October 19499e Jaargang - No. 10De WoningbouwverenigingUitgave van de Nationale Woningraad, Algemene Bond van WoningbouwverenigingenVerschijnt maandelijksAdres voor Redactie en Abonnementen: Wouwermanstraat 27, Amsterdam Z., Telefoon 24298Adres voor Advertenties: Keizersgracht 188, Amsterdam C, Telefoon 49128EINDHOVENAfb. 1Hendrik de Keijzerpleiii te EindhovenArch. Smit(1929) 73Stadsuitbreiding en Woningbouw te EindhovenBehalve de voor een grote gemeente op zichzelf staande nood-zakelijkheid te beschikken over een algemeen plan van uit-breiding, werd deze behoefte in Eindhoven, vooral na de bom-bardementen van 1942 en 1944 direct acuut. De geheel nieuwemogelijkheden tot oplossing van het spoorwegvraagstuk blekenvan invloed te zijn op een wijde omgeving. De verschi lendetunnels, in het ,,hoogspoorplan" geprojecteerd, zullen evenzovele poorten worden, waardoor het contact tussen de ver-schillende wijken wordt in stand gehouden en waardoor deinkomst van het interlocale verkeer naar de binnenstad zalplaats vinden. In verband hiermede werd de noodzakelijkheidgevoeld om de mogelijkheden van het wederopbouwplan ende eisen van een definitief uitbreidingsplan in hun wederzijdseconsequenties te kunnen beoordelen.Behalve deze plotselinge opportuniteit noopte echter de groeivan onze stad binnen enkele decennia van een stadje van,? 6400 inw. tot een gemeente van bijna 140.000 inw. wel inhoge mate tot het bezit van een plan in hoofdzaak voor uit-breiding. Eindhoven moest een grote stad worden met eenduidelijk stadscentrum, dat een voldoende tegenwicht vormttegen de centrifugale krachten, die tot dusver in de vroegererandgemeenten werkzaam waren.Maar vooral vormde de grote geforceerde woningbouw nahet einde van de oorlog een tweede punt van acute urgentievoor dit hoofdzakenplan, dat als basis en richtsnoer moestgelden van alle gemeentelijke maatregelen.De stadsuitbreiding.Het Eindhovens uitbreidingsplan richt zich op de ruimtelijkeordening van de toekomstige groot- en industriestad en baseertzich op een toekomstig bevolkingstotaal van 225.000 inwo-ners (momenteel heeft Eindhoven bijna 140.000 inwoners).Een grotere toename wordt niet wenselijk geacht en dit ,,be-volkingsmaximum" is in overleg met de Provinciale Planolo-gische Dienst vastgelegd.De grootste moeilijkheden, die zich in Eindhoven bij de totstandkoming en de uitwerking van het plan in hoofdzaakvaordoen zijn:1. De spinvormige uitlopers, die gevormd worden door devroegere dorpen Woensel, Strijp, Gestel, Stratum enTongelre. Deze rond het vroegere stadje Eindhoven lig-gende dorpen zijn in 1920 door Eindhoven geannexeerd.2. Het isolement van Woensel, dat door de spoorlijn van hetNoorden (Boxtel) naar het Zuiden (Helmond en Weert)wordt veroorzaakt. Door het spoorwegplan, dat thansi inuitvoering is, zal dit vitale stadsdeel uit dit steeds sterkergevoelde isolement verlost worden.3. De fabriekscomplexen der N.V. Philips, die tot in de citydoordringen. Ook de ligging van deze complexen ten op-zichte van het stadscentrum is verkeerd, daar zij ten Wes-ten inplaats van ten Oosten hiervan liggen.Tegenover deze moeilijkheden, die een organische groei derstad belemmeren, staan echter ook enige voordelen, die bijstadsuitbreiding grote mogelijkheden bieden.1. De riviertjes Dommel, Tongelreep en Gender, die van hetZuiden en Zuid-Westen naar het Noorden door de stadstromen, die tot diep in de stad doordringen, bieden wel-kome gelegenheden om in het uitbreidingsplan groen- enrecreatiegebieden op te nemen. Van deze mogelijkheidheeft men in Eindhoven dan ook een dankbaar gebruikgemaakt.2. Ten Noord-Westen, Noord-Oosten en ten Zuiden vanEindhoven bevinden zich grote gebieden met bebossing,welke voor deze snelgroeiende stad zeer waardevolle stads-omlijstingen vormen.Het gedee'te der gronden, welke buiten het Eindhovense uit-breidingsplan vallen, heeft zijn agrarische stvuctuur behoudenen in het uitbreidingsplan wordt er naar gestreeft om deze74 structuur te handhaven.^1Gemeentewoningen te EindhovenRondweg.De in het uitbreidmgsplan opgenomen ringbaan heeft eenbelangrijke functie. Zij vormt de vccrnaamste verbindingswegtussen de wijken. Meerdere gedeelten van deze ringbaan zijnreeds aangelegd, de nog ontbrekende stukken liggen groten-deels op gemeentegrond en aan de voltooiing van een volledigerondweg wordt regelmatig gewerkt.Verkeerswegen.De bestaande hoofdverkeerswegen, welke in het plan zijn op-genomen, zijn de rijksverkeerswegen naar 's Hertogenbosch,naar Hasselten naar Venlo (over Helmond).De geprojecteerde hoofdverkeerswegen: de rijkswegen naarTilburg, naar Nijmegen, naar Venlo en naar Weert.Behalve de hierboven genoemde rijksverkeerswegen zijn meer-dere gemeentelijke- en provinciale wegen als secundaire wegenin het uitbreidingsplan opgenomen.Waterwegen.Het Eindhovensch Kanaal, (dat vanaf de in het centrum derstad gelegen haven, in Oostelijke richting een verbinding geeftmet de Zuid Willemsvaart (bij Helmond).Het Beatrix Kanaal. De haven van het Beatrix-kanaal is ge-legen in het Westen der stad. Het Beatrix-kanaal geeft inNoordelijke richting aansluiting op het Wilhelminakanaal (bijBest).De toekomstige industrieterreinen der N.V. Philips sluiten aande reeds bestaand2080177207158-- 814- 36 - -^ -- 42 --2 --81476Arbeiders won. 1338Middenst. woningen 68Herenhuizen 214BoerderijtjesOostenrijkse won.Zweedse won. -- 100Gezellenhuizen --' ^ --Totaal 1620^2393 407Totaal generaal 5244Tegenover dit bezit! staat de grote behoefte van thans. Hettekort blijft, ondanks de grote activiteit van de laatste jaren,nog altijd constant door de voortdurende toename van de in-schrijvingen, bij ons Woningbureau. Hoe dit tekort zich zalgedragen is van zeer veel factoren afhankelijk, maar er zalzeker rekening moeten worden gehouden, dat de uitbreidingvan het bedrijf op een zeker moment tot stilstand zal komen.Wij kunnen dus niet zeggen, of wij op deze wijze met hetbouwen van woningen zullen kunnen doorgaan, doch voor-lopig moet gerekend worden op een nog steeds belangrijkebouwbedrijvigheid.Deze bedrijvigheid omvat op het ogenblik een groot aantalin aanbouw zijnde woningen. Om U een beeld te geven vanhetgeen na de oorlog geschiedde, geven wij U de volgendecijfers:N.V.PhilipsHertogH.v.LotharingenoHX >Ver.Volks-huisvestingZweedse noodwon. W.W. , , 100 f.Arb. won, norm. bew. W.W. , ,-- -- 380*Oostenrijkse woningenValkenswaard ,, ^ 14 ,,Oostenrijkse woningenTivoli _ 64B.B.B.-won. Tivoli W.W. -- 120 ,-- ,--Middenstandswoningen 22 -- -- --Nog in aanbouw:Oostenrijkse woningenB.B.B.-woningen W.W.Airey-woningen W.W.Arb. won. norm. bw. W.W.--2482329--(incl. duplex)Midd. won. (incl. duplex)Midd. won. (incl. duplex)Boerhaevelaan--23716839--Zelfbouw Eindhoven 64 ,-- ,-- ,--Zelfbouw Aalst 10 -- -- --Totaal 96 937 394 263Totaal generaal 1690* 70 % is hiervan voor Philips.Het grootste gedeelte van de woningen wordt natuurlijk ge-bouwd a!s woningwetwoningen, hetgeen met W.W. is aan-gegeven; de rest is alles volgens de particuliere financierings-regeling 1948.Verder omvat ons bouwvolume voor 1949 nog ca. 150 wo-ningen, terwijl wij binnenkort hopen te beginnen aan de bouwvan ongeveer 400 Oostenrijkse woningen.Bij deze opsomming mag zeker niet vergeten worden het be-langrijke experiment, dat Philips omstreeks Augustus van hetvorig jaar begon, nl. de Zelfbouw. Onze arbeiders bouwen invrije tijd 64 woningen in Eindhoven en 10 in Aalst. In hetverloop van ca. 10 maanden hebben deze mensen met ijzerenvolharding na hun dagtaak het zover weten te brengen, datthans ruim een veertigtal woningen onderdak is en begonnenkan worden met het stucadoorwerk, dat door derden wordtuitgevoerd. Verwacht mag worden, dat ongeveer in OctoberAfb. 