VolStc \Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuis-vesting en Stedebouw en van den Nationalen Woningraad,Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenNovember 1939 20e Jaargang no. 11TORMOC/HOUDTZETEGEN*TORNOL *^? oersterke chloorrubberlakverfbiedt ongekend lang bescherming tegen alleweersinvloeden, en blijft fraai glanzendPIETER SCHOEN & ZOOM N.V.VERF- EN VERNISFABRIKANTEN - ZAANDAMGEWAPEND ASBEST-CEMENT?TERMORCO?N.V. Industriiele en HandelmaatschapplJ?TERRANOVA?Noorderweg 52A - Telefoon 8581 HILVERSUMFabrikante van ,,TERMORCO"BUIZEN - KOJCERS - Speciale SCHOORSTEENKANALEN(o?* DUBBELWANDIGE) ^ WASEMKAPPEN en KANALENVENTILATIE-LEIDINGEN ONTLUCHTINGSKOKERS.EENDOORSTROOMAPPARAATIN UW KEUKEN MET ZIJLEIDINGNAAR EEN DOUCHECEL KANNIET MEER WORDEN GEMIST.LET U SLECHTS BIJ AANKOOP OPONDERSTAAND MERKZUTPHENz HOLLANDN.V. INDUSTRIEELE MAATSCHAPPU ?ZUTPHEN?FABRIEK VOOR SPECIAALAPPARATEN EN MASSA-ARTIKELEN'~,ifj ^e4\sPIETER SCHOEN & ZOON N.V.VERF- EN VERNISFABRIKANTEN - ZAANDAMN.V. ,,ETERNIT^^v.h. EERSTE NEDERLANDSCHE FABRIEK VANASBEST-CEMENTPLATEN ,,MARTINIT**Kantoor: NIEUWE DOELENSTRAAT No. 20-22AMSTERDAM-CTEL. 49644. 49744. 49844RECHTHOEKIGE EN VIERKANTE KOKERSMEERVOUDIGE KOKERSNAADLOOZE PIJPENLUCHTKANALENW A SEM KAPPENSCHOORSTEENENHULPSTUKKENKABELKOKERSBAKKEN 'Wij belasten ons met het compleet Icvcren en monteerenvan LUCHTKANALEN en maken hiervoor gaarnegeheel vrijblijvcnd offerte.Vraagt Brochnre en Prqacourant,N.V. ,,ETERNIT" - AMSTERDAMTijdschriftvoor Volkshuisvesting en Stedebouw^Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw enden Nationalen Woningraad, Algemeenen Bond van WoningbouwvereenigingenRedactie: H. P. J. Bloemers, J. Bommer, Jhr. M. J. I. de Jonge van EUemeel, Ir. L. S. P. Scheffer,Ir. P. Bakker Schut, Mr. J. Vink, Ir. J. M. A. ZoetmulderAdres voor Redactie en Abonnementen : Kloveniersburgwal 70, Amsterdam C, Telefoon 40588Advertenties: Keizersgracht 188, Amsterdam C, Telefoon 49128Nov. 193920eJaargangNo.llMaandbladOfficieele mededeelingenNederlandsch Instituut ?PraeadviezenvergaderingOp 18 November had te Amsterdam de ledenvergade-ring plaats, waarin de praeadviezen over het onderwerp,,Hoe voorkomt men achteruitgang en verval van wo-ningen?" in bespreking zijn gebracht. De vergaderingonderscheidde zich door een opmerkehjk groote op-komst.Het Bestuur zal overwegen in hoeverre er in de prae-adviezen en bij de gedachtenwisseUng punten naar vo-ren gebracht zijn, die een nader onderzoek verdienen.Het hgt in het voornemen het gebruikehjke verslag vande vergadering in het Tijdschrift --- waarschijnhjk reedsin het December-nummer -- af te drukken.Buurthuis te Groningendoor Kazemier en TonkensIn de afgeloopen tien jaar is aan de Oostzijde van destad Groningen een nieuwe wijk verrezen, die thansongeveer 20.000 inwoners telt. De bevolking bestaatmeerendeels uit arbeiders en kleine middenstanders. Deaanleg van de wijk was ruim. Voor een goede toetre-ding van hcht en lucht is zorg gedragen, er is gedachtaan gemeenschappehjke tuinen en kinderspeeltuinen.Maar in een opzicht was er een leemte. Allerlei centraleinrichtingen in het belang van de hygiene, van volks-ontwikkehng, die in een buitenwijk van dezen omvangonmisbaar zijn, ontbraken nog.Om hierin te voorzien hebben twee hchamen, die veeloverheidswoningen in de wijk exploiteeren, de handenineengeslagen. Deze Hchamen zijn de woningbouwver-eeniging ,,Groningen", die 1452 woningen en 12 winkelsin dit stadsdeel exploiteert, en de Stichting CentraalWoningbeheer, de exploitante van alle gemeentewo-ningen, die hier 1000 woningen en 10 winkels onderhaar beheer heeft. Zij besloten een buurthuis tot standte brengen, waar een volks- en schoolbad, een wasch-huis geexploiteerd konden worden; waar een openbarebibliotheek een plaats zou kunnen vinden; waar ontwik-kelingscursussen gegeven konden worden; waar grooteen kleine vergaderlokalen zouden zijn.Er werd een nieuwe stichting in het leven geroepen meteen bestuur, waarvan de woningbouwvereeniging 5 le-den aanwijst, de stichting Centraal Woningbeheer 3 enB. en W. van Groningen 1 hd. Haar kapitaal kreeg destichting uit verschillende bronnen; ten deele uit hetaandeelenkapitaal van de Woningbouwvereeniging,,Groningen" en uit de gedurende 10 jaar opgespaardecontributies van de bewoners van de Vereeniging envan de Stichting Centraal Woningbeheer, en overigensuit een viertal leeningen, een van f 30.000 tegen 1 %rente, een van rond f 28.000 tegen 434 % rente, een vanrond f 18.000 tegen 4 % en ten slotte een van f 40.000tegen 434 % rente.De totale stichtingskosten van het buurthuis bedroegenf 213.000.Over de inrichting van het gebouw kan het volgendemedegedeeld worden.Zooals uit de afbeeldingen kan blijken, is de kelderonder het voorgebouw bestemd voor berging van despeeltuin-voorwerpen, voor planten uit de voor- enachtertuinen der woningen en voor schildersbenoodigd-heden.Het midden van den kelder is voor de verwarming envoor de boilers.Dan is er een groote schilderswerkplaats met verfma-lerij, een timmerwerkplaats met houtopslagplaats, enbuiten het gebouw is ruimte voor opslag van steen,zand, kalk, pannen, enz. enz.In het voorgebouw is de administratie van de bouw-vereeniging ,,Groningen" ondergebracht. Er is een ka-mer voor het Stichtingsbestuur van het buurthuis en eenkantoor voor het wasch- en badhuis.Op de verdieping van het voorgebouw is een zaal voorruim 500 personen, die een cabine heeft voor hchtbeel-den en een tooneel. Door twee stel harmonicadeuren kande zaal in drie zaaltjes veranderd worden. Dit is eengroot gemak, daar men hierdoor de middenzaal ook bijde eindzalen kan voegen, waardoor er zes verschillendetypen gebruikt kunnen worden. Een ruime wandelgangmet garderobe, toiletten, nooduitgang, theekeuken,noodverlichting, electrisch gedreven luchtafzuiging enz.zijn aanwezig. 217ArtikelenGevel Buurthuis GroningenAan het einde van de wandelgang is een rustig gelegenzaal, die in gebruik is als de openbare uitleenbibliotheek,en die tevens als leeszaal dienst kan doen.Achter de wandelgang bevinden zich een muziekzaaltjeen een zaal voor winterknutselwerk, voor de leden vanden speeltuin.Boven den achterkelder is een schoolbad voor vijftigkinderen. -Badhal218Vraagt de uilvoerigebrochure ,,Betere be-scherming door betereMaterialen"bespaart U op arbeidsloon metRubbol A-Z!Het is de moderne uiterst duurzamekwal iteitsia k, die door zijn bijzondereeigenschappen eenvoudig en goed-koop onderhoud mogelijk maakt. Hetuitstrijkvermogen Is ca. 1 '/2 ^ zoo grootals van een gewone aflak.VRAAGT INLICHTINGEN BIJONZE OFFICIEELE VERKOOPERS!RubbolA-ZSIKKENS'LAKFABRIEKEN N.V. SASSENHEIMAMSTERDAMRO TTERDAMBelglsch patent430.884Andere patentenaangemeldH.P.H. HET IDEAAL voor iedere keuken!Is t 9^^!^ SChandei dat er duizenden en nogeens duizenden ultgebeten en gescheurde ?^goot-steenen onze zindelljke keukens ontsleren Daarom verlangt thans iedere hulsvrouw een:H.P.H. AANRECHTBLADmet afneembare vuurklei- of emaiile-goolsteen.Inlichtingen, brochures enz. verstrekken:Alleenverkoop voor Nederland:?UBO? INGENIEURSBUREAUHAARLEM - Jan Haringstraat 14 - Telefoon 23931H. PIJLS-HULSMAASTRICHT - Duitsche Poort 14 - Telefoon 2935FABRIKANT-UITVINDERAUTOMATISCHEVERKEERS-SIONALENVOORREGELING EN BEVEILIGINGVAN HEX VERKEERN.V. TECHNISCHE HANDELMIJ EN INGENIEURSBUREAUREGENTESSELAAN 26 - DE:N HAAG TELEFOON 336597Laat UwA GEMEENSCHAPPELIJKE- BINNENTUINENiiiiiiiii iiiiiliiiiii ontwerpen en aanleggen doorW. BEUNDERBLOEMENDAALTELEFOON 22338GARANTIEGARANTIEGARANTIEGARANTIEGARANTIESTANDGROENSTANDBRUINSTANDROODSTANDZWARTSTANDBLAUWSpeciaal product voor Buitenwcrk.HOUDT HET IJZER ROESTVRIJEN BESCHERMT HET HOUT.Wordt 5 JAAR GEGARANDEERDWED. BOONSTOPPEL & ZN.LAK- EN VERNISFABRIEKWADDINXVEEN Tdefoon 50RijwielstandersJ. KUIPERSLEEUWARDENPostbus 79 Tel. 3052VAN LEER sFOTODRUKINDUSTRIE N.V.Postbus 158 AMSTERDAM Telef. 