=ITIJDSCHRIFTVOOREfifvOLKSHUISVESTINGj3EN STEDEB0UWE|JORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BONO VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1934 NS 3 15' JAARGANG MAARTDE WONINGWET 1902-1929GEDENKBOEK SAMENGESTELD TER GELE-GENHEID VAN DE TENTOONSTELLINGGEHOUDEN TE AMSTERDAM BIJ HET 12^2JARIG BESTAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING ENSTEDEBOUWGEiLLUSTREERD MET ? 100 ILLUSTRA-TIES - KAARTEN - GRAPHIEKEN ENZ.GEDRUKT OP ZWAAR KUNSTDRUKEN VOORZIEN VAN 3 KLEUREN OMSLAGPRIJS f 4.80VERKRIJGBAAR IN DENBOEKHANDEL EN Bl?fN.V. VAN MUNSTER'S UITGEVERS-MIJ., AMSTERDAMHAARLEMMERWEG B 378 - POSTREKENING 74866N.V. VAN MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ - HAARLEMMERWEG B 378 - AMSTERDAM (W.)I??*^*? -'^^-'^^-BESTRIJDTWANDGEDIERTE Z E L F VRAAGT GRATIS BROCHUREABIS - BLOEMENDAALIRLICHTiNaEHDIAMETANHET eEVAARLOOZE VERGASSINfiSMIDDEL TERVERDELGiNe VAN WANDLUIZEN --SEMAKKEUJK TOE TE PASSEN. ABSOLUUTArOOENDE --SEEN 8PECIALE APPARATEN BEMOODiaDVERKRIMBAAR BIJ AP0THEKER8 EN DROaiSTENHy. HANDELMAATSCHAPPIJ "NEDIGEPHA"NIEUWE KEIZERSGRACHT 58, A'DAM (C.)TELEFOON 52S21 en 62621VACANTWANDGEDIERTEHiermede berichten wij U, dat dooronswoningeiwgeboaweii enschepen gezuiverd worden van wandgedierte. kakkerlakken. enz.Door onze methode van zuiveren wordt aan de woningcnttiets beschadigd. Verf en behangsel hebben niets te lijden enwij behoeven geen plinten of andere voorwerpen los te maken.Ook behoeven de bewoners tijdens het zuiveren de woningniet te verlaten of hun inboedel te verplaatsen. Onze methodeis EENVOUDIG, GEMAKKEUJK en DOELTREFFEND.In de navolgende plaatsen hebben wij reeds gewerkt: Coevor>den, Delft, Dodewaard, Ede, Enschede, Franeker, Gorinchem,Gottda, Sappemeer, Kethel, Lonneker, Maasslois, Maastricht,Bossam, Naaldwijk, Noordwijkerhout, Nunspeet, Roermond,Rotterdam, Schiedam, Sliedrecht, Tilburg, Vlijmen, Vlissingen,den Helder, Zandvoort, Zwolle, enz.Vraagt prijsopgave en inlichtingen:Fa. LIEVE & Co. (M. WAPENAAR)KORTEDIJK 16 - VLAARDINQEN - TELEF. 108LAAT UW MAR6ANQEN VAN HETTIJDSCHRIFT VOOR VOLKS-HUISVESTING EN STEDEBQUWINBINDENLosse banden verkrijgbaar ^ fi 1.40 francoper postVHkr4gbMr bi 4M Ptifcliiiiil M bU ^^BN.V. Van Munster's Ultgevers-Mij. - AmsterdamHaarlemmerweg B 378 -- Postrekening 74966ISOLA-BOUWHET BE8TE EM OOEDKOOP8TE 8Y8TEEM VOORHET BOUWBN VAN COIIPLEXEN VOLK8' ENMIDDENBTANDSWONIHOEN. - 8ELF8UPPORTINON.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAW*Ulg Oed?pon?*rdllM4?ls-ll?rkUITQEVOERD OA. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEQEMEENTE 'a HERT0QENB08CH - NOQ IN UITVOERINQOJL 400 WONINGEN VOOR DE OEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104^ ^^^ AMSTERDAM ^Onderzoek van aite materialen voor den VOLKSWONINGBOUWNIET AFZONDERLIJK VERKRIJGBAARBIJVOEOSEL VAN HET TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUIS-VESTINQ EN STEDEBOUW, 15e Jaargang, Maart 1934ONTWERP VAN WET (ZITTING i933-i934,No. 209) TOT WIJZIGING VAN DE WO-NINGWETMEMORIE VAN ANTWOORDOver deze wetswijziging zijn inderdaad de organisaties derwoningbouwvereenigingen niet gehoord. De ondergeteekendenmeenen, dat hiertoe geen aanleiding bestond, omdat het in hoofd-zaak gaat ora noodmaatregelen, ten aanzien waarvan belang-hebbende vereenigingen niet in de eerste plaats ter beoordeelingaangewezen zijn, maar waarvoor de Regeering in dezen zorgelijkentijd de voile verantwoordelijkheid moet en wil dragen. De onder-geteekenden zouden het onjuist achten, indien in dit ontwerpeen bepaling werd opgenomen, weike de Regeering zou verplichten,bepaalde organisaties te hooren, voordat zij algemeene bindendevoorschriften geeft. Over algemeene maatregelen van bestuurwordt de Raad van State krachtens de wet gehoord. Of organi-saties gehoord zullen worden is een vraag van beleid, waaroverin ieder voorkomend geval de Regeering moet beslissen. Eenparallel met de positie bij art. 125, sub k, der Ambtenarenvi'etvermag zij niet te zien.De Regeering overweegt, over voorschriften ter uitvoering vande gewijzigde wetsbepalingen die organisatie of organisaties tehooren, die zij daarvoor het meest aangewezen acht. Daarbij zalevenwel voorop moeten staan, dat de ingewonnen adviezen welis waar ernstig zullen worden overwogen, doch in geen enkelopzicht de Regeering kunnen binden. De Regeering draagt haarverantwoordelijkheid voor beslissingen, die zij neemt.Artikel I. De hier bedoelde aanvuUing van het nieuwe derdelid van art. 2 komt den ondergeteekenden onnoodig voor. Debedoelde rooilijnen vormen een deel van het uitbreidingsplanen zijn dus ipso jure begrepen onder de algemeene bepaling vanart. 36, derde lid.Een kleine redactiewijziging dient om de bewoording van debepaling in overeenstemming te brengen met die van de artikelenbetreffende het uitbreidingsplan.Artikel II. Niet alle voorschriften van monumentenverorde-ningen vallen onder de bepalingen van art. i van de Woningwet;met de voor vernieuwen, veranderen of uitbreiden belangrijkstebepalingen is dat wel het geval. Voorschriften omtrent sloopenen aan het oog onttrekken behooren niet tot de in art. i van dewet bedoelde. Om ten deze misverstand te voorkomen, is debepaling onder d aangevuld overeenkomstig den in het VoorloopigVerslag gegeven wenk. In de monumentenverordening is alleenplaats voor minder belangrijke of minder ingrijpende voorschriften.Het is de taak van Gedeputeerde Staten, er tegen te waken, datin de monumentenverordeningen bepalingen worden opge-nomen, die in de bouwverordening thuis behooren.Het komt den ondergeteekenden voor, dat bijzondere voor-zieningen met betrekking tot de monumentenverordeningen,waarin ten aanzien van veranderen, vernieuwen of uitbreidenslechts eischen van ondergeschikt belang mogen voorkomen,niet noodig zijn.Van het misbruik, waarop enkele leden de aandacht vestigen,is den ondergeteekenden niets bekend. Zou het voorkomen, dankan de benadeelde zich tot Gedeputeerde Staten en tot de Regee-ring wenden.Bij nadere overweging is het wenschelijk geacht het laatste lidvan art. II te wijzigen in dien zin, dat de toestemming van Ge-deputeerde Staten niet langer vereischt zal zijn. Burgemeesteren wethouders en, in beroep, de gemeenteraad, zullen daardoorzelfstandig kunnen beslissen. Is een beslissing in strijd met dein het vijfde lid van art. 6 gestelde voorwaarden, dan kan zijdoor de Kroon vernietigd worden. De behandeling van verzoekenom bouwvergunning wordt aldus vereenvoudigd en der inspectiewordt vermeerdering van haar vele werkzaamheden bespaard.Artikel III. De bewoording, waartegen bezwaar wordt ge-maakt, komt ook voor in het tweede Hd van art. 37. Zoowel terwille van de eenheid van redactie van de wet als omdat practischhet minimum nooit overschreden wordt, meenen de onder-geteekenden de redactie van het ontwerp te moeten handhaven.Artikel IV. Aan de hier gemaakte opmerking is gevolg gegevendoor vervanging van de woorden: ,,den raad" door: het bevoegdorgaan. Aan het slot van de bepahng zijn eenige woorden toe-gevoegd om duidelijk vast te leggen wie tot ontslag van dezeambtenaren bevoegd zal zijn.Artikelen V, VI en VII. Aan de gezondheidscommissies is inart. 18 en volgende van de Woningwet een steUige opdracht ge-geven. Die opdracht zouden de inspecteurs niet kunnen uitvoeren;daarom zal hun in art. 18 slechts een bevoegdheid worden toe-gekend, opdat zij althans in de gevallen van volstrekte nood-zakelijkheid kunnen ingrijpen. Voor het geval dat de poging vanden eerst-ondergeteekende zou slagen om vrijwiUige comntissieste zien tot stand komen, die aan de noodzakelijke verbeteringder volkshuisvesting willen medewerken, wordt aan ? 3 en ? 4een nieuw artikel toegevoegd. Ook wordt art. 23 uitgebreid meteen opdracht aan burgemeester en wethouders, voorstellen totonbewoonbaarverklaring aan den gemeenteraad te doen. Deondergeteekenden meenen, dat met deze drie middelen: i. be-voegdheid voor de inspecteurs; 2. opdracht aan burgemeester enwethouders; 3. eventueele bevoegdheid voor erkende commissies,die, waar zij bestaan, ten deze in de plaats treden van de inspec-teurs, redelijke kans is gegeven voor voortzetting van de ver-betering der volkshuisvesting.Ook de ondergeteekenden achten bij toepassing van art. 23 ofart. 