^TUDSCHRIFTVOOREt![yOLKSHUISVESTINGj3EN STEDEBOUWE'ORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN16' JAARGANG SEPTEMBER1935 N? 94N.V. VAN mUNSTER'S UiTGEVERS MAATSCHAPPiJ - HAARLEMMERWEQ B 378 - AMSTERDAM (W.)5!^=!i^WANDGEDIERTEn^ ^,r-%VoTMl5SSS!WLKHTIMQEIIDIAMETANHIT aEVAARLOOZE VEReANHIMMIDDEL TCRVERDCLama VAN WARDLUIZEM --aEMAKKEUJK TOE TE PAMDI, ABIOUIUTAFDOERDE --aEEM SPEOIALE APPARATER REROODiaOVERKRIMBAAR BM APOTHEKERIER DROailTlRU. HANDELMAATSCHAPPIJ "NEDIOEPHA"NIEUWE KEIZERSGRACHT 58, A'DAM (C.)TELEFOON 62S21 en 62821NEDERLANDSCHEBOUWMEESTERSLAAT UW JAARdANaEN VAN HETTIJDSCHRIFT VQOR VOLKS-HUISVESTING EN STEDEBQUWINBINDENLosse banden verkrijgbaar i fl 1.40 francoper postVMffciftbMr la dM BOCMUUHM M bVN.V. Van Munster's Uitgevers-Mij. - AmsterdamHaarlemmerweg B 378 -- Postrekening 74966EERSTE REEKS: 1EEN REEKS STUDIES. ONDER LEIDING VAN .W. RETERA Wzn.Varschenen:W. KROMHOUT Czn.. door W. Retera Wzn.PiET KRAMER door W. Retera Wzn.Dr. H. P. BERLAGE . . door Just HavelaarA. J. KROPHOLLER . . door Ir. G. KnuttelW. M. DUDOK door Ir. G. FriedhoffPrijs per deeltje f 1.50in omslagteekening d. W. ReteraWzn., m. i: 24 platenVERKRIJGBAAR IN DEN BOEKHANDEL EN BIJN.V. VAN MUNSTER'S UITG.-MIJHAARLEMMERWEG B 378-AMSTERDAM W.ISOLA-BOUWMBT BE8TB EM OOEDKOOP8TB 8Y8TEEM VOORNET BOUWBH VAM OOHPLBXEN VOLKft- EN IDDEII8TAIID8WOIilliaBH. - SELFBUPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAWettig Gedeponeerd Handels-MerkUlTCffiVOElO) OJI. PLm. 870 WONINQEN VOOR DEGSMEENTE 's IffiRTOGEMBOBCH - NOG IN UITVOERINGOJI. ?? WOMIMGEN VOOR DE GEMEEMTE ROTTERDAMKONING & BiENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van alle mat?rialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 16^ JAAROANG N?. 9 SEPTEMBER 1935TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINOEN STEDEBOUW iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTINOSTEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGENENREDACTIE: H. P. J. BLOEMERS, J. BOM-MER, J. DouwES JR., JHR. M, J. I. DEJoNGE VAN ELLEMEET, Ir. L. S.P.SCHEFFER,IR. p. BARKER ScHXJT, IR. J. M. A. ZOET-MULDERVASTE MEDEWERKERS: J. W. BOSSENBROEK,IR. A. KEPPLER, MR. J. KRUSEMAN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, M. VRIJENHOEK,L. VAN DER WAL, D. E. WENTINKADRES DER REDACTIE ENADMINISTRATIEKLOVENIERSBURGWALVO, AMSTERDAM CPOSTREKENING No. 29080REDACTIE VAN DE RUBRIEK,,UIT DEN KRING DER BOUW-VEREENIGINGEN",,HET NIEUWE HUIS" (KAMERS 181-183)RoELOF HARTPLEIN4- AMSTERDAM z-- ADVERTENTIES --V. MUNSTER'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM WABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN ?7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f i.-INHOUD: In Memoriam G. A. M. de Bruyn door Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet -- W. van Boven enD. E. Wentink door Mr. L. Lietaert Peerbolte -- Officieele Mededeelingen -- Het gemeenschappelijk fondsbedoeld in art. 29 van het Woningbesluit door P. A. Kouwenhoven -- Stedebouwkundige Tentoonstelling in hetStedelijk Museum te Amsterdam, Juni 1935 door Ir. P. Verhagen Lzn. -- Een belangrijke Koninklijke beslissingbetreffende het Uitbreidingsplan van Hilversum door W. M. Dudok -- Verslag van de 22ste jaarlijksche leden-vergadering van den Nationalen Woningraad, A.B.v.W., op Vrijdag en Zaterdag 28 en 29 Juni 1935, in ,,MusisSacrum" te Arnhem (II) -- Binnenland -- Uit den Kring der Bouwvereenigingen -- Buitenland -- Over^ichtvan Tijdschriften -- Nieuwe aanwinsten van de bibliotheek -- Wetten, Kon. Besluiten, enz. -- Rechtspraak.IN MEMORIAMG. A. M. DE BRUYNOp 8 September overleed te Rotterdam GodefriedusAdriaan Marius de Bruyn en met hem ging uit onsmidden een pionier op volkshuisvestinggebied.Het was in de eerste jaren na de totstandkoming vande Woningwet, dat de Bruyn met enkele anderen (hetwaren er heel weinig) den strijd aanbond tegen de ver-ouderde denkbeelden op vi^oninggebied, die toen teRotterdam nog algemeen gehuldigd vi^erden. Hij streedin de Gezondheidscommissie, waarin hij tal van jarenvoorzitter van de volkshuisvestingafdeeling w^as entegelijk in de door hem opgerichte Maatschappij voorVolkswroningen, de eerste Rotterdamsche woningbouw-vereeniging. Het was een taaie strijd. Jaren duurde het,voordat die vereeniging een bescheiden woningcomplex(het waren nog voor- en achterwoningen) tot standmocht brengen en het duurde zelfs tot 1912, voordateen door de Bruyn gepropageerd beginsel ,,elke nieuwewoning een eigen privaat", ondanks den tegenstandvan stadsbestuurders, in de bouwverordening een plaatsvond.Ook daarna bleef de Bruyn vooraan staan in de bewe-ging voor woninghervorming: in de Gezondheids-commissie, in zijn bouwrvereeniging, later ook in Vreewijk.Toen eenige jaren geleden de Bruyn deel uitmaaktevan de commissie voor het krottenvraagstuk, mochtenzijn medeleden telkens met bewondering ervaren, hoedie toen reeds zeventigjarige niet alleen zijn belangstellingvoor den socialen kant van het woningvraagstuk tenvoile had behouden, maar hoe hij tevens volkomen openstond voor de nieuwe gezichtspunten van dezen tijd.Dat was misschien wel het merkwaardigste aan defiguur van de Bruyn, dat hij, ouder wordende, in zijnsociale werk steeds jong bleef.Een rijk leven is afgesloten. Wij brengen hulde aanzijn nagedachtenis.M. J. I. DE JONGE VAN ELLEMEETW. VAN BOVEN EN D. E. WENTINKINSPECTEURS VAN DE VOLKSGEZONDHEID VAN1 AUGUSTUS 1902 - 1 OCTOBER 1935Met I October a.s. zullen twee Inspecteurs van deVolksgezondheid (Dienst Volkshuisvesting) krachtens eer-vol ontslag op grond van hun leeftijd den Rijksdienstverlaten. Het zijn de Heeren Wentink en van Boven.De eerste heeft als ambtsgebied de provincie Utrechten Noordholland bezuiden het IJ met het Gooi, detweede heeft als ambtsgebied de provincie Zuidholland.De lezer, die iets van den toestand op het gebied vanbevolking en volkshuisvesting af weet, zal beseffen datbeide ambtsgebieden veel werk vragen en al veel jaren142 OFFICIEELE MEDEDEELINGEN - ARTIKELENgevraagd hebben. Beide Inspecteurs hebben van het inwerking treden van de Woningwet af hun groote engrondige kennis van vragen intake volkshuisvesting enstedebouw en hun groote toewijding gegeven aan ditsociaal werk en daardoor veel goeds tot stand gebracht.Zij hebben niet alles kunnen bereiken wat zij nastreefden,maar zij hebben gestreden voor dit eminent sociaalbelang en daarbij ook aan natuurschoon hun aandachtgeschonken. De Dienst verliest in deze twee Inspecteursbegaafde en zeer actieve werkkrachten, die ik met grootleedwezen zie heengaan. Mogen hun opvolgers erinslagen, hen in kennis en activiteit te evenaren!L. LlETAERT PEERBOLTE,Directeur-Generaal van de VolksgezondheidOFFICIEELE MEDEDEELINGENNEDERLANDSCH INSTITUUTBESTUURTengevolge van verandering van de begetting derwethouderszetels te 's Gravenhage en Utrecht zijn deHeeren Ir. L. J. M. Feber en A. H. Smulders als ver-tegenwoordigers dier gemeenten uit ons bestuur getre-den. In hun plaats zijn aangewezen resp. de HeerenM. Vrijenhoek en J. J. Reijnders.EXCURSIEOp Zaterdag 5 October wordt de jaarlijksche excursievan het Instituut gehouden. Zooals den leden reeds bijcirculaire is medegedeeld wordt, na een inleiding vanden Heer K. C, van Nes, een tocht gemaakt om hetnatuurschoon en de bedreiging daarvan in de provincieUtrecht in oogenschouw te nemen. Opgaven tot deel-neming aan de excursie worden gaarne voor i Octobertegemoet gezien.NATIONALE WONINGRAADBESTUURDe Heer J. J. Camminga, die wegens het verlaten vande provincie het secretariaat van de afdeeUng Gelderlandvan den Woningraad niet langer kon waarnemen, is inverband hiermede tevens afgetreden als lid van hethoofdbestuur. Het afdeelingsbestuur heeft in zijn plaatsaangewezen den Heer J. Holthuis te Arnhem.AFDEELING UTRECHTHet adres van den secretaris van de afdeeling Utrechtvan den Woningraad, den Heer J. C. van Goudoever, isveranderd in Waterweg 155, de Bilt.ARCHITECTENHONORARIUM BIJ VOLKSWONINGBOUWIngevolge besluit van de Mij. tot Bevordering derBouwkunst, B.N.A., en den Nationalen Woningraad,welk besluit is goedgekeurd door den Minister vanSociale Zaken, is in de Honorariumregeling voor archi-tecten bij volkswoningbouw, welke dateert van i Mei1931, eenige wijziging gebracht.Voor nieuwe bouwplannen, waarvoor op i Augustus1935 aan den architect nog geen opdracht was verstrektof door hem nog geen beduidende arbeid was verricht,wordt op het honorarium, zooals dat voortvloeit uitartikel 20 van bedoelde honorariumregeling, een kortingtoegepast van 10 pCt.Voorts luidt de tweede alinea van artikel 26 van be-doelde regeling van genoemden datum af als volgt:,,Indien de opdracht omvat in totaal a woningen,welk aantal wordt aanbesteed in n groepen en het aantalwoningen van elke groep bedraagt onderscheidenlijk:p, q, r, s.... enz. woningen, dan bedraagt het hono-rarium :voor de eerstevoor a woningen,p woningen;voor de tweedevoor a woningen,q woningen;enzoovoort;voor de laatstevoor a woningen,Z woningen."groep p/a maal het totaal honorariumplus 5 pCt van het honorarium voorgroep q/a maal het totaal honorariumplus 5 pCt van het honorarium voorgroep z/a maal het totaal honorariumplus 5 pCt van het honorarium voorHET GEMEENSCHAPPELIJK PONDS BE-DOELD IN ART. 29 VAN HET WONING-BESLUITIngevolge de overgangsbepalingen van de wet van14 Juni 1934 (Staatsblad No. 316) is bij Koninklijkbesluit van 9 Januari 1935 (Staatsblad No. 7) tot wijzigingen aanvulling van het Woningbesluit een regeling ge-troffen inzake het gebruik van de batige saldi van Wo-ningwetwoningen. Aangezien, naar is gebleken, depractische uitvoering van deze regeling, vervat in deartikelen 29, 29a, 29b en 29c van het Woningbesluit,in enkele gevallen tot moeilijkheden aanleiding heeftgegeven, verdient het naar mijn meening aanbevelingde verschillende bepalingen in haar onderling verbandnader te bezien.De regeling heeft ten doel het gebruik der batige saldiin meer juiste banen te leiden. Daartoe wordt ingevolgeart. 29 onder d een gemeenschappelijk fonds ^) ingesteld,dat door het bestuur der betrokken gemeente wordtbeheerd.Ter beantwoording van de vraag welke gelden tenbate van het gemeenschappelijk fonds moeten wordengebracht, zij in de eerste plaats verwezen naar art. 29b.Overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van ditartikel dienen reeds dadelijk de batige saldi van doorde gemeente geexploiteerde woningen, alsmede 80 %van de saldi van vereenigingen, vennootschappen ofstichtingen, welke bestaan bij het in werking tredenvan de wet van 14 Juni 1934 in het gemeenschappelijkfonds te worden gestort. Voor onmiddellijke stortingkomen derhalve in aanmerking de saldi, welke zijn ge-kweekt van den aanvang der exploitatie af tot den af-^) Men verwarre dit fonds niet met het huurverlagingsfondsbedoeld in de circulaire van den Minister van Sociale Zakenvan 6 November 1934.ARTIKELEN 143sluitdag van het laatste boekjaar voor 3 Februari 1935(datum van in werking treden der wet van 14 Juni 1934),verminderd met de saldi, welke voor dien datum zijnaangewend voor het doen uitvoeren van werken terverbetering van de volkshuisvesting, b.v. nieuwbouw ofverbetering van woningen.Voorts komen ingevolge het bepaalde onder d van art.29 aan het einde van elk boekjaar ten bate van het ge-meenschappelijk fonds de batige saldi van woningendoor de gemeente beheerd, alsmede 80 % van de batigesaldi door woningbouwcorporaties met de exploitatievan Woningwetwoningen gekweekt, nadat het bepaaldeonder a en b toepassing heeft gevonden.Hierbij zij opgemerkt dat batige saldi, waaraan mettoestemming van Rijk en gemeente voor 3 Februari1935 een bepaalde bestemming is gegeven, b.v. dekkingvan de kosten van huurverlaging van een ander complexvan dezelfde vereeniging, de2;e bestemming m.i. kunnenblijven volgen.Practische beteekenis heeft allereerst de storting in hetgemeenschappelijk fonds, bedoeld in het eerste lid vanart. 29b. De jaarlijksche stortingen toch zullen eerstplaats vinden, wanneer het op 3 Februari 1935 loopendeboekjaar is geeindigd.Alvorens dan 00k de bepalingen van art. 29 nader tebezien, dient te worden nagegaan of na de storting vande batige saldi, bestaande bij het in werking treden vande wet van 14 Juni 1934 verdere voorzieningen noodigzijn. Het tweede lid van art. 29b geeft hierop het ant-woord. Volgens dit lid vinden de voorschriften van art. 29onder a en b overeenkomstige toepassing met betrekkingtot de gestorte bedragen. Hoe te dezer zake gehandeldmoet worden, moge uit de navolgende voorbeeldenblijken.Door de vereenigingen A, B en C is ingevolge hetbepaalde in het eerste lid van art. 29b gestort respec-tievelijk / 6000.-, / 10.000.- en / 12.000.-.Vereeniging A heeft een complex, waarvoor nimmerbijdrage is uitgekeerd en een complex, waarvoor bijdragenzijn uitgekeerd, welke voldoende waren om de exploitatie-tekorten te dekken. Het gestorte bedrag, afkomstig vaneerstgenoemd complex, blijft derhalve in het gemeen-schappelijk fonds, om te eeniger tijd te worden aangewendtot de doeleinden, in art. 29a omschreven.Vereeniging B heeft een complex, waarvoor oor-spronkelijk bijdragen werden uitgekeerd tot een totaalbedrag van / 3000.-, doch dat gedurende de laatste jarenbatige saldi opleverde in totaal groot / 12.500.- (80 %van dit saldo of / 10.000.- is derhalve, zooals hiervorenvermeld, in het gemeenschappelijk fonds gestort, terwijl/ 2.500.- in het bezit der vereeniging is gelaten) en eencomplex, dat na uitkeering van de bijdragen in den loopder jaren een verlies heeft opgeleverd van / 4.000.-,Van het gestorte bedrag wordt alsdan in de eerste plaats/ 3000.- aangewend tot terugbetaling van de bijdragenten behoeve van het eerstgenoemde complex uitgekeerd.Van het daarna overblijvende wordt / 4000.- gebruiktvoor dekking van het geleden verlies, terwijl het restantof / 3000.- in het fonds blijft om te worden aangewendtot de doeleinden in art. 29a omschreven.Vereeniging C heeft een complex, waarvoor oor-spronkelijk bijdragen werden uitgekeerd tot een totaalbedrag van / 3000.-, doch dat gedurende de laatste jarenbatige saldi opleverde, in totaal groot / 2000.-, eencomplex, waarvoor nimmer bijdragen zijn uitgekeerd,doch waarvan de exploitatie een batig saldo opleverdein totaal groot / 13.000.- (in het gemeenschappelijkfonds is derhalve gestort 80 % van / 2000.- -I- / 13.000.-of / 12.000.-) en een complex, dat na uitkeering van debijdragen in den loop der jaren een verlies heeft opge-leverd van / 4000.-. Van het gestorte bedrag wordtalsdan in de eerste plaats 80 % van / 2000.- of / 1600.-gebruiktvoor terugbetaling der bijdragen, uitgekeerd tenbehoeve van eerstgenoemd complex; van het daarnaoverblijvende wordt / 4000.- gebruikt voor dekkingvan het geleden extra verlies op de exploitatie van hetderde complex, terwijl het restant of / 6400.- in hetfonds blijft om te worden aangewend tot de doeleinden,in art. 29a omschreven.Hoewel na het hiervoren vermelde de bepalingen vanart. 29 geen moeilijkheden zullen opleveren, volledig-heidshalve nog een enkel woord over het in dit artikelbepaalde.Blijkens het bepaalde onder a van dit artikel heeftterugbetaling van bijdragen, ten behoeve van eenigcomplex uitgekeerd, slechts plaats uit de batige saldimet de exploitatie van dat complex te eeniger tijd ver-kregen.Het tweede deel van de bepaling onder a geeft aanhoe wordt gehandeld bij fusie van de exploitatie vanmeerdere complexen. Uiteraard wordt na samenvoegingvan het bezit van een woningbouwcorporatie de scheidingvan de complexen opgeheven. Voor de terugbetalingvan bijdragen wordt derhalve het geheele bezit van decorporatie als een complex beschouwd, waarvoor dehiervoren vermelde regel geldt. Samenvoeging over degeheele lijn zal evenwel, blijkens de circulaire van denMinister van Sociale Zaken van 19 JuH 1935^), voors-hands niet plaats hebben.Nadat aan de bepaling onder a is voldaan, wordt heteventueel resteerende bedrag aangewend tot dekking vanextra tekorten, welke zijn ontstaan met de exploitatievan het woningbezit der betrokken corporatie. Hierbijzij opgemerkt dat voor de doeleinden onder a en bgenoemd, voor zoover het vereenigingsbouw betreft,ingevolge art. 29 onder c slechts 80 % van de saldiwordt gebruikt.Ingevolge art. 29a, o.a. aangevende de doeleinden,waarvoor de geldmiddelen van het gemeenschappelijkfonds kunnen worden aangewend, is voor iedere aan-wending der gelden de goedkeuring van den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid vereischt. Uit heteerste lid van dit artikel blijkt dat de gelden kunnenworden aangewend voor saneering van het woningbezitbinnen de gemeente, alsmede voor eventueel verderewerkzaamheden op het gebied van de verbetering dervolkshuisvesting,Uiteraard dient van eventueel uit het gemeenschap-pelijk fonds geputte bedragen ten behoeve van nieuw-bouw door de betrokken corporatie rente te wordenvergoed, welke aan dit fonds ten goede komt.Ten slotte zij de aandacht gevestigd op de beschikkingvan de Ministers van Sociale Zaken en van Financienvan 8/19 Juni 1935, waarbij voorschriften zijn gegevenals