Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Artikelen

Erfgoed Deal NIEUW

Erfgoed ook aanjager van transities Flip ten Cate - 1 augustus 2025

Met het einde van de Erfgoed Deal wordt een periode afgesloten waarin erfgoed programmatisch verbonden is met ruimtelijke ontwikkeling. Erfgoedzorg is niet langer het louter conserveren van historische objecten en landschappen, maar is erkend als fundament van ruimtelijke kwaliteit. De afgelopen zeven jaar zijn meer dan zestig projecten gefinancierd waarin erfgoed geen obstakel vormt voor ruimtelijke ontwikkeling, maar juist een oplossing biedt voor grote transities. Een terugblik met programmaleider Jephta Dullaart.

Heel Nederland gaat op de schop. De transities in landgebruik, energie, omgang met water, de doodlopende weg van ‘Nederland distributieland’, de vastlopende woningbouw - ze dwingen ons tot een grote ‘wederombouw’. Geen regio blijft onberoerd, over vijftig jaar is elke plek aangepakt en getransformeerd. Maar veel van die plekken hebben een betekenisvolle geschiedenis en daarom een beschermde erfgoedstatus. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed becijferde dat zo’n zestig procent van ons grondoppervlak op een of andere manier een beschermde status geniet;  als werelderfgoed, als landgoed, beschermd dorpsgezicht, bijzonder cultuurlandschap of als monumentaal bouwwerk. Vaak wordt die erfgoedwaarde beschouwd als een obstakel in de transities, als een probleem op weg naar de toekomst. Het programma Erfgoed Deal heeft meer dan zestig projecten gerealiseerd die het tegendeel bewijzen: erfgoed is er juist de aanjager, de buitenboordmotor van de transitie. De conclusie van Jephta Dullaart, programmaleider van de Erfgoed Deal, is glashelder: “We moeten de toekomst niet bouwen alsof er geen verleden is. Nederland zit vol kennis, structuren en verhalen. Die bieden precies het houvast die we in deze transitietijd zoeken.”
De omslag in het denken over erfgoed begon 25 jaar geleden met het programma Belvedère. Fons Asselbergs, toenmalig directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, ontkende te pas en te onpas dat een monumentenstatus zou betekenen dat je het betreffende gebouw niet zou mogen veranderen. ‘Niets is zo veranderlijk als een monument’ werd zijn lijfspreuk. Het Belvedère-programma muntte de frase ‘behoud door ontwikkeling’ – het behouden van erfgoed heeft alleen maar betekenis als het een rol kan spelen in onze tijd. Juist doordat monumenten en cultuurlandschappen gebruikt worden voor hedendaagse functies, doordat ze steeds opnieuw opgenomen zijn in de nieuwe ontwikkelingen, kunnen ze behouden blijven. Ze danken hun bestaan aan het feit dat ze door de eeuwen heen aangepast konden worden aan steeds nieuwe functies en wensen.

