IkVraagt onze nieuweKlsurenkaart!Jai op Tornol kunt gij bouwenHet is een oersterke lakverf, die bestand is tegen alleweersinvloeden; vorst, regen, hitte en zeedampen.Daarom gebruiken zooveel Woningbouwvereeni-gingen en Vereenigingen voor de VolkshuisvestingTORNOLChioorrubberlakverfPIETER SCHOEN EN ZOON N.V. ZAANDAMGEWAPEND ASBEST-CEMENT.TERMORCO??N.V. Industrieele en Handelmaatschappij?TERRANOVA?Noorderweg 52A - Telefoon 8581 HILVERSUMFabrikante van ,,TERMORCO"BUIZEN - KOKERS - Speciale SCHOORSTEENKANALEN(ook DUBBELWANDIGE) ^ WASEMKAPPEN en KANALENVENTILATIE-LEIDINGEN ONTLUCHTINGSKOKERS.BOUWBEDRIJFH.VANSAANEOVERTOOM 266 AMSTERDAM - W.WONINGBOUWP. A. BOS P.Azn.ZEIST Boschkant 6Vlamoven-straatklinkersinDiverse soortenVlamovics(Drooggeperste Klinkerkeien)voorWegen, Dijkbeglooi'i'ngen,Kademuren en BrugpeilersTijdschriftvoor Volkshuisvesting en StedebouwOrgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw enden Nationalen Woningraad, Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenRedactie : H. P. J. Bloemers, J. Bommer, Jhr. M.J.I, de Jonge van Ellemeet, Ir. L. S. P. Scheffer,Ir. P. Bakker Schut, Mr. J. Vink, Ir. J. M. A. ZoetmulderAdres Toor Redactie en Abonnementen: Kloveniersburgwal 70, Amsterdam C, Telefoon 40588Advertenties: Keizersgracht 188, Amsterdam C, Telefoon 49128Sept. 193819e Jaargang No. 9MaandbladI In Memoriam Mr. P. Droogleever FortuynAlgemeen is in den lande het verscheiden van Mr. P.Droogleever Fortuyn oprecht betreurd. Het is hierniet de plaats den zoo plotseling overleden burgemees-ter Van Rotterdam te herdenken als politicus en ma-gistraat. Maar wij mogen niet nalaten op deze plaatsmet een enkel woord te wijzen op de beteekenis, die deoverlledene heeft gehad voor de volkshuisvesting en denstedebouw.Het was toevalligerwijze in het laatstverschenen num-mer van dit Tijdschrift, dat wij in herinnering brachten,dat Mr. Droogleever Fortuyn kort na zijn promotie teLeiden zich het secretariaat zag opgedragen van eenCommissie uit de Vereeniging voor Handel, Nijverheiden Gemeentebelangen, welke in de jaren 1894^*98 eenenquete heeft gehouden naar de toenmaals zeer veel tewenschen overlatende woningtoestanden in de residen-tie. Ongetwijfeld is het uitvoerig rapport van dat onder-zoek hoofdzakelijk zijn werk geweest.Reeds in het begin van zijn loopbaan kwam hij dus metde praktijk van het woningvraagstuk in aanraking. Alsdirecteur eener hypotheekbank zou hij een zeer lang-durige ervaring opdoen in zake de financiering van denparticuheren woningbouw. In 1912 tot lid van den ge-meenteraad van 's-Gravenhage gekozen, zag hij zichreeds in 1913 gekozen tot Wethouder van Financien,om in 1919 deze portefeuille te verwisselen met die vanOpenbare Werken (destijds ook Stadsontwikkeling enVolkshuisvesting omvattend).In de moeilijke na-oorlogs-jaren, toen de woningnoodop het hoogtepunt was en de woningbouw met tal vanmoeilijkheden had te kampen, zijn onder zijn wethouder-schap belangrijke maatregelen genomen, zoowel watbetreft de voortzetting van den gemeentelijken woning-bouw als de bevordering van den bouw van vereeni-gingswoningen en de bevordering der particuliere bouw-nijverheid. In dit verband moge herinnerd worden aande oprichting van de Stichting ,,Centraal Woningbe-heer" (van welks bestuur hij q.q. het voorzitterschapaanvaardde) voor de exploitatie der destijds snel in aan-tal toenemende Gemeentewoningen; de oprichting insamenwerking met andere gemeenten van de N.V. Cen-trale Bouwmaterialen Voorziening (C.B.V.); aan deoprichting eener gemeentelijke aannemingsmaatschappij(N.V. ,,Habo"). Talrijke incidenteele besprekingen inden Raad over het beleid ten aanzien van grondbedrijfen woningvoorziening gaven hem einde 1922 aanleidingzijn zienswijze dienaangaande neer te leggen in een zeergedocumenteerde nota, getiteld ,,De grond- en woning-politiek der Gemeente 's-Gravenhage".Zeer in het bizonder had de stedebouw zijn belangstel-ling. In dit verband moge eraan worden herinnerd datonder zijn wethouderschap tot den aanleg van twee be-langrijke parken werd overgegaan: het Westbroekparken het Zuiderpark. Vooral ten aanzien van het laatsteheeft hij zich zeer veel moeite getroost en zonder over-drijving kan worden gezegd, dat zonder zijn tact en zee-manschap de huidige generatie dit park niet zou hebbenaanschouwd in den aantrekkelijken staat, dien het thansreeds vertoont.In 1923 heeft hij zijn wethouders-portefeuille neergelegd,zeer tot leedwezen van alien, die het voorrecht hebbengehad te mogen samenwerken met dezen fijnen, kunst-zinnigen man.Van ons Instituut was hij een goed vriend en geruimentijd een gewaardeerd medewerker. Gedurende verschei-dene jaren had hij zitting in het Bestuur; als lid van eencommissie, ingesteld door samenwerking van de Veree-niging van Nederlandsche Gemeenten en het Instituut,had hij een belangrijk aandeel in het in 1925 verschenen,,Rapport over de wettelijke regeling van het geweste-lijk plan".Met Mr. Droogleever Fortuyn is niet alleen een be-kwaam bestuurder heengegaan, wiens woord gezag haden wiens tact en beminnelijkheid in nagenoeg alle krin-gen werden gewaardeerd, maar ook een man, die warmvoelde voor de verbetering der volkshuisvesting en dieeen helder inzicht had in de ontwikkeling en de behoef-ten van de zich snel uitbreidende stad der twintigsteeeuw.P. Bakker Schut 169ArtikelenIn Memoriam H. Tj. Dijkhuis170Op 4 September stierf na een pijnlijk lijden van een halfjaar op 32-jarigen leeftijd de jonge sociograaf H. Tj.Dijkhuis. Het laatste werk, dat hij, met inspanning vanal zijn krachten, nog heeft kunnen verrichten was devoltooiing van het Nederlandsche rapport over eenvraag van stedebouwkundige strekking voor het Inter-nationaal Aardrijkskundig Congres. Hij deed dit als se-cretaris van de commissie, welke ons Instituut voor ditdoel had ingesteld. Alleen om deze reden reeds zou eralle aanleiding zijn hem op deze plaats dankbaar te her-denken.Maar zijn hefde, zijn belangstelhng en zijn veelzijdigekennis waren zoo verweven met de gebieden, waarophet Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw zichbeweegt, dat wij hier moeten uitspreken, hoe zijn heen-gaan, hoewel hij nog aan het begin stond van de ver-wezenlijking van zijn idealen, toch voor hen die hem inzijn werk ten behoeve van den stedebouw van nabijhebben kunnen gadeslaan, een duidelijke leegte heeftdoen ontstaan. Hij had er een groote behoefte aan zijngroote wetenschappehjke kennis en de ervaringen diezijn hefdevolle observatie van natuur en menschenwe-reld hem hadden geschonken, in dienst te stellen vanhet maatschappehjke leven en indien hij daartoe de ge-legenheid had gekregen, zou hij aan de wereld van denstedebouw, waarin hij zoo gaarne verder had willenwerken, naar alle verwachting een eigen en bizondereplaats hebben ingenomen.Th. K. van LohuizenOfficieele mededeelingenNederlandsch InstituutGelukwensch aan Hare Majesteit de KoninginHet Instituut heeft een telegram van gelukwensch ge-zonden aan H. M. de Koningin ter gelegenheid vanHaar 40-jarige Regeering.AdressenHet dagelijksch bestuur heeft d.d. 14 Juli 1938 een adresaan den Minister van Binnenlandsche Zaken gezonden,waarin verzocht is te willen bevorderen dat met de we-tenschappehjke voorbereiding van een Nationaal Planwordt begonnen. Het adres is op biz. 185 van dit num-mer afgedrukt.PraeadviezenvergaderingDe door de Heeren Mr. H. W, Bloemers, J. A. M. Brui-neman en Mr. A. F. Kamp uit te brengen praeadviezenover ,,De volkshuisvesting ten plattelande" zullen in eenop 12 November a.s. te houden ledenvergadering wor-den behandeld.De praeadviezen worden opgenomen in het October-nummer van het Tijdschrift, welk nummer omstreeks 15October zal verschijnen. Een convocatie voor de verga-dering zal den leden t.z.t. worden toegezonden.De saneering van Oud-Scheveningendoor Ir. P, Bakker SchutII5. De saneering tengevolge van den aanleg derfurriaan KokstraatZooals hierboven reeds werd vermeld, besloot de Ge-meenteraad in 1912 tot den aanleg van enkele belang-rijke verkeerswegen door de bestaande stad. Bij dat be-sluit werden de belangen van Scheveningen niet oveihet hoofd gezien. De verbindingen tusschen den Sche-veningschenweg en het Kurhaus (aanvankelijk bekendals ,,het Stedelijk Badhuis") oudtijds uitsluitend via Kei-zerstraat^--^Wassenaarschestraat^--^Gevers Deynootweg,later, na omstreeks 1860 ook via de tegenwoordigeBadhuisstraat^--^Badhuiskade^--Gevers Deynootweg, vol-deden in den aanvang der 19e eeuw, dus reeds voor dealgemeene invoering van het motorisch verkeer, nietmeer aan de steeds toenemende eischen van het ver-keer.Een nieuwe verbinding werd daarom ontworpen tus-schen het einde van de Prins Willemstraat en de Bad-huiskade tegenover het eindpunt van het Kanaal. Dezeverbindingsweg, de tegenwoordige Jurriaan Kokstraat(oorspronkelijk ontworpen op een breedte van 16 m,doch in verband met de toenemende verkeerseischen in1919 gebracht op 20 m breedte), doorsnijdt in Zuid-Noordelijke richting de zeer dicht bevolkte wijk tusschende Keizerstraat en de Badhuiskade. Een omvangrijkeonteigening ging aan de uitvoering van dit werk vooraf;evenals bij de ontworpen verkeerswegen in de binnen-stad werd hierbij de zgn. zone-onteigening toegepast:behalve de perceelen voor den weg zelf, werden opper-vlakten daarbuiten in het plan opgenomen, ten eindeeen behoorlijke bebouwing langs den nieuw aan te leg-gen weg te verzekeren, terwijl ook de wensch, slechtewoningtoestanden op te ruimen, bij de bepaling der ont-eigeningsgrens een belangrijke rol speelde.Op de situatie in afb. 18 is de oppervlakte, welke aldusvoor dit werk moest worden geraseerd, aangegevenmet A.Op deze wijze kon een belangrijke saneering als gevolgvan den aanleg van den nieuwen verkeersweg plaatsvinden.Een aantal van 184 voor een groot gedeelte minder-waardige huizen en 26 bedrijven waren in dit plan be-grepen (onder deze bedrijven behoorden 8 reederserven,een voermanderij, een mandenmakerij en een smederij);ook een school moest worden geamoveerd. Het behoeftgeen nader betoog, dat bij den reeds nijpenden woning-nood in Scheveningen het onttrekken aan de bewoningvan een dergelijk aantal woningen met groote moei-lijkheden gepaard ging en dat vooral de ontruiming vande onteigende perceelen zorgen baarde. En uit diezelfdeomstandigheid is voor een groot deel de verklaring tevinden voor het feit, dat tusschen den datum van hetoorspronkelijke Raadsbesluit (Januari 1912) en de vol-tooiing van den aanleg (1921) een termijn van ruim 9jaren verliep.Echter dient hierbij te worden opgemerkt, dat ook hetafleggen van den zwaarmoedigen weg der onteigenings-procedure zeer veel tijd vorderde, zooals blijkt uit dehierna volgende data.Va VaDit gedeelte kuntU meer doen metRubbolA-ZHet uitstrijkvermogenvan Rubbol A-Z iscirca VI2 x zoo grootals van een gewone aflak.Dit is een van de redenen, waaronn dezemoderne, uiterst duurzanne kwaliteitslakecononnisch onderhoud mogelijk maakt.Vraagt onze uitvoerige brochure,,Betere bescherming door betereMaterialen" waarin de bijzondereeigenschappen en voordeelen vanRubbol A-Z worden vermeld.RubbolA-ZSIKKENS' LAKFABRIEKEN N.V. GRONINGEN '.'^VAllT.(Mededeelingen btiiten verantwoordelijkhcid van dc Rcdactie]Hoe dient men den prijs van lak- of verfmaterialen te beoordeelen ?e prijs van een verf of lak dient niet beoordeeld te wor-den naar het gewicht, maar naar de grootte van hetoppervlak, dat erdoor beschermd kan worden en de aardyan deze bescherming.Wanneer soort A bv. 11.80 per Kg. kost en soort B 11.50per Kg. dan kan het zijn, dat soort A ten slotte toch veelgoedkooper uitkomt, omdat nog met verschillende an-dere factoren rekening gehouden dient te worden, waar-van het uitstrijkvermogen, de dekkracht, het hechtvermo-gen en de duurzaamheid de voornaamste zijn.In den laatsten tijd ontvingen wij van meerdere zijdeno.a. zeer gunstige berichten over het grooter uitstrijk-vermogen van Rubbol A Z. Bij onze eigen proefnemingenbleek reeds, dat met een hoeveelheid Rubbol A-Z eenveel grooter oppervlak afgewerkt kan worden dan meteenzellde hoeveelheid gangbare Japanlak van overigens1e kwaliteit.Ook in de praktijk is deze eigenschap -- tot groote vol-doening van de verbruikers -- opgemerkt.In het algemeen blijkt dat dit bij genoemd product ca.iy2 maal zoo groot is als bij normale lakverven, d.w.z.wanneer men gewoon b.v. 10 M^ met 1 kg. van eenzekere kleur kan afwerken, men met Rubbol A-Z ge-makkelijk 15 M^ kan doen. Dit is reeds een belangrijkebesparing. Bovendien is de hechting opvallend. Dezeeigenschap wordt verkregen, doordat in dit product eeni-ge opiosmiddelen zijn verwerkt die ten deele van agres-sieven aard zijn.Oud beschadigd verfwerk, dat niet gebarsten is, kanmen na bijplamuren en bijplekken -- zonder inschurenmet olieverf -- direct met Rubbol A-Z overgeschilderdworden. Door de eigenaardige eigenschappen van debindmiddelen wordt het oude oppervlak opgelost, zooverals noodig is, om een goede hechting te verkrijgen, waar-door de nieuwe met de oude laag als het ware een geheelgaan worden.Vooral voor woningbouwvereenigingen en gemeentelijkewoningbouwcomplexen is dit van zeer groot en practischbelang. Beter werk bij een groote besparing van het ar-beidsloon wordt hierdoor verkregen. Werk, dat andersnimmer of slechts zeer moeilijk in aanmerking zou kun-nen komen, kan met dit product met veel minder kostengoed gemaakt worden. En de duurzaamheid ? Deze isuitstekend, hierover hebben wij in vorige artikelen reedsmelding gemaakt.Uit een en ander blijkt dus wel, dat bij het vergelijkenvan prijzen van dergelijke producten terdege met allefactoren rekening gehouden dient te worden. Bij RubbolA-Z blijkt dan wel, dat ,,duurkoop goedkoop" is.N.V.CHEMISCHE FABRIEK?VELADA?Technische VervenVloeibaar AluminiumDELFTFabriek en Kantoor: DELFTWEG 33Telcfoon 366Synth* en CelL LakkenGlanslakken..PARAPYR" BRANDWERENDE VERF - ISOLATIE MATERIALENN.V. tSEDERL. INSTA,ULATIE: MAA.T?CU,AM"?TE:BDAM-W , VON0EL2TG>AAT 56TE:I_. &hV^*epnir. .mmn gfEievEHiliiaiM < TfH 7 W VA L^FITTOPrnjAaTXAfb. 20. Oud-Scheveningen tusschen de Keizerstraat en lijn 11voor den aanvang der saneering.Afb. 21. Scheveningen tusschen de Keizerstraat en lijn 11 na uit-voering van het saneeringsplan.174visschersgeslachten, die aan de visschersvloot een on-verschrokken bemanning hebben geschonken. Zonderveel overdrijving kan men dit zeggen, want, behoudensenkele rudimenten -- eigenlijk nog te groot -- zal, wan-neer dit plan tot uitvoering is gebracht, practisch hetgeheele dorp zijn verdwenen en wel zelden zal in degeschiedenis het geval zich hebben voorgedaan, dat eenvisschersdorp in betrekkelijk korten tijd een zoo grootegedaanteverwisseling zal hebben ondergaan als aan-stonds met Scheveningen het geval zal blijken te zijn."En na in het licht te hebben gesteld, dat de jongere ge-neratie het belang van deze saneering beter ziet danhet oude visschersgeslacht, vervolgde hij:,,Ik ben dan ook ervan overtuigd, dat straks het jongegeslacht van Scheveningen het oogenblik zal zegenen,waarop deze oude behuizingen zullen zijn verdwenenen waarop het zal terugkeeren in woningen, die in zoo-veel opzichten zullen voldoen aan eischen, die men aangoede arbeiderswoningen mag stellen en dat te meer,waar deze woningen zijn gegroepeerd rondom eendorpsplein, dat zoodanig is ontworpen, dat het geheeledorp zijn intieme karakter blijft behouden, een intimi-teit, waaraan de visschersbevolking van oudsher wasgewend."Ook ditmaal bleek, dat met de uitvoering meer tijd wasgemoeid dan aanvankelijk was verwacht. In de jaren1932^--1934 werden de meeste perceelen in der minneverkregen. De onteigeningsprocedures betreffende deoverige perceelen hadden in 1935 plaats; 29 Januari 1936waren alle benoodigde perceelen in het bezit van deGemeente.Geleidelijk werd tot ontruiming en afbraak van de aan-gekochte en onteigende panden overgegaan. Want ookditmaal kostte het veel moeite en overleg om de verdre-ven bevolking onderdak te brengen: de woningvoor-raad was en bleef beperkt.de moderne houtvezelplaat met 't zeldzaam-fraaie decoratieve oppervlakN.V. HOUTINDUSTRIE ,,PICUS" - EINDHOVENCORTLEVERKETELSTRAATAMSTERDAMSp ecialiteit inMARMERENSCHOORSTEENMANTELSGARANTIEGARANTIEGARANTIEGARANTIEGARANTIESTANDGROENSTANDBRUINSTANDROODSTANDZWARTSTANDBLAUWSpeciaal product voor Buitcnwerk.HOUDT HET IJZER ROESTVRIJEN BESCHERMT HET HOUT.Wordt 5 JAAR GEGARANDEERDWED. BOONSTOPPEL & ZN.LAK- EN VERNISFABRIEKWADDINXVEEN Tdefoon 50De Koning der vervende verf van KoningEDEL-STANDGROEN'/ gaat jaren mee !?EKONOL?voor 't BETERE werkN.V. v.h. EVERT KONING & Co.ZAANDAM,,HOLLAND.DEURSLUITINGEN"voor het openen en sluiten van voordeuren vanBOVENWONINGEN(Nederl. Octrooi)MODERNE SPEELTUINTOESTELLENconstructiewerken.cv.?/.D.DRENTH,GRONINGENCOEHOORNSINGEL 39 TELEFOON 1424N.V.SCHILDER- EN GLASBEDRIJFolh M. E. HARTMANAmsterdam-ZPieter Aertszstraat 119Tel. 22615Den HaagColumbusstraat 183Tel. 332687VianenKantoor Rijksstraatweg 16Tel. 221Speciaal adres voor ONDERHOUDSWERKBRAAT - DELFTPlaat- en SmeedwerkBRAATGLASROEDENNIBRAGLASROEDENVENTILATIEKAPPENPLAAT- EN PERSWERKENSCHEEPSLUCHTKAPPENMetalen RamenRAMEN EN DEUREN VAN STAAL,BRONS EN ANDERE METALENWINKELPUIENGEPERSTE STALENDEURKOZIJNENMAGAZIJNSTELLINGENRAMEN VAN SCHOKBETONCentrale VerwarmingCENTRALE VERWARMINGEN AANVERWANTEINSTALLATIESVOLAUTOMATISCHEOLIESTOOKINRICHTINGENVOLGENS EIGEN CONSTRUCTIE4000 UITGEVOERDE INSTALLATIESLoonschoopeerinrichtingR&D-KWALITEIT!Ondanks de scherpe prijzen der R&D-behangsels,hebben ze toch alle dit gemeen: R&D-kwa!iteit IEn dat beteekent: betere afwerking, gedrukt opzware papiersoort, mooier perspectief, artisticiteiten fraaie, hechte ,,Fixa-Color" kleuren.Laat U de rijk gesorteerde collectie der mo-dernste behangselpapierfabriek van Europa eensop zicht komen.Vraag aan bij:RATH & DOODEHEEFVERAMSTERDAM TELEFOON 36300CENTRALE VERWARMINGN.V.GEVEKE.C?AMSTERDAMOUESTOOK-INSTALLATIESVENTILATIE-INRICHTINGENWARMWATERVOORZIENING\RITIIMIT// Dl 1 UIVII 1 \Het wallboard met de drie asphalt'lagen,waardoor volkomen vochtbestendigheidverkregen wordt. ,,BITUM1T" is uitmuri'tend geschikt voor binnenbekleeding vanvochtige muren, plafondbekleeding enonderlaag onder linoleum.Een monster met beschrijving wordt U gaarneop verzoek toegezonden.REPPEL's Agentuur in BouwmaterialenMosseltrap 5a -- RO1 1ERDAM -- Telefoon 15436N.V. FOLTU AMSTERDAMRapenburg 29 Telefoon 43942Asbestona Hardboard Houtvezel enz.PlaatmateriaalWat den financieelen opzet betreft, blijken verschillen-de factoren, nu de aanleg van dit plan nagenoeg geheelis voltooid, eenige wijziging te brengen in de hierbovenqenoemde cijfers.De kosten van aankoop en onteigening bedroegen circaf 116.000.