3De woningbouw van Philips te Eindhoven1949Zelfbouw te Eindhovenvan dit jaar het grootste aantal van deze huizen bewoond zalzijn. In ihoofdzaak is de opzet zo geweest, dat de huizen wor-den betrokken door de z.g. ploegleiders, die tevens eigenaarzullen worden, terwijl uit elke ploeg 2 helpers prioriteit ver-krijgen bij de toewijzing van woningen, die door Phihps opandere wijze worden gebouwd. De overigen zijn vrijwilligers.Dit werk wordt uitgevoerd in het systeem KUjn en valt nor-maal onder de financieringsregeling 1947.Hoewel bijna alle hierboven aangegeven getaPen en complexenbetrekking hebben op Eindhoven, is ook genoemd het complexin Aalst, dat oorspronkelijk was bedoeld in systeembouv/; teelfder ure moest dit veranderd worden en thans wordt hetuitgevoerd in mergel, waardoor dit vrijwel normale bouw is.Het is merkwaardig, dat ook deze normale bouw door onoe-schoolden zeer goed wordt behandeld en het werk de toets dercritiek kan doorstaan.Tenslotte verwijzen wij bij het bovenstaande ter illustratienog naar de hierbij opgenomen foto's op pag. 73, 76 en 79.G. A./M. T.Verslagvan ide een en dcrtigstc ledenvergadcring van dc NationaleWoningraad, A. B. v. W., gehouden op Vrijdag 14 Octo-ber en Zaterdaq 15 October1949, in het gebouw ,,Katholie;kLeven" te Eindhoven.Vrijdag 14 October des middags twee uur opent de voorzit-ter, de Heer A. in 't Veld, de vergadering.De vergadering wordt bijgewoond door de Heer Mr. P. A.van der Drift, Voorzitter van de Raad van de Volkshuis-vesting en de bestuursleden de Heren: Arnold, Van As,Eoelens, Bommer, Brouwer, Camminga, Couwenhoven, Don-ker, Dorresteijn, Lansink, Van der Putt, Steinmetz, Vander Velde, Voerman, Van der Wal, De Wilde en Zeven-bergen.Vertegenwoordigd zijn behalve de provinciale a?delingen285 aangesloten instellingen.De Voorzitter hect de vergadering hartelijk -welkom in dePhilipsstad. Vorig jaar, zegt hij, waren wie in de bloemen-stad met pensions en rustende bewoners. Het was daardoorgoed in Apeldoorn, maar ook vanwege het werk wat er ge-daan is.Het was een uitstekend samengaan van werken en ontspan-ning.Zullen wij in Eindhoven, waar het bedrijfsleven overheerst al-leen werken? Wij zijn overtuigd, dat ook hier het evenwichtzal zijn, n.l.: een werkend congres, dat ook die verpozingi zalontvangen, we'ke het werken tot een genoegen maakt.Eindhoven: Nu reeds dank voor Uw bereidwilligheid ons teontvangen. Wij hopen dat U van dit congres iets goeds magontvangen voor Uw werk te dezer plaatse.Wat dit laatste betreft is het nodig, dat wij alien iets mede-nemen, dat ons werk ten goede zal komen, daarvoor zijn wehier. En wij komen hier met onze ervaring van het gepasseerdeverenigingsjaar. Wat foor ons is gedaan, maar ook wat doorons is tot stand gebracht, dat meet samengaan.Wij zijn geneigd allereerst bezig te zijn met wat voor ons isgedaan en o.i. had moeten worden gedaan. In een moeilijketijd ails deze is dit alleszins begrijpelijk; als veel teleurstellinois ondervonden, zoeken wij de oorzaak gaarne buiten onszelfen ddn vinden we de daders wel, en de oorzaken buiten onzeeigen werksfeer vermogen we aan te wijzen. Dit pogen isop zichzelf niet ongeoorloofd, maar het is zeer nuttig als wede orde omkeren eni steeds eerst de blik naar binnen kerenq'en ^ dan critisch ingesteld. Dat werkt dan veelal als de be-roemde, of zo ge wilt, beruchte ,,koudc douche". Maar wiehier enige ervaring heeft, weet dat de na-gloeiing der ge-prikk^lde huid weldadig is.De onderwerpen op onze agenda kunnen dit gunstige effectveroorzaken, het bestuur hoopt en verwacht dit ook. Het ge-looft, dat het lichaam van de N.W.-Raad gezond bloed heeft.En houden we tenslotte goed in het oog, dat een onbevangenconfrontatie in de spiegel der werkelijheid wel eens pijnlijkaandoet, maar dat de oprechtheid door haar milde trekkenons met het lelijkste beeld verzoent.Bewaren we nu de taak der zelfbezinning tot straks en nemenwe de vrijheid een kort ogenblik bezig te zijn op ander terrein.En dan wandelen we hier graag op het werkterrein der Lands-regering, bij voorkeur op dat van de Minister van Volkshuis-vesting en Wederopbouw en vermijden bijv. liefst die vandiens ambtgenoten van Financien, Waterstaat, Economischeen Sociale Zaken, want dat zou onze aanval wel eens kunnenverzwakken. En toch zuFen we het bredere veld moeten over-zien, willen we de resultaten van de arbeid van eerstgenoemdezuiver beoordelen. Want het arbeidsvermogen van hem is af-hankelijk van de ruimte, die de anderen hem kunnen geven enomgekeerd. Bouwvolume en financien zijn zeer gezocht doorindustrielen, school- en kerkbesturen, ziekenhuis-, sana-toria- en stichtingsdirecties, universiteiten, administratieveorganen, bruggenbouwers, kanaalgravers enz. Schier alien vre-zen te kleine kluif uit de pot te ontvangen. En vrees is eenslechte raadgeefster, maakt altijd wantrouwend.Al hadden velen in 1945 mogelijk grotere verwachtingen voorde eerstkomende jaren, we zijn dankbaar dat waarschijnlijkvoor 1950 het aantal woningen zal kunnen worden toegewezendat nodig is om de bevolkingsaanwas op te vangen, n.l. 40.000,waardoor het woningtekort niet groter zal worden; en wemogen verwachten, dat in 1951 een begin kan worden ge-maakt met het wegwerken van het woningtekort.Aannemende dat inderdaad velen onzer een lichtstreep zienaan de horizon en het duister hunner teleurstelling achter zichhebben gelaten, zullen zij mogelijk toch niet tevreden zijnmet de vetdeling van het voor de woningbouw beschikbarebouwvolume over de provincien en gemeenten, en binnen degemeenten over de woningbouwverenigingen en de gemeente-bouw. En niet aUijd ten onrechte. Op de eerste plaats vindtdat zijn oorzaak dikwijls in een verkeerde opstelling en/ofwaardering van cijfers, die betrekking hebben op het aantalgeheel en gedeeltelijk verwoeste woningen, industrieuitbrei-ding, veronderstelde bevolkingsaanwas ter plaatse, geschatwoningtekort enz.Groeperen van cijfers is een artistieke bezigheid en statistie-ken zijn gevaarlijk speelgoed. Die geroepen is zich daarmedebezig te houden is niet te benijden. De conclusies die uit zijnarbeid worden getro'kken zijn vaak van verstrekkende beteke-nis. Maar we zien, dat de minister zich niet voor altijd bindtaan bepaaMe gegevens. Er is de ernstige wil de bewegelijk-heid van het leven te volgen, met uitstippeling van' een be-paalde koers. Op de tweede plaats is er nog al eens wrijvingtussen gemeenten en woningbouwverenigingsbesturen inzakede vraag wie het toegewezen quantum zal bouwen.Het kan niet worden ontkend dat bij verschillende Gemeente-besturen een sterker drang naar het verkrijgen van eigenwoningbezit of uitbreiding daarvan bestaat, zonder dat zulksdoor de omstandigheden noodzakelijk is en dit moet toch denorm zijn. Anderzijds moet worden erkend dat in enkele plaat-sen de werkwijze of het ontbreken van werklust bij de wo-ningb.