91780FOTO s en FOTOKAARTENin OPLAGENVRAAGT ONS OM RAADIndien U last heeft van: MUGGEN, MOTTEN, VLIEGEN, MIEREN, WANDGEDIERTE, KAKKERLAKKEN, enz. RATTEN en MUIZEN.Chemische Fabriek ,,ABIS"BLOEMENDAAL.Art ike I enBegane grond VerdiepingDeze groote hal is afgedekt met een houten kap, waarineen vallicht en waartusschen een ventilatieschuif voorafvoer van waterdamp.De badcellen zijn twee aan twee gekoppeld en kunnenals schoolbad geheel open gebruikt worden. Worden deharmonicadeuren dicht getrokken, dan is de eene eelgeheel als kleedkamer en de andere als badcel ingericht,zoodat de hal dan een volksbadhuis is voor 25 per-sonen.Om deze hal is een gang gelegen met op de beide eindenelk een kleedkamer voor het schoolbad en van waaruitmen in de badhal toegang heeft. Voorts zijn aan diegang nog douches en kuipcellen gelegen voor mannenen vrouwen.Verder is er een waschhuis met waschtroggen, wasch-machines, centrifuges, coulissen droogapparaat, stoom-mangels, enz., waar de buurtvrouwen in een paar urentijd hun wasch schoon, droog gemangeld en gevouwen,dus geheel gereed, mee naar huis kunnen nemen.Er is een kookschool voor 24 vrouwen en een dito naai-school. Deze schoollokalen zijn op de meest doelmatigewijze ingericht en worden ook voor alle mogelijke anderelessen gebruikt.Hoewel het gebouw eerst op 24 Maart 1937 officieel isgeopend en daarna langzamerhand in gebruik genomenis, had het zich reeds een jaar later zoodanig ingebur-gerd, dat de kantoorlokalen, de bestuurskamer, de groo-te badhal enz., dus letterlijk alle ruimten voor vergade-ringen, lesclubjes enz. in gebruik waren en daarmedehet bestaansrecht reeds voldoende was aangetoond.De ingebruikneming van het schoolbad werd in verbandmet financieele moeilijkheden van de gemeente ver-traagd tot 1 Mei 1.1.Het geheele gebouw is centraal verwarmd; voor hetschoolbad is een commandoleiding ingericht, zoodat alle50 cellen op hetzelfde moment water met een tempera-tuur van 35 tot 40 graden ontvangen of zooveel mindercellen als de groep kinderen kleiner is. Na gebruik vanhet schoolbad is deze leiding buiten werking en komtde gewone doucheleiding, waar men naar eigen inzicht 219ArtikelenKelder,,Zwemmen" in den voetenbakDrooginrichting waschhuis Centrifuges in waschhuis220Waschhuiswater op iedere gewenschte temperatuur kan bekomen.De ketels voor de verwarming en voor het warmwaterzijn de Hollandsche gazogeen ketels, die met de nootjes4 silo in verbinding staan, en waardoor de bedieningniet meer vraagt dan een uur per etmaal.Het personeel bestaat uit een jongeman voor stoken,ventileeren, aanvullen van waschbenoodigdheden, enz.,een vrouw voor het waschhuis, een vrouw voor het bad-huis, en een meisje voor den kaartenverkoop.Voor de bediening der zalen komen des avonds eenman en een vrouw, die dan tezamen de leiding hebben.Nu de eerste resultaten te zien zijn, kan men stelligverwachten, dat de hypotheek wel binnen enkele jarenzal zijn afgelost en de exploitatie zich zelf zal bedruipen,hetgeen een prachtig resultaat te noemen is.Uit de foto's kan blijken, dat het nog op een open bouw-terrein gelegen is. Het is de bedoeling, dat het binneneen niet al te lang tijdsverloop aan een zijde door wo-woningen en aan de andere zijde door een openbaargebouw zal worden ingesloten.De foto's geven o.m. de volgende gezichten: de drieplattegronden; de gevel; de badhal; het waschhuis.Architecten van den bouw waren de Heeren Kazemieren Tonkens.Het Bouw- en Woningtoezicht in de kleinesteden en op het plattelandIdoor Mr. J. KrusemanNaast een goede bouwverordening is een behoorlijkwerkend bouw- en woningtoezicht voor de volkshuis-vesting van het grootste belang. De best geredigeerdebouwverordening baat niet, indien de hand gelicht wordtmet het verleenen eener behoorlijk omschreven bouw-vergunning, indien er een overdreven gebruik gemaaktwordt van de bevoegdheid vrijstelling der bepalingen teverleenen, of indien er niet voldoende toezicht wordtgehouden op de gebezigde materialen en de wijze vanbouwen. Ook vormt het minnelijk overleg met eigenaren ^rtikdevan woningen tot het aanbrengen van verbeteringen, of,bij het mislukken hiervan, de voorbereiding van aan- .schrijvingen tot verbetering ingevolge de bepahngen derWoningwet, een belangrijk onderdeel van den arbeidvan dezen gemeentelijken dienst.In de groote steden is het bouw- en woningtoezicht opvoldoende wijze geregeld, wat een groote vooruitgangvormt tegenover den toestand voor de Woningwet, toendit toezicht zeer veel te wenschen overliet. In de kleinesteden en op het platteland voldoet deze instelling nogsteeds niet aan redelijke eischen, hetzij omdat het ge-meentebestuur er geen geld voor over heeft, hetzij om-dat de kosten inderdaad voor de gemeentekas een grootbezwaar opleveren. Op papier schijnt de regeling derartikelen 13 en 14 der Woningwet voldoende, maar inde praktijk blijkt er zeer veel aan te ontbreken. De ver-plichting van iedere gemeente om door een of meerambtenaren dit toezicht te doen uitoefenen staat voor-op. De aanstelling van denzelfden ambtenaar in meer-dere gemeenten wordt veroorloofd, hetgeen natuurlijkoverleg tusschen die gemeenten onderstelt. Een vrijwil-lige regeling wordt, behalve in het eerste lid van artikel13, ook in het vijfde lid vermeld.M en deze kan meeromvatten dan het aanstellen van denzelfden ambtenaar.Het toezicht kan ook voor meerdere gemeenten geza-menlijk verplichtend geregeld worden door tusschen-komst van de Kroon en Ged. Staten, terwijl, als het toe-zicht in een gemeente onvoldoende is, Ged. Staten (ofin een bepaald geval de Kroon) de noodige voorzienin-gen kunnen treffen door het ontslaan of het benoemenvan een ambtenaar enz. Het komt natuurlijk in elkegemeente aan op het aanstellen van een ambtenaar, diedoor zijn traktement financieel onafhankelijk is en nietzelf betrokken is bij bouwondernemingen, anders ont-staat er gevaar voor slapheid bij het toezicht of voormisbruiken.In de verslagen van den Hoofdinspecteur, waarin deverslagen van de Inspecteurs verwerkt zijn, komen tel-kenmale gelijksoortige klachten voor over de gebrek-kige wijze, waarop deze in 1921 in de Woningwet opge-nomen en in 1931 aangevulde voorschriften worden na-geleefd. Het scheen mij van belang deze mededeelingenin de verslagen over 1929 en volgende jaren samen tevatten, voornamelijk gerangschikt naar de provincien.In het algemeene overzicht merkte de Hoofdinspecteurop, dat er groote moeilijkheid bestaat de kleine gemeen-ten tot samenwerking te brengen. Veelal heeft iederekleine gemeente haar eigen candidaat voor de betrek-king van ambtenaar van het bouwtoezicht, welken zijniet gaarne loslaat, terwijl gevreesd wordt dat de ge-meente, waarin de ambtenaar zijn standplaats zal krij-gen, den grootsten invloed zal hebben, zoodat de anderegemeenten van zijn arbeid niet in evenredigheid tot hetaandeel, dat zij in de kosten hebben bij te dragen, zullenprofiteeren. Een van de grootste beletselen tegen een1) Over de vrijwillige regeling volgens dit artikel, dat overigens /over de gedwongen samenwerking van gemeenten tot regeling vanhet bouw- en woningtoezicht handelt, en over het verband, dat aldusontstaat met de regeling van dit algemeene onderwerp in de arti-kelen 129 volg. der Gemeentewet, zie mijn commentaar op de Wo-ningwet, 2e druk, supplement, biz. 247/248 en Kooiman, de Wo- OOIningwet, 1937, biz. 81-83. . ^^^Artikelenbehoorlijke toepassing van de bepalingen der Woningwetover de organisatie van het bouwtoezicht is gelegen inde versnippering van sommige provincien in een grootaantal kleine gemeenten. Een voorbeeld hiervan vormtLimburg met 121 gemeenten, waarvan 100 met minderdan 5000 inwoners (sedert 1929 is dit laatste getal ietskleiner). Friesland daarentegen bestaat uit 43 gemeentenwaarvan slechts 9, te weten enkele kleine stadjes en debeide eilanden, minder dan 5000 inwoners hebben.Juist in 8 van deze gemeenten bleek een betere regelingvan het bouwtoezicht gewenscht. Zulks toont ten duide-lijkste aan dat het bestaan van een betrekkelijk kleinaantal krachtige gemeenten i) als vanzelf leidt tot eenbehoorlijke regeling van het bouw- en woningtoezicht,terwijl in de provincies met een groot aantal kleine enzwakke gemeenten alle pogingen tot verbetering bijvoorbaat tot mislukking zijn gedoemd (Verslaq over1929, biz. 72).De economische depressie, welke zich op het plattelanddeed gevoelen, was voor het streven naar verbeteringin de kleine gemeenten niet bevorderlijk, Waar verlagingvan de gemeentelijke uitgaven een levensbelang is, valthet moeilijk den gemeenten een zwaarderen last op teleggen, te meer waar het nut daarvan ten plattelandenog lang niet