Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Recensies

Recensies

Dutch Land-use Planning Stan Majoor, Universiteit van Amsterdam

vrij 7 aug 2015

Na decennia in Nederland gewerkt te hebben is Engelsman Barrie Needham één van de grootste en meest gewaardeerde insiders in het Nederlandse planningsstelsel. Tegelijkertijd zit er nog steeds een aspect van verbazing en bewondering in zijn analyse van de ruimtelijke ordening in zijn tweede vaderland.

Needham’s klassieke boek over de Nederlandse planning heeft een kleine update gehad en is na het stoppen van de SDU serie Planologie nu bij Ashgate uitgegeven. Terecht plaatst de auteur het werk in de context van twee andere overzichtswerken die de Nederlandse ruimtelijke planning behandelen: Hans van der Cammen en Len de Klerk’s A Selfmade Land (Spectrum, 2012) en Cor Wagenaar’s Town planning in the Netherlands (010 Publishers, 2011).

Needham’s boek is veel minder een ideeëngeschiedenis van de Nederlandse planning of een bespiegeling van plannen en planners dan deze twee boeken. Dit is vooral een degelijke en uiterst informatieve analyse over de werking van het Nederlandse planningssysteem. Specifiek hoe de overheid via een uitgebreid stelsel van actieve en passieve instrumenten invloed probeert uit te oefenen op de ruimtelijke orde. De smeuïgheid zit ‘m vooral in de kleine terzijdes die soms tussen haakjes worden gemaakt, waar even een snauw, een eigen mening of een internationale vergelijking wordt gemaakt.

De nadruk ligt in Needham’s analyse op het gemeentelijke niveau. Dit is logisch, want hier vindt de meeste directe overheidsinterventie plaats. Op hoofdlijnen komen de niveaus van de Europese Unie, het Rijk en de provincie langs. Needham analyseert de verschillende instrumenten van toelatings- en ontwikkelingsplanologie en neemt de lezer mee in een analyse van (actief) gemeentelijk grondbeleid. Er worden voorbeelden gegeven van verschillende projecten in de omgeving van Nijmegen die de auteur (jarenlang hoogleraar planologie aan de universiteit aldaar) van dichtbij bestudeerde. Deze zijn kenmerkend voor het palet aan ruimtelijk beleid en praktijken in Nederland in de laatste decennia: grootschalige gebiedsontwikkeling, binnenstedelijke herstructurering, revitalisering van oude industriegebieden, uitleglocaties voor wonen en regionale groenprojecten.

De update van dit boek komt op een wat ongelukkig moment. De grote wetswijzingen van de Omgevingswet waren voor de auteur nog niet bekend toen hij in 2013 dit manuscript inleverde. En juist in een boek dat vrij precies het formele speelveld en de juridische aspecten van de ruimtelijke planning schetst komt dat slecht uit. Ook op andere punten voelt het boek wat gedateerd aan, maar dat komt wellicht omdat er in korte tijd zoveel is veranderd in de Nederlandse planologie. Niet alleen qua wetgeving, maar ook qua positie van belangrijke spelers: denk aan de veranderende rolopvattingen van de rijksoverheid en de woningcorporaties – decennialang twee dragende partijen van het Nederlands ruimtelijk beleid. Ook de wereldwijde economische crisis heeft de vakwereld flink opgeschut als het gaat om grootschalige geplande gebiedsontwikkelingen. Op gemeentelijk niveau heeft het actieve grondbeleid een enorme knauw gehad en is er nu veel meer nadruk op kleinschaligere vormen van planning met nieuwe partijen. Deze omwentelingen worden in dit boek nauwelijks behandeld.

Zonder te pretenderen dat alles in de Nederlandse ruimtelijke ordening aan het veranderen is, lijkt het boek daarmee soms tegen wil en dank vooral een analyse te zijn van een specifieke episode van de Nederlandse ruimtelijke planning. Het is de naoorlogse periode van veelal gestaagde groei (demografisch, economisch), en een steeds verder uitdijend en verfijnd juridisch-planologisch stelsel. Wanneer je, zoals Needham, de focus vooral legt op de binnenwereld van de planning dan dreigt het bredere verhaal van maatschappelijke transities te worden verwaarloosd. Dan wordt ruimtelijke planning precies waardoor het zo vaak in de verdediging komt, een naar binnen gekeerde professie.

Dat terwijl het natuurlijk onlosmakelijk verbonden is met een (veranderende) maatschappij, cultuur en politiek. Needham’s boek is echter bewust meer een analyse van de werking van planning dan een kritiek of analyse van het maatschappelijke fenomeen planning. Alleen in het laatste hoofdstuk worden een paar opmerkingen gemaakt over de vraag of de doelen van planning wel juist zijn en of planning ‘succesvol’ is. Dat is geen eenvoudige vraag, aangezien de rest van het boek vooral feitelijk van opzet is. Needham stelt denk ik terecht dat de koopman het toch vaak wint van de dominee in het meest pragmatische Nederlandse ruimtelijk beleid. Toch is er veel bereikt als het gaat om de kwaliteit van de leefomgeving, vooral in internationale vergelijking. De enorme bureaucratie die daartoe opgericht is heeft wel een prijs in lange procedures, hoge kosten en een maatschappij die zich continu richt op de overheid voor beleid, subsidie of regels.

Ashgate is zo’n typische wetenschappelijke uitgever met als resultaat dat het boek erg duur is en dat het beeldmateriaal, vooral de kaarten, enorm tegenvallen. Needham heeft – waarschijnlijk in arren moede – maar zelf een poging gedaan kaarten te maken. Deze zijn af en toe acceptabel maar veelal matig, door de zwart-wit opzet soms moeilijk te lezen en vooral visueel onaantrekkelijk. Er lijkt zich een vreemde tweedeling voor te doen in publicatieland. Terwijl er enerzijds een hausse is aan prachtige geïllustreerde atlassen over tal van aspecten van ruimtegebruik, ploeteren de klassieke tekstboeken van de wetenschappelijke uitgevers voort met matig beeldmateriaal en onaantrekkelijke lay-out. Dat heeft deels met copyrights te maken, maar het is ook een mentaliteit. Beelden zijn, zeker bij dit onderwerp, veel meer dan een afterthought. Wanneer zien we eens een publicatie waar aan beide evenveel zorg is besteed? Wanneer worden de lezers die zich verdiepen in deze cruciale kern van het vakgebied eens beloond met een visueel aantrekkelijk boek?

Dutch Land-use Planning

Barrie Needham, Ashgate, Farnham, 2014

Isbn 9781472423023, 236 pp, € 90,99

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren