Vo snriiQVWSTinnSte flllllfiOrgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuis-vesting en Stedebouw en van de Nationale Woningraad,waarin opgenomen de mededelingen van de Rijksdienstvoor het Nationale Plan, en tevens gewijd aan deWederopbouv^Februari 1949 30e Jaargang no.^^^^ Zonwand Behangsel bezorgde ons uitstekende rtf?renties van talrijke wo-ningbouwverenigingen en gemeentelijke instellingen? DOOR DE VOORTREFFELIJKE KWALITEIT. DOOR DE MODERNE BESCHAAFDE DESSINSUit onze uitgebreide collecties leveren wij aan woningbouwverenigingen tegen speciale lage prijzen.Vraagi ons aliijd aanH. ROTHMEYER BEHANGSELPAPIERHANDELN.V,ROTTERDAM,MEENT IOO,TEL219264RSVLOEREN en DAKEN vanNEDERLANDSEHOLLEBOUWSTEENNenobo-laeaalMODELNed Oclrooi A.D. ns. 1 30446De steen methet minste IJZER VERBRUIK^ SPECIE VERBRUIK EIGEN GEWICHTVsrkoopkantoor van Nadcrlandse holl* bouwsteenN.V. NEHOBOWassenaarseweg 15, Den Haag, Telefoon 777346487Abraham van Stolk & Zoonen n.v.ROTTERDAMPOST BUS 1100TELEF. No. 35400528HOUTHANDELijzcrconstructics gaan langer mec metBitumen verven. Zij hcbbcn ecn hogc hard-heid, een grote dekkracht en zijn water-werend. Het is Uw bclang om ons cens in-lichtingen en prijsopgave te vragen.ItOTTERDAMSE ASPHALT INDUSTRIEyLJH mRodenrijteweg 117Voor het bthoud v.n Uw i/zercons(ruc(ies T.I. 204-228. BERKEL (Z.H.)GEBRS. MION - BREDAT?l. 8168-6087Jan van Polanenkade 28-30Specialli^li in:Naadloze VIoeren, Asbest- enHoutgranietvloerenTerrazzowerken - KunstsleenfabrlekHandel inZand- Grind en WegenverhardingLeveri per Scheepslading door geheel Nederfand en BelgieDiverse speciale soorten leverbaar vanaf Opslagplaais BelcrumM.C.OOMEVischmarktsiraat 6Tel. 9734(prive tel. 215 Raamsdonksveer)BREDATijdschrift voorVolkshuisvesting enFebruari 194930e Jaargang - No. 2MaandbladStedebou\\^Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw en de NationaleWoningraad, Algemene Bond van Woningbouwverenigingen, waarin opgenomen de mede-delingen van de Rijksdienst voor het Nationale Plan, en tevens gewijd aan de WederopbouwRedactiet Mr. H. W. Bloemers, J. Bommer, Ir. H. M. Buskens, Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, B. Merkelbach,Ir. L. S. P. Scheffer, Ir. P. Bakker Schut, Mr. J. Vink, Drs. H. van der WeijdeAdres voor Redactie en Aboonementen: Lange Voorhout 19, 's Gravenhage, Telefoon 115720Advertentiess Keizersgracht 188, Amsterdam-C, Postgiro-nummer 113028, Telefoon 49128 ('s avonds: Haarlem, Orion-weg 119, Telefoon K 2500 25560)Officiele mededelingenNederlandsch InstituutVergaderingenOp 10 Februari 1.1. heeft de vergadering ter behandeling vanhet dnderwerp ,,Het conflict tussen stadsuitbreiding, land-bouw en recreatie" plaats gehad te Arnhem. De bclangstel-ling was zeer groot. Het is de bedoeling een beknopt verslagvan de inleidingen van de Heren Dr. Ir. L. J. van Dijk, Ir.W. G. van der Kloot en Ir. H. M. Buskens en van de ge-dachtjenwisseling in een der volgende nummers van het Tijd-schrilt af te drukken.Rijksdienst voor het Nationale PlanBouw van schuur te Ootmarsum (gemeente Tub-bergen)De Prjesident van de Rijksdienst voor het Nationale Plan,Gezien een mededeling van de burgemeester van Tubbergen, dat deheer ]. H. Koopmans, Grotestraat 35 te Ootmarsum, voornemens is overte gaan tot de bouw van een schuur, op het perceel kadastraal bekendgemeente Tubbergen, sectie D no. 1450;Overwegende, dat genoemd perceel deel uitmaakt van het natuurgebied,,Terreinen bij Ootmarsum, o,a. Sprengendal", hetwelk onder de aandui-ding L.W.N. 343 is opgenomen in de bij de beschikking d.d. 20/21 JuU1942 No. 5627 M/M.N.P. van zijn ambtsvoorganger behorende lijst vannatuurreservaten, welke in de eerste plaats voor bescherming in aan-merking komen;Overwegende, dat blijkens de beschikking van zijn ambtsvoorganger d.d.27 Augustus 1942 B.Z. no. 4 V een nationaal plan in voorbereiding isen dat bij deze voorbereiding aan de ,,Terreinen bij Ootmarsum, o.a.Sprengendal" de bestemming is toegedacht van natuurgebied, zulks we-gens de van nationaal belang te achten landschappelijke en natuurweten-schappelijke waarde van dit gebied;Overwegende, dat het ongerept behoud van het onderhavige terrein methet oog op de voormelde waarden wan grote betekenis moet wordengeacht; ; /Overwegende, dat de voorgenomen bouw van bedoelde schuur afbreukzal doen aan deze waarden;Overwegende derhalve, dat de bedoelde bouw geacht moet worden instrijd te zijn met het in voorbereiding zijnde ontwerp voor een nationaalplan;Gelet op artikel 5, derde lid, van het Besluit van 15 Mei 1941 (no.91/1941) betreffende de instelling van de Rijksdienst voor het NationalePlan; \Gezien het daartoe strekkend voorstel van de Vaste Commissie van deRijksdienst, voornoemd,besluit ; l;bezwaar te maken tegen het voorgenomen werk, zijnde de bouw van eenschuur op het perceel kadastraal bekend gemeente Tubbergen, sectie D,no. 1450, zulks wegens strijd met het in voorbereiding zijnde ontwerpvoor een nationaal plan.Afschrift dezer beschikking zal worden gezonden aanonder mededeling, dat tegen dit besluit binnen een maand na dagtekeningingevolge het bepaalde in artikel 5, vierde lid, van het eerderaangehaaldeBesluit van 15 Mei 1941, juncto lartikel 1 van de Eerste Uitvoeringsbc-schikking van de Secretaris-Generaal van het Ministerie van BinnenlandseZaken d.d. 22 Januiari 1942 B.Z. no. IV beroep kan worden ingesteld bijde Kroon.De President,'s Gravenhage, 11 Januari 1949 (w.g.) J. Linthorst HomanOphogen met stadsvuil te Watergang (gemeenteLandsmeer)De President van de Rijksdienst voor het Nationale Plan,Gezien een mededeling van de directeur van de Provinciale PlanologischeDienst van Noordholland, dat J. van Heusden, no. 40 te Watergang(post Ilpendam) voornemens is over te gaan tot het ophogen met stads-vuil van zijn laaggelegen perceel in het Ilperveld, kadastraal bekend ge-meente Landsmeer, sectie B, no. 1593;Overwegende, dat bedoeld perceel is gelegen binnen het z.g. Ilperveld,een belangrijk natuurgebied, waarvan het behoud vooral uit een natuur-wetenschappelijk oogpunt van grote waarde moet worden geacht;Overwegende, dat de directeur van de Rijksdienst voor het NationalePlan in verband met deze waarde, krachtens verleende algemene mach-tiging, voor bedoeld gebied het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van hetBesluit van 15 Mei 1941, no. 91, op 2 April 1943, van toepassing heeftverklaard;Overwegende, dat blijkens de beschikking van zijn ambtsvoorganger d.d.27 Augustus 1942, B.Z. no. 4 V een nationaal plan in voorbereiding isen dat bij deze voorbereiding aan het onderhavige gebied de bestemmingis toegedacht van natuurgebied;Overwegende voorts, dat blijkens een ontvangen ambtsbericht van hetCollege van Gedeputeerde Staten van NoordhoUand aan bedoeld gebiedin het in voorbereiding zijnde ontwerp voor een streekplan voor de Zaan-streek en Waterland, welk streekplan bij besluit van de toenmalige Com-missaris der provincie NoordhoUand d.d. 4 November 1943 (Provinciaalblad no. 28) is verklaard in voorbereiding te zijn, eveneens de bestemmingvan natuurmonument is toegedacht;Overwegende, dat de uitvoering van het voorgenomen werk ernstig af-breuk 20U doen aan de natuurwetenschappelijke waarde van dit natuur-gebied, terwijl het blijkens de vorenbedoelde voorbereiding van het natio-nale plan en het streekplan juist in de bedoeling ligt het gebied van hetIlperveld in ongerepte slialat te bewaren;Overwegende derhalve, da.t uitvoering van bedoelde. ophoging geacht moetworden in strijd te zijn met de in voorbereiding zijnde ontwerpen voor eennationaal plan en voor het streekplan Zaanstreek en Waterland;Gelet op artikel 5, derde lid, van het Besluit van 15 Mei 1941 (no.91/1941) betreffende de instelling van een Rijksdienst voor het NationalePlan;Gezien het daartoe strekkend voorstel van de Vaste Commissie van deRijksdienst voornoemd;besluitbezwaar te maken tegen uitvoering van het voorgenomen werk, bestaandeuit het ophogen met stadsvuil van het perceel kadastraal bekend ge-meente Landsmeer, sectie B, no. 1593, zulks wegens strijd met de invoorbereiding zijnde ontwerpen voor een nationaal plan en voor hetstreekplan voor de Zaanstreek en Waterland.Afschrift dezer beschikking zal worden gezonden aanonder mededeling, dat tegen dit