-verenigingsbesturen gerechtvaardigde aanleiding kangeven tot genoemde ontwik'keling. ,,De inleider van de vragenvan de dag" zal, naar wij menen, daarover ook nog we! ietszeggen. Niettemin moet o.i. worden vastgehouden aan de al-gemene regel: De gemeente bouwt en exploiteert alleen inbijzondere gevallen, de woningb.-verenigingen als regel.Scherpzinnige, op buit beluste gemeentebesturen zullen aan-stonds dit beamen en toch gemeentebouw nu voortrekken om-dat zij de bijzondere financiering, montage- en duplexhouw,aanbestedingsmoeilijkheden enz., aFe als die bijzondere ge-vallen willen zien. Bij alle waardering voor zoveel zorgzaam-heid voor de woningb.-verenigingsbesturen mogen we die 77koesterende hand vriendelijk, maar beslist afwijzen. De ge-schiedenis heeft aangetoond, dat moeilijkheden zijn opgelost engrote verantwoordelijkheid is aanvaard door de woningbouw-verenigingen. En als de hindernissen inderdaad te hoog zijnom ze zonder polsstok te nemen, zal de hulp daaraan gaarneworden geaccepteerd, maar we vragen niet onze taak over tenemen. Zelfs al zou in bepaalde gevallen het wenselijk zijn, datde gemeente de bouw verzorgt, verdient het alle aanbevehngde exploitatie in handen der woningb.-verenigingen te leggen.Anderzijds aanvaarden wij de consequentie van onze gedachte,n.l. dat de woningb.-vereen.besturen inderdaad bereid en be-kwaam moeten zijn de bijzondere moeilijkheden van deze tijdinzake woningbouw te aanvaarden en te overwinnen en onsbureau staat klaar hierin te helpen. Veelvuldiger overleg tussengemeente; woningb.-vereen.-bestuurders en ons secretariaat isnoodzakehjk en zal o.i, gunstige resultaten geven voor beidepartijen.Dat het door ons genoem.de cijfer van plm. 40.000 voor 1950kan worden bereikt is; helaas slechts mogelijk gebleken metgebruikmaking van montage- en duplexbouw. Het laatste isimmer een noodoplossing, het eerste nu ook, maar het is nietuitgesloten, dat het voor de toekomst waarde zal blijken tebezitten.De traditionele bouw is ons uiteraard vertrouwd en wij wetenwat we daaraan hebben, bij de bouw en de exploitatie. Maarwe moeten waken tegen vooroordeel. Er zijn nu vele bezwa-ren aan te voeren tegen montagebouw maar dit systeem staatnog in de babysokjes en zoekt kruipend en waggelend zijnweg, vergeleken bij de vaste gang op zevenmijlslaarzen vande tot volledige wasdom gekomen traditionele bouw,Daarom moeten wij mee durven en willen doen om eerstge-noemde tot ontwikkeling te brengen en de risico's naar ver-mogen meedragen,Deze bereidwilligheid tot het dragen van verantwoordelijkheidbehoeft ons niet te weerhouden tot de! Minister van Volks-huisvesting te zeggen: ,,Geef dej bevolking in de periode, datde montagebouw nog veelzins experiment is zoveel mogelijktraditonele bouw",Als we nu vervolgens zeggen, dat de vrijgekomen mid-delen door de tweejarige stopzetting der aflossing dank-baar voor het inlopen van het achterstallig onderhoudworden gebruikt, haasten wij ons er op te wijzen dat deze be-dragen over het algemeen beslist onvoldoende zijn om hetbeoogde doel te bereiken, Het door de Nat, Woningraad vanstonde aan genoemde driejarig uitstel zou nauwelijks meer ge-noeg zijn, Daarom betreuren wij de beperking tot twee jaar,dit te meer, omdat o.i, een langere periode geen overwegendebezwaren met zich meebrengt,Wij hebben vertrouwen, dat genoemde maatregel nog eens zalworden herzien, de bezwaren wijken bij vergelijking met devoordelen, ver op de achtergrond.In aansluiting hierop noemen wij de nu eindelijk binnen degezichtskring gekomen huurverhoging,Wij weten dat deze maatregel de Regering nieuwe problementer oplossing aanbiedt en ze heeft er reeds ontelbaar vele,waarvan er bovendien verscheidene van diepzinnige aard zijn,Maar een ieder, die onbevooroordeeld deze materie bestudeertzal tot de conclusie komen, dat, als alleen langs deze wegde verhoging der onderhoudsnormen nu mogelijk is, huur-verhoging zo spoedig mogelijk moet komen,Een dergelijk besluit had o,i, reeds eerder moeten en kunnenzijn genomen, De schade, aan het nationale woningbezit aan-gericht door het achterwege blijven der huurverhoging, isreeds zeer groot.De vraag wordt reeds gedaan, of 15% genoeg zal zijn. Ditlijkt ons voorbarig. Daarnaast zal de aandacht gericht zijnop de verhouding tussen het huurpeil der oude en nieuwe wo-ningen na het vastgestelde percentage der verhoging.En zijn wij tevreden met de onderhouds- en algemene on-kostennormen voor de nieuwbouw vastqesteld?/o Wij zijn er niet gerust op dat een goed onderhoud en admini-stratief beheer op deze basis mogelijk zal zijn. Wij zullen onssteeds meer moeten toeleggen op een efficient en zuinig be-heer. Voortdurend zoeken naar nieuwe mogelijkheden en dieten voile benutten. Dan pas kunnen wij na enige tijd eengoed oordeel hebben over de juistheid der cijfcrs.De huurverhoging en de hoogte van het percentage raakt ookde meer algemene vraag of de voorlogse norm inzake ver-houding loon--huur op basis van plm. 1/6, sociaal en econo-misch juist was (Wij menen, dat de geschiedenis dit cijferrechtvaardigt. In het buitenland vinden wij dikwijls geheelandere verhoudingen, naar boven en naar beneden met on-gunstige gevolgen. In ons land waren we op genoemde basisgekomen tot het verschaffen van een goede woning tegen re-delijke huur en er is alle aanleiding deze verhouding in detoekomst in het oog te houden, Nu is zij veelal scheef ge-trokken),De huidige stand van zaken betreffende de toegestane M^inhoud en algemene voorzieningen voor de nieuwbouw heefteveneens grote belangstelling, en terecht. Het is opmerkelijkhoezeer door verscheidene personen en organen op dit puntcritiek wordt uitgeoefend. Deze is begrijpelijk voor zover mengedurende de oorlog en nog kort daarna p^annen heeft be-sproken en gemaakt die radicaal wilden breken met de nei-ging tot belangrijke versobering in de periode 1930--'1940,Toen, steeds geringere inhoud, smallere en diepere woningenen soberder uitvoering. Architecten en woningbouwvereen.