Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Vollcshuis-vesting en Stedebouw en van den Nationalen Woningraad,Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenNovember 1937 18e Jaargang no. 11Vraagl onze nieuweKleurenlcaarl IJa, op Tornol kunt gij bouwenHet is een oersterke lakverf, die bestand is tegen alleweersinvloeden; vorst, regen, hitte en zeedampen.Daarom gebruiken zooveel Woningbouwvereeni-gingen en Vereenigingen voor de VolkshuisvestingTORNOLChloorrubberlakverfPIETER SCHOEN EN ZOON N.V. ZAANDAMN.V. Houthandel A.J.K. GRONDHOUTHAVEN 43 - AMSTERDAMTELEFOON: 41412 (na kantoortijd 22908)Vuren, Grenen en Dennen Bestekhout, Schrooten-delen, platen, battens, ribben, tengels etc. etc.bewerkt en onbewerktJuffers, Oregon-Pine, Triplex enz.Speciaal adres voorBEUKEN- EN EIKEN STAAFVLOERENGoede en ruime sorteering voor, en groote ervaringvan de eischen van den Woningbouvi^Prompte levering - Concurreerende prijzenBOUWBEDRIJFH.VANSAANEOVERTOOM 266 AMSTERDAM - W.WONINGBOUWVoorWandbekleedingGEBRUIKT deMOSA TEGELEen WERELDmerkEen NEDERLAND5CH merkMuurtegelfabriek MOSAMAASTRICHTLEVERING UITSLUITEND DOOR DEN HANDELMonsters op aanvragoTijdschriftvoor Volkshuisvesting en StedebouwOrgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw enden Nationalen Woningraad, Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenRedactie: H. P. J. Bloemers, J. Bommer, J. Douwes Jr., Jhr. M. J. I. de Jonge van EllemeetIr. L. S. P. Scheffer, Ir. P. Bakker Schut, Mr. J. Vink, Ir. J. M. A. ZoetmulderAdres Toor Redactie en Abonnementen : Kloveniersburgwal 70, Amsterdam C, Telefoon 40588Advertenties: Keizersgracht 188, Amsterdam C, Telefoon 49128Nov. 193718e JaargangNo.ilMaandbladOfficieele mededeelingenNederlandsch InstituutCommissie Wettelijke Regeling StedebouwDe Commissie ter bestudeering van de Wettelijke Rege-ling van den Stedebouw, ingesteld door den Stedebouw-kundigen Raad tezamen met de Vereeniging van Neder-landsche Gemeenten, heeft haar werkzaamheden hervat.De constitueerende lichamen hebben den Heer Dr. J. P.Fockema Andreas bereid gevonden cm in de plaats vanwijlen den Heer Mr. D. Hudig als voorzitter van deCommissie op te treden.LedenvergaderingOp Zaterdag 13 November werd te Amsterdam ondergroote belangstelling de ledenvergadering gehouden terbehandeling van de praeadviezen van de Heeren M. A.Reinalda en Mr. J. Wilkens over de leegstaande wo-ningen van ouderen datum. Het verslag van deze ver-gadering wordt in het December-nummer opgenomen.Het uitbreidingsplan van Zeistdoor Jhr. Mr. M. L. van Holthe tot EchtenDe verhouding tusschen overheid en particulier heeftzich in de jongste 30 jaar belangrijk gewijzigd, eenverandering, die nog steeds verder voortgang heeft.Aan de hand van de praktijk van de Woningwet is dezebewering gemakkelijk waar te maken ten aanzien vande gewijzigde inzichten omtrent de toepassing dezerpraktijk bij uitbreidingsplannen.Bij het tot stand komen van de Woningwet in 1901kon men deze verhouding het beste qualificeeren doorte stellen dat de grondeigenaar degene was, die inzakede uitbreiding der bebouwde kommen het initiatief vol-komen in handen had. Hij had zich te houden aan deeventueele voorschriften ten aanzien van het bouwenhem door de overheid opgelegd, maar deze voorschrif-ten waren slechts van beperkt regelenden aard, terwijl,indien de overheid het bouwen onmogelijk wilde maken,onder bepaalde omstandigheden tamelijk krasse bepa-lingen den particulieren grondeigenaar beschermden(zie het nog geldende art. 35 van de Woningwet). Aan-vankelijk was dit bouwverbod het middel, waardoor degemeenteraad een uitbreidingsplan kon beschermen.Dit middel heeft zijn beteekenis echter verloren, door-dat bij de wijziging van de wet in 1921 is bepaald, dateen bouwvergunning moet worden geweigerd, wanneerhet bouwplan afwijkt van het uitbreidingsplan. Bij diewijziging echter werd tevens de gelegenheid geopenddat het uitbreidingsplan -- hetwelk tot dusverre wette-lijk niet meer kon zijn dan een ,,straten"plan -- werdeen bestemmingsplan. Wat wil dat zeggen? De wet for-muleert het aldus: dat ,,de bestemming van den in datplan begrepen grond in hoofdzaak of in onderdeelenwordt aangewezen". De bestemming van grond in ste-debouwkundigen zin kan geen andere beteekenis heb-ben, dan dat bepaald wordt of, en zoo ja, hoe, bepaaldeterreinen zullen worden bebouwd. Maagdelijke grond,bosch, cultuurgrond, weiland krijgt eerst beteekenis, instedebouwkundigen zin, wanneer het er om gaat, deoorspronkelijke bestemming om te zetten in een zooda-nige, dat de grond dienstbaar wordt gemaakt aan devolkshuisvesting, met alles wat daarbij behoort. Debepaling of zulks moet gebeuren en in welken omvangis een functie geworden van de overheid. Dat is de uit-eindelijke beteekenis van de wetswijziging van 1921.Er heeft zich dus deze evolutie voltrokken -- een evo-lutie die bij de Woningwetherziening in 1931 een na-drukkelijk accent kreeg -- dat thans het initiatief vanden grondeigenaar slechts tot zijn recht kan komen,wanneer zulks past in het door de overheid opgesteldeschema.Indien het uitbreidingsplan zich derhalve niet over degeheele gemeente uitstrekt, is er buiten dat schemageen plaats voor een particulier initiatief in stedebouw-kundigen zin, d.w.z. een initiatief, hetwelk het oogmerkheeft de bestemming van den bodem te veranderen tenbehoeve van de volkshuisvesting.Immers indien de gemeentelijke overheid het noodigvindt, en mitsdien de plicht heeft, in een gedeelte vande gemeente de stedebouwkundige problemen door eenuitbreidingsplan te ordenen, kan zij niet toelaten datdeze ordening elders vervangen wordt door het initia-tief van particulieren, tenzij dan dat door dit initiatiefgeen algemeene belangen geraakt worden, Beoordeelaar 181Artikelen hiervan is uiteraard alleen de overheid. In dit verbandis leerzaam, hetgeen zich bij de wijziging van de Wo-ningwet in 1931 heeft afgespeeld rondom het voorge-stelde en later weer ingetrokken art. 31a van de Wo-ningwet (zie de aanteekeningen bij art, 36, le lid, derWoningwet, editie Schuurman en Jordens). Derhalvebehoort de overheid, overal waar bebouwing dreigt, ofeen uitbreidingsplan te maken, of, wanneer zij zulkscm nader te noemen redenen niet kan doen, door mid-del van de bouwverordening, voorzoover dit in haarkader kan geschieden, te voorkomen, dat deze onge-wenschte bebouwing ontstaat.De omvang van een uitbreidingsplan moet worden be-paald door den te verwachten groei van de gemeente.Ook al behoort men zich aan te passen aan wat nueenmaal bestaat, zoo kan toch de overheid zich nietdoor particulieren op sleeptouw laten nemen, ten aan-zien van de vraag, hoe en waar de toekomstige uitbrei-ding zal plaats vinden. Voorkoming van dit gevaardoor opname van alle terreinen in het uitbreidingsplan,waarbij een groot of kleiner gedeelte dezer terreinenvan bebouwing blijft uitgesloten door deze terreinen,,de bestemming te geven" (!) van cultuurgrond, bosch-of heidegrond, lijkt in strijd met de bedoeling van hetuitbreidingsplan, dat handelt over de verandering vande bestemming van den maagdelijken grond en mitsdien,in ruimen zin genomen, regeling, niet voorkoming vanbebouwing tot oogmerk heeft.De consequenties dezer beschouwingen zijn, dat in eenuitbreidingsplan -- wanneer de uitgestrektheid en deaard van de gemeente daartoe aanleiding geeft -- kern-vorming hoofddoel moet zijn, terwille van belangen vanvelerlei aard, economische, financieele, sociale zoowelals die, ontleend aan de bescherming van de vrije na-tuur. Het noodzakelijk complement hiervan is dan, datbuiten die kern (en) zoo mogelijk, door middel van debouwverordening voorkomen moet worden, dat terrei-nen in stedebouwkundigen zin aan hun oorspronkelijkgebruik onttrokken worden. Kan dit bij de huidige wet-telijke voorschriften? Het is het probleem, hetwelk dekern vormt in de Koninklijke Besluiten betreffende deuitbreidingsplannen van Heerlen en Haarlem (K.B. van23 December 1935, nr. 20 en 9 Januari 1936, nr. 38),zoowel als die omtrent de regeling in de bouwverorde-ning van de gemeente Hoogkerk (K. B. van 15 Maart1937, S. 2841). Naar ik meen kan men in de bouw-verordening geen bestemming regelen van de terreinen,waarop deze verordening betrekking heeft. Dat is defunctie van het uitbreidingsplan. Evenmin kan men be-bouwing verbieden. Dat is de functie van het bouw-verbod. ^) Maar wel mag men bij bouwverordening debebouwing aan algemeene, beperkende bepalingen bin-den. Zulks is volkomen in overeenstemming met arti-kel 1 van de Woningwet. Welnu, voor de praktijk isdit volkomen voldocnde. Men kan er voor zorg dragendat de bebouwing buiten het uitbreidingsplan, voorzoover zij moet worden toegelaten, door het bepaleneener grootere, onderlinge tusschenruimte (bijv. 200 m),het oorspronkelijk gebruik van den bodem zoo weinigmogelijk wijzigen zal. Naar het mij voorkomt hebbendergelijke voorschriften met het geven van bestem-1 Q'^ ^) Slechts een verordening krachtens art. 4, le lid, onder 2, derXO^ Hinderwet biedt de mogelijkheid bepaalde bebouwing te weren.mingsvoorschriften in den zin van artikel 36 der Wo-ningwet niets te maken.Deze inleiding was noodig om het hoofdprobleem tebegrijpen, dat aanwezig was bij het tot stand komenvan het nieuwe uitbreidingsplan van Zeist. Zeist iszeer snel gegroeid. In het tijdperk, waarin de Neder-landsche bevolking toenam met 66%, vermeerderde dieder gemeente Zeist met 253%. Het heeft thans bijna32.000 inwoners. Sinds 1920 steeg het aantal woningenvan 3800 tot 8200. Bovendien maakt Zeist deel uit vaneen woongebied, ten Oosten van de stad Utrecht, waarmen denzelfden snellen groei kan constateeren, eengroei, die zich niet aan gemeentegrenzen stoort, en diestellig zijn ontstaan te danken heeft aan het landschap-pelijk schoon, waarmede de Utrechtsche heuvelrug zoorijk gezegend is, maar die door zijn intensiviteit zelvede kiem in zich draagt van toekomstige vernietiging.Tenzij dat men er in slaagt, in het gebied ten Oostenvan Utrecht, paal en perk te stellen aan de ongeorden-de uitbreiding van de woongelegenheid, zal na verloopeener betrekkelijk korte periode, deze streek veel, zooniet alles, aan aantrekkelijkheid hebben ingeboet.Zeist bezat een uitbreidingsplan, oorspronkelijk datee-rende van 1909, herzien in 1924, een wegenplan, datzich uitstrekte over de geheele gemeente. Het was hetdorado geworden van den bouwgrondspeculant. Metuitzondering van enkele, ver van het centrum gelegengedeelten, en van enkele oude buitenplaatsen, werdiedere vierkante meter terrein voor bouwgrond aange-zien. Enkele jaren geleden waren er bij den gemeente-raad aanvragen ingediend voor het verleenen vanmedewerking tot exploitatie van bouwterreinen, dieruimte boden voor 4500 woningen. leder, die met zijntijd geen raad wist, werd makelaar.Het euvel van de lintbebouwing vierde hoogtij!Niet alleen belangen van bescherming der vrije naluurkwamen hierbij in het geding. Door den ongebreideldennieuwbouw dreigde een kapitaalvernietiging van ouderepanden op groote schaal. Zeist mag zich verheugen ineen wegennet met weinig intensieve bebouwing vaneen exorbitante uitgebreidheid. Door de excentrischebebouwing ontstonden allerwege aanspraken op ge-meentelijke accommodaties, waaraan niet dan met groo-te kosten zou zijn te voldoen.Zooals meestal, wanneer een euvel al te grooten om-vang aanneemt, ontstaat daartegen een sterke reactie.Het gezonde leven herneemt zijn rechten. Het gemeen-tebestuur had niet anders te doen dan gebruik te makenvan het psychologische moment. Dat alleen een nieuwuitbreidingsplan uitkomst kon bieden, stond bij voor-baat vast. Aan de totstandkoming daarvan waren doorbizondere omstandigheden belangrijke moeilijkhedenverbonden, die hun oorzaak vonden in een tekort aantijd. Door een voorbeeldige samenAverking van alledaarbij betrokken instanties, werden deze moeilijkhe-den echter overwonnen. Het zij met dankbaarheid ge-memoreerd.Het gemeentebestuur van Zeist was van meening, dater slechts een doeltreffend middel was, om uit de moei-lijkheden te geraken, die ik zoo juist geschetst heb. Ditmiddel is de kernvorming, met bescherming van de nietin de kernen gelegen gronden, door middel van debouw- en de hinderwetsverordening. Bij de toepassingIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllll^J. C. J. KNEGT & ZONENmBRANDSTORMINBRAAKFRAUDECQRTLEVERKETELSTRAATAMSTERDAMSp ecialiteit inMARMERENSCHOORSTEENMANTELSWOLTER & DROS N.V.INGENIEURSBUREAU - OPGERICHT 1875AMERSFOORT, VAN PERSEYNSTR. 25AMSTERDAM. ^DEN HAAG. ^^^^c^'.^
Reacties