dat kost geld!Proefnemingen in Amerika hebben b?-wezen dat een te lage temperatuur ineen werkplaats of fabriek de arbeidsca-paciteit op ongekende wijze vermindertHet is voor elken fabrieksdirecteur dusvan het allergrootste belang, zijn geheelobedrijf (nauwkeurig) tot de juiste tenvperatuur ta verwannen. Als ge Uw be-drijf op de doeltieffendste wijze ver-warmd en geventileerd wenscht te zion,- vraag onzen deskundige dan eens omeen advies.EiNDHovtH CENTRALE VERWARMING N.V.Specialiteit in het aanleggen van fabrieksapparaten voor verwarmingbevochtiging - ontnevcling - droging en koeling.N.V.MOLYN^COROTTERDAMphilips' bouwbedrijfwederopbouw-adresveisenJan Icostelijklaan 30tel. 4484spruitenboschstraat 1 7tel. 16902Haarlem%VERVENENLAKKENVOOR DE( -YUUK ueWEDEROPBOIW2-43TIMMER-ENAANNEMERSBEDRIJFLvAN DERVLIETKantoor en Werkpl.: Gilles van Ledenberghstraat 126AMSTERDAMTELEFOON 83684-32638 NA 6 UUR: 84971 i n.v. aannemersbedrijf v.h.:IQ LU & van Cdelistraat 33estel. 55aOJBOo-aa(0BoJ3ISOaitA!c>X!II1IIIII1CDau>01cB.a"TS^-Snjc-^?--'Q^SO^^ZWrHf^tL,Coilu3:>vS?^!>oSS?jgo2^IIIItoo?tnO41CC3O'aCOa'^oo1IIII1IIIiT3O?acoV"^Coly'-:3CQT3ert>>nJ>J3>?S>^>111t^00ON1J'^?^1-2COl*>s^ao1?gcw-5T3mtT3IJmX!/--I1III1II1a,ici-i^T3nJrotoa-5-^CDMCroS2oSXNwmOt>:^OU>SwIUI1I11II11I111toBMaiOS3?MU?iS3sgtilO-313^^-3o-gIIIIIIIIIIIIIIEen aantrekkelijke brochureover hct nieuweStadsplan RotterdamEind April verscheen een zeer aantrekkelijkeuitgave ,,Het nieuwe hart van Rotterdam",bevattende een uitvoerige omschrijving vanhet nieuwe stadsplan.Vlot geschreven, toegelicht met een platte-grond en talrijke interessante illustraties, geefthet ook den leek een overduidelijk beeld vandit grootsche plan voor den wederopbouwvan het Rotterdam der toekomst.Omvang ca. 40 biz., 21 X 30 cm., met eenin kleurendruk uitgevoerden plattegrond,groot 42 X 30 cm. Prijs / 2, -- .Wilt U zich van een exemplaar verzekeren-- en wie zou dat niet willen ^ bestelt hetdan nu reeds bij den boekhandel. De oplaagis beperkt.Abraham van Stolk & Zoonen n.v.ROTTERDAMPOSTBUS 1100TELEFOON 35400HOUTHANDELu KUNT BOUWENHolle betonvloerenMuurelementenTegelsPalenPlaten - enz. enz.fwarden vioi geleverd doorCementwarenfabriek SCHUURINKKS 48?o Haven-ENSCHEDEBij den Dienst van Stadsontwikkeling en het Advies-bureau Stadsplan, Rotterdam, kunnen geplaatst worden:1. eenige INGENIEURS b.i. en c.i., alsmede eenige assistenten enmedewerkers, bij voorkeur met diploma M.T.S. Bouwkundeen/of H.B.O. voor de uitwerking van het basisplan voor debinnenstad. Stedebouwkundige ervaring strekt tot aanbeveling.2. eenige ASSISTENTEN en MEDEWERKERS met zoo moge-lijk stedebouwkundige en/of economische ervaring, hetzij voorhet verrichten van studies ter voorbereiding van het algemeenuitbreidingsplan, hetzij voor het ontwerpen van de daarmedesamenhangende vraagstukken of uitbreidingsplannen.3. eenige KAARTTEEKENAARS.Rang en salaris naar gelang van bekwaamheid en ervaring.Sollicitaties, gericht aan Burgemeester en Wethouders, vermel-dende de huidige werkzaamheden, genoten opleiding en diploma's,uiterlijk 14 dagen na het verschijnen van dezen oproep in tezenden aan Bureau Personeelvoorziening, Raadhuis, Rotterdam.N.V. Timmerfabriek en Houthandel^elteul^ZonenAmsterdamBellamystraat 23Telefoon 81333Asterweg 43Teieloon 60835SPECIAAL inMUYS 6 ARONIUS' liHANDELMAATSCHAPPIJ N.v. Tel. 37340-39128 |ROTTERDAMIt/ DUNANTSTRAAT H-16 IVERLENGDE COOLHAVENTEGELS:BETONEMAILLE ,,VOOR WEDEROPBOUW"R Vlist-Uioodzand-v.d. fflist-UtruijkAannemers van alle voorkomendeBOUW-, BETON- ENGRONDWERKENTelefoon 30739-33589Boschpolderplein 27A ROTTERDAMHANDEL INBOUWMATERIALEN F. * HaarlemHoofdkantoor: Spaarnd. weg 212 Telef. 14264-Bijkantoor: Tuinlaantje 6-12 Telef. 13S32Telefoon Huis 2S820TEGELS276Nv.GLASHANDELDORENS&Co %,, A |x^ i A cKEIZERSGRACHT 12-16 - TELEFOON 42735-47404 ALLE SOORTEN V L A Ix \^ L/V OAMSTERDAMVOOR DEN BOUW-&GLASNIJVERHEIDVERFvoorBOUWVAKKEN ENINDUSTRIEWAGENAKERSBREDAGEBR.WILLEMSE? DELFTHandelin alle soorien260BouwmaterialenLTel. 1 191 Vlugge levering. Per auio, per schuH.OPBOUW321BOUWMATERIALENSPUYBROEK&ZOONOVERSCHIEZESTIENHOVENSCHEKADE 344-51 5 - TELEF. 46610-490221^^^^1 /^/ iJ- h\ ^^^HWm^m^mPraat me niet over houdhaar!Verf van Kiewiet de Jof2gedie' is pas houdhaar !N.V. LAKFABRIEK KIEWIET DE JONGEGRONINGENArtikelenOJ355Artikelen p/g^ jg^QDoch deze wijziging, hoe zeer van grooten invloed op destructuur van het nieuwe plan, is slechts een van de puntenwaaruit een bepaalde ontwikkeling van het plan 1940 tothet plan 1946 blijkt.De opzet van het eerstgenoemde is in wezen geweest, die vaneen reconstructieplan. Hoezcer gebruik werd gemaakt van degelegenheid om verbeteringen aan te brengen, welke in deoude stad noodzakelijk waren gebleken of zich bij de bewer-king voordeden, toch werd te zeer gestreefd naar het her-stellen van wat verloren ging, vastgehouden aan de oudestructuur. Tot uiting kwam dit in handhaving van den ouden,,Stadsdriehoek", de oude binnenhavens, het beginsel van debestaande bebouwingswijze: blokken, samengesteld uit indivi-dueele panden, met hoog opgaande bebouwingsstrooken langsde straten en laag volgebouwde binnenterreinen.De overtuiging dat een andere richting moest worden inge-slagen om tot den meest gewenschten vorm te komen voorde nieuwe stad, heeft veld gewonnen, naarmate het beeldvan hetgeen verloren ging meer op den achtergrond trad.Echter hebben reeds tot stand gekomen werken de vrijheidom het plan in dezen zin te wijzigen niet onaanzienlijk be-perkt.De hierboven in enkele zinnen aangeduide ontwikkeling vanhet plan moet van groot belang worden geacht, Immers menstond hierbij voor een opgaaf, welke zich maar zelden voor-doet: de herschepping van het hart van een stad, waarvanhet inwonertal bijkans op een orde van grootte van ^ mil-lioen kan worden geraamd, een stad met uitgesprokenfunctie wat aangaat de betrekking tot zee- en binnenvaart,handel en al hetgeen met deze bedrijvigheid verwant is. Eenstad ook met een zeer bizondere ligging aan de rivier de Maas,welker bedding in het stadsgebied een buitengewoon bochtigverloop vertoont.Dat deze omstandigheden een aantal moeilijk op te lessenvraagstukken meebrengen, behoeft nauwelijks te worden op-gemerkt. Maar daartegenover staat en dit is van zeer grootbelang, dat, nu een stadsdeel van zoo groote oppervlakte ver-woest is, er mogelijkhedcn worden geboden om de grondsla-gen te leggen voor een aanleg en opbouw, welke naar redelijkinzicht de waarborgen inhouden dat dit stadscentrum vooreen of meer eeuwen aan zijn functie zal kunnen beantwoor-den. iHoofdlijnen Plan 1946Het groote euvel, dat alld oude stadscentra gemeen hebbenwat de verkeersmogelijkheden betreft, kon in Rotterdam opradicale wijze worden opgelost. Het beloop der belangrijkeverkeerswegen door het centrum te zamen met de spoorwegenen de waterkeering bepalen de hoofdlijnen van het plan.WaterkeeringDe oude waterkeering volgde ongeveer den oorspronkelijkenMaasoever: Schiedamschedijk, Hoogstraat en Oostzeedijk.Het daarbuiten gelegen stadsdeel met havencomplex Leuve-haven, Wijnhaven, Scheepmakershaven, Oude Haven, NieuweHaven en Haringvhet en daaraan gelegen bebouwing wasniet watervrij. D.w.z. het gebeurde eenige malen per jaardat dit stadsdeel werd overstroomd, wanneer de daartoe,,gunstige" factoren samenwerkten (springtij en westerstorm).Bij de overweging om voor dit bezwaar een afdoende op-lossing te kiezen, heeft nog gegolden dat men op deze wijzeeen traditioneele ongerieflijkheid,( die min of meer van folk-loristische beteekenis was geworden, zou opheffen. Dochmeer praktische overwegingen