Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuis-vesting en Stedebouw en van den Nationalen Woningraad,Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenMaart 1938 19e Jaargang no. dVraagt onze nieuweKleurenkaart!Ja, op Tornol kunt gij bouwenHet is een oersterke lakverf, die bestand is tegen alleweersinvloeden; vorst, regen, hitte en zeedampen.Daarom gebruiken zooveel Woningbouwvereeni-gingen en Vereenigingen voor de VolkshuisvestingTORNOLChloorrubberlakverfPIETER SCHOEN EN ZOON N.V. ZAANDAMN.V. Houthandel A.J.K. GRONDHOUTHAVEN 43 - AMSTERDAMTELEFOON: 41412 (na kantoortijd 22908)Vuren, Grenen en Dennen Bestekhout, Schrooten-delen, platen, battens, ribben, tengels etc, etc.bewerkt en onbewerktJuffers, Oregon-Pine, Triplex enz.Speciaal adres voorBEUKEN- EN EIKEN STAAFVLOERENGoede en ruime sorteering voor, en groote ervaringvan de eischen van den WoningbouwPrompte levering - Concurreerende prijzenBOUWBEDRUFH.VANSAANEOVERTOOM 266 AMSTERDAM . W.WONINGBOUWP. A. BOS P. Az.ZEIST Boschkant 6Vlamoven-slraatklinkersinDiverse soortenVlamovics(Drooggeperste Klinkerkeien)voorWegen, DijkbeglooiYngen,Kademuren en BrugpeilersTijdschriftvoor Volkshuisvesting en Stedebou^vOrgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw enden Nationalen Woningraad, Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenRedactie : H. P. J. Bloemers, J. Bommer, Jhr. M.J.I, de Jonge van Ellemeel, Ir. L. S. P. Scheffer,Ir. P. Bakker Schut, Mr. J. Vink, Ir. J. M. A. ZoetmulderAdret roor Redactie en Abonnementen: Kloveniersburgwal 70, Amsterdam C, Telefoon 40588Adrertenties: Keizersgracht 188, Amsterdam C, Telefoon 49128Maart 193819e Jaargang No.3MaandbladOfficieele mededeelingenNederlandsch InstituutJaarvergaderingDe jaarvergadering zal worden gehouden op Donder-dag 28 April a.s. Een convocatie voor deze vergaderingzal den leden binnenkort worden toegezonden.Vergadering Afdeeling StedebouwOp denzelfden dag, waarop de ledenvergadering wordtgehouden, zal de Afdeeling Stedebouw bijeen komen terafdoening van enkele huishoudelijke zaken.ExcursieOp 7 Mei a.s. zal voor de leden van het Instituut ge-iegenheid bestaan deel te nemen aan een excursie naarverschillende parken in Den Haag. Het ligt in de be-doeling om, ten einde den beschikbaren tijd zooveelmogelijk te gebruiken voor bezichtiging, geen uitvoerigeinleidingen te doen houden.In verband hiermede kunnen wij tot ons genoegen me-dedeelen, dat wij door welwillende medewerking van de,,Algemeene Vereeniging voor natuurbescherming voors Gravenhage en omstreken" in de gelegenheid zijneen uitgave van die Vereeniging, waarin uitvoerige ge-gevens betreffende de Haagsche parken voorkomen, te-gen zeer lagen prijs ter beschikking van onze leden testellen.Dit boek, getiteld ,,Groen en Bloemen in Den Haag",door de Heeren Ir. P. Bakker Schut, S. G. A. Dooren-bos en Dr. A. Schierbeek, met een inleiding van denHeer Mr. S. J. R. de Monchy, Burgemeester van 's Gra-venhage, bevat 175 biz. met 73 illustraties en 13 kaar-ten; het is niet in den boekhandel verkrijgbaar. Het is,yoor zoouer de beperkte voorraad strekt voor de ledenvan het Instituut verkrijgbaar tegen betaling van f 0.60+ f 0.20 voor verzendingskosten.Leden, die het boek wenschen te ontvangen, wordenverzocht bijgevoegde briefkaart voor 25 April a.s. in tezenden en / 0.80 te storten op de postrekening van hetInstituut, Nr. 29080.PraeadviezenvergaderingHet bestuur heeft besloten in een in het najaar te hou-den praeadviezenvergadering aan de orde te stellen hetonderwerp ,,De volkshuisvesting ten plattelande". Bin-nenkort hopen wij de namen van de praeadviseurs tekunnen mededeelen.Woningcomplex van de Utrechtsche woning-bouwvereeniging ,,Utrecht"door Mr. J. VinkEen nieuw woningcomplex heeft gemeenlijk een stukjegeschiedenis achter zich. Soms lijkt het wel, alsof ditlanger moet zijn naarmate de Woningwetbouw mindertot de geregeld voorkomende vormen van woningvoor-ziening behoort, zooals den laatsten tijd te Utrecht hetgeval is geweest, waar reeds sedert een aantal jaren inhet algemeen slechts op den voet van de Woningwet isgebouwd ter afronding van bestaande complexen. Hoedit zij, de geschiedenis van het woningcomplex, waar-over ik in het onderstaande een en ander zal mededee-len, roept een geheele reeks beelden op, die zich boven-dien afspelen tegen een telkens wisselenden achter-grond van woningpolitiek en economische verhoudin-gen. Het is goed, wanneer een werk gereed is, zulkebeelden als in een versnelde film langs zich heen telaten gaan. Het geeft gevoel voor de betrekkelijkheidvan de voorbijgaande omstandigheden en doet den blikgevestigd houden op het blijvend resultaat.Het blijvend resultaat is in dit geval een onlangs vol-tooid complex van 71 woningen van de Utrechtschewoningbouwvereeniging ,,Utrecht". Deze vereenigingheeft in de jaren 1923--1930 achtereenvolgens drie com-plexen van tezamen 280 woningen gebouwd op een deelsin Utrecht, en deels in Zuilen gelegen terrein, omslo-ten door een driehoek van hoofdwegen, n.l. de Marnix-laan, de Van Egmontkade en de Van Hoornekade.Zooals op de situatieteekening te zien is, bleef daarnanog de meest noordwestelijke punt ter bebouwing over.Voltooiing van het geheel door de stichting van eenvierde complex was reeds lang een wensch van de ver-eeniging en was ook voor de gaafheid van het stadsbeeld 45Aitikelen fiTUATIE y,, UlTSDEIBiNq.NOODD" N6BIJ BE QDENS UTCE('HT-7UILEWSCHAAL i ' *4 ' U. ' J. ' tc' It. ?.T.a. ^.Afb. 1. Uitbreiding ,,Noord" nabij de grens Utrecht--Zuilenwenschelijk. Toch gingen er verscheiden jaren voorbij,alvorens deze bouw tot stand kon komen.Een prealabele vraag was, weike gemeente zich de zaak20U aantrekken. De vorige complexen waren met mede-werking van Utrecht gebouwd, maar het terrein voorhet vierde complex lag geheel op Zuilensch territoir. Degemeente Zuilen bleek echter niet bereid medewerkingte verleenen. Utrecht weigerde aanvankelijk eveneens.Het was toen 1933. De sterke teruggang in de inkomstenvan de arbeiders maakte reeds lang het beschikbaarkomen van woningen met lage huurwaarde dringendnoodig en het peil der bouwkosten gaf daartoe ook demogelijkheid. Er viel echter te rekenen met de aanwe-zigheid van groote aantallen oudere Woningwetwonin-gen met voor de bewoners te hooge huren en gedeelte-lijk met onvoldoende bezetting. Was het verantwoord,het risico bij den bestaanden bouw door stichting vannieuwe woningen met overheidsgeld te vergrooten?Afb. 2. Situatie woningcomplex van de Utrechtsche woningbouw-vereeniging ..Utrecht"46Bovendien was een wijziging van de Woningwet, medemet het oog op de bevordering van huurverlaging, invoorbereiding. Deze diende eerst te worden afgewacht.Het jaar 1934 bracht in het kader van de aanpassings-politiek twee maatregelen, die belangrijk bijdroegen tothet wegnemen van de bezwaren voor het bestaandewoningbezit: de renteverlaging van de Rijksvoorschot-ten met de daaruit voortgevloeide vorming van het,,huurverlagingsfonds" en de overgangsbepalingen bijde wetswijziging van 14 Juni 1934 (S. 316), welke heb-ben geleid tot de instelling van het ,,gemeenschappelijkfonds". De daardoor mogelijk gemaakte huurverlagin-gen hadden een sterke daling in de huurderving bij dereeds aanwezige Woningwetwoningen tengevolge.Daarnevens gaf de Regeering destijds uiting aan hetstreven, om de verruiming van den voorraad goed-koope woningen mede door nieuwen aanbouw te bevor-deren. Als derde omstandigheid voegde zich hierbij,dat de gemeente door de verwezenlijking van uitbrei-dings- en saneeringsplannen een groot aantal woningenvan lagen huurprijs deed verdwijnen. Dit alles leiddeUtrecht ertoe, in den loop van 1935 de stichting vanhet complex als onderdeel van een grooter plan voorverkrijging van goedkoope woningen bij het Rijk aan-hangig te maken.Juist in dien tijd werd echter -- hoe lang lijkt dat allesalweer geleden! -- het zgn. ,,vaste lasten-ontwerp" in-gediend en de Regeering vond daarin aanleiding, voors-hands haar medewerking aan de toekenning van hetvoorschot af te wijzen. Intusschen, met het vaste lasten-ontwerp geraakte deze moeilijkheid van de baan. Bijbeschikking van 12 Juni 1936 werd voor grond en bouwin totaal een bedrag van f 242.900.-- toegestaan. waar-na de gemeenteraad op 16 Juli 1936 tot aanvaarding vanhet voorschot en uitgifte van het terrein besloot. Eentragische bizonderheid was het. dat dit besluit juist vielop den dag, waarop de toenmalige wethouder vanOpenbare Werken en Volkshuisvesting, J. J. Reijn-ders, wien de voorbereiding van het plan -- evenalszijn voorganger, wethouder A. H. Smulders --- zoo naaan het hart had gelegen, overleed.Een nieuwe verwikkeling ontstond. toen de medewer-king aan den bouw aanvankelijk bezwaar bleek te ont-moeten bij de Gedeputeerde Staten en dit College als-nog te 's-Gravenhage, waar men toch na ampele over-weging het voorschot reeds had verleend, bezwaren in-bracht. Daardoor kwam de uitvoering van het planeerst aan de orde, nadat een volgende phase in het beeldvan den economischen achtergrond was ingetreden: dewijziging van den monetairen toestand. De aanbeste-ding viel kort na de depreciatie van den gulden en hetgevolg daarvan, een verhooging van de geraamde kos-ten. bleef uiteraard niet achterwege. Gelukkig bleek deoverschrijding binnen bescheiden perken te blijven.Voor het tekortkomende bedrag van f 6.990.^-- werdeen aanvullend Rijksvoorschot verkregen.Bij een zoo lange voorgeschiedenis zou het te veel ge-vergd zijn, indien de bouw zelf zonder stagnatie wasverloopen. Intusschen valt de complicatie, die zich daar-bij heeft voorgedaan en die tot het stilzetten van hetwerk gedurende ongeveer twee weken heeft geleid, bui-ten het kader van dit overzicht. Ik maak hier dus eencoupure in de film en volsta met de vermelding, dat debouw onder architectuur van den heer Z. Gulden teBESTELKAARTAan hetNederlandsch Instituut voorVolkshuisvesting en StedebouwKloveniersburgwal 70AMSTERDAM (C)1938Ondergeteekende wenscht een exemplaar te ontvangenvan het boek ,,Groen en Bloemcn in Den Haag", doorde Heeren Ir. P. Bakker Schut, S. G. A. Doorenbos enDr. A. Schierbeek.Het hiervoor verschuldigde bedrag ad f 0.80 is hedengestort op de postrekening van het Nederlandsch Instituutvoor Volkshuisvesting en Stedebouw, Nr. 29080.Verzoeke nauwkeurige en duide-lijke opgave van naam en adres Onderteekeningiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiimniiiiiiiiiHiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiim^^^^^1 J. C. J. KNEGT & ZONEN ^BRAND ^kSTORM f^INBRAAK WJiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ASSURANTIEKANTOOR VAN 1840 |5k TRANSPORT |fll AANSPRAKELIJKHEID |4if AUTO'Spr ONGELUKKEN |iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^rvR2v^mFRAUDE ^1^^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM^CORTLEVERKETELSTRAATAMSTERDAMS p eci alt t eit inMARMERENSCHOORSTEENMANTELS,,HOLLAND-DEURSLUITINGEN"voor het openen en sluiten van voordeuren vanBOVENWONINGEN(Nederl. Octrooi)MODERNE SPEELTUINTOESTELLENconstructiewerken.CV.MD.DRENTH,GRONINGENCOEHOORNSINGEL 39 TELEFOON 1424De Koning der vervende verf van KoningEDEL-STANDGROEN'/ gaat jaren mee !Evert Koning & Co.ZaandamAC'feA'*.*?^ ..- _xo"ArtikelenHerzien uitbreidingsplan Afb. 3waarnemers, die uit eigen beweging particulieren op hunrechten wijzen. In de enkele gevallen, dat het wel ge-beurde, kwamen de moeilijkheden.Van de bezwaren bracht het er slechts een enkel tot deKroon. De Roosendalers zijn nooit onredelijk, waiineerin den juisten toon en met aanvoelen van beider stand-punten over hun belangen wordt gesproken. Het Bra-bantsche volk is uiterst gouvernementeel en de toorn isna een nacht slapen gewoonhjk zoo gezakt, dat menhet niet op een twist laat aankomen. Men kan dat wei-nig strijdbaar vinden ! t Is mogelijk, maar er zit zoo-veel vreugde in den vrede en t leven is zoo kort !Ir. Schaap was een bekwaam, ervaren man en beschikteover een grooten tact. ZiJn plan (opgenomen als afb. 2)omvatte een omlegging van de groote Oost-West ver-binding in Brabant om djze gemeente heen, welke 'wegmet een viaduct geleid werd over de spoorlijnen Roo-sendaal^--^Bergen op Zoom en Roosendaal^--^Esschen.De omstandigheid, dat dit viaduct moest worden aange-bracht, daar waar deze spoorwegen zich nog niet had-den gesplitst, maakte dat de omlegging gelukkig niet tever van de kern der gemeente lag en deze als het w^areafsloot.Naast deze omlegging vormt een breede binnensingeleen voornaam deel van het uitbreidingsplan. Een be-staand lang aan beide zijden begroeid watertje (,,Ver-fraaiing" genoemd) vormt het binnendeel van dezensingel. Ik beschouw het als een gelukkige omstandigheiddat Ir. Schaap geheel buiten de gemeente stond. Hijhield niet meer rekening met de belangen der grondeige-naars dan door de kadastralc ligging geboden was.Wanneer men personen ziet en niet terreinen, komt mensteeds tot onjuiste oplossingen. Ik vind het daarom zel-den gelukkig, als de eigen dienst van gemeentewerkenhet uitbreidingsplan verzorgt. Afgezien van het feit,dat contact met andere gemeenten wordt gemist, het-geen tot gezichtsbeperking leidt, is het maken van uit-breidingsplannen een zoo speciaal werk, dat slechts deallergrootste gemeenten daarvoor geschikt personeel indienst kunnen nemen.Het bezit van het uitbreidingsplan gaf een ommekeer inde ontwikkeling der stad. Niets was van grooteren in-vloed. Nu werd gewerkt volgens vastgestelde richtlij-nen. Een goed plan stimuleert tot daden, want een toe-komstbeeld is aan een ideaal nauw verwant en het iszoo prettig om daaraan te werken. Het plan geeft demiddelen om te weren, wat met de toekomstige ontwik-keling strijdig is, maar dringt tevens tot voltooiing. Zoo- 51ArtikelenAfb. 4 Luchtfoto (Foto K.L.M.)52wel negatief als positief is een uitbreidingsplan een kos-telijk ding.Roosendaal groeit en het plan is dan ook voortdurendaan wijziging onderhevig. Zoo wordt het geen keurslijf,maar blijft het richtsnoer. Als de omstandigheden nood-zaken tot wijziging, toetst men aan den oorspronkelijkenopzet en geeft men noode prijs, wat men eens als ver-wezenlijking had gedroomd; zoo blijft het oorspronkelijkplan ondanks wijzigingen invloed houden.De voornaamste oorzaak van de wijzigingen lag in hetterugloopen van de welvaart. Van het uitbreidingsplanmaken naast kaarten, zooals bekend, bebouwingsvoor-schriften deel uit. Deze laatste geven een omschrijvingvan de bebouwingssoorten, houden maten in en dispen-satiebevoegdheden. Deze maten waren voor Roosendaaliets te ruim genomen. Daarnaast was er behoefte aangesloten bebouwing. Ir. van Straaten te Arnhem, op-volger van Ir. Schaap, herzag en verzorgde het planop voortreffelijke wijze. (Afb. 3 geeft een beeld van hetplan na de herziening).De voorgenomen bouw van een kerk, klooster en scho-len maakten tevens een partieele herziening gewenscht.(Zie noordelijk deel). Hiervoor werden de particulierearchitecten van de kerk, Ir. van der Laan te Leiden enhet architectenbureau Sturm te Roosendaal, ingescha-keld. Deze architecten mochten de kerk, in overleg metden adviseur der gemeente, zetten in een omgeving,zooals zij zelf wenschten.Ir. van Straaten herzag tevens het deel ten noorden vanden weg Roosendaal^--^Bergen op Zoom, hetwelk wei-nig fraai was. Wat de uitvoering betreft is de gemeenteongeveer gelijktijdig begonnen zoowel aan den buiten-rondweg als aan den binnensingel of binnenrondweg.Dr. Ir. Bijhouwer uit IJmuiden was de ontwerper vanhet mooie in werkverschaffing uitgevoerde park, het-welk in de omgeving van het station aan den binnen-LET OP DIT MERKals U behangsels kiest !Het doorbladeren der R&D staal-boeken 1 938 is een waar genot voorhet oog. 't Eene nieuwe dessin na 'tandere .... frappant mooie weefsel-elfecten voor huis- en slaapkamer.vlak-en reliefuitvoeringen voor hal en trap-penhuis, bijzondere druktechnieken.Het is een behangsel-collectie van opvallende uit-gebreidheid en sorteeringtegen prijzen, zoo verrassend laag,als alleen de R & D-fabriek methaar jaarlijksche enorme productievan 10 millioen rollen stellen kan.Vraag vrijblijvend ofterte!BEHANGSELPAPIERFABRIEK vanRATH & DOODEHEEFVER N.V.Amsterdam / _ Prinsengracht 730/736Ook voor den WONINGBOUWaan den Statensingel te RotterdamleverdeDE VRIES ROBBE & Co.GORINCHEMdeSTALEN RAMENCENTRALE VERWARMINGNvGEVEKE.CoAMSTERDAMOLIESTOOK-INSTALLATIESVENTILATIE-INRICHTINGENWARMWATERVOORZIENINGBITUMITHet vv/allboard met de drie asphalt-lagen,waardoor vo I kome n vochtbestendigheidverkregen v>/ordt. ,,BITUMIT" is uitmun^tend geschikt voor binnenbekleeding vanvochtige muren, plafondbekleeding enonderlaag onder linoleum.Een monster met beschrijving wordt U gaarneop verzoek toegezonden.REPPEL's Agentuur in BouwmaterialenMosseltrap 5a -- RO 1 1 ERDAM -- Telefoon 15436de NEDERLANDSCHE PATENT-KAP is van een eenvoudige, op ervaring gegronde constructie; geeft de baste resultaten op slecht tnekkende schoorsteenen; vormt met de schoorsteenpot een goed geheel; wordt verkocht door:OCTROOI 21.5 5 5N.V. FOLTU - AMSTERDAMRapenburg 29 Telefoon 43942 Import - ExportW. SLOTBOOM 8c ZOOMBAZARSTRAAT 1 - DEN HAAGIngenieursbureau voor Centrale VerwarmingPLAFOND-VERWARMING - OLIESTOOK-INSTALLATIESCENTRALE VERWARMING VOOR KLEINE WONINGENLaboratoria van de Vrije Universiteit.De Lairessestraat, Amsterdam.Architect B. T. BoeyingaIn deze bouw werden toegepast: ruim tienduizendGLAZEN-BOUWSTEENEN ,,VERA-LUX"in blank half-kristal.Dat deze, bij juiste plaafsing, niet aan breukonderhevig zijn, blijkt uit het feit, dat allenog intact zijn zonder breuk of barst.Fa. EMILE SANDERS AMSTERDAM Z.Alex Boersstraat 21 Telefoon 23428N,V. IJZERHANDELGEBR. VAN CAMPENBROERSTRAAT 53 NIJMEGENZENDT ONS UW AANVRAGEN VOORHANG- EN SLUITWERKUW ADRES voorSANITAIRvan prima Hollands Aardewerk(SPHINX en CERAMIQUE)PH.ZEEHANDELAARGrossier -- 2e Jan Steenstraat no. 112AmsterdamTevens verkrijgbaar Roodkoperen Buis,Soldeerfittingen merk ,,T. A." (zeerconcurreerend) en ,,Dordrecht" Gas-fornuizen en comforen.S.WIERSMA * AmsterdamEleciroiechnisch InsiallaieurCooperatiehof 2 Telefoon 20405Installateur van diverse WoningbouwvereenigingenErkend door G. E.W. AmsterdamHANG- EN SLUITWERKZOOALS ARTIKELEN VOOR HET BINNENHUISVINDT U IN ONGEeVENAARDE KWALITEIT ENUITVOERING IN DE MONSTERKAMER VANA.ZIERLEYNDR. NOLENSLAAN 5VERKOOP DOOR DEN A ki r o c r i^ i^ n TGOEDEN IJZERHANDEL AMcRSFOORTBRAAT - DELFTPlaat- en Smeedwerk Metalen Ramen Centrale VerwarmingBRAATGLASROEDENNIBRAGLASROEDENVENTILATIEKAPPENPLAAT- EN PERSWERKENSCHEEPSLUCHTKAPPENRAMEN EN DEUREN VAN STAAL,BRONS EN ANDERE METALENWINKELPUIENGEPERSTE STALENDEURKOZIJNENMAGA2IJNSTELLINGENRAMEN VAN SCHOKBETONCENTRALE VERWARMINGEN AANVERWANTEINSTALLATIESVOLAUTOMATISCHEOLIESTOOKINRICHTINGENVOLGENS EIGEN CONSTRUCTIE4000 UITGEVOERDE INSTALLATIESL oonschoopeerinrichtingrondweg is gelegen. Deze weg is thans gereed tot aanhet nieuwe kerkgebouw.De buitenrondweg zal dit jaar worden verhard, de via-ducten zijn gereed. Het zandbed van den weg teekentzich reeds vrij duidelijk af op de luchtfoto, die hierbijgevoegd is. (Afb. 4).Ook diverse woonstraten kwamen gereed. De ervaringhierbij is, dat voortuinen zeer nuttig zijn. Zij verdub-belen het profiel van de straat, maken deze meer toe-gankelijk voor hcht en lucht en ondervinden bij de bou-wers zelf geen bezwaar. Voortuinen van minder dan5 meter hebben als zoodanig geen beteekenis. Daarinkan nauwehjks een kwijnende heester groeien. MoeiHj-ker is in de praktijk de vraag, of en zoo ja, hoeveel openruimten tusschen de huizen moeten bHjven.Open bebouwing geeft aan alle zijden zon aan de wo-ning, maar maakt het bouwen iets duurder, vooral watbetreft het benoodigde terrein, terwijl soms over tochtgeklaagd wordt tusschen de huizen. Grondexploitantenzijn er geen vrienden van. Mijn ervaring is te kort omeen oordeel uit te spreken, maar wel ^veet ik, dat eengemeentebestuur een wachter moet zijn, anders drukkenbelanghebbenden het uitbreidingsplan geheel in elkaar.Dat daarnaast een welstandstoezicht op het bouwen nietkan worden gemist, behoeft geen betoog. In deze ge-meente is dit aan hetzelfde bureau opgedragen, het-welk adviseert over de stadsuitbreiding. De volkshuis-vesting van de gemeente brengt gerechtvaardigde offersmet zich en een grondbedrijf kan dan ook bezwaarhjkworden gemist.De bestuurders van dit grondbedrijf hebben echtersteeds voor oogen te houden het groote doel, de volks-huisvesting. Een voortdurend streven naar winst geefteen grondexploitanten-mentahteit, een collectief egois-me, hetwelk alle idealen doodt.Arbeiden aan de volkshuisvesting is bouwen aan hethuis van zijn gemeente, is een arbeid voor de toekomst,is besturen in den waren zin des -woords.Roosendaal, 28 Februari 1938Nationaal plan en streekplan op het Inter-nationaal Stedebouwcongres te Parijs (1937)door Drs. H. van der WeydeSedert het Internationaal Stedebouwcongres te Amster-dam (1924) had het streekplanwerk als zelfstandig on-derwerp niet meer op de agenda's der Internationalecongressen geprijkt. Wel was nog een paar maal eenbepaald aspect van dit werk in ander verband aange-roerd, maar een algemeene uitwisseling van denkbeel-den en ervaringen met betrekking tot dit onderwerp wassinds 13 jaar niet voorgekomen. Niettemin was het be-kend dat het streekplanwerk in tal van landen na 1924met kracht was aangevat, en de vele vraagpunten, dieieder in eigen kring hierbij ontmoette, prikkelden debehoefte aan orienteering over de methoden, die menelders in toepassing heeft gebracht. Dit gold te meer,omdat de behandeling van het onderwerp op het Am-sterdamsche congres zoo bizonder vruchtbaar is ge-weest; met name voor ons land kan het zonder over- Artikeiendrijving als het beginpunt van de streekplanbewegingworden beschouwd.Het was dan ook zeker in overeenstemming met een ,algemeen gekoesterden wensch dat de leiding van hetcongres te Parijs in 1937 tot een hernieuwde behande-ling besloot. Zij verbond hieraan een tweede onderwerp,dat eerst in den allerlaatsten tijd in de hoofden derstedebouwers vasteren vorm begint aan te nemen: hetNationale Plan. Het is een opmerkelijke aanwijzingvan de eenheid in de ontwikkeling der ideeen op ditterrein dat de wenschelijkheid van een Nationaal Plan,die vroeger een enkele maal was uitgesproken als eenverwijderd ideaal, plotseling in verscheidene landen in-gang vindt als een programma-punt, dat al meer bin-nen het bereik van de werkelijkheid begint te konien.Terecht was het bestuur van de Federation van mee-ning dat deze ontwikkeling mede de aandacht van hetCongres verdiende.Nu de rapporten -- uit 11 landen -- voor ons liggen,blijkt intusschen hoezeer de beweging voor een Natio-naal Plan nog overal in haar eerste begin verkeert. In : ,vele landen wordt de wenschelijkheid van zulk een alge-meen bestemmingsplan ingezien, maar daadwerkelijkter hand genomen is het nog nergens, althans opgevatin administratieven zin. Dit laatste voorbehoud is nietzonder beteekenis, omdat de schaal van het stedebouw-kundig werk in de verschillende landen zeer uiteen-loopt. Vooral bij de lezing van de praeadviezen uit -Australie en Zuid-Afrika, al valt daar nog weinig posi-tiefs te vermelden, komt men onder den indruk van deenorme grootte van de administratieve onderdeelen,die men blijkbaar ook stedebouwkundig gesproken alseenheden wil behandelen.Een ander voorbeeld van hetzelfde uit onze onmiddel-lijke omgeving gaf de Heer Ir. P. Bakker Schut in zijnartikel in het Mei-nummer 1937 van dit Tijdschrift,toen hij wees op eenige Duitsche streekplangebieden,die wat grootte en bevolkingscijfer betreft, weinig voorons geheele vaderland onderdoen.Overigens blijkt uit de rapporten wel dat het, ook innationaal verband bezien, niet ontbreekt aan maatre-gelen tot ordening van een bepaalden vorm van grond-gebruik. Ons Rijkswegenplan is hiervan een voorbeeld.Echter wordt al dit werk bijna uitsluitend gedaan ,,inwater-tight compartments", zooals de Engelsche prae-adviseur het kernachtig uitdrukt, en door coordinatievan de verschillende bestemmingen ontstaat toch eersteen werkelijk stedebouwkundig plan.Sommige rapporteurs hebben in hun ijver om hun landgoed voor den dag te laten komen, zich niet gehoudenaan de beperking, die uitdrukkelijk was opgelegd, t.w.dat alleen melding zou worden gemaakt van plannen,die betrekking hebben op het gebruik van den bodem.Allerlei medegedeelde bizonderheden over centrale rege- lingen van het onderwijs, van de volksgezondheid e.d.vallen daar natuurlijk geheel buiten.Dit alles terzijde latend kan men in den bundel rappor-ten, voor zoover het Nationale Plan aangaat, toch driebelangrijke punten aanwijzen. : . ?Vooreerst de heldere formuleering van de strekkingvan een Nationaal Plan in het praeadvies over Frank-rijk, waar trouwens een krachtige strooming ten gunstevan dat ideaal bestaat (zie het bericht onder Buiten- DOArtikelenland in het vorige nummer). Dan de stelselmatige or-ganisatie van het streekplanwerk in Duitschland --waarover nog iets volgt --, onder centrale leiding,waardoor wel bizonder gunstige voorwaarden zijn ge-schapen voor de samenstelling van een Nationaal Plan,al wordt dit door den rapporteur nog niet met zooveelwoorden genoemd. En in de derde plaats de grootenadruk, die in de propaganda voor een Nationaal Planin Engeland wordt gelegd op het economisch element,en wel op den eisch tot locahsatie van de industrie.Bekend is bijv. hoe Sir Malcolm Stewart, de onlangsafgetreden commissaris voor de zoogenaamde SpecialAreas -- de gebieden, die bizonder zwaar gebukt gaanonder de gevolgen van de crisis -- steeds voor het te-gengaan van een verdere concentratie der industrie envoor de afleiding daarvan naar gunstig gelegen en goedgeoutilleerde complexen in de noodlijdende gebieden? heeft gepleit.Veel sterker nog zou het economisch motief waarschijn-lijk op den voorgrond getreden zijn, indien ook uit deVereenigde Staten een praeadvies was uitgebracht,wat helaas niet het geval is geweest.Ook met het oog op de streekplannen, een onderwerp,waaromtrent veel meer te vermelden viel, heeft hetstreven naar economische ordening, onder den aandrangvan de crisis, stimuleerend gewerkt. In Frankrijk is deeerste wettelijke regeling van het streekplan zelfs geheelin het kader van de crisiswetgeving tot stand gekomenbij een wetsdecreet van 25 Juli 1935, steunend op eenmachtigingswet, die de Regeering verstrekkende be-voegdheden verleende ter bescherming van den francen tot bestrijding van de speculatie.Voordien was in Frankrijk slechts een streekplan invoorbereiding, voor het gebied van Parijs, waartoe eenafzonderlijke wet van 14 Mei 1932 de verplichting hadopgelegd. Deze regehng is nu tegelijkertijd bij wetsde-creet aangevuld en verbeterd, en, gelijk bekend, is ditstreekplan inmiddels reeds vastgesteld. De nieuwe rege-ling, die voor het geheele land geldt, is evenmin eendoode letter gebleven. Het Fransche praeadvies deeltmede dat in verschillende gebieden met het werk be-gonnen wordt. Er is reeds een plan in voorbereidingvoor de departementen ,,du Nord" en ,,Pas de Calais",waarin het belangrijke kolenbekken van Rijssel enAtrecht ligt. Dit gebied bestaat uit een opeenvolgingvan evenwijdig loopende dalen en vormt met zijn tal-rijke bovengrondsche installaties en arbeidersstedenbijna een ononderbroken nederzetting. Van een geheelander karakter is een streekplangebied, dat eveneensreeds als zoodanig is geconstitueerd, namelijk het de-partement van de Landes, met 800.000 ha prachtigenaaldwouden, met schilderachtige meren en zeer weinigmenschelijke nederzettingen. De vorming van een natio-naal park zal hier de hoofdinhoud van het streekplan-werk zijn.Een andere factor, die in enkele landen aan de ontwik-keling van het streekplanwerk en aan den stedebouwin het algemeen ten goede is gekomen, is de verkrijgingvan de staatkundige zelfstandigheid na den wereldoor-log. Zoowel het rapport over Polen als dat overTsjecho-Slowakije geeft den indruk, dat men daar, naden vrede in het bezit van een eigen nationaal huis54 gekomen, met groote geestdrift de inrichting daarvan terhand genomen heeft. En in beide landen is de stede-bouw, ook toegepast op geheele streken, daarbij als eenwerkzaam hulpmiddel erkend. In verscheidene belang-rijke gebieden van Polen is de voorbereiding vanstreekplannen in vollen gang, bijv. voor de hoofdstadWarschau met haar omgeving, voor het textielgebiedvan Lodz, voor de omgeving van Poznan (het vroegerePosen) in het Westen, en voor de in economisch op-zicht zeer belangrijke kuststrook met de jonge havenGdynia. In Tsjecho-Slowakije ontbreekt een wettelijkeregeling weliswaar, maar de ontworpen regeling, dietijdens de voorbereiding van het congres nog niet vankracht was, gaf toch reeds steun in de praktijk. In eenenkel gebied -- dat van Zlin in Moravie -- is eenstreekplan in voorbereiding, terwijl voorts zeer belang-rijke voorstudies zijn verricht door de Masaryk Acade-mie van den Arbeid, die o.m. een volledige geografischverantwoorde streekindeeling voor het geheele Rijkontworpen heeft. Dit werd noodig geacht, omdat eener-zijds de historisch-administratieve eenheden voor hetstreekplanwerk te groot waren, en andererzijds dedistricten geografisch en cultured niet voldoende ho-mogeen. De nieuwe indeeling, die geheel op weten-schappelijke gronden berust, is niet vastgesteld dan na-dat belanghebbenden gelegenheid hebben gehad hunopmerkingen te maken.In een enkel land -- Duitschland -- is de streekplanbe-weging zeer versterkt door het ontstaan van het dicta-toriaal regeeringsstelsel. Reeds in 1920 was hier eengewichtige stap gedaan door de vorming ingevolge eenPruisische wet van den ,,Siedlungsverband Ruhrkohlen-bezirk", waarmede een geheel nieuw orgaan in het levengeroepen was, dat met verstrekkende bevoegdheden toe-gerust de ruimtelijke ordening van dit gebied met zijnuiterst intensief grondgebruik in betere banen konleiden. Ondanks de goede ervaringen had dit voorbeeldin Duitschland geen navolging gevonden. Alleen ont-stonden in de jaren 1920--1930 in enkele andere deelenvan het Rijk centra van streekplanwerk, die echter opde vrijwillige samenwerking van gemeenten en corpora-ties van gemeenten met het bedrijfsleven berustten.Met het optreden van het nationaal-socialistisch bewindwordt al spoedig de wetgeving op den stedebouw aan-gevuld met de bekende reeks wetten, waarvan een dereerste het ,,Gesetz iiber die Aufschliessung von Wohn-siedlungsgebieten" van September 1933 voor de tot-standkoming van streekplannen van directe beteekeniswas. Gelijk bekend houdt zij o.m. het voorschrift in datvoor nader door de regeering aan te wijzen gebieden,die zich door sterk toenemende bebouwing kenmerken,een bestemmingsplan moet worden opgesteld. De orga-nisatie van het streekplanwerk is vervolgens tot een-heid gebracht door de besluiten inzake de Reichsstellefiir Raumordnung, van Juni 1935 en Februari 1936. Ditlichaam heeft de algemeene leiding over de 23 Landes-planungsgemeinschaften, nieuwe organen, die overalkrachtens de centrale regeling gevormd zijn en waarvanhet ontstaan dus niet afhankelijk is van de toevalligemedewerking van gemeenten of andere lichamen. Welzijn de gemeenten naast andere organisaties vertegen-woordigd in de Landesplanungsgemeinschaften en dra-gen zij bij in de kosten. Als schakel tusschen dit streek-planwerk in groot verband eenerzijds en den stede-bouwkundigen arbeid van de gemeenten en combinatiesvan gemeenten andererzijds is een instantie met een klei-ner gebied gevormd, de Bezirksstelle, die in den regeltoegevoegd is aan den Regeeringspresident.Terwijl het nieuwe regime in Duitschland door deze enandere maatregelen gunstige voorwaarden heeft ge-schapen voor een harmonische ruimtelijke ordening vanhet geheele Rijksgebied, heeft het fascistisch bewind inItalic op dit punt nog weinig bewerkt. Nog altijd geldtdaar alleen een wet van 1865, die gemeenten met eenbevolking in de kom van meer dan 10.000 inwonersmachtigt tot het ontwerpen van een stadsplan, maardie in de vaststelling van plannen van grooteren om-vang niet voorziet. Zijdelings heeft de Regeering echterin enkele gevnlien door radicale annexaties de samen-stelling mogelijk gemaakt van plannen, die naar hunaard als streekplannen kunnen gelden. Ook aan de be-langrijke kolonisatie-werkzaamheden in de streek vande Pontijnsche moerassen heeft een streekplan tengrondslag gelegen.De schrijver van het Italiaansche praeadvies drukt dennationalen trots over het welslagen van deze kolonisatiealdus uit dat ,,for centuries the reclamation of the Pon-tine Marshes has claimed the ineffectual efforts of Em-perors and Popes".Tegenover de vele bizonderheden over allerlei werk-zaamheden, die met het streekplanwerk slechts in ver-wijderd verband staan, en de factoren, die de noodza-kelijkheid van dit werk hebben versterkt, treft het datweinig woorden zijn besteed aan de wetenschappelijkevoorbereiding, ofschoon ook hiernaar uitdrukkelijk wasgevraagd. Wellicht zullen de praeadviezen over ditspeciale onderdeel voor het dit jaar te houden Interna-tionaal Aardrijkskundig Congres te Amsterdam onzekennis hiervan kunnen aanvullen. Intusschen is het ze-ker niet toevallig dat zelfs het rapport over Engeland,waar aan de survey zoo veel zorg wordt gewijd, hieraanstilzwijgend voorbijgaat, om des te langer stil te staanbij de verwerking van de voorbereidende rapporten inwettelijke streekplannen en de uitvoering van deze.Het is duidelijk dat zich hierin afteekent hoe het streek-planwerk in Engeland langzamerhand in een nieuw sta-dium komt, dat nieuwe moeilijkheden -- administratieveen organisatorische -- opwerpt, die thans de voile aan-dacht opeischen. De ondervinding, die men in Engelandin de praktijk met de consequenties van het streekplan-werk heeft opgedaan en de soepele wettelijke regeling,die veelal ruimte laat voor een keuze uit verschillendemogelijkheden, maken dit rapport ook voor Nederlandbij uitstek leerzaam.De werkwijze in Engeland stemt in zooverre met die inverscheidene Nederlandsche provincies overeen datmen ook daar aanvankelijk alleen adviseerende rappor-ten heeft samengesteld. Er werd dan door de samen-werkende plaatselijke autoriteiten een gemeenschappe-lijke commissie gevormd, die in den regel de opstellingvan een rapport aan een van de bekende adviseerendestedebouwkundigen opdroeg. De afbakening van destreekplangebieden geschiedde naar geografische ge-zichtspunten, onverschillig hoe de administratieve gren-zen werden doorkruist. Evenzoo hield het feit, dat deresultaten van het onderzoek geen onmiddellijke rechts-kracht hadden, de sfeer van het werk vrij van de over-weging van eng-plaatselijke belangen. Zoo is de eer-biedwaardige serie van Engelsche streekplanrapporten Anikdenontstaan, welke de praeadviseur te recht noemt ,,one ofthis country's best and largest contributions towardsmodern planning". De vraag is nu echter op welke wijzeaan de in een dergelijk rapport aanbevolen maatrege-len het best rechtskracht kan worden gegeven. Somswordt daartoe de adviseerende commissie omgezet ineen met uitvoerende bevoegdheden, maar meestal is hetoorspronkelijk afgebakende gebied daartoe te groot enwordt het in eenige kleinere eenheden, elk met eeneigen commissie gesplitst. Op deze wijze viel bijv. hetstreekplangebied van Manchester ten slotte in achtkleine districten uiteen. In enkele gevallen wordt naastde nieuwe commissies de oude, die alleen een advisee-rende taak had, in stand gehouden om een wakend oogte houden op het handhaven van den samenhang vanhet door haar ontworpen streekplan. In andere gevallenheeft men in dit opzicht vertrouwd op het bestaan vanhet streekplanrapport, dat den Minister bij de beoor-deeling van de wettelijk vastgestelde plannen, die aanzijn goedkeuring onderworpen zijn, als leidraad kandienen.Bij vergelijking van hetgeen deze tweede fase van hetstreekplanwerk heeft opgeleverd met de resultaten vande eerste is er wel reden tot teleurstelling. Eenerzijdsblijkt er een groote achterstand te bestaan in het belicha-men van de rapporten in wettelijke streekplannen. Ter-wijl er reeds in de bibliotheek van ons Instituut meerdan 50 Engelsche streekplanrapporten aanwezig zijn, isnog slechts een groot streekplan, -- dat voor het gebiedvan Aberdeen -- vastgesteld en goedgekeurd ^). Ande-rerzijds steken de wettelijke plannen, voor zoover deopzet daarvan zich laat beoordeelen -- aldus de prae-adviseur -- ongunstig af bij de adviseerende, doordatde neiging bestaat om wel allerlei details hieruit over tenemen, maar de fundamenteele elementen ter zijde testellen.Waaraan is dit verwateren van de deskundig ontwor-pen streekplannen toe te schrijven?De Engelsche praeadviseur, de bekende stedebouwkun-dige Patrick Abercrombie, stelt dit voor een deel oprekening van de ontoereikende bevoegdheden, die dewet toekent. Overigens wijst hij op de gebrekkige rege-ling van de aansprakelijkheid der samenwerkende ge-meenten voor het betalen van schadevergoeding aanverongelijkte grondeigenaren. De bestemmingen, die indit opzicht de grootste kosten meebrengen, vallen allichtop het grondgebied van kleinere randgemeenten, waarhet streekplan, in de eerste plaats ter 'wille van degroeiende stedelijke agglomeraties, allicht open ruimtenzal willen reserveeren. Het spreekt vanzelf dat die rand-gemeenten weinig geneigd zijn aan een wettelijk streek-plan haar medewerking te verleenen, als zij de kwadekans loopen de kosten te moeten dragen van schade,die eigenaren op haar territoir meenen te lijden.Verder doet zich het verschijnsel voor dat vele plaatse-lijke autoriteiten meer bedacht zijn op verhooging vande belastbare waarde binnen haar grenzen dan op eenbevredigende ontwikkeling in streekverband. Dit wordteen bron van moeilijkheden, zoodra het plan aan de^) De rapporteur heeft hier blijkbaar afgezien van de kleinerestreekplannen, die meer het karakter van gemeenschappelijke uit- rrbreidingsplannen hebben. OOArtikelenBinnenland56bebouwing in een dergelijke gemeente een grens wilstellen. Het rapport vermeldt dat nog in geen enkelgeval een speciale belasting over een geheel streekplan-gebied is ingesteld om een betere verdeeling van delasten tot stand te brengen.Niet minder moeilijk zijn de vraagpunten, die zich voor-doen als eenmaal een wettelijk streekplan is vastgestelden door goedkeuring rechtskracht verkregen heeft.Door welk orgaan moet dan de uitvoering van het planwordcn volvoerd?Ook voor deze verdere taak kunnen de samenwerkendebestuurslichamen in Engeland een gemeenschappelijkorgaan instellen. Omtrent de aangewezen organisatievoor dit doel is echter nog weinig ondervinding opge-daan. Het Ministerie van Volksgezondheid schijnt ge-neigd te zijn om de voorkeur te geven aan uitvoeringdoor de gewone plaatselijke bestuurslichamen, waarbijtegenover het voordeel van den eenvoud in administra-tief opzicht het bezwaar van de geisoleerde bemoeiingenstaat, ook al wordt een adviseerende commissie in standgehouden om het verband te bewaren. Er is in Engelandblijkbaar een tegenzin tegen de vorming van nieuwebestuurslichamen ad hoc met de bevoegdheid om overgecombineerde gebieden belastingen te heffen. Anderer-zijds bestaat er juist als het plan in dit stadium komt,dringend behoefte aan een gemeenschappelijke finan-ciering, aangezien de kosten voor het grootste deel eerstdan gemaakt moeten worden. Deze tcgenstelling kanvolgens het rapport op eenvoudige wijze overbrugdworden, wanneer het graafschap voor dit doel samen-werkt met de ..rural districts" binnen zijn gebied. im-mers dan kunnen de noodige fondsen gevonden wordendoor de heffing van een belasting door het graafschap,een ,.county rate". Die samenwerking kan wederomzoowel een adviseerend als een executief karakter heb-ben.De Engelsche stedebouwwet maakt echter nog een an-dere werkwijze mogelijk, waarbij twee of meer bestuurs-lichamen verantwoordelijk kunnen worden gesteld voorde verwezenlijking van bepaalde doeleinden van eenstreekplan of voor bepaalde onderdeelen ervan. Zoo kandus bijv. de uitvoering van de in een plan vastgelegdeopen ruimten worden opgedragen aan die autoriteiten,die er het meeste belang bij hebben.Het werk is in zooveel gebieden in vollen gang -- hetrapport deelt mede dat 132 streekplancommissies metuitvoerende bevoegdheid ingesteld zijn -- dat binnenkorten tijd stellig omtrent al deze mogelijkheden veelmeer ervaring zai zijn opgedaan. Ook uit verscheideneandere landen zal in de eerstvolgende jaren nieuws opdit terrein te vermelden vallen, zoodat een herhaaldebehandeling op een der volgende congressen wensche-lijk lijkt. Het zal dan echter aanbeveling verdienen hetstreekplanwerk niet meer in zijn vollen omvang aan deorde te stellen, maar de behandeling tot een of meerbrandende vraagpunten te beperken. De algemeeneorienteering, welke het congres te Parijs gegeven heeft,moge voor het vormen van een indruk van het werk ineen aantal landen nut hebben. het onderwerp is zooveelzijdig en werpt zooveel vragen op. dat voor eenvruchtbare gedachtenwisseling, waarmee de praktijkvan den stedebouw werkelijk gebaat zal zijn, een veelnauwere omlijning van het thema noodzakelijk is.Het is te verwachten dat de onderlinge besprekingenvan de Nederlandsche streekplancommissies. waartoehet Instituut onlangs met gunstig gevolg het initiatiefgenomen heeft, belangrijke suggesties zuUen opleverenvoor de keuze van die kanten van het streekplanwerk,die in internationaal verband het eerst recht hebben opbehandeling.BinnenlandStaatscommissie ter voorbereiding van een wijzi-ging van de WoningwetBij Koninklijk besluit van 16 Februari 1938 no. 25 is ingesteld eenStaatscommissie ter voorbereiding van een -wijziging van de Wo-ningwet, met de opdracht:Beantwoording van de vraag, of, en, zoo ja, in welke mate de Wo-ningwet op het stuk van haar hoofdbeginselen wijziging, e.g. aan-vuUing behoeft.Onderzoek nopens moeilijkheden, waartoe het systeem en de tekstvan de wet bij haar toepassing aanleiding geven.Dit onderzoek zal niet betreffen de financieele paragrafen der wet.In deze commissie is benoemd tot lid en voorzitter:mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris-generaal van het Departementvan Binnenlandsche Zaken, enzijn benoemd tot leden:W. J. Andriessen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;J. Bakker, administrateur bij het Departement van Financien;dr. ir. F. Bakker Schut, inspecteur van de volksgezondheid;mr. J. G. S. N. Beckers, lid van Gedeputeerde Staten van Limburg;W. Drees, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;mr. P. A. van der Drift, administrateur bij het Departement vanBinnenlandsche Zaken;jhr. ir. G. de Graeff, inspecteur van de volksgezondheid;jhr. M. ]. I. de Jonge van EUemeet, oud-directeur der volkshuisves-ting en bouwpolitie van Rotterdam (voor de Vereeniging van Ne-derlandsche Gemeenten);ir. H. van der Kaa, hoofdinspecteur van de volksgezondheid;mr. H. W. J. Mulder, administrateur bij de provinciale griffie vanZuidhoUand;H. van der Schaar, lid van den Gezondheidsraad;ir. L. S. P. .Scheffer, hoofd van de afdeeling Stadsontwikkeling vanAmsterdam (voor het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvestingen Stedebouw);J. Tjalma, burgemeester van Hoogeveen;mr. J. Wilkens, directeur van de Nederlandsche Hypotheekbank enlid van de Contactcommissie, gevormd door de georganiseerde hy-pothecaire crediteuren en debiteuren, belang hebbende bij het on-roerend goed,en is toegevoegd aan die commissie als secretaris:P. A. Kouwenhoven, referendaris bij het Departement van Bin-nenlandsche Zaken, enals adjunct-secretaris:mr. C. J. M. A. van Rooy,met bepaling, dat het den leden vrijstaat hun gevoelen, afwijkendvan dat van de meerderheid, tegelijk met het rapport der commissieaan Hare Majesteit de Koningin te doen kennen.(Ned. Staatscrt. 21 Febr. 1938, Nr. 36)De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft de Commissie op 22Februari geinstalleerd met het uitspreken van de navolgende rede:Mijne Heeren,Het is mij een voorrecht U welkom te mogen heeten in deze eerstevergadering van de Commissie, die tot taak heeft een onderzoek inte stellen naar het antwoord op de vraag of de tijd niet is gekomeneen herziening van de Woningwet aan de orde te stellen en diewijziging voor te bereiden.Ik acht het voorts mijn plicht U met een kort woord dank tezeggen voor Uwe bereidwilligheid, niettegenstaande Uw drukkewerkzaamheden uit anderen hoofde, in deze commissie zitting tewillen nemen en mij behulpzaam te zijn bij het doorzoeken van zoo-veel problemen, die bij de overweging van de zooeven genoemdevragen aan de orde moeten komen.1 ^1? if'# ^ -- -J*^III' ' 41rf1 t,^,-1Pi!^^ t- %BinnenlandFoio Pol\)SOonInstallatievergadering van de Staatscommissie ter voorbereiding van een wijziging van de WoningwetEerste rij, zittend van links naar rechts; Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, J. Bakker, W. Drees, Zijne Excellentie H. van Boeyen,W. ]. Andriessen, Ir. H. van der Kaa, Mr. J. WilkensTweede rij, staand van links naar rechts: H. van der Schaar, Mr. C. J. M. A. van Rooy, Mr. H. W. J. Mulder, Ir. L. S. P. Scheffer,Mr. Dr. K. J. Frederiks, Mr. P. A. van der Drift, P. A. Kouwenhoven, Jhr. Ir. G. de Graeff, Dr. Ir. F. Bakker SchutHet wil mij toch voorkomen dat er heel wat omstandigheden zijnaan tc wijzen, die dringen tot een heroverweging van de vraag ofde Woningwet van 1901 en naar haar structuur en naar haar in-houd, nog voldoet aan de eischen, die onze samenleving thansstelt. Dit uit te spreken beteekent allerminst een onderschatting vande groote beteekenis, van de zegenrijke gevolgen, die de uitvoeringvan de bestaande wet heeft gehad en nog heeft.Dank zij het feit van haar wording en van haar werking was hettoch mogelijk velen, ook de gemeentebesturen, tot een weldadigezelfwerkzaamheid op te roepen, mede te arbeiden aan de verbete-ring van de volkshuisvesting. Dank zij ook de inwerkingtreding vandeze wet werd van hooger gezag de mogelijkheid geopend invloeduit te oefenen op, leiding te geven en steun te verleenen aan, eendoelmatige volkshuisvesting en misstanden uit te roeien, die onte-genzeggelijk in de 19e eeuw te veelvuldig op dit stuk voorkwamen.Er werd verkregen, dat allerwege het besef werd geboren dat eengoede volkshuisvesting en zedelijk en uit een oogpunt van de volks-gczondheid van de allergrootste beteekenis is.Maar toch bij de waardeering van de bestaande wetgeving, die welis-waar herhaaldelijk bij de veranderde tijdsomstandigheden en denieuwere inzichten werd aangepast, doch haar oorspronkelijke ofzeten structuur volledig behield, mag niet worden voorbijgezien, dathet primaire doel der wet was:de bewoning van slechte woningen onmogelijk te maken:de gelegenheid te scheppen woningen, waaraan gebreken kleven,te verbeteren;den bouw van ondeugdelijke of minder geschikte woningen tevoorkomen en den bouw van goede woningen te bevorderen.Een in verband met de in de negentiger jaren voorliggende foestan-den, ongetwijfeld loffelijk en begrijpelijk doel. Maar een beperktdoel.Tal van vraagstukken, die direct of indirect, met het vraagstuk derVolkshuisvesting verband houdcn, bleven onaangeroerd liggen, ble-ven onbchccrscht.En de tijd schijnt aangebroken, dat de overheid zich tot de over-weging zet of het niet noodzakelijk is het vraagstuk der Volkshuis-vesting in breeder verband te bezien, misschien zelfs of de tijd nietgekomen is, dit vraagstuk te zien als een gevolg, een noodwendiggevolg. van de ontwikkeling, die zich op ander gebied voltrekt.Ik durf de vraag aldus te formuleeren of niet de tijd aangebroken isde voorzieningen in het belang van de Volkshuisvesting in engerenzin te zien als een gevolg van de ontwikkeling, die zich op andergebied voltrekt.Zoo gesteld komt het vraagstuk van de Volkshuisvesting pas aande orde, nadat andere belangen zijn overwogen of verwezenlijkt,wordt het verheven tot logische noodwendigheid van andere voor-zieningen.Wanneer ik dit punt uiterst vaag aanduid, geschiedt dit met grovenopzet. Aan Uw Commissie is volledig de vrijheid gelaten bij haaronderzoek. Zelfs is in de gegeven opdracht niet uitgesproken dat debestaande wet op het stuk van haar hoofdbeginselen wijziging, c.q.aanvulling behoeft. De mogelijkheid is alleen verondersteld. Ikwensch daarom in geen enkel opzicht te praeciseeren, welke gedach-ten mij met betrekking tot het onderwerp voortdurend bezig houden.Maar wel herhaal ik nog eens, dat sinds de inwerking treding vande bestaande wet, meer en meer het inzicht ontstaan is dat de be-hoefte van den woningbouw niet losgemaakt kan worden van devermoedelijke ontwikkeling, die zich in een bepaald gebied zal vol-trekken.Dit is de eene kant van een der onderdeelen van het vraagstuk. Deandere zijde van dat onderdeel laat een geheel ander beeld zien enzegt: dat de vermoedelijke ontwikkeling van een bepaald gebiedsterk afhankelijk is van de zorg die voor dat gebied werd gegeven.Van de beheersching, die wel doordacht en na afweging van veelfactoren, plaats vindt.Zoo gesteld is het vraagstuk van de Volkshuisvesting secundairen niet primair, althans niet doelmatig te verzorgen, tenzij daaraaneen geheel andere taakuitoefening is vocrafgegaan.Maar ik denk in de tweede plaats aan een ander onderdeel van hetprobleem. 57Dinnenlarnland58Het kan niet worden ontkend, dat de ontwikkeling van het verkeer,dat nu geen afstanden meer bestaan, eigenaardige vraagstukken enmoeilijkheden, ook met betrekking tot het onderwerp, dat U zalbezig houden, brengt.Moeilijkheden o.m. in dezen zin, omdat de onbeheerschte ontwik-keling economisch ontstellende gevolgen moet hebben. Niet alleenvoor het finantieel beheer van de bestaande gemeenschappen. Hetplaatst ook de vestigingsgebieden vaak voor vraagstukken, die eneconomisch en finantieel van groote beteekenis zijn. En toch zijndeze gevolgen misschien nog niet van de meeste beteekenis. Zie ikhet goed, dan treedt in menig gebied, waar onnatuutlijke bevcl-kingsaanzetten plaats vinden een waardevermeerdering van dengrondeigendom op, die tot nadenken stemt. Immers, wanneer de tijdzou leeren, dat deze waardevermeerdering voor een niet gering ge-deelte goeddeels slechts schijnbaar is, en in geen enkel opzichtveroorzaakt wordt door de wezenlijke behoefte aan bouwgrond,dan rijst o.m. deze vraag; of de schade, die o.m. aan het bedrijfs-leven wordt toegebracht, zonder meer aanvaard dient te worden enof de Overheid lijdelijk moet toezien. Ik beantwoord deze vraaggeenszins. Ik stel haar alleen, omdat de veranderde omstandighedeneen onderzoek schijnen te wettigen welke gevolgen uit deze nieuweomstandigheden voortvloeien.Ik vestig ten slotte nog op een derde vraagstuk de aandacht.Het is niet onmogelijk, dat in de tijden die voor ons liggen, meerdan vroeger de noodzaak aanwezig is een onderzoek te vragen ofbepaalde gebieden overeenkomstig de ontworpen bestemmingsplan-nen tot ontwikkeHng mogen worden gebracht alsmede naar het ant-woord op de vraag;Hoe zullen ze tot uitvoering kannen worden gebracht.De eerste gedachte wijst been naar de vraag of het noodzakelijk is,meer dan thans gebruikelijk is de economische mogelijkheid van deuitvoering van bepaalde ontwikkeUngsplannen, tijdig voor dedefinitieve vaststelling te laten overwegen.De tweede vraag wijst op de interlocale samenwerking, de eischdat gemeentegrenzen in meer dan een geval geen beletsel n ogenvorraen, de uitvoering van noodzakelijke bestemmingsplannen teverhinderen.Vergis ik me niet, dan Hggen op het gebied van deze vragen,eischen -- moeilijkheden -- die waard zijn bezien te worden. Ge-schiedt zulks niet, dan zal eenerzijds verstarring en gevoel van on-macht intreden, maar zullen ook experimenten ondernomen worden,die gevolgen kunnen oproepen, die nooit, maar steUig nu niet, moe-ten intreden.Mijne Heeren, ik heb met opzet in dit kort installatiewoord mi] losgemaakt van den inhoud van de bestaande wet.Mijn doel met deze enkele opmerkingen is slechts aan te duidenwelk belangrijk, welk interessant werk, maar ook welk moeilijk werkU wacht.Dat U die taak hebt willen aanvaarden stemt tot groote erkentelijk-heid en ik zeg U daar nogmaals dank voor.Met groot vertrouwen leg ik die taak in Uw handen, ook omdat iker naar gestreefd heb Uw Commissie alzijdig samen te stellen.Ook omdat ik weet, dat U raijnheer de Voorzitter met groot en-thousiasme de leiding op U genoraen hebt.Ik spreek den wensch uit, dat de arbeid van Uw Commissie vrucht-baar zal mogen zijn en groot nut voor de gemeenschap zal afwer-pen. Onder het uitspreken van grooten dank aan verschillendeColleges van Gedeputeerde Staten, die voor Uw werk reeds veelvoorbereidenden arbeid hebben verricht leg ik met vertrouwen deleiding van Uw werkzaamheden in handen van Uwen Voorzitter,die mij in zeer bijzondere mate heeft verpHcht door de aanvaardingvan deze taak.De volkshuisvesting in de Eerste KamerBij de behandeling van de begrooting in de Eerste Kamer is dit jaarvrij veel over de volkshuisvesting gesproken.De verhouding van particulieren bouw tot woningwetbouw werdaangeroerd door den Heer Reinalda, die uit de praktijk de con-clusie trok dat de overheidsbouw niet mag worden verwaarloosdop straffe van nieuwen woningnood. Ook andere sprekers wezenop woningtekorten in sommige huurklassen. De Heer Bruinemandeed dit voor het platteland, waarbij hij wees op de toenemendesamenwoningen. De Landarbeiderswet achtte de Heer Bruinemangeen onverdeeld succes, doordat de in haussetijd verleende voor-schotten ondanks de aflossing zwaar op de woningen blijven druk-ken. Deze spreker dacht hierbij inzonderheid aan het land vanMaas en Waal en ook een andere burgemeester, de Heer In 't Veld,vestigde de aandacht op het tekort aan goedkoope woningen inzijn ambtsgebied: Zaandam. waar woningen beneden f 5 weekhuurgeheel ontbreken.Overigens kwamen de bekende en onderling nauw samenhangendevraagstukken van de ongewilde woningen, de krotopruiming,
Reacties