Kademuren

De Erfgoed Deal richtte zich op projecten op het terrein van klimaatadaptatie, energietransitie en duurzaamheid en stedelijke groei en krimp en de natuur en landbouwtransitie. In principe gaat het om bestaande projecten, die met een bijdrage uit de deal verrijkt worden met erfgoed. Of andersom: een erfgoedproject kan een hoofdrol spelen in de energietransitie. Dullaart: “Kijk naar het project ‘kademuren van Amsterdam’. De oude kademuren langs de grachten hadden ernstig achterstallig onderhoud. Die zijn op te knappen, en dan is sprake van herstel van de kades uit het verleden. Maar dat is niet wat ze in Amsterdam aan het doen zijn; het gaat hier over de gracht van de toekomst. Over de vraag hoe het stedenbouwkundig weefsel van de binnenstad - waar de grachten de ruggengraat van vormen – kan worden klaargemaakt voor de circulaire economie en de energietransitie. Die kademuren zorgen ervoor dat met warmtewisselaars en aquathermie de monumentale grachtenpanden worden verwarmd. Daar draagt de Erfgoed Deal aan bij. Die woonhuis-monumenten moeten we dan natuurlijk wel grondig verduurzamen en isoleren, maar dat is stap twee.”
Nog enthousiaster wordt Dullaart als hij spreekt over polder Nijbroek tussen de Veluwe en Overijssel. “Nieuw Drassig Land heet het project op onze website. Dat kwam ooit binnen als een herbestemmingsplan van het waterschap Vallei en Veluwe voor het monumentale gemaal Baron Van der Feltz en het leegstaande stoomgemaal ernaast. Het gemaal had onvoldoende capaciteit voor het droogpompen van de polder na hevige regenval en het vanuit de IJssel weer inlaten van water bij te grote droogte. Sloop het oude gemaal, zet een nieuw gemaaltje neer en de techniek lost het vraagstuk van het waterpeil wel op, was eerst het idee. Maar de extremen worden almaar, bij grote droogte voert de IJssel te weinig water aan voor alle polders, bij hevige regenval kan het water niet snel genoeg weg. De techniek heeft daar geen antwoord op. Nu moet de polder zijn eigen broek ophouden. Losgekoppeld van het grotere systeem, net als duizend jaar geleden. Wat binnenkwam als herbestemming van een gemaal is een totale gebiedsontwikkeling geworden op basis van een visie die het verleden koppelt aan de toekomst. De oude, meanderende wetering, ooit een kreekje dat het water uit de Veluwe naar de IJssel voerde, is in de loop van de tijd rechtgetrokken, want dat wilden de boeren. Nu meandert het weer, en houdt het water vast. Dat is ook goed voor de biodiversiteit. Er worden oude rabat-bosjes teruggebracht, waarin de bomen op dijkjes staan tussen watervoerende greppels. Groenblauwe dooradering, in vaktermen, en er zijn boomgaarden en moestuinen.”
Het mooiste aan dit project is dat het geen tekentafel-oplossing is, maar dat het juist de bewoners van Nijbroek zijn die als gebruikers van het gebied warm lopen voor de ontwikkeling. Zij wijzen aan waar de oude en vervallen gemetselde duikers zitten, zij willen de bruggetjes terug die ze zich van vroeger herinneren. Zij weten waar de hakhoutbosjes stonden: op de laagste, meest drassige delen van de polder. Dullaart: “Dit gaat allang niet meer over de restauratie van een gemaal, het gaat over de vraag hoe je als gemeenschap kan wonen en werken in een kwaliteitsvolle omgeving.”

Watermolens

Vergelijkbaar is het verhaal over het ‘watermolenlandschap’ van de Dommel, waar drie gerestaureerde watermolens erom vragen bovenstrooms meer water vast te houden, opdat de molens goed kunnen malen. Zo ontstaat vierhonderd hectare klimaat robuust, soms kletsnat Brabants landschap met nieuwe natuur en recreatiemogelijkheden; benedenstrooms voorkomt het nieuwe beeklandschap wateroverlast bij hevige regenval. Het zijn stuk voor stuk voorbeelden waar we de vergeten lessen uit het verleden hebben afgestoft en herbruikbaar gemaakt om de toekomst robuust tegemoet te treden. Het erfgoed wordt niet behandeld als onaantastbaar relict uit het verleden noch als karakteristiek element in een gebiedsontwikkeling, maar als een wegwijzer en katalysator van een gebiedstransitie.
De vraag is of deze relatief nieuwe benadering van erfgoed onder de liefhebbers van cultuurhistorie beschouwt kan worden als de hoofdstroom binnen het vakgebied, of dat het een tijdelijk zijpad is naar het aloude vak van bescherming en restauratie van monumenten. Die vraag is des te urgenter, nu na 25 jaar Belvedère, VER, MoMo en Erfgoed Deal geen nieuwe impuls van het Rijk in de steigers staat. Jephta Dullaart herkent het risico. Inderdaad zijn er veel mensen die nog steeds denken dat een monument niet mag worden verbouwd, en dat erfgoedzorg juist daar over gaat. “Het zijn twee benaderingen die naast elkaar bestaan. En dat moet; erfgoed krijgt geen nieuwe functie als sprake is van verwaarlozing. De basis moet op orde zijn en dus begint het bij de klassieke monumentenzorg. Gewoon die oude stenen bewaren en conserveren, dat is de basis van het vak. Vervolgens moet er meer gebeuren. En dan kan die mooie grote katholieke kerk van Oosterhout aan de Waal (bij Nijmegen) worden gebruikt om er een dorpshuis in te vestigen en daarmee de kern een facelift te geven en het hele gebied opnieuw in te richten. De verloren gegane verbinding met de Waaldijk wordt hersteld. Hiermee komt de eeuwenoude verbondenheid tussen dorp en rivier weer tot leven. Die beide aspecten van erfgoed zie ik als communicerende vaten.” De essentie van de Erfgoed Deal ligt volgens Dullaart in het verbinden van opgaven. Erfgoed wordt dan geen doel op zich, maar een middel om tot betere ruimtelijke kwaliteit te komen. “Een gebied herontwikkelen zonder oog voor het verleden leidt tot zielloze plekken,” zegt hij. “Juist de geschiedenis geeft structuur, karakter en draagvlak.”

Vitaal dorpshart

In veel projecten is erfgoed dan ook het startpunt van participatie. In Egmond aan den Hoef werd een vergeten ruïne het vertrekpunt voor een gebiedsontwikkeling, waarin gemeente, culturele instellingen, ondernemers en bewoners samenwerken aan een vitaal dorpshart. “De ruïne is geen decor, maar een drager van betekenis. Mensen herkennen zich erin. Dat schept verbondenheid.” Ook in Weert speelde erfgoed die rol. De contouren van het historisch kasteel van de (met Egmont onthoofde) Graaf van Horne vormden de basis voor een nieuw stadspark in een versteende binnenstad. “Het is vergroening, klimaatadaptatie en stadsidentiteit in één. Zo krijgt erfgoed een functie voor vandaag én morgen.”
Heeft de Erfgoed Deal na zeven jaar en zestig projecten zijn werk gedaan? Waren het incidenten of was het meer? Krijgen de inzichten uit het ene project navolging in een andere streek? Of moet iedere generatie weer met een nieuw subsidieprogramma de oude lessen herhalen?
Dullaart kan zich niet voorstellen dat er na de Erfgoed Deal niet opnieuw, op een andere manier, aandacht komt voor de combinatie van erfgoed en ruimtelijke ordening. Een definitief punt achter het programma Erfgoed Deal acht hij onwenselijk. “Het werk is nog niet af, we zijn er nog niet. Ik vrees dat die extra impuls onverminderd nodig zal zijn om bijvoorbeeld de erfgoedambtenaar met de rioleur of de mobiliteitsexpert te laten samenwerken. Integrale samenwerking is absoluut nog geen staand beleid geworden? Ik zou het heel interessant vinden om de ‘erfgoed en klimaat’-projecten vijf jaar lang te volgen en monitoren. Of we vergelijken vijf projecten uit Nederland met vijf uit België, vijf uit Spanje, vijf uit Italië. Dat je die monitoring pan-Europees doet om van elkaar te leren, dat zou een mooi vervolg zijn.”

Klassieke monumentenzorg

Op de vraag of sommige ondersteunde projecten niet vooral klassieke monumentenzorg betreffen met slechts een ‘laagje transitie’ erbovenop, reageert Dullaart genuanceerd. “Bij een enkel project is het gebeurd dat de ambities op gebied van klimaatadaptatie of energietransitie heel hoog waren, maar dat de praktijk toch weerbarstig bleek. Dan zie je dat het geijkte behoud en herstel plaatsvindt, en dat de koppeling met een wateropgave moeilijk is te realiseren of uiteindelijk helemaal komt te vervallen. Hoe dat komt, Dullaart heeft er geen eenduidig antwoord op. “Door de snelheid van deze tijd, door de stapeling van problemen en de grote urgentie, dreigen we erfgoed en omgevingskwaliteit te verliezen. Dat is niet de schuld van ontwerpers of ontwikkelaars, die begrijpen de kansen die erfgoed biedt. Bij bestuurders - die een probleem op te lossen hebben en al die belangen moeten meewegen - zit wél veel onwetendheid. Zij hebben het gevoel dat erfgoed een complicatie is, lastig, duur en een vertragende factor, waar je dus liever aan voorbij gaat. Dat het een verborgen parel is, een schat, een oplossing voor de ontwikkelingsproblematiek, dat beseffen zij zich niet.” Daar staat, wat Dullaart betreft, de cultuuromslag bij de waterschappen tegenover. “Het meest geslaagde huwelijk uit de Erfgoed Deal is die tussen erfgoed en klimaatadaptatie. Eigenlijk is het niet verrassend dat juist bij waterschappen de meest succesvolle projecten zijn opgekomen, want als je water en bodem sturend maakt in de ruimtelijke ordening, dan heb je het natuurlijk over erfgoed. Ons watersysteem is een erfgoed-systeem.” Het zijn volgens Dullaart de bestuurders die het schip moeten keren. “Zonder politieke lef en inhoudelijke overtuiging gebeurt er niets. Het verschil wordt gemaakt door bestuurders die durven zeggen: erfgoed is geen luxe, het is fundament.”
De Erfgoed Deal is ondertekend door elf partijen, waaronder vijf ministeries. Dat had moeten zorgen voor integraliteit, maar daar heeft Dullaart te weinig van terug gezien. “Wat betreft commitment horen we bijna niets van die ministeries, behalve van het erfgoedministerie (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), die ook al het rijksgeld fourneert. Die andere ministeries maken veel te weinig gebruik van de lessen uit de Erfgoed Deal. Erfgoed zit tussen de schuttingen van OCW, niet tussen die andere schuttingen. Wij kunnen niet van een enkele goedwillende OCW-ambtenaar verlangen dat hij al die schuttingen omver haalt en die andere ministeries in beweging brengt. Het was, wat mij betreft, een weeffout dat het geld voor de Erfgoed Deal alleen afkomstig was van OCW. Als alle vijf de ministeries elk vijf miljoen hadden bijgedragen was hun commitment wel groter geweest, denk ik”.
Het mooiste zou zijn, als alle grote Rijksprogramma’s erfgoed-inclusief zouden zijn geworden. Nog even windt Dullaart zich op. “Waarom gaan de woondeals vrijwel alleen over nieuwbouw? Waarom is er zo weinig aandacht voor herbestemming, voor het transformeren van gebouwen met potentie? Of kijk naar de cultuurlandschappen. Die zijn niet alleen mooi, maar ook ecologisch waardevol. Toch zijn die gebieden vrijwel vogelvrij. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied bevat geen regeling voor behoud en versterking.” De Erfgoed Deal heeft bewezen dat erfgoed meer is dan een verzameling oude stenen. Het is een richtinggevend principe. Een bron van wijsheid, structuur en verbondenheid in een tijd van versnelling en versnippering. Of, zoals Dullaart het zegt: “De beste plannen voor de toekomst beginnen met een goed begrip van het verleden.”

Samenwerking en co-creatie

De Erfgoed-deal is een atypisch Rijksprogramma. De deal is in 2019 in Madurodam door een amalgaam van partijen ondertekend. Het is een samenwerkingsverband van vijftien partners:

  • vijf ministeries (tot voor kort genaamd OCW, BZK, IenW, LNV, EZK),
  • twee Rijksdiensten (Staatsbosbeheer en Rijksvastgoedbedrijf),
  • medeoverheden van het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de (ambtelijke) Federatie Grote Monumentengemeenten en de Unie van Waterschappen
  • vier maatschappelijke organisaties (Natuurmonumenten, Landschappen NL, Federatie Instandhouding Monumenten en Federatie Ruimtelijke Kwaliteit)


De kaders waren helder, maar Dullaart betreurt het dat het commitment van de rijkspartijen niet vertaald is in medefinanciering door andere ministeries dan alleen OCW. Gemeenten, provincies en waterschappen hebben wél meebetaald aan de projecten, en dat leidde tot blijvende aandacht van deze partijen voor beleid op het snijvlak van erfgoed en ruimte.
De gekozen financieringsmethodiek – alleen medeoverheden konden projecten indienen bij het projectbureau – beperkte daarentegen de betrokkenheid van de maatschappelijke organisaties. “Lokale afdelingen van Heemschut hebben bij sommige projecten wel input gegeven, maar het bleef beperkt. Als de FRK of de FIM geld hadden kunnen krijgen voor projecten, dan hadden we het maatschappelijk middenveld wat meer kunnen activeren”, zegt Dullaart.

Miljoenenproject 

Het programma Belvedère (‘behoud door ontwikkeling’) werd na tien jaar opgevolgd door de Visie Erfgoed en Ruimte (elk bestemmingsplan moet aandacht schenken aan erfgoedwaarden) en het project MoMo (Modernisering Monumentenzorg). Minister Ingrid van Engelshoven van Cultuur kreeg bij de kabinetsformatie van 2017 (Rutte III) het ‘absurde’ bedrag van 325 miljoen euro voor erfgoed in haar schoot geworpen – in eerdere kabinetsperiodes wreef de sector zich in de handen als er tien miljoen per jaar beschikbaar kwam. Met de beleidsbrief ‘Erfgoed Telt’ deelt de minister in twee tranches 32,5 miljoen daarvan als doeluitkering toe aan de nieuwe Erfgoed Deal, op voorwaarde dat elke projectbijdrage van het rijk via matching verdubbeld wordt door bijdragen van gemeenten en provincies. Die wens is meer dan bewaarheid: de medeoverheden hebben in hun enthousiasme naast de 32,5 miljoen aan rijksgeld in totaal 120 miljoen uit eigen middelen bijgedragen aan de meer dan zestig Erfgoed Deal-projecten. De projecten van de Erfgoed Deal worden gedocumenteerd op de website www.erfgoeddeal.nl

Het behouden van erfgoed heeft alleen maar betekenis als het een rol kan spelen in onze tijd

Hoe kan je als gemeenschap wonen en werken in een kwaliteitsvolle omgeving?

Door de stapeling van problemen dreigen we erfgoed en omgevingskwaliteit te verliezen

Reacties

Erfgoed. Foto Flip ten Cate
x Met het invullen van dit formulier geef je Ruimte en Wonen en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over zijn producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Ruimte en Wonen ©2025. All rights reserved.