29 het verplichte hooren van den inspecteur niet noodig.Een gemeentebestuur kan in gevallen van twijfel den inspecteurvoorlichting vragen, maar het zou de werkzaamheden der inspectieonnoodig verzwaren, indien zij in alle gevallen gehoord moestworden. Bovendien moet ingevoige art. 25, eerste lid, de inspecteurgehoord worden, voordat de raad op een voorstel tot onbewoon-baarverklaring beslist.Het nieuwe artikel 24a opent de mogelijkheid om woning-commissies in het leven te roepen of te erkennen. Het ligt in debedoeling alsdan te bepalen, dat de leden moeten zijn benoemddoor den Commissaris der Koningin en voorts eenige voor-schriften te geven met betrekking tot de wijze van werken.In art. VI, 1?., onder b is overlegging van het advies van deninspecteur niet voorgeschreven, omdat hij over verlenging vanden termijn voor ontruiming niet gehoord behoeft te worden.Bij de opmerking over art. VI, onder 2?., is, naar het den onder-geteekenden voorkomt, over het hoofd gezien het geval, dat be-langhebbende bij Gedeputeerde Staten in beroep komt. Deze kanen zal zekerlijk allerlei feiten aanvoeren, ten aanzien waarvandeskundige voorhchting wenschelijk is. Komt de inspecteur inberoep tegen weigering van een door hem voorgestelde onbe-woonbaarverklaring, dan mag men veiUg aannemen, dat Gede-puteerde Staten den inspecteur in zijn beroepschrift reeds hooren.Om misverstand ten deze te voorkomen wordt in het vierde lidvan art. 26 ingevoegd: indien deze niet het beroep heeft ingesteld,na ,,gehoord".De ondergeteekenden achten het wenschelijk, dat in art. 81van de Onteigeningswet de gezondheidscommissie wordt ver-vangen door den inspecteur, opdat de gemeenteraad bij zijnbeslissing deskundig advies hebbe.Artikel VIII, 1?. en 4?. en artikel IX. De ondergeteekendenhebben zich niet voorgesteld, dat de bepalingen, vervat in deartikelen VIII en IX met algemeene instemming zouden wordenontvangen; zij zijn dan ook niet verrast door het feit, dat veleleden bezwaren opperden tegen de voorgestelde centralisatie,Het zou hun aangenaam zijn geweest, indien zij deze voorstellenachterwege hadden kunnen laten; ten eerste, omdat zij waar-deering gevoelen voor hetgeen verschillende gemeentebesturenvoor de verbetering van de volkshuisvesting hebben gedaan, tentweede, omdat de drang van de zorgelijke omstandigheden danminder sterk zou zijn geweest. De omstandigheden laten even-wel geen keus. Niet alle gemeentebesturen toonen den zorge-lijken ernst van dezen tijd te beseffen; het komt nog voor, datmen met de zaken van de volkshuisvesting voortgaat alsof degunstige verleden tijd nog bestaat dan wel een gunstige tijd reedsaanbreekt. Dergelijk optimisme meet geremd worden en decentrale Regeering is daartoe geroepen, omdat zij alleen de zorge-lijkheid der omstandigheden over het geheele land overziet en vanhaar de leiding moet uitgaan om de algemeene belangen binnende thans toelaatbare, zeer vernauwde grenzen te behartigen.De autonomie der gemeenten zal door de voorgestelde wijzi-gingen van de Woningwet bij de uitvoering van die wet inderdaadeenigermate in het gedrang komen, maar de ondergeteekendenwijzen er met nadruk op, dat in tijden van nood beginselen, diein normale tijden gelden en nuttig zijn, wel eens moeten wordeningeperkt; is de nood voorbij, dan kunnen zij weder in vollenomvang hersteld worden.De ondergeteekenden zijn van oordeel, dat de voorstellen inde Memorie van Toelichting voldoende zijn gemotiveerd, omdatdaarin is aangegeven naar welk doel de Regeering streeft enwaarom zij dat doel niet kan bereiken zonder de ingrijpende be-voegdheden, die in het voorstel vervat zijn. Uit hetgeen in detoelichting is aangevoerd, blijkt ook voldoende, waarom de be-paling, vervat in art. 55a, onder 3"., wordt voorgesteld. De onder-geteekenden wijzen er in dit verband met nadruk op, dat debehoefte aan de nieuwe bepahngen zich niet met betrekking totalle gemeenten heeft doen gevoelen; er zijn evenwel, zooals reedswerd opgemerkt, gemeenten, welker besturen voortleven in eenoptimisme, dat gevaarlijk is voor het algemeen belang en daaromin zijn gevolgen niet langer kan worden toegelaten.In het Voorloopig Verslag wordt de opmerking gemaakt, datvolgens de voorgestelde regeling in de practijk de beslissingen dooreen of door enkele ambtenaren zullen worden genomen. Daar-van zal uiteraard geen sprake zijn. De Minister van Sociale Zakenzal, eventueel na overleg met ambtgenooten, beslissingen nemen.Wil men naar aanleiding daarvan spreken van ,,woningdictator",dan zal hij zich dien titel moeten getroosten,De practijk van het toezicht van Gedeputeerde Staten is aldus,dat het de in het Voorloopig Verslag te recht aangeduide algemeenestrekking niet heeft. Het financieel belang van de gemeenteprimeert en in normale tijden kan daarmede worden volstaan,omdat de gemeentebesturen dan over het algemeen vrijgelatenkunnen worden in de wiJ2;e, waarop zij sociale belangen willenbehartigen. Thans, nu over het geheele land een algemeenenoodtoestand heerscht, die het centraal gezag roept tot een abnor-male taak, kan met het toezicht van Gedeputeerde Staten nietvolstaan worden, hoewel dat, zooals in het Voorloopig Verslagterecht wordt opgemerkt door leden, die de voorgestelde bepalingenverdedigden, formeel ruimer is dan het in de practijk blijkt te zijn.Een beroep van de beslissing van den Minister op de Kroonkomt den ondergeteekenden niet wenschelijk voor.Het is den ondergeteekenden niet duidelijk welke bevoegdhedenaan Gedeputeerde Staten gegeven zouden kunnen worden tervervanging van het voorgestelde centrale toezicht. Maar ook, alware dat wel duidelijk, dan zou daar toch niet mede volstaankunnen worden, omdat de beslissingen moeten steunen op dekennis van den algemeenen noodtoestand, die alleen de centraleRegeering kan hebben.Hoever de bemoeiingen der Regeering zich krachtens denalgemeenen maatregel van bestuur, bedoeld in art. 55a, zullenuitstrekken, zal van de omstandigheden afhangen, Wat de maat-regel, bedoeld onder 1?., betreft, worde opgemerkt, dat buiten-sporigheden, handelingen, die ingaan tegen den draad des tijds,moeten worden voorkomen.De maatregel, bedoeld onder 2?. van art. 55a, moet regeleninhouden, die waarborgen, dat het algemeen belang gediend zalworden ook nadat woningcorporaties door aflossing van het bouw-kapitaal financieel onafhankelijk van de Overheid zullen zijngeworden. Daarmede evenwijdig zal gaan de maatregel, bedoeldonder 3?. van art. 55a, waardoor politieke en sociale bevoor-rechting of buitensporigheden voorkomen zullen worden.De Regeering vertrouwt, dat de gemeenten zich zullen voegennaar het toezicht en het beleid van de Regeering, die een alge-meene strekking moeten hebben. Zou deze verwachting teleur-gesteld worden, dan biedt art. 55 een incidenteelen uitweg, waar-langs overdreven eischen van de bouwverordening ter zijde ge-steld kunnen worden. De ondergeteekenden erkennen bij voor-baat, dat onwil van een gemeentebestuur, bijv. met betrekkingtot het uitbreidingsplan, op deze wijze niet overwonnen kanworden. Het zal dan van de omstandigheden afhangen, of verderingrijpende wettelijke maatregelen zullen moeten worden voor-gesteld.De ondergeteekenden achten het niet waarschijnlijk, dat goed-keuring van het centraal gezag tot meer vertraging dan die vanGedeputeerde Staten aanleiding zal geven. Mocht zich onverhooptvertraging voordoen, dan zullen daartegen maatregelen wordengetroffen.Worden op groote schaal goedkoope woningen gebouwd, danzal dit ten gevolge moeten hebben, dat de huren van gelijksoortigewoningen, die duurder zijn, dalen. Aan dit risico valt niet teontkomen. Voor zoover de Regeering tot dusver deelde in hetrisico van woningen, is zij voornemens in dat risico ook bij huur-daling een deel voor haar rekening te nemen, zoodra de voor-gestelde wijziging van de Woningwet het Staatshlad zal hebbenbereikt.Het denkbeeld, op ontgonnen gronden goedkoope woningenbeschikbaar te stellen voor van het platteland afkomstige werk-looze industrie-arbeiders en andere arbeiders, is bij de Regeeringbereids in onderzoek.Een voorbeeld van noodelooze opvoering van eischen in bouw-verordeningen is bijv. de eisch, dat in iedere arbeiderswoningeen douche-ruimte aanwezig moet