besluit binnen een maand na dagtekeningingevolge het bepaalde in artikel 5, vierde lid, van het eerderaangehaaldeBesluit van 15 Mei 1941, juncto artikel 1 van de Eerste Uitvoeringsbe^schikking van de Secretaris-Generaal van het Mnisterie van BinnenlandseZaken d.d. 22 Januari 1942 B.Z. no. IV beroep kan worden ingesteld bijde Kroon.De President's-Gravenhage, 11 Januari 1949 (w.g.) J. Linthorst Homan 17Nationalc PlanArtikelen Bouw van zomerhuisje te Duurswoude (gemeenteOpsterland)De President van de Rijksdienst voor het Nationale Plan,Gezien een mede namens diens echtgenote gedane mededeling van deheer B. van der Veen, Eemskanaal 24 te Groningen,, dat het gemeen-schappelijke voornemen bestaat om op het aan zijn echtgenote, mevrouwC. L. van der Veen-Huisman, in eigendom toebehorend perceel kadastraalbekend gemeente Duurswoude Sectie A 584 een stenen zomerhuisje tedoen bouwen;Overwegende, dat genoemd perceel deel uitmaakt van het natuurgebied..Duurswoude, de Slotplaats. Oud Bakkeveen en de Zandduinen tenOosten van Bakkeveen". hetwelk onder de aanduiding L.P. 130 en 131 is op.genomen in de bij de beschikking d.d. 20/21 Juli 1942 no. 5627 M/M.N.P.van zijn ambtsvoorganger behorende lijst van natuurreservaten. welke inde eerste plaats voor bescherming in aanmerking komen;Overwegende, dat blijkens de beschikking van zijn ambtsvoorganger d.d.27 Augustus 1942 B.Z. no. 4 V een nationaal plan in voorbereiding isen dat bij deze voorbereiding aan vorenbedoeld object op grond van zijngrote landschappelijke waarde de bestemming is toegedacht van natuur-gebied;Overwegende. dat bet ongerept behoud van het onderhavige terrein methet oog op de voormelde waarde van grote betekenis moet worden geacht;Overwegende. dat de voorgenomen bouw van bedoeld zomerhuisje ^welke ter plaatse een zeer te betreuren precedent zou scheppen -- afbreukzal doen aan deze waarde;Overwegende derhalve, dat de bedoelde bouw geacht moet worden instrijd te zijn met het in voorbereiding zijnde ontwerp voor een nationaalplan;Gelet op artikel 5, derde lid, van het Besluit van 15 Mei 1941 (no.91/1941), betreffende de instelling van de Rijksdienst voor het NationalePlan;Gezien het daartoe strekkend voorstel van de Vaste Commissie van deRijksdienst voornoemd;besluitbezwaar te maken tegen het voorgenomen werk, zijnde de bouw van eenstenen zomerhuisje op perceel kadastraal bekend gem. Duurswoude. SectieA 584, zulks wegens strijd met het in voorbereiding zijnde ontwerp vooreen nationaal plan.Afschrift dezer beschikking zal worden gezonden aanonder mededeling, dat tegen dit besluit binnen een maand na dagtekeningingevolge het bepaalde in artikel 5. vierde lid, van het eerderaangehaaldeBesluit van 15 Mei 1941, juncto artikel 1 van de Eerstej Uitvoeringsbe-schikking van de Secretaris-Generaal van het Ministerie van BinnenlandseZaken d.d. 22 Januari 1942 B.Z. no. ,IV beroep kan worden ingesteld bijde Kroon.De President.(w.g.) J. Linthorst Homan's Gravenhiage. 18 Januari 1949Andere bewoonde ruimten op grond van de Woning-telling van 31 Mei 1947 (met een cartogram)Bij de 12e Volkstelling zijn behalve in de 2.005.003 bewoon-de woningen. bovendien personen aangetroffen in 36.195 ver-blijven, die, uitgaande van de voor deze telling aanvaardedefinitie, niet als ..woning" konden worden beschouwd i).Tot deze 36.000 verblijven, in de statistiek aangeduid als,.andere bewoonde ruimten", zijn allereerst gerekend de ver-blijven die voor tijdelijke bewoning zijn bestemd (zoals nood-woningen. noodboerderijen, zomerhuisjes) en voorts ruimten.die eigenlijk niet voor bewoning zijn bestemd (zoals een keet,barak, schuur, stal, kippenhok. plaggenhut. bunker, bewoondeonbewoonbaar verklaarde woning. deel van overigens ver-nielde woning en voorts ook een tijdelijk. geheel of gedeelte-lijk, voor bewoning in gebruik genomen kantoorgebouw, wijk-gebouw, school, e.d.). Ten slotte zijn onder de andere be-woonde ruimten ook geteld hotels, logementen, pensions e.d.,indien als zodanig gebouwd of verbouwd en niet onderge-bracht in gewone woningen. De voor eigen gebruik bestemderuimte van de hotelhouders, enz., draagt immers in de regelniet het karakter van een normale woning en hetzelfde geldtvoor de ruimten, in gebruik bij de vaste gasten in deze inrich-tingen. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de aardder andere bewoonde ruimten in ons land, alsmede van hetaantal huishoudingen en personen, dat daarin op 31 Mei 1947was gehuisvest. Daarbij zijn de tijdelijk voor bewoning ingebruik genomen kantoor- en wijkgebouwen en scholen ineen afzonderlijke groep verenigd. evenals de overige nood-verblijven. voorzover gelegen op het terrein van een boerderijof tuindersbedrijf en door een boer of tuinder bewoond.Andere bewoonde ruimten, op 31 Mei 1947Aard van het wooonverblijfAantalanderebewoonderuimtenAantal huis-houdingen Toliaalaantalpersonenvan 1persoonvan 2 ofmeer pers.Hotels e.d. 2112 2221 3007 16179Zomerhuizen 2373 214 2317 7893Noodwoningen 18254 630 18508 81483Noodboerderijen 3104 61 3260 17250Kantoorgebouwen e.d. 626 183 585 2324Overige noodverblijvenvan boeren 227 9 236 1068van anderen 9499 1480 8811 36401Totaal 36195 4798 36724 162598181) Hierbij zijn de personen in gestichten en instellingen en de varende enrijdende bevolking buiten beschouwing gelaten.Van de 9.329.569 in alle woningen en andere bewoonde ruim-ten aangetroffen personen waren dus 162.598 of 1,7 % inandere bewoonde ruimten gehuisvest, van wie bijna 2/3 ge-deelte in noodwoningen en -boerderijen en bijna 1/4 in deveelal ontoelaatbare ,,overige noodverblijven".Voor de afzonderlijke gemeenten treden soms belangrijkeafwijkingen van het genoemde rijksgemiddelde van 1,7 %aan.de dag. In 63 gemeenten bedroeg het percentage 5---20 %.in 19 10^15 %,'in 10 15--20 % en in 25 gemeenten zelfsmeer dan 20 %.Volgens bijgevoegd cartogram, waarop de gemeentelijke per-centages in beeld zijn gebracht. treden vooral de gemeentenin de door oorlogshandelingen getroffen gebieden in Zeeland.Noordbrabant, Limburg'en Gelderland op de voorgrond. Hetbeeld wordt over het geheel door de oorlogsschade beheerst.Het trekt echter de aandacht dat de steden met hoge oorlogs-schade gunstig voor de dag komeii, zelfs Rotterdam. Dit isniet onbegrijpelijk, daar de woningnood in de grote stedenmeer door samenwoning dan door de bouw van noodwoningenen het inrichten en betrekken van bunkers, keten etc. is opge-vangen. Bovendien is de schade in verschillende plattelands-gemeenten relatief hoger. In verscheidene andere gemeenten,zoals b.v. Ermelo op de Veluwe, Renesse op Schouwen, Cal-lantsoog, Bergen en Schoorl in Noordholland, Eelde, Vries.Zuidlaren en Norg in Drenthe. wordt het hoge percentageveroorzaakt door de vele voor normale bewoning in gebruikgenomen zomerhuizen. o.m. door intertijd geevacueerde per-sonen. Indirect is dus ook hier sprake van een gevolg van deoorlogsomstandigheden.De slechte toestand van de volkshuisvesting in Drenthe en hetaangrenzende deel van Overijssel is ook op dit cartogram. zijhet vrij zwak. te herkennen. Hier hebben wij echter te doenmet een verschijnsel van andere aard, dat het beeld van deoorlogsschade doorkruist.De in de staat voor het Rijk gegeven splitsing der anderebewoonde ruimten naar hun aard, komt in het cartogram niettot uitdrukking voor de afzonderlijke gemeenten. Toch zalmet deze onderscheiding rekening moeten worden gehoudenbij het bepalen van de urgentie, waarmee in de uit de bewo-ning van andere bewoonde ruimten voortvloeiende woning-behoefte dient te worden voorzien.Karakteristiek van Drenthedoor Mr. J. Linthorst HomaniHet karakter van een lands-streek is in diepere zin te verge-lijken met de cultuur van een lands-streek, van welke Boumandeze mooie definitie heeft gegeven: cultuur is de levensstijlvan een gemeenschap. Zo kan men zeggen, dat elke karakter-volle lands-streek ook uiterlijk een eigen levensstijl heeft.Het is gemakkelijker, dit complex historisch te beschrijvendan er een moment-opname van te geven. Immers, in elklandsbeeld tekent zich, wanneer het nog niet geheel is omge-werkt, het oude beeld af, dat sterk samenhangt met de ge-schiedenis. Daarin hebben de vorige en het eerste stuk vanonze eeuw dan de moderne veranderingen aangebracht, welkevaak