algemeen wordt ingezien (Verslag over1930, biz. 38). De mate van ontwikkehng (bedoeld isder bouwbedrijvigheid) in de gemeenten, die zich onder-ling zouden moeten aansluiten, houdt geen rechtstreekschverband met het zielental dezer gemeenten. De draag-kracht eener kleine gemeente is dus lang niet altijd even-redig aan den vereischten omvang der bemoeiingen vanden ambtenaar van het gemeenschappelijk bouwtoezicht,waardoor een richtige verdeeling der kosten van hettoezicht bezwaarlijk wordt (Verslag over 1935, biz. 46).Ook daarna bleef artikel 13 der Woningwet bij zijn toe-passing veel zorg geven en had slechts in betrekke-lijk weinig gevallen succes (Verslag over 1937, biz. 50).Thans volgen eenige uittreksels uit de verslagen betref-fende de provincien.1. Limburg. Nadat de wettelijke regeling van 1921 in dedaarop volgende jaren tot niets had geleid, wezen Ged.Staten in 1930 alle gemeenten in deze provincie op hunverplichting. De vrijheid om het bouw- en woningtoe-zicht in een gemeente zelfstandig te regelen, of om totonderlinge samenwerking te komen, moest voorop staan,zoodat Ged. Staten het oogenblik nog niet gekomenachtten om van boven af op een groepsindeeling aan testuren, terwijl de gemeentebesturen niet verphcht kon-den worden tot combinatie van dezen dienst met dienvan publieke werken. De Inspecteur, die geen vertrou-wen had in de vrijwillige samenwerking, had daaromreeds een groepsindeeling opgemaakt, waarbuiten alleende gemeenten, welke een goed toezicht hadden, zoudenblijven. Hierbij was gestreefd naar het verkrijgen vangroepen van gemeenten, die te zamen tusschen de 7000en 10.000 inwoners hadden, welke groepen zoo uitge-strekt waren, dat het verrichten van particulieren tech-nischen arbeid aan de aan te stellen ambtenaren kon enmoest worden verboden. De kosten van het toezicht222 Zooals de 30 aloude Friesche grietenijen zijn.zouden alleen dan niet te zwaar drukken, indien hetbouw- en woningtoezicht gecombineerd zou worden metden dienst van openbare werken in elke groep. Ge-wenscht was de aanwijzing van een gemeente in de groepals centrale gemeente, welke de leiding zou hebben, zulksop het voetspoor van de regeling in de Vleeschkeurings-wet (Verslag over 1930, biz. 78). Dit laatste denk-beeld is door den Woningwetgever in 1931 aanvaarddoor de aanvulling van artikel 13 bij het vijfde hd. Hetvoorstel van Ged. Staten om tot vrijwillige regeling tekomen stuitte bij de gemeenten af op vele bezwaren(Verslag over 1932, biz. 49). Volgens het verslag over1937, biz. 17 en 18, hebben slechts zes gemeenten, metBorn als centrum-gemeente, een gemeenschappelijk toe-zicht. In het verslag over 1938 wordt melding gemaaktvan een plan tot regeling bij een tiental gemeenten(Heer, Eysden, enz.)2. Friesland. In verreweg de meeste gemeenten is eenvaste ambtenaar voor het bouwtoezicht aangesteld, wienhet bovendien in den regel is verboden particuher werkte verrichten. Betere regeling bleek echter in Aengwir-den, Rauwerderhem, Ylst, Hindeloopen, Sloten, Stavo-ren en op Ameland en Schiermonnikoog gewenscht, dochde oplossing bleek niet eenvoudig door de afstanden(Verslag over 1929, biz. 73). Wegens de bezuinigingwerpen de gemeentebesturen zich maar al te veel op hetsalaris en de verplaatsingskosten van de gemeente-architekten, zoodat de verhouding tot de salarieering vanhet administratief personeel steeds ongunstiger wordt(Verslag over 1934, biz. 46). In 1934 werd voor Ylsteerst een ongeschoold tijdelijk opzichter tot gemeente-architekt benoemd op een salaris van f 390. -- . Na ver-nietiging van dit besluit werd een behoorlijke sollicitantbenoemd, wiens salaris in 1936 met f 100.-- werd ver-hoogd, terwijl hem het verrichten van particuher werkbuiten de gemeente bleef toegestaan. Ged. Staten over-wogen dat in dit stadje van 1448 inwoners een dergelijksalaris niet verhoogd kon worden en namen een regehngin behandeling om dit bouwtoezicht te combineeren metdat van Hindeloopen, Stavoren, Sloten en Rauwerder-hem, alwaar nog ongeschoolde krachten met het toezichtwaren belast (Verslag over 1935, biz. 48). Uit het ver-slag over 1937 blijkt dat deze gemeenschappelijke rege-ling onder aandrang van Ged. Staten tot stand is ge-komen, waarbij Rauwerderhem bij Kon. Besluit tot me-dewerking werd verplicht. Overeengekomen werd dat indrie dezer gemeenten gedurende den diensttijd der tegen-woordige titularissen de dienst der gemeentewerken endie van het bouwtoezicht nog gescheiden zouden blijven,doch dat daarna een dienst zou worden gevormd. Deregehng van dezen gemeenschappelijken dienst is op1 Januari 1938 in werking getreden (Verslaq over 1937,biz. 53).3. Drenthe. In 1929 verzochten Ged. Staten verscheidenegemeentebesturen voorstellen in te dienen tot een betereregeling van het bouwtoezicht, dat in de meeste gemeen-ten onvoldoende was (Verslag over 1929, biz. 73). Uithet verslag over 1934 (biz. 45) blijkt, dat gemeentebe-sturen in Drenthe een bedrag van slechts f 25.-- off 50.-- per jaar op de begrooting uittrokken voor hettoezicht, en daarop nog bezuinigden. Terecht noemde deInspecteur dit een bespotting van de uitvoering der Wo-ningwet, welke zich later zou wreken. Hij meende dat dekosten van het bouw- en woningtoezicht niet lager moes-ten worden gesteld voor plattelandsgemeenten dan f 0.25per inwoner. In de gemeente Sleen met ruim 5000 inwo-ners schreef de Inspecteur de onbewoonbaarverklaringvan vier in 1933 gebouwde woningen toe aan het totaalonvoldoende bouwtoezicht. Volgens den aangegevenmaatstaf zou in deze gemeente de opzichter het beschei-den salaris van f 1250.-- hebben moeten ontvangen. Opdit belangrijke punt van de salarieering en de middelentot dekking hiervan kom ik later terug.In het verslag over 1937, biz. 54, klaagde de Inspecteurdat, bij de pogingen om tot verbetering te komen, de aan-wezige functionarissen dikwijls groote moeilijkheden op-leveren, terwijl het gemeentebestuur niet altijd met hemoverleg pleegde over de sollicitanten, indien de betrek-king open was gekomen, zoodat de benoeming niet steedshet gewenschte resultaat opleverde. Hij achtte het nood-zakelijk dat bij gesaneerde gemeenten financieele bijstandalleen zou worden verstrekt, wanneer vaststond dat eendiploma Middelbaar Technische School werd vereischten de benoeming in overleg met Ged. Staten of denInspecteur plaats vond. De afwijzende bonding van degemeenten, die verzocht waren tot beter bouwtoezicht tegeraken, bleek een onoverkomelijke hinderpaal (Verslagover 1936, biz. 33/34).4. Utrecht. Omtrent deze provincie bevat het verslagover 1929 (biz. 74) een opmerking van den Inspecteur,dat men onderscheid moet maken tusschen de gemeentenwaar de speculatiebouw geen intrede heeft gedaan, en erin den regel slechts gebouwd wordt in opdracht vaneigenaren, waarbij gewoonlijk deugdelijk werk geleverdwordt, en de gemeenten, waarin de grond- en bouwspe-culatie haar intrede heeft gedaan. In de eerste groep vangemeenten doet de opdracht van het toezicht aan eendorpstimmerman, hoewel onvoldoende, ook door diensafhankelijke positie, betrekkelijk weinig kwaad. In detweede groep is de opdracht aan personen, die actiefdeelnemen aan het bouwbedrijf, bedenkelijk, daar huneigen belang van invloed is. Dit geldt niet het minst bijde verkaveling van terreinen, de vaststelling van rooi-lijnen en andere onderwerpen van stedebouwkundigenaard. Uit dit verslag blijkt dus opnieuw het verband tus-schen het toezicht en den dienst der openbare werken,wat de Woningwetgever over het hoofd heeft gezien.5. Groningen. Volgens het verslag over 1929 opendede Inspecteur besprekingen met de gemeentebesturenvan Noordbroek, Zuidbroek en Muntendam over eengemeenschappelijke regeling (biz. 75). Volgens het ver-slag over 1930, biz. 81, kwam deze regehng tot stand,doch overigens bleven de moeilijkheden in deze provin-cie ten opzichte van een behoorlijke regeling van hetbouwtoezicht ten plattelande bestaan. Salarissen vanf 50.-- tot f 100.-- voor den opzichter waren geen uit-zonderingen (Verslag over 1935, biz. 29). In 1936 brachtde Inspecteur een rapport aan Ged. Staten uit over deregeling van het bouwtoezicht (Verslag over 1936, biz.34). Van den inhoud en het resultaat van dit rapportblijkt uit de verdere verslagen niet.6. Zuid'Holland. In het verslag over 1929. biz. 75, be- ^rtikeienrichtte de Inspecteur dat de actie om te komen tot eentoezicht volgens de Woningwet ten plattelande vrijwelstil ligt. Zoolang daar het standpunt wordt ingenomen,dat er eerst sprake is van slecht bouwtoezicht als er ge-vaarlijk gebouwd wordt en de huizen instorten, is wijzi-ging in dezen toestand vrijwel uitgesloten. In 1936 gingeen rondschrijven van Ged. Staten uit aan de gemeentenover het bouwtoezicht (Verslag biz. 37). Uit het verslagover 1937 blijkt dat in enkele gevallen de bemiddelingvan den Inspecteur bij de vervulling der vacature inhet bouwtoezicht tot de aanstelling van een geschiktenfunctionaris heeft geleid. Vele praktische bezwaren enmoeilijkheden stonden echter aan een volledige goedeoplossing in den weg (biz. 54). Volgens het verslag over1938, biz. 46, mislukte een poging des Inspecteurs om13 gemeenten in de Alblasserwaard tot een regehng tebewegen, waarbij ook in den dienst der gemeentewerkenzou worden voorzien, wegens het bezwaar der kosten.Ged. Staten en de Minister bleken van oordeel dat hetopleggen eener regeling bezwaar moest ondervinden,omdat de Woningwet niet over den dienst der gemeen-tewerken spreekt, zoodat de herziening dezer wet moestworden afgewacht.7. Gelderland. Volgens het verslag over 1929, biz. 76,benoemde de Raad in een drietal gemeenten een totaalonvoldoend onderlegd persoon tot ambtenaar, belast methet bouw- en woningtoezicht. Echter traden in dezeprovincie Ged. Staten wel eens op. De gemeenten Heu-men en Dreumel werden verplicht hun benoemingen inte trekken en een bekwaam persoon aan te stellen. Tenaanzien van de gemeente Ewyk bleek dat de door Ged.Staten gewenschte ambtenaar reeds belast was met hettoezicht in vijf andere gemeenten, zoodat hij zijn arbeidzou hebben uit te strekken over een oppervlakte van15.000 ha met een bevolking van 23.000 personen, wes-halve, na tusschenkomst van den Minister, besloten werdEwyk te verplichten zelve een geschikten ambtenaar aante stellen. Volgens het verslag over 1930, biz. 82, tra-den Ged. Staten eveneens op ten aanzien van de be-staande gemeenschappelijke regeling in de gemeentenZevenaar, Westervoort, Duiven, Pannerden en An-gerlo, in welke de door Zevenaar benoemde ambtenaarwerkzaam was. Zevenaar benoemde echter in de vaca-ture een volslagen ongeschikt persoon, zoodat Ged. Sta-ten, onder goedkeuring der Kroon, eerst Zevenaar aan-schreven deze benoeming in te trekken, en, toen dit nietgeschiedde, den benoemde eervol ontslag verleenden eneen nieuwen ambtenaar aanstelden krachtens artikel 14der Woningwet.8. Zeeland. In 1929 vestigde de Gezondheidscommissiete Hulst de aandacht op het onvoldoende bouwtoezichtin haar ressort. Hengstdijk en Ossenisse beschikten zelfsniet over een toezichthoudend ambtenaar. Zij voorza-gen toen hierin wel op aandrang van Ged. Staten,i)doch volgens den Inspecteur heeft een dergelijk opgelegd^) Volgens den Staatsalmanak van 1938 behooren deze twee dor-pen thans tot de gemeente Vogelwaarde, hetgeen geschiedde doorsamenvoeging met Boschkapelle en Rapenburg (mededeeling vanden Inspecteur). , .! ._ 223Artikclenbouwtoezicht zonder eenige medewerking van het ge-meentebestuur geen beteekenis (Verslag over 1930, biz.80 en over 1931, biz. 38). Hierdoor verklaart het zichdat over het algemeen Ged. Staten, zooals uit de ver-slagen telkens blijkt, niet spoedig de Kroon advisee-ren tot de toepassing van art. 13, 2e lid, der Woning-wet over te gaan. De Inspecteur moest er ook tegen op-komen, dat een gemeenteraad in West-Zeeuwsch-Vlaan-deren den post van slechts f 150.^ op de begrooting voorbelooning van den ambtenaar wilde intrekken.In het verslag over 1936 (biz. 62/63) ontwikkelde deInspecteur drie stelsels: le. In Walcheren stelle eengroep van gemeenten ieder voor zich denzelfden opzich-ter aan, die dan zijn inkomsten zoodanig zal zien ver-meerderen, dat hij de particuliere practijk kan latenvaren; 2e. een groep van gemeenten sluite zich aaneentot gemeenschappelijke regeling van het bouw- en wo-ningtoezicht, wat den Inspecteur in de praktijk een min-der doelmatige regeling voorkwam te zijn; 3e. in Zuid-Beveland, Schouwen en Duiveland make een groep vangemeenten, in de nabijheid van een grooter bevolkings-centrum gelegen, gebruik van een goed ingericht, maar inverband hiermede uit te breiden, bouw- en woningtoe-zicht van die groote gemeente, tegen betaling van eennader overeen te komen jaarlijksche vergoeding. Uit hetverslag over 1937, biz. 50, blijkt echter dat de eersteopzet is mislukt, doordat op Walcheren, Oost- en West-Souburg zich afscheidden door zelve een -- zeer laaggesalarieerden -- opzichter aan te stellen, welk voorbeeldKoudekerke navolgde. Alleen werd aan deze opzichtersverboden particuliere praktijk uit te oefenen! De ontwor-pen regeling in Zuid-Beveland voor alle gemeenten metGoes als centrum, vanwaar de leiding van het toezichtzou uitgaan, kwam evenmin tot stand.i) Ook die voorSchouwen en Duiveland stuitte in een eindelooze corres-pondentie af op bezwaren. Moeilijkheid leverde ook hierhet verband met het beheer der gemeentewerken, dat ophet platteland mede tot de taak van den opzichter be-hoort, aan wien echter in een groote groep van samen-werkende gemeenten dit beheer niet ook nog kan wordenopgedragen,9. Overijssel. Omtrent deze provincie vond ik vermeldin het verslag over 1932 (biz. 49) dat er moeilijkhedenwaren gerezen tusschen de gemeente Tubbergen en deKroon over de opheffing van de functie van gemeente-opzichter, die tevens belast was met het bouwtoezicht,terwijl in het verslag over 1938 (biz. 31) een uitgebreideklacht staat over het gebrekkige bouwtoezicht ten plat-telande, benevens de mededeeling, dat voor een achttalTwentsche gemeenten een gemeenschappelijke regelingin voorbereiding is.10. Noord-Holland. Het denkbeeld van den Inspecteurom het bouwtoezicht van een groote gemeente zich ookte doen uitstrekken over eenige plattelandsgemeenten,leidde tot een zeer gering resultaat: slechts Alkmaar enCastricum combineerden hun toezicht, terwijl Heilo enLimmen zich terugtrokken en ieder een eigen opzichter224^) In het volgende nummer hopen wij een korte bijdrage te publi-ceeren over de uitkomsten, waartoe dit plan voor Zuid Bevelandten slotte geleid heeft. Red. . ,aanstelden. Castricum zegde evenwel in 1937 het con-trakt met Alkmaar op (Verslag over 1937, biz. 52).Van algemeen belang voor het onderwerp was het Ken.Besluit van 25 Mei 1935, St. No. 11, in zake Weesper-karspel, waarbij werd beslist dat de bepaling in een in-structie, dat het verbod om werk voor particulieren teverrichten niet zou gelden voor werk, dat buiten de ge-meente wordt verricht, een goede wetsuitvoering belem-mert door conflikt van belangen, zoodat dit besluit vanB. en W. werd vernietigd wegens strijd met het alge-meen belang, voorzoover dit bedoelde uitzonderingsbepa-ling bevatte (Verslag over 1935, biz. 47).De afdeeling Noord-Brabant van de Vereeniging vanNed. Gemeenten bracht in 1933 een rapport uit over degemeenschappelijke regeling van het toezicht, en ookover de mogelijkheid een provincialen dienst voor hetbouwtoezicht in kleine gemeenten te ontwerpen. In ver-band hiermede vatte de afdeeling Noord-Holland dezerVereeniging dit onderwerp ook aan en bracht een ge-meenschappelijke regeling tot stand tusschen Monniken-dam, Broek in Waterland, Ilpendam, Katwoude en Mar-ken. De Inspecteur achtte evenwel het salaris vanf 1640.--, onder verplichting een motor-vervoermiddelte bezitten en geen betalend werk voor derden te ver-richten, te laag, terwijl hij de invoering in die gemeenteneener leges-verordening ter gedeeltelijke dekking derkosten als vanzelfsprekend beschouwde (Verslag over1936, biz. 62 en over 1937, biz. 52). Op dit denkbeeldkom ik in het vervolg van dit artikel terug. Een regelingkwam tot stand tusschen Grootebroek, Hoogkarspel, Bo-venkarspel, Hoogwoud en Westwoud, alsmede tusschenVenhuizen, Wijdenes en Schellinkhout (zie ook Tijd-schrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw 1939, biz.122). In het verslag over 1938 stelt de Inspecteur, dievoorheen in Groningen werkzaam was, vast, dat in zijnnieuwe ambtsgebied het bouwtoezicht op het plattelandnog slechter is dan in zijn vorig ambtsgebied, in hoofd-zaak door de versnippering der provincie Noord-Hollandin kleine gemeenten, die een afzonderlijken ambtenaarniet zelve kunnen betalen (biz. 23/24).11. Noord'Bcabant. Het vooruitzicht dat het voormeldeplan van de Vereeniging van Ned. Gemeenten verwe-zenlijkt zou worden, liet zich in 1934 zeer somber aan-zien, daar slechts 8 gemeenten aansluiting toezegden(Verslag over 1934, biz. 46).Uit het verslag over 1935 blijkt dat den Inspecteur eenplan van Ged. Staten werd voorgelegd omtrent een an-deren organisatievorm dan die der Woningwet. Aan hethoofd van den technischen dienst der twee streekplannenzouden twee jonge ingenieurs worden toegevoegd, dieook wel tijd zouden kunnen geven aan het bouwtoezichtin kleine plattelandsgemeenten. Deze twee ambtenaren,die onder leiding van t\vee commissies van toezicht zou-den werken, werden voorloopig aangesteld. Het bleekhierbij de bedoeling te zijn dat de ambtenaren zouden ad-viseeren over bouwaanvragen, terwijl de reeds aanwezi-ge of nog aan te stellen gemeente-ambtenaren, als be-doeld bij art. 13 der Woningwet, het dagelijksch toezichtter plaatse zouden uitoefenen. Enkele gemeenten zegdenhun medewerking toe (Verslag over 1935, biz. 49). Uithet verslag over 1938 (biz. 37) blijkt dat het bedoelde,,Bouw-, Woning- en Welstandstoezicht voor WestelijkNoord-Brabant", gevestigd te Breda, nog niet in allegcmeenten met het toezicht is belast, doch dat, dank zijde krachtige medewerking der Provincie, een goedegrondslag is gelegd voor de geleidelijke ontwikkelingvan een voldoend toezicht. De bemoeiing van deze cen-trale instantie is in vele gemeenten duidelijk merkbaar;veelal kan aan de tot stand gekomen gebouwen waarge-nomen worden op welk oogenblik de gemeente haar toe-zicht aan dezen deskundigen dienst heeft opgedragen.Uit het verslag over 1935 (biz. 51) blijkt nog dat eenigegemeenten, met Oss als centrum, een gemeenschappelijkeregeling tot stand trachtten te brengen, waaraan eendienst van gemeentewerken zou worden verbonden voorgemeenten, die niet groot genoeg waren om zelfstandigeen dergelijken dienst in het leven te roepen en in standte houden. Wat hiervan terecht is gekomen, is mij nietgebleken.Volgens het verslag over 1938 (biz. 47) kwam de even-eens in 1935 ontworpen regehng tusschen een aantalgemeenten in het land van Heusden en Altena tot stand,met Dussen als centrum-gemeente, nadat bij Kon. Be-sluit van 26 April 1938, Stb. No. 34, een drietal wei-gerachtige gemeenten tot aansluiting waren verplicht.De opzet omtrent de kosten hield in dat de deelnemendegemeenten jaarlijks zouden bijdragen naar een bedragvan 23/2 cent per inwoner en van f 2.-- per f 1000.--bouwkosten, of gedeelte daarvan, van de jaarlijkschetotale bouwkosten van bouwwerken, over welker bouw-aanvragen adviezen zouden worden uitgebracht (Ver-slag over 1935, biz 51). Hier treft men dus een anderstelsel van kosten-omslag aan dan dat van f 0.25 perinwoner, als onder Drenthe werd vermeld.(Slot volgt)Een Nationaal Plan voor Nederland thansurgenter dan ooit!door Dr. Ir. W. B. KloosIn Mei 1939 heeft mijn proefschrift over het NationaalPlan 3) het levenslicht aanschouwd. Daarin heb ik ge-tracht de noodzakelijkheid aan te toonen, om, speciaalook voor ons land, ten spoedigste met de voorbereidingvan een dergelijk plan een aanvang te maken.Weinig heb ik toen kunnen vermoeden, dat de ideeelebedoelingen, welke bij de opstelling van dit op en top,,vredesplan" hebben voorgezeten, zoo spoedig daarnareeds zouden worden ondersteund, -- om niet te zeggenoverstemd -- door militaire overwegingen van defen-sieven aard, welke de oorlogstoestand ons thans oplegten welke het plan dreigen te misvormen tot ,,oorlogs-plan".Er is mij toen van een zijde min of meer verweten, datik in mijn beschouwingen over de ideeele wenschelijk-heid en urgentie van een Nationaal Plan met geen woordheb gerept over de strategische zijde van het probleem.Ik heb zulks met opzet gedaan; niet omdat het bestaan1) .,Het Nationaal Plan", door Dr. Ir. W. B. Kloos. Uitg. N. Sam-son N.V. Alphen a/d Rijn. 1939.van deze kwestie mij onbekend of zelfs ook maar onbe- Artikeienhaaglijk zou zijn geweest, maar wel omdat ik:le. het geheele betoog voor en de verdediging van eenNationaal Plan zoo lang mogelijk op zuiver practischeen ideeele gronden wenschte te voeren.2e. de geheele defensieve zijde van het probleem voor-loopig nog in reserve wenschte te houden, om te onver-hoopter tijd in de gelegenheid te zijn ook nog dit ramp-zalige stuk geschut ter ondersteuning van een NationaalPlan-offensief in stelling te kunnen brengen.Deze onverhoopte omstandigheid heeft zich inmiddelsvoorgedaan, spoediger en drastischer dan een van onshad durven vermoeden. Sedert 1 September beleven wijopnieuw de diep tragische -- wijl ongelooflijke -- sensa-tie van een tweeden wereldoorlog in deze, onze 20eeeuw, waarvan de duur, noch de gevolgen, ook voor hethier nadrukkelijk veronderstelde geval, dat ons landbuiten een gewapend conflict blijft, voorshands nauwe-lijks zijn te overzien.Geheel afgescheiden echter van het uiteindelijk resultaatder vijandelijkheden, van het uiteindelijk lot, dat Europaen daarmede Nederland wacht, zal het juiste, ruimtelijkegebruik van onzen beperkten, nationalen bodem tijdensen nog lang na beeindiging van dezen oorlog ons nietalleen de grootste zorgen baren, maar bovenal ook vanbeslissenden invloed zijn op het uiterlijk aanzien van onsland.Het van nature zoo vriendelijke, maar bovenal teer ge-vormde gelaat van Nederland, dat reeds in vollen vre-destijd zoo vele smetten en ontsieringen heeft moetenondergaan, dreigt thans zware, zoo niet ongeneeslijkeverwondingen op te loopen, indien niet snel en kundigwordt ingegrepen.Nu zal men mij wellicht tegenwerpen, dat het op ditoogenblik nu allerminst de tijd is om zich over derge-lijke ,,aesthetische" kwesties druk te maken en dat thansalles dient te wijken voor de verdediging van 's landsbelang.Ik ben de eerste om deze meening ten voile te onder-schrijven. Maar juist omdat ik mij zoo diep bewust benvan de groote verantwoordelijkheid, welke deze tijd onsalien oplegt, voel ik mij verplicht thans reeds weer depen op te nemen voor het Nationaal Plan, opdat ,,'s landsbelang" niet te zeer in het gedrang kome en onder denvoet dreigt te worden geloopen door de militaire over-heid alleen. Hoe belangrijk deze strategische zijde vande zaak momenteel ook is, nu ons land in staat van oor-log verkeert, zij maakt slechts een onderdeel uit van hetgroote vraagstuk van den juisten planologischen opbouv/van ons land voor een toekomstig tijdperk van vrede.Wat zijn wij, arme Nederlanders, er op den duur bij ge-baat, indien ons kleine, dierbare landje aanstonds door-woelt en ontboscht, zoo mogelijk ook nog verder ontgon-nen en ontredderd uit zijn met zooveel offers verdedigdeneutraliteit te voorschijn treedt; grootendeels berooid vanzijn fraaie buitenplaatsen en alleeen, zijn plassen en zijnwoeste gronden? Mogen wij -- zelfs in deze ernstigstedagen van de wereldgeschiedenis -- gedoogen, dat hettempo, waarin ons land reeds bezig was in een grootecultuursteppe te w^orden herschapen, moorddadig wordtverhaast? Mogen wij lijdelijk toezien, dat ter wille vande bescherming van ons nationale erf tegen eventueele ^^-belagers van buiten af, en ten bate van onze economi- ZZoArtikelen226sche weerbaarheid, dit erf, dat door onze vaderen is ge-wrocht en waarop zij gelukkig hebben kunnen leven,willens en wetens voor ons nageslacht wordt ontluisterden ontzield?Wij vragen ons tenslotte af, wat er van onze geestelijkeweerbaarheid overblijft, wanneer ons vaderland nietmeer zai zijn dan een bloote aanduiding van de kale plek-ken gronds, waar onze vaderen begraven liggen; indienalle klank en kleur uit dit meest diepe, in onze ziel ge-wortelde begrip van aardverbondenheid uit ons bestaanzal zijn gebannen.Daarom is het niet slechts in naam van onze nationale,landschappelijke schoonheid, welke thans sterker danooit met den ondergang wordt bedreigd, dat ik nogmaalsaandring op de onverwijlde instelling van een planologi-schen dienst voor Nederland, teneinde met spoed dehand aan den ploeg te slaan. Het gaat om niets meer ofminder dan om het behoud van onze geestelijke en mate-rieele zelfstandigheid, welke wij met de verdere ontluis-tering en mishandeling van ons land voorgoed dreigente verliezen.Het komt mij voor, dat er op het oogenblik reeds eenvijftal punten valt aan te wijzen, waarop het van natio-naal belang geacht moet worden zoo spoedig mogelijkhandelend op te treden.le. De in het belang der nationale defensie onvermijdelijkte nemen maatregelen, welke tevens een verminking vanbestaand natuurschoon tengevolge hebben, dienen toteen uiterst minimum beperkt te blijven.2e. De, tengevolge van het wegvallen van den reizigers-stroom naar het buitenland, te verwachten overbelastingder eigen, nationale recreatiegebieden, dwingt tot hetnemen van bizondere, beschermende maatregelen.3e. De in het belang eener verhooging van onze econo-mische weerbaarheid geboden uitbreiding en intensivee-ring van de agrarische bodemproductie, impliceert eenminimale opoffering daarvan aan blijvend improduc-tieve doeleinden.4e. De in het belang eener leniging der werkloosheidgeboden uitbreiding van het aantal in werkverschaffinguit te voeren werken, dient zooveel mogelijk op cul-tuur-technisch gebied te zijn gelegen, onder angstvalligerespecteering van de uit een oogpunt van nationalerecreatie waardevolle terreinen.5e. De eventueel op nieuw terrein te stichten, op denationale defensie gerichte bedrijven en inrichtingen,dienen mede in planologisch opzicht juist te worden ge-projecteerd.Wat het sub 1 genoemde punt betreft, stel ik gaarnevoorop, dat ik mij persoonlijk allerminst competent acht,om de vraag te beoordeelen, of en in hoeverre hier mis-schien noodeloos natuurschoon is opgeofferd. Dat erechter tengevolge van defensieve, militaire maatregelenreeds natuurschoon is verdwenen, daarvan getuigen devele foto's en beschouwingen in onze groote dagbladen,welke hieraan zijn gewijd. leder natuurliefhebber moetdeze verminking of zelfs totale vernietiging van som-mige van onze boschbestanden langs onze Oostgrens,,ter verkrijging van een onbelemmerd schootsveld" metzoo iets als persoonlijk leed hebben ondervonden. Metmij zullen er velen zijn, die dit verlies slechts wenschente aanvaarden, indien vooraf bij alle dergelijke mili-taire operaties door overleg met een centrale planologi-sche instantie was komen vast te staan, dat een andere,minder pijnlijke oplossing tot de onmogelijkheden be-hoorde. Juist bij deze militaire handelingen, welke thansinderhaast moeten worden genomen, komt het gemisaan een vooraf -- in gemeen overleg -- opgemaakt ope-ratieplan zoo duidelijk naar voren. Toch wil het mijook thans -- bij aanname van de handhaving van onzeneutraliteit -- nog niet geheel te laat toeschijnen alsnogtot een soort van nood-overleg te geraken, teneinde tetrachten althans nog zooveel mogelijk van het bedreigdelandschappelijk schoon te redden. Eerst dan mag onsnationale geweten gerust zijn.Het sub 2 genoemde komt mij voor uit algemeen land-schappelijke en natuurhistorische overwegingen van car-dinaal belang te zijn, waarvoor een bevredigende oplos-sing, mits nog dezen winter aangepakt, nog zeer welmogelijk is. Dit punt komt trouwens vrijwel overeen methet op biz. 218 van mijn proefschrift onder a genoemde,,nationaal natuurruimteplan". Onder de huidige omstan-digheden laten zich t.a.v. den onmiddellijk te verwezen-lijken vorm van dit onderdeel van het Nationaal Planduidelijk drie verschillende phasen onderscheiden.a. De vaststelling van voldoende nationale recreatiege-bieden en de veiligstelling daarvan tegen eventueele ont-ginningspogingen van buiten.b. De inwendige bescherming van deze gebieden tegenvernieling, als gevolg van het te verwachten overmatigebezoek.c. De onbeperkte handhaving van onze weinige reedsaanwezige natuurreservaten en vogelbroedplaatsen.Sub a komt dus praktisch neer op de vaststelling vaneen nationaal natuurruimteplan van voldoenden, dit wildus onder de huidige omstandigheden zeggen maximalenomvang. Het gevechtsfront voor de practische verwezen-lijking hiervan zal voornamelijk zijn gelegen tegenoverde op agronomische gronden eveneens zeer wel te ver-dedigen stellingen van het Plan-Westhoff. Welnu, iser schooner gelegenheid denkbaar, om de nationale be-langen van ideeelen, zoowel als van materieelen aard ingoed vaderlandsche, onderlinge samenwerking te coordi-neeren dan in dit nationaal recreatieplan?Zijn de nationale recreatiegebieden eenmaal vastgesteld,dan dienen onverwijld beschermende maatregelen te wor-den getroffen met het oog op het zeer intensieve gebruikdat er -- vooral gedurende de zomermaanden -- vandeze terreinen zal worden gemaakt door de binnen eigengrenzen opgestuwde volksmassa's. Deze bescherming zieik, behalve in een streng politioneel -- waar mogelijkook onderling -- toezicht, vooral als vrucht van de alge-meene volksopvoeding op dit punt. Ik ontveins mij ech-ter niet, dat zonder de medewerking en goeden wil vanhet groote publiek, op dit punt weinig zal zijn te ver-w^achten.Last not least acht ik de volledige eerbiediging van onzenatuurmonumenten, nationale parken en vogelbroed-plaatsen een conditio sine qua non voor het behoud vande hoogste, geestelijke waarden, welke met dezen vormvan recreatie worden nagestreefd. Natuurmonumentenals het Naardermeer, de Muy of een Prinsenhof dienenin der eeuwigheid gevrijwaard te blijven van het massalebezoek van watersportliefhebbers of kampeerders.Met het sub 3 genoemde punt heb ik bet oog allereerstgericht op een zoo zuinig mogebjke traceering en pro-fielsbepaling van de nog nieuw aan te leggen snelver-keerswegen. Op het aantal overhoeken, waardeloozestrooken gronds, kruisingsvrije snijpunten en over grootelengte verharde parkeerbermen kan m.i. nog meer wor-den bezuinigd. Waarom is het bijv. noodig geweest, dat,tengevolge van het op te korten afstand langs de spoor-i hjn projecteeren van den nieuwen autosnelweg DenHaag^--Gouda, een strook grond van op zijn minst 10 mI breedte over een lengte van ruim 30 km, dat is dus eenoppervlakte van ten minste 30 ha vruchtbaar bouw-land, blijvend aan zijn volwaardige, agrarische bestem-ming is onttrokken?Trouwens het geheele vraagstuk van de tenuitvoerleg-. , ging van het Rijkswegenplan 1938 is door het uitbrekenvan den oorlog in een eenigszins vreemd daglicht komente staan. De toch reeds slechts matig voortschrijdendemotoriseering in ons land dreigt opnieuw voor onbepaal-den tijd te zullen worden onderbroken.Daarnaast verdient het mi. aanbeveling, met het bouw-rijp maken van den grond ten behoeve van de stadsuit-breiding, vooral in het Westen des land, waar deze om-zetting bijna steeds gaat ten koste van zeer vruchtbarenakker- of tuingrond, de grootste voorzichtigheid te be-trachten. ledere te voorbarig of noodeloos aangelegdestraat toch beteekent, behalve een voortijdige kapitaals-uitgave, een blijvende vermindering van ons toch reedszoo beperkte landbouwareaal. Over den invloed,welken deze oorlog op de bevolkingstoeneming onzergroote centra zal uitoefenen, tasten wij voorloopig nogin het duister. Men late zich echter door de aanvanke-lijke stijging van het vestigingsoverschot in sommigedaarvan geen al te optimistische visioenen voorspiegelen.Met het vierde punt beoog ik allereerst een hechte sa-menwerking tot stand te brengen tusschen den piano-logischen dienst en de instantie, welke het Plan-West-hoff ten uitvoer legt. Werd hierboven reeds uit zuiverrecreatieve overwegingen op een innige samenwerkingaangedrongen, thans dient het zwaartepunt van dezecoordinatie te worden verlegd naar het cultuur-technischegedeelte, ,,steeds evenwel met inachtneming van de be-langen van het bestaand natuurschoon en de landschaps-verzorging".Behalve aan een grootsch opgezet plan van ruilverkave-; ling voor het geheele land (zie Plan-Westhoff), waar-door van oudsher voortwoekerende wantoestanden eensen vooral zullen worden geliquideerd, gaan mijn gedach-ten hiernaast vooral uit naar een versnelde droogmaking: van de Zuiderzee. Het komt mij voor, dat er onder dehuidige tijdsomstandigheden niet gemakkelijk een nuttigwerkobject van grooten omvang te vinden is, dat meervoor uitvoering in werkverschaffing in aanmerking komtdan juist wel deze grootsche drooglegging. Tengevolgehiervan zal op den duur onze economische weerbaarheidniet onbelangrijk worden verhoogd, terwijl een onmid-j dellijke leniging