^-- meer dan de raming, de aanlegkosten enkosten van afbraak bleven echter ? f 103.000.-- onderde raming. De waarde van de vrijgekomen terreinenwerd voorts door de voor dit doel benoemde taxatie-commissie rond f 190.000.-- hooger geschat dan in deraming hiervoor was opgenomen. In verband met dezen,voor de Gemeente ongunstigen, uitslag der taxatie deel-de de Minister destijds mede, dat het maximum derRijksbijdrage nader zou moeten worden bepaald op rondf 36.000. -- , met dien verstande, dat met de vaststellingvan het juiste bedrag zou worden gewacht totdat allefactoren met zekerheid bekend zouden zijn.Als gevolg van den langen duur van uitvoering van ditplan heeft de Gemeente inmiddels een belangrijk rente-verlies geleden, waarmede billijkheidshalve de totalenetto kosten dienen te worden verhoogd. Met al dezefactoren rekening houdende, moet thans het totaal-bedrag, waarover de Rijksbijdrage dient te worden be-rekend, worden gesteld op rond f 1.850.000.-- zoodatbij een annuiteit van 5.267% deze bijdrage ? f 48.700.--zou moeten bedragen. Een uiteindelijke beslissing tenaanzien van deze bijdrage is op het oogenblik, dat wijdit schrijven, nog niet genomen.8. De nieuwe bebouwing in het saneeringsplan tenZuid'Westen van de KeizerstraatBesfjond er weinig verschil van opinie ten aanzien vande wenschelijkheid om een einde te maken aan de be-schamend slechte woningtoestanden in het oudste ge-deelte van Scheveningen, des te meer meeningsverschilbestond er over de vraag op welke wijze de nieu'wewoningen in het gesaneerd gebied tot stand zoudenkomen. Moest er gebouwd worden door het particulierinitiatief, dan wel op den voet der Woningwet? Enmoest in het laatste geval worden gebouwd door deGemeente zelf of door Woningbouwvereenigingen? Dievragen hebben bij herhaling aanleiding gegeven tot uit-voerige discussies in en buiten den Gemeenteraad.Dit onderwerp is er een, dat ook bij andere gelegen-hed^n bij herhaling de gemoederen pleegt te verontrus-ten en speciaal in den Haagschen Gemeenteraad nogal eens ter sprake komt. Maar in het geval van denherbouw in Oud-Scheveningen is er een bizondere re-den om aan de wijze, waarop de bouwgrond beschikbaarzou worden gesteld, bizondere aandacht te wijden.Immers Scheveningen verkeert in een zeer bizonderepositie. In het Noord-Westen de Noordzee, in hetZuid-Oosten de opdringende groote stad; in het Noord-Oosten de badplaats en daarachter de prise d'eau derduinwaterleiding; in het Zuid-Westen het Westduin-park, een recreatie-terrein voor een zeer uitgebreidestadswijk. Afb. 23, welke o.m. de situatie der verschil-lende in Scheveningen gebouwde Gemeentelijke woning-complexen weergeeft, doet zien, dat deze omstandigheidreeds aanleiding heeft gegeven tot het in beslag nemenvan zeer verspreid liggende, toevallig beschikbare ter-reinen en terreintjes voor dit doel. De w^einige nog be-schikbare terreinen in de nabijheid der Visschershavenzijn '-- behoudens enkele voor het visscherijbedrijf gere-XMAAUArtikclenAfb. 22. Overzicht van de na uitvoering van de saneeringsplannenbeschikbaar gekomen bouwterreinen.serveerde gronden -- in de laatste jaren bebouwd. Dereeds geheel volgebouwde wijk Duindorp vormt denZuid-Westelijken uitlooper van Scheveningen en isfeitelijk reeds een enclave in het stedelijk recreatie-ter-rein. Praktisch zijn dus verdere uitbreidingsmogelijkhe-den uitgesloten. Het was dus wel van speciaal belang,dat de woningen, die in het gesaneerde gebied zoudenworden gebouwd, inderdaad ten goede zouden komenaan de eigenlijke Scheveningsche bevolking. En vooral,dat de zeer weinig draagkrachtige visschersgezinnenwoningen zouden vinden, welke voor hen financieel be-reikbaar zijn.Tegenover velen, die meenden, dat zulks alleen zou zijngewaarborgd, indien de bouw der woningen geschieddezonder winstbejag op den voet der Woningwet, ston-den anderen, die ook in dit geval meer heil zagen inwoningen door particuliere bouwondernemers gebouwd,mits door het voorschrijven van een maximum-inhoudhet begrip arbeiderswoning zou worden benaderd.In December 1931 deden Burgemeester en Wethouderseen poging deze controverse tot oplossing te brengendoor een compromis. Voorgesteld werd om van de 175Arfikelen5CliAAL[O 50 lOO 200 30oM m\Afb. 23. Overzicht van de in Scheveningen gebouwde Gemeente-woningen.1. Woningcomplex Kolenwagenslag (270 woningen).2. Semi-permanente woningen Westduinweg (160 woningen).Hierbij aansluitend 34 woningen voor ouden van dagen.3. Woningcomplex Afvoerkanaal-West (766 woningen).4. Semi-permanente woningen Afvoerkanaal-Oost (132 woningen).5. Duindorp (1384 woningen).6. Complex Magneetstraat (115 woningen).7. Complex Visschershaven (262 woningen).8. In aanbouw zijnde woningen in bet saneeringsplan (181 wonin-gen).17638.000 m2 bouwgrond, welke door de saneering beschik-baar zouden komen, 14.000 m2 te reserveeren voor denbouw van Gemeentewoningen, 14.000 vcfi uit te gevenaan bouwondernemers en 10.000 vcfi aan Woningbouw-vereenigingen. Na uitvoerige discussie aanvaardde deRaad dit voorstel. Het eerst aangelegd (Noordelijk)gedeelte werd kort daarop in erfpacht uitgegeven, ge-deeltelijk aan particulieren, gedeeltelijk aan een (nietop voet der Woningwet werkende) Woningbouwcorpo-ratie.In 1937 volgde het voorstel aan den Raad te besluitentot den bouw van Gemeentewege van een complex van181 woningen, bestaande uit 93 boven- en beneden-woningen, 57 eengezinshuizen en 31 kleine woninkjesvoor ouden van dagen en tegelijkertijd om grond uit tegeven aan een drietal Woningbouwcorporaties. Ditvoorstel werd aanvaard. De Gemeentewoningen zullenworden geexploiteerd met een bijdrage van het Rijk envan de Gemeente, elk van ten hoogste f 0.50 per week.Gerekend is op huren van f 3.75^--^f 4.55 en van f ?>.--voor de ouden van dagen. De exploitatie der Vereeni-gingswoningen (respectievelijk 33, 29 en 24 stuks) zalself-supporting zijn.De Gemeentewoningen zijn thans in aanbouw, de com-plexen der Woningbouwvereenigingen zijn aanbesteeden de voor particulieren bestemde terreinen in het Zui-delijk gedeelte zijn reeds in erfpacht uitgegeven. De ver-deeling der terreinen is in afb. 22 aangegeven.De erfpachtscanons van de terreinen in het saneerings-plan zijn gebaseerd op een taxatie, uitgebracht door dehierboven bedoelde commissie, welke daarvoor ingevol-ge de overeenkomst met het Rijk is aangewezen; zij loo-pen uiteen van f 0.82? tot f 1.50 per vcfi.Verwacht mag worden, dat in de eerste helft van 1939het nieuwe dorp zal zijn voltooid.9. Kleinere saneedngenBehalve de meer omvangrijke plannen, waarvan hier-boven sprake was, hebben verschillende verbeteringenop kleinere schaal plaats gehad, sommige verkeersver-betering ten doel hebbende, andere met het voorop ge-zet doel van saneering, maar alle resulteerende in deopruiming van een aantal krotten.Zoo werd in 1920 besloten tot doortrekking van de Vis-schershavenstraat, teneinde deze in verbinding te bren-gen met de Pronkstraat. De daarvoor noodige onteige-ning was in 1924 beeindigd. De onteigening omvatte19 woningen en 4 bedrijven (waarvan een reederserfen twee rookerijen). De kosten bedroegen ruimf 82.000. -- . Dit terrein is in afb. 18 met D aangegeven.In aansluiting hieraan werd in 1934 besloten tot de uit-voering van een klein saneeringsplan (aangegeven metE in afb. 18). De onteigening omvatte 40 woningen(waarvan 13 onbewoonbaar verklaard) en een rookerij.De onteigening, welke een bedrag van ruim f 42.000.--'vorderde, was in 1936 beeindigd. Sedert zijn stratenaangelegd op het na de amotie vrijkomend terrein. Dedaardoor beschikbaar komende terreinen zijn uitgegeventegelijk met die in het sub 8 behandelde saneeringsplan.Deze beide plannen werden zonder Rijkssteun tot uit-voering gebracht.De zonderlinge structuur van het oude visschersdorpheeft voorts ertoe geleid, dat buiten de hierboven be-handelde plannen, op verscheidene plaatsen partieeleverbeteringen moesten worden uitgevoerd om doodloo-pende straten in verbinding te brengen met andere, stra-ten en straatjes te verbreeden, rooilijnen te rectificeerenenz. Het zou te ver voeren al deze verbeteringen vanplaatselijk en elk op zichzelf van ondergeschikt belang,te beschrijven. Zij zijn niettemin van niet te onderschat-ten beteekenis voor de saneering van het oude dorp alsgeheel.Bij deze kleinere verbeteringen, zoowel als bij de hier-boven behandelde groote plannen spelen veelal drieoverwegingen een rol; opruiming van slechte woningen,het verkrijgen van een eenigszins behoorlijk stratenneten het verplaatsen van bedrijven uit de woonbuurtennaar de daarvoor aangewezen terreinen aan en nabijde Visschershaven, die speciaal zijn gereserveerd voorreederij, visscherij en nevenbedrijven en waar deze be-drijven kunnen worden uitgeoefend zonder schade voorde woonbelangen.10. Slot 'De saneering van Scheveningen behoort tot de om-vangrijkste en kostbaarste, die in ons land zijn uitge-voerd. Vermoedelijk is zij zelfs de grootste. De misstan-den, welke moesten worden opgeruimd, behoordentrouwens ook tot de allerergste.Het spreekt wel vanzelf, dat deze opruiming op grooteschaal niet mogelijk was zonder dat nieuwe woningenwerden gebouwd om de te verdrijven bewoners te huis-vesten. Het is een voortdurende wisselwerking geweest:bouwen -- ontruimen -- afbreken -- bouwen -- ontrui-men -- afbreken enz. Op de nieuw gebouwde woningenzullen wij hier met het oog op de plaatsruimte niet in-gaan. i^)De situatie der nieuwe Gemeentewoningen blijkt uit afb.23. Aangezien de exploitatie dezer woningen, zooals inden aanvang van dit artikel is uiteengezet, voor eengroot gedeelte met bijdrage moet geschieden, is n.l.,voor zoover de eigenlijke visscherswoningen betreft, devoorkeur gegeven aan den bouw en de exploitatie vanGemeentewege.In totaal waren op 1 Januari 1938 in Scheveningen 3123Gemeentewoningen gebouwd, waarvan 1764 wordenbewoond door visschersgezinnen en 946 door Scheve-ningsche gezinnen die in andere bedrijven te Scheve-ningen (grootendeels nevenbedrijven van de visscherij)hun brood vcrdienen. Slechts 413 woningen wordenderhalve bewoond door gezinnen, die niet van Scheve-ningsche origine zijn; wel heeft in deze gevallen in denregel de kostwinner zijn werk in ,,het visschersdorp".Aangezien reeds bij den aanvang een acuut woning-tekort bestond en de Scheveningsche bevolking zichzeer snel uitbreidt -- groote en zeer groote gezinnenkomen hier veel meer voor dan in de stad -- heeft dezegeheele 25-jarige afbraakperiode, niettegenstaande vrijenergieke pogingen om de verdreven en de zich uit-breidende bevolking op te vangen in nieuwe woningen,zich gekenmerkt door een voortdurenden woningnooden een wedloop van gegadigden naar de gereed komen-de woningen. Reeds thans -- Juni 1938 -- bedraagt het1) Voor een deel vindt men ze be.schreven in een artikel in denjaargang 1929, biz. 66 e.v. van dit Tijdschrift.aantal liefhebbers, dat zich heeft aangemeld voor de Anikeien181 woningen, met den bouw waarvan eerst enkelemaanden geleden is aangevangen, 630 en elken dagstroomen nog nieuwe aanvragen binnen!In meer dan een opzicht zijn deze bemoeiingen met devolkshuisvesting een dankbare taak geweest. In de eer-ste plaats omdat het bijna zonder uitzondering te eenenmale onvoldoende woningen waren, die moesten wor-den afgebroken en die zijn vervangen door goede, nieu-we v/oningen. Maar ook omdat de betrokkenen zelf inhooge mate hebben gewaardeerd, wat te hunnen be-hoeve is geschied: terwijl de stadsbewoner van eenigeappreciatie zelden blijk geeft en zeer gul is met zijn --niet zelden ongefundeerde ^ critiek, geeft, als regel, deScheveninger blijk van een geheel andere mentaliteit.En daarbij komt, dat de bewoning van de nieuwe wo-ningen in verreweg de meeste gevallen zeer bevredigenden heel dikwijls zelfs keurig is. Opvallend is hier, datin de meeste gevallen zelfs gezinnen, die uit de ellendig-ste krotten komen, na zekeren overgangstijd een nieuwewoning heel behoorlijk weten te bewonen, iets wat inde stad zelden voorkomt.Natuurlijk is hier een aanpassingsperiode onvermijdelijkgeweest. In de eerste plaats al wat de huurbetaling be-treft. In de krotwoningen waren huren van f 65.-- perjaar normaal; de laagste huur in den tijd van de ont-eigeningen bedroeg f 0.60 per week. Welnu, vooreen bevolking, die generaties lang aan dergelijke hurengewend is geweest, zijn huren van f 3.-- a f 4.-- enmeer moeilijk op te brengen.Maar ook wat de woon-zeden betreft was een geleide-lijke wijziging der mentaliteit noodzakelijk. Van eengezin, dat nooit anders heeft gekend dan een privaatbuitenshuis, dat met verscheidene andere gezinnen sa-men gebruikt moest worden, kan niet worden verwacht,dat het de weelde van een eigen privaat -- en dan nogwel een water-closet! -- dadelijk zal kunnen appreciee-ren en op de juiste wijze zal gebruiken. En wanneernoodgedwongen alle gezinsleden -- onverschillig vanwelken leeftijd en welk geslacht -- in een ellendige enbekrompen een-kamer-woning hebben gehuisd en ge-slapen, is het niet verwonderlijk, dat de noodzakelijk-heid van scheiding der slaapgelegenheid van ouders,jongens en meisjes, niet onmiddellijk ten voile wordtaangevoeld. En ook de ,,hofjes-manieren" met dedaaruit resulteerende burenruzies, gevolg van het gebrekaan een eigen erf en het gemis aan voldoende afgeslo-tenheid der woning, kunnen eerst geleidelijk wordenafgeleerd.Hier was een vruchtbaar veld voor den arbeid van onzewoning-inspectrices. Ik ben overtuigd, dat de in elkopzicht verblijdende resultaten van de Scheveningschesaneering, zeer direct verband houden met het systeemvan exploitatie der Gemeentewoningen, dat in denHaag van 1915 af is gevolgd: scherpe selectie der be-woners en voortdurend toezicht op de bewoning doorvrouwelijke ambtenaren met een koel verstand en eenwarm gemoed. Indien de Scheveningsche saneeringheeft geleid niet alleen tot een zeer aanmerkelijke ver-hooging van het woningpeil, maar ook tot de moreeleverheffing van de visschersbevolking, is zulks voor eenbelangrijk gedeelte te danken aan den toegewijden ar-beid van de inspectrices van de Stichting ,,Centraal 177Artikelen178Woningbeheer" en zeer in het bizondcr aan de hoofd-inspectrice, die 23 jaar lang in het bizonder alles, water in Scheveningen op het gebied van ontruiming, ver-huring en bewoning gebeurde, met vaste hand wist teleiden.De milhoenen, welke aan de verbetering van Scheve-ningen ten koste zijn gelegd, zijn ongetwijfeld goed be-steed. Gereed is dit werk niet. Nog staan er in Scheve-ningen vele krotten. Nog zijn er honderden gedwongensamenwoningen. Nog zijn er tallooze nauwe straatjes ensloppen. Nog zijn er tientallen hectaren veel te dichtopeen gebouwde woonwijken. Maar er is een flinke bresgeschoten. En het allerergste is weggevaagd.(De afbeeldingen nos. 5 en 6 zijn gemaakt naar opnamen van denheer E. M. van Oyen, nos. 4, 7, 8 en 10 t/m 15 naar opnamen vanMej. C. M. Reerink, de overige cliches zijn van den Dienst derStadsontwikkeling en Volkshuisvesting).Woningen voor groote gezinnendoor Ir. D. Kruyf, Directeur van hetBouw- en Woningtoezicht te HaarlemIn de Memorie van Antwoord inzake het Wetsontwerptot verhooging van het crediet voor werkverruimingheeft de Regeering te kennen gegeven, dat het in haarvoornemen hgt den bouw van woningen voor grootegezinnen te bevorderen door middel van het Werkfonds.Deze mededeehng werd nog eens onderstreept in decirculaire van den Minister van Binnenlandsche Zakenvan 23 Juni j.l. aan de Gemeentebesturen, waarin wordtgezegd, dat twee vraagstukken inzake de volkshuisves-ting bizonder de zorg van de overheid eischen en welde bouw van woningen voor groote gezinnen, zoomedede verbetering van bestaande arbeiderswoningen.Ten aanzien van het eerste punt deelt de Minister mede,dat den Gemeentebesturen binnenkort nadere mededee-lingen zullen bereiken,Hoewel dus omtrent de details van de regeling nog nietsbekend is, verzocht de Redactie mij een artikel over hetonderwerp ,,Woningen voor groote gezinnen" te schrij-ven, omdat naar haar meening het beginsel reeds dade-lijk vragen doet rijzen, die zij de moeite van het over-wegen waard vond.Dit verzoek heb ik gemeend te moeten aanvaarden, om-dat in mijn woonplaats Haarlem reeds gedurende eenaantal jaren woningen voor groote gezinnen, zooweldoor de Gemeente zelf als door een tweetal vereenigin-gen, worden geexploiteerd en ik dus over eenige erva-ring op dit gebied beschik.Natuurlijk rijst allereerst de vraag in hoeverre is er be-hoefte aan speciale woningen voor groote gezinnen. InHaarlem is voorheen een vrij sterke drang uitgeoefendom dit soort woningen te bouwen. Het resultaat daar-van is geweest, dat in 1919 en 1920 twee complexen van24 en 26 van deze woningen door de Gemeente zijngebouwd; in 1931 een complex van 61 woningen doorde R.K. Woningbouwvereeniging ,,St. Jozef" en 25woningen, verdeeld over een complex van 258 wonin-gen, door de Stichting ,,Centraal Woningbeheer". Ditaantal, in totaal 136 woningen, kan zeker niet grootgenoemd worden voor een stad als Haarlem met eentotaal aantal woningen van 36.894 op 1 Juli 1938, vooralals men in aanmerking neemt, dat de twee complexenvan 24 en 26 woningen officieel wel woningen voorgroote gezinnen zijn, maar in feite niet. Deze woningenbevatten namelijk op den beganegrond een woonkamer,een slaapkamer voor de ouders en een keuken en op deverdieping slechts twee slaapkamers. Alle kamers zijnvan voor arbeiderswoningen zeer normale afmetingen,zoodat de indeeling niet ruimer is dan voor een gezinvan normale grootte wordt geeischt.De andere genoemde 86 woningen kunnen echter tenvoile als woningen voor groote gezinnen worden aange-merkt. De woningen bevatten op den beganegrond eenzeer ruime woonkamer en een keuken, bovendien eengroot aantal nog een tweede kamer en verder 4, 5 of 6slaapkamers, alle van grootere afmeting dan in wonin-gen voor normale gezinnen gebruikelijk is. In de wo-ningen van het complex van 61 woningen is bovendiennog een ruimte, die als badkamer gebruikt kan worden.En wat is nu de ervaring bij de verhuring van dit kleineaantal woningen opgedaan? Men zou denken, dat degegadigden te hoop zouden loopen om een dergelijkeruime woning te bemachtigen, maar het tegendeel iswaar. Steeds is alle moeite gedaan om de woningenregelmatig bewoond te houden, maar niettegenstaandeal die moeite is dat niet kunnen gelukken. Dit mogeblijken uit het bijgaande staatje, waarin is opgegevenhet aantal onbewoonde woningen op 31 December vanelk exploitatiejaar en het aantal mutaties in die jaren.JaarVertrokkenbewonersNieuwebewonersOnbewoondewoningen op31 December61 w. 25 w. 61 w. 25 w. 61 w. 25 w.1932 2 2 1 _1933 9 3 6 3 4 --1934 9 2 8 2 5 --1935 6 9 2 7 9 21936 26 5 10 4 25 31937 9 8 9 8 25 3Omtrent het aantal groote gezinnen, deel uitmakendevan de bevolking van Haarlem, heeft verder de woning-en gezinstelling, die in Juli 1937 werd gehouden, eenigewaardevolle cijfers geleverd. Het totaal aantal woning-behoevende gezinnen, dat geteld werd, bedroeg 35.526en hiervan hadden 1078 gezinnen of 3,03% 5 kinderenen 1353 gezinnen of 3,18% 6 of meer kinderen.Een groot gedeelte van deze gezinnen moet echter nietgerekend worden te behooren tot de arbeidersbevol-king. Op arbeiderswoningen, waaronder begrepen zijnwoningen met huren tot f 300.^-- per jaar, waren name-lijk aangewezen 520 gezinnen of 1,46% met 5 kinderenen 644 gezinnen of 1,82% met 6 of meer kinderen.Deze laatste cijfers moeten natuurlijk niet als absoluutjuiste gegevens worden aangemerkt, omdat bij de be-oordeeling of een gezin al of niet op een arbeiderswo-ning is aangewezen het subjectieve element niet geheeluitgeschakeld kan worden. Toch zijn deze cijfers naarmijn meening zeer goed bruikbaar om een globaal in-zicht te krijgen in de behoefte aan woningen voor groo-te gezinnen.In de circulaire van 8 Januari 1932 van den Ministervan Arbeid, Handel en Nijverheid betreffende steunvoor woningwetbouw wordt o.m. bepaald, dat ondereen groot gezin wordt verstaan een gezin met 6 of meerkinderen. In Haarlem kunnen dus 644 gezinnen tot dezecategorie gerekend worden; een aantal, dat naar ikgeloof lager is dan door velen zou worden verwacht.Bovendien vindt blijkens de hierboven medegedeeldeervaring een groot deel van dit aantal blijkbaar voldoen-de huisvesting in particuliere woningen. Neemt mendan nog verder in aanmerking, dat de gezinssterktevoortdurend afnemend is (er zijn daarover reeds zoo-veel cijfers medegedeeld, dat ik daarop niet verder be-hoef in te gaan), dan kom ik tot de conclusie, dat overhet algemeen de behoefte aan woningen voor groote ge-zinnen wordt overschat en dat het van wijs beleid ge-tuigt, indien men met den bouw van dit soort woningende grootste voorzichtigheid betracht. Ik ben mij zeerwel bewust, dat in andere plaatsen de toestanden ge-heel anders zullen zijn dan in Haarlem. Dit volgt bijv.uit het staatje van overvulde woningen, opgenomen opbladzijde 198 van het kortgeleden verschenen gedenk-boek van den Nationalen Woningraad, waaruit blijkt,dat bij de volkstelling in 1930 16,2%, 18,8% en 19,6%van het totaal aantal aanwezige woningen bewoonddoor gezinnen met resp. 5 of 6, 7 of 8 en 9 of meer kin-deren onvoldoende slaapruimte aanwezig was. Toch zouik steeds den raad willen geven: Bestaan plannen omover te gaan tot den bouw van woningen voor grootegezinnen, ga dan niet af op een algemeenen indruk vande behoefte aan deze woningen, maar stel eerst eengrondig onderzoek in. In verscheidene gevallen zal menzich dan een financieelen strop besparen. In ieder gevalbestaat in Haarlem aan nieuw^e woningen van dit soortgeen behoefte.Een tweede vraag, die zich voordoet, is van welk typemoeten de woningen voor groote gezinnen zijn.In Haarlem domineert zeer sterk de eengezinswoning.Bij de laatste woningtelling behoorde 73,58 % van hettotaal aantal woningen tot deze categorie. Het spreektdus vanzelf, dat in Haarlem alleen het type eengezins-woning voor woningen voor groote gezinnen in aan-merking komt. Dit type beschouw ik trouwens steedsals h^t meest geeigende woningtype voor groote gezin-nen. De vrijheid van het gezin is daarbij het grootsten dit is van toenemende beteekenis naarmate het kin-deraantal grooter wordt. Ook voor omwonenden is ditvan belang, omdat de kans op burenruzie sterk wordtvergijoot, indien gezinnen met veel kinderen in nauwcontact met andere gezinnen moeten leven.De omstandigheden kunnen natuurlijk zoo zijn, dat heteconomisch onmogelijk is, eengezinswoningen voorgroote gezinnen te stichten en men noodgedwongenmoet lovergaan tot den bouw van boven- en beneden-woningen of zelfs etagewoningen. Het verdient danechter aanbeveling om de indeeling van de woningenzoo te maken, dat het contact tusschen de bewoners zoogering mogelijk wordt en verder zal men wel genood-zaakt zijn om door bizondere geluidwerende construc-ties hinder tot een minimum te beperken. Ook zou eenoplossing zijn om de groote gezinnen in de benedenwo- Amkeienningen te huisvesten en de bovenwoningen beschikbaarte stellen voor kleine gezinnen en gezinnen van nor-male grootte, maar dit is alleen te bereiken met zeerbreede perceelen, waardoor de grond- en bouwkostenwel tot een te groote hoogte zullen stijgen.Is het van belang om groote gezinnen zoo weinig moge-lijk met andere gezinnen in contact te brengen, dan ishet van nog grooter belang om groote gezinnen onder-ling zooveel mogelijk te scheiden. Het bouwen van spe-ciale complexen voor groote gezinnen keur ik dan ookten sterkste af, De practijk in Haarlem heeft bewezen,dat dergelijke complexen tot allerlei moeilijkheden aan-leiding geven. Het buitensporig groote aantal kinderen,dat in die gevallen wordt samengebracht, doet nietalleen onder de bewoners zelf allerlei ongenoegen enburenruzie ontstaan, maar ook ondervinden de niet totde complexen behoorende omwonenden groote over-last. De baldadigheid van de jeugd neemt soms afme-tingen aan, die alle perken te buiten gaan. In Haarlemwerden bijv. groote gaten in betonschuttingen geslagenom gemakkelijker op een aangrenzend weiland tekomen. Men kan trachten die overlast en baldadigheidte verminderen door in de nabijheid van het complexeen kinderspeelplaats te maken, maar ook dit zal wei-nig of geen succes opleveren. Niet alleen de jongerekinderen, die zich op een kinderspeelplaats kunnen ver-maken, zijn de schuldigen, doch wellicht in nog grooteremate de opgeschoten jongens en meisjes.Naar mijn meening is de eenige goede oplossing, dewoningen van de groote gezinnen te verdeelen overeen complex andere woningen, zooals in Haarlem is ge-schied met de 25 woningen, die deel uitmaken van hetcomplex der 258 woningen.Een ander punt, dat bezien moet worden, is de groottevan de stichtingskosten van woningen voor groote ge-zinnen in verhouding tot de kosten van woningen vannormale grootte en de daaruit voortvloeiende moeiliik-heden ten aanzien van de buren.Een woning voor groote gezinnen, van welk type ook,zal niet alleen meerdere vertrekken dan een normalewoning moeten bevatten, maar ook zullen de afmetingenvan die vertrekken grooter moeten zijn. Vanzelfspre-kend is daarvan het gevolg een grooter grondoppervlaken een grootere kubieke inhoud. De grond- en bouw-kosten zullen dus niet onbelangrijk hooger zijn dan dievan woningen van normale grootte.Het zou m.i. van weinig nut zijn, indien ik dit nader zoutrachten aan te toonen met cijfers uit de practijk. Eenverhouding tusschen de stichtingskosten van de tweesoorten woningen is toch niet te geven door de grooteverscheidenheid van soort en indeeling van de wonin-gen voor groote gezinnen, alsmede door de ongelijkeomstandigheden, waaronder de woningen worden ge-bouwd.In ieder geval staat vast, dat de dekkende huren vanwoningen voor groote gezinnen vrij belangrijk hoogerzullen zijn dan die van woningen voor gezinnen vannormale grootte. Als voorbeeld laat ik hier volgen dehuren, die een sluitende exploitatie zouden geven, vande woningen van het reeds meer genoemde complex der258 woningen.Huur van een woning voor kleine gezinnen. . f 5,25Huur van een woning voor normale gezinnen . f 5,90 179Artikelen180Huren van woningen voor groote gezinnen, afhankelijkvan de grootte f 7,75, f 6,95, f 6,30 en f 6,10.Voor het complex der 61 woningen zijn de dekkendehuren pl.m. f 6,50.Nu is het mogehjk, dat de gezinsinkomsten van eengroot gezin hooger zijn dan van een normaal groot ge-zin door eventueele verdiensten van de kinderen, zoo-dat het betalen van een hoogere huur geen bezwaarhoeft op te leveren, maar in Haarlem is bij de verhuringzonder eenigen twijfel komen vast te staan, dat dit vooreen groot deel van de groote gezinnen niet geldt. Bo-vendien heeft hierbij de ervaring geleerd, dat de wo-ningbehoefte van groote gezinnen met hooge gezins-inkomsten voor een belangrijk deel door de particulierewoningen wordt bevredigd. Exploiteert de Gemeenteof een Woningbouwvereeniging woningen voor grootegezinnen, dan zullen de gegadigden in verreweg demeeste gevallen behooren tot de categorie met lagereinkomsten, die de huren noodig voor een dekkende ex-ploitatie, niet kunnen betalen. Rijk en Gemeente zullendaarom aan het verleenen van jaarlijksche bijdragen bijde exploitatie van groote-gezinswoningen niet kunnenontkomen.Maken de woningen voor groote gezinnen deel uit vaneen complex, dat ook andere woningen omvat, dan zounog de mogelijkheid bestaan, om de te betalen huur vooreerstgenoemde woningen lager te stellen en de hurenvan de andere woningen iets hooger dan de dekkendehuur, zoodat toch een sluitende exploitatie wordt be-reikt. In het algemeen acht ik echter deze methode nietjuist. De gezinnen van normale grootte hebben, vooralonder de tegenwoordige tijdsomstandigheden, evenzeergroote moeite om de huren van hun woningen op tebrengen en ik acht het daarom onbillijk om hen eenhoogere huur dan noodig is te laten betalen ten gerievevan de groote gezinnen.Dus nogmaals; aan het verleenen van jaarlijksche bij-dragen zullen Rijk en Gemeente niet kunnen ontkomen,indien het noodig blijkt, dat door speciale maatregelenin de woningbehoefte van groote gezinnen moet wordenvoorzien.Dit standpunt is dan ook reeds verscheidene jaren doorde Regeering ingenomen, maar ten aanzien van de re-geling, die voor het verleenen van bijdragen is getrof-fen, valt nog wel het een en ander op te merken.In de eerste plaats vraagt de aandacht artikel 25, 1van het Woningbesluit, luidende: ,,Bijdragen uit 's RijksKas, als bedoeld in art. 56, derde lid der Woningwet,kunnen slechts worden verstrekt ter tegemoetkomingin de ongedekte jaarlijksche kosten, veroorzaakt doorde opruiming van krotten of de verbetering van wonin-gen of in een onvermijdelijk jaarlijksch tekort op deexploitatie van woningen ter vervanging van krotten".Het verleenen van bijdragen bij nieuwbouw ook voorgroote gezinnen is dus gekoppeld aan de opruiming vankrotten. Het wil mij nu voorkomen, dat aan dit verbandbij de regeling, die blijkens de circulaire van 23 Juni1938 bij de Regeering in voorbereiding is, een eindemoet worden gemaakt. Ongetwijfeld zijn er groote ge-zinnen, die in krotten wonen, maar er zijn eveneensgroote gezinnen, die een andere woning behoeven, om-dat de woning, waarin zij gehuisvest zijn, hoewel be-hoorlijk, te klein is in verband met de grootte van hetgezin en dus voor dat gezin onvoldoende. Ik kan nuniet inzien, waarom voor laatstbedoelde gezinnen alleendan nieuwe woningen mogen worden gebouwd, indientevens een gelijk aantal krotten, waarin misschien geenenkel groot gezin woont, wordt ontruimd. Dit i
Reacties