-besturen moesten zich bezig houden met vereenvoudigings-vraagstukken. Dit was tegen hun zin, men wilde juist verdereontplooiing. Daargelaten nu of sommige felle critiek wel ge-heel gerechtvaardigd was, we moeten erkennen, dat nu weersterkere druk wordt uitgeoefend om binnen steeds kleinerwordende ruimte te passen en te meten, De gemiddelde M'inhoud is dalende. Maar als we daartegen scherp proteste-ren, vergeten we dan niet dat het zoeken naar de beste op-lossing ten slotte nog kan plaats vinden op een groter vlakdan voor de oorlog ondanks een veel ernstiger achterstanden beperkter middelen?Dit zeggen wij niet om ons nu maar critiekloos over te leve-ren aan elke willekeurige aangegeven oplossing, Integendeel,wij willen waarschuwen tegen verslapping en opwekken totgrote waakzaamheid, maar niet minder ernstig wijzen op onzegrote verantwoordelijkheid tegenover de enorme moeilijkhe-den waarmede de Regering heeft te worstelen en de bitterenood der woningzoekenden.Gaan we, moeten we gaan naar de vooroorlogse 200 Ms enlager? Naar onze mening moet dit vraagstuk breed wordengezien en spoedig een duidelijk antwoord worden gegevenna royaal overleg en door goede voorlichting. Niets is fu-nester dan een langzaam zakken zonder dat men weet waarde vaste bodem ligt waarop men kan staan en wederop-bouwen.En hoe moet het op de duur met de middenstandswoning?Wij bedoelen niet het betere type met hogere huur voor de be-ter gesalarieerde ambtenaar en particuliere employe, echterzonder liquide middelen. Wij hebben de indruk dat velen nu ineen veel te lage huurklasse wonen en gaan wonen, op de plaatsvan de lager gesalarieerden. Op den duur is dit niet te hand-haven. Het is zeer wel te verstaani dat het nu op de eersteplaats gaat om het grootst aantal en zo goedkoop mogelijkewoningen. Maar men zal er niet aan kunnen ontkomen om ookvoor het betere type een bruikbare financiering te maken.En dan is hier tevens de vraag geoorloofd of ook de woning-bouwverenigingen hierbij kunnen worden betrokken.En wat moeten we doen in verband met de zich wijzigendebevolkingsopbouw, het ouder worden van ons volk? Dit wilzeggen, de beste woongelegenheid voor het oudere echtpaar(dus niet alleen oude echtpaar!) en de oudere alleenachter-geblevene?Nu in enkele steden naast hoogbouwb'okken enkele zelfstan-dige tweekamerwoningen; een bescheiden poging,Maar dit vraagstuk reikt! in de naaste toekomst verder! Nuhebben wc reeds in de grote steden het probleem van de z.g.particuliere rusthuizen.Hoogbouw met bijzondere voorzieningen is voor de groteresteden o.i. de aangewezen opiossing en deze zal tevens tengoede komen aan het aantal beschikbare woningen voor jongegezinnen. Een afzonderlijke financieringsregeling is hier no-dig en mogelijk.De vi^oningb.-verenigingen hebben op dit terrein een bijzondermooie taak. Voorts is er nog de vraag, die nu of straks waar-schijnhjk beantwoord moet worden, kunnen en willen wij onsdeel bijdragen aan de verphchte reserve, dit is; mede verant-woording dragen!Op het ogenbhk wordt een enquete ingesteld naar de huidigearbeidsvoorwaarden van personeel in dienst van woningbouw-verenigingen en wij zullen in overleg met de Bedrijfsunie voorhet Bouwbedrijf de mogehjkheid nagaan van het opstellenvan een coUectieve arbeidsovereenkomst voor personeel/ indienst van bouwverenigingen. Wij verwachten dat nog dit na-jaar de resultaten aan de leden kan worden medegedeeld.Wij dreigen bedolven te worden onder allerlei kleine, zij hetop zichzelf belangrijke questies van plaatse'ijke aard en tech-nische bouwproblemen. Dit werkt gevaarhjk, de horizon ver-nauwt zich, we worden bekrompen en vaa'k overgevoelig.Daarom raden wij U aan steeds brede belangstelling te to-nen voor de vraagstukken die een breder vlak bestrijken, endat van de volkshuisvesting in bredere zin ten nauwste raken.Dat verruimt onze blik, verdiept ons inzicht, gecft meer in-houd aan onze plaatseUjke taak en vergroot onze weerstand.Wij moeten ook hierin op hoog niveau leven.Stadsontwikkehng in het algemeen, wijkgedachte, ontspan-ningsgelegenheden voor de jeugd en ouderen, vergadergele-genhedcn, voldoende groen en plantsoenversiering. Architec-tonische mogelijkheden om de benauwende huizenmassa-aanbhk zoveel mogehjk te voorkomen. Algemeen sociale voor-zieningen. De specifieke plattelandsproblemen en streekplan-nen. De stadswoningbouwverenigingsbesturen en die van eenplattelandsbouwvereniging moeten belangstelling hebben enkennis dragen van elkaars* problemen. Denk hierbij aan deProv. afdelingen. Dit alles moet zijn weerslag vinden op hetcentrale bureau en omgekeerd. Zo alleen kan onze organisatietot een levend geheel worden.Vergadering, we hebben enkele aspecten van het vraagstukdat de Overheid en ons ter opiossing is gegeven, een weinigtrachten te belichten. He effect is uiteraard niet verrassend,het zijn vertrouwde lichtflitsen, vaak al te vertrouwd. Wijspreken over Overheid en ons ter opiossing gegeven. Dat doenwij bewust. Want wij zijn niet geheel overtuigd, dat bij alleoverheidsinstanties deze gedachte in de praktijk wordt be-Afb. 4Pla^aanplein te EindhovenArch. Smit ^p.1920 /ylee[d! Wij menen dat de plaatselijke woningbouwverenigin-gen, federaties, prov. afdelingen en de Nat. Woningraad zelfniet voldoende worden ingeschakeld, en heus niet alleen om-dat men niet altijd een open oor en voMoende activiteit bijhen ontmoet. Er is hier en daar een tendens dat men het al-leen beter 'kan, wij zijn slechts een remmende factor; ook be-merken wij meermalen het overwicht van de ons alien altijdbedreigende zucht naar machtsontplooiing.Cit zijn enkele opmerkingen vanuit de van onszelf afgewendehouding en daar zouden we voorzichtig mede zijn!Tot onszelf inkerend zeggen we: Zien we onze taak duidelijk?en aanvaarden we die? Momenteel hebben wij bijna 700 ledenen met elkaar beheren we een aantal woningen ongeveer gelijkaan geheel Amsterdam!Dit enorme gemeenschapd^ezit is aan ons toevertrouwd. Wehebben veel verlangens, maar de voornaamste moct nu zijn:verlangen naar verantwoordelijkheid dragen.Wij vragen ook meerdere zelfstandigheid. Goed. Maar wetenwe dat zelfstandigheid en verantwoordelijkheid in een vrijesamenleving onverbrekelijk met elkander verbonden zijn? Heteen is niet zonder het ander! Groeiende verantwoordelijkheidis voor de een strekken van de rug en rechttre'kken der schou-ders, voor de ander het bezwijken onder of afwerpen van eenondragelijke last.Tot wien behoort U? Confronteer U na dit congres met Uwtaak voor nu en morgen en geef dan eerst het antwoord!Hierna verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.2. Voordracht gehouden door de Heer P. vander Putt, voorzitter van de afdeling Noord-Brabantvan de Nationale Woningraad over ,,De Ge-schiedenis van de Volkshuisvesting van Eind-hoven".U bent in een stad waar het overwegend belang van de volks-huisvesting niet alleen nu aan de orde is na de tweede wereld-oorlog. Doch in 1918 en 1929 kende men hier jaren reedsvan dringende en spoedige woningvoorziening in verband metde ontwikkeling der industrie. Door de Industrie is Eindhoventot snellere groei gekomen. Voor 1910 bestond er alleen wo-ningbouw door particulieren; een enkele fabrikant die eenpaar huizen had voor een bijzondere functionaris; verder detraditionele bakker met enkele woningen, de gedwongen win-kelnering, zoals men toen zeide.De eerste samenwerking voor de bouw van 18 woningen door,,Eindhoven Vooruit", een idealistisch werk, dat om de onder-gang te voorkomen door een fabrikant werd overgenomen.De eerste woningbouwvereniging ,,Volkshuisvesting" werdopgericht 25 Maart 1911 door fabrikanten, 12 in aantal; ditis steeds zo gebleven en de vereniging is de grootste geblevenvan de stad. Het eigen jkapitaal was f. 30.000, -- .Eindhoven had toen 5600 zie'en, nu 24 maal zoveel. Eindhovenwas geheel omsloten door vijf omliggende gemeenten, die in1920 tezamen zijn gevoegd; toen had men 29.180 inwoners,thans 4,75 maal zoveel.De eerste aanvraag betrof een voorschot van f. 600.000,-- voor400 woningen. Die huizen zouden gebouwd worden in Woen-sel en direct kwam dus de vraag of Eindhoven een voorschotken geven aan woningbouw in een andere gemeente. Haagseinstanties waren er mede gemoeid en de heer Lietaert Peer-bolte is van toen af geregeld met de Eindhovense woningbouwbezig geweest. Maar ook politick was er verschillend oor-deel. B en W. stelden voor de medewerking te verlenen voorde 6 ton als er tenminste f. 150.000,^-- in Eindhoven werd be-steed. Aangenomen met 8 tegen 2. Gedeputeerden hebben def. 600.000,-- teruggebracht op f. 200.000, -- . Nader rapportvan B. en W., staken van stemmen in de Raad. Eerst onderzoe-ken of in Eindhoven gebouwd kan worden; een nieuwe bouw-oU vereniging wordt daarvoor opgericht, Een aanvraag van dievereniging door de Raad aangenomen, wordt door het Rijkafgewezen. Eindelijk wordt met 6 tegen 4 aangenomen omf. 100.000,^-- aan Volkshuisvesting te geven voor het bouwenin Woensel. Eigen kapitaal moest 1/19 zijn. Het eerste planvan verenigingsbouw in onze gemeente, 59 woningen voorf. 96.720,72 kwam gereed 15 December 1914. Huur maximumf. 2,--'. Eenvoudige wegenaanleg en riolering niet aangepastaan Eindhoven. Een toen reeds opgemerkt bezwaar.3 Mei 1913 tweede voorschot. Door de Raad aangenomen.Door Gedeputeerde Staten eindelijk in September goedge-keurd. f. 114.292,42 voor 64 woningen.6 Dec. 1913. Derde voorschot voor 175 v/oningen. Stakingvan stemmen in de Raad; 20 December verworpen 6--5 stem-men; eerst onderzoeken of Woensel mede risico draagt. 7 No-vember 1914: Eindhoven en Woensel zullen ieder de helftvan het exploitatietekort dragen. Eerst staken van stemmen,dan aangenomen 7--3. Rijksvoorschot 4 Maart 1916, dit isf, 281,636,82 voor 118 woningen.Toen ging het verder gesmeerd.14 Januari 1918, f. 1.781.441,-- voor 397 woningen.De oude gemeente Eindhoven verleende voor de annexatienog medewerking: Woningbouwvereniging ,,St. Joseph" voor311 woningen f. 2.123.137,-- te bouwen in Tongelre. Wo-ningbouwvereniging R.K. Middenstand voor 36 midden-standswoningen in Stratum. De oude gemeente Stratum bouw-de voor eigen rekening 50 arbeiderswoningen. De oude ge-meente Strijp gaf medewerking aan de bouv/vereniging St.Trude voor 355 woningen f. 2.300.000,--.De oude gemeente Tongelre aan de woningbouwvereniging,,Huis en Hof" voor 30 woningen f. 123.019,40.In 1918 werd een woningtelling gehouden, de eerste over de6 gemeenten; er waren toen 7710 woningen; 460 dubbelwo-ningen. Tekort zonder reserve 471.In 1910 is de N.V. Philips begonnen met de bouw van 200huizen in Strijp, hetgeen toen gedoopt werd met de naam vanPhilipsdorp. Het mag worden vastgelegd, dat de wijze vancxploitatie van deze zuiver industrie-woningen nimmer aan-leiding heeft gegeven tot critiek of tegen-actie. Bouw enstraatnamen een persoonlijk karakter.Toen is gekomen het historisch ogenb^ik van 1 Januari 1920,de grote gemeente.1920. 100 houten noodwoningen. Geleidelijk door de bewo-ners afgebroken in 1930.30 woningen Bouwvereniging ,,Acht".50 middenstandswoningen voor ,,Eigen Haard".1920. 444 woningen ,,Volkshuisvesting in Stratum.1921. Oprichting Centraal Woningbeheer voor verhuring ge-meentewoningen. Aanleiding: minder administratievegang van zaken.1922. Gemeente bouwt zelf 308 kleine woningenen een lesom deze typen niet meer te bouwen; de theorie ze dante gebruiken voor kleine gezinnen niet uitvoerbaar.1923. Gemeente bouwt zelf 387 normale woningen met rijks-premie.Woningbouwvereniging ,,R.K. Middenstand"42 middenstandswoningen.1925. De gemeente neemt noodgedwongen van de BosscheBouw- en Handelsvereniging over 150 stenen nood-woningen. 15 November 1937 heb ik als wethouderonder applaus van de Raad voorgesteld ze af te breken.1925. De Christelijke Bouwvereniging ,,Helpt U zelf doorSamenwerking" bouwt 40 woningen.1927. HypotheekregeMng 85% voor eigen woning. Ruim 554woningen zijn op die wijze gebouwd; bedrag der hy-potheek ongeveer f. 3 millioen. Een zeer vlotte gangvan zaken is hiermede bereikt. En een zeer klein getalmoeilijkheden.1928. Volkshuisvesting 338 woningen. Gemeente 474. Philips350.1929. Besluit van de gemeenteraad, dat alleen de gemeentezal bouwen; de bouwverenigingen kunnen de verhuringverzorgen. De voornaamste reden was, dat de kleineGemeentewoningen te Eindhovenbouwverenigingen niet over het personeel beschiktenom zeer vlug -- en dat was toen de eerste voorwaarde-- woningen gereed te krijgen.Gemeente 442 woningen, en 24 z.g.n. overgangswo-ningen; stevige constructie voor gezinnen, die ordelijkcbewoning moeten leren, om dan over te gaan naar eenbetere.1'93|1. Het vraagstuk der huisvesting van ongehuwden brachtde stichting van 6 gezellenhuizen, waarvan 4 met rijks-voorschot. Die inrichtingen aan het eigen doel te doenbeantwoorden is niet altijd mogelijk geweest; de finan-ciele zijde heeft veel zorg gegeven.1932/33. Wie het goed gaan der Industrie meemaakt, moetook de terugslag dragen. We hebben dat in die jarenondervonden. Plots was de spoed afgelopen, de behoef-te slonk op zeer korte termijn en het leeg staan vanhuizen begon. Het omgekecrde van hetgeen thans ge-schiedt: de moeilijkheid was om de dubbel-bewoningte beeindigen.193fe. Een officiele woningtelling werd gehouden met ver-schillende interessante gegevens, ook over het aantalgezinnen dat te duur woonde. Er stonden toen 934 wo-ningen leeg.1935. Weer begonnen met bouw; het Rijk heeft het langtegengehouden.Philips' bouwvereniging wilde bouwen in de omlig-gende gemeenten Aalst en Geldrop, omdat het goed-koper in grond en wegenaanleg zou zijn. De gemeenteheeft zich daartegen verzet, doch het Rijk gaf toe engaf voorschot buiten de gemeente om. Thans staan weweer voor verplichte annexatie in de toekomst.1935. Opzet bouw goedkope arbeiderswoningen, doch vol-doende inhoudsmaat. Gemeente 102. Dan 100 in be-heer bij Woningbouwver. ,,Gestel".,,St. Trude" bouwt 253 woningen.1936. Voor ,,St. Jozef" 172 woningen.1938. Voor ,,Beter Wonen", coop. verg. 43 woningen. ,,St.Joseph" 223 woningen.Plannen voor grote woningen voor grote gezinnen. Naveel onderhandelingen bij het Rijk geen succes bereikt.Bij liet begin van de oorlog hadden wij aan woningwetwonin-gen^Gemeente 1933Volkshuisvesting 1420,,St. Joseph" 706,.St. Trude" 608Woningbouwver. Philips 1516Diversen 250Bedrag ruim 29 mill. Aantal 109 maal eerste blok.27% totaal aantal woningen. Bedrag 300 maal eerste post.Philips eigen arbeiderswoningen 1338 in Eindhoven.Door de oorlog zijn 400 arbeiderswoningen verdwenen. Krot-opruiming op grote schaal heeft Eindhoven nimmer gekend.De geschiedenis heeft geleerd voor onze gemeente, dat er vluggebouwd kan worden en de daarbij behorende vraagstukkenvan stadsuitleg, grondaankoop (waar de thans mogelijke voor-lopige in bezitneming nog achteraan komt), wegenaanleg enriolering tijdig de aanpassende oplossing vinden.Snel is het woord voor de naaste toekomst; medewerking metde bouwverenigingen; economische, doch verantwoorde syste-men en dan kunnen wij reeds laten zien: Oostenrijkse wonin-gen, Zweedse woningen, bungalows, Maycrete, Daal. B.B.B.,Krabe, Polynorm enz. enz., doch boven alles de woning vanonze Hollandse baksteen.