hebben den doorslag gegevenom te besluiten de nieuwe waterkeering zoo dicht mogelijklangs den Maasoever te ontwerpen. Zoowel de tengevolgevan de in voorbereiding zijnde waterstaatkundige werken, teverwachten hoogere vloedstanden als de regelmatige daling56 van den bodem, hebben hiertoe bijgedragen.Langs de rivier is een dijk van 5.50 m + N.A.P. ontworpen.Zoolang deze nog niet tot stand gekomen is, wordt de water-keering gevormd door een reeds aangelegden dijk ter plaatsevan de Blaak en het Groenendaal, waarvan het peil 4.10 m -(-N.A.P. is. Door den aanleg hiervan kon de Hoogstraat alswaterkeering vervallen en tevens de noodzakelijkheid ombinnen het stadslichaam een zeer ongewenscht en moeilijkte verwerken dijklichaam zelfs te moeten verhoogen.SpoorwegenDe ontworpen waterkeering langs de Maas is eerst geheeluitvoerbaar, indien het Maasstation wordt opgeheven. In despoorwegplannen is met deze opheffing rekening gehouden.De spoorlijn uit Gouda wordt nabij Nieuwerkerk in westelijkerichting afgebogen en komt ten noorden en westen van deKrahngsche Hout en langs den rechter Rotte-oever de stadbinnen om het nieuwe ,,Centraal"-station te bereiken. Even-als de spoorbaan via station Beurs naar Dordrecht, komt denieuwe lijn over een viaduct. De toestand van de bestaandeviaduct maakt vernieuwing noodzakelijk. Daarbij zal ditkunstwerk iets meer oostelijk worden gelegd en zal tevenseen constructie in gewapend beton worden gemaakt, waar-door het geraas van de rijdende treinen zal worden ver-minderd.Behalve de hierboven reeds genoemde verhooging der spoor-bruggen is met verdubbeling van de baan in de richtingDordrecht rekening gehouden, weshalve ook een dubbeleoverbrugging van de Maas is ontworpen. Het Beursstationblijft ongeveer ter plaatse van het bestaande gehandhaafd.Omtrent het uiteindelijk lot van de spoorlijn Scheveningen-Hofplein blijkt nog geen beslissing te zijn genomen. Hetstation Hofplein is vooralsnog gehandhaafd en heeft aan eenpleintje onmiddellijk nabij het verkeersknooppunt Hofpleineen gunstige ligging verkregen, welke in overeenstemmingkan worden geacht met het karakter van korte-afstands-verkeer dat via genoemde lijn plaats heeft.VerkeerstvegenHet systeem van verkeerswegen vertoont in het plan eenduidelijk beeld. In de richting Oost-West zijn een drietalroutes ontworpen. Als eerste: de Stationsboulevard, welkein het westen via een doorbraak aansluit op de Middelland-straat en oostwaarts via Hofplein en Pompenburgsingel zoo-wel verbinding geeft met den noordoostelijken uitvalsweg alsmet het zuidelijk stadsdeel. Een tweede oost-west verbin-ding wordt gevormd door Verlengde Blaak, Blaak en Groe-nendaal, waar via het Oostplein de Oostzeedijk wordt be-reikt. Als derde, in vergelijking met beide eerstgenoemde voorhet verkeer misschien van iets minder belang, doch welkedoor het uitzicht op de rivier niettemin een groote attractiezal vormen, de ,,Maasboulevard" in het westen aansluitendaan den Westzeedijk, en die Oostwaarts, via de Oude Plan-tage, op den Oostzeedijk zal aansluiten. De hooge ligging opde waterkeering zal een vrij uitzicht over de rivier mogelijkmaken, dat slechts beperkt zal worden door de bruggen. In-dien deze de hooge ligging van 12 m -|- N.A.P. verkrijgen eninderdaad als hangbruggen kunnen worden uitgevoerd, zaldeze onvermijdelijke beperking in uitzicht ruimschoots doorde beteekenis van het totaal beeld overtroffen worden (afb. 4).En nu de verbindingen Noord-Zuid. In dit verband moetdan eerst, hoewel deze buiten het plan valt, genoemd wordende bestaande z.g. tunneltraverse langs Statenlaan en 's Graven-dijkwal. Deze veroorlooft een belangrijke outlasting van hetverkeer door het centrum. Daarop volgen de verbindingCentraal Station-Veerhaven en de route Hofplein-van Ho-gendorpsplein-Willemsplein. De eerste heeft geen doorgaandeverbinding noordwaarts, laatstgenoemde wel. Beiden ontlee-nen echter hun bizondere beteekenis, behalve aan de functievan verkeersweg in engeren zin, hieraan, dat zij het stads-centrum op zeer directe wijze in contact brengen met denArtikelen?'jft^ta/vrK'^*'T4.. "?.isSA^/#> ^' >^*iCA'* ^^^ ^^^'*?*f^ife>:.iS*i*?*t^'??TMisSi**?fc' - * ?^'-levensader van de havenstad, de rivier de Maas. Vooral delaatstgenoemde route zal van het van Hogendorpsplein afreeds uitzicht geven op de bedrijvigheid der met eenige bas-sins vergroote Leuvehaven (afbb. 5 en 9).Als derde nieuwe Noord-Zuidverbinding is te noemen deAdmiraal de Ruyterweg, welke via een verkeersplein aansluitop de nieuw ontworpen Maasbrug. Noordwaarts geeft ge-noemde weg verbinding via Pompenburgsingel met het Hof-Afb, 4. Hangbrug over de Maasplein en met den Crooswijkschen weg. Ook deze route geeft,en wel op bizondere wijze, contact met de rivier. Meer oost-waarts zijn er nog een tweetal wegen, die toegang tot deMaasboulevard geven.MaasbrugHierboven werd reeds opgemerkt dat in het Plan 1940 wel-iswaar was gedacht aan vernieuwing, gepaard gaande metAfb. 5. Terras met gezicht op Leuvehaven57Artikelen58verbreeding en verhooging van de brug, doch deze zou de-zelfde situatie behouden. In het nieuwe plan is echter eennieuwe situatie ontworpen, welke ongetwijfeld u-'t verkeers-oogpunt belangrijke voordeelen biedt. Als zoodanig is tenoemen de betere aansluiting van de Oranjeboomstraat opden Zuidoever; ook op den Noordoever verkrijgt de Brug-afrit onmiddellijk aansluit'ng op een zeer ruim verkeersplein,dat hoewel geen enkel verband houdend met de Beurs, voor-loopig als Beursplein moge worden aangeduid.Bij de keuze van de nieuwe situatie van de brug hebbenniet uitsluitend directe verkeersbelangen gegolden, maar even-zeer overwegingen, voortkomende uit het inzxht omtrent deontwikkelingsmogelijkheden van de city. Bij de algemeenetendenz van uitbreiding onzer steden in westelijke richtingbestaat de mogelijkheid van geleidelijke verplaats'ng van hetzwaartepunt van het leven in de city, al zal de aanwezighe'dvan bepaalde instelb'ngen een zekere ,,verankering" te weegbrengen. Een dergelijke verschuiving brengt mede, dat ge-bouwen en straten, die niet langer worden gebru'kt voordoeleinden, welke in het bizonder in verband met c'tyvormingstaan, tot een toestand van minder aanzien en verwaarloo-zing geraken. Men heeft in Rotterdam voor het oostelijk deelvan het stadscentrum deze mogelijkheid voorziende, eenmiddel gezocht om deze tendenz te weerstreven. Het be-trekken van dit oostelijk deel van de binnenstad in het intensestadsverkeer achtte men daartoe een doeltreffend middel.Door verplaatsing van de brug, zoodat deze ten oosten vande spoorwegbrug komt, wordt deze gedachte tot uitvoeringgebracht.In dit verband moge worden opgemerkt, dat men ook weldegelijk rekening houdt met uitbreiding van de city in wes-telijke richting, indien aan vergrooting van het citygebiedbehoefte bestaat. In het stadsdeel tusschen 's Gravendijkwalen Mauritsweg, waarvoor reeds op grond van beschouwingvan de kaart besloten kon worden dat binnen afz'enbarentijd saneer'-ng niet zal kunnen uiblijven, heeft men voor voren-genoemd doel een uitstekende reserve.VerkeerspteinenDe belangrijke verkeersroutes snijden elkaar in punten, diehierboven reeds met oude bekende namen werden genoemd.Bij het ontwerp heeft het Hofplein voornamelijk als vcrkeers-knooppunt met mogelijkheid voor circulatie zijn oplossing ge-kregen. Men zal zich de lange geschiedenis, welke dit vraag-stuk heeft doorgemaakt, herinneren. Nu de probleemstellingvrij was van allerlei beperkende elementen en ondanks allegoede bedoelingen van cbnserveering en heropbouw van deoude Delftsche Poort niets meer kon terecht komen, was eenradicale oplossing mogelijk.Ook het van Hogendorpspleih is in de eerste plaats als ver-keersplein met circulatie ontworpen. Bij dergelijke pleinenmoet vooral de traditioneele gedachte van omslotenheid doorde bebouwing op den achtergrond komen. De verhoudingvan de breedten der aansluitende verkeersstraten tot die be-bouwing is zoodanig, dat slechts een groote openheid metruime doorzichten overblijft en alleen door de hoogte der aanhet plein staande bebouwing de beteekenis van de ruimte kanworden geaccentueerd. Die openheid is bij het van Hogen-dorpsplein een der belangrijkste elementen. Immers hier komthet stadscentrum in directe aanraking met de bedrijvigheidvan de b'nnenvaart in de Leuvehaven. Van een aan dezuidoostzijde van het plein ontworpen terras is een overzichtover dit havencomplex met op den achtergrond tusscheneenige hooge bedrijfsgebouwen door, de rivier met daarlig-gende zeeschepen mogelijk (afbb. 5 en 6).Bizondere vermelding verdient nog het bovengenoemde,,Beursplein". Van een eigenlijk plein als verkeersruimte kanhier niet worden gesproken. Het bestaat uit twee bovenelkaar gelegen circulatieringen, waarvan de onderste op1.60 m ^ N.A.P. te samen met den Admiraal de Ruyterwegen de route Blaak-Groenendaal eenTvormt, terwijl de boven-ste op een hoogte van 6.60 m -|- N.A.P. op overeenkomstigewijze met den brugoprit een T vormt. Twee klaverbladengeven de onderlinge verbinding tusschen beide niveaux. Dezeinrichting geeft voor verschillende routes een kruising-vrijenovergang met slechts 2.50 m stijging of daling. Slechts deverbinding Admiraal de Ruyterweg-Maasbrug vereischt dedubbele stijging waarbij een der klaverbladen moet wordendoorloopen (afb. 7).Men zou hier ook een directe verbinding en ook een minderwillekeurige aansluiting verwacht hebben. Geheele vrijheid inhet ontwerpen bestond echter niet, daar de Adm'raal deRuyterweg reeds volgens het plan 1940 tot stand kwam enhet aanleggen van een afrit door de groote lengte bij hetgegeven hoogteverschil eveneens groote bezwaren zou op-leveren. De ontworpen aanleg sluit in de tendenz om het vande brug komend verkeer naar links of rechts af te leiden.Het is niet gemakkelijk om zich een denkbeeld te vormenvan de totale ru''mte (welke globaal op ruim 200 m bij 400 mgesteld kan worden), waarin zich dit geheele ,,verkeers-apparaat" bevindt. Aan de bebouwing, welke aan drie zijdenlangs deze ruimte is geprojecteerd, kan geen belangrijke be-teekenis worden toegekend met betrekking tot de vormbepa-ling van het plein. De elementen, welke de brugopritten vor-men, zullen als zoodanig zich meer doen gelden. Het wilons voorkomen dat al'een door een zeer forsche boombe-planting het totaal beeld op bevredigende wijze zal kunnenworden verduidelijkt en verfraaid.De groote ruimte heeft overigens practische beteekenis alsparkeerruimte en zal ook als eindstation voor buslijnen kun-nen worden gebruikt.Het kan in dit stadium geen groot bezwaar geacht wordendat de splitsingspunten in den Pompenburgsingel nog nadereaandacht zullen vragen.Wegpro[ielenDe profielen van de hoofdverkeerswegen zijn zoodanig ge-vormd, dat ter weerszijden van een tram op eigen baan drierijbanen beschikbaar zijn. Overigens is er een parkeerstrooklangs een afzonderlijken weg. De Blaak en de Stationsboule-vard hebben zeer ruime trottoirs in verband met de bestem-ming der bebouwing, wat de Blaak noordzijde betreft winkels,wat den Stationsboulevard noordzijde aangaat, hotels,cafe's en restaurants. De zuidzijde van laatstgenoemden boule-vard bevat een ruime wandellaan, waar langs paviljoens eenzitgelegenheid bieden.Enkele der straatprofielen zijn in de afb. 8 (nrs. 1-5 ennr. 10) weergegeven, waarbij ter vergelijking dat van deChamps-Elysees is gevoegd. Op te merken is nog dat zoomogelijk behoud van water en plantsoen in den Westersingel,welke in zijn huidige verschijning een verkwikkend wegbeeldvertoont, gewenscht moet worden geacht.BinnenhavensDe verbinding van de Rotte met de Leuvehaven doet in hetplan wat willekeurig aan. Er moest echter rekening gehoudenworden met het feit dat overeenkomstig het Plan 1940 ditkanaal met kunstwerken reeds tot stand was gekomen. Reedshiervoor werd opgemerkt dat de Leuvehaven is uitgebreidmet twee bassins, waartusschen pieren met pakhuizen enopslagplaatsen-. Hiermede wordt op zeer te waardeeren wijzeeen der meest levendige elementen van het havenstadbedrijfin de onmiddellijke nabijheid van het stadscentrum gehand-haafd, hetgeen van groote waarde moet worden geacht omdeze karakteristiek binnen de dagelijksche belangstelling tebetrekken (afb. 9). Aan de oostzijde zijn de Oude Havenen de Nieuwe Haven gedeeltelijk verdwenen. Voor de uit-vaart bij het Bolwerk, op welke plaats de nieuwe brug isgeprojecteerd, is een nieuwe meer oostwaarts gelegen uit-vaart in de plaats gekomen. Ook in verband met de omstan-digheid dat deze waterverbindingen van een tegcn de hoogsteArtikelenAfb. 6. Vogelvlucht van Hogendorppleinvloeden bestand zijnde afsluiting moeten worden voorzienwas er aanleiding om het aantal tot twee te beperken.,,Groen"Alvorens de bestemming der bebouwing nader wordt bezieneen enkel woord over de open beplante ruimte, de ,,groen-voorz'ening". Binnen het stadscentrum bepaalt deze zich totboombeplanting langs de belangrijke wegen en op enkelepleintjes en binnenhoven. Het profiel van den Statlonsbou-levard en de Blaak is echter zoodanig dat deze beplantingeen belangrijk ,,groenelement" kan vormen. En wanneer deBoompjes, wat heel wat minder deftig kHnkt dan ,,MaasboU'levard", maar meer Rdtterdamsch is, weerhun groenen tooi zullen hebben verkregen, zaldeze ,,Riverside-drive" een waardige verbin-ding tusschen het Park in het westen en deOude Plantage in het oosten vormen. Indienoverigens al het op de kaart aangegevengroen openbaar toegankelijk zal zijn, zal deKralingsche Hout een fraaie verbinding metgenoemde Plantage krijgen. Ook in het her-bouwplan voor Kralingen komen groenpar-tijen voor, die zoowel doordringen in het tennoorden van den Goudsche Singel gelegenwoongebied, als een verbinding met de Maasgeven. Voor wie zooveel mogelijk buiten destadsbebouwing wil vertoeven zullen op dezewijze in de toekomst interessante en boeien-de wandelingen tot stand komen.Bestemming bebouwingDe bestemming der bebouwing is in het plan op een kaartweergegeven, welke zich niet eenvoudig voor reproductieleent. Deze kaart geeft alleen de bestemmingen voor den be-ganen grond. Ten deele gelden die voor de geheele op terichten bebouwing. Een schematisch overzicht der bestemmin-gen is in afbeelding 10 weergegeven.Eigenlijke woongebieden liggen buiten het stadscentrum enwel ten noorden van den Goudsche Singel, waar reeds ge-durende de bezettingsjaren een gedeelte der bebouwing ge-reed kwam, en in het plan voor Kralingen.De strook langs de Maasboulevard (Boompjes) is bestemdvoor gebouwen met bedrijfsdoel en kantoren. Waar thansAfb. 7. Schema Verkeersplein (Beurs)59Artikelcnj ^' "V7^A.CRI an a.fJ' a a. lit ? ?^? ^.--.i-i^il^'(^'O'.O'lO' ( J'HU'O 'Oil )!"3?-^IPIIIIHT/ ' ''>jat,jnn,g-. iifrffi I'-60het emplacement van het Maasstation zich nog bevindt,zijn langs de Maas in hoofdzaak vrijstaande flatgebouwengedacht. De daarin gelegen woningen krijgen een bizonderfraai uitzicht op de bocht van de Maas.Aan de hand van evengenoemde afbeelding moge het vol-gende worden vermeld. Langs den Stationsboulevard is eenstrook voor verzorging en amusement bestemd. Bij verzor-ging moet hier in de eerste plaats aan cafe's, restaurantsen hotels worden gedacht. In de rubriek amusement is alsbelangrijkste gebouwencomplex te noemen een Theater- enConcertgebouw (ook met zaaltjes voor vergaderingen e.d.).Dit gebouwencomplex vormt den noordwand van een plein,aan welks zuidzijde de Schouwburg is gelegen. Gedurende debezettingsjaren is met den bouw van laatstgenoemde -- aan-vankelijk als noodschouwburg -- begonnen, doch men rekenter op dat dit gedurende langen tijd de definitieve schouwburgzal zijn.Een tweede centrum van vermaak is gelegen ten westen vanden Schiedamschedijk, in het bizonder voor den zeeman be-doeld. Overwogen is daarbij dat men den passagierendenvarensgezel op deze wijze een passende omgeving kan gevenen verspreiding van de gelegenheid waar hij zijn genoegenvindt, ook uit algemeen sociaal oogpunt minder gewenscht is.In de nabijheid ten noorden van de Zalmhaven is overigenseen zeemanshuis geprojecteerd, terwijl aan het Willemspleineen hotel is gedacht waar in het bizonder het kader van dekoopvaardij onderdak zou kunnen vinden.De bestaande openbare gebouwen aan den Coolsingel vormende kern, waaromheen andere overheidsgebouwen zullenworden gegroepeerd. Ter weerszijden van de Nieuwe Spoor-wegviaduct ligt een soortgelijke groep, tot welke als open-baar gebouw de te herbouwen St. Laurenskerk zal behoo-ren; deze krijgt zoowel naar het westen als het oosten eeniets vrijere ligging dan oorspronkelijk het geval was.ilj-SILD,iAfb. 8. Straatprofielen1. Profiel Blaak2. Profiel Westersingel3. Profiel Stationsboulevard4. Profiel van de naar het westen verlengde Blaak5. Profiel Maasboulevard, op den achtergrond nieuwe hangbrug6. Ter vergelijking: Champs Elysees te Parijs7. Profiel nieuwe winkelstraat8. Ter vergelijking; Kalverstraat te Amsterdam9. Ter vergelijking: Veenestraat te Den Haag10. Profiel CoolsingelArtikelenAfb. 9. Gezicht van Leuvehaven naar ScheepmakershavenHet stadsdeel tusschen Schiedamschedijk, Blaak en Maas isvoor bedrijfsdoeleinden bestemd; aan de Zuidblaak in het bi-zonder voor kantoren en bankgebouwen, overigens in verbandmet de binnenscheepvaart voor pakhuizen, al of niet in combi-natie met kantoren, bedrijven en winkels.Het karakter van gemengde wijk, waarin het accent zal val-len op kantoren en kleinere en middelgroote bedrijven krijgthet stadsdeel ten oosten van den Admiraal de Ruyterwegtot aan Goudsche Singel; een strook tusschen Oostzeedijken de binnenhavens, Boeien- en Buizengat genaamd, is voorbedrijven bestemd.Afb. 10"SCHEMA BESTeMMINGEM STAD5PLAN ROTTERDAM"/i6*Hi (ieftouweNAfb. 11.Binnenstadshoft n EARkiit-iemiiiliiiiiillllliiiiliiiiHiiri . .,.feilU^J.,.M;.i.^i:^'.JHiJi.l,aaJaJ.l'HiriiiiiiiiJ 'uniiiiii iMiuiFinHii wiuiio5r?Trr?ta*? "iitt61ArtikelenAfb. 12. Stationsboulevard62De hierboven niet afzonderlijk genoemdc deelen van hetstadscentrum zijn bestemd voor winkels, al of niet gecom-bineerd met kantoren en woningen.Aanvankelijk heeft men gemeend dat van de 28.000 dcKir denbrand verloren gegane woningen er slechts zeer weinige inhet stadscentrum zouden moeten terugkomen. Gebleken isechter dat er een belangrijke groep van menschen is, die uithoofde van hun beroep in de city moeten wonen, terwijloverigens rekening is gehouden met een categoric, die dedirecte omgeving van het centrum als de meest bij hun be-hoefte en levenswijze passende woonmogelijkheid beschou-wen. In totaal zullen rond 7000 woningen in de eigenhjkebinnenstad kunnen terugkomen. 3000 woningen zullen in debovengenoemde wijken ten noorden van den Goudsche Singelen in het nieuwe plan Kralingen terecht kunnen komen.Bij de bestemming van de bebouwing voor winkels is er naargestreefd een aantal winkelstraatketens te vormen, welke zoo-wel de westelijk als de oostelijk van de binnenstad gelegenwijken met het gebied van de winkels verbindt. In het bizon-der vindt men dit laatste in het gedeelte der city omslotendoor Stationsboulevard-Coolsingel-Verlengde Blaak en Wes-tersingel. Daarbinnen is voor een aantal blokken een bizon-dere oplossing ontworpen, waarbij eenerzijds getracht is tevolstaan met zoo smalle winkelstraten als redelijk kon wordengeacht (afbb. 87^--8g), andererzijds met een ruimere toctre-ding van licht en lucht aan de zijde der ontworpen binnen-hoven (zie afb. 11). Langs de lange zijde der blokken zijnboven de winkels op de eerste verdieping kantoren en daar-boven woningen gelegen, welke aan de zijde der binnenhovenhaar toegang hebben. De hoven welke een boombeplantingverkrijgen, veroorloven overigens het laden en lossen aan deachterzijde der winkels en kunnen voor parkeeren wordengebruikt. De bebouwing boven winkels aan de korte zijdeder blokken is niet voor woningen bestemd. Voor hen dieom de reeds boven genoemde redenen een woning in debinnenstad behoeven, is op deze wijze een zeer aanvaard-bare oplossing gevonden, die ver uitsteekt boven de wijzewaarop in oudere stadsdeelen boven winkels moet wordengewoond.Enkele bizondere bestemmingenDe wijk tusschen Rochussenstraat-Eendrachtsweg en Park,welke eigenlijk geheel buiten het herbouwgebied ligt is be-stemd om instellingen met een cultured doel te bevatten.Enkele belangrijke gebouwen voor dit doel zijn reeds aan-wezig als het Boymans Museum en het Museum voorScheepvaart en Luchtvaart, Gymnasium, een dr'etal kerkenvan verschillende gezindten en het gebouw van de Volks-universiteit. Verwacht mag worden dat nog meer gebouwenvoor genoemd doel tot stand zullen komen. Met de reeds be-staande kunnen ze in een min of meer los verband in denparkachtigen aanleg worden opgenomen.Voor het houden van weekmarkten is bestemd een strooklangs de Binnenrotte en het Verbindingskanaal. De onder--&%. -x^t^ArtikelenO^X fkoAua*^W1?p*{^R^Afb. 13. Winkelhof bij Erasmushuisbreking door de kruising van verschillende wegen, welkeoverigens een onderdoorgang ter onderlinge verbinding toe-laten, kan de onderscheiding van de verschillende deelenvan de markt, elk met eigen karakter, ten goede komen. Desituatie maakt het mogelijk dat de bcwoners van het noorde-lijk stadsdeel zich via de markt naar het stadscentrum bege-ven. De Jonker Fransstraat, een winkelstraat, die in eenwijderen boog ongeveer evenwijdig aan dit marktterrein looptkan het marktleven ondersteunen.Ten westen van de knik waar de Rotte tot vcrbindings-kanaal overgaat, is een open terrein ,,voor bizondere doel-einden", waarbij gedacht is aan het gebruik voor meetingsen volksfeesten, opstellen van kermissen, rondreizende circus-sen e.d. Tevens kan hierin gezien worden - een reserve voormogelijk later gewenschte uitbreiding van de markt en eenparkeerterrein bij bizondere gebeurtenissen.Tegenover het Stadhuis is een pleintje ontworpen, dat eeniger-mate de beteekenis van het Stadhuis tegenover de beidenaastliggende groote gebouwen accentueert. Deze ruimte heeftoverigens beteekenis voor vergrooting van de gevellengte vanden Coolsingel, waardoor de mogelijkheid voor vestiging vancafe's e.d. wordt vergroot.BasisplanHet plan zooals het thans bekend is gemaakt en door B. enW. aan den Raad aangeboden, is door de ontwerpers engenoemd College basisplan genoemd. Wat beteekent dit?Het beteekent meer dan dat het plan slechts richtlijnen zoubevatten voor een verdere ontwikkeling. Rooilijnen en be-stemmingen, hoewel op vele punten nog niet gedifferentieerd,worden er door vastgelegd. Beoogd wordt de mogelijkheidte scheppen dat er bij verdere uitwerking en verwezenlijkingop verschillende min of meer ondergeschikte punten wijzigingkan worden aangebracht om de opvattingen van opdrachtge-vers en architecten, die in het stadsplan moeten bouwen, tothaar recht te laten komen.Er doen zich hier enkele vragen voor, welker beantwoordinggaame aan daartoe meer bevoegden wordt overgelaten. Hetplan zal worden vastgesteld door het College van AlgemeeneCommissarissen voor den Wederopbouw, waarbij blijkens hetden Raad aangeboden stuk verwacht wordt dat deze vast-stelling niet zal volgen indien het plan ook de goedkeuringvan den Raad niet zal hebben verkregen.Heeft het plan met de vaststelling de rechtskracht verkregenvan een uitbreidingsplan? Welke zijn de rechtsgevolgen enop welke wijze is de rechtszekerheid dan verkregen?Wat de laatste vraag betreft, zou men kunnen stellen dat,waar de terreinen van de verwoeste stad geheel zijn of wor-den onte'-gend met een schoone lei kan worden begonnen. Dochindien onteigening in de overgangsgebieden niet op ruimeschaal plaats heeft -- welke onteigening toch wederom ophet plan zou moeten berusten -- dan blijven er toch moei-lijkheden t.a.v. de rechtszekerheid. (Ook zouden deze zichkunnen voor doen bij de reeds uitgegeven terreinen, waarvande bebouwing reeds is begonnen of zelfs verder gevorderd).Bij wijziging en ook bij nadere uitwerking en meer gedetail-leerde regeling tengevolge van verdere ontwikkeling schijnthet toch onvermijdelijk de procedure van de Wonmgwet tevolgen.De hier te berde gebrachte vraagpunten mogen echter geenbeletsel zijn voor de erkenning dat de thans gekozen vorm,het basisplan, berust op een gezonde gedachte. Gezond, ge-zien als tegenstelling tot statisch en formed regelend.Ook als aanvaardend het leven met zijn moeilijkheden enmogelijkheden met daaraan onvermijdelijk verbonden risico's.De beteekenis daarvan voor het stadsplan moge blijken uit eenaanhaling van wat een der medewerkers aan het ontwerponlangs daarover schreef. i),,Basisplan",,Dit wil zeggen, dat men zich voorstelt het plan verder uitte werken, te herzien, te verbeteren en vooral te blijven aan-passen aan alles wat zich aan waardevols zal aandienen bijde voortdurende confrontatie met de levende werkelijkheid1) Bouw le jaarg. No. 16. Ir. S. J. van Embden: Het herbouwplan- voorde Maasstad. 63Artikelen/?? ^^ '^1 ?Afb. 14. van Hogendorpplein naar het Oosten64van de evolueerende stadsgemeenschap. Dat daarmede geengemakkelijke weg is gekozen, spreekt vanzelf, dat daarmedeevenwel een groote mate van waarachtigheid kan worden ver-kregen evenzeer, maar dat anderzijds ook het gevaar dreigt,dat het aanvankehjke elan gebroken zal worden door veelgekrakeel en kortzichtigheid behoeft ook wel geen betoog.Men zou kunnen zeggen, dat op deze wijze de Rotterdamscheburgerij uiteindehjk de stad zal krijgen die zij zich waardigbetoont: schoon als zij daarnaar wil grijpen, arm en klein-burgerlijk als de bezieling zou blijken te ontbreken. Uit hetfeit dat men den gekozen weg heeft aangedurfd, spreekt eengroot vertrouwen in de levende krachten welke in de Maas-stad werkzaam zijn en er is zeker alle aanleiding om dit ver-trouwen gerechtvaardigd te achten, getuige de wijze waaropdeze zwaar geschonden stad nog altijd moedig worstelt naarhaar herstel; herstel van haar havens allereerst, herstel vanhaar binnenstad nauwelijks minder."Samenvatfende beschouwingVatten wij thans de indrukken samen, die de bestudeering vanhet plan geeft, dan kan het volgende worden opgemerkt.In de hoofdlijnen bevat het plan de mogelijkheden om debinnenstad van Rotterdam te maken tot een goed geoutilleerd,doelmatig, maar ook karakteristiek en schoon centrum van eengroote stad, waarin de bezwaren van centra van ouderesteden, die ook het oude Rotterdam kende, zijn opgelost.Dat zou echter voor een havenstad nog niet voldoende zijn.Daarom is het verheugend te mogen constateeren dat in hetontwerp op fraaie en karakteristieke wijze het verband isgelegd, het contact is gevormd tusschen stad en rivier, hethavenbedrijf zooveel mogelijk in de stad gehandhaafd en ge-bracht, zonder dat voor wederzijdsche belemmering of hindervan stadsleven- en verkeer en haven- en handelsverkeer ge-vreesd behoeft te worden.Een belangrijk element in het riviergezicht zullen de nieuweoeververbindingen vormen. Gehoopt moet worden dat hetinderdaad mogelijk zal blijken deze als hangbruggen tot standte doen komen. Het perspectivisch beeld (afb. 4) en in ster-ker mate het bezien van teekeningen van een nadere studievan deze rivierovergangen geeft aanleiding tot het uitsprekenvan de meening dat het zeer gewenscht is naast de pylonenvoor de hangbrug heftorens te maken van een minder mas-sieve constructie als in de (voorloopige) ontwerpen aange-geven. Men zou hier de meest ijle ijzerconstructie wenschen,die mogelijk is, en met het oog op het contra-gewicht uitaesthetisch oogpunt in evenwicht.Hoewel dit op het uiteindelijk resultaat niet van belangrijkeninvloed behoeft te zijn, zou het zeer bel'angwekkend zijn tezien welken overgangstoestand men zich voorstelt, zoolangde oude Willemsbrug behouden moet blijven -- welke toe-stand naar moet worden voorzien een geruim tijdvak zalbeslaan -- en of al dan niet directe aansluiting op het tegen-woordige Beursplein in het voornemen ligt.Omtrent het nieuwe ,,Beursplein" met zijn enorme afmetin-gen is zonder verdere gegevens bezwaarlijk een oordeel tevormen. Op de moeilijkheid om hiervoor een stedebouwkundigbevredigend stadsbeeld te ontwerpen werd reeds gewezen.Dit kan met recht een nieuwe opgave worden genoemd, welkewel aan Sluszen in Stockholm doet denken, doch wat situatieen omgeving betreft wel zeer verschilt.Het is den ontwerpers niet euvel te duiden dat zij voor debezwaren, welke de aaneenrijing van een drietal belangrijkeopenbare gebouwen aan den Coolsingel, en welker architec-tuur welhaast de grootst mogelijke tegenstelling vertoonen,geen afdoende oplossing hebben voorgesteld. Zelfs met zeervergaande wijzigingen in het profiel van dezen singel --welke mogelijkheid begrijpelijkerwijze beperkt werd door hetbehoud gedurende den brand van enkele groote gebouwenaan de westzijde -- zou toch het resultaat niet zijn bereikt,waartoe men alleen op uiterst radicale wijze zou kunnen komen.De pleinverruiming tegenover het Raadhuis met toeleidendesecundaire straat maakt het nu mogelijk bij nadering van deWestzijde het, uit het oogpunt van algemeen burgerschap,belangrijkste gebouw los van de naburige gebouwen waar tenemen.Zooals reeds bij het van Hogendorpplein werd opgemerkt,kan de bebouwing pleinen van dergehjke afmetingen en ver-houdingen niet beheerschen. Toch zou men een andere wijzevan accentueeren van dit plein wenschen dan de perspectief-teekeningen (afbb. 6 en 14) vertoonen. Erkend moet wordende niet geheele vrijheid wat de westehjk en noordwestelijkvan het plein gelegen bebouwing betreft, welke reeds opgrond van het Plan 1940 werd aangevangen en thans wordtvoortgezet.Het juist opgemerkte brengt ons tot den laatsten zin in hetaardige, rijk geillustreerde boekje. ,,Het nieuwe hart vanRotterdam" i), waarin wordt opgemerkt dat de getoondeteekeningen van toekomstige stadsbeelden niet zijn bedoeldals suggesties voor den aard der toe te passen architectuur-vormen. Dit maakt een oordeel moeilijk. O.a. geeft het aan-leiding tot de vraag: moeten bebouwingshoogte, rust en eenzekere eenheid in de vormgeving der straat- en pleinwandenniet tot de architectuurvormen worden gerekend? Want juistin dit opzicht geven verschillende beelden een niet geheel be-vredigend aanzien. Het meest geven daartoe aanleiding deStationsboulevard (afb. 12) en het Stationsplein naar hetnoorden gezien (hier niet afgebeeld). Daartcgenover staatde aanblik van de Leuvenhavenkade naar het oosten (afb. 9),waarin door eenheid in architectuurvormen en rythme eengroote waardigheid, rust en schoonheid wordt bereikt, waar-tegenover het ietwat rommelige, maar niettemin interessantebeurtvaart- en havenbedrijf de noodige levendigheid zal vor-men en het totaal beeld voltooien.Zal alles wat in het ontwerp als gedachten, ideeen en moge-lijkheden is aangegeven kunnen worden verwerkelijkt? Hetzou weinig zin hebben daarop thans verder in te gaan;immers zou een beschouwing daarover volkomen op hypo-thetischc grondslagen moeten blijven, Verwachtingen daar-omtrent worden in hoofdzaak beheerscht door een pessimis-tischen of optimistischen kijk op de toekomst. Deze toekomsthangt af van de economische, en voor een belangrijk deelstaatkundige, ontwikkeling niet alleen van ons land, maar vanWest Europa en Indie en zelfs den wereldhandel en -economic.Moge de Raad van Rotterdam, indien straks het plan wordtaanvaard. daarmede het symbool weergeven van vertrouwenin de toekomst en uiting er aan geven, dat de oude geestdie in de Mei-dagen van 1940 de verdedigers van Rotterdamheeft bezield, nog leeft.') Het nieuwe hart van Rotterdam. 1946. Nijgli & van Ditraar N.V.Enkele afbeeldingen zijn ontleend aan ,,Het nieuwe hart van Rotterdam"eri aan ,,De Ingenieur".De planologie niet, de stedebouwkunde wel eenvak ?Het artikel van Ir. W. F. Schut, ,,Is stedebouwkunde een vak"? in dittijdschrift. Maart 1946, roert mijns inziens een wel zeer belangrijkevraag aan.Steeds meer specialisten zijn in de loop der tijden betrokken bij hetvoorbereidende planologische werk, steeds duidelijker is het gewordendat een stedebouwkundige zijn taak niet alleen af kan. Sociaal-geografen,economen, civiel-ingenieurs zijn te hulp geroepen, onder anderen, enopgenomen in de apparaten belast met planologisch werk.Een diepc, laat ik zeggen filosofische beschouwing over de taak vande planologie en de stedebouwkunde zou gewenst zijn. Als voorlopigeaanvulling op wat door Ir. Schut te berde is gebnacht, zou ik hier enkeleopmerkingen willen plaatsen, ook meer met de bedoeling om verderediscussie uit te lokken, dan als uitspraak van een ,,meer bevoegde'.In de eerste plaats lijkt het mij duidelijk dat er meer gebruik dient teworden gemaakt van de synthetische beschouwingswijze. De groei vande planologie en de stedebouwkunde, geillustreerd in de wetgeving, van Artikelende Wet op de Volkshuisvesting (1901) via uitbreidingsplannen, streek-plannen naar het Natiomale Plan (1940), bewijst mijns inziens dat een,,ordening" van een onderdeel van het maatschappelijk bestel, los vande rest, onbevredigend is, en noopt tot pogingen de ordening uit tebreiden. Zien wij dit dus in de praktijk, is het dan teveel gevraagd omde vele stappen die op deze wijze voortgaand gedaan zouden moetenworden, in een grote stap te doen ? Eens zal het er toch van komen !De planologie zou dan slechts een aspect zijn van een groot geheel datcorrespondeert met het gehele maatschappelijke complex, en waarvoorde equivalent: ,,planning" genoemd wordt. D.w.z., er bestaat een activiteit(ik wil niet van vak spreken) die tot doel heeft plannen te maken voorde maatschappelijke activiteit als geheel. Over de grondslag hiervanwil ik lets meer zeggen, na eerst te zeggen wat mij van het hart moet:,,planning" is een woord dat wij niet blijvend kunnen gebruiken, ookniet zonder aanhalingsteekens en met ,,de" ervoor zooals in het Bouwplan1946. ,,Ordening" is ook geen prettig woord, en drukt te weinig eenideaal, een toekomstdoel, uit. ,,Planeeren" komt heelemaal niet in aan-merking. Ik stel dus voor ,,het plannen" te gebruiken, met als werk-woord, ik plan, heb gepland. (HiJ plant is lastig, maar in het zinsver-band zal de beteekenis wel altijd duidelijk zijn).Ik zal vervolgens ,,het plannen" bezigen, en beveel het aan in de wel-willende aandacht van de taalcommissie. De betekenis van het woordzal ik zo kort mogelijk duidelijk trachten te maken.Het plannen zal de bezigheid van de mens zijn om een nader teomschrijven doel te bereiken, zoals het plannen maken het is voor iederwillekeurig doel. Het doel van het plannen moet zijn om leiding te gevenaan de voorbereiding en het scheppen van de materiele en sociale engeestelijke omstandigheden, die het de enkeling in gemeenschap mo-gelijk zuUen maken zijn levensdoel te zien en na te streven. Over ditlevensdoel valt te twisten; voor zijn leven op aarde zal men het erevenwel over eens kunnen zijn, dat een optimale ontplooiing van zijnlichamelijk en geestelijk wezen als mens, en het streven naar vrijheid,de uiting van de levensdrang, de factoren zijn waarmee wij rekeningmoeten houden. Het vrijheidsstreven van de enkeling stuit op materiele,geestelijke en sociale begrenzingen; wat dit laatste betreft, moet de socialerechtvaardigheid geeist worden. Sociale rechtvaardigheid en vrijheids-streven eisen democratie in ruimste zin, een maatschappij waarin dezelf-werkzaamheid en de verantwoordelijkheid van alien tot hun rechtkomen.Het plannen eist dus dat op alle gebieden gepland wordt, sociaal,economisch, staatkundig, cultureelj in de tijd en in de ruimte. De doel-stellingen van het plannen, die invloed hebben op de ordening van hetgebruik van de ruimte, de bodem, zouden speciaal de stof voor deplanologie leveren. Ook hier zullen echter de sociale wetenschap en desociale maatstaven, uiteindelijk de gemeenschap zelf moeten heersen.Het zal duidelijk zijn, dat een mens noch het plannen noch de pla-nologie kan beheersen. En dat dus ook de stedebouwkundige dit nietkan. Geheel afgezien van de theorie van de planologie, zal ieder be-paald geval door een uitgebreide survey voorafgegaan moeten worden.Voor de survey en het hierop gebaseerde plan, zal een ploeg specia-listen moeten samenwerken. Het plannen noch de planologie zijn te be-schouxven als wetenschappen, dock als een wetenschappelijke denk-methode, gericht op de toepassing van alle betrokken wetenschappen ophet gestelde sociale doel.De stedebouwkundige zal het zijn die vorm geeft aan de plannen. Hi)zal in de eerste plaats aesthetische begaafdheid en scholing moeten heb-ben, en verder een ruime achtergrond van sociale en technische weten-schappen. In het bizonder zal hij een opleiding moeten hebben over desociale en technische zijden van vraagstukken betreffende orientatie envorm van gebouwen, straatbreedten en andere verkeersproblemen en inhet algemeen die kant van de problemen die de samenhang van dedelen van de stad (of van de maatschappij) betreffen.Echter zal het werken in ploegen de studie van talloze problemen (ookdie zoeven genoemd werden) vruchtbaarder maken, omdat de meesteproblemen niet binnen een vak-gebied vallen of geheel los staan vanandere problemen. De stedebouwkundige maakt vanzelfsprekend deel uitvan de planologische ploeg, hij heeft de taak de anderen te wijzen op decontactpunten tussen hun vakken; hij zal de plannen, gebaseerd op de sur-vey en de ,,wenselijkheden", moeten vertalen uit het woord in het beeld,en uiteindelijk de verantwoordelijkheid dragen voor het uiterlijk van dete bouwen stad. Ongetwijfeld kan dus de stedebouwkundige aanspraakmaken op de spil-positie in de ploeg.Toch hoeft dit niet als stelregel te gelden, dat de stedebouwkundige inde planologische ploeg de hoofdrol speelt. Ongetwijfeld zullen er stede-bouwkundigen zijn met het ruime overzicht en del aesthetische begaafd-heid nodig voor hun vak. Maar het overzicht zullen anderen in de ploegook kunnen bezitten, en voor ploegwerk is de kwestie van voorzitter-schap van het allergrootst belang. De leidsman dient iemand te zijnmet de juiste persoonlijkheid hiervoor, en het kan heel goed zijn dat eenvan de andere ploegleden op dit gebied betere eigenschappen bezit .--er wordt al zeer veel van de stedebouwkundige gevergd! Hij moet alwetenschappelijk geschoold en een kunstenaar zijn!Er zal ook rekening gehouden kunnen worden met de doelstelling van hetplannen; de socioloog zal dus ook een belangrijke plaats innemen; maarde sociaal-geograaf of de sociograaf bezit behalve kennis van de mensche-lijke verhoudingen ook de kennis van de verhouding mens-natuur, envan de survey-methode. Ook dezen kunnen bij het planologische werk ^ i-aanspraak maken op de spilpositie in de ploeg. Maar, zooals gezegd, zal OOArt'kelenBinnenland66deze plaats vooral eisen stellen aan de capaciteit om als leidsman ofvoorzitter op te treden.Een ploeg zou kunnen bestaan uit een socioloog, cen psycholoog ofsociaal-psycholoog, een sociaal geograaf of sociograaf, een fysisch geo-graaf of bodemkundige, een econoom, een jurist, een landbouwkundige,een industriele ingenieur, een verkeersspecialist, een civiel ingenieur,een architect en de stedebouwkundige. Als een dergelijke ploeg goed is in-gewerkt, zal zeer vruchtbaar gewerkt kunnen worden. De stedebouw-kundige zal dan vanzelfsprekend kritiek op zijn werk dulden of hij voor-zitter is of niet, omdat zijn ontwerp in overeenstemming moet zijn methet gemeenschappelijke plan.De planologie is, evenmin als het plannen, das een apavte wetenschap,doch een groepering van wetenschappen, die op een bepaalde maniertoepassing vinden, met een bepaald doe!. De stedebouwkunde zal evenalsde andere betrokken vakken aanspraak kunnen maken op de naamwetenschap, maar de stedebouwkundige zal evenals de architect mijnsinziens meer naar de kunst overhellen. ledere kunstenaar heeft kundenodig en dus meen ik dat de stedebouwkunde wel als apart vak kangelden.Wat verder de verhouding van de planologie en de stedebouwkundetot de opdrachtgever, uiteindelijk dus het volk, betreft, wil ik nog enkeleopmerkingen maken, die evenwel als zeer provisorisch te beschouwenzijn. Meer dan tot nu toe zullen de specialisten moeten streven naarsamenwerken met de mensen waarvoor gepland wordt. De plannenmogen niet autocratisch worden toegepast. Is, op weike wijze dan ook,het plan in grote trekken goedgekeurd, dan dient mijns inziensde vormgeving, als aesthetische zaak, volkomen aan de stedebouwkundigete worden overgelaten, behalve voor zover zijn ploeggenoten op desociale' en technische konsekwenties lets hebben aan te merken.W. F. GeijlHet artikel is door den schrijver in vereenvoudigde spelling ingezonden.BinnenlandDe aanvulling van het Vorderingsbesluit Woonruimtein de Eerste KamerOok de Eerste Kamer heeft haar goedkeuring gehecht aan deze aan-vuUing. De Heeren Pollema en van der Feltz uitten bij de mondelingebehandeling nog eenige bedenkingen. De Heer Pollema wees er op datte veel gekeken is naar de belangen van hen, voor wie gevorderd wordten zocht een tegenwicht in een adviescollege of een college van beroep.Deze afgevaardigde had de voorkeur gegeven aan een nieuwe wettelijkeregeling, waardoor het onderwerp uit de sfeer van de Londensche wet-geving had kunnen worden gebnacht. De Heer van der Feltz wierp eentweetal vragen op, waartoe de redactie van het ontwerp nog aanleidinggeeft, en drong aan op inschakeling van de Commissarissen der Koninginbij de voorbereiding van de ministerieele richtlijnen.De Minister gaf in zijn antwoord enkele voorbeelden van de richtlijnenzooals hij zich die voorstelt: geen doorkruising met vordering van eenrechterlijk vonnis tot ontruiming; geen afwijkende toepassing van het vor-deringsrecht ten aanzien van de woningen van terugkeerende politiekedehnquenten; regeling van de vordering ten behoeve van repatrieerenden.De Minister zegde toe de instelling van een commissie van hooger be-roep in ernstige overweging te zullen nemen, maar zag de moeilijkheiddat de noodige bevoegdheden aan een dergelijk college slecht gegevenkunnen worden door middel van de ministerieele richtlijnen. In de Me-morie van Antwoord had de Minister al een toezegging gedaan wat deadviescommissies betreft, namelijk dat Z.E. zich er ernstig over zouberaden den burgemeesters in overweging te geven een dergelijke com-missie in het leven te roepen. Ook het denkbeeld van het raadplegen vande Commissarissen der Koningin nam de Minister gaarne over.Vorderingsbesluit WoonruimteWij willen nog melding maken van een vonnis van den President derArrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch van 25 November 1945,waarbij het standpunt werd gehuldigd dat volgens den geldenden tekst vandit besluit alleen woonruimte zou kunnen worden gevorderd en dat vor-dering dus ongeoorloofd zou zijn, als bij voorbaat onomstootelijk vaststaatdat geen ruimte beschikbaar is, m.a.w. een bewoond huis zou nimmerin zijn geheel kunnen worden gevorderd. De totstand gekomen wijzigingvan het Vorderingsbesluit voorziet in deze moeilijkheid.Woningbouw met financieelen steun ingevolge deWoningwetVan de voorschotten uit den laatsten tijd vermelden wij een voor denbouw van 122 arbeiderswoningen in de gemeente Geleen, tot een bedragvan f 1.621.622. De jaarlijksche bijdrage zal beloopen 75% van hettekort op de exploitatie.Nu men blijkbaar de extra-bouwkosten bij den bouw van Woningwet-woningen in dezen vorm voor rekening van Rijk en gemeente wil nemen,is het de vraag waarom de in dit opzicht beperkende voorschriftenvan het Woningbesluit, met name art. 25, eerste lid, niet bij den huidigentoestand worden aangepast.Financiering noodwoningenBij ministerieele beschikking is in een aantal gevallen voorschot en bij-drage toegekend voor den bouw van noodwoningen. Wij vonden ver-meld noodwoningen in de gemeenten Deurne (15), BiervUet (10), Zijpe(25), Montfort (15 en 5 winkelwoningen), Berghem (8), Oeffelt (1),Deurne (22), Beesel (1). De rentevoet is steeds 4%, de aflossingstermijnin alle gevallen, behalve het laatst genoemde 10 jaar; in Beesel is dezetermijn 35 jaar. De annuiteit, die aan de periode van 10 jaar beant-woordt, is 12,330%. De jaarlijksche bijdrage in het exploitatie-tekort zalnader worden gebonden aan een maximum.WoningonderzoekGedeputeerde Staten van Noord Holland hebben de gemeentebesturen bijcircuiaire erop gewezen dat bij de voorbereiding van een woningbouw-programma gegevens noodig zijn over den stand van den woningvoorraaden de kwaliteit der woningen. Zij wijzen op den leidraad en het formulierterzake vanwege de Hoofdinspectie en geven in overweging dat de ge-meentebesturen, alvorens een woningonderzoek te doen instellen, zichtot den inspecteur der volkshuisvesting zullen wenden.Vaststelling wederopbouwplannenDeze vaststelling is tot nu toe beheerscht door het Kon. Besluit F 67van 7 Mei 1945, waarin een yiterst elementaire regeling terzake wordtgegeven. Een belangrijke aanvulling is vervat in een circuiaire van 3 April1.1. van het College van Algemeene Commissarissen voor den Wederop-bouw aan de Hoofden van de Provinciale Streek- en plaatselijke bureaus.W^ij vermelden van deze circuiaire het volgende. De opdracht aan eenstedebouwkundige -- particulier deskundige, instituut of gemeentelijkendienst -- gaat uit van het College of van het gemeentebestuur; zij be-hoeft in het laatste geval de goedkeuring van het College. De stede-bouwkundige wordt terzijde gestaan door een assistent-stedebouwkundige(ambtemaar), pleegt overleg met Ir. Verhagen, als algemeen adviseur,met het gemeentebestuur en soms met een adviescommissie of kring enhoudt contact met het hoofd van het wederopbouwbureau.Het plan wordt aanvankelijk ontworpen a!s plan in hoofdzaak, bestaandeuit plankaarten, die eenerzijds de verwoesting, andererzijds den herbouwaangeven, bebouwingsvoorschriften en zoo noodig een bestemmingsbe-schikking, een onteigeningskaart, onteigeningsstaten, een kcstenraming eneen korte toelichting.Er is nu ook een elementaire procedure vastgesteld voor de totstand-koming. B. en W. bestudeeren het plan, raadplegen indien gewenschtden gemeenteraad en zenden binnen een maand na ontvangst van hetplan hun advies aan Gedeputeerde Staten, welk College op zijn beurthel; plan van zijn advies voorzien, binnen drie weken aan het Collegevan Algemeene Commissarissen doorstuurt.Indien het plan niet als ,,belangrijk" in den zin van artikel 3 van hetKon. Besluit van 7 Mei 1945 wordt beschouwd, stelt het College hetonmiddellijk vast. Anders wordt te voren overleg gepleegd met denMinister van Binnenlandsche Zaken.Na de vaststelling worden B. en W. uitgenoodigd het plan gedurendetwee weken ter secretarie ter visie te leggen en zulks te publiceeren iilde plaatselijke pers.Na de goedkeuring volgt zoo spoedig mogelijk een uitwerking in onder-deelen.Tenslotte worden eenige aanwijzingen gegeven terzake van de ontei-gening.Uitbreidingsplan voor de Hillegersbergsche plassenRotterdamDit gebied was tot nu toe begrepen in vier uitbreidingsplannen. In 1941kwam het gansche plassengebied tot Rotterdam te behooren. Het lagdus voor de hand de geldende regelingen in een uitbreidingsplan samente vatten en tevens daarin de bezwaren te ondervangen, die Rotterdamsteeds tegen bepaalde onderdeelen daarvan heeft gekoesterd (bestem-ming van sommige onbebouwde ceverterreinen voor bebouwing). Leidendbeginsel isi nu geweest de besteraming tot recreatieve doeleinden te be-houden en uit te breiden en het natuurschoon zooveel mogelijk te be-waren. De talrijke zomerhuisjes, schuurtjes en overige bouwsels, dieaan dit laatste afbreuk doen en ook weinic^ zin hebben in de onmid-dellijke nabijheid der stad, zullen geleidelijk moeten verdwijnen.Het plassengebied wordt bijna geheel aangewezen voor park en plant-soen, met hier en daar op geschikte plaatsen, zweminrichtingen en in-richtingen voor de watersport. De plassen blijven uiteraard bestemd voorde watersport, met dien verstande dat de Achterplas inzonderheid voorkano's aangewezen zal zijn en de Voorplas voor zeilbooten.KOLs T E'G ELHANDEL Leven U uit voorraad'vrKl.Houtweg 13-Tel. 16572HAARLEMGRES VLOERTEGELS EN PUISTROKENCEMENTTEGELSOp machtiging ;WAND EN D. H. GEB.VLOERTEGELSVraagi prijs gezei aan den wandStelt U reeds nu op de hoogtevan de materialen die wij voorde moderne woningbouwver-vaardigen:BIMSBETONVLOEREN EN-DAKENGEWAPEND BETONT-BALKVLOERENVLOEREN VAN HOLLEBAKSTEENEN..OSTALON? KUNSTSTEENTERRA-COTTA BOUW-PLATENVLAMOVENDAKPANNENOp aanvrage versfrekken wij gaarne inlichtingenALPHEN a. d. RUNTEL. 28338AlleoliehoudendeVERF.LAKweer verkrijgbaar, dochuitsluitend op toewijzingSchaap&BorgmanSCHABORA-VERFFABRIEKAMSTERDAM (W.)TELEFOON80669MASONITEis een der beste zoo niet de beste van deZWEEDSCHE HOUTVEZELPLATENMonsters en inlichtingen verstrekt gaarneTRIMAN.V. ZAANDAMProvincialeweg - Werf PontKoning & BienfaiiPROEFSTATION VOOR BOUW-MATERIALEN EN BUREAU voorC H E M I S C H ONDERZOEK AMSTERDAM Da Costakade 104 Telef. 83047NOORDER GLAfHANDELJ.VAN OOSTENDORPROTTERDAM - Vijverhofstraat 64-80 - Telef. 45515 (3 lijnen) - Filiaal DORDRECHT - Vest 1 - Telef. 3683?ALPHA? MineraalVerf (poeder en flxatleO enALPHA? Pasta Muurvervenvoor iederen ondergrond -- zoowel voor binnen- als buiten-werk -- worden reeds meer dan 30 jaren gefabriceerd.Vraagt inlichtingen bij de (abrikante:VERFFABRIEK V/H Fa.Gebr. KLAVERWEIDENCHEMiSCHE FABRiEK ?ALPHA?ALPHEN a/d RUN Teletoon 92246I IEENSCHIL1>eR\METMUT/NEKANNIET20NPERI^ELUVINEVEfiFFABRI6K6N NUNSPEETKBNTOR l i I IHBBIrijnlandsGhrtelinrBMwlTiij. n.vdelft nieuwe plantage 29 tei. 2685HOUT is schaarsch!Geeft Uw hout een langen levensduur!HET doeltreffende middel tegen hout-verrotting is:WOLMANZOUTVraagt inlichtingen:IANTORNV. NIJMEGENTel. 25007 - Oude Heesschelaan 178MonumentenbeschermingGedeputeerde Staten van Groningen hebben in een circulaire aan de ge-meentebcsturen de aandacht gevestigd op de bepaling, voorkomende inhet Kon. Besluit van 7 Mei 1945 F 67, inhoudende dat monumenten nietmogen worden gesloopt of veranderd zonder de voonafgaande toestem-ming van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg.Organisatie exploitatie onroerend goedDe Vereeniging van directeuren van naamlooze vennootschappen tot ex-ploitatie van onroerende goederen bericht ons dat deze vereeniging totnieuw leven is gekomen, met name door de toetreding van de bestuurdersvan vroeger afzijdige groote exploitatie-maatschappijen.De vereeniging stelt zich voor bizonderei aandacht te besteden aan deconsequenties van de stichting van nieuwi onroerend goed en de finan-ciering daarvan.Nieuwe aanwinsten van de bibliotheekIn Januari, Februari en Maart 1946 zijn ingekomen: Angenot, L. H. J., Plianologische Problemen bij de herbouw van hetcentrum.van een grote stad, Openbare les gehouden op 24 Januari 1946bij de aanvang van de colleges in de Plianologie als privaat-docent aande Nederlandsche Economische Hoogeschool te Rotterdam, 1946, 28 biz.Bromberg, Paul, Doelmatig bouwen en wonen, 1945, 158 biz.de Ridder, W., Huizenbezit, 1946, 386 biz.Bouwplan 1946, samengesteld door het College van Algemeene Com-missarissen voor den Wederopbouw, 's Gravenhage, 14 Maart 1946.Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, De Nederlandsche Monumentenvan Geschiedenis en Kunst, deel VII, de provincie Zuid Holland, Eerstestuk; Leiden en Westelijk Rijnland, door Dr. E. H. ter Kuile, 1944,260 biz. en 476 afbb.Verslag betreffende de werkzaamheden van de lafdeeling op het gebiedder Natuurbescherming in 1943 (overdruk uit: ,,MededeeHngen van hetMinisterie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Nr. II, 1945).Toehchting, behoorende bij het uitbreidingsplan van de gemeente West-stellingwerf, z.j., 77 biz., 12 kaarten [getypt].Alg. Ned. Verkeers Federatie, De wederopbouw van den spoorweg, 1945,Nr. 32, 20 biz.Bredero's Bouw Bedrijf N.V., Ons Werk tijdens den oorlog, 1945,29 biz.Organisatiecommissie Gezondheidstechniek T.N.O., Verslag 1944 (3ejaarverslag).Noordelijke Economisch-Technologische Organisatie voor Drenthe enGroningen, Verslag over de jaren 1943 en 1944.Provinciale Groningsche Schoonheidscommissie, Verslag van de verrich-tingen in het jaar 1944.Gemeentelijke Woningdienst Amsterdam, De telling der onbewoonde wo-ningen op 1 Juli 1945.Jaarverslag van den Hoofdinspecteur van den dienst, belast_met het toe-zicht op de handhaving van de wettelijke bepalingen inzake de volks-huisvesting, over 1944.Bouw- en Woningloezicht Amsterdam, Jaarverslag 1944.Gemeentelijke Woningdienst Amsterdam, Jaarverslag 1944.Amsterdamsche Coop. Woningvereeniging ,,Samenwerking" G.A., 37stejaarverslag 1 Mei 1944 ^ 30 April 1945.Belgische Nationale Bond tegen de krotten, Weg met de krotten! (Mani-fest), z.j., 20 biz.Goditiabois, A., De la Chaumiere a la Maison prefabriquee, 1945, 95 biz.Omudarbejdelse af Dispositionsplaner, med kortfattet beretning om DanskByplanlaboratoriums virksomhed i 1944.Adshead, S.D., A New England, 1941, 180 biz.Mc. Callum, Ian R.M., Physical Planning, z.j., 296 biz.Cole, G. D. H., Building and Planning, 1945, 287 biz.Cox, Bernard H., Prefabricated Homes, 1945, 36 biz.Davidge, W. R., Planning for Swindon, 1945, 69 biz. (en 6 kaarten). N^u^e^""*Douglas, F. C. R., Rating and Taxation in the Housing Scene, z.j., 30 biz.
Reacties