van de werkloosheid intreedt. De finan-1 cieele offers, welke deze grootsche nationale onderne-> ming ongetwijfeld nog van onze volkshuishouding zalvergen, mogen m.i. niet te zwaar worden ge^vogen invergelijking tot de groote sociale en agronomische voor-deelen, welke er juist nu tegenover staan.Tenslotte verdient ook het vijfde punt onze speciale aan-dacht. Om met de militaire inrichtingen te beginnen, Artikeienwaaronder ik hier meer in het bizonder de talrijkenieuwekazernementen op het oog heb, heeft het mij getroffen,dat hieraan ten aanzien van de ligging ten opzichte vande bebouwde kom, maar al te vaak onvoldoende aan-dacht is geschonken. In de eerste plaats neemt een mo-dern kazernement een aanzienlijke oppervlakte gronds inbeslag. Daarbij vormt het bij eventueele luchtaanvalleneen gevarenobject van de eerste grootte-klasse. Dezebeide omstandigheden alleen reeds zouden voldoendepleiten voor een projecteering van nieuw te bouwen ka-zernes op niet te geringen afstand van de toekomstigegrens der bebouwing. Hierbij komt nog, dat dergelijkeinrichtingen met de daarbij behoorende oefenterreinenin het algemeen hinder opleveren voor de onmiddellijkomwonenden.Er zijn mij echter gevallen bekend, uit de 20e eeuw enuit ons land, waarbij nieuwe kazernes zijn gebouwd on-middellijk tegen en tusschen een gegoede villabebouwingaan den rand eener groote stad en waarbij niet alleenfraai natuurschoon, dat door den desbetreffende ge-meentelijken dienst als waardevol recreatiegebied wasgereserveerd, verloren ging, maar bovendien nog eengroot gedeelte der betrokken wijk dientengevolge totgevarenzone werd bestempeld. Dergelijke stedebouw-kundige fouten mogen in de toekomst niet meer wordengemaakt.Met de oprichting van nieuwe oorlogsindustrieen, of deverplaatsing van bestaande, betreden wij zuiver plano-logisch terrein, weshalve overleg van de militaire instan-ties met den planologischen dienst van meet af aan ge-boden is, Ja zelfs zou men deze samenwerking' als hetallereerste begin van een nationaal nijverheidsplan kun-nen opvatten. (Zie ,,Het Nationaal Plan", biz. 218,sub 3d). Naast de -- voor het oogenblik inderdaad pri-maire -- militaire overwegingen, dienen hierbij alge-meene, planologische gezichtspunten met betrekking totde ligging ten opzichte van de woonkernen, bestaandeverkeersverbindingen en vooral ook ten aanzien van hetlandelijk aspect in acht te worden genomen.Zooals uit het bovenstaande naar ik hoop duidelijk naarvoren is gekomen, bestaan er redenen te over, om ookthans -- ja juist onder de huidige moeilijkheden -- on-verwijld over te gaan tot de instelling van een nationaleplaninstantie. Veel onheil op planologisch gebied kan nogworden voorkomen, vele millioenen kunnen nog wordenbespaard of beter worden besteed. Ook deze instellingvan een kleinen, doch competenten planologischen dienstmag niet afstuiten op de -- naar verhouding tot dezebesparingen -- zeer geringe financieele kosten.Met een kleine variant op het bekende Fransche gezegdemet betrekking tot Parijs, zou men ten aanzien van hetbovenstaande kunnen zeggen: ,,Notre patrie vaut bienune messe .227Biiinenland228BinnenlandRijksbegrooting 1940Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken, Voorloopig Ver-slag)Afdeeling VII, VolkshuisvestingDe volkshuisvesting in het algemeen; invloed van den oorlogstoestandVele leden wezen er op, dat de taak, welke met betrekking tot devolkshuisvesting op de Regeering rust, door het intreden van denoorlogstoestand aanzienlijk is verzwaard. Groote activiteit zal in ditopzicht noodig zijn, opdat niet als gevolg van de natuurlijke inkrim-ping van de bouwnijverheid woningnood ontsta. Daarbij zal ookdaarom de noodige spoed moeten worden betracht, wijl elk dralende voorwaarden, waaronder gebouwd moet worden, ongunstiger doetzijn. Gaarne zouden de hierbedoelde leden een volledige uiteenzettingontvangen van de voornemens, welke te dezer zake bestaan. Metname zouden zij daarbij ook wenschen te worden ingelicht over hetstandpunt, dat de Regeering zich onder de gewijzigde omstandighe-den voorstelt in te nemen met betrekking tot het verleenen vanwoningbouwvoorschotten, alsmede omtrent de maatregelen, welke zijdenkt te treffen om te zorgen, dat niet alleen goede, doch ook voordegenen, voor wie zij bestemd zijn, niet te dure woningen tot standkomen.Bij voorbaat wenschten een deel der hier aan het woord zijnde ledente kennen te geven, dat zij er zich niet mede zouden kunnen vereeni-gen, dat in dezen een eenigszins belangrijke rol zou worden toebe-deeld aan de locale gemeenschap. Zij achtten de woningvoorzieningthans meer dan ooit Rijkszaak. Deze aangelegenheid mag niet v/or-den overgelaten aan het inzicht van de gemeentebesturen, medeomdat er daaronder zijn, die zich op het standpunt stellen, dat ophet stuk der verbetering van de volkshuisvesting reeds daarom mati-ging moet worden betracht, wijl een goede zorg daarvoor het gevaaroproept van een invasie van inwoners van andere gemeenten, waarhet vraagstuk der volkshuisvesting slechts weinig aandacht geniet.Sommige leden spraken het vertrouwen uit, dat uit de door de Re-geering te verstrekken inlichtingen zal blijken, dat zij ook een openoog heeft voor de moeilijkheden in het particuliere bouwbedrijf, dat,naar zij meenden, in het verleden uitstekend heeft gewerkt, en waar-op, naar hun oordeel, ook in de toekomst zeker in belangrijke matezal moeten worden gesteund.In dit verband werd door enkele leden het verleenen van hypo-theken van Rijkswege, ter aanmoediging van den particulieren wo-ningbouw, aanbevolen.Naar de meening van verscheidene leden is een spoedig en door-tastend optreden van Regeeringswege te meer gewenscht, wijl reedsthans niet voor alle categorieen der bevolking voldoende woningenaanwezig zijn. Vooral ten plattelande is, naar zij opmerkten, dewoningvoorraad zeer gering. Vele onbewoonbaar verklaarde wo-ningen zijn daar nog in gebruik. Het samenwonen en het gebruikvan woonwagens neemt er toe, hetgeen ook uit een oogpunt vanmoraliteit verderfelijk is te achten.Als een aantal der hierbedoelde leden constateerden, dat in het bij-zonder de beschikbare hoeveelheid arbeiderswoningen te gering is,dan schreven zij dat voor een deel daaraan toe, dat de particuherebouwers in hoofdzaak woningen voor den kleinen middenstand heb-ben gebouwd. Voor een ander deel achtten zij dat een gevolg vanden remmenden invloed, welke van de zijde van het Departement opden arbeid der woningbouwvereenigingen wordt geoefend, ook in-dien deze niet met voorschotten van het Rijk en zelfs niet met ge-meentelijke bijdragen werken.Verscheidene leden vestigden er de aandacht op, dat een krachtig terhand nemen van den woningbouw mede een werkdadig middel vormtin den strijd tegen de werkloosheid.Naar eenige leden betoogden, zal er ernstig tegen moeten wordengewaakt, dat op minder degelijke wijze wordt gebouwd, gelijk in devorige oorlogsperiode in vele gevallen geschiedde.Sommige leden wezen er nog op, dat het, wil ook het platteland hetnoodige profijt van de te nemen maatregelen trekken, gewenscht zalzijn bij de te treffen voorzieningen artikel 33 der Woningwet in teschakelen, hetgeen het mogelijk maakt, dat in een bepaalde plaats inbestaanden woningnood wordt voorzien zonder dat daarbij vervul-ling van te zware voorwaarden wordt geeischt.In de hierboven weergegeven beschouwingen vonden verscheideneleden aanleiding als hun meening te kennen te geven, dat de Regee-ring, al zal zij inderdaad met betrekking tot den woningbouw denoodige diligentie moeten betrachten, toch wel ernstig zal moetenwaken tegen het toegeven aan te ver gaande verlangens op dit ge-bied. Ook hier zal in de huidige omstandigheden naar hun oordeelde uiterste soberheid moeten worden betracht.Ten slotte werd nog de vraag gesteld, of de Minister bereid is, inden vervolge op geregelde tijden, bijv. eens per kwartaal, openbaar-heid te geven aan het aantal woningen, waarvoor in de afgeloopenperiode een Rijksvoorschot en (of) een Rijksbijdrage is verleend.Maatregelen tegen huuropdrijvingAangedrongen werd op voorbereiding van de noodige maatregelentegen onredelijke huuropdrijving, opdat op dit gebied ongewenschtetoestanden, als zich in een deel van de vorige oorlogsperiode hebbenvoorgedaan, thans worden voorkomen.Woningwet 'Gevraagd werd, of de Minister van oordeel is, dat de bestaande be-palingen der Woningwet in het algemeen voldoende zijn om eengoeden woningbouw te verzekeren. Naar men meende is er plaatsvoor de opvatting, dat, in het bijzonder in de tegenwoordige omstan-digheden, behoefte bestaat aan meer dwingende voorschriften.Van andere zijde werd er in dit verband aan herinnerd, dat op 16Februari 1938 een Staatscommissie ter voorbereiding van een wijzi-ging van de genoemde wet is ingesteld. Ten vorigen jare verklaardede Minister, dat die commissie met grooten spoed aan een desbetref-fend ontwerp werkt. Gaarne zou men vernemen, in welk stadiumhaar arbeid thans verkeert.Centrale leiding; nationaal plan voor woningvoorzieningSommige leden, die er op wezen, dat ten vorigen jare werd aange-drongen op het tot stand brengen van meer centrale leiding bij debehartiging van de belangen der volkshuisvesting, waarbij ook desamenstelling van een nationaal plan voor de woningvoorziening tersprake kwam, vroegen, of de Minister ten opzichte van deze beidemet elkander sari;enhangende desiderata nog lets hcett gedaan. Metname zouden deze leden gaarne vernemen, of aan de bovenvermeldecommissie verzocht is, deze aangelegenheid in haar onderzoek tebetrekken. ? :, ?KrotopruimingDe aandacht werd er op gevestigd, dat er nog steels vele gezinnenzijn, die in krotwoningen leven. Op een aan deze quaestie gcwijdebijeenkomst, in Januari van dit jaar, georganiseerd door den Natio-nalen Woningraad, werd het aantal dezer krotten geschat op 60 fi70.000. Met klem drongen verscheidene leden er op aan, dat aandezen misstand met voortvarendheid een eind zal worden gemaakt,waarvoor het uiteraard noodig zal zijn, dat voor dit doel grooterebedragen dan thans worden beschikbaar gesteld. In het bijzonderwerd in verband met deze laatste opmerking het bedrag van f 10.000,op artikel 82 der begrooting uitgetrokken ten behoeve van krotoprui-ming ten plattelande, veel te laag genoemd.Woonwagens en woonschepenSommige leden zouden gaarne zien, dat de bevoegdheid, welke degemeenten thans hebben om voor woonwagens en woonschepenspeciale staan- en ligplaatsen aan te wijzen, in een verplichting werdomgezet. Naar hun oordeel zou hierdoor het wonen op deze wijzevoor gezinnen, voor wie dat niet als normale huisvesting is te be-schouwen, veel minder aantrekkelijk worden.Gevraagd werd in dit verband nog, tot welk resultaat de overwegingheeft geleid, welke door den Minister is toegezegd met betrekkingtot de uitvoering van de Woonwagenwet door de organen, welkemet de behartiging van de belangen der volkshuisvesting zijn belast.Verhouding tusschen huur en inkomenSommige leden waren van oordeel, dat het, ten einde met betrekkingtot de z.g.n. Woningwet-woningen excessen in de verhouding tus-schen huur en inkomen te vermijden, aanbeveling zou verdienen,terug te keeren tot het in 1924 naar hun meening ten onrechte ver-laten standpunt, waarbij die verhouding was vastgesteld op 1 : 6 of1 : 7. Thans komt het, naar zij opmerkten, in tal van gevallen voor,dat slechts ^/lo van het inkomen of nog minder aan huur wordtbetaald. Naar hun meening is hier sprake van een misstand, waar-aan zoo spoedig mogelijk een eind moet worden gemaakt. Wie nietVT van zijn inkomen aan huur wil betalen, zal dan naar het parti-culiere woningbedrijf moeten overgaan.Andere leden merkten naar aanleiding van dit betoog op, dat hetinkomen op zich zelf hier geen maatstaf kan zijn, doch dat ook reke-ning zal moeten worden gehouden met de grootte van het gezin,welke grootte de mogelijkheden bepaalt, die het inkomen biedt.N.V. MOLYN^COROTTERDAMFa. EMILE SANDERSAlex. Boersstraat 21 Amsterdam-Z Telef. 23428SPECIALITEIT:?, i *. 4 4PRISMATISCHETegels en Bouwsteenenin blank of gekleurdHALF-KRISTALNEDERLANDSCH fabrikaat200 X 200 X 45 m/mRuim 24.000 van deze HALF-KRISTALTegels werden in de onder- en schakel--^--I^ stations der thans geelectrificeerdelijnen der Ned. Spoorwegen toegepasteeii bruynzeel fineerdeus*is de iiiodernste vlakke deurvo?r den iiiodernen bouwbinnendeuren en voordeuren - "binnendeuren in okoume ol met edeltineerenIIVOOrcfeUren in teakhout, okoume (vooi schilderwerk) en -,^'%,edelfineeren 9 modellenvt^J^',/^bruynzeels dearenfabriek n.v. zaandamGEVEKE ^AMSTERDAM IN.V. STEENGAAS MAATSCHAPPIJGevestigdsedertmite 'S-GRAVENHAGE Valkenboschkade 313 - Td. 331861 Bijkantoren te:SCHEVENINGEN Tel. 550118 - AMSTERDAM Tel. 81053 - ROTTERDAM Tel.34181 - HAARLEM Tel. 11017Vcrkoopkantoor dcr Nederlandsche STEENGAASFABRIEKEN te TwelloPRIMA KWALITEIT STEENGAASvan dc grootste Stccngaasfabriek in Ncdcrland.OPSTELLEN van STEENGAASCONSTRUCTIEN in het werkInlichtingen, begrootingen en adviezen warden gaarne gratis verstrektlMA T E R I A A LN.V.CHEMISCHE FABRIEK?VELADA?DELFT ^ ^rp , . - ^j Fabriek en Kantoor; DELFTWEG 33lechnische Verven Tdcfoon 366 Synth, en CellLakkenVloeibaar Aluminium..PARAPYR" BRANDWERENDE VERFGlanslakkenISOLATIE MATERIALENFERROCALLUCHTBESCHERMINGS-PLATENBRANDBOMMENBAKJESVENTILATIEKANALENGepatenteerd fabrikaat in 30 landen.Leverancier van Rijk, Gemeenten en P.T.T.N,V? totVoortzetting der Fabriek vanGewapend-Asbestcement Producten^FERROCAL"DOGSBLJRG - Telef. 30399VERITEXGASMASKER99Rijkskeur014PatentenaangemeldGeheel Nederlandsch FabrikaatInlichtingen:VERITEX N.V. - APELDOORNen bij de wederverkoopers. Postbus 30ZANDZAKKENA. ROSEBOOMGROOTE BICKERSSTRAAT 84 AMSTERDAM40678(na 6 uur 55257)">?r wM' K ^' Im'''^SH'inmlmwHnf^liihMiiVllv^ ll^k'LUCHTGEVAARCHEMISCHE HANDELSONDERNEMINGPERNO-VLAMVRIJAMSTERDAM-O WEESPERZIJDE 103TELEFOON 55691-52090 TELEGRAM-ADRES ..PERNO"Na de Openbare Demonstratie te Amsterdam, waarover dc Directeur van den GemeentelijkenLuchtbeschermingsdienst in een rapport aan den Nationalen Woningraad als zijn meening tekennen gaf dat:het moeilijk zijn zal planken en kaphout met PERNO^VLAMVRIJ behandeldt zelfs door middel vaneen thermietbrandbomt tot ontbranding te brengenhebben wij in Tilburg voor de Brandweer en Luchtbeschermingsdiensten van Tilburg, Den Boschen omliggende Gemeenten een demonstratie gehad.Voor dit doel waren 2 huisjes gemaakt van 2^2 Meter breed en hoog. Het eene huisje wasniet en het andere huisje wel behandeld met PERNO-VLAMVRIJ*In het niet behandeide huisje werd een thermietbom ontstoken van 1 k.g. en het huisje branddetot de laatste houtnerf af.In het wel met PERNO-VLAMVRIJ behandeide huisje werden 2 thermietbommen ontstokenresp. van 1 en 2 k.g. een hitte gevende van ? 4.000 graden Celcius. Dit huisje brandde niet -gaf eenige verkoling te zien op de plaatsen waar de bommen tot explosie waren gebracht enbleef overigens volkomcn gaaf! De aanwezige Autoriteiten waren meer dan voldaan en zen-den ons attesten.Milliocncn guldens zijn besteed voor schuilkelders - afweergeschut etc. etc. Deze gelden zijn welnuttig besteed maar geven ons ook de aanwijzing dat de toestand als zeer ernstig meet wor-den gezien* Het is volkomen juist dat men niet gewacht heeft tot het regenen van voltreffersen brandbommen een feit is geworden.Maar als dat juist is dan dient men ook niet -- ja zekcr niet -^ te wachten met het vlamvrijmaken van zolders, vloeren, trappen, wanden, gordijnen en karpetten.Met PERNO>VLAMVRIJ maakt II alle houtdeelen en stoffen vlamwerend> zoodat bijhet neerkomen van brandbommen geen brand kan ontstaan^PERNO-VLAMVRIJ garandeert U de vlamwerendheid voor tenminste 3 jaren en wordt ver-kocht in bussen van 5, 10 en 25 Liter ad. f 1,-- per Liter.Waagt U niet aan z.g. Huismiddeltjes, van zooveel gram van dit en zooveel gram van dat,waarmee de onvlambaarheid slechts voor een korten duur bevorderd wordt.Dit is terecht spelen met vuur en dus met menschenlevens IVoorziet de zolders, vloeren, trappen etc. van Uw Diensten, Gebouwen, Woningen spoedig !Dit is geen zaak die uitstel leiden mag.Wendt U tot de Drogistenzaken, waar PERNO-VLAMVRIJ via onzen alleenverkooper voorde Pharmaceutische branche, de Fa. N.V. Kon. Pharm. Fabr. v/h Brocades-Stheeman & Pharmacia,te verkrijgen is.Waar niet, wendt U zich rechtstrecks tot onstPERNO-VLAMVRIJ Weesperzijdel03 Tel. 52090-55694 Amsterdam-O,,WIRZ" BOUWSTOFFENINDUSTRIEOvertoom 371 - AMSTERDAM-W - Telefoon 82360 - - -- Fabriek: Rijksstraatweg 85
Reacties