alles zijn behalve karakteristiek!Men kan van elke tijd zeggen, dat hij een overgangstijd is.Wei zeer duidelijk is echter onze tijd een overgangstijd: over-gang van het stelselloze, planloze, klakkeloze stukwerk vande voorbijgegane jaren naar stelselmatig, planmatig werk aande hand van een bepaalde visie op de gewenste "toekomstigeontwikkeling.Wanneer wij in het land rondgaan, dan zien wij telkenmaledeze stukken van het landschapsbeeld los bij elkaar liggen:het zeer oude, dat als het ware de karaktervolle uiting is ge-weest van het bewuste of vaak onbewuste in het werk in voor-bijgegane eeuwen, het onevenwichtig ,,nieuwe" van de tijd na1800 of zeg maar 1890, en hier en daar reeds de bewijzen vanverantwoord planwerk uit onze generatie, ook al is ons plan-werk dan nog vaak verre van ideaal.Zo ook in Drenthe. Op fiets- of wandeltocht, bij auto- ofvliegtocht, duidelijk zien wij het hakkelende beeld van dezenog |niet gecoordineerde stukken landschap met horten enstoten zich ontrollen. Hier ligt een stuk oud dorpsleven, zoalser nog verschillende dorpen in Drenthe zijn, met zijn oudehoeven in een bouw en een ligging, welke voor de kenner vanhet Drentse verleden alles vertelt over de oude gewoonten engebruiken van de ver verleden tijd, toen in de brinkdorpende boermarke een ideaal gemeenschapsleven vormde en elkdeel van dat dorp daarin zijn vaste plaats had; toen agrarischeviciniteit nog ware warme betekenis had; toen een dorp nogeen echte in zichzelf geborgen gemeenschap was. En daarnaastde iets jongere streekdorpen, langgerekte streken van huisnaast huis en erf naast erf, nuchter en systematisch aangelegdterwille van een doelbewust ontginnen en bewerken van dedaar vaak vruchtbare lagere gronden. Met daaromheen deresten van die oude heidevelden --; nu nog slechts poverestukjes -- welke bestemd waren voor de komende generatiesen welke inmiddels werden gebruikt voor de schapenhoederijen het veengraven en plaggensteken. Maar dwars door datalles been de bouwsels en de maaksels van de smakeloze tijd,in welke latere generaties hebben gewerkt, zonder stijlbegrip,vaak ,,op een goedkoopje", vaak ook juist gewild ,,duur", alkomt dit laatste in Drenthe slechts hier en daar voor. Dochgelukkig worden wij ook getroffen door de prachtige ontgin-ningen van de laatste tijden, kalm en beslist uitbeeldendewat zij ook in wezen zijn: verantwoord gebruik van de vader-landse grond. En door de schitterende nieuwe bossen, mooidoor hun grote uitgestrektheid en hun afwisseling in hout-soorten en hoogten, doch vaak wat al te strak en rechthoekigvan plan en voor vele Drentse boeren ook nog met de bijsmaak,dat ze in tijden van werkverschaffing de reserve aan heidehebben opgeteerd: in de tijd van grote werkloosheid is bijna20.000 ha Staatsbos zo in Drenthe tot stand gebracht.Hij, die Drenthe kent en liefheeft, komt op deze wijze tot eenmerkwaardige ontleding van het landschap naar tijd en plaats.Naar tijd. Het oude Drenthe was een groot ruim plateau metvele vruchtbare str.oken langs de oude riviertjes en ,,diepjes",welke uit het hoge midden afvloeien naar de lage randen, weleens de ,,vette randen van de Drentse pannekoek" genoemd.In en langs die stroomgebieden hebben in praehistorische tij-den de bewoners eerst tijdelijk hun zwerversbestaan onder- Amkeiobroken en later hun vaste woonplaatsen gesticht. Een rijkereeks van bodemvondsten, door het levenswerk van Professorvan Giffen ons bekend, rechtvaardigen Drenthe's bijnaam,,Nederlands Pompei". Duidelijk is het zichtbaar, dat de be-woners in de elkaar opvolgende eeuwen soms verschillendelatere, middeleeuwse gebieden zochten en bewoonden, wellichtsamenhangende met de evolutie in hun opvattingen en moge-lijkheden in het landbouwwerk. Wij denken ons het Drenthein, met zijn ruime net van dorpen en gehuchten, zonder ste-den, zonder rijkdom, sterk van nijvere levensstijl, eenvoudigvan cultuur, maar zeer evenwichtig in beeld. Het is, alsof hetDrenthe van de 19e en 20e eeuw als onafgemaakte legkaartdaar overheen is gelegd, hier en daar een stuk, hier en daareen goed, maar vaak een slecht uiterlijk biedende van de tijd,in welke de markegemeenschappen terwille van de eenlingwaren opgeheven en de hoogste individualiteit de hoogstewijsheid was. En nu de duidelijke pogingen tot een synthese,tot een nieuw ,,eigen" Drenthe met eigen karakter, moeilijkomdat het Drentse leven niet meer eenzijdig agrarisch is endat ook niet meer mag zijn, moeilijk omdat onze jaren vanindustrialisatie en snelverkeer hun aparte eisen stellen.Naar de plaatselijke verscheidenheid is het beeld evenzeermerkwaardig. Drenthe bestond al voor het jaar 1000, toen hetdoor de Duitse keizer-koningen was afgestaan aan de Bis-schoppen van Utrecht -- die er tot na 1500 Landsheer zijngeweest -- uit zes ,,dingspillen": Noordenveld met hoofd-plaats Vries, Oostermoer met hoofdplaats Anlo, Zuidenveldmet hoofdplaats Sleen (eerst vermoedelijk Zweeloo), Beiler-dingspil rond Beilen, Dieverderdingspil in het zuidwesten entenslotte in het midden het metkwaardige Rolderdingspil, datde kern van Drenthe vormde en dat het enige was, dat nieteen stuk grensgebied voor zijn verantwoording had. Hoe dezedingspillen zijn ontstaan, doet nu hier niet ter zake. Vaststaat, dat zij en voor het recht, wat hun naam ook aanduidt,en voor de kerk ^ de dingspilkerken waren vermoedelijkde oudste -- en voor het bestuur en voor de landbouw kern-gebieden vormden, z6 sterk, d.at nog heden het Drents Land-bouwgenootschap zijn kieskringen ongeveer met de oude ding-spillen doet samenvallen. Een oude vraag in Drenthe is nudeze: in hoeverre waren de dingspilgrenzen natuurlijke gren-zen, in hoeverre zijn zij eeuwenlang ook sociologische grenzengeweest? En -- merkwaardige vraag -- in hoeverre te-kent zich hier ook de vaak ontmoete waarheid af, dat eenproces van eeuwen zich ook in de moderne landschapsindehngdoorzet?Het is gemakkelijk, dit te ontkennen en te wijzen op veel, datdie indeling doorkruist. Maar er zijn ook verschillende teke-nen, dat die oude indeling, misschien met uitzondering vanhet midden -- dat ondanks alle latere gebeurtenissen bij verreniet het belangrijkste werd -- nog waarde en betekenis heeft,nog reahteit is in de karakteristiek van Drenthe. Ruw gezegd:er is een verschil in Drenthe tussen Noord, Noordoost, Zuid-oost en Zuidwest, in ontelbare opzichten, zelfs in het dialecten in de gebruiken. Geografisch en landschappelijk hgt hiereen zeer interessant vraagstuk, dat voor de planoloog vanvandaag en morgen zijn waarde kan hebben, al zal ook demeest verstokte historicus deze zaak niet willen overdrijven.Bij gesprekken over Drenthe en bij studie in de Drentse vraag-stukken ontmoeten wij vaak deze moeilijke vraag: Drenthe iszeer zeker uitgesproken een ,,eigen" gebied, dat niet zonderbetekenis meer dan duizend jaren zijn huidige grenzen heeftgekend, maar wat moet nu in de toekomst de kern van Drenthezijn? Niet in de zin van: landbouw of Industrie, natuurschoonof verkeer, want die vraag is wel duidelijk: daarin zal ener-zijds het agrarische en schilderachtige moeten worden geeerden instand gehouden -- als fundament -- en andererzijds hetnieuwe tot zijn recht moeten komen. Doch sociologisch? Hetis, alsof ontembare sterke krachten Drenthe's levenskrachtnaar de randen hebben getrokken en nog trekken: het noordenin Groninger richting, het oosten en zuiden meer en meer naar 19Artikelen20Emmen, het zuidwesten naar Meppel, met Hoogeveen alsvoorpost. Dat brengt het gevaar mede, dat ook in de geschie-denis meermalen naar voren kwam: dat de buitenwereld ophet plan komt, Drenthe te verknippen, zoals de Fransen dattussen 1795 en 1813 een paar keer hebben gedaan. HrDrenthe een sterker midden, dan zou die vraag vermoedelijkof niet zijn gerezen of minder sterk zijn geopperd.Als niet betrokken bij het Drentse werk willen wij hier dezevraag slechts opwerpen, omdat hij interessant is, meer niet.Maar zeer besHst, met de sterkste beslistheid, willen wij op-merken, dat het een onvergeeflijke fout zou zijn, wanneer datdenkbeeld van de ,,opheffing" van Drenthe, dat wij nog weleens horen noemen, werd gevolgd of zelfs maar ernstig werdbesproken. Nederland zou zichzelf niet zijn en niet meer kun-nen zijn, wanneer het kunstmatig die oude geledingen en or-ganen zou verknippen, uit welke het is gevormd en welke hetkarakteriseren. Wanneer cultuur de levensstijl van een ge-mcenschap is, dan is in de Nederlandse cultuur de Drentsecultuur onmisbaar als element. Nederland is zichzelf door dewisselwerking van het westen en de randgebieden en van derandgebieden onderling, het kan zonder dat niet ,,zichzelf zijnen blijven".Auu de plano'ogen en verdere werkers nu de taak, ook dezevragen op te lossen in een duidelijk zichtbaar beeld van eco-nomisch en c.ilti'reel werk, van werken in en met de gronden op de grond, en van gezond bevolkingsleven, een echtDrents beeld, dat Drenthe aftekent als het onvervangbare,,eigen" stuk Nederland, dat het historisch en naar volksaardaltijd is geweest. De opleving van het Drentse besef, blijkenduit toporganen als ,,De Centrale Vereniging voor de Opbouwvan Drenthe" en ,,Het Drents Genootschap" is borg, dat hierdankbaar werk ligt.Kortom: Drenthe is een mooi, warmlevend gebied, dat grotetaken geeft aan ver ziende stedebouwers en aan samenwer-kende deskundigen op elk terrein. Een Drentse synthese zaler komen, omdat hij er in diepere zin altijd is geweest.De volkshuisvesting in Drenthedoor Ir. F. Ottevangers, Hoofdingenieur-Directeur vande Wederopbouw en de Volkshuisvesting in DrentheBeschouwingen over de volkshuisvesting in Drenthe hebbenuiteraard voornamelijk betrekking op het platteland. De uit-gestrekte provincie Drenthe immers met haar 2664 vierkantekm, vormende 8 % van de landoppervlakte van Nederland,heeft slechts ruim 270.000 inwoners of nog geen 3 % van delandsbevolking. Die bevolking is verdeeld over 34 gemeenten,elk bestaande uit enige kernen. De grootste gemeente is Em-men met 291 km2 en circa 55.000 inwoners; ze heeft 22 woon-kernen, verdeeld over 10 dorpen. Slechts vier gemeenten heb-ben een kern met een min of meer stedelijk karakter, n.l.Assen, Coevorden (het enige stadje van oorsprong), Hooge-veen en Meppel, welke woonkernen tezamen ongeveer 50.000inwoners tellen of nog geen vijfde deel van de provincialebevolking. De plattelandsbevolking is dus verre in de meer-derheid.In dit artikel over de volkshuisvesting in Drenthe zal aan-dacht worden geschonken aan de toestand voor de oorlog, dehuidige woningnood en de nieuwe woningbouw in het lande-lijke gebied.De toestand yoor de oorlogVoor een juist begrip bij de beoordeling van de bestaandewoningvoorraad dient men te weten, dat de provincie Drentheuit twee volkomen verschillende delen bestaat, nl. een zanH-en een veengedeelte.Het centraal gelegen en het grootste gebied vormende zand-gedeeltc wordt bewoond door de oorspronkelijke Drentse be-volking. De voornaamste middelen van bestaan zijn hier land-bouw en veeteelt. Naast enige middelgrote agrarische bedrij-ven komt hier een groot aantal lilliput-bedrijfjes voor vankeuterboertjes, die daarin een, zij het zeer karig, zelfstandigbestaan leiden en van landarbeiders, die loonarbeid op degrotere bedrijven verrichten en tevens zelf op zeer bescheidenwijze voor eigen gebruik enkele gewassen telen en wat klein-vee hebben. Voorts is er op het zandgebied enige zuivel-industrie.Het veengebied is reeds grotendeels verveend, waarbij devruchtbare z.g. dalgrond verkregen wordt en in cultuur ge-bracht. Slechts in de gemeenten Schoonebeek en Emmenwachten nog vrij aanzienlijke oppervlakten op vervening. Opde in cultuur gebrachte gedeelten zijn vele grote landbouw-bedrijven. Naast land- en veenarbeiders wonen in dit gebiedook industrie-arbeiders, werkzaam op enkele reeds lang hiergevestigde fabriekjes van verschillende aard, terwijl in deallerlaatste tijd in de gemeente Emmen enkele nieuwe indu-striele bedrijven gevestigd zijn.De bevolking van het veengebied is hoofdzakelijk van eldersafkomstig en is in wezen anders dan die van de zandgronden.De volkshuisvesting op het platteland van Drenthe is uitge-sproken slecht. Hoewel er gelukkig ook vele woningen zijnaan te wijzen van uitstekende hoedanigheid, is de overgrotemeerderheid dermate slecht, dat de gemiddelde kwaliteit daar-door zeer ongunstig wordt bei'nvloed.Als oorzaken van de slechte volkshuisvesting zijn te noemen:le. de slechte kwaliteit van de woningen;2e. het destijds gebrekkige bouw- en woningtoezicht;3e. het ontbreken van waterleiding en riolering.De kwaliteit van een woning wordt bepaald door de indeling,de constructie en de ligging.De bepalende factoren voor de indeling zijn: de wensen vande bewoners en de eisen van de bouwverordening.De bewoners stelden aan hun woning zeer simpele eisen, zo-wel als gevolg van hun geringe financiele draagkracht als vanhun sobere levensbehoeften.De eisen die de bouwverordening, zo die er was, ten aanzienvan het aantal en de grootte der vertrekken stelde, werdenin het verleden met de grootste soepelheid toegepast. Aan deeisen des tijds aangepaste bouwverordeningen zijn in demeeste plattelandsgemeenten eerst na 1933 van kracht ge-worden. Vandaar, dat een groot aantal van de woningen indie gemeenten nog eenkamerwoningcn zijn. En het is daarbijeen kenmerkend verschijnsel, dat de indeling van die wonin-gen in het zand- en het veengebied hetzelfde is, zij het dan, datop het zand de schuur ruimer is.De typische oude Drentse "landarbeiderswoning is een ver-kleinde nabootsing van het oud-Saksische of oud-Drentseboerenhuis, waar mens, dier en oogst zich onder een dak be-vonden. Het verblijf van de mens was van het overige ge-deelte afgescheiden door de z.g. middelmuur van steen, houtof vlechtwerk.De woonruimte in de landarbeiderswoning bestaat uit eenvertrek, met aan weerszijden bedsteden onder het laag-door-lopend dak. Vaak zijn de bedsteden aan een zijde, terwijl aande andere zijde een doorgaans zelden als zodanig gebruiktportaal met buitendeur is, waaronder een keldertje is ge-bouwd. Dikwijls wordt dat portaal als slaapruimte gebruikt;in die gevallen zal deze ruimte bij de woningtelling van 1947waarschijnlijk als vertrek aangemerkt zijn, zodat de feitelijkeeenkamerwoning tot tweekamerwoning gepromoveerd werd.Het schuurgedeelte heeft een, ter verkrijging van meer hoogte,teruggelegen, dubbeldeurige toegang, de z.g. baander; heeldikwijls bestaat deze toegang uit slechts een enkele deur. Ophet zandgedeelte is het geheel meestal met riet, in het veen-gebied door een onbeschoten pannendak gedekt. In de enekamer leeft het gezin; er wordt gestookt, gewoond en gesla-pen door de gehele familie, die in aantal menigmaal hettiental overschrijdt.De constructie van dezc woningen is in harmonic met deslechte indeling.De muren zijn halfsteens, met uitzondering van de voorgevel,die soms steens, soms halfsteens met een klamp is. Een fun-dering werd nimmer gemaakt, terwijl een trasraam een onbe-kend begrip is. Een aanlegdiepte van 20 cm onder het maai-veld achtte men voor de buitenmuren voldoende.Het gevolg van die totaal onvoldoende constructie is, dat:le. vrijwel alle woningen vochtige muren hebben en de bed-steden, die onder het laagste gedeelte van het dak hggen endoorgaans niet geventileerd kunnen worden, bedompt en alzeer ongezond zijn;2e. de -muren ten gevolge van opvriezen scheuren en ver-zakken.Al deze woningen verdienden reeds bij hun oprichting hetpredicaat ,,onbewoonbaar".Een groot aantal landarbeiderswoningen van het hiervoorgeschetste type staan bovendien nog op het bovenveen. Zezijn destijds gebouwd op het nog niet verveende hoogveen-gebied en derhalve niet op vaste grond gefundeerd. Daar,waar dat gebied wel verveend is, staan ze dus op een terpvan [veen, die voortdurend meer uitdroogt en inkrimpt. Hetbehoeft wel geen nader betoog, dat die woningen aan degrootste verzakkingen ten prooi zijn.Aan de hgging van de woningen werd niet de minste zorgbesteed. Ze werden willekeurig in het veld geplaatst. Op eengoede bezonning werd geen acht geslagen. Het ontbreken vanuitbreidingsplannen in het verleden heeft daarop uiteraardzeer veel invloed gehad.Dat al deze woningen, waarvan sommige nog geen 20 jaaroud zijn, op een dergelijke manier gebouwd konden worden,is mede een gevolg van het tot voor kort volkomen onvol-doende bouw- en woningtoezicht in de plattelandsgemeenten.Men meende, dat een ambtenaar, speciaal belast met het toe-zicht op de naleving van de bouwverordening, een overbodigeluxe was. De