bedoeld in art. 29c van het Woningbesluit. Deze^) Zie biz. 166 van dit nummer.144 ARTIKELENbeschikking is opgenomen in de Nederlandsche Staats-courant van 19 Juni 1935, No. 117^).P. A. KOUWENHOVEN,Referendaris Departement van Sociale Zaken's Gravenhage, Juli 1935') Zie biz. 166 van dit nummer.STEDEBOUWKUNDIGE TENTOONSTEL-LING IN HET STEDELIJK MUSEUM TEAMSTERDAM, JUNI 1935Jetzt aber geht es leise,geht 's bedachtigWie leest er toch ,,nabetrachtingen" als deze? ,,Daarben ik niet geweest," zegt de een en slaat het artikeldus met onbezwaard gemoed over; ,,ja, dat heb ik 00kalles gezien", zegt de ander, en bladert vlug verder;zou nog bij een der samenstellers der tentoonstellingwat vaderlijke belangstelling zijn blijven hangen! Ofdient het alleen maar om een opvallend hiaat straks inde inhoudsopgave van het Tijdschrift te voorkomen?Ik kan het gelukkig wel zonder de zoo aanmoedigendegedachte aan een groep van bepaalde lezers doen; mijblijft, ook in het ondankbaarste geval, toch het goedeen nuttige werk, mijn indrukken te ziften en saraen tevoegen en het pleit regelrecht voor de beteekenis vandeze stedebouwkundige tentoonstelling, dat ik dit metanimo en voldoening deed.Na de eerste etappe, die zich over vier congressenafspeelde, stelt de C.I.A.M. (Internationale congressenvoor het nieuwe bouwen) ons als tweede etappe vooreen tentoonstelling der ,,functioneele" stad. Ik hoopdat niemand zich door dit moderne geluid heeft latenafschrikken van, -- noch ook zich heeft doen over-halen tot een bezoek. De eersten zouden veel gemisthebben, de tweeden zouden teleurgesteld zijn. Defunctioneele stad wordt hier, goed bezien, nog maarvertoond in de blootlegging der zwakheden en gebrekenonzer niet-functioneele steden, in steekproeven vrijwelover de heele wereld genomen.Het vraagstuk wordt, door deze architecten, van dezijde van het vs^onen benaderd. Hun eerste aandachthad het woonhuis in het blok, toen het blok in de wijk,nu de v^'ijk in de stad, en tegelijk even de stad in haaromgeving. Ik kan me heel goed voorstellen een anderebenadering, zooals al wel vertoond is, bijv. vanuit dehandels- of industrievestiging of zelfs (heel oneigenlijk)vanuit het verkeer. Wat niet wegneemt dat de hiergevolgde weg mij ncg steeds aanlokkelijk en ook praktischbruikbaar lijkt: hij voert langs de meest toegankelijkegebieden: wij weten van het wonen, meer dan van deandere mogelijkheden, wat wij willen, moeten en kunnen.Geheel hierbij passend treft ook bizonder prettig denadruk die op de menschelijke schaal ook op andergebied, bijv. verkeer en ontspanning wordt gelegd.Telkens blijkt een treffende overeenstemming te bestaantusschen deze sterke stedebouwkundige uiting en de totdusver reeds in andere kringen gewonnen inzichten.Ja, het hooge woord moet eruit: voor de grondslagender stedebouwkunde was er geen nieuws in deze ten-toonstelling. Zoolang de belangstelling dezer groep nogde woning en de wijk gold, deed de architect en zijnsplijtlust zich gelden: er kwam een nieuw woonhuis eniets als een nieuwe ,,andere" wijk uit hun handen.Hier, op dit zooveel breedere front valt hun actie samenmet de meer algemeen in den stedebouw aanvaardeinzichten.Natuurlijk zullen er verschillen blijven: onder de tochICXISTAMTPOOJKTEDPRAMI^AIS Det/TSCM =NOU5H HCDCRLANDSCHi!Si^ TAUDIS VTRfALl-S- SLUH-D^ELLMQS KKfT^XXmtaZHb = QuAnTieos ARBcrTER-O'ouvRiERS vieaTCL piSTnicTSACAEIDERSWJKa
Reacties