zijn. Met ,,gemeentelijkelasten" worden hier bedoeld: rente voor grondbedrijf, canon,waterleidingtarieven, straatbelasting en andere belastingen.De Regeering is voornemens bij de matiging van de eischenvoor woningbouw voor gezinnen met kinderen vast te houdenaan dezen minimum-eisch voor woningen: woonkamer, keukentje,slaapkamer voor de ouders; gescheiden, voor licht en lucht be-hoorlijk toegankelijke slaapgelegenheid voor jongens en voormeisjes. Voor gezinnen zonder kinderen zal natuurlijk met eenslaapkamer volstaan kunnen worden. De woningen zullen, in hetbelang van ordelijke bewoning, ook een bergplaatsje voor huis-houdelijk gereedschap als emmers, bezems, enz. en eventueelvoor tuingereedschap mogen hebben.De ondergeteekenden zien geen bezwaar tegen vervanging van,,gevraagd" door ,,verleend".Artikel VHI, 2?., en artikel X. De mogelijkheid, dat gedurendede eerste jaren een hooger bedrag wordt afgelost dan later, is. niet het eenige en het hoofddoel van de bepaling, die ook hetomgekeerde mogelijk maakt: in de eerste, moeilijke jaren minder,later meer aflossen. Er zal telkens naar gelang van de omstandig-heden gehandeld moeten worden en daarin ligt de beteekenisvan de voorgestelde wetswijziging, dat de Regeering vrijheid vanbeweging verkrijgt, om aan te passen aan den oogenblikkeUjkentoestand.Het komt den ondergeteekenden voor, dat in de redactie vanhet ontwerp voldoende duidelijk uitkomt, dat wisselende aflos-singen en annuiteiten mogelijk zullen zijn. Verandering vanredactie achten zij dan ook niet noodig.Artikel VHI, 3?., en artikel XI. Het zal regel zijn, zonderuitzondering, dat bijdragen niet kunnen worden teruggevorderd,zoolang zij worden verleend. De ervaring heeft evenwel geleerd,dat na een zeker aantal jaren bijdragen voor de exploitatie vansommige woningcomplexen niet langer noodig waren, hoewelde voorschotten nog niet waren afgelost. Levert de exploitatiedaarna een batig saldo, dan kan met terugbetaling reeds begonnenworden. Hoewel een dergelijk feit zich alleen kan voordoen ineen tijd van economischen vooruitgang, zou het toch niet juistzijn, in afwijking van die ervaring, in de wet te bepalen, datterugbetaling alleen na aflossing van het voorschot zal plaatsvinden, hoewel dat het meest voorkomende feit zal zijn.De leden, die den eisch van terugbetaling niet als vasten regelgesteld zouden willen zien, hebben, naar het den ondergetee-kenden voorkomt, over het hoofd gezien, dat de terugbetalingzal moeten plaats vinden uit de exploitatie-inkomsten en dusachterwege zal blijven, indien die inkomsten niet toereikend zijn.De gemeente zal mede van de terugbetaling profiteeren en daar-ddor tegenover het Rijk niet als schuldenares, maar als deel-genoote staan.Artikel IX. Het doel, dat de Regeering nastreeft, betreftalleen de volkshuisvesting. Het beheer van woningen is voordat belang van groote beteekenis en kan daarom niet -- voorde toepassing van deze wet -- buiten eventueel noodige be-moeienis van de Regeering gelaten worden.Bij nader overwegen meenen de ondergeteekenden evenwel.dat de grondbedrijven van gemeenten een veel ruimer strekkinghebben en dermate met de sterk wisselende omstandighedenmoeten rekening houden, dat centrale voorschriften daarvoorpractisch niet wel mogelijk zijn. Daarom worden in art. 55a, 3".,de woorden: ,,of gronden" geschrapt,De ondergeteekenden zijn, wat het bepaalde onder 2?. betreft,van oordeel, dat met betrekking tot de exploitatie van woningen,waarvan de bouwschuld is afgelost, in eerste instantie de gemeente-lijke Overheid heeft toe te zien. Omdat daarmede niet in allegevallen het noodige beleid zal worden bereikt, worde aan deKroon de bevojgdheid voorbehouden, zoo noodig voorschriftente geven. De exploitatie toch van die woningen is, door het grooteaantal van de z.g. Woningwetwoningen, economisch en sociaalvan groote en algemeene beteekenis; zij kan niet aan het behevenvan tijdelijke bestuurders worden overgelaten.Van de voorschotten, die het Rijk aan gemeenten en dezewederom aan corporaties hebben verleend, is, 'behoudens ge-vallen van blijvende noodlijdendheid van gemeenten, terug-betaling te verwachten, omdat ingevolge de wet de gemeentenhiervoor jegens het Rijk aansprakelijk zijn. Zijn woningcorporatiesniet in staat haar schulden aan de gemeenten te betalen, danZullen de gemeenten, voor zoover zij niet noodlijdend zijn, haarmoeten ondersteunen.Tegen vervanging van het woord: ,,Voorwaarden" door:,,Voorschriften" hebben de ondergeteekenden geen bezwaar; zijgeeft een redactieverbetering. De drukfout ,,niet" wordt ver-beterd.De ondergeteekenden achten de woorden ,,al of niet door degemeente" voorshands in deze bepaling overbodig, omdat hettot dusver gebruikelijk is, dat insteilingen, die aan woningcorpo-raties geld leenen, garantie van de gemeente voor de terugbetalingals voorwaarde stellen. Lettende op de mogelijkheid, dat hierinverandering komt, nemen zij intusschen de voorgestelde aan-vulling van de bepaling over.Overgangsbepaling. De vraag, of op de wijze, bedoeld in dezebepaling, mag worden ingegrepen in bestaande overeenkomstentusschen bouwvereenigingen en gemeenten beantwoorden deondergeteekenden bevestigend. De overeenkomsten zijn geslotenin het algemeen belang ter uitvoering van de wet; de verhoudingtusschen gemeente en vereeniging draagt in zekere mate eenpubliekrechtelijk karakter, omdat de vereeniging zich ten dienstevan de Overheid heeft gesteld ter uitvoering van de wet. Degelden en de goederen, waarover een vereeniging beschikt, heeftzij verkregen van de Overheid; het is dus redelijk, dat zij zichonderwerpt aan hetgeen de Overheid in het algemeen belangmoet bepalen.Overeenkomsten, die een vereeniging ter zake van de exploitatievan haar woningen met derden heeft aangegaan, zullen doorregelingen, als bedoeld onder 1?. en 2?. van het eerste lid, nietgetroffen worden. Die overeenkomsten houden in huurgarantievoor zeker aantal woningen, waarover de garant de beschikkingverkrijgt ten behoeve van leden van zijn personeel. Met de wijzevan aflossing van voorschotten en de beschikking over batigesaldi hebben die overeenkomsten niets uitstaande.De redactie van de bepaling onder 2?. in het eerste lid is. ver-ruimd door invoeging van het woord: ,,worden", omdat hetWoningbesluit niet met zoovele woorden aan de Regeering debevoegdheid geeft batige saldi 00k te bestemmen voor dekkingvan exploitatie-tekorten.De bijdragen, die de Regeering geeft in de betaling der annui-teiten, zijn in wezen bijdragen in tekorten op de exploitatie vanwoningen, uit welker opbrengst de annuiteiten moeten wordenbetaald. Verandering van systeem is ten deze niet noodig enfeitelijk niet mogelijk. De Regeering ziet er overwegend bezwaartegen, in de door haar vast te stellen regeling 00k te betrekkende financieele uitkomsten van complexen, die niet met Rijks-voorschotten, maar met steun van de gemeenten zijn gesticht.Het Rijk kan op batige saldi van dergelijke complexen geenaanspraak maken.De ondergeteekenden kunnen niet gevolg geven aan de op-merking in het Voorloopig Verslag, om, 00k wanneer bijdragenniet zijn genoten, de baten van de exploitatie aan het Rijk tengoede te doen koraen. Die baten mogen alleen worden aangewendin het belang van de verbetering der volkshuisvesting, maar er isgeen enkele redelijke grond te ontdekken, waarop de Regeeringeen beslag op die saldi zou kunnen steunen.De leden, die tegen de voorgestelde bepaling ernstig bezwaarhebben, meenen ten onrechte, dat op de batige saldi, d.w.z. voorhet geheel, beslag zal worden gelegd ter dekking van tekorten.De Regeering zal overwegen, of de vereenigingcn, die door goeden zuinig beheer die saldi hebben gekweekt, een deel daarvantot haar beschikking zullen kunnen behouden, opdat zij in staatzijn haar werkzaamheden ter verbetering van de volkshuisvestingvoort te zetten.De Regeering is in beginsel bereid ook in de zg. extra-tekorteneen deel bij te dragen, wanneer de voorgestelde wijziging vande Woningwet tot stand zal zijn gekomen.De ondergeteekenden wenschen zich thans nog niet uit te sprekenover de instelling van een commissie van advies, die gehoordzou dienen te worden in alle gevallen, waarin tusschen Rijk,gemeente en bouwvereeniging geen overeenstemming wordt ver-kregen omtrent de huurbepaling en de berekening van exploitatie-tekorten of -overschotten. Tot dusver zijn deze onderwerpensteeds bevredigend geregeld door overleg. Op denzelfden wegzal worden voortgegaan en de ervaring worden afgewacht.Het ontgaat den ondergeteekenden, welk bezwaar er kan bestaantegen de vorming van een gemeentelijk fonds uit batige saldi. Debestemming van zoodanig fonds staat bij voorbaat vast: ver-betering van de volkshuisvesting en zal dus overal redelijk zijn.De opmerking, dat de vorming van een dergelijk fonds indirectgeschiedt uit bijdragen van Rijk en gemeenten is niet juist. Zijnbijdragen verleend, dan moeten die worden terugbetaald uit deexploitatiebaten; van fondsvorming zal dan voorshands nog geensprake kunnen zijn. Zijn bijdragen niet verleend, dan zijn debaten, die in het fonds gestort moeten worden, verkregen doorhet goede beheer van de woningen. Voor zooveel batige saldi vanzekere complexen worden gebezigd om tekorten op andere com-plexen te dekken, kunnen zij niet ook dienen voor fondsvorming.Noch direct, noch indirect worden die fondsen gevormd uitbijdragen van Rijk en gemeenten,Het ligt in de bedoeling van de Regeering over te gaan totverlaging van rente van woningbouwvoorschotten zoodra deWoningwet gewijzigd zal zijn.Aanvragen om bouwvergunning, welke voor de inwerking-treding van art. H zijn gedaan, moeten worden getoetst aari hettijdens de aanvrage geldende recht. Veiligheidshalve is dit ineen nieuw lid van de Overgangsbepalingen vastgelegd.In het tweede lid van de Overgangsbepahng zijn de woorden:,,als het voorschot is afgelost" geschrapt, omdat in overeen-stemming met art. VIII, 3?., bij algemeenen maatregel van bestuurzal worden geregeld o.m. wanneer terugbetaling plaats vindt.J.De Minister van Sociale Zaken,R, SLOTEMAKER DE BRUINEDe Minister van Justitie,VAN SCHAIKDe Minister van Financien,OUDGEWIJZIGD ONTWERP VAN WETArtikel I, Aan artikel 2 van de Woningwet wordt toegevoegdeen nieuw, derde lid, luidende als volgt:3. Indien bij een goedgekeurd uitbreidingsplan of bij eengoedgekeurd plan tot herziening van een uitbreidingsplan lijnenzijn vastgesteld of herzien, die bij het bouwen aan de wegzijdeof aan de van den weg afgekeerde zijde niet mogen worden over-schreden, worden die lijnen geacht te zijn onderscheidenhjkvoorgevelrooihjnen of achtergevelrooilijnen, als bedoeld in hettweede lid van dit artikel,Artikel II. In het tweede lid van artikel 6 van de Woningwetwordt de punt aan het slot van het bepaalde onder c vervangendoor eene komma-punt; aan dat lid wordt de volgende bepahngtoegevoegd:d. indien niet wordt voldaan aan voorschriften, vastgesteldbij eene verordening van den gemeenteraad tot bescherming ofbehoud van monumenten, voor zoover deze verordeningvoorschriften bevat, welke niet begrepen zijn onder de in artikel Ibedoelde.In het vierde lid van artikel 6 worden na: ,,ontwerp van eenplan van uitbreiding" ingevoegd de woorden: of een ontwerptot herziening van een plan van uitbreiding.In het vijfde lid van artikel 6 vervallen de woorden: ,,met toe-stemming van Gedeputeerde Staten".Artikel III. Aan het eerste lid van artikel lo van de Woning-wet wordt de volgende volzin toegevoegd: Gedurende den termijnvan dertig dagen kunnen belanghebbenden bij den gemeenteraadbezwaren indienen.Artikel IV. Aan het eerste lid van artikel 14 van de Woning-wet wordt de volgende volzin toegevoegd: De krachtens hetvoorafgaande door Gedeputeerde Staten of door 0ns benoemdeambtenaren worden, voor de toepassing van de bepalingen vandeze wet en van andere wetten geacht te zijn benoemd onder-scheidenlijk door het bevoegd orgaan der gemeente of der centraiegemeente, als bedoeld in artikel 13, vijfde lid, met dien verstandeevenwel, dat zij slechts onderscheidenlijk door GedeputeerdeStaten of door 0ns kunnen worden ontslagen.Artikel V. In ? 3 van de Woningwet worden de volgendewijzigingen aangebracht:1?. a. De aanhef van artikel 18 wordt gelezen als volgt:De inspecteur kan bij met redenen omkleed advies het gemeente-bestuur woningen aanwijzen:b. Onder a van het artikel wordt voor: ,,de commissie" ge-lezen: de inspecteur.2?. In artikel 19 wordt:a, aan het slot van het eerste lid voor: ,,de gezondheids-commissie" gelezen: den inspecteur;b, het vierde lid geschrapt;c, in het vijfde lid voor: ,,dit advies" gelezen: het advies vanden inspecteur.3?. In artikel 20 wordt in het tweede lid voor: ,,der gezond-heidscommissie" gelezen: van den inspecteur, en wordt in hetderde lid voor: ,,de gezondheidscommissie" gelezen: den in-specteur.4?. In artikel 21 wordt in het eerste lid voor: ,,der gezond-heidscommissie" gelezen: van den inspecteur.5?. In artikel 22 wordt voor: ,,der gezondheidscommissie"gelezen: van den inspecteur.6?. In artikel 23 vervallen de woorden: ,,evenals de gezond-heidscommissie", wordt na: ,,uitgaan" ingevoegd: of een voor-stel tot onbewoonbaarverklaring aan den raad, en vervallen dewoorden: ,,maar zijn daarbij gehouden vooraf het advies dergezondheidscommissie in te winnen", alsmede de slotzin.7?. In artikel 24 wordt in het eerste lid voor: ,,De gezond-heidscommissie" gelezen: De inspecteur, en wordt voor: ,,dercommissie" gelezen: van den inspecteur,8?. Na artikel 24 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidendeals volgt:Artikel 24a.1. Wij behouden 0ns voor bij algemeenen maatregel van be-stuur voorschriften te geven voor de vorming en de erkenningvan woningcommissies. Eene erkenning kan te alien tijde wordeningetrokken.2. Indien in eene gemeente of in eene groep van gemeenteneene door Ons erkende woningcommissie bestaat, treedt voor detoepassing van de artikelen 18-24 die commissie in de plaatsvan den inspecteur.Artikel VI. In ? 4 van de Woningwet worden de volgendewijzigingen aangebracht:1?. In artikel 25 wordt:a. in het eerste lid voor: ,,de gezondheidscommissie" gelezen:den inspecteur.b. in het vijfde lid de komma achter: ,,Staten" vervangen dooreen punt en vervallen de daarop volgende woorden.c. in het zesde lid voor: ,,der commissie" gelezen: den in-specteur.2?. In artikel 26 wordt:a. in het eerste lid voor: ,,der gezondheidscommissie" gelezen:van den inspecteur, en wordt voor: ,,de commissie" gelezen: deinspecteur.b. in het tweede lid voor: ,,de commissie" gelezen: deninspecteur.c. in het vierde lid na: ,,gehoord" ingevoegd: indien dezeniet het beroep heeft ingesteld.3?. In artikel 29 vervallen de komma achter ,,Wethouders",de woorden: ,,de gezondheidscommissie gehoord" benevens dekomma achter die woorden.4?. In het eerste lid van artikel 32 wordt voor: ,,de gezond-heidscommissie" gelezen: den inspecteur.5?. Na artikel 32 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidendeals volgt:Artikel 32a.Het bepaalde in art. 24a is van toepassing met dien verstande,dat voor de artikelen 18-24 in de plaats treden de artikelen 25,26 en 32.Artikel VII. In de artikelen 79, 80 en 81, voorkomende in,,? 6. Onteigening" van de Woningwet worden de volgendewijzigingen aangebracht:1?. Het tweede lid van artikel 79 wordt gelezen als volgt:In het geval, omschreven bij artikel 77, 1?., voegen Burgemeesteren Wethouders bij de stukken een beredeneerd verslag aangaandeden toestand der woningen, met opgaaf van de te onteigenengebouwen, welke alsnog aan voor bewoonbaarheid noodzakelijkevereischten voldoen.2?. In het vijfde lid van artikel 80 vervallen aan het slot dewoorden: ,,der gezondheidscommissie".3?. In den tweeden volzin van artikel 81 wordt voor: ,,degezondheidscommissie" gelezen: den inspecteur.Artikel VIII. In artikel 52 van de Woningwet worden devolgende wijzigingen gebracht:1?. het tweede lid wordt gelezen als volgt:2. Dit raadsbesluit wordt binnen dertig dagen na zijne dag-teekening aan Onzen Minister, belast met de uitvoering van dezewet, medegedeeld. Het behoeft zijne goedkeuring, wanneer voorde uitvoering ervan voorschotten of bijdragen uit 's Rijks kasniet worden verleend,2?. In het derde lid vervalt het woord ,,gelijke" voor ,,jaar-termijnen" en wordt na de komma achter ,,annuiteiten" inge-voegd: die voor zekere perioden kunnen worden vastgesteld.3?. Aan het derde lid worden de volgende volzinnen toege-voegd: De bijdragen worden alleen verleend onder voorwaardevan terugbetaling; bij den algemeenen maatregel van bestuur,bedoeld in het eerste lid, wordt geregeld wanneer, op welke wijzeen onder welke voorwaarden terugbetaling plaats vindt.4?. Aan het artikel wordt een nieuw, vijfde, lid toegevoegd,luidende als volgt:5. Het bepaalde in het tweede lid is mede van toepassing opeen besluit van den gem.eenteraad, waarbij de gemeente zichverbindt tot of zekerheid of waarborg geeft voor de voldoeningvan rente en aflossing van kapitaal voor den aankoop van grondof voor den aankoop of den bouw van woningen, dat door een vande lichamen, genoem_d in het eerste lid, is of zal worden geleend.De tweede volzin van het vijfde lid van artikel 55 vervalt.Artikel IX. Na artikel 55 van de Woningwet, wordt een nieuwartikel ingevoegd, luidende als volgt:Artikel 55a.Wij behouden Ons voor, bij algemeenen maatregel van bestuurvoorschriften te geven, die in acht moeten worden genomen:1?. bij de toepassing door het bestuur van eene gemeente vanhet bepaalde in een van de artikelen 51, 53 of 54;2?. bij het beheer door vereenigingen, vennootschappen,stichtingen of andere lichamen van de met voorschot, al of nietdoor de gemeente, al of niet krachtens deze wet door de gemeenteverleend, of onder dezer verbintenis, zekerheidstelling of waar-borg verkregen of nog te verkrijgen goederen, nadat het voorschotzal zijn afgelost of de verbintenis, zekerheidstelling of waarborgvan de gemeente is geeindigd;3?. bij het beheer van woningen door de gemeente.Artikel X. In het tweede lid van artikel 56 van de Woningwetwordt voor: ,,gelijke annuiteiten", gelezen: jaartermijnen ofannuiteiten, die voor zekere perioden kunnen worden vastgesteid.Artikel XL Aan het eerste lid van artikel 57 van de Woning-wet wordt het volgende toegevoegd:Bijdragen, als bedoeld in het derde lid van artikel 56, wordenalleen verleend onder voorwaarde van terugbetaling overeen-komstig hetgeen te dien aanzien is bepaald krachtens het derdelid van artikel 52.Artikel XII. In artikel 65 van de Woningwet worden na dewoorden: ,,in strijd met" ingevoegd de volgende woorden: deingevolge artikel 73, tweede lid, gestelde eischen of met.Artikel XIII. Artikel 77 van de Woningwet vervalt.Overgangsbepalingen.1. Op verzoeken om bouwvergunning, die bij Burgemeesteren Wethouders zijn ingekomen, voordat deze wet in werking isgetreden, wordt beslist naar het recht, dat gold voor even bedoeldtijdstip.2. Wij behouden ons voor, bij algemeenen maatregel vanbestuur:1?. de aflossing van voorschotten van het Rijk, waarvoorrente en aflossing worden voldaan in gelijke annuiteiten, te ver-anderen in betaling van jaartermijnen of van gedurende zekereperioden gelijk blijvende annuiteiten met betrekking zoowel totde aflossing door het lichaam, dat de woningen in eigendomheeft, aan de gemeente, als tot de aflossing door de gemeenteaan het Rijk;2?. eene bestemming ten bate van de verbetering van de yolks-huisvesting of van dekking van tekorten op de exploitatie vanwoningen, gebouwd met overheidssteun, vast te stellen voorbatige saldi, die verkregen zijn of worden met de exploitatie vanwoningen, gebouwd met krachtens de Woningwet verleendensteun en te bepalen, dat die batige saldi geheel of ten deelezuUen worden gestort in een gemeenschappelijk fonds tot ver-betering van de volkshuisvesting, dat door het bestuur der ge-meente wordt beheerd en gebruikt overeenkomstig regelen, doorOns vastgesteid.3. Batige saldi, als in het vorige lid bedoeld, worden, over-eenkomstig bij algemeenen maatregel van bestuur vast te stellenvoorschriften, geheel of ten deele aangewend tot terugbetalingaan het Rijk en aan de gemeente van jaarlijksche bijdragen, welkedoor het Rijk en door de gemeente voor de exploitatie van woningenzijn verleend, voor dat deze wet in werking trad.Slotbepaling.Deze wet treedt in werking met ingang van een door Ons tebepalen dag.Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden ge-plaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten,Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeungeuitvoering de hand zullen houden.De Minister van Sociale Zaken,De Minister van Justitie,De Minister van Financien,AMENDEMENTENAMENDEMENTEN VAN DEN HEER VLIEGEN C.S.Ingezonden 28 Februari 1934.Ondergeteekenden hebben de eer de navolgende amendementenvoor te stellen:A. Art. VIII, 3e, te lezen als volgt:Aan het derde lid worden de volgende volzinnen toegeovegd:,,Een bijdrage wordt alleen verleend onder Voorwaarde, dat,indien de financieele toestand der vereeniging, vennootschapof stichting hiertoe aanleiding geeft, zij kan worden mgetrokkenen, voorzoover uitgekeerd, geacht worden te zijn verstrekt bijwijze van renteloos voorschot; bij den algemeenen maatregelvan bestuur, bedoeld in het eerste lid, wordt geregeld wanneer.op welke wijze en onder welke voorwaarden terugbetaling vanzoodanig Voorschot plaats vindt."B. Art. XI te lezen als volgt:Artikel 57 van de Woningwet wordt gelezen als volgt:,,i. Bij algemeenen maatregel van bestuur worden regelengesteld met betrekking tot:1?. de wijze, waarop en de voorwaarden, waaronder geldelijkesteun, als bedoeld in het voorgaand artikel, wordt verleend;2?. de wijze, waarop aan organisaties van lichamen, als bedoeldin artikel 52, eerste lid, gelegenheid wordt gegeven haar gevoeiente doen kennen met betrekking tot de deze lichamen betreffendealgemeen verbindende voorschriften.2. Bijdragen, als bedoeld in het derde lid van het voorgaandeartikel, worden alleen verleend onder de voorwaarden overeen-komstig hetgeen te dien aanzien is bepaald krachtens het derdelid van artikel 52.3. Van het verleenen van geldelijken steun, als bedoeld in hetvoorgaand artikel, wordt telkens mededeeling gedaan in deStaatscomant."C. Overgangsbepalingen.Aan het tweede lid, le, wordt, met vervanging Van de komma-punt door een komma, toegevoegd:,,in die gevallen, waarin daarvoor toestemming van de gemeenteen van het lichaam, dat de woningen in eigendom heeft, wordtverkregen".In het tweede lid, 3e, worden na de woorden: ,,vast te stellenvoor" ingevoegd de woorden: ,,een gedeelte der".In dezelfde alinea komen de woorden: ,,geheel of" te vervallen.In het derde lid komen de woorden ,,geheel of" te vervallen.VLIEGEN.DREES.DROP.CRAMER.FABER.THIJSSEN.K. TER LAAN.KUPERS.VAN DER HEIDE.IJZERMAN.AMENDEMENT VAN DEN HEER KUIPER C.S.Ingezonden i Maart 1934.Ondergeteekenden hebben de eer het navolgende amendementvoor te stellen:Aan de Slotbepaling wordt de volgende alinea toegevoegd:,,Artikel IX vervalt met ingang van den eersten Januari 1940."KUIPER.KAMPSCHOER.LOERAKKER.STEINMETZ.VAN DE BiLT.MEIJER.ENGELS.VAN KOEVERDEN.DHOESEN.IJSSELMUIDEN.AMENDEMENT VAN DEN HEER SMEENK C.S.Ingezonden i Maart 1934.Ondergeteekenden stellen voor, aan de Slotbepaling een tweedealinea toe te voegen, luidende:Zoodra de heerschende buitengewone omstandigheden hebbenopgehouden te bestaan, doch in ieder geval voor i Januari 1940,zal aan de Staten-Generaal een voorstel van wet worden ge-daan, houdende intrekking van de artikelen VIII, IX, X, XIen XII van deze wet, alsmede een regeling nopens den over-gang tot den normalen toestand.SMEENK.GOSEHNG.KATZ.KUIPER.KAMPSCHOER.SCHOUTEN.RUTGERS.TERPSTRA.AMELINK.WEITKAMP.TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING(Ingezonden bij brief van 5 Maart 1934)In het gewijzigd ontwerp van wet worden de volgende wijzi-gingen gebfacht.ARTiKEL VIII wordt gelezen als volgt:In artikel 52 van de Woningwet wofden de volgende vifijzigingengebracht:1?. De laatste volzin van het tweede lid vervalt.a?. In het defde lid vervalt het woord ,,gelijke" voor ,,jaar-tertnijnen" en wordt na de komma achter ,,annuiteiten" inge-voegd:die voor zekere perioden kunnen worden vastgesteld.3?. Aan het derde lid worden de volgende volzinnen toegevoegd:De bijdragen worden alleen verleend onder voorwaarde vanterugbetaling; bij den algemeenen maatregel van bestuur, be-doeld in het eerste lid, wordt geregeld wanneer, op welke wijzeen onder welke voorwaarden terugbetaling plaats vindt.Na artikel VIII worden ingevoegd drie nieuwe artikelen,luidende als volgt:ARTIKEL VIII ANa artikel 52 van de Woningwet wordt een nieuw artikel inge-voegd, luidende als volgt:Artikel 52a1. Burgemeester en Wethouders zenden van een besluit, alsbedoeld in artikel 53, eerste lid, dat zij ingevolge het tweedelid van dat artikel aan de goedkeuring van Gedeputeerde Statenmoeten onderwerpen, een afschrift met een exemplaar van dedaarbij behoorende stukken aan den inspecteur, tegelijkertijdmet de toezending van het besluit aan Gedeputeerde Staten.2. De inspecteur kan bij Gedeputeerde Staten bezwareninbrengen binnen dertig dagen na de ontvangst van het afschrift.De inspecteur geeft van het indienen van bezwaren kennis aanBurgemeester en Wethouders.3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen twee maanden nade ontvangst van het raadsbesluit en zenden onverwijld eenafschrift van hunne beslissing aan den inspecteur, indien dezebezwaren heeft ingebracht.4. De inspecteur kan, indien hij bezwaren heeft ingebracht,van de beslissing van Gedeputeerde Staten binnen veertiendagen na de ontvangst van het afschrift daarvan bij 0ns in beroepkomen. Hij geeft van het instellen van beroep kennis aan Burge-meester en Wethouders.5. Het besluit van Gedeputeerde Staten blijft buiten werkinggedurende den terrrujn voor het beroep en, indien beroep isingesteld, gedurende de behandeling van het beroep.6. Het bepaalde in dit artikel vindt overeenkomstige toepassingten aanzien van een besluit van den gemeenteraad, waarbij degemeente zich verbindt tot of zekerheid of waarborg geeft Voorde voldoening van rente en aflossing, of van een van deze beide,van kapitaal voor den aankoop van grond of voor den aankoopof den bouw van woningen, dat door een van de lichamen, ge-noemd in het eerste lid van artikel 52, is of zal worden geleend.ARTIKEL Vm BIn de artikelen 53 en 54 van de Woningwet wordt aan hetlaatste lid toegevoegd:Het bepaalde in artikel 52a vindt overeenkomstige toepassing.ARTIKEL VIII CDe tweede volzin van het vijfde lid van artikel 55 van de Woning-wet vervalt.TOELICHTINGArtikel VIII. Door de aanneming van het amendement vanden heer VLIEGEN, dat strekte tot schrapping van het voorstelonder 1?., blijft de bestaande tekst van artikel 52, 2de lid, vande wet behouden. Het bepaalde onder 4?. moet thans ook ver-Vallen.Inverbandmethetgeeninartikel VIIIA in de Nota van Wijzigingwordt voorgesteld, moet in artikel VIII worden opgenom.enschrapping uit het 2de lid van artikel 52 van de bepaling, diebetrekking heeft op vernietiging van het besluit van GedeputeerdeStaten, omdat een regeling voor de vernietiging van een beroep,als onder artikel VIIIA wordt voorgesteld, onnoodig is. Duide-lijkheidshalve is het gewijzigde artikel VIII in de Nota Van Wijzi-ging VoUedig opgenomen.Artikel VIII A. Hoewel het centraal toezicht in artikel VIIIis vervallen, blijft de Regeering .overtuigd van de groote wen-schelijkheid, dat m.et name in dezen tijd het centraal gezag in degelegenheid zij, al te groote afwijkingen van zijn beleid in zakede Woningwet te keeren. De Regeering heeft daarom gezochtnaar een anderen weg, die de bedoelde gelegenheid biedt. Zijm.eent den besten weg gevonden te hebben in een nieuw artikel52a, dat ontworpen is in analogie met artikel 35 van de Armenweten artikel 22 van de Vleeschkeuringswet. Dat artikel bevat devolgende regeling. Van de bedoelde raadsbesluiten zenden burge-meester en wethouders afschrift met een exemplaar van de daarbijbehoorende stukken aan den inspecteur. Deze kan bezwaren bijGedeputeerde Staten inbrengen binnen dertig dagen na de ont-vangst van dat afschrift. Gedeputeerde Staten zenden van hunbeslissing een afschrift aan den inspecteur, indien deze bezwarenheeft ingebracht. De inspecteur kan bij de Kroon in beroep komen.Artikel VIIIB. Dit artikel is een voor de handliggendg conse-quentie van artikel VIIIA.Artikel VIIIC. Dit artikel behelst het laatste lid van het oor-spronkelijke artikel VIII.De Minister van Sociale Zaken,J. R. SLOTEMAKEE DE BRUINE.GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DEN HEER SMEENK C.S.(Ter vervanging van het ingezondene i Maart 1934.)Ingezonden 14 Maart 1934.Ondergeteekenden stellen voor aan de Slotbepaling een tweedealinea toe te voegen, luidende:Zoodra de heerschende buitengewone omstandigheden hebbenopgehouden te bestaan, doch in ieder geval voor i Januari 1940,Zal aan de Staten-Generaal een voorstel van wet worden gedaan,houdende intrekking van de artikelen VIIM, VIIIB en IX vandeze wet, alsmede een regeling nopens den overgang tot dennormalen toestand.SMEENKGOSELINGKATZKUIPERKAMPSCHOERSCHOUTENRUTGERSTERPSTRAAMELINKWEITKAMPMAANDBLAD 15= JAAROANG NO. 3 MAART 1934TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllHIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllORQAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING ENSTEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGENREDACTIE: H. P. J. BLOEMERS, J. BOM-MER, J. DouwES JR., MR. D. HUDIG, JHR.M. J. I. DE JONGEVAN ELLEMEET, IR. P.BAKKER SCHUT, IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS: J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L, VAN DER WAL, D.E. WENTINKADRES DER REDACTIE ENADMINISTRATIEKLOVENIERSBtnJGWALyo, AMSTERDAM CPOSTREKENING NO. 29080REDACTIE VAN DE RUBRIEK,,UIT DEN KRING DER BOUW-VEREENIGINGEN",,HET NlEUWE Huis" (KAMER 170)ROELOF HARTPLEIN 4 - AMSTERDAM Z-- ADVERTENTIES --v. MUNSTER'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM WABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN ?7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f I.-INHOUD: Officieele Mededeelingen -- De eisch van een doucheruimte in de Amsterdamsche Bouwverordening ende kosten daardoor veroorzaakt door Ir. M. E. H. Tjaden -- Het onderhoudsbedrag voor Woningwetwoningen door J.Bommer -- De nieuwe Duitsche wet op woongebieden door Dr. Ing. Ph. A. Rappaport -- Behouden of scheppen? door Dr.Ir. J. T. P. Byhouwer -- Enquete naar de gevolgen van de van rijkswege voorgeschreven korting op de onderhouds-kosten van Woningwetwoningen over 1933/34 ^^ "^^i" de vermoedelijke gevolgen van een definitieve herziening van denonderhoudspost door J. B. -- Binnenland -- Uit den Kring der Bouwvereenigingen -- Overzicht van tijdschriften -- Boek-besprekingen -- Nieuwe aanwinsten van de bibliotheek -- Wetten, Kon. Besluiten enz., Rechtspraak -- Kantteekeningen.OFFICIEELE MEDEDEELINGENNEDERLANDSCH INSTITUUTCONTRIBUTIE I934Naar aanleiding van ons verzoek heeft een groot deelonzer leden de contributie over 1934 gegireerd. Wijzouden het zeer op prijs stellen indien de leden, diehiertoe nog niet overgingen, hun contributie alsnogzouden willen overmaken opdat innings- en admi-nistratiekosten kunnen worden vermeden.NATIONALE WONINGRAADNIEUWE LEDENSedert de vorige opgave is als lid van den NationalenWoningraad toegetreden de Bouwvereeniging ,,Dockum"te Dockum. De Woningraad telt momenteel 393 ledenmet 94.283 woningen.ONDERHOUD VAN WONINGWETWONINGENDe Nationale Woningraad heeft een enquete ingesteldbij de besturen der Woningbouwvereenigingen naar degevolgen van de van Rijkswege voorgeschreven kortingop het onderhoudsbedrag van Woningwetwoningenover het annuiteitsjaar 1933/34 en naar de vermoedelijkegevolgen van een definitieve herziening Van den onder-houdspost. De uitkomsten van deze enquete, welkeelders in dit nummer besproken worden, zijn ter kennisvan de Regeering gebracht.DE EISCH VAN EEN DOUCHERUIMTEIN DE AMSTERDAMSCHE BOUWVER-ORDENING EN DE KOSTEN DAARDOORVEROORZAAKTBij besluit van 15 Februari 1933 werd door den ge-meenteraad aangenomen het voorstel van Burgemeesteren Wethouders, om in de Bouwverordening den eischvan een doucheruimte in woningen op te nemen; ditbesluit werd door Gedeputeerde Staten van NoordHolland op 11 October 1933 goedgekeurd.Ook reeds voor de opname in de bouwverordeningwerd bij bouw op erfpachtsgrond in sommige gedeeltender gemeente het maken van een doucheruimte ver-plichtend gesteld (welke verplichting, zooals van zelfspreekt, vervalt, indien een badkamer wordt gemaakt).Daarbij is gebleken dat met betrekkelijk geringe kosteneen doucheruimte in de gebruikelijke woningtypen kanworden ondergebracht; dit had tengevolge dat ver-scheiden particuliere woningbouwers uit eigen beweging30 ARTIKELENVERDILPinCtttAfb. I'ERaewtiGEhAfb. 