(Het overige deel van het verslag wordt in het volgend num-mer geplaatst, behoudens de rede van de Heer C. A. Barel,welke reeds in dit nummer is opgenomen.)Totaal 643313. Voordracht gehouden door de Heer C. A.Barel uit Delft: ,,De verdeling van Woonruimteten aanzien van woningwetwoningen"Mijnheer de Voorzitter, er is mij gevraagd om het vraagstukvan de verdeling der woonruimte, zoals dat is vastgelegd inde Woonruimtewet 1947, te doen inleiden, om daardoor ditvraagstuk in discussie te brengen op dit congres. Wanneerwij daarover willen spreken, is ons oog meer gericht op deverhuur van woningwetwoningen, welke het eigendom vanwoningbouwverenigingen zijn. De bedoeling van deze bespre-king is, om een betere samenwerking te verkrijgen tussen degemeentebesturen en de besturen der woningbouwvereni-gingen.Dit vraagstuk wordt thans beheerst door de wet van 4 Augus-tus 1947 tot bevordering van doelmatige verdeUng van woon-gelegenheid, kortweg genoemd Woonruimtewet 1947.In de Memorie van Toelichting Jop deze wet wordt gezegd:,,In verband met de heersende woningnood in een groot aantalgemeenten in ons land is een krachtig ingrijpen noodzakelijkom chaotische toestanden op het gebied der volkshuisvestingte voorkomen; waarvan vooral de economisch zwakkeren hetslachtoffer zouden worden."Een wet dus met een sterk sociaal karakter, die de economischezwakkeren in bescherming wil nemen, Een wet ook, die doordeze bescherming het eigendomsrecht zeer sterk aantast en hetonbeperkt uitoefenen van het eigendomsrecht aan bandenlegt.Ik wil hierop even de aandacht vestigen, omdat de woning-bouwverenigingen eveneens een sterk sociaal karakter dragen.Het is niet nodig ver terug tje grijpen in de geschiedenis vande woningbouwverenigingen. Voldoende is het te wijzen opde zeer erbarmelijke woningtoestanden in de vorige en in hetbegin van deze eeuw. Het verzet tegen deze toestanden enmede naarmate de economisch zwakkeren meer de aandachtvestigden op hun lot, had tot gevolg, dat de oude opvattingvan de ,,politiestaat" werd verdrongen door het besef. dat destaat ook ten opzichte van het uit deweg ruimen van socialemisstanden een taak had te vervullen.Het tot stand komen van de Woningwet 1901 opende demogelijkheid tot oprichting van woningbouwverenigingen. Bijde oprichting van verenigingen, hadden deze zich dan ooktot taak gesteld, ik herhaal dit, de sociale misstanden te be-strijden. Zij dachten hierbij aan:le. huurnivellering,2e. de arbeider met de kleine beurs een zo goed mogelijkewoning te verschaffen,3e. de volksgezondheid te dienen,4e. het gezinsleven te bevorderen. 81Dit doel wordt eveneens in de Woningwet 1901 onderstreept,wanneer men zegt dat ,,Toelating ingevolge de Woningwet1901, alleen kan geschieden aan verenigingen enz., welke uit-sluitend in het belang van verbetering der volkshuisuestingwerkzaam zijn". Eveneens wil ik nog de aandacht vestigen opart. 8 lid 2 van het Woningbesluit, waarin wordt gezegd, datde toelating kan worden ingetrokken ingeval de verenigingenenz. het belang van de volkshuisvesting niet meer of niet vol~doende behartigen.Ik heb deze korte doelstelling van de Woonruimtewet 1947even naast de doelstelling der woningbouwverenigingen willenplaatsen, om duidelijk te laten blijken, dat de Woonruimte-wet 1947 niet, ik zou hier wel noof^ willen gebruiken, tegen-strijdig behoeft te zijn aan de belangen der woningbouwver-enigingen. Samen willen zij eenzelfde zaak dienen, de volks-huisvesting. Om op het sterk sociaal karakter van beide tewijzen is het goed beide even te bezien.In het Juli^--Augustus-nummer van de ,,De Woningbouwver-eniging" lees ik een artikel van de heer P. in 't Hout:,,Deze wet past eigenlijk niet in ons rechtsbestel en moet danook gezien worden als een complex van noodmaatregelen,welke gezien de noodtoestand gerechtvaardigd is."Ik zie deze wet zo niet.Daar waar belangen-botsing ontstaat, is het nodig, dat be-langenbeveiliging wordt bereikt. Deze belangenbeveiligingbrengt het recht. Daar waar deze belangenbeveiliging nietvoldoende is gewaarborgd in godsdienstige, zedelijke of fat-soensnormen, moeten deze worden vastgesteld in het recht,in de wet.En nu geloof ik, dat wij in de Nationale Woningraad altijd ophet standpunt hebben gestaan, dat juist de volkswoningbouween belangenbeveiliging is van de arbeider tegenover de par-ticuliere woningbouw. Dit geldt ook voor de Woonruimteweten daarom past deze wet uit het oogpunt van belangenbeveili-ging wel in ons rechtsbestel.Ik geloof ook, dat de woningbouwverenigingen zich in de loopder jaren een zekere ,,good-will" hebben weten te verschaffen.Mr. P. v. d. Drift wijst daarop in zijn boek ,,Volkshuisves-ting". Verder zou ik kunnen wijzen op diverse artikelen in depers en op de uitlatingen van de Minister van Volkshuis-vestig en Wederopbouw bij de j.l. gehouden kamerdebatten.Ik geloof niet, dat het nodig is te wijzen op de erbarmelijkewoningtoestanden van thans, welke zijn ontstaan door hetgrote woningtekort. Geen bestuurder van een woningbouw-vereniging zal van mening zijn, dat het bouwtempo zo zalkunnen worden opgevoerd, dat het woningtekort spoedig tothet verleden zal gaan behoren.Tal van organen 'hebben op de nooddruft tengevolge van dezetoestanden gewezen. Ik wil de kleinere plagerijen nog maareven voorbij gaan, maar niet zelden geeft samenwoning aan-leiding tot heftige ruzies, soms vestpartijen, huwelijksschei-ding, vijandschap tussen ouders en kinderen, enz.De Staat heeft hier een taak te vervullen, maar ook de eige-naren van woningen, dus o.a. de woningbouwverenigingen,zullen er aan mede moeten werken om dat wat voorradig is,zo billijk en zo goed mogelijk te verdelen.Deze taak is thans in handen gelegd van burgemeester enwethouders, ter bevordering van een doelmatige verdeling vanwoongelegenheid. Ik zal niet uitweiden over de bevoegdhedenvan administratieve en rechterlijke macht, voortvloeiende uitde art. 7 en 32 van de Woonruimtewet 1947. Een juridischebehandeling zult gij van andere dan mij verwachten.Belangrijk is, dat zeer grote bevoegdheden in handen van B.en W. zijn; gelegd; bevoegdheden, waarvan men mag aanne-men dat zij zullen worden gehanteerd in het algemeen be-lang, om tot een zo doelmatige en billijke verdeling van onsgemeenschappelijk woningbezit te komen. Onder gemeen-schappelijk te verstaan ,,volksbezit".Maar dit houdt in, dat de wbv., c.q. haar bestuurders, hieraanhun medewerking niet mogen onthouden en dat een maximumo2 voordeel voor de woningzoekenden is te bereiken door eennauwe samenwerking tussen B. en W. en de bestuurders, derwoningbouwverenigingen, wanneer het gaat om de woningender verenigingen.In verband hiermede wil ik op een andere uitlating in bedoeldartikel wijzen.Ik lees daar:,,Toepassing van de Woonruimtewet 1947 berokkent in velegevallen sociaal kwaad" enz. Ik- geloof dat wij zo de zaakonjuist stellen. Er is een maatschappelijk kwaad, de woning-nood, de woningellende. Buiten onze persoonlijke schuld mis-schien, maar wij constateren dat het er is. En nu juist om ditsociaal kwaad, dit maatschappelijk kwaad tot zijn kleinst-mogelijke proporties terug te brengen, hebben wij de Woon-ruimtewet 1947 nodig. Een Salomonsoordeel dient vaak ge-veld, maar ook een Salomonsoordeel kan rechtvaardig zijn.Niet de toepassing van de Woonruimtewet 1947 berokkentdus sociaal-kwaad, maar de toepassing neemt het sociaal kwaadweg of brengt het tot het kleinst-mogelijk nadeel terug.Nu eerst nog lets anders.De vordering van woonruimte is in handen gelegd van B. enW. Van deze bevoegdheid maken B. en W. geen gebruik danna een door de gemeenteraad jaarlijks te benoemen commissiete hebben geraadpleegd. Een zeer belangrijke commissiedus, die mede een stuk verantwoordelijkheid krijgt te dragen,mede omdat in deze commissie de verschillende partijen kun-nen worden gehoord of zoals art. 7 der Woonruimtewet 1947het zegt, ,,lettende op de rechtspositie van partijen en alleoverige in aanmerking te nemen belangen."Ik wil hier citeren wat de heer Ten Hage daarover bij de be-handehng in de Tweede Kamer heeft gezegd.,,De adviescommissie voor de vorderende instantie moet nieteen waarborg bieden voor de contractuele betrekkingen, maarvoor de menselijke betrekkingen. Zij zal de belangen alsmens moeten waarborgen".Over het zitting nemen in deze commissie wordt in onze krin-gen nog al eens verschillend gedacht.Mijn mening is, dat mede om de be^angrijkheid van dezecommissie, maar ook omdat wij verantwoordelijkheid moetendurven dragen, het een noodzakelijkheid is dat de woning-bouwverenigingen in deze commissie zijn vertegenwoordigd.De bestuurders der woningbouwverenigingen exploiterenmede een groot aantal huizen, zonder enige commercieel doel;de bestuurders worden gekozen door een deel der burgerij,dat zich voor de volkshuisvesting buitengewoon interesseert.Bovendien hebben zij grote ervaring in de opvoedende taakvan de goede vvroning; ook voor a-sociale gezinnen.Door hun jarenlange ervaring hebben zij een grote mensen-kennis; zij vormen een deel van de economisch zwakkeren enhebben hun vertrouwen.Wel zou ik gaarne zien, dat daar waar dit commissiewerk zichbeperkt tot de vorderingsgevallen, aan dit werk uitbreidingwerd gegeven tot het gehele terrein der woningtoewijzing.Er ligt hier zeker een zware taak, maar een met grote socialeverantw^oordelijkheid.Namens de woningbouwverenigingen, ik denk hier aan deafdelingen van de Nationale Woningraad, moet iemand zit-ting in deze commissie hebben.Ik kom nu terug op de verdeling van woonruimte.Art. I bepaalt dat ,,het verboden is een woongelegenheid ingebruik of medegebruik te nemen of te geven, tenzij door B.en W. voor het in gebruik nemen schriftelijk vergunning isverleend aan degene, die de woongelegenheid wenst te be-trekken."Dit betekent dus voor de woningbouwverenigingen, dat hetook voor hen met de vrije verhuur is afgelopen. Ik behoef niette vermelden de vroeger gevolgde methode. Veelal gaf hetlidmaatschapsnummer ook de volgorde aan> der verhuur. Nochhuurder, noch verhuurder hebben meer vrijheid van beschik-king.Deze vrijheidsbeperking behoeft men echter niet onmiddellijkMODELKAARTToestand der woning: heel huis -- bovenhuis -- benedenhuis Bladz. 1Hoofdbewoner Onderhuurder Onderhuurder Onderhuurder Aantekeningeni Naa mVer h. hoofdbew.geb. man-vrouwKinderen (mnl.)Kinderen (vrw.)KeukenWo|3nk.Slaapk.Zolder besch. dak besch. dak besch. dak besch. dakBadkamerW.(-tAnd ere ruimtenBZewoningui\'erheidBed ag huurNaam Studerendeng.g. = gemeensch. gebruikBladz. 2 i1 ZiekenVoornamen Beh. GeneesheerAdr >s ?'.'beroep Eigenaar woningWe rkgever Huurprijs f perInk< msten f perBur(j. staat ongeh. --gehuwd --wednr--wed.Inge schreven 19 No. Recht voorkeursw. ja--neenIVNlaii-geb. Tak van dienstadm vrouwGeboren Gevraagde woningKin( leren: geboren Ink. per. Bedrag huurprijsMaiinelijkOproep woning d.d. perceelVro LiwelijkToewijzingV.H.V. 983te zien tegen de achtergrond der vordering. Aan de vorderinggaat vooraf het beginsel van vrijwilligheid.Uitdrukkelijkl heeft de Minister in zijn beschikking van 30Augustus 1947 bepaalt:,,Tenzij onverwijide vordering noodzakelijk is, zal van de vor-,,deringsbevoegdheid geen gebruik worden gemaakt dan nadat,,het B. en W. redelijkerwijze onmogelijk is gebleken om op,,basis van vrijwilligheid een oplossing van de huisvesting-,,moeilijkheid te bereiken. B. en W. zullen, waar mogelijk,..bemiddelend optreden om zodanige oplossing te verkrijgen."Dit betekent dus ook, ik citeer de beschikking verder:,,dat zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met de,,voor'keur van degene, tegen wie de vordering wordt gericht,,,met betrekking tot de personen, aan wie het gebruik van het,,gevorderde zal worden toegewezen".Een beperking dus, die ook de woningbouwverenigingen tegenwillekeur in bescherming neemt.Naar mijn mening ligt hier de basis voor samenwerking tussengemeentebesturen, B. en W., en de woningbouwverenigingen.Bij dit overleg, dat dus zal moeten plaats vinden alvorens totvordering over te gaan, zullen de belangen van de verschil-lende partijen tegenover elkaar moeten worden afgewogen.Uit het voorgaande blijkt, dat wij als woningbouwverenigingniet meer de eis kunnen stellen, maar sociaal gezien ook nietde eis mogen stellen, om zonder meer in volgorde van het lid-maatschap tot verhuur over te gaan.Wij zullen dus als bestuurders van woningbouwverenigingen,voor wij tot verhuur willen overgaan of liever voor wij eenvoordracht tot verhuur opmaken, onze gedachten moeten latengaan over billijkheid en verantwoordelijkheid tegenoverderden.Dit betekent, dat wij zullen moeten beginnen met onze wo-ningen in klassen te verdelen, b.v.:a. woningen meer geschikt of uitsluitend bestemd voor oudevan dagen. Kleine woningen dus.b. woningen geschikt voor kleine gezinnen, met b.v. maximaal2 kinderen. Woningen dus met 2 of drie slaapkamers.c. woningen geschikt voor grote gezinnen, met meerdereslaapkamers.Doch wij zullen meer moeten weten. Het is nodig, dat elkewoningbouwvereniging thans beschikt over wat ik zou willennoemen, ledenbevolkingsregisters, waarin wij allc gegevensverzamelen, welke ons van nut kunnen zijn.Ik denk hier aan de volgende gegevens. (Zie modelkaart)Deze gegevens moeten wij verzamelen, willen wij ook verant-woord zijn tegenover onze leden. Immers zij rekenen er op, datde bestuurders hun belangen naar beste weten en kunnen zul-len behartigen. Vanzelf sprekend is het, dat de meeste dezergegevens door de leden zelf moeten worden verstrekt. Tochmoeten wij voor de betrouwbaarheid kunnen instaan en aan deleden zal duidelijk moeten worden gemaakt, dat wanneer dezegegevens niet met de werkelijke toestand overeenstemmen, hetbetrokken lid gedurende een bepaalde periode niet voor eenwoning in aanmerking zal kunnen komen.Doch bij de toewijzing der woning zullen ook andere factoreneen rol mogen spelen. Nu is het zo, dat vele vereigingen nogmet leden niet-bewoners zitten, die reeds voor 1940 als lidtoetraden. M. i. is het volkomen billijk, dat deze leden enigerechten kunnen laten gelden. Immers, zij voelden zich reedstot de vereniging aangetrokken voordat het vraagstuk dervolkshuisvesting de aspecten vertoonde van thans. Vaak, reedsjaren hebben zij hun waarborgsom gestort en hun contributiebetaald. Zij hebben hun sociale taak begrepen en de ideeeledoelstelling der woningbouwvereniging gesteund. Ook wan-neer deze leden over een woning beschikken, moeten zij m.i.in de gelegenheid worden gesteld over te gaan naar een doorhen verlangde woning der woningbouwvereniging.Veelal zal dit ook geen onbillijkheden geven, omdat er ookweer woonruimte vrijkomt en er dus slechts een woningmutatieplaats vindt.84 Het komt mij daarom ook niet juist voor wanneer B. en W.de eis stellen, dat een bepaald percentage van de vrijkomendewoningen der woningbouwvereniging ter beschikking van hetgemeentelijk verhuurkantoor moet worden gesteld.De maatregelen van B. en W. in Amsterdam, waarbij werdbepaald, dat 50% van de vrij komende woningen aan hetCentraal Bureau voor Huisvesting moet worden afgestaan,komt mij dan ook onredelijk voor.Of er ontbreekt hier iets aan de behoorlijke samenwerking ofB. en W. gaan te ver in hun eisen en onderkennen de belan-gen der leden van woningbouwverenigingen.Even anders staat het met de toewijzing van nieuwbouwwo-ningen, al zal odk hier een te volgen gedragslijn met overleg-ging van gegevens, de rechten der leden kunnen waarborgen.Toch kan ik mij indenken, dat de gemeente de onmiddellijkebeschikking over een bepaald percentage wil hebben.Bepaalde urgentie-gevallen moet zij kunnen afdoen. Hiertcgenis zeker geen bezwaar, wanneer wordt gebouwd op basis vangemeentelijke kapitaal-investering. Zij treedt dan in de plaatsvan de voorkeursbepaling bij met rijksvoorschotten gebouwdewoningen.Ook bij de nieuwbouw is het echter niet noodzakelijk dat eengroot percentage ter beschikking komt van de gemeente. Inverband hiermede wil ik wijzen op de beslissing van Gede-puteerde Staten van Utrecht van 11 Mei '48 inzake een vor-dering van B. en W. van Abcoude van woningen der bouw-vereniging ,,De Angelstroom". De vordering werd hier ge-steld ten gunste van een lid met een hoger volgnummer.Toch werd deze vordering vernietigd op de volgende gronden:,,omdat ook op de leden van een woningbouwvereniging de,,gcbruikelijke gedragslijn moet worden toegepast, dat, wan-,,neer een particuliere eigenaar, hetzij op eigen kosten. hetzij,,met gebruikmaking van de Financieringsregeling Woning-,,bouw 1947, een woning laat bouwen, van B. en W. een ver^,,gunningtot het in gebruik nemen van die woning verkrijgt, en,,omdat het gewenst is, dat het gemeentebestuur ten aanzien,,van de door woningbouw vrijkomende woonruimte een op-,,schuifsysteem toepast, opdat aan de allerslechtste woning-,,toestanden in die gemeente zo spoedig mogelijk een einde,,kan worden gemaakt."De leden worden dus, in volgorde van hun aanmelding voorhet lidmaatschap der woningbouwvereniging, als eigenaarsder woningen beschouwd.Op dit recht mag slechts noodgedwongen inbreuk worden ge-maakt, zoals zeer terecht dezelfde Ged. Staten beslissen ineen geval der woningbouwvereniging ,,Zuilen". Maar daarommoeten wij, als bestuurders der woningbouwverenigingen, deverschillende belangen zeer minutieus afwegen, waarbij wijjuist aan dat ledenbevolkingsregister grote steun zullen hebben.Ik ben het daarom ook niet eens met de opvattingen van deheer Kiers, die in zijn artikel van September '48 de kapitaals-investering en het risico-dragen door de gemeente bij de toe-passing van de Woonruimtewet 1947 in geding brengt. Dezefactoren horen m.i. hierin niet thuis.Bij de bouw van woningen door industrieen spreken immers deniet-rendabele bouwkosten ook niet mede bij de toewijzinguitsluitend aan het personeel. Gelukkig vinden wij elkaar weerop het terrein der practijk, waarbij de doelmatige verdelingmoet prevaleren.In dit verband vraag ik mij af, in het geval Abcoude, of hetbestuur met alle factoren rekening heeft gehouden. U zult be-grijpen, dat ik dat vanuit de verte niet kan beoordelen, maarvoldoende blijkt uit mijn betoog, dat ik niet in alle gevallen hetoudere lidmaatschap wil laten voorgaan.Maar met deze uitspraak van Gedeputeerde Staten in het ge-val Abcoude wil ik ook niet beweren, dat de woningen derwoningbouwverenigingen buiten de wet zouden moeten wor-den geplaatst. Ook dit is wel voldoende uit mijn betoog ge-bleken. Elke mutatie in de verhuur zal de goedkeuring vanhet verantwoordelijk gezag moeten hebben, omdat nu eenmaalB. en W. de verantwoordelijkheid dragen van de uitvoeringder Woonruimtewet 1947 en niet de besturen der woning-bouwverenigingen. Maar evenmin zal men het verantwoor-delijkheidsbesef van de bestuurders ener woningbouwvereni-ging moeten neerhalen door de verhuur uitsluitend van hetgemeentelijk gezag te doen uitgaan. Een morele verantwoor-delijkheid tegenover de overheid kan even zwaar drukken alsde wettelijke plicht. De juiste oplossing zal moeten wordengevonden door overleg tussen het bestuur ener woningbouw-vereniging en de gemeente.Ik wil hier nog de aandacht vestigen op een andere zaak. Erzijn verenigingen met grote wachtlijsten van leden niet-bewoners.Maar er zijn ook verenigingen, die pas de toelating tot hetlidmaatsc'hap open stellcn, wanneer er gebouwd wordt of wan-neer men van de gemeente woningen in exploitatie verkrijgt.Hier komt de zaak heel anders te staan. De toetreding, c.q.storting waarborgsom en contributiebetaling, dikwijls zeerkcrtc tijd voor het betrekken van der woning, kan dan veellijken op voorkeur of willekeur. Ik heb reeds gezegd dat dewoningbouwverenigingen een ,,good-will" hebben. Laten wijtrachten dit te behouden, door van onze verenigingen meer temaken dan een verhuurkantoor van woningen. Wij zullen vanonze verenigingen ,,woongemeenschappen" moeten maken,waarin ook het cultureel leven betrokken is. In de eersteplaats hebben wij behoefte aan ideeel ingestelde leden; men-sen, die hun vrije tijd willen geven aan het werk van ge-meenschappelijke tuinen, speelweiden, concerten, tuin- enfotowedstrijden, de wijkgedachte, enz, Ik wil wijzen op hetartikel ,,Gemeentelijk Woningbeheer tegenover Verenigings-beheer" in het Juni-nummer van het Tijdschrift voor Volks-huisvesting en Stedebouw. De opvoeding tot betere gemeen-schapsmens is eveneens een taak der woningbouwvereniging.Ik wil nog even de aandacht vragen voor de voorkeurswonin-qen van rijksambtenaren.Het is thans wel regel, dat wanneer een ambtenaar een wc-ning verlaat, deze wordt ingenomen door een andere ambte-naar behorende tot hetzelfde dienstvak. M.i. hebben de wo-ningbouwverenigingen hier tot taak mede te wcrken aan eenbillijke verdeling der woonruimte. In verband hiermede v/i' ikwijzen op de circulaire van de Minister van Binnenlandse Za-ken van 14/1/48, waarin wordt bepaald, dat wanneer eenvrijkomende voorkeurswoning minder geschikt is voor dezeambtenaar, hem een andere woning kan worden toegewezen.Wat ik in dit verband nog wel zou willen opmerken is, dathet m.i. volkomen billijk zou zijn, wanneer een wachtendeambtenaar, reeds als lid ener woningbouwvereniging inge-schreven, bij de toewijzing ener voorkeurswoning een pre zouhebben boven zijn collega niet-ingeschrevene. Natuurlijk on-der voorbehoud dat geen bepaalde urgentie aanwezig is. Im-mersi deze eerste man heeft niet stilgezeten, totdat hem derijpe vruchten van de voorkeursvordering in de schoot vielen,maar heeft zich reeds offers getroost van financiele aard omzich te eniger tijd een woning te kunnen waarborