1 1^^^^^K In dit numma-^m ' Stedebouw l^H^^H 1 Waterstaat en planologie f^H^^1 4 Volkshuisvesting HH^^B I De enquete ^^HP 1^^^nmary ^^H1 1 Uitgave van het ^^^|^^^_i ?mn^H^H Nederlands Instituut voor ^^B1 ^KVolkshuisvesting en Stedebouw ^^B^^^^^m oktober 196iWBBwMMIIIIitlllllllllllllllllliilllllllill Jid O 1stedebouw & volkshuisvestingKOENE TEGELS/. />. /V /^ /M. A.\\fac^Jkih^Telefoon 778 S 66WAND- en VLOERTEGELSMOZAIEKonverglaasdverglaasdglasMARMER-TEGELSNATUURSTEENVorstvrij materiaalin tegels en strippenPLASTIC-VLOERENfiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiminiiiniiiiiiiiiiiiiiiiH^ModerneLIFTENsMOD1iEL-B1 ///TORSOSCHUIFRAAMVERENFABRrEKAMSTERDAM-C.Raipeniburgerstraat 38-4211Telefoon 0 20-64 506Vrolikstraat 349Telefoon 94 55 65|ii TORSO!; ^ de veerili met constantedraagkrachtvoor stalen en houten ramen,zuurkasten enz.ji Gepatenteerd-^////S^^/// WINDOW ///////.^/ANEDERLANDSFABRIKAATSTARLIFTVoorburg - tef. 865450 (070)BOUW-KREDIETEN+EN.V. DE RENTEKASZoutmanstraat 42's-GRAVENHAGETelefoon 070 - 3338601OKTOBERz a 21 28M 15 22 29D 16 23.. 30W 17 24 31D 18 25V 19 26Z 20 27. .en van 15 oktober tot 1 april j/-"'^^ ^ -"^ - 'v 'NOVEMBER4 11 18 255 12 19 266 13 20 277 14 21 28V 2 9 16 23 30Z 3 10 17 24DECEMBER2 9 16 23 30M 3 10 17 24 31D 4 11 18 25W 5 12 19 26D 6 13 20 271 8 15 22 291 8 15 22 29W 2 9 16 23 30D 3 10 17 24 31V 4 11 18 254 11 18 257 14 21 28V 1 8 15 223 10 17 24 31M 4 11 18 25D 5 12 19 26W 6 13 20 27D 7 14 21 28V 1 8 15 22 29Z 2 9 16 23 30EMOI'HOFANORM -en CEMIJ wintercementDat is belangrijk!!Wederom breekt het seizoen aan voor de beproefdemrinfercemoniBnvan de Nederlandse cementindustrie:Enci'Hofanorm en CentijBij temperaturen tot minimaal 5?C. boven nulkan worden doorgewerkt,zonder dat speciale maatregelen vereist zijn.N.B. Dreigt de temperatuur beneden dit minimum te dalen,dan moeten wel bepaalde voorzorgen in acfit worden genomen.Verlfoopassociatie ENCI-CEMIJ N.V.Herengracfit 507 - Amsterdam - Telefoon 020 - 3 85 31 (5 lijnen)VACATUI^liSOPENBARE WERKEN - UTRECHTOp de teikenkamer van de dienst Stadsiontwibkeling kun-nen worden geplaatat enigestedebouwkundige tekenaarsdie in het bijzonder zullen worden belast met het uitwer-ken van uitbreidings- en reconstructieplannen.VEREISTTenminste een u.t.s.-diploma, alsmede een diploma stede-bouwkundig tekenaar, of een gelijkwaardige opleiding.AANSTELLINGzal geschieden afhankelijk van opleiding, leeftijd en er-varing in de rang van tekenaar resp. tekenaar A.BEZOLDIGINGTekenaar ,/' 4.916,76 tot / 6.868,20 per jaarTekenaar A / 5.613,72 tot / 8.148,12 per jaar(exclusief huuroompensatie).Tegemoetkotning in de kosten van eventuelestudie.verdereSOLLICITATIESworden ingewacht onder nr. 9573-B bij de hoofddirecteurvan Openbare Werken, Achter Olarenfourg 12, Utrecht.GEMEENTEIGRONINGENIn de snelgroeiende centrumstad GRONINGEN wordenbij de dienst der stadsuitibreiding en volkshuisvestinggevraagdMEDEWERKERSdie in teamvenband stedeibouwkundige plannen moetenvoorbereiden.Er zijn zowei ervaren kracihten noddg, als jonige mensen,die nog praktische ervaring moeten opdoen,Aanstelling is mogeUjk naar gelang van opleiding enervaring in d? rang van:Technisdh ambtenaar le klasseTeohniisoh ambtenaarof hoofdtekenaar AHoofdtekenaarAdjimot technisch amibtenaarTekenaar ATekenaar BTekenaar CDeze salarissen worden veittiioogd met 4''/o vakantietoelageen eventueel 4*/o huuroompensatie.De regeiingen inzake vergoeding van reds- en pension-kosten, varhuiskosten, premdesparen en studiekosten zijnvan toepassing.De gemeente is aangesloten bij hat I.Z.A. GroningenDrenthe.Belaiopite sollicitaties binnen drie weken na het verschij-nen van dit blad te zenden aan de directeur van de dienstder srtadsuit/bredding en volkshuisvesting, Ged. Zuideir-diep 97, Groningen./ 8325,50 tot /9978,--/ 6183,94 tot / 8540,93/ 6183,94 tot / 7679,23/ 5106,82 tot / 6399,36/ 5322,24 tot / 6817,54/ 4675,97 tot / 6183,94/ 3979,01 tot / 5537,66Bij de Dienst van Stadsontwikkeling enWederoptoouw vaceert de betrekking vanhoofdvan de afdelingstructuur- en programstudieDe afdeling verricht studies met betrekkingtot de stedebouwkundige ontwikkeling van deGemeente, welke studies voor een belangrijkdeel gericht zijn op de verdere uitbouw van hetRotterdamse haven- en industriegebied.Voorts zal de afdeling fundamentele gegevensmoeten produceren voor de hergroeperlng vande stedelijke functles.Voor de vervuUing van de bedoelde betrekkingis een academische opleiding, bij voorkeur ophet gebied van economie of sociale weten-schappen vereist. Kandidaten in het bezit vanhet diploma van een Technische Hogeschoolkunnen eveneens in aanmerking komen.Ruime ervaring op het betrokken terrein,liefst In een leidende betrekking, is nood-zakelijk.Salarisgrenzen f 15.030,- - f 20.550,-, exclusiefde huuroompensatie van 2i% en de vakantie-toeslag ad 4%.Salarisherziening per 1 januari 1963 in voor-bereiding.De Verplaatsingskostenregeling is van toe-passing.Sollicitaties te rlchten aan burgemeester enwethouders en te adresseren aan de chef vanhet bureau Personeelvoorziening, kamer 331,stadhuis, Rotterdam.In?;ending binnen 14 dagen onder no. 667..JDe Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders) teZwolle vraagt ter standplaats ZwolleENIGESTEDEBOUWKUNDIGE TEKENAARSdie in het bijzonder zuUen worden belast met de uitvoeringvan het stedebouwkundig tekenwerk ten bahoeve vanLelystad en de vijf nieuwe dorpen in Oostelijk Flevoland.Vereisten: bij voorkeur in het bezit van het dipl. stede-bouwkundig tekenaar.Salaris afhankelijk van opleiding, leeftijd en ervaring.Bij het verkrijgen van een woning kan bemiddeling wor-den verleend,Schr. soU. binnen twee weken na verschijning van ditblad aan de afdeling Personeel, Postbus 56, Zwolle.s&vUitgave van hetNederlands Instituut voorVolkshuisvesting en StedchouwMaandbladoktoher 196243e jaargang no. 10Redactie:Mevrouw Prof. C. W. VisserMe]. R. HartstraProf. C. van EesterenMr. C. A. van GorcumH. J. A. Hovens GreveProf. Mr. A. KleijnDrs. R. KokIr. P. K. van MeursAdres voor Redactie en Abonnementen:Lange Voorhout 19, 's-GravenhageTelefoon 184225Advertenties:Keizersgracht 188, Amsterdam-C.Postgiro nummer 113028Telefoon 249128Prof. Dr. S. O. van PoeljeMr. Ir. M. M. van PraagDrs. W. J. ValkenburgDrs. H. V. d. WeijdeIr. W. WissingDit nummerbevat geen hoofdartikelen. Onder Stedebouw wordt onder de titel ,,Waterstaaten planologie" de tekst van een rede van de heer Prof. Ir. J. L. Klein weer-gegeven.Onder Volkshuisvesting wordt een artikel gepubliceerd van de heren Dr D.de Jonge en Ir. A. Heimans over de enquete als onderzoektechniek bij de studievan het wonen en de volkshuisvesting.Overigens bevat het nummer de gebruikelijke rubrieken.233InhoudStedehouwWaterstaat en planologie, Prof. Ir. J.L. Klein 235Binnenland 241Buiteniland 244VolkshuisvestingDe enquete als oniderzoakteohniek bij destuidie van het wonen en de volkshuis-vesting, Ir. D. de Jonge en Ir. A. Hei-mans 246Binnenland 252Offici'ele MededelingenNederlands Instituut 255Summary 256Ahonnementsprijs f 20,--. Losse nummers f 2,--.De leden van het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedehouw en de leden vande Nationale Woningraad ontvangen het hlad kosteloos.234StedebouwWaterstaat en planologiestedebouwWaterstaat en planologie i)De begrippen waterstaat en planologieacht spreker voldoende bekend in dezestudiekring, zodat een uitputtende be-spreking daarvan niet nodig is. Hetgaat op het ogenblik in hoofdzaak omde onderlinge vefhouding van dezetwee zaken. Deze komt op verschillen-de wijze tot uitdrukking, n.l. bij hetbeleid en daarna sterk op het juridischevlak ook in de voorbereidings- en uit-voeringssfeer en daardoor veel meer inhet technische vlak. En in die beidesferen speelt natuurlijk de menselijkeinstelling van degenen die ermee temaken hebben een grote rol. Sprekerbepaalt zich in hoofdzaak tot de tech-nische kant en ook tot de kant van depersoonlijke instelling van degenen diemet beide zaken te maken hebben.Als definitie van het begrip waterstaatgebruikt spreker gaarne als uitgangs-punt die, welke Prof. Dr. B. de Goedeheeft gegeven, n.l: ,,het bruikbaar ma-ken en bruikbaar houden van bodemen water voor menselijke activiteitenop het gebied van bewonen en bewer-ken door middel van waterbouwkun-dige werken." Daarbij neemt sprekerdeze omschrijving gaarne wat te ruim,om onder ,,bewonen" en ,,bewerken"ook de begrippen recreatie en verkeer,die met dat wonen en werken onver-brekelijk samenhangen, te beschouwen.Bovendien neemt spreker aan, dat deformulering ,,waterbouwkundige wer-^) Rade van Prof. Ir. J. L. Klaki, Directeur-Hoofdiinigenieur van de provinciale waterstaatvan Zuiid-HoUanid en directeur van de pro-vinciale planoilogisahe dienst in Zuld-Holland,uitgespraken tijdens een nationak bijeenkomstvan de Studiekrinig voor Waterstaatsrecht enWaterschapsbeheer (ten .dele samengevat), meteen 'kort verslaig van de discussie.ken" omvat datgene wat volledigergenoemd wordt ,,weg- en waterbouw-kundige werken".Voor het begrip planologie of ruimte-lijke ordening zijn in tegenstelling totwaterstaat velerlei definties gegeven.Men heeft ook steeds definities nodiggeacht omdat men dit -- naar menmeende nieuwe -- begrip planologieniet erg duidelijk vond en dus zochtnaar formuleringen, die dit begrip kon-den verduidelijken en als het ware in-hou'd konden geven.Spreker gaat voor planologie uit van:,,bet door bestuursmaatregelen gevenvan een zodanige bestemming aan landen water in het kader van wonen, wer-ken, recreatie en verkeer, dat het men-selijk welzijn daardoor zoveel mogelijkwordt gediend."Gaat het bij waterstaat rechtstreeks omde uitvoering van werken, bij de pla-nologie gaat het om het in enigerleivorm vaststellen van een bestemmings-plan. Dat bestemmingsplan geeft danmogelijkheden tot verwezenlijking vande meest gewenste ruimtelijke ontwik-kelingen en het voorkomt ontwikkelin-gen op het gebied van bebouwingene.'d., die de gewenste gang van zakenzouden kunnen blokkeren.Uit de beide gebezigde formules zelfis direct af te lezen, dat beide zakenwaterstaat en planologie, juist en inhet bizonder voor Nederland zeer be-langrijk zijn. Voor waterstaat is dat alheel duidelijk. Voor de bruikbaarheidvan bodem en water zijn hier in veelsterker mate dan vrijwel ergens in dewereld de waterbouwkundige werkenvan belang. Voor een groot deel vanons land -- dat is juist het deel van hetland, waar de waterschappen, waar-Prof. Ir. J. L. Kleinvan zoveel vertegenwoordigers hieraanwezig zijn, een rol spelen -- vooreen groot deel dus van het land is hetvoortbestaan ervan zelfs geheel vanwatenbouwkumdige werken afhanke-lijk.Voor de planologie is het bizonder be-lang daarvan juist in Nederland ookniet moellijk in te zien. De bevolkings-dichtheid Is hier groter dan bijna over-al elders ter wereld en neemt nog steedsbizonder sterk toe. Dat brengt mee,dat vrijwel overal In het land een strljdtussen verschillende bestemmingen vanland en water zoal niet gaande, dantoch binnenkort te verwachten Is.Kortgeleden trok een planologlschetentoonstelling door het land met denaam ,,WIj groeien vast In tal en last".In een korte zin werd hierdoor aange-geven, wat voor de toekomst In Neder-land is te vrezen. Een gebrck aan rulm-te en die schaarste aan ruimte, die on-vermljdelljk maakt het weloverwogengeven van de juiste bestemming aandie ruimte, waartoe dan de bestuurs-maatregelen, b.v. In de vorm van be-stemmingsplannen, onmlsbaar zijn.Dat bizonder belang van waterstaat InNederland, dat ook door vrijwelledereen in den lande wordt beseft. Isbegrljpelijk, is verheugend, verheugendvooral ook, omdat daardoor waterstaatdoor de publieke belangstelling In onsland als het ware wordt gedragen.Met de planologie staat het bepaaldanders. Men zou kunnen zeggen dat deplanologie nog wel hier en daar min ofmeer als ovetibodlg wordt besohouwden veelal met enlge argwaan tegemoetwordt getreden. Spreker gelooft datzulks te betreuren Is. Ook dat het on-gerechtvaardigd Is. En dat laatste235StedehouwWaterstaat en planologiehoopt spreker dan in het vervolg vanzijn betoog ook aan te tonen.Waterstaat en planologie moeten blij-'kens de definities in 'bizonder sterkemate van elkaar afhankelijk zijn. Wileen planologisch bepaalde bestemmingimmers zin hebben, dan moet de bodemdaarvoor uiteraard ook bruikbaar zijnof althans bruikbaar gemaakt kunnenworden, hetzij door de natuur, hetzijdoor de mensen, in het laatste gevalin het algemeen door waterbouwkun-dige werken.De bruikbaarheid van ons land endaarmee de zin van bestemmingsplan-nen is dus meestal in zeer sterke materechtstreeks afhankelijk van water-staat, rechtstreeks afhankelijk van deuitvoering en instandhouding van wa-terbouwkundige werken.Maar aan de andere kant kunnen wijhet ook zo stellen, dat waterbouwkun-dige werken hun grootste maatschap-pelijk nut slechts zullen afwerpen, wan-neer zij de bruikbaarlheid van die be-stemming bevorderen, waarmee hetwelzijn van ons land het meest is ge-diend. Terwijl dus eensdeels waterstaatmeestal een onontbeerlijke grondslagvormt voor de planologie, dient ander-zijds die planologie als richtsnoer voorde waterstaat, kan de planologie dewaarde van waterstaatswerken ver-groten, kan planologie de inhoudvan het hele begrip waterstaat, hoe-veel omvattend het reeds is, toch nogmin of meer verdiepen. Nu is die ver-dieping van het begrip waterstaat doorplanologisch inzicht in wezen hele-maal niets nieuws. Men kan het andersstellen. Waterstaat als uitvoerder vanwaterbouwkundige werken om der wil-le van die werken zelf, is natuurlijknooit aan de orde geweest. Altijd is het-- en dat blijkt ook alweer uit dedefinitie van De Goede --, altijd is hetbij de uitvoering van waterbouwkun-dige werken de bedoeling geweest omdaarmee de bruikbaailheid van ons landzo goed mogelijk te dienen. Al komtde term ,,welzijn" niet in de definitievan waterstaat en uitsluitend in de de-finitie van planologie voor, dan zaltoch ook bij elk weldenkend water-staatsman en bij de uitvoering van elkweloverwogen waterstaatswerk datmenselijk welzijn een grote rol spelen.En toch waagt spreker het te zeggen,dat de waterstaat in vrij grote matetechnisch werd en wordt bedreven, meteen kostenbesef, dat vaak groter is danhet inzicht in algemeen maatsohappe-lijke baten.Van planologie kan men zeggen, datdie van huis uit gericht is op het men-selijk welzijn in al zijn facetten. Hetkostenvraagstuk en de technische uit-voering vormen daarbij niet meer --als het goed is ook niet minder -- daneen van de vele onderdelen van hetgrote geheel.Of bij de uitvoering van waterbouw-kundige werken die planologische ach-tergronden altijd evenzeer als richt-snoer hebben gegolden, wil spreker pro-beren te tonen aan de hand van eenpaar voorbeelden, hoe gevaarlijk voor-beelden ook altijd zijn.Met de droogmaking van de Haarlem-mermeerpolder, een van de grootstewaterbouwkundige werken van de vo-rige eeuw, is kostelijke landbouwgrondgewonnen. ledereen zal ook erkennen,dat door de droogmaking van dit grotemeer grote grote bezwaren van datmeer voor anderen zijn weggenomen.Maar daarmee is ook eigenlijk de in-houd van dit water^bouwkundig werkwel ongeveer weergegeven. Er was eengroot prachtig stuk landbouwgrondgemaakt in het centrum van Holland,maar het was eigenlijk op geen enkelewijze geintegreerd in het geheel vanHolland, er was ook op geen enkelewijze gebruik gemaakt van deze nieuwelandbouwgrond voor de oplossing vanproblemen, die toch ook de vorigeeeuw al wel bestonden.Er ontstond een volkomen ongeorden-de lintbebouwing langs de enige rede-lijke weg die in dit gebied voorkwam,n.l. de weg op de ringdijk hetwelkleidde tot een onmogelijk groot aantalen daardoor dus slecht geoutilleerde,-- immers ook slecht bezochte -- scho-len en kerken, 25 a 30 van elk. Ver-keersverbindingen te land en te waterwerden verwaarloosd, aan landschaps-zorg was niets gedaan, kortom er waseen watergebied in vruchtbare grondherschapen, basta.Bij de werken van de IJsselmeerpoldersevenwel is van begin af aan gepoogdtot enige integratie van deze polder inhet geheel te komen. Van eerst af aanis bij de Wieringermeer getracht hemdienstbaar te maken voor doorgaandeverkeerswegen. Van begin af aan isrekening gehouden met de ontwikke-ling van gunstig gelegen bebouwings-kernen en er is een goede landschaps-verzorging gepleegd.Ongeveer 40 jaar duurden de droog-leggingswerken; het heeft tot 1961 ge-duurd voordat na enige aanlooppogin-gen een volledig structuurplan voor dezuidelijke IJsselmeerpolders tot standkwam, waarbij men, toch rijkelijk laat,de reeds lang voltooide Noordoostpol-der en de reeds goeddeels gereedgeko-men polder Oostelijk Flevoland, medemoest inbegrijpen.Dat structuurplan kan men zien als eenvoUedige integratie van dit nieuw ge-schapen land, van deze 12e provinciein het geheel van Nederland. In ditstructuurplan wordt de richting aan-gegeven, langs welke dit land dienst-baar gemaakt kan worden aan de op-lossing van vele problemen die in onsland, speciaal in het westen van hetland, aanwezig zijn. Hier worden op-lossingen gegeven voor doorgaand ver-keer, te land, ter zee; goede oplossingen236StedebouwWaterstaat en planologieook voor het waterverkeer. Hier wordteen mogelijkheid geboden voor destichting van industriegebieden, voorhet opvangen van grote bevolkings-overschotten, voor het scheppen vanrecreatiegebieden voor de eigen en voorde aangrenzende bevolking. Kortom,er is naar gestreefd om met deze IJs-selmeerpolders een zo groot mogelijkebijdrage te leveren voor het welzijn vanhet gehele volk.Wanneer wij deze aanpak vergeHjkenmet de drooglegging van de Haarlem-mermeer, dan zien wij tocih wel heelduidelijk een verschil. Een voorbeeldwaardoor we kunnen zien, hoe dewaarde van een waterbouwkundigwerk door de planologie te bedrijvenkan worden vergroot. Aan de uitvoe-ring van waterbouwkundige werken,zowel als aan het tot stand komen vanplanologische maatregelen, gaat na-tuurlijk altijd een uitvoerige studievooraf, zeker uitvoerig wanneer het deplanologie betreft. Bij de bestuderingvan een waterstaatswerk staat in hetalgemeen dat werk zelf sterk centraal.Het direct aantooribare technische nutzal in de studie reeds een vrij over-wegende rol spelen. De civiel-ingenieuren de H.T.S.-er spelen bij de voorstu-dies reeds een eerste en een tweedeviool, zoal niet de gehele partij. Deuitvoeringswijze staat ook bij de voor-studie al tamelijk stetk op de voor-grond. Bij planologische studies meteen uitgebreidheid, die spreker heusbepaald niet slechts met lof, maar ookwel met kritiek vermeldt, staat het wa-terstaatsobject, dat overigens daarbijook altijd een zeer belangrijke rol moeten zal spelen, toch niet altijd meer danals een onderdeel van het geheel ter dis-cussie. Een onderdeel dat van dat ge-heel de invloed ondergaat, maar datanderzijds het geheel wear in sterkemate zal beinvloeden. Door die sterkebe'mvloeding van vele uiteenlopendesferen zijn voor die planologische stu-dies, anders in het algemeen dan bijwaterstaatsstudies, een groot aantaldeskundigen noodzakelijk, dat die stu-dies in de vorm van team-work ver-richt. Het gaat hier om deskundigenop het gebied van economic, sociologie,sociografie, natuurlijik ook van water-staat, van landbouw, stedebouw, In-dustrie, landschap, dierenbescherming,enz. Alleen mag men dan in dit gevalnatuurlijk de meesters in de rechtenniet vergeten, die ook al bij deze stu-dies een grote rol spelen, een vingerwij-zing overigens, dat de planologischewerken in het algemeen in een veeleerder stadium ook reeds in de beleids-sfeer worden betrokken dan water-staatswerken. Men tracht dan uit dieveelheid van gegevens uiteindelijk tekomen tot een juiste bestemmingskeuze,althans een juiste bestemmingsveAou-ding, die dan tenslotte -- mede doorarchitecten -- in een harmonischevorm moet worden gegoten. Bij dat ge-heel van de studies krijgen de water-bouwkundige werken niet alleen hunplaats, maar zij zijn voor de vormge-ving van de bestemmingskeuze veelalbepalend geweest. Bestaande en ook inde naaste toekomst te verwachten wa-terbouwkundige werken zullen altijdzelf vaak het allerbelangrijkste uit-gangspunt vormen voor elk bestem-mingsplan en de verwezenlijking vandat bestemmingsplan zal altijd wearvoor een groot deel afhankelijk zijnvan de uitvoering van daarin passendewaterbouwkundige werken. Zo wekkenwaterbouwkundige werken en steda-bouwkundige maatregelen elkanderwederkerig op. Bruikbaar maken vanland en water roept stedebouwkundigeontwikkeling op. Stedebouwkundigeontwikkeling noopt tot uitvoering vanwaterbouwkundige werken.Uit zijn eigen provincie geaft sprekerhet volgende schetsmatig voor'beeld. Deaanwezigheid van een Nieuwe Maas,met Duitsland als adhterland, laidt toteen ontstaan van Rotterdam. Een aan-wezig Rotterdam leidt tot het gravenvan een Waterweg. De aanwezigheidvan een Waterweg leidt tot de uit-groeiing van de Maassteden. De aan-wezigheid van de bevolkingscentra aandeze waterweg tezamen leidt tot eenverdere ontwikkeling van haven- enindustriegebied. Een verdare ontwikke-ling van haven- en industriegebied leidttot de noodzaak van vestiging vannieuwe steden. De vestiging van nieu-we steden leidt tot de noodzaak vannieuwe verkeersverbindingen, vannieuwe recreatiegebieden enz. De eenwerpt de ander de bal toe.Wanneer men ergens in ons land be-gint met uitvoering van een water-staatkundig werk, dan kan men eigen-lijk wel bij voorbaat vaststellen, dathiermee de stoot gegeven is tot eenbepaalde en vaak zeer snelle en uit-gebreide ontwikkeling. En nu zal na-tuurlijk de waterstaatsingenieur, diedit ook weet, zich dus bij zijn studiesen bij zijn ontwerp ook wel mee latenleiden door wat hij in de toekomstverwacht, maar toch zullen in het al-gemeen voor hem de nuchtere feitenvan vandaag bij zijn overwegingensterk overheersen. De planoloogdaarentegen zal zich uit de aard derzaak meer op de toekomst richten,al mag hij het heden niet vergeten.Dit verschil van instelling is niet alleenbegrijpelijk, maar het is volkomen on-vermijdelijk en het hangt met de aardvan hun werk samen. De ingenieurtoch, de waterstaatsingenieur, beraidtin het algemeen werken voor, die di-rect nodig, vaak zelfs zeer urgent zijnen waarvan de kosten in het hedenverantwoord moeten worden. Hetheden staat dus steeds vanzelfsprekendsterk op de voorgrond. Het is bijnaaltijd lastig, het is bijna altijd tijdro-237StedebouwWaterstaat en planologievend, om bij het ontwerpen van elkwerk zlch steeds maar weer af te vra-gen, welke onzekere toekomstige ont-wikkelingen misschien al in dat ont-werp menen tot uitdrukking te moe-ten komen. Altijd kost dat rekeneamet die toekomst extra geld en menwil het werk liefst vlug bouwen. Menwill bet graag als bet gereed komt goedlaten voldoen. Men wil ook graag betverwijt voorkomen, dat bet nodeloosduur is. En alles noodzaakt eigenlijkbeel sterk rekening te houden met deoverwegingen van het beden. En datnu ligt juist bij de planoloog zo heelanders. Die planoloog bekommertzich eigenlijk meer om de toekomstdan om vandaag. Dat ligt ook weeraan de aard van de zaak, de te ver-wachten grote bevolkingsgroei, in1980 misschien 15 millioen. Die enor-me bevolkingsgroei met alles watdaarmee samenbangt, uitbreiding vanwoongebieden, uitbreiding van indu-striegdbieden, uitbreiding van de daar-bij behorende recreatie-gebieden, uit-breiding van verkeersstelsels, dat alleswaarop spreker reeds doelde met deuitdrukking ,,We groeien vast in talen last" eist een zeer wel overwogenbestemming van Nederlands grondge-bied, willen we niet letterlijk in detoekomst vastgroeien. Als we niet op-passen zal het in de toekomst met hetwelzijn van ons volk -- welzijn is dannog lets anders dan welvaart -- slechtgesteld zijn. De verzorging van hetwelzijn van dat volk, juist ook in detoekomst, is nu juist een taak voor deplanoloog en daarom is de waarde vanplanologie juist dat die gericht is opde toekomst. Hier ziet U een duidelijkverschil in aanpak, zelfs in geestes-houding veelal, tussen de waterstaats-ingenieur en de planoloog. Ook voorde waterstaatsingenieur geldt natuur-lijk wel degelijk begrip voor de toe-komst. Ook bij weet, dat elk water-staatswerk zijn repercussies heeft voorde toekomst, weet dat elk waterstaats-werk leidt tot bepaalde ontwikke-lingen, al kan bij missdbien niet pre-cies zien welke. Maar ach, kan eenplanoloog dat precies zien. Het is duszeker niet zo, dat de waterstaatsinge-nieur zich niet van die toekomst re-kenscbap geeft, maar bij moet zichnoodgedwongen toch wel sterk bepa-len tot overwegingen van vandaag tothet maken van de werken. Hem geeftin het algemeen de toekomstige ont-wikkeling niet zoveel zorg als de pla-noloog. In het algemeen heeft men --gelukkig voor de ingenieur, gelukkigvoor de H.T.S.-er die aan het ontwerpstaat -- bevrediging in het maken vanzijn prachtig technisch werk en wordtdie bevrediging niet al te zeer ver-stoord door zwartgallige inzichten inde toekomst. Nu is het met de plano-loog niet zo, dat alle waterstaatswer-ken hem met zware zorg vervuUen.Integendeel. Maar toch staat die zorgaltijd enigszins op de achtergrond.Een paar voorbeelden, eensdeels omte zien of die zorg bestaat, anderdeelsom te laten zien hoe geluikkig de plano-loog vaak met de uitvoering van water-staatkundige werken kan zijn, zijnEuropoort en het Deltaplan.Dat de ontwikkeling van Europoortenorme consequenties op ruimtelijkgebied zal hebben, zal iedereen duide-lijk zijn. Men moet voor het makenvan deze havens landbouwgrondenvergraven, omzetten in havengebied,want men moet daarnaast plaats gevenvoor afgeleide en toeleidende werk-gelegenheid. Men moet de bijbehoren-de woongebieden bun plaats geven, inhoofdzaak aan de zuidelijke Maas-oevers, uitgroeiend misschien met eenhalf miljoen mensen. Men moet nood-zakelijke recreaties scheppen, langs be-staande wateren, maar dan vaak alsscheepvaartwegen. Men moet bestaan-de recreaties in duinen handhaven,hoewel ze door stedebouwkundige enindustriele uitbreiding ernstig in hunwaarde worden bedreigd. Men moetnieuwe gebieden scheppen. Men moethet verkeer dienen. Kortom, menmoet dit alles opvangen en dat in eeugebied -- althans in een gebied gren-zend aan een gebied -- dat al sterkcverbevolkt, overbezet is. Dit bete-kent zeer bepaald een enorme verzwa-ring van de last, die op het betreffen-de gebied in hoofdzaak op de gebie-den Rozenburg, Voorne, Putten ligt.Maar men kan deze gevolgen nietvoorkomen als men de stap tot hetmaken van de Europoort doet. En dankomt de planoloog en bij zegt: ,,Numoet ik deze gevolgen van grote wa-terstaatkundige werken, dat makenvan de Europoorthavens, zo goed mo-gelijk in het gebied van Rozenburg,Voorne, Putten, opvangen." Dankomt daar de studie voor een streek-plan voor dit gebied, waarin al dezeelementen zo goed mcgelijk in eenbepaalde vormgeving worden opge-vangen, waarin dit dus door de plano-loog wordt geaccepteerd en wordtaanvaard, al zal bij toch steeds zeg-gen, ruim planologisch bezien, dat hethier -- en dat geldt ook bij verdereuitbreiding --, toch wel zeer noodza-kelijk is, dat de afweging van belan-gen plaats vindt. Afweging tussen hetnationaal belang, het maken van dezeEuropoort, en de bezwaren die er aanzijn verbonden, afweging van de mo-gelijkheden van centralisatie, decen-tralisatie enz. Spreker drukt hiermeeheel duidelijk uit het waterstaatkun-dig werk van hier naar een planolo-gische last die men zo goed mogelijkmoet verwerken.Bij het Deltaplan zien we lets heel an-ders. Een enorm, een gigantisch wa-terstaatkundig werk, dat planologischgezien niet een last veroorzaakt, maar238adiUfx GrlifJcx arJitlcx (U|flfx Qrlifi.x Clrliflrx Oiliflillfx UrJifl.x (IrliJlrx OrQrlillcx OrlHlrx Orfm: Qriificx (Iriifkx Or(QrilfLex)aditkx QrliflOrMkx OiOrMlcx adiflOdiUcx Oieen lichtend voorbeeld? AESTHETISCHE VORMGEVING? JUISTE MATERIAALKEUZE? CORROSIEBESTENDIG? HOOG LICHTRENDEMENT? NED. FABRIKAAT? ARTIFLEX armaturen zijn tevensleverbaar met Philips materiaalUitgebreide katalogus wordt u op aanvraag gaarne toegezondenZERONI ELECTRICOEliflcx OrMl Tel. 010-41562-1Z8663ROTTERDAM-11 - TOLLENSSTRAAT 83.,r:i> ?'*-.. J'*^S-"^A, ,,,? ,,?> ^i ?OcMLex Qcf\w\iftm-\f . {\w\\f Levering uitsluitend via de Artiflex-grossiersAANNEMERSBEDRIJF GEBR. HEEMSKERKRoerdomplaan 5NIEUWKOOPTelefoon 01725-144Werksaam voorRijksgebouwendienst,Genie en andereoverheidsinstantiesWoningwet-woningen + Utiliteitsbouw(Vervolg)OPENBARE WERKEN - UTRECHTBij de dienst Stadsontwikkeling is vacant de functie vanarchitectDe te benoemen functionaris zal worden belast met hetzedfstandig ontwerpen en uitwerken van uitbreidingis- enreconstructieplannen.VEREISTENGegadigden dienen in het bezit te zijn van het diplomabouwkundig itigenieur of het diploma H.B.O.AANSTELLINGAfhankelijk van ervaring en bekwaamheid zal aansteUinggesdhieden in de rang van architect of architeot A, demogeUjkheid van toekenning van de rang van hoofd-architect kan in overweging worden genomen.BEZOLDIGINGSalarisgrenzen:architectarchitect Ahoofdarchitect/ 9.174,-- tot / 12.510,-- per jaar,/ 10.542,-- tot / 14.430,-- per jaar,/ 11.502,-- tot /15.486,-- per jaar,(exclusief huurcompensatie).SOLLICITATIESUitvoerige eigenhandig geschreven sollicitaties met re-cente pasfoto worden onder nr. 9572-C ingewacht bij dehoofddirecteur van Openbare Werken, Adhter Claren-biirg 12, Utrecht., GEMEENTEJ VENLOBij de afdelflng Stadsontwikkeling van de dienstvan gemeentewerken kan geplaatst wordeneen stedebouwkundig tekenaar(Mnl. of vTl.)Gezodht wordt een tekenaar met enige ervaring.De functie biedt in ruime mate gelegenheid stede-bouwkttndig tekenwerk van uiteenlopend kairakterte verriohten en buitendien kermis te nemen vande werkzaamheden van een afd. stadsontwikkelingin het algemeen.Het diploma stedebouwkimdig tekenaar P.B.N.A.of reeds aangevangen studie voor dit diplomastretot tot aanbeveUng.Salaris: afhankeiUjk van leeftijd en ervaring.De gemeente Venlo is aangesloten bij het I.Z.A.Limburg. Van toepassinig zijn het verplaatsdngs-kostenbesludt en een zeer gxmstdge studiekosten-verordening.Sollicitaties in te zenden aan burgemeester enwethouders van Venlo binnen 14 dagen na hetversehijnen van dit blad.Dgemeente"*nden aan de Raden vanalle bij dit voorstel betroikken gemeenten. Opgrond van de "van die zijde ingekomen ad-viezen heeft de Commissie haar rapport naderbezien en een nader advies uitgebracht. Ge-deputeerde Staten van Zuid-HoUand hebbenzioh accoord verklaard met de voorstellenvan de Commissie-Klaasesz.Het nu ingediende wetsontCwerp gaat, in te-gensiteJling met dat van de Commissie, uitvan de nieaiwe wet op de jnjimtelijke orde-ning en wil verder aan de Rijnmond eensterkere posicie ten aanzien van dit onder-werp verlenen dan in bet ontwerp van deCommissie was voorzien.Ontwikkeling van de RijnmondDe Memorie schildert deze ontwikkeling, deposiitie van Rotterdam in het wereldzeever-keer, waarin het de tweede plaats inneemt,onmiddellijk volgend op New York en de ont-wikkeling in de richting van de kust, als gevolgvan de sterke vergroting van de scheeps-types: Botlekcomplex, Europoortproject.Aan de andere kant dringt de ontwikkelingook meer landwaarts in, waar de Rotterdamseagglomeiratie reeds die van de Drecbtstedennadert. Aan beide zijden van de rivier zuUende woonsteden, de bedrijfsterreinen, de recrea-tieive voorzieningen, de verkeerselementen zichover een groat gdbied uitstrekken. Met Rot-terdam als hoofdelement vormt zich aan deRijnmond een stadsgewest van een formaat,zoals ons land nog niet heeft gekend.Deze situatie vraagt om een gezamenlijkeaanpak van de hoofdiijnen. Ook heit verbandmet een groter samenstel van havens- en in-dustrieterroinen, dat groeiende is, wijst in dezerichting.Bestuurlijke problematiekDe belangen van een groot aantal gemeentenraken dus met die van Rotterdam in toene-mende mate verweven. Het staat niet altijdvast dat de medewerking van de individuelegemeenitebesturen tijdig en in voldoende matezal worden verleend.Het Botleikgebied, waar Rotterdam omvang-rijke en kostbare werken tot stand heeft ge-braciht, buiten de puibliekireohtelijke zeggen-schap van Rotterdam, vormt nog een afzon-derlijlk bes-tuursproyeem.De verschillende mogelijkheden tot oplossingvan deze bestruursproblemen worden nagegaan-- informed overleg, samenwenking op grondvan de Wet gemeenschappelijke regelingen,samenvoaging en ten slotte de instelling vaneen openibaar lichaam op igrond, hetzij vaneen algemene wet, hetzij van een wet ad hoc.Aan 'dit laatste wordt de voorkeur gegeven.Het wetsontwerp voorziet nu in de instellingvan een bovengemeentelijk lichaam Rijnmond,dat 24 gemeenten omvat en een vierledigetaak zal hebben: planologisoh, coordinerend,potenmeel uitvoerend en adviserend. Het bc-stuur van Rijnmond zal 'bestaan voor tweederden uit leden, die rechtstreeks door dekiezers in het geibied worden gekozen en vooreen derde uit leden, die door de gemeente-raden zulilen worden benoemd.De 24 gemeencen zijn de volgende:Abbeabroek, Barendreoht, Brielle, Capelle aanden IJssel, GeervMet, Heenvliet, Hekelingen,Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maas-sluis, Oostvoorne, Oudenhoom, Poortugaal,Rhoon, Ridderkerik, Rookanje, Rotterdam,Rozenbung, Schiedam, Spijkenisse, Vierpolders,Vlaardinigen, ZuidJand en Zwartewaal.De Raad van Rijnmond zal 81 leden tellen,waarvan 24 op de boven aangogeven wijzebenoemd door de gemeenteraden (niet doordie van Rotterdam). De Raad benoemt uit zijnmidden een dagelijks bestuur van zes leden.De Voorzitter wordt benoemd door de Kroon.Ruimtelijke ordeningEen doekreffend planologisoh beleid zal eenbelangrijk middel zijn om een evenwioh.tigcontwikkeling van het Rijnmond^ebied te be-vorderen.De Regering geeft de voorkeur aan een re-geling, waarbij aan Rijnmond de bevoegdheidwordt toegeikend voor zijn geibied zelf, ondergoedfeeuring van Gedeputerde Staten, eenstreeikplan vast te stellen. Het feit, dat Rijn-mond evenals Provinciale Staten een vertegen-woordigend college is, maakt een dergelijkeoverdracht van bevoegdheden in beginsel aan-vaardbaar.Voor de vereiste coondinatie met de streek-plannen of andere maatregelen van ruimtelijkeordening voor aangrenzende gebieden biedt de241StedebouwBinnenlandeis van igoedkeurimg door Gedeputeerde Staten,?die in het planologiisch ibeleid binnen de pro-vnineie een centraJe plaats innemen, voldoendewaafbong. Ook wordt aan de provinciale in-vloed op de ruimtelijke ontwikkeling in hetRijnmond-gelbied nog een geenzins onbeteke-nende plaats iingeruiimd. Zo zullen ProvincialeStaten bevoogd zijn van Rijnmoaid te vorderen,dat binnen een bepaalde termijn een streekplanwordt vassgesteld; bij Ingeibreke blijven vanRijnmond herleeft voor Provinciale Staten metbetrek'king tot het Rijnmomdgebied de stredk-planbevoegdlheld op gromd van de Wet op deRuimtelijke Ordening. Indien Rijnmond bijonthouding van goedikeairkig door Gedepu-teerde Staten
Reacties