2ertoe overgingen ook op particulieren grond eendouche- of badruimte in de door hen gebouwde woningenop te nemen. Men plaatste zich daarbij op het ge^ondestandpunt dat een ^ekere toeneming in wat men noemt,,waterbeschaving" niet te ontkennen vak; dat deze toe-neming eer sterker dan zwakker zal worden, en dat eenwoning een object is, dat toch zeker op een loo-jarigelevensduur mag rekenen. Terwijl men dus in de toekomsteen eventueel gemis aan een doucheruimte sterker zslgaan voelen, zullen de kosten onevenredig hooger worden,als men in een bestaande woning deze ruimte daarin wilaanbrengen; in vele gevallen, bij de kleine woningtypen,Zal het ?elfs praktisch onmogeiijk zijn!De bepahngen gelden in hoofdzjaak voor nieuwbouw;voor zoover de totstandkoming eenvoudig te verwezen-lijken is, kunnen zij ook voor her- of verbouw toegepastworden, doch hiervan is vrijstehing mogeHjk. En ookvoor nieuwboijw gelden zij niet, als geen aansluitings-mogelijkheid bestaat, of aan de waterleiding, of aan denoodzakelijke warmtebron, dus aan de gas- of electrici-teitsleiding, hetgeen op meer afgelegen plaatsen het gevalkan zijn.Voorts wordt alleen de ruimte geeischt en aansluitings-mogelijkheden; de douche-apparaten zelve worden nietgeeischt. Indien de huisbaas deze niet aanbrengt en dehuurder ze niet voor eigen rekening aanschaft, zal aan-vankelijk het doel niet verwezenlijkt worden, dochis een zeer bruikbare kast- of waschruimte aanwezig,welke in de veelal zeer beperkte woonruimte lang geenoverbodige luxe is.Uit den aard der zaak zijn de voorgeschreven matentot minima beperkt en ten slotte heeft men uit econo-mische overwegingen zelfs het standpunt ingenomen,dat douche en W.C. in een gemeenschappelijke ruimtemogen worden opgenomen, zoodat de (alsdan tijdelijkgebarricadeerde) W.C. als kleedruimte voor de douche-ruimte kan dienen.Den feitelijken eisch vindt men in een aanvuUing vanart. 147, waarbij nu naast de reeds genoemde onder-deelen, die een woning moet bevatten, een doucheruimteof een badruimte is toegevoegd.De nadere omschrijving vindt men in de artikelen 183aen 183b en luidt als volgt:ART. 183A:,,De horizontale afmetingen van een doucheruimtemoeten ten minste zijn i m bij 0.90 m, en de hoogtedaarvan moet ten minste 2.40 m zijn.Een doucheruimte, niet toegankelijk uit een vertrek,moet toegankelijk zijn uit een kleedruimte met horizon-tale afmetingen van ten minste i m bij 0.90 m en eenhoogte van ten minste 2.40 m.In de doucheruimte moeten aanwezig zijn, op doel-matige wijze, ter beoordeeling van Burgemeester enWethouders, aangebracht:a. een waterdichte vloer, voorzien van een doorgaandenopstaanden kant, hoog ten minste 6 cm;b. een waterdichte wandbekleeding, hoog ten minste1.50 m;c. een gelegenheid tot afvoer van badwater;d. een gelegenheid tot aansluiting aan de waterleiding;e. een gelegenheid tot aansluiting aan gasleiding enelectriciteitsleiding ten behoeve van een toestel totverwarming van badwater, voor zoover een aanslui-ting, naar het oordeel van Burgemeester en Wet-houders, mogelijk is;f. een ventilatiekoker met een binnenwerksche door-snede van ten minste 2 dm^, opgaande tot ten minste0.50 m boven het dak. Deze koker mag voor ver-schillende woningen niet gemeenschappelijk zijn;g. een gelegenheid tot aansluiting van een electrischelamp of een gaslamp.Indien de doucheruimte een deur heeft, moet dezevoorzien zijn van een lekdorpel.Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, vrijstellingte verleenen van het voorschrift van het vierde lid, ondere, wanneer op andere wijze behoorlijk in de leveringvan warm water zal worden voorzien."ART. 183B:,,Een badruimte moet een vloeroppervlak hebben vanten minste 3 m^ en een hoogte van ten minste 2.40 m.In deze ruimte moeten aanwezig zijn, op doelmatigewijze, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders,aangebracht:a. een waterdichte vloer, voorzien van een doorgaandenopstaanden kant, hoog ten minste 4 cm;b. een waterdichte wandbekleeding, hoog ten minste1.50 m;c. een gelegenheid tot afvoer van badwater;d. een gelegenheid tot aansluiting aan de waterleiding;e. een gelegenheid tot aansluiting aan gasleiding en elec-triciteitsleiding ten behoeve van een toestel tot ver-warming van badwater, voor zoover een aansluiting,naar het oordeel van Burgem^eester en Wethouders,mogelijk is;f. een ventilatiekoker ten behoeve van den afvoer vanverbrandingsgassen, met een binnenwerksche door-snede van ten minste 0.8 dm^ opgaande tot ten minste0.50 m boven het dak en een gelegenheid tot afvoervan wasem naar de buitenlucht, met een binnenwerk-sche doorsnede van ten minste 2 dm^. Deze gelegen-heid tot afvoer van verbrandingsgassen en die tot af-voer van wasem mogen niet gemeenschappelijk zijn;evenmin mogen zij dienen voor meer dan een woning;g. een gelegenheid tot aansluiting van een electrischelamp of een gaslamp.Indien de badruimte een vloeroppervlak heeft van 4of meer m^, moet zij tevens voldoen aan de eischen, aanvertrekken gesteld, tenzij in deze ruimten een badkuipAHTIKELEN 31is ingemetseld, welke is aangesloten op de gelegenheidtot afvoer van badwater.Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, vrijstellingte verleenen:a. van het voorschrift van het tweede lid onder a en b;b. van het voorschrift van het tweede lid onder e, wanneerop andere wijze behoorlijk in de levering van warmwater zal worden voorzien."KOSTENUit den aard der zaak zal de eisch van het maken vandoucheruimten kosten met zich brengen en in dezentijd van versobering is het alleszins noodzakelijk zichvan de hoegrootheid daarvan rekenschap te geven, ten-einde de vraag te kunnen beantwoorden of de?e eischeconomisch verantwoord is.Vooropgesteld mag worden dat de eisch van eendoucheruimte geen desorganiseerenden invloed uitoefentop een normale woningindeeling, en geen abnormalevergrooting van het perceel forceert. Zelfs niet bij deminimum-woning, die volgens de bouwverordening moge-lijkis; hiervoor toch wordt geeischt een minimum netto-vloeroppervlak van 34 m^; daar voorts geeischt wordtdat voorhanden zijn: een kamer van ten minste 16 m^,een kamer van ten minste 10 m^, een keuken van ten-minste 4 m^ en een privaat van tenminste 0.80 m^, is,wanneer (zooals zeer wel mogelijk is) deze maten nietworden overschreden, nog voorhanden een oppervlaktevan 34- (i6 + io+4+o.8) = 3.2 m* tebezigenvoorkastenen douche-ruimte, hetgeen bij een logische indeelingder woning voldoende is te achten, Zelfs in de minimum-woning volgens de Bouwverordening kan dus, bij eenbehoorlijken opzet van den plattegrond, zeker een doucheworden aangebracht zonder het voorgeschreven minimum-oppervlak der woning te overschrijden Nu wordt deminimum-woning in eenig beteekenend aantal niet ge-bouwd, zeker niet in den nieuwbouw. Wij kunnen devraag dus terugbrengen tot dit punt: voor welke extra-kosten komt in de gebruikelijke woningtypen de bouw-ondernemer te staan als gevolg van den nieuwen eischder bouwverordening, welke het maken van een douchevoorschrijft'?Hiertoe is als uitgangspunt genomen een woningtype,breed 6.10 m, zooals in den nieuwbouw gebruikelijk,en diep zonder veranda 9.67 m. Deze laatste maat isgering te noemen, het type is dus klein, de invloed vande douche-kosten dus betrekkelijk groot. Het bevatbeneden drie kamers en keuken, op de verdiepingen vierkamers en keuken, zie afb. i.In dit type, zooals het voor de wijziging der bouwver-ordening zonder douche mocht worden gebouwd, is nuop drie verschillende manieren een doucheruimte onder-gebracht.Oplossing I. Hier is de douche gemaakt naast hetprivaat in de groote slaapkamer. Deze oplossing is deeenvoudigste.Men kan volstaan met een ventilatiekoker voor W.C.en douche, er is geen afzonderlijke kleedruimte noodig,daar de douche in een slaapkamer uitkomt, en de aan-sluiting aan de waterleiding en de rioleering is, door hetonmiddellijk naast elkaar gelegen zijn van douche enprivaat, zeer weinig kostbaar. De slaapkamer blijft ruimtebieden voor het tweepersoonsbed, Deze oplossing heeftVEPDIEPINCEM.Afb. 3vtRDiEPiMcenAfb. 4dus geen vergrooting van het woningoppervlak ten gevolge.Zie afb. 2.Oplossing 11. Hier is de douche eveneens in de grooteslaapkamer ondergebracht, doch aan de keukenzijde. Uitbewoningsoogpunt heeft deze oplossing geen grootverschil met oplossing I. De keuken wordt hier lets meerverkleind, de groote slaapkamer houdt daarentegen vrij-wel dezelfde oppervlakte als bij het type zonder douche.Hier moet een extra-ventilatiekoker worden gemaakt,daar de douche niet met het privaat kan worden gecom-bineerd, terwijl voor aansluiting van leidingen een ietsgrootere lengte noodig is. Deze oplossing is derhalveeenigszins duurder dan oplossing I, doch leidt evenmintot vergrooting van het woningoppervlak. Zie afb. 3.Oplossing III. Hier is de bestaande woonruimte enindeeling geheel ongewijzigd gelaten en is alleen de lange,smalle slaapkamer naar achteren geschoven door eenplaatselijken uitbouw, Deze oplossing is wederom ietsduurder dan de vorige; de aansluitende leidingen zijnlanger, doch bovendien wordt het woningoppervlak ver-groot, evenwel slechts met 2 m^. Zie afb. 4.Uit de gegeven oplossingen blijkt duidelijk dat hetzeer wel mogelijk is de douche onder te brengen zondervergrooting van het woningoppervlak en dat, als men ditwoningoppervlak toch wil vergrooten, men met 2, m^zeer wel kan volstaan.Thans over de kostenberekening. Aan de hand van totstand gekomen uitvoeringen, bedragen de kosten van dedouchecel in oplossing I:Granitovloer ......................Waterdichte wandbepleistering .......Afvoer ............................Koperen plug, stankafsluiter ........Electra (gemeenschappelijk met W.C.)..Aanvoer water .......................Deur met kozijn, met afwerking enz.Slot en scharnieren .................DrijfsteenAfpleisteren ........................Gas.. / 6.506.406.-5.-2.504.-17.502.104.805.604.6032 AMriCELENVoor oplossing II zijn de kosten door extra ventilatie-koker en iets langere leiding te stellen op / 85.-.Voor oplossing III zijn weder langere leidingen noodig:stel de kosten derhalve op / 90.-.In geval III komen nu hierbij de kosten voor denbouw van de eigenlijke ruimte voor de douche. Nadat debovenaangeduide onderdeelen in rekening zijn gebracht,is het duidelijk dat de kosten per m^ van de^e ruimtezeker wllen liggen beneden den gemiddelden prijs perm^ van de geheele woning. Deze is voor Amsterdamherhaalde malen beneden de /10.- geweest; stellen wedus de kosten van de doucheruimte op / 10.- per m^,dan is dit 2;eker heel veilig en aan den hoogen kant. Voorhet benoodigde oppervlak van 2 m^, komen dus 2x3 =6 m^ a / 10.- = / 60.-.Voor rente en afschrijving der bouwkosten en onder-houd stellen we het percentage op 8, zoodat de jaarlijk-sche kosten voor den bouwondernemer in de gevallen I,II en III respectievelijk komen op: 0.08x65, 0.08x85en/of 0.08 X (90+60) of / 5,20, /6.80 en / 12.-. Daarbijkomen nu nog de kosten voor de ,,waterleiding", zijndevolgens het thans nog geldende tarief /2.-. De kostenvoor het warme water komen uit den aard der zaak nietvoor den huiseigenaar; doch 00k de huurder M1 hiermedeniet extra belast worden, daar hij toch 00k 2;onder douche,een min of meer belangrijke hoeveelheid warm watervoor lichaamsreiniging noodig zal hebben.Voor den bouwondernemer komen we dus tot onder-staande totaalkosten:Oplossing IOplossing IIOplossing IIIPer week14 cent17 cent27 centDe meerdere kosten voor den huurder hangen na-tuurlijk af van het al dan niet gebruik maken van demogelijkheid tot het nemen van douchebaden; in heteerste geval voorts van verschillende omstandigheden:de soort van verwarming (electriciteit of gas), de veel-vuldigheid van het gebruik, enz.Nemen we electrische verwarming en een gezin, datbestaat uit man, vrouw en twee kinderen, die elk perweek een douchebad nemen en rekenen we met een tien-jarige afschrijving voor een 40 L. nachtstroomreservoir,dan bedragen de kosten per week voor afschrijving,water en stroom, achtereenvolgens circa 22, 2 en 8 cent,tezamen circa 32 cent, en worden de totaalkosten perweek dus voor:Oplossing IOplossing IIOplossing III14 + 32 = 46 cent17 + 33 = 49 cent27 + 32 = 59 cent.Stelt men hier nu tegenover dat, bij afwezigheid vandoucheruimten in de eigen woning, de gemeentelijkeoverheid het zich tot taak stelt door openbare badhuizenin deze leemte te voorzien, dan mag niet uit het oogverloren worden dat dit aan de gemeenschap heel watduurder komt. Indien per gezin vier baden per week wor-den genomen in een openbaar badhuis tegen een tarief, datniet te hoog mag zijn (omdat het gebouw anders geheelrenteloos zou komen te staan!), en dus gesteld wordt op10 cent per persoon, dan zijn de werkelijke kosten ruimhet dubbele, zoodat de gemeente hetzelfde bedrag van40 cent, hetwelk het gezin moet betalen, voor deze vierpersonen er nog eens bij moet passen!Daarbij komt dan nog dat de mogelijkheid om ineigen huis een douche te nemen, verschillende voor-deelen met zich brengt; men is bijv. geheel vrij in debepaling van het tijdstip voor deze manipulatie; in bad-huizen is men aan een rooster gebonden, terwijl in despitsuren het gedwongen wachten een inconvenient is;een gevoelsoverweging is voorts dat men de badcelalleen met zijn eigen huisgenooten behoeft te deelen,terwijl 00k de onmiddellijke beschikbaarheid tot gebruikstimuleert; tenslotte biedt de installatie de mogelijkheidvan warmwaterleverantie voor huishoudelijk gebruik.Het bovenstaande moge bijdragen om 00k dit stukjeverbetering der volkshuisvesting in het juiste licht tezien en eventueel te verdedigen tegen aanvallen vandiegenen, die meenen dat in de tegenwoordige tijdsom-standigheden deze verbetering een te zwaren last zoubeteekenen.M. E. H. TjADENHET ONDERHOUDSBEDRAG VOOR WO-NINGWETWONINGENElders in dit nutnmer treft men aan de vragen van het Kamer-lid Vliegen betreffende de van Regeeringswege voorgeschrevenvermindering van den onderhoudspost voor Woningwetwoningenen het antwoord van den Minister van Sociale Zaken.Dit antwoord is niet zondef verrassingen. In de eerste plaatsblijkt dat de voorgeschreven vermindering van het onderhouds-bedrag bedoeld is voor alle met Rijkssteun ingevolge de Woning-wet gebouwde woningen, dus niet alleen voor de woningen metbijdrage, doch ook voor de woningen met een dekkende exploi-tatie. In dit verband woidt verwezen naar de Memorie van Toe-lichting en de Memorie van Antwoord op de jongste Staatsbe-grooting.Nu hebben wij destijds bij de lezing van dege stukken heelemaalniet den indruk gekregen, dat het hier ging om een maatregel,welke ook zou gelden voor woningen, bij welker exploitatie hetRijk niet onmiddellijk financieel is betrokken. Integendeel, dekorting op het onderhoud wordt daar zoodanig toegelicht, dat mengeen anderen indruk krijgt dan dat het hier gaat om een bezuini-gingsmaatfegel voor het Rijk, die uit den aard der zaak alleen ge-troffen kan worden voor de woningen met Rijksbijdragen. Aldushebben, blijkens het Voorloopig Verslag, ook de leden van deTweede Kamer de zaak opgevat.Er waren nog andere redenen, waarom geen twijfel behoefdete rijzen aan de bedoeling van de Regeering. De eerste vloeit voortuit de overweging, dat een dergelijke maatregel voor de woningenmet een dekkende exploitatie geen zin heeft, indien de voorge-schreven korting niet aan de huren ten goede komt. Dit is bijeen korting voor een jaar uiteraard niet mogelijk. De tweede berustop het inzicht, dat de Regeering niet beschikt over de bevoegd-heid om zulk een korting voor woningen zonder bijdragen ge-biedend voor te schrijven.Intusschen blijkt thans dat de Minister zelf hierover een anderemeening heeft, Blijkens het antwoord op de tweede vraag achthij zich in deze wel degelijk bevoegd en hij verwijst den vragen-steller hiervoor naar artikel 26, tweede lid, van het Woningbesluit,hetwelk als volgt luidt:,,Onze Ministers van Arbeid, Handel en Nijverheid en vanFinancien stellen regelen vast voor het toezicht op het gebruikvan de voorgeschoten gelden en op de exploitatie van de met diegelden verkregen bezittingen."Wij achten dit antwoord allerminst overtuigend. Stel dat een be-roep op dit artikel in dit verband zou opgaan (hetgeen wij ontken-nen), dan nog zou blijken dat de voorgeschreven korting inderdaadniet steunt op eenige wettelijke bevoegdheid. Want de korting isvoorgeschreven door den Minister van Sociale Zaken alleen,terwijl het aangehaalde artikel de handteekening van twee Minis-ters verlangt.ARTIKELEN 33Afgescheiden hiervan echter meenen wij dat bovenstaandartikel in deze in het geheel
Reacties