bouwverordening werd derhalve niet nageleefd.Eerst in de laatste 10 jaren werd een begin gemaakt met hetorganiseren van een werkelijk bouw- en woningtoezicht, ookvoorj die gebieden, die buiten de bebouwde kommen liggen.Hoe schuchter deze pogingen slechts waren, kan geillustreerdworden aan de gemeente Emmen. Deze zeer uitgestrekte ge-meente met haar 29.106 ha en 22 overal verspreid liggendekernen, waar iemand die de thans in uitvoering zijnde wo-ningcomplexen langs de kortste route wil bezoeken een af-stand van 130 km~heeft af te leggen, had in 1940 op eentotale bevolking van ongeveer 50.000 inwoners slechts eenambtenaar, die met het bouw- en woningtoezicht was belasten die niet alleen alle bouwcontrole in dit uitgestrekte gebied,maar ook het bijbehorende bureauwerk moest verrichten. Menbehoeft slechts over weinig fantasie te beschikken om te ver-moeden, wat er van een werkelijk bouw- en woningtoezichtterecht kwam.Als derde oorzaak van de slechte volkshuisvesting is tenslotte nog genoemd het ontbreken van waterleiding en rio-lering.Buiten de stedelijke kernen kent men praktisch nog geenwaterleiding in Drenthe. Bij de woning- en gezinstelling van1947 bleek slechts 26.3 % van alle woningen op een water-leiding aangesloten te zijn. De bewoners van de overige wo-ningen moeten zelf voor hun drink- en waswater zorgen.Hoewel het waterleidingnet zich zeker in de naaste toekomstzal uitbreiden, zullen vele dorpen nog tientallen jaren vandeze uit volkshuisvestingsoogpunt zo hoog nodige voorzieningverstoken blijven. De grote afstanden en de geringe bevol-kingsdichtheid maken een renderend waterleidingbedrijf voorde gehele provincie niet mogelijk.Thans wordt het drink- enwaswater verkregen door mid-del van regenwaterputten enwelputten.De aard van de dakbedekkingen de toestand waarin dezezich bevindt, beinvloeden dekwaliteit van het water uit deeerstgenoemde putten door-gaans op zeer ongunstige wijze.De welputten, mits goed uitge-voerd, kunnen op het zandge-deelte water van goede kwali-teit leveren. In het veengebiedis de toestand anders. Daar zijnde welputten in wezen verza-ArtikelenAfb. 1. Opgemeten plattegrondDrentse landarbeiderswoning,zandgebied?IffAfb. 2. Ue goed onderhouden landarbeiderswoning, waarvan Dijgaandeplattegrond de indeling weergeeftAfb. 3. I>rentse landarbeiderswoning, zandgebied, met slechts een toe-gangsdeur, uitkomend in het schuurgedeeltemelputten van het grondwater. Door deze putten als stapel-putten van turf uit te voeren, tracht men het toevloeiendewater te zuiveren. Over het algemeen is de kwaliteit van datwater zeer slecht en heeft het een bruingele kleur. Vooral's zomers bij warm weer veroorzaakt dit water veelvuldigmaag- en darmstoornissen. 21Aitikelen^^?s.Foto-archief gem. EmmenAfb. 4. Een z.g. bovenveen-woning, zoals er in de gemeente Emmen nogruim 500 zijn. Rondom is het veen afgegraven.Foto-archief gem. EmmenAfb. 5. Eenkam?r-krotwoning, wiaarvan er alleen al in de gemeenteEmmen nog ruim 700 zijn.Afb. 6. Zo wonen er in 1949 nog mensen in Drenthe! Elders zou een boerdaar nog niet eens zijn varkens stallenFoto-archief gem. EmmenDe watervoorziening is derhalve voor de volkshuisvesting inDrenthe een probleem van grote zorg.Waar complexjes Woningwetwoningen gebouwd wordenZrC heeft men de laatste tijd wel een voorziening getroffen in devorm van een nortonpomp* van belioorlijke capaciteit met filteren drukketel. Goedkoop is dat echter niet.Met de riolering is het eveneens droevig gesteld. Het privaatmet tonnetje is hier zeer vaak de enige mogelijkheid.In de periode tussen de beide wereldoorlogen heeft men inDrenthe op beperkte schaal arbeiderswoningen met overheids-steun gebouwd. De tussen 1918 en 1930 gebouwde woningen,gefinancierd op voet van de Woningwet of de Landarbeiders-wet, zijn echter over het algemeen, op enkele uitzonderingenna, slecht van kwahteit. In de jaren 1925--1930 gebouwdelandarbeiderswoningen zijn soms thans al rijp voor onbe-woonbaarverklaring. De woningbouw na 1930 vertoont daar-entegen een aanmerkelijke verbetering.De woningbouw met overheidssteun ging voor de ' iongsteoorlog in Drenthe op slechts zeer bescheiden schaal. Die be-scheidenheid betrof niet alleen het aantal, maar ook de af-metingen der woningen. Hoewel sommige gemeenten zich toenveel moeite getroost hebben om Woningwetwoningen gebouwdte krijgen, had men in Den Haag destijds voor het armeDrenthe maar bitter weinig over. En als dan eindelijk ietstoegelaten werd, dan moest het nog zo schraaltjes mogelijk!Niettegengestaande de gezinssterkte in deze provincie naarverhouding vrij groot was, bleven de woningen uiterst kleinen waren zelden groter dan 200 m^.Als voorbeeld kan genoemd. worden een in die tijd op enigeplaatsen in de gemeente Emmen gebouwd woningtype van165 m3, bevattende een woonkeuken, een slaapkamertje eneen bergruimte met privaat op de begane grond, en in de kapeen tweetal door dakramen verlichte slaapkamers. Deze wo-ningen werden als dubbele woningen gebouwd, hadden bui-tenmuren van een halve steen met een klamp en vergden eenbouwsom, inclusief alle bijkomende kosten als toezicht, enz.van f. 1.300.-- per woning. Voor eenkamerkrotbewoners wa-ren het villa's!Behalve Woningwetwoningen en woningen met rijkssteun opvoet van de Landarbeiderswet, zijn er in die tijd ook nogenige eigen woningen met rijksbijdrage in verband met krot-opruiming volgens de z.g. E.W.P.-regeling gebouwd. De toe-passing van laatstgenoemde regeling bleef grotendeels be-perkt tot de gemeente Emmen.In de jaren kort voor de tweede wereldoorlog werd, zoals ge-zegd, begonnen met het op hoger peil brengen van het bouw-en woningtoezicht. Geleidelijk aan werden bij het ontstaan vanvacatures voor gemeente-architect beter geschoolde krachtenaangesteld, terwijl enige kleine gemeenten, die financieel nietin staat waren zelf een goed geoutilleerde dienst van ge-meentewerken en bouw- en woningtoezicht te onderhouden,in enkele combinaties werden ondergebracht.De ervaring heeft geleerd, dat het aantal te combineren ge-meenten althans in Drenthe niet te groot moet zijn, aangeziende in inwoneraantal wel kleine, maar in oppervlak toch door-gaans vrij grotc gemeenten gezamenlijk een te groot gebiedgaan beslaan, hetgeen onevenredig hoge vervoerskosten voorde ambtenaren met zich brengt. In de huidige omstandig-heden wordt een aantal van drie wel als maximum beschouwd.In andere provincies zijn de verhoudingen weer geheel anders.Plattelands-gemeentebesturen kunnen zich doorgaans slechtsnode bij samenwerking met andere gemeentebesturen vooreen gemeenschappelijke technische dienst neerleggen. Ze zijnvan oudsher zo gewend, gekend te worden tot in de kleinstebizonderheden van het gemeentelijk leven, dat ze er moeilijktoe kunnen overgaan, enige zelfstandigheid te geven aan eendeskundig ambtenaar van hun dienst. Nog te weinig leeft onderhen het besef, dat door een samenwerking als hier bedoeld,hun gemeentelijke autonomie het meest gediend wordt. Im-mers, de bij kleine gemeenten alleen door samenwerkingte verkrijgen betere functionering van de technische gemeen-tediensten behoedt hen voor de ncodzaak van ingrijpen doorhoger bestuur.De huidige woningnoodDe nood iii Drenthe op volkshuisvestingsgebied wordt ver-oorzaakt door de toestand van de bestaande woningvoorraaden door het tekort aan woningen. Over beide factoren zijnobjectieve en met elders vergelijkbare cijfers verkregen bij dewoning- en gezinstelling van 31 Mei 1947.De oorlog heeft gelukkig geen grote vernietiging van wo-ningen veroorzaakt. Slechts 108 gewone woningen en 169boerderijen werden geheel verwoest; bij elkaar ongeveer0,5 % van de gehele woningvoorraad.Enige cijfers van de toestand van de bestaande woningvoor-raad van Drenthe, in vergelijking met die in de andere pro-vincics en in het Rijk, ontleend aan de Mededelingen vanOctober 1948 nr. 3 van het Centraal Bureau voor de Statis-tiek, zijn in de hierbij gepubliceerde tabel weergegeven.Uitkomsten waning- en gezinstelling 1947ArtikclensS o --' i 1^u -fa -a 2= > n aI rovinciea^ S^ 3>^"5 r,%u0.wi->a03 .2Onsi!s 1enw.huish.metonpruimtein%vanw.huishoudingenenwonendehuish.eslaapruimteinlealleenw.huish.Si2 a o P 2 G-^"c "X) c S^ ?'w B ra j; - eo BAantaldoendesaAantalonvoldcvao1 2 3 4 5 6Gron^ngen 4,06 0,99 21,9 5,0 6,0 3,82Friesland 3,81 1,06 14,7 5,6 6,3 3,99Drenthe 3,71 1,31 30.6 7,9 8,6 4,25Overijssel 5,08 0,94 28,4 3,5 3.8 4,24Gelderland 5,18 0,94 35,0 3,7 4,1 4,22Utrecht 5,43 0,82 33,9 2,8 4,2 3,97Noordholland 4,91 0,80 24,8 2,5 3,2 3,70Zuidholland 5,02 0,85 32,2 3,3 ?4,6 3,82Zeeland 4,26 0,95 23,7 4,8 5,0 3,78Noordbrabant 5,16 1,05 30,9 4,1 4,6 4,74Limburg 5,99 0,97 43,6 4,3 2,3 4,62NedeInland 4,93 0,91 29,7 3,6 4,3 4,04Cijferkolom 1 geeft weer het gemiddeld aantal vertrekken perbewoonde woning. Drenthe heeft hier met 3,71 het laagstecijfer van het gehele land. Er zijn verscheidene Drentse ge-menten, waarvoor dat cijfer de 3 benadert, enkele zelfs, waarhet nog onder de 3 blijft.Kolom 2 vermeldt het gemiddeld aantal bewoners per ver-trek. Hier heeft Drenthe met 1,31 het hoogste cijfer van hetland. Bij verscheidene gemeenten ligt dat cijfer tussen de 1,5en de 1,7.Deze resp. lage en hoge cijfers voor Drenthe worden veroor-zaakt door het grote aantal een- en tweekamerwoningen. Hetprovinciaal gemiddelde hiervoor is resp. 12,2 en 21,1 '%, bijelkaar 33,3 %. In verscheidene Drentse gemeenten bestaatde helft van alle woningen uit een- en tweekamerwoningen.Het is voor een ieder duidelijk, dat in een provincie met eendergelijk groot aantal kleine woningen de dubbele bewoningextra zwaar drukt en heel wat meer ellende veroorzaakt danin streken, waar de woningen gemiddeld bijna twee maal zogroot zijn. Dat de samenwoningen ook in Drenthe groot zijn,blijkt uit de cijfers van kolom 3, terwijl kolom 6 laat zien,dat de gezinsgrootte in deze provincie gemiddeld genomenwaarlijk niet gering is.Foto-archief gem. EmmenAfb. 7. Van dit soort keten zijn er nog verscheidene tientallen in DrenthebewoondAfb. 8. Typisch Drents dorpsbeeld. Gemengde bebouwing, schijnbaar*onordelijk. Dorp Norg in Noord-DrentheAfb. 9. Een z.g. krepeer-bungalow van de Centrale Directie van deVolkshuisvestingEen ander beeld van de toestand geven tenslotte de cijfersvan de kolommen 4 en 5, vermeldende de percentages samen-wonende en alleenwonende huishoudingen met onvoldoendeslaapruimte. De Drentse cijfers zijn hier het dubbele van hetlandgemiddelde en belangrijk groter dan in welke andere pro-vincie ook. En dan is het Drentse cijfer nog maar een provin- 23ArtikelenAfb, 10. Arbeiderswoningen te Peize. Architect Jacobs, GoudaAfb. 11. Arbeiderswoningen te Peize. Architect J. Zond'ag, RodenAfb. 12. Arbeiderswoning te Sleen. Architectenburea.u Ir. Oom en Kuipers,Groningen24ciaal gemiddelde; in de gemeenten met een meer stedelijkkarakter zijn deze cijfers, evenals de hiervoor besprokene,gunstiger, terwijl daarentegen in verscheidene plattelandsge-meenten het percentage huishoudingen met onvoldoendeslaapruimte belangrijk ongunstiger is en ligt tussen de 11 ende 19 %.Hierbij zij nog opgemerkt, dat deze op zich zelf toch al zeerongunstige cijfers in feite nog geflatteerd zijn. Als norm voorde onvoldoende slaapruimte immers werd alleen de morelemaatstaf aangelegd van het in hetzelfde vertrek slapen, doorgebrek aan ruimte, van personen van 12 jaar en ouder vanverschillend geslacht en niet met elkaar gehuwd. De veelvoorkomende gevallen echter, waarbij op zeer primitieve wijzemet karton; planken of stropakken in een schuur of zelfs daar-buiten een slaapruimte gei'mproviseerd is, werden als vol-doende aangemerkt, indien de morele norm daartoe aanleidinggaf, ook al waren ze uit constructief en hygienisch ooppunttotaal onvoldoende.Uit het vorenstaande kan in ieder geval de conclusie getrok-ken worden, dat Drenthe op volkshuisvestingsgebied in ver-gelijking met de overige provincies in een uitzonderingspo-sitie verkeert en uit dien hoofde bizondere aandacht verdient.Het aantal bewoonde woningen bedroeg bij de woninq- engezinstelling van 31 Mei 1947 52.901, Daarbij kwamen nog1,469 andere bewoonde ruimten, waaronder o.a. 301 zomer-huisjes, 329 noodwoningen, 68 noodboerderijen en 668 overigenoodverblijven. Die ,,overige noodverblijven" betreffen voor-namelijk zeer primitieve keten en hokken van het soort alsop een tweetal van de bijgaande foto's is afgebeeld en dievoor menselijke bewoning volkomen ongeschikt zijn. Hunaantal zal inmiddels -- we zijn weer een en driekwart jaarverder ~ tot ver over de 700 gestegen zijn, ondanks allejustitiele bouwcontrole, Doorgaans zijn ze te vinden ~ menkan beter zeggen: niet te vinden -- op heel slecht toegankelijkeplaatsen in het veen, op de heide of op andere woeste plaatsen.Onder het aantal bewoonde woningen behoort een aantal van6,474 eenkamerwoningen en een aantal van 11,134 twee-kamerwoningen, van welk laatste aantal verscheidene eigenlijkeenkamerwoningen zijn, zoals hiervoor reeds betoogd werd.Verscheidene van dergelijke een- en tweekamerwoninkjes zijnnog dubbel bewoond! Blijkens de cijfers van de woning- engezinstelling van 31 Mei 1947 telde men 177 eenkamer-woningen met een aantal bewoners, dat lag tussen 10 en 14personen; 3 waren er zelfs uit de rubriek van 15 tot en met19 bewoners! Van de tweekamerwoningen waren er 337 met10 tot en met 14 bewoners en 13 met 15 tot en met 19 be-woners, *Het aantal samenwonende huishoudingen, waarvan elk huis-houden over een vertrek beschikt, bedroeg 4.575; daarvanwaren er 648 met 5 en meer personen per huishouding.Een groot gedeelte van die aantallen een- en tweekamer-woningen zijn krotten, die hun levenseinde nabij zijn. Uit dehiervoor gegeven beschrijving van de constructie zal dat geenverwondering baren. De eveneens hiervoor genoemde z.g.bovenveen-woningen, die gemiddeld genomen nog hoogstenseen vijftal jaren mee gaan en waarvan er alleen al in de ge-m^eente Emmen 515 zijn, behoren ook tot die categorie.De overige een- en tweekamerwoningen, die noq in dragelijkestaat verkeren, zijn toch altijd nog van dien aar'd, dat ze vooreen qezond gezinsleven onaanvaardbaar zijn.Uit het vorenstaande zal het duidelijk zijn, dat het zeker nietongemotiveerd geacht kan worden, om al die een- en twee-kamerwoningen bij het tekort mee te tel'en, De naar ver-houding nog in redelijke staat verkerende exemplaren, diedoor een klein gezin bewoond worden, wegen naar alle waar-schijnlijkheid nauwelijks op tegen de drie- en meerkamerkrot-ten, die er ook nog zijn.Uit de cijfers van de gezinstelling is te berekenen, dat hetideaal aantal woningen in Drenthe ten tijde der telling moestzijn 63.341. Het aanwezige aantal woningen bedroeg 52.901.Er was derhalve een tekort van 10.440 of 19,7%.Uit het vorenstaande betoog bleek, dat de een- en tweekamer-woningen redelijkerwijze bij het tekort meegcteld kunnen wor-den. Dan echter wordt de verhouding 28.048 woningen tekortop een voorraad van 35.293, hetgeen een werkelijk tekort van79,5 % betekent of vier maal het officiele!VOOR HET TEKENENVAN KAARTEN EN GRAFIEKENin welke uitvoering ook, op vrijwel ieder gebied envoor elk doel, kunnen (Overheids- en Gemeente)Instellingen, Instituten, Diensten, Bedrijven enz. zichvol vertrouwen tot ons wenden,Het werk wordt op ieder gewenst materiaal .en in elkeuitvoering opgeleverd. Zo nodig ,,klaar voor dedrukker" of in een of meer kleuren in oplagen ge-drukt.De uiterst deskundige leiding van onze Cartografischetekenkamer ontwikkelde speciale technieken om dittijdrovende werk van uiterste precisie, keurig uitge-voerd en wetenschappelijk verantwoord, in snel tempotegen zeer lage, van te voren overeen te komen, kost-prijs op te leveren.Met genoegen worden meerdere inlichtingen verstrekten proefopdrachten uitgevoerd.OE TECHNISCHE DIENSTINGENIEURSBUREAUHAARLEM - HOLLANDKinderhuisvcst 31 rd.Tel. 0 2500 - 13368MOTALA Zweedsgeperst roestvrij staalAanrechten met en zonder gootsteenGoedkope standaard-modellen voor elk doelVcrtcgenwoordigcrs; N.V. Ingenicursburcau Fr. ErikssonHOGEWAL 2 . DEN HAAG ? TELEFOON 116565- 182089VERVENLAKKEN^^m^^m^ma^mm VOOR DEIWEDEROPBOIW456HOUTWERF HAARLEMTELEFOON 1 1932 (2 LIJNEN)HOUTHANDBLZAGERIJ EN SCHAVERIJTRIPLEX - BOARDSVAN GILS & BOONSTRACILLIERSTR.1 7a, DEN HAAG, TEL. 336228j3cuwfnackinelcibrieiiN.V. U.A.F. AFD.DORDRECHTSCHEASPHALTFABRIEKASPHALTwerkenmaierialenvloerendakbedekkingenBankaplein 3, Den HaagVerkoopassociatieDURISOL-MEVRIET N.V.Mevriet- en Durisolbouwplatenjonbrandbaar, grote isolatie, grote ge-luidsabsorptie, voor binnen- en buiten-muren.Gcwapende Mevriet dakplatenoverspanningen tot 250 cmnetto belasting 150-300 KG per M^Mevrietplaten voor dakbeschotFabrieken te LeiderdorpKantoor: Jan van Niassaustnaat 9, Den Haag, Telefoon 777600CONSTRUCTIEWERKPLAATSENConstructiesSmeedwerkenPiet SmitsSlachthuisstr. 19-23 - TeL 26667-41129ROTTERDAMBehangmi(rGEMEENTELIJKE INSTELLINGEN |WONINGBOUWVERENIGINGEN |BOUWERS - AANNEMERS |HUISEIGENAREN - ARCHITECTEN 1IKEUZE ONBEPERKTIEERSTE KWALITEIT1D,UIM VOORZIEN\/^LOTTEAFLEVERINGlElGEN VAKKUNDIGPERSONEELILAAG IN PRIJSALLE DESSINSvan de meest een-voudige tot de fijnstafgewerkte.Uit Toorraad laverbaar.SPECIALE PRIJZENbi) grote kwantumsVraaft TrijbliJTendbemonitcrde offerteBEHANGSELHUIS ,/T ZUIDEN"FiR- IKIEIBVIEILKATENDR. LAGENDIJK 468 - TEL. 70709 - ROTTERDAM (Z.)549111PROEFSTATION VOOR BOUW-MATERIALEN EN BUREAU voorC H E M I S C H ONDERZOEKKoning & BienfaitAMSTERDAM Da Costakade 104 Telef. 83047Onze buizen moeien jaren mee,Gebruik dus verven van Premier.N.V. LAK., VERF- EN INKTFABRIEKPREMIERi..LOOSDUINEN (DEN HAAG)TELEFOON Noord Scharwoude K 2260'Our^OAROS444EECENOUD KARSPELOPGERICHT 1805De nachtwacht waakt. Ukunt op hem vertrouwen.Dot kunt U ook op S. &B.Beider devies:CPSERVICE & BETROUWBAARHEIDvJXfSCHAAP & BORGMAN Verffabrikcnten Amsferdam-W.AannemersbedrijfDIRK VERSTOEPGroot Hertoginnelaan 39's-Grav*nhageTelefoon 392887Uitvoering vanBeuw- enWaterbouwkundige WerkenDe nieuwe woningbouwSpoedig na de bevrijding werd, evenals overal elders, ook inDrenthe de woningbouw op gang gebracht. Aanvankelijk wa-ren het uitsluitend de gemeenten, die met financiering op voetvan de Woningwet arbeiderswoningen gingen bouwen. Toende Financieringsregeling Woningbouw 1947 in het leven werdgeroepen, gingen ook particulieren tot bouwen over; eerst gingdat op beperkte schaal, geleidelijk echter kwam de particu-liere bouw behoorlijk op gang. Tot dat laatste droeg in zeerbelangrijke mate bij de grote activiteit, die de Bouwkas Noord-Nederlandse Gemeenten aan de dag legde.In verband met de behoefte en de toch altijd beperktere wijzevan itoepassing van de Woningwet gingen verschillende ge-meeritebesturen er toe over, met behulp van de hier-voor genoemde Financieringsregeling landarbeiderswoningente bouwen.Het Drentse plattelandswoningtype van na de oorlog verschiltbelangrijk van dat van voor de oorlog. Was dat laatste, zoalshiervoor uiteengezet werd, over het algemeen vrij klein enuitermate zuinig opgezet, voor de nieuwe woningbouw hieldmen zich aan de normen van de bekende ,,Voorlopige Wen-ken" en aan de gemiddelde klassificatie-inhoud: voor arbei-derswoningen van 260 m^. Een en ander betekende een be-langrijke verbetering, die dan ook algemeen als zodanig ge-waardeerd wordt.Aan de indcling der woningen zouden uitvoerige beschou-wingen kunnen worden gewijd. Ik zal mij daar niet aan be-zondigen, aangezien de problemen op dat gebied hier prac-tisch dezelfde zijn als elders ten plattelande. Slechts een en-keie opmerking wil ik maken.Een woonkeuken kan in Drenthe geen waardering vinden, ookniet bij de gezinnen, die uit eenkamerwoningen afkomstig zijn.Wei wordt allerwegen prijs gesteld op een keuken die zogroot is, dat het gezin er; de maaltijden in kan gebruiken.Deze keuken is doorgaans toegankelijk van de aangebouwdeschuur of bijkeuken uit, zodat men voor de maaltijden zo vanhet land aan tafel kan gaan, zonder door gangen of anderekamers te moeten lopen. Is de dagtaak beeindigd, dan wil ookeen landarbeider zich graag wat opknappen en de avond inzijn woonkamer doorbrengen. De eetkeuken moet dan ook nietgroter zijn dan dat hij juist nog als zodanig gebruikt kanworden.De ouders slapen altijd beneden. De slaapkamer op de be-ganegrond moet dan ook minstens 9 m^ zijn. Op de verdie-ping, doorgaans gedeeltelijk in de kap, is dan ruimte genoegvoor 2 a 3 slaapkamers voor de kinderen.Aangezien meestal geen waterleiding en riolering aanwezigzijn, wordt het privaat aangebracht in de schuur, die, in ver-band met de volumineuze brandstof (turf) en de geit, als-mede voor het doen van de was, ook voor Woningwetwonin-gen ruim moet zijn. Een oppervlak van 20 a 25 m^ is hier nietoverdreven.Met veel succes is in Drenthe gebruik gemaakt van normaal-woningen. Voor 1948 had de Gewestelijke Dienst voor So-ciale Woningbouw een twaalftal normaalwoningen laten ont-werpen. Zowel particulieren als gemeenten maakten daarvaneen ruim gebruik. De keuze viel echter doorgaans op slechtseen tweetal typen, n.l. de landarbeiderswoning D 11 en de ge-wone arbeiderswoning D 15. In het Bouwkundig Weekbladvan 16 November 1948 nr. 46 zijn alle Drentse normaalwo-ningen van 1948 gepubliceerd.In 1947 zijn op beperkte schaal in enkele Drentse gemeentenz.g. bungalows voor krepeergevallen gebouwd naar de be-kende ontwerpen van de Centrale Directie van de Weder-opbouw en de Volkshuisvesting. Deze zeer eenvoudige engoedkope woningen voldeden goed en bleken een geschiktmiddel te zijn om gezinnen te kunnen leren een woning tebewonen.Volledigheidshalve moet voorts nog vermeld worden, dat inenke e daarvoor in aanmerking komende gemeenten de bouwArtikelcnr*'?dAfb. 13. Dubbele arbeiderswoning te Sleen. Architectenbureau Ir. Oomen Kuipers, GroningenAfb. 14. Woningwetwoningen te Sleen. Architectenbureau Ir. Oom enKuipers, Groningen. Op de achtergrond in het midden van de foto eenOostenrijkse woning.Afb. 15, De zaagtand-straatwand! Arbeiderswoningbouw GemeentewerkenEmmen in het dorp Zwartemeervan complexen montagewoningen ter hand genomen is. Voorde plattelandsgemeenten kwam voor toepassing tot nu toealleen in aanmerking het systeem ,,Trabo".Wat de verkaveling bij de arbeiderswoningbouw ten platte- ZoAitlkelenAfb. 16. Arbeiderswoningbouw Geraeentewerken Emmen. Bouwplan 1948Art. 17. Arbeiderswoningbouw Gemeentewerken Emmen. Bouwplan 1948Afb. 18. Woningen voor ouden van dagen, Gemeentewerken Emmen.Bouwplan 194826lande aangaat zij opgemerkt, dat tot voor kort algemeen ge-bruikelijk was het vrijstaande huis op een terrein van 700 tot1800 in2. In dit van oudsher zeer dun bevolkte land was mennooit zuinig met bouwgrond. Nu jaren lang op grote schaalwoningen gebouwd moeten worden is het noodzakelijk, dathier een andere koers gevolgd w.ordt.Voor de vele kleine dorpjes met hun zeef open bebouwingen hun wehswaar schilderachtig, doch nog vrij gaaf karakter,waar het doorgaans om de bouw van slechts enkele huizengaat, is een voortzetting van de oude bouwwijzeonvermijdehjk.Waar echter grotere aantallen gebouwd moeten worden engronden daarvoor moeten worden bouwrijp gemaakt, is eenintensievere verkavehng een gebiedende eis. De dubbele ar-beiderswoning biedt hier uitkomst; deze vergt naar verhoudingminder grond, is bovendien goedkoper en Ijevredigt ook aes-thetisch meer door haar grotere, meer richting hebbende mas-sa. Een rij vrijstaande eengezinswoningen van ongeveer de-zelfde grootte en vorm, met dan soms ook nog de topgevelaan de wegzijde, bederft het dorpskarakter. Vele gemeentengaan er dan ook toe over, hun woningen in blokjes van tweete bouwen.In de gemeente Emmen, waar in enkele dorpen op wel zeergrote schaal woningen gebouwd moeten worden., is men totrijenbouw overgegaan. Ue kosten en het grondgebruik maak-ten dat noodzakelijk.De na-oorlogse woningbouw kwam in Drenthe eerst goed opgang in de zomer van 1947, toen door de. Minister vanWederopbouw en Volkshuisvesting tijdelijk de woningcon-tingentering opgeheven werd. Er is na dat tijdstip in verschei-dene gemeenten ,,bij het leven ai" gebouwd. Het gevolg was,dat er op 1 Januari 1948 een belangrijk aantal woningen inuitvoering was.Toen dan ook voor 1948 het devies uitgegeven werd: een wo-ning gereed, een nieuwe woning beginnen, opende dat wijdeperspectieven.Daar de Gewestelijke Dienst voor Sociale Woningbouw in1947 gunstige ervaringen opgedaan had met een gentlemen'sagreement met de afd. Drenthe van de BouwvakpatroonsFederatie inzake richtprijzen voor normaalwoningen, nam ge-noemde dienst voor de uitvoering van het Woningbouwpro-gramma 1948 het initiatief tot nog veel verder gaande maat-regelen, n.l. de organisatie van alle bij de woningbouw be-trokkenen.Ingesteld werd een commissie van uitvoering, bestaande uitvertegenwoordigers van de zes provinciale aannemerskringen(uit elke kring een), van de schilders, loodgieters, electriciens,timmerfabrikanten en van de handelaren in bouwmaterialen,voorts vertegenwoordigers van de Gewestelijke Dienst, vande bij die dienst aangesloten gemeenten, van de bij die dienstniet aangesloten gemeenten, van de gemeente Emmen en vande B.N.A., terwijl tenslotte een vertegenwoordiger van deProvinciale Directie van de Wederopbouw en de Volkshuis-vesting als adviserend hd in de commissie zitting had. Metde dagelijkse leiding werden twee door de commissie aange-wezen personen belast, een vertegenwoordigende de eerstge-noemde groep van ,,aannemers", en een vertegenwoordigendede ,,directie". Als zodanig werden aangewezen de voorzittervan de Bouwvakpatroons Federatie en het hoofd van de tech-nische afdeling van de Gewestelijke Dienst.De doelstelling was: snelle uitvoering van het woningbouw-programma en sanering van het woningproductie-apparaat.De middelen om dat doel te bereiken meende men te vin-den in:le. vaststelling van normaalwoningtypen met een normaal-bestek;2e. normalisatie van bouwonderdelen;3e. vaststelling van richtprijzen voor de normaalwoningen;4e. opdragen van de woningbouw op basis van werkverde-deling, d.w.z. inschakeling van alle beschikbare arbeids-krachten voor de verwezenlijking van het woningHbuw-programma.Zoals hiervoor reeds vermeld werdj kon een twaalftal nor-maalwoningtypen ontworpen worden. Een normaalbestekwerd in samenwerking met alle in de commissie van uitvoeringvertegenwoordigende instanties opgemaakt. Op dezelfde wijzewerd een normalisatie van bouwonderdelen ontworpen. Degemeenten, die zelf hun woningen deden ontwerpen en geengebruik maakten van de normaalwoningplannen, konden dieeigen woningen inbrengen om overigens op dezelfde wijze be-handeld te worden.Voor de vaststelling van richtprijzen ging men als volgt tewerk. In elk der vijf districten van de afdeling Drenthe derBouwvakpatroons Federatie werd door zes aannemers, onaf-hankelijk van elkaar, een prijs voor ieder woningtype vast-gesteld. Daarna koos elk district uit die zes prijzen een prijs.Van de vijf districtsprijzen werd vervolgens voor elk type wo-ning centraal een richtprijs bepaald.Deze richtprijzenvaststelling is mislukt. De uiteindelijk vast-gestelde prijzen warcn te hoog en lagen boven de door hetministerie als maximum bepaaldc prijzen. De oorzaak van dezemislukking lag in het feit, dat men steeds koos het gemid-delde van de berekende prijzen, zodat de laagste prijs, waarinbij elk concreet geval de ambitie van de aannemer om hef werkuit te voeren verdisconteerd is, buiten beschouwing bleef.Ten behoeve van de opdracht van de woningbouw op basisvan werkverdeling werden door de commissie van uitvoeringtwee enquetes ingesteld. De ene enquete had plaats onder deaannemers en betrof de capaciteit van hun bedrijf, onder op-gave Ivan het aantal bouwvakarbeiders waarover zij beschik-ten. Deze enquete slaagde en leverde later zeer bruikbaar ge-bleken feitenmateriaal. De andere enquete werd gehoudenonder de Drentse gemeenten en had betrekking op hun wo-ningbouwprogramma (woningtypen, aanta', enz.). Dezelaatste enquete slaagde helaas niet, omdat verscheidene ge-meentebesturen wantrouwig waren en geen gegevens ver-strekten.De mislukking van de enquete onder de gemeenten is zeer tebetreuren. Was ze wel gelukt, dan was een betere spreidingvan ^lle woningbouw over het gehele jaar en een provincialeverdeling ervan over de aannemers mogelijk geweest. Het op-stellen van een materialenplan naast een werkplan voor degehele provincie, alsmede van een productie- en distributieplanhad dan plaats kunnen hebben. Het zou een zeer interessantexperiment geweest zijn. Nu was alleen nog een dergelijkeregeling in iedere gemeente afzonderlijk mogelijk, hetgeen danook in vele gemeenten heeft plaats gehad.Plaatselijk werd nu aldus gehandeld. In overleg met het be-trokken gemeentebestuur werden de te bouwen woningen doorde dagelijkse leiding van de commissie van uitvoering met dedistrictsvertegenwoordiger der aannemers over de plaatselijkeaannemers verdeeld, rekening houdend met de bij de enqueteonder de aannemers verkregen gegevens. De aangewezen aan-nemers dienden vervolgens bij het gemeentebestuur hun prij-zen in. Op soortgelijke wijze geschiedde met de loodgieters,de electriciens en de schilders. Waren de prijzen te hoog, dandeed de gemeente een beroep op de commissie van uitvoering.De dagelijkse leiding dezer commissie schreef dan een verga-dering uit met een vertegenwoordiger van het gemeentebe-stuur, de gemcente-architect, de betrokken aannemers en dedistrictsvertegenwoordiger. De begrotingen werden daarbijovergelegd en onder de loupe genomen. In verreweg de meestegevallen kwamen dan de fouten eruit en bereikte men over-eenstemming. Het gevolg was dan een advies van de dage-lijkse leiding der commissie van uitvoering aan het gemeente-bestuur. Daarna kon gunning plaats hebben en werden debenodigde materialen aan de handel opgegeven.In sommige gevallen werden alle te bouwen woningen aaneen van de samenwerkende aannemers opgedragen, op wiensnaam ook de rijksgoedkeuring gesteld werd. Dit geschieddeb.v. met de 336 Woningwetwoningen van de gemeente Em-men, die over 40 aannemers en aannemertjes verdeeld waren.Een en ander leidde voor de overheidsadministraties tot be-langrijke vereenvoudigingen.Met de overige bouwwerken van het bouwplan (industrie-bouw, enz.) is op analoge wijze gehandeld om die naast hetgrote woningbouwwerkplan en in harmonie daarmee te doenuitvoeren. Het zou te ver voeren, daar thans nader op in tegaan.En nu de resultaten.Zeals bckend is, worden de productiecijfers van de woning-bouw elk jaar zo nauwkeurig mogelijk berekend. Daarbijwordt een woning, in een vorig jaar begonnen en op 1 Januarivan het beschouwde jaar voor b.v. 60'% gereed, voor 0,4meegeteld, indien ze in dat laatste jaar voltooid wordt. Een inhet beschouwde jaar begonnen woning, die op 31 Decembervan dat jaar voor 60 % gereed is, telt uiteraard mee voor 0,6.De woningproductie voor de oorlog bedroeg in Drenthe circa800 woningen per jaar.In 1947 kwamen in Drenthe gereed 629 woningen. De pro-ductoe bedroeg 888 woningen.In 1948 kwamen gereed 1614 woningen, waaronder 152 mon-tagewoningen, terwiji de productie bedroeg 1883 woningen,waarbij 358 montagewoningen. De productie van op de tradi-tionele wijze gebouwde woningen was dus 1525 woningen.Indien niet in de tweede helft van 1948 de ministeriele be-schikking afgekomen was, dat over dat jaar voor slechts 85 %van de gereedgekomen woningen nieuwe woningen mochtenworden goedgekeurd, was de woningproductie ongetwijfeldnog groter geweest.Hoewel de werkmethode, die bij de initiatiefnemers aanvan-kelijk voor ogen stond, met de hiervoor omschreven organi-satie niet toegepast kon worden, heeft een en ander tochgeleid tot een versnelde woningproductie, zodat, zij het opandere wijze, het doel toch gedeeltelijk bereikt werd. De sa-menwerking van alle bij de woningbouw betrokkenen op basisvan wederzijds vertrouwen heeft, dank zij de enthousiaste da-gelijkse leiding van de commissie van uitvoering, alien be-vredigd.Om in Drenthe uit de zeer grote nood op het gebied van devolkshuisvesting te komen, zou enige jaren lang op overeen-komstige, maar nog belangrijk verbeterde wijze gebouwdmoeten worden als in 1948 jeschiedde.Helaas kan dat in 1949 niet het geval zijn. Verschillende,hier niet ter zake dienende omstandigheden noopten de rege-ring tot maatregelen op het gebied van de woningbouw, waar-door een productie in Drenthe als in 1948 bereikt, in 1949niet mogelijk is en een organisatie als hiervoor beschrevenwerd, weinig zin heeft. Te hopen is, dat de huidige afremminglater een kleine adempauze zal blijken te zijn en weldra dedeviezen- en materiaalpositie een nog grotere krachtsinspan-ning zal mogelijk maken. Zou zulks echters onverhoopt nietop korte termijn kunnen geschieden, dan zijn bizondere maat-regelen tot krotopruiming in Drenthe noodzakelijk, nu, en nieteerst in 1960, anders zullen grote delen van dit goede landzeer binnenkort tot een staat van ,.depressed area" vervallen.De stedebouwkundige ontwikkeling van Drenthedoor Ir. J. A. M. den Boer, Directeur van deProvinciale Streekplandienst voor DrentheArtikclcn/. De Drent
Reacties