorm nog niet is bepaald, is eenandere regeling te dezen praktisch niet mogelijk.De bouwverordeningen van de omliggende ge-meenten, bij welkedeMeer tijdelijkwerd ingedeeld.112AETIKELENwaren -- zooals wel vanzelf spreekt -- on-voldoende.Ofschoon wellicht volgens velen -- en mogelijkterecht -- niet de meest ideale regeling, op dezewijze slechts was het praktisch mogelijk aan-vankelijk te voorkomen dat in den polder, juist opdit punt, onverantwoordelijke daden werden ge-steld.Bij de opstelling van de erfpachtsvoorwaardenis zoo goed mogelijk rekening gehouden met debezwaren, die tegen dit systeem kunnen wordenaangevoerd door den hypotheekhouder. Hierbijis een dankbaar gebruik gemaakt van den bestaan-den leidraad, gegeven door de Vereeniging vanNederlandsche Gemeenten. Uit het feit, dat zichtot heden nog geen bezwaren voordeden, moge welafgeleid worden dat de gekozen voorwaardenvoldoen.De eerste uitgifte in erfpacht in ieder dorp ge-schiedde in het openbaar; de canon was vastge-steld, terwijl aan de bieders van de hoogste inkoop-som het perceel werd toegewezen. Naderhandgeschiedde de uitgifte ondershands, en kon iedereenzich in de Meer vestigen.Teneinde een inzicht te geven in de grootte dercanons volgt hier een overzicht:a) voor gewone huizen lo ct. per m^b ) voor winkelhuizen 15 ct. ,, ,,c) voor winkelhuizen met bizon-dere ligging 20 a 25 ct. ,, ,,d) voor industrieterreinen 15 ct. ,, ,,Thans nog een enkel woord over de stichtingvan het dorp.In de eerste plaats wordt het plan vastgesteld;daarna worden de gedeelten bepaald, welke in deeerste en die, welke pas in de volgende periodc totuitvoering kunnen komen. Deze terreinen wordenbouwrijp gemaakt volgens een vast plan. Maardaarmede is de zaak nog niet klaar; 00k dientgezorgd te worden voor het vastleggen van deterreinen, die in de verdere toekomst volgensde bestaande plannen voor bouwterrein noodigkunnen zijn. Het is niet noodig hier verder uit teweiden over de beginselen, die aan deze praktischeuitvoeringsdaden ten grondslag liggen. Voldoendezij hier aan te teekenen dat bij de uitgifte rekenmgwordt gehouden met het eenmaal vastgesteldeuitbreidingsplan. Het is begrijpelijk dat -- als detijd daarvoor rijp is -- deze uitbreidingsplannenop de gewone wijze zullen worden vastgesteld.b) Bouwkundige afdeelingVoor de uitvoering van de verschiUende werkenis ingesteld een bouwkundige afdeeling. Naar hunwezen kunnen deze werken in de volgende groepenverdeeld worden:a) de algemeene werkzaamheden van voorberei-ding;b) waterbouwkundige opbouw van de dorpen;c) het zelfstandig ontwerpen van werken;d) uitvoering der werken;e) beoordeeling van den particulieren bouw;/) de technische leiding van het Bouwbureau,,de Wieringermeer".Waar de leider van deze afdeeling omtrent haareenige mededeelingen zal doen, worden hierslechts eenige algemeene, meer principieele zakenbehandeld.Ofschoon deze afdeeling 00k zelf ontwerpt,ligt het in de bedoeling, om steeds 00k aan particu-liere architecten opdrachten te geven, hetgeentot heden op ruime schaal plaats had. De uitvoeringgeschiedt evenwel steeds door de afdeeling zelf,wijl aldus de eenheid te velde bevorderd wordt.De onderhouds- en beheersdienst staat naast debouwkundige afdeeling, daar de vele beslomme-ringen van een onderhouds- en beheersdienst alte zeer de aandacht van den leider van de hoofdzaakzouden afleiden.Omtrent de instelling van het Bouwbureau,,de Wieringermeer" volgt thans een kleine be-schouwing.Gesteld voor het vraagstuk der volkshuisvestmgoverwoog de Directie aanstonds dat de bevolkingin de eerste jaren hoofdzakelijk uit landarbeiderszou bestaan, aan wie voorloopig woningen diendente worden verhuurd, aangezien niet te verwachtenwas dat de arbeiders reeds onmiddellijk na hunkomst in den polder bereid zouden zijn een woningin eigendom te aanvaarden in een hun onbekendgebied. Evenwel stelt in het algemeen de land-arbeider er prijs op een woning met een stukjegrond in eigendom te ontvangen. Werden echterde woningen van staatswege gebouwd, dan zoudener bij een mogelijken verkoop moeilijkheden rijzen,daar de wet den ondershandschen verkoop vanStaatseigendommen boven / 1500.- niet toelaat,zoodat telkens een afzonderlijke wet zulk eenverkoop zoude moeten mogelijk maken. BlijvendeStaatsexploitatie zoude een beheersobject vanveel zorg voor den Staat doen ontstaan.Stichting van een afzonderlijke woningorgani-satie werd mitsdien overwogen, terwijl tevenswerd nagegaan in hoeverre aansluiting zoudekunnen worden gevonden bij bestaande maat-schappelijke organisaties volgens de Woningwetof de Landarbeiderswet. Spoedig bleek dat aan dedoor de Woningwet gestelde eischen door de op terichten vereeniging bezwaarlijk zoude kunnenworden voldaan, omdat onder meer kwalijk vande randgemeenten, waarbij de Meer voorloopigwerd ingedeeld, gevorderd kon worden garant teblijven voor de Rijksvoorschotten, zooals de Wo-ningwet dit eischt. Evenmin kon terstond al deLandarbeiderswet toepassing vinden in een denlandarbeiders onbekend gebied.Intusschen leidden ter zake gehouden bespre-kingen tot de instelling van een stichting, welkezich ten doel stelt de bevordering van de volks-ARTIKELEN113huisvesting in de Wieringermeer, welk doel zij,volgens artikel 3 der Statuten, tracht te bereikendoor:a. het exploiteeren van de daarvoor in aanmerkingkomende, door de Directie van den Wieringer-meerpolder voor dat doel te harer beschikkingte stellen bouwgronden;b. het bouwen van arbeiderswoningen voor reke-ning en ten behoeve van de bij de stichtingaangesloten stichtingen, vereenigingen en in-stellingen;c. het bouwen en exploiteeren van woningen,voorzoover deze niet onder h. zijn begrepen,voor zoolang niet een krachtens de Woningwettoegelaten woningbouwvereeniging in de Wie-ringermeer werkzaam is;d. het verleenen van administratieven- en tech-nischen bijstand aan de sub b. bedoelde stich-tingen, vereenigingen en instellingen;e. het verrichten van alle handelingen, welkeaan het gestelde doel bevorderlijk kunnen 2;ijn.De benoodigde gelden worden als rentegevendevoorschotten tegen 3 % uit het Zuiderzeefondster beschikking gesteld.Door de Ministers van Waterstaat, Financienen Arbeid waren aangewezen als hun vertegen-woordigers de Heeren: Ir. Alph. Roebroek, lidvan de Directie van den Wieringermeerpolder teAlkmaar, J. Bakker, Referendaris ter GeneraleThesaurie aan het Departement van Financiente 's Gravenhage en Jhr. Ir. G. de Graeff, Inspec-teur van de Volksgezondheid (Volkshuisvesting)te 's Gravenhage, teneinde -- behoudens hungoedkeuring -- het ontwerp der statuten van hetop te richten bouwbureau vast te stellen.De stichtingsakte werd op 14 Januari 1932 ver-leden, waarbij de. stichting ,,Bouwbureau deWieringermeer" in het leven werd geroepen en inwelker omranding genoemde Heeren als eerstebestuurderen werden vermeld.Tot heden werden gesticht 190 arbeiderswonin-gen, 15 middenstandswoningen en een postkantoor.De gemiddelde weekhuur van de 190 gestichtearbeiderswoningen bedraagt / 3.10, terwijl dehuur van een middenstandswoning uiteenlooptvan / 30.- tot / 35.- per maand.Huurders, die geen landarbeiders zijn, betaleneen hoogere huur.Op het gebied der bebouwing werkt de bouw-kundige afdeeling voortdurend samen met denadviseur Prof. Granpre Moliere en wat de beplan-ting betreft met de Directie van het Staatsbosch-beheer en met Dr. Byhouwer, welke laatste zichin het bizonder wijdt aan de beplanting derdorpen.Voorts zij nog vermeld dat de afdeeling periodiekcontact houdt met de zoogenaamde AmbtelijkeCommissie van Advies, waarin--naast den adviseurvan d'en dienst -- zitting hebben verschillendeinspecteurs van de Volksgezondheid, de lector inde bouwkunde aan de Landbouwhoogeschool teWageningen, een inspecteur van de P.T. en T.alsmede de directeur van het Rijksbureau voorDrinkwatervoorziening.c) Algemeen BestuurDe Wieringermeer is voorloopig ingedeeld bijde ornliggende randgemeenten. In verband met hettijdelijk karakter dezer indeeling is moeilijk vande betrokken gemeenten te verwachten dat zijbizondere belangstelling aan den dag zullen leggenvoor een toegevoegde landstreek, die te zijner tijdwederom aan haar zorg zal worden onttrokken,Als algemeene opvatting geldt wel dat -- als detijd daarvoor gekomen zal zijn -- de geheele Meerdoor een gemeente dient te worden bestreken, bijvoorkeur door een zelfstandige, alsdan nieuw opte richten gemeente. Het is wel duidelijk dat nietonmiddellijk na de droogvalling van de Meer, deoprichting van een gemeente volgens ons geldendstaatsrecht plaats kon hebben, daar het niet moge-lijk was terstond te komen tot de, instelling van denoodige bestuursorganen. Maar 00k thans -- nu detoestanden in de Meer nog nietvoldoendegeconso-lideerd zijn -- kan deze oprichting nog niet ge-schieden,Deze staatsrechtelijke kwestie heeft veler belang-stelling gaande gemaakt. Het uitgangspunt vanbijna alien, die zich met deze materie bezig hielden,was artikel 194 der Grondwet, dat het in het levenroepen van lichamen mogelijk maakt met verorde-nende bevoegdheid. Zoo adviseerde de Commissie-Vissering tot de instelling van een openbaarcultuurlichaam, waaraan de behartiging zoowelvan de cultuurbelangen als van eenige algemeenebelangen zoude kunnen worden toevertrouwd,een en ander met behoud der indeeling bij hetrandgebied. Ook het advies van den Zuiderzeeraadging in deze richting; het gaf echter nog uitbreidingaan de bevoegdheden van het openbaar lichaam,doch sloot de indeeling bij het randgebied uit.Een commissie, ingesteld door het Ned. Instituutvoor Volkshuisvesting en Stedebouw en doorde Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten,wenschte scheiding tusschen publiekrechtelijk enprivaatrechtelijk beheer; zij beval de instelling aanvan een openbaar lichaam, welks taak geleidelijkaan kon worden uitgebreid, met behoud van deindeeling bij de randgemeenten.Meer uitvoerige gegevens hieromtrent zijn tevinden bij de gewisselde stukken tusschen Regee-ring en Volksvertegenwoordiging bij de behandelingvan de begrooting van het Zuiderzeefonds voor1933. De Regeering heeft intusschen het standpuntingenomen, dat er scheiding dient te zijn tusschenhet publiekrechtelijk en privaatrechtelijk beheer114ARTIKELENder ontgonnen gronden, zoodat binnen afzienbarentijd verwacht kan worden een wetsvoorstel, datop dit beginsel gefundeerd is. Intusschen evenwelbleef de toestand, zooals deze was bij de droog-valling, behouden. De Directie stond mitsdienvoor het moeilijke probleem om tal van tijdelijkemaatregelen te nemen op algemeenmaatschappelijken sociaal gebied. Dit klemde te meer, toen gelei-delijk steeds duidelijker bleek dat het in cultuurbrengen in sneller tempo verliep dan aanvankelijkwerd verondersteld, zoodat ook spoediger dan ooitwerd vermoed, het vraagstuk der dorpsvormingaan de orde was. Deze kwestie heeft ongetwijfeld,alleen al zuiver technisch bezien, vele zijden, dochbovendien rezen in dit geval nog moeiHjkheden,verbonden aan de verzorging van het weldra teverwachten jonge maatschappelijk leven; zij dedenzich vooral gevoelen bij het ontbreken eenerpubhekrechtehjke organisatie, die in deze richtingleiding diende te geven. De moeiHjkheden werdengelukkig zoo goed mogeUjk overwonnen.Volgen wij een en ander op den voet.De dienst der P.T. en T. was terstond in denpolder aanwezig en legde de eerste schakel met hetoude land: deze vestiging bevorderde de koloni-satie in sterke mate.In een bijeenkomst met verschillende kerkge-nootschappen werd de kwestie der godsdienstigeverzorging besproken en in verband daarmedewerden geschikte plaatsen in de kernen gereser-veerd voor kerkgebouwen. De gronden zouden inerfpacht aan deze genootschappen worden gegeven,met dien verstande evenwel, dat zij, wanneer detoestanden geconsolideerd zouden zijn, in eigendomkonden worden verkregen. Aanvankelijk werdeneenige nood-kerken gesticht, terwijl eenvoudigemiddenstandswoningen ter beschikking werdengesteld van de bedienaren van den godsdienst, diezich in den polder vestigden.Voor de volksgezondheid diende gezorgd. Deervaringen, bij vroegere inpolderingen opgedaan,maanden tot voorzichtigheid. Ingesteld werd eenCommissie voor de Volksgezondheid, die tal vannuttige maatregelen nam, en eveneens bevorderdedat een arts zich in den polder vestigde.Bij de naderende komst van de kolonisten groeidede behoefte aan onderwijs: een bijna onoplosbarekwestie. De stichting van een openbare gemeente-school kon zeker niet spoedig verwacht worden inverband met de tijdelijke indeeling van het grond-gebied bij de randgemeenten; de oprichting van eengewone bizondere school was praktisch on-mogelijk.Wat nu ? De overheid--in deze vertegenwoordigddoor de Directie van de Wieringermeer -- werktesamen met de voorstanders van het confessioneelebizondere onderwijs, en zoo kwam tot stand destichting ,,de Wieringermeerscholen", in wierbestuur alle oprichters of hun vertegenwoordigerszitting hebben. Deze stichting heeft thans reedstwee scholen in de Meer.Deze organisatie is -- het zij nadrukkelijk opge-merkt -- slechts een nood-oplossing, die in geenenkel opzicht wil prejudicieeren op de toekomst.Op I Mei 1933 volgden te Slootdorp 140, teMiddenmeer 151 kinderen het onderwijs.Meerdere aangelegenheden vorderden de aan-dacht; hier worden slechts genoemd: verkeers-wezen, electriciteit, waterleiding, rioleering, brand-weer, politic, vuilophaaldienst, etc. Vele hande-lingen dienden te worden gesteld, om in al dezebehoeften te voorzien. Het geheel van deze be-moeiingen werd ondergebracht in een afdeeling:,,Algemeen bestuur". Als secretaris dezer afdeelingtrad op de heer P. Chr. J. Peters, burgemeester vanMedemblik. Door deze aanstelling werd een nauwesamenwerking verkregen met den burgemeestervan de randgemeente, waarin Slootdorp en Mid-denmeer gelegen zijn. Heeft de secretaris in ditgeval bizonder de verzorging van de belangen inden polder, in den binnendienst werd een en andertoevertrouwd aan onzen rechtskundigen mede-werker Mr. A. F. Kamp, commies ter Directie.In Juni wordt de zetel dezer afdeeling naar denpolder verplaatst.Intusschen was het doelmatig gebleken ook debevolking van den polder, vooral op dit terrein,in de zaken van de Meer te betrekken, niet alleenopdat zij op de hoogte komen van de verschillendebelangen, die op behartiging. wachten, maar ookom belangstelling te wekken voor wat in de naasteomgeving tot stand komt. Daartoe werd ingesteldeen dorpscommissie, die -- ook ongevraagd -- aande Directie adviezen uitbrengt. Haar leden werdengekozen uit de voordrachten der diverse vereeni-gingen van landbouwers en arbeiders in den polder,op grond waarvan zij meer een sociaal, dan eenpolitiek georienteerde instelling werd. Als voorzitteartrad op de secretaris der afdeeling, die daartoe --bizonder door het feit, dat hij tevens burgemeestervan een omliggende gemeente is -- het meestaangewezen was.Naast de dorpscommissie is een landbouwhuis-houdleerares, Mej. H. Olsder, belast met het maat-schappelijk werk. Voor dit werk is een afzonderlijkgebouw aanwezig, waarin niet alleen bijeenkomstenkunnen worden gehouden, maar ook cursussenop het gebied van huishoudkunde, etc. Dezelandbouwhuishoudkundige heeft alle thans in deMeer gevestigde landarbeidersgezinnen in deplaats, waarvandaan zij kwamen, bezocht en blijftin voortdurend contact met deze gezinnen.Uit het bovenstaande moge duidelijk blijkenARTIKELEN"5het streven om eenheid te bewaren en alle krachtente verzamelen tot de noodige samenwerking.Ofschoon de organisatorische vorm ongetwijfeldzijn feilen toont, vooral door het ontbreken dergewenschte publiekrechtelijke organisatie, is vaneen en ander in de praktijk nog niet veel hinderondervonden, doch dit kan nog komen.II. EENIGE DENKBEELDEN OMTRENT DE BEVOLKINGS-BEWEGINGBij het nemen van tal van maatregelen is eeniginzicht in de vermoedelijke bevolkingsbewegingvan groot belang. Daarnaast moet men sich eendenkbeeld vormen omtrent de verspreiding vandeze bevolking over den polder.Vooreerst eenige cijfers over de bevolkingsdicht-heid in het Rijk en de Provincien. Deze be-droeg per k.m.^ op i Januari 1932:voor het Rijk 247.5voor Noord Brabant 182.8voor Gelderland 167.8voor Zuid Holland 680.3voor Noord Holland 560.9voor Zeeland 138.8voor Utrecht 305.-voor Friesland 124.3voor Overijssel 156.9voor Groningen 172.3voor Drenthe 84.7voor Limburg 258.8Deze cijfers hebben betrekking zoowel opdestedelijke als plattelandsche bevolking; toch zeggende gegevens uit de landbouwprovincien lets, wijlzij zekere maximum-grenzen trekken, waarbovende Wieringermeerbevolking wel niet zaluitgaan.Daarnaast zijn de volgende cijfers te leggenvan een zeer oude polderstreek in West-Noord-Brabant, gelegen in een landbouwgebied, waar-mee dat van den Wieringermeerpolder straks zeerveel gelijkenis zal vertoonen.WillemstadKlundertFijnaartDinteloordStanddaarbuiten108.9130.3107.679.8135-9Hooge en Lage Zwaluwe 141.4 tHieruit ressorteert een gemiddelde van 117.3.Thans nog enkele getallen over eenige afzonder-lijke gemeenten in Noord Holland, waarvan enkelein de onmiddellijke nabijheid van de Wieringer-meer;Anna Paulowna 110.8 (92.3)Beemster 72.3 (73.4)Winkel 93.2 (87.9)Abbekerk 98.9 (95-9)Barsingerhorn 106.8 (88.7)Wieringerwaard 65.2 (61.4)Wij hebben hier tusschen haakjes de cijfersvermeld van 1 Januari 1929, waaruit blijkt dater in de laatste jaren in de gemeenten, grenzendaan de Wieringermeer, eenige toeneming vanbevolking is waar te nemen. Waar waarschijnlijkin de naaste toekomst bij het verder voortschrijdenvan het in cultuur brengen van de Wieringermeerwederom een afneming zal zijn waar te nemen,wil het ons voorkomen dat onze beschouwingengegrondvest dienen te zijn op de cijfers van 1929.Geen enkele van deze gemeenten komt boven hetcijfer 100. Wanneer wij mitsdien de bevolkings-dichtheid van de Wieringermeer stellen op 100,dan wil het ons voorkomen dat wij ongetwijfeldaan den veiligen kant zijn, indien dit cijfer genomenwordt als uitgangspunt voor de te nemen maat-regelen op stedebouwkundig terrein. Dit cijfer isZeker hoog, en zal eerst na een lange reeks vanjaren bereikt kunnen worden. Het landbouwgebiedvan de Wieringermeer leent zich in sterke matevoor mechanisatie, op grond waarvan men nietal te optimistisch moet staan tegenover een tebereiken groote bevolkingsdichtheid. Intusschenmag het niet uitgesloten geacht worden -- in ver-band met de geschiktheid van den bodem van eengedeelte van de Meer voor tuinbouw -- dat hetcijfer 100 toch wel zal worden bereikt, althanswanneer de conjunctuur de mogelijkheid tot uit-breiding van den tuinbouw zou brengen. Eveneensdient er rekening mee gehouden te worden dat deWieringermeer te zijner tijd een aantrekkelijkewoongelegenheid zal bieden voor alien, die prijsstellen op een gezonde woonplaats, rijk aan polder-schoon. De kans op een nieuwe orienteering in datgedeelte van' de provincie is daarbij niet uitgesloten.Op grond van deze redeneering zouden wij komentot een totale bevolking over den polder van 20.000zielen. De vraag doet zich nu voor hoe deze bevol-king zal zijn samengesteld. Een ruwe schattingdoet vermoeden dat omstreeks 2000 gezinnen in delandbouwbedrijven zullen werkzaam zijn, metdaarnaast omstreeks 500 gezinnen in de verschil-lende verzorgende standen en beroepen. Deze2500 gezinnen, die omstreeks 12.000 zielen leveren,zijn zeker te verwachten, omdat zij bij het productie-proces betrokken zijn. Daarnaast komen nogper-sonen, van wie men het beroep niet zoo precicskan aangeven, van wie sommjgen wellicht geenberoep hebben, een categoric, die op de dorpetiZeer groot is.ii6 ARTIKELENl2QOu;3oi^EvouziNq m DEN wm\mzQM?aipoij5tTi.Wij zien de zaken zoo, dat aanvankelijk de groeider bevolking snel zal stijgen, wanneer de conjunc-tuur althans meewerkt, tot lo a 12.000 zielen;daarna zal de toeneming zeer langzaam zijn.De vraag is thans nog te beantwoorden: hoe zaldeze bevolking over den polder verspreid zijn.Het bestek van dit artikel laat niet toe uitvoerigebeschouwingen aan dit zeer interessante vraag-stuk te wijden. Uitgegaan is van het standpunt,dat meerderen -- en vooral de arbeiders -- zichbij voorkeur in de ontworpen kernen zuUen vestigen,wijl zij vandaaruit een grooter werkgebied kunnenbestrijken, en ook omdat de maatschappelijkeverzorging in de kernen beter kan zijn dan inkleine buurtschappen. Wij kunnen wel aannemendat 60 % der bevolking in de kernen zal komen tewonen. Het streven is slechts enkele kernen testichten, doch deze dan ook zoo goed mogelijkin te richten. De hoofdkern zal bij ,,de Terp"gevestigd worden. (De onderlinge afstand van dekernen had iets grooter gekund.) Op deze wijzewordt ook een orienteering op. den polder zelfin de hand gewerkt. De invloed van deze doel-bewuste handeling is reeds thans te merken.III. DE ONTWIKKELING TOT ] MEi 1933a. Bevolkingstoename(vaste bewoners)I Mei 1933Gezinnen 258Mannen 699Vrouwen 564Totaal inwoners 1263Waarvan inwonend J04ARTIKELEN117b, GebouwenIn de dorpen31 DEC. 1930 31 DEC. 1931 31 DEC. 1932 I MEI 1933 (RESUME)AANBE- IN AFWER- GE- AANBE- IN AFWER- GE- AANBE- IN AFWER- GE- AANBE- IN AFWER- GE-STEED KING REED STEED KING REED STKED KING REED STEED KING REED-- -- -- -- -- 2oarbwon.-- -- 20 arb.won.-- -- 20 arb.won.5 midd.w. -- -- -- 5 midd.w. -- -- 5 midd.w.50 arb.w. -- -- -- 50 arb.w. -- -- 50 arb.w.10 midd.w. -- -- -- 6 midd.w. 4 midd.w. -- --, 10 midd.w.120 arb.w. -- -- -- 96 arb.w. 24 arb.w. -- _ 120 arb.w.I postk. I postk.27 arb.won.--I postk.Buiten de dorpen2 schuren -- -- -- -- 2schu-ren-- -- 3 schu-ren-- -- 2 schu-ren-- -- -- -- -- 8 ,. -- -- 8 ,, -- 8 ?-- -- -- 10 schuren -- -- -- 10 ,, 10 ,,~ ~14 dubb.won.-- -- -- -- 14 dubb.won..-- -- 14 dubb.won.~33 schuren -- -- -- 33 schu-ren-- -- -- 33 schuren36 dubb.won.[3 boer-derijen2 dubb.won.36 dubb.won.-- -- 13 boer-derijen2 dubb.won.36 dubb.won.c.TVDocnnMA vANDEWTBi/ZAAnnnDEN iNBtN ^roiham^McropoLDni.YmlZENTDAhDWEBlZCNWiCGiNqtaMCtuDyl!oMciNqDyt. ,LtLy'OMCINQDVH .LCCMANi'IcitDOCIWCNnanft)HANM.t.N CN TfXMjtNOANDxnt-ilbLciiziiNTnnpDDOOCjMALrlNoLrjizcN .M DEM poLDCUOpCUIMCN IfANALnN IQI^t^CMKAVCL CM w:q3l.CD[tN qBWCNiN(;aLTaoB CjCtNqCNKiNAAUVOOQZICNINCitNBOCQDtByCN{3UXJ|lX)fipVLUDpCLIDMIDDtNMCmliCBtolDoaMCXnoolmoaw-DtplANJINC]oLooIboUpMIDDrNMCLQ18 34 ib7B^k,Ua t i5A 56 75 9^a^^a-^ a 5^ J6 ?& QhUiaU a 3^ 56 7 8 QHIiliTOTTj i 34 5fe7SOioJJJi193QM 3^ 56 ysqtoJiJid. Eenige merkwaardige data27 Juli 1929 Wieringermeerdijk gereed.10 Febr. 1930 Lely en Leemans in werkinggesteld.7 Mei 1930 Directie van den Wieringermeer-polder benoemd.21 Aug. 1930 De Wieringermeer is droog.I Sept. 1930 Eerste arbeiderskamp bij De Hau-kes bevolkt.7 Sept. 1930 Eerste kookaad ge2;aaid.inARTIKELEN21 Oct.I Dec.193019308 Dec. 19306 Febr. 19316 Mei 193116 Juni 1931I Aug. 19315 Sept. 193119 Oct. 1931I Nov.16 Jan.9 Febr.1931193219322 April 193230 April 1932I Mei 193210 Mei 193235 Mei 19329 Juni 193215 Juni 193212 Juli 193221 Juli 193216 Aug. 193231 Aug. 193237 Aug. 193231 Aug. 1932I Sept.3 Sept.193219323 Oct. 1932Eerste rogge gezaaid.Opening eerste poststation,,Wieringermeer".Aanbesteding eerste twee openschuren.Aanbesteding eerste 10 dubbelearbeiderswoningen bij Sluis I.Aanbesteding eerste straatwegenin den polder.Eerste schuur te De Haukesgereed.Opening P.T.T. kantoor etSluis I.Eerste der 10 dubbele woningente Sluis I betrokken.Eerste vertegenwoordiger der po-litie in den polder.Opening hulpschool te Slootdorp.Opening poststation Sluis III.Inschrijving uitgifte gronden inerfpacht in Sluis I en III.Eerste steenlegging GereforrneerdRecreatiegebouw door oud-minister Colijn.Electriciteitsvoorziening gereed-gekomen.Dokter Hoogkamer vestigt zichin Slootdorp.De polder wordt vrijgegeven voorauto's.1. Bezoek H.K.H. Prinses Juliana.2. Steenlegging Ned. Herv. Kerkte Slootdorp.3. Openstelling waterleidingSlootdorp.Eerste openbare verkooping vangrasgewas en hooi.Steenlegging eerste particuliereonderneming Slootdorp.Inzegening R.K. Kerk te Sloot-dorp.Ingebruikneming GereforrneerdRecreatiegebouw Slootdorp.Opening algemeene school teSlootdorp, met vier leerkrachtenen 138 leerlingen.Viering van den tweeden verjaar-dag van den polder. Aantal vasteinwoners op i Aug. 1932: 371Nederlandsch Hervormde Kerkte Slootdorp in gebruik genomen.In het gymnastiekgebouw teSlootdorp eerste ouderavond ge-houden.De Dorpscommissie ingesteld.Passeeren der eerste erfpachtsaktevoor uitgifte van bouwgrond inde Meer.Telegraaf- en Telefoonstation inMiddenmeer in dienst gesteld.4 Oct. 19328 Oct. 193218 Oct. 193219 Oct. 193212 Nov. 193216 Nov. 193220 Mrt. 193325 Mrt. 193325 Mrt. 193315 April 193322 April 1933I Mei 1933Hulpschool te Middenmeer ge-opend met twee leerkrachten en27 leerlingen.Bakkerij te Middenmeer geopend.Eerste vergadering der Dorps-commissie gehouden te Slootdorp.Tijdelijke autobusdienst ge-opend Kolhorn - Middenmeer -Slootdorp - Wieringerwerf, v.v.Minister Reymer bezoekt deschool te Slootdorp.Tijdelijke autobusdienst ge-opend Wieringen - Slootdorp v.v.Eerste definitieve autobusdienst.Bijeenkomst vereeniging voorLandbouwhuishoudonderwijs.Inzegening R.K. Kerk in Mid-denmeer.P.T.T. kantoor te Middenmeerin gebruik genomen.Boomplantdag. Minister Reymerplant den eersten boom.1263 vaste bewoners in den poldergevestigd.Alkmaar, Mei 1933 ALPH. ROEBROEKDE VERKAVELING VAN DE WIE-RINGERMEERBij de verkaveling van een polder gelden eenaantal technische eischen, welke in hoofdzaak om-vatten:de regehng van den waterstaatkundigen toestandbinnen den polder;de regeling van het verkeer zoowel te land als tewater binnen den polder;het scheppen van gunstige voorwaarden voor hetlandbouwkundig gebruik der gronden.Bij de verkaveling van de Wieringermeer is, watdezepuntenbetreft, in hoofdzaak uitgegaan van hetadvies der z.g. Commissie-Lovink, welke in 1924haar verslag uitbracht.De conclusies dezer Commissie, wat de verkave-Hng betreft, kunnen als volgt kort worden weer-gegeven,a. Het polderpeil, dat zooveel mogelijk dient teworden gehandhaafd, is te stellen op ten minste1.40 m. beneden het land.b. De polder dient te worden verdeeld in kavelsvan omstreeks 20 h.a. oppervlak, waarvan alsmeest doelmatige lengte- en breedteafmetingen800 m. en 250 m. worden aangegeven.c. Deze kavels dienen met hun korte zijdengelegen te zijn eenerzijds langs een verkeersweg,andererzijds langs een tocht, terwijl zij door kavel-slooten ter diepte van 1.40 m. beneden het maai-veld van elkaar gescheiden zijn.d. Tusschen de genoemde verkeerswegen wordtABTIKELEN119geacht in het algemeen voldoende verbinding tekunnen worden verkregen door wegen, welkelangs de grenzen der polderafdeelingen wordengelegd. Deze ligging heeft het voordeel, dat indergelijke verbindingswegen geen bruggen zullenvoorkomen.e. Het doorgaand verkeer in den polder zalmede zooveel mogelijk langs deze verbindingswegenzijn te leiden.f. De tochten, waaraan de kavels zijn gelegen,kunnen, bonder dat andere verbindingen hier-tusschen noodig worden geacht, uitmonden in hethoofdkanaal van elke afdeeling, door welk hoofd-kanaal het water naar de bemalingswerktuigenwordt geleid.g. Deze hoofdkanalen vormen mede de voor-naamste scheepvaartwegen van den polder, metwelke bestemming bij het vaststellen hunner af-metingen rekening dient te worden gehouden.Ter toelichting der wijze, waarop de?e beginse-len in het verkavelingsplan zijn toegepast, kanomtrent dit plan het volgende worden opgemerkt.A. DE WATERSTAATKUNDIGE WERKENDE ALGEMEENE INDEELING VAN DEN POLDERDe^e indeeling werd in de eerste plaats beheerschtdoor de hoogteligging van den zeebodem in ver-band met de van landbouwkundige zijde gesteldevoorwaarde, dat de polderwaterstand zoodanigzou worden bepaald, dat het peil in alle deelenvan den polder ten minste 1.40 m. beneden hetmaaiveld zou worden gehouden. Wanneer aandezen eisch voor de diepste gedeelten van denpolder wordt voldaan, zouden bij het aanhoudenvan een zelfde peil voor den geheelen polder, dekanalen in de minder diep gelegen gedeelten vanden polder een zeer diepe insnijding in het terreinmoeten verkrijgen, hetgeen zoowel wegens hetomvangrijk grondverzet, dat hiervan een gevolgzou zijn, als wegens de ongewenscht diepe liggingvan het polderwater in de hooger gelegen polder-gedeelten, ondoelmatig werd geacht.Om deze reden werd aan een onderverdeelingvan den polder in afdeelingen de voorkeur gegeven,binnen elk waarvan terreinen van zooveel mogelijkovereenkomstige hoogteligging zouden wordenvereenigd en welke elk tot een eigen peil zoudenworden bemalen.Het bleek mogelijk een onderverdeeling in vierpolderafdeelingen tot stand te brengen, waarbijelk tot een afdeeling samen te voegen deel van denpolder een zoodanige hoogteligging heeft, dat bijde hierbinnen te maken werken de genoemde be-zwaren als ondervangen mogen worden beschouwd.Deze afdeehngen zijn in het verkavelingsplanals Iste, Hde, Hide en IVde polderafdeeling aan-gegeven. Zij hebben respectievelijk een opper-vlak van omstreeks 2950 h.a., 5880 h.a., 7090 h.a.. en van 3490 h.a., terwijl de peilen, tot welke zijvoorshands zullen worden bemalen, zijn vastgesteldten opzichte van N.A.P. op resp. 4.60 m.-, 5.30 m.-,6.00 m. - en 6.70 m. -.De bepaling dezer peilen is zoodanig geschied,dat, indien de khnk van den bodem in den aanvang0.30 m. zou bedragen, nog aan de voorwaardewordt voldaan, dat het diepste deel eener afdeelingten minste 1.40 m. boven het polderpeil ligt.Bij de uitvoering van alle werken is inmiddelsmet de mogehjkheid eener veel grootere inklinkingvan den bodem rekening gehouden en wel op zoo-danige wijze, dat een peilsverlaging tot 0.70 m.beneden de aangegeven peilen mogelijk zal zijn,zonder dat wijziging behoeft te worden gebrachtin de uitgevoerde kunstwerken, of dat ter verdie-ping van watergangen bereids gemaakte werkenzullen moeten worden gewijzigd.In totaal is dus met de mogelijkheid rekeninggehouden dat de inklinking van den bodem i m.zal kunnen bedragen.DE HOOFDKANALENElk der polderafdeelingen verkrijgt een hoofd-kanaal, dat het water van het door de afdeelinggelegd net van watergangen opneemt en naar debemalingsinrichtingen leidt. Om aan de voor hetscheepvaartverkeer in den polder gestelde voorwaar-den te beantwoorden, dienden deze hoofdkanalenzoodanig ruime afmetingen te verkrijgen, dat zij opzijn minst voor schepen tot 100 t. en motorbootentot 40 t. bevaarbaar zullen zijn. De met het oog opde scheepvaart noodige kanaalprofielen bieden nuvoor den waterafvoer een zoodanige ruimte aan,dat de van elk der polderafdeelingen uit te malenwaterhoeveelheden door de hoofdkanalen zullenworden kunnen afgevoerd met een snelheid, welkein geen geval meer dan 0.20 m. per seconde zalbedragen, en waarmede een uiterst gering verhanggepaard zal gaan.DE BEMALINGDe bemalingscapaciteit is zoodanig bepaald, datstijgingen van het polderpeil in het algemeen totminder dan 0.20 m. zullen kunnen worden be-perkt. Deze capaciteit houdt rekening met de af-vloeiing tengevolge van den regenval van een schijfwater ter hoogte van 8 m.m. per etmaal gerekendover het polderoppervlak, welke hoeveelheid werdverhoogd met de kwel, welke op grond der daarom-trent gemaakte berekeningen voor elk polderge-deelte mag worden verwacht.De beide pompen van het nabij Den Oevergesticht Dieselgemaal de ,,Leemans", welke dehoofdkanalen van de Iste en van de Hide polderaf-deeling bemalen, hebben elk een normale opbrengstvan 250 m''. per minuut. De drie pompen van hetelectrisch gemaal de ,,Lely" nabij Medemblik120ARTIKBLENhebben elk een normale opbrengst van 400 m^.per minuut, voor de bemaling van de hoofdkanalenvan de Ilde, Hide en IVde polderafdeeling. Detotale bemalingscapaciteit bedraagt derhalve rond1900 m^. per minuut.DE KWELZONEAangezien in de langs den dijk Wieringen-Medemblik gelegen strook van den polder een vrijbelangrijke kwel van water met -- althans aanvan-kelijk -- hoog zoutgehalte wordt verwacht, is voordit gedeelte van den polder een afzonderlijke af-watering ontworpen, waardoor zal worden bereiktdat het zoute kwelwater naar het gernaal wordtgevoerd zonder dat het zich met het overige polder-water vermengt.De kwelzone, welke aldus een afzonderlijke af-watering verkrijgt, is ontworpen ter breedte vanongeveer 2 k.m.; het kanaal, dat het kwelwaterafvoert, vormt tevens de binnenste grens der kwel-zone.DE TOCHTEN EN KAVELSLOOTENVoor de ligging der hoofdkanalen en van enkeleter wille van de scheepvaartverbindingen met gelijkprofiel doorgetrokken tochten mag naar het planworden verwezen. Hiernevens zal de polder slechtseen stelsel van kanalen bevatten, en wel de tochten,welke in het algemeen loodrecht op de hoofdkanalenzijn ontworpen en waarin de kavelslooten het vanhet terrein afvloeiende water brengen. Op de moge-lijkheid om, behoudens met de hoofdkanalen,slechts met deze tochten, zoowel in den wateraf-voer als in de locale scheepvaart, te voorzien, werddoordeCommissie-Lovinkinhaar rapport gewezen,welke oplossing vooral werd aanbevolen wegens dendaarmede verkregen zuinigen aanleg der binnende bedijkingen uit te voeren werken. Reeds is op-gemerkt dat ook bij dit stelsel alle perceelenvande hoofdkanalen uit langs de tochten voor kleinerevaartuigen bereikbaar zijn.De grootere spiegelbreedte, welke de water-gangen in verband met de eischen van toegankelijk-heid voor de scheepvaart hebben verkregen, is ookvoor de afwatering in het algemeen van belang,omdat daardoor de waterberging in den polderwordt vergroot. De grootere waterberging tochkan benut worden voor het opnemen, zoowel vanden waterlast gedurende den korten tijd, dat bijhet optreden van waterbezwaar het gemaal nogniet in werking is gesteld, als van een kortstondigabnormaal groot waterbezwaar.De waterberging van den polder, waaronder hierverstaan wordt het gezamenlijk wateroppervlakder kanalen en slooten op polderpeil, bedraagtvolgens het thans uitgevoerd plan omstreek 1/55deel van het totaal polderoppervlak.B. HET VERKEERHET VERKEER TE WATERHet verkeer zal een gewichjige rol spelen bij eengoede en snelle ontwikkeling van de nieuwe land-streken, en de eischen, welke het verkeer zal stellen,zoomede de voorzieningen, welke in verband daar-mede moeten worden getroffen, verdienen dus eenernstige overweging.Verdient dus reeds uit dien hoofde een goedeverzorging van het net van scheepvaartwegen bijden aanleg der nieuwe polders alle aanbeveling,te meer is dit het geval, waar ter voorziening in deeischen der ontwatering een net van ruime water-gangen in den polder aanwezig moet zijn, waardoorde kosten der voorziening in de scheepvaartbe-langen zeer worden beperkt.Voor een goede ontwikkeling van het scheep-vaartverkeer is nu zoowel aansluiting aan de in denabijheid van den polder aanwezige scheepvaart-wegen als vorming van een doelmatig net van be-vaarbare waterwegen in den polder zelf noodig.Aan de Oostzijde zal de Wieringermeerpolderin de toekomst grenzen aan het IJsselmeer, dat toe-gankelijk zal zijn voor 2000 t. schepen, welke in dehavens van Medemblik en bij Den Oever ligplaatszullen kunnen vinden, terwijl het in de bedoelingligt, ook ongeveer te halver lengte tusschen dieplaatsen een haventje, dat bij den aanleg van dendijk Wieringen-Medemblik werd vereischt voorden aanvoer van materialen enz., in stand tehouden.Ten Noordwesten van den polder zal het boezem-meer zijn gelegen, dat door de schutsluis aan DeKooi en langs het afwaterings- en scheepvaart-kanaal Van Ewijckssluis-Oostoever toegankelijkzal zijn voor van het Noord Hollandsch kanaal ko-mende 600 t. schepen, welke langs het zuidelijkedeel van het afwateringskanaal tot Kolhorn zullenkunnen doorvaren. Komen de Westfriesche kanaal-plannen, welke in een vergevorderd stadium vanvoorbereiding verkeeren, tot uitvoering, dan zullenbovendien vaarwaters voor 200 a 300 t. zeil- ensleepschepen en voor 80 t. motorbooten gevormdworden van Medemblik naar Hoorn en van Kol-horn naar Oudkarspel en Alkmaar, zoomede eenmarktvaartkanaal voor 100 t. schepen en 40 t.motorbooten van Kolhorn naar Schagen.In verband met het voorgaande zijn Medemblik,Kolhorn, De Haukes (Boezemmeer) en Den Oeverte beschouwen als de belangrijkste aansluitings-punten van het scheepvaartverkeer in en buitenden polder.Op deze punten liggen danookdetoegangssluizentot den polder, waardoor het verkeer met schepen,welke de polderkanalen kunnen bevaren tusschenden polder en het daarbuiten gelegen gebied, moge-lijk wordt gemaakt. Immers het verkeer per schipzal in het algemeen gericht zijn op buiten denpolder gelegen bestemmingen, zoodat toegankelijk-AKTIKELEN121heid van den polder uit verschillende richtingenaan dit verkeer in hooge mate bevorderlijk zal zijn.Voor zoover voor scheepsverkeer van den poldereen grooter scheepstype wordt gebe^igd dan totden polder kan worden toegelaten, bestaat moge-lijkheid van overlading in de havens te Medemblik,Kolhorn, De Haukes en Den Oever.Wat nu de aan de kanalen gestelde normenbetreft, zoo is in de eerste plaats voor de verbindingtusschen Kolhorn en Medemblik, met een zijtaknaar het poldercentrum op een 200 a 300 t. scheeps-type (motorbooten tot ca. 80 t.) gerekend, in ver-band waarmede het kanaalprofiel hier een bodemvan 12 m. breedte op 2.80 m. beneden kanaalpeilmet beloopen onder i op 3 verkrijgt. De2;e kanalenverkrijgen beweegbare bruggen, terwijl over deoverige kanalen in het algemeen vaste bruggenzullen worden gelegd.De overige hoofdkanalen, voor de ligging waar-van naar het bijgevoegde plan mag worden ver-wezen, verkrijgen een bodembreedte van 10 m.bij 2.10 m. waterdiepte en eveneens een belooponder i op 3 en zuUen door schepen van ca. 100 t.(motorbooten tot ca. 40 t.) bevaren kunnen worden.De tochten ten slotte zullen in het algemeen eenbodembreedte van 5 m. op 1.30 m. onder polder-peil met beloopen onder i op 2 verkrijgen, waardoordeze voor scheepjes van ten hoogste 20 a 25 t. be-vaarbaar zullen zijn. Aangezien van landbouw-kundige zijde op de mogelijkheid werd gewezen,dat een bereikbaarheid der kavels met 80 a 100 t,schepen aan de ontwikkeling van den polder in be-langrijke mate bevorderlijk zou kunnen zijn, is aaneen deel der tochten een ruimer profiel gegeven,ten einde den invloed hiervan te kunnen nagaan.De doorvaarthoogte der vaste bruggen, waarvooraanvankelijk 2.60 m. was aangehouden, is op aan-drang van landbouwkundige zijde later tot 4.00 m.vergroot, waardoor een ruime gelegenheid wordtgegeven voor het verschepen van lichte en volu-mineuze landbouwproducten als hooi- en stroo,de aanvoer van turfstrooisel, enz. Zooveel mogelijkis bij den opzet van het wegennet gestreefd naarbeperking van het aantal bruggen. Dit aantal isin het thans beschouwde plan tot omstreeks 70teruggebracht.HET VERKEER TE LANDTengevolge van de groote beteekenis, welke demotorbus, het motorrijwiel en de kleine auto voorhet leven op het platteland hebben verkregen,mag verwacht worden dat bij de ontwikkelingvan het nieuwe gebied het verkeer op den gewonenweg in vele opzichten een belangrijker rol zalspelen dan vroeger werd verwacht.In de eerste plaats dienen hier dan 00k eenigebeschouwingen te worden gewijd aan het te ver-wachten verkeer op de gewone wegen, waarbij teonderscheiden zijn:a. het doorgaande verkeer door den polder;b. het verkeer tusschen de verschillende centrain den polder en het verkeer tusschen die centra ende voornaamste omliggende plaatsen;c. het verkeer tusschen de centra en de afzonder-lijke perceelen, waarin de polder verdeeld zalworden end. het verkeer tusschen die perceelen onderhng.Bij het door de Commissie-Lovink aangegevenstelsel van verkaveling loopen de hoofdverkeers-wegen, waarover het sub a en b bedoelde verkeerzal moeten plaats hebben, in hoofdzaak langs degrenzen der polderafdeelingen, terwijl slechtsenkele van die wegen door de polderafdeelingen zelfloopen. In het algemeen hebben deze wegen overgroote afstanden een rechte strekking, terwijl erslechts bij uitzondering bruggen in voorkomen;een en ander biedt voor het verkeer over grootereafstanden een bizonder voordeel.Gelijk uit het verkavelingsplan blijkt, laat hetdoorgaande verkeer, dat met het omringend gebiedverband houdt, zich behoorlijk leiden langs de op degrenzen der polderafdeelingen ontworpen wegenen enkele aansluitende hoofdwegen.In verband met het verkeer tusschen de ver-schillende centra binnen den polder kan in deeerste plaats opgemerkt worden dat bij het opma-ken van het thans uitgevoerd ontwerp van de onder-stelling is uitgegaan, dat ongeveer in het middenvan den polder een centrum van bewoning zalworden gevormd, waar de zetel van het plaatselijkbestuur zal worden gevestigd en dat daardooriti den polder een beteekenis zal verkrijgen, welkekan worden vergeleken met die van Hoofddorp inden Haarlemmermeerpolder. Dit punt is als hetvoornaamste knooppunt in het wegennet gedachten van alle deelen van den polder gemakkelijk tebereiken.Evenals in den Haarlemmermeerpolder geleide-hjk een twintigtal minder voorname dorpen enbuurtschappen zijn ontstaan, mag 00k wordenverwacht dat in den Wieringermeerpolder zichnog een aantal secundaire centra van bewoningzullen vormen. De kruispunten der voornamewegen -- in de eerste plaats die, inwelkernabijheidsluizen zijn gelegen -- zijn hiervoor de aangewezenplaatsen geoordeeld. Dergelijke punten, welke doorhun gunstige verkeersHgging zich zoowel voor hetvestigen van allerlei neringen, als tot woonplaatsvan de niet aan een bepaald bedrijf verbondenarbeiders-bevolking eigenen, en welke bij toe-nemende bevolking mede als de aangewezen plaat-sen moeten worden beschouwd voor het stichtenvan scholen, zijn, door den geheelen polder ver-spreid, in ruim aantal aanwezig. Aan de ontwikke-ling van den polder zal moeten worden overgelatenop welke dezer kruispunten zich meer voornamebewoningscentra zullen vormen.Aangezien alle kavels met een kortezijde, waar-langs het aangewezen is de boerderijen te plaatsen,122ARTIKELENgelegen zijn aan een gewonen weg, die steeds opeen hoofdverkeersweg uitkomt, welke op zijn beurteen goede verbinding met de verschillende centraaanbiedt, is bij het gekozen stelsel van verkavelingde verbinding tusschen de centra en de afzonder-lijke perceelen verzekerd.In overeenstemming met het advies der Com-missie-Lovink wordt het niet noodig geoordeeldde wegen, welke tot de verschillende kavels toe-gang geven, door op betrekkelijk korte onderlingeafstanden voorkomende dwarswegen met elkaarin verbinding te brengen. In de eischen van hetonderling verkeer wordt geacht voldoende te zijnvoorzien door de verbindingen, welke zullen wordenverkregen door de in het algemeen langs de grensder polderafdeelingen gelegde meer voornamewegen, wier onderlinge afstand slechts in enkelegevallen 4 k.m. overschrijdt. Daar het intusschenniet uitgesloten moet worden geacht dat op denduur het verkeer in sommige deelen van den polderbehoefte aan minder ver uiteengelegen dwarsver-bindingen zal verkrijgen, zijn nog eenige dwars-verbindingen ontworpen, waarvan de uitvoeringbij eersten aanleg achterwege kan blijven, maar diedoor het reserveeren van de daarvoor aangewezenterreinstrook zonder bizondere kosten van ont-eigening zullen kunnen worden tot stand gebracht,wanneer de verkeersbehoeften hun aanleg ge-wenscht mochten maken. Zoolang dergehjke wegenniet worden aangelegd, behoudt de aangewezenterreinstrook haar voile gebruikswaarde voor land-bouwdoeleinden.De Commissie-Lovink heeft de wenschelijkheidaangetoond om aan alle wegen een kruinbreedtevan 15 m. te geven, waardoor de gelegenheid openblijft om bij toenemend verkeer, in welke richting00k, het wegennet aan de daardoor ontstane eischenaan te passen.Bij het moderne snelle verkeer mag worden ver-wacht dat het gering aantal ontworpen dwarsver-bindingen tusschen de wegen onderling in het alge-meen geen bezwaren zal opleveren, die kunnen op-wegen tegen de door de gekozen oplossing verkre-gen besparing van kosten op aanleg en onderhoudvan het wegennet. Toch rijst de vraag of vooralmet het oog op de gemakkelijke verplaatsing vanlandarbeiders zich niet op sommige plaatsen debehoefte zal doen gevoelen aan zeer eenvoudigedwarsverbindingen tusschen de polderwegen. Uiter-aard zullen dit geen breede wegen behoeven te zijnen kan worden volstaan met eenvoudige landpaden,wellicht voorzien van een verhard rijwielpad,die met eenvoudige, weinig kostbare loopbruggenover de tochten geleid worden. Ook zullen op dezewijze in de nabijheid der grootere centra van be-volking geschikte wandelwegen kunnen ont-staan.De ligging van deze landpaden behoefde evenwelthans nog niet vastgesteld te worden; beter is hetdaarmede te wachten tot de ontwikkeling vanden polder zich eenigszins begint af te teekenen,terwijl volstaan kan worden met de noodige grondendaarvoor eerst te reserveeren, wanneer het landdefinitief of althans voor langen tijd wordt uitge-geven.Thans komende tot het spoorwegverkeer, moetin de eerste plaats opgemerkt worden dat het uit-gebreide net van waterwegen de gelegenheid zalbieden tot het goedkoop vervoeren van grooteremassa's per schip, terwijl de hoe langer hoe meerin gebruik komende motorboot een snel vervoervan producten van geringeren omvang mogelijkmaakt,Het motor-landverkeer neemt verder een steedsbelangrijker wordende plaats bij het personen-vervoer op het platteland in. In verband met dezefactoren zal het spoorwegverkeer in den polder nietde beteekenis verkrijgen, welke verwacht hadkunnen worden, voordat de motor zijn invloed ophet verkeer te land en te water deed gevoelen.Het moet dan ook geenszins zeker worden ge-acht dat men te eeniger tijd tot den aanleg vanspoorwegen door den Wieringermeerpolder zalovergaan; vele factoren in de ontwikkeling van denpolder, welke thans niet zijn te overzien, zullenin deze de beslissing moeten brengen.Het is intusschen gewenscht geoordeeld voor debij eventueelen spoorwegaanleg meest voor dehand Hggende verbindingen terreinstrooken te re-serveeren, waardoor de aanleg van verschillendespoorwegen te alien tijde mogelijk zal zijn, zonderdat dit reeds dadelijk bizondere uitgaven met zichmedebrengt. Zoolang niet voor den spoorwegaan-leg over de aangegeven terreinstrooken wordt be-schikt, behouden deze toch hun voile landbouw-kundige gebruikswaarde.De op deze wijze in het ontwerp opgenomenspoorwegen verbinden het centrum van den poldermet Medemblik, met Kolhorn en met den over heteiland Wieringen en den Afsluitdijk der Zuiderzeeontworpen spoorweg.Zooals reeds werd opgemerkt, zijn de aangegevenspoorwegen in het ontwerp opgenomen geenszinsmet het doel om reeds thans tot hun aanleg te doenbesluiten, doch om te voorkomen dat men latervoor groote moeilijkheden en kostbare onteige-ningen zou komen te staan, wanneer men te eenigertijd tot den aanleg van spoorwegen in de Wieringer-meer zou willen overgaan.In het verkeersverband kan nog gewezen wordenop een nabij het poldercentrum gemaakte terp ofvluchtheuvel met een bovenvlak van ca. 2 h. a.,welke bij mogelijk geachte dijkbreuk tot wijkplaatszal kunnen dienen voor het deel der bevolking,dat in de minst gunstige omstandigheden verkeertom zich tijdig, hetzij buiten den polder, hetzij opden dijk, te bergen. De naar het poldercentrumleidende wegen maken mede het bereikeri van deterp uit verschillende richtingen gemakkelijk.ARTIKELEN 123C. DE VOOR HET LANDBOUWKUNDIG GEBRUIKDER GRONDEN VEREISCHTE VERKAVELINGLANDBOUWKUNDIGE BETEEKENIS VAN HET FOLD ERPEILBij het beschouwen van de verkaveling in land-bouwkundig opzicht moet op den voorgrond wordengesteld dat de Wieringermeer een diepe bemalingzal verkrijgen en wel zoodanig, dat het peil van hetpolderwater ten minste 1.40 m. beneden hetterrein zal worden gehouden. Deze diepte werdnoodig geoordeeld cm mogelijk te maken dat bijdrainage de buizenreeksen ten minste i.oo m.beneden het terrein kunnen worden gelegd, en methet benoodigd verhang vrij zullen kunnen uit-monden. Ofschoon geenszins te verwachten is datontwatering door buisdrainage uitsluitend in denpolder zal worden toegepast, moest toch de moge-lijkheid dezer ontwateringsmethode voor alle ge-deelten van den polder als een voorwaarde wordenbeschouwd, waaraan voldaan moest worden omden polder aan de thans te stellen hooge landbouw-eischen te doen beantwoorden.KAVELSLOOTEN; KAVELBREEDTEZooals reeds bij de bespreking van het stelsel vanafwatering van den polder werd vermeld, zal hetdoor drainage of op andere wijze van detailontwate-ring aan de landerijen onttrokken water in het alge-meen naar kavelslooten worden geleid, welke in detochten uitmonden. Deze kavelslooten zijn in hetplan als droge slooten gedacht, waarvan de bodemin het algemeen ca. 1.40 m. beneden het terreinzal zijn gelegen, dus nog boven het polderpeil. Dezeslooten zullen dus slechts dan water bevatten,wanneer de hierop uitkomende drainbuizen ofgreppels water afvoeren of wanneer het polderpeildoor bizondere omstandigheden hooger dan hetnormale is gerezen. Uit den aard der zaak bestaater een samenhang tusschen het verhang en de door-stroomingsopening, welke men aan drainreeksenof greppels kan geven eenerzijds en den onderlingenafstand der kavelslooten andererzijds.DoordeCom-missie-Lovink, welke aan het vraagstuk van dezensamenhang een uitvoerige studie wijdde, werd bijhet gekozen polderpeil een breedte der kavels van250 m. de meest doelmatige geoordeeld. Dezekavelbreedte wordt op grond van dit advies in hetgrootste gedeelte van den polder aangetroffen.Inmiddels hebben andere landbouwdeskundigende meening uitgesproken, dat met een grooterekavelbreedte op niet minder economische wijze eenaan hooge landbouweischen beantwoordende ontwatering van het terrein te verkrijgen zal zijn. Inverband hiermede zijn, bij wijze van proef, insommige gedeelten van den polder kavelbreedtenvan 300 en van 500 m. toegepast.KAVELDIEPTEOok omtrent de kaveldiepte gaf de Commissie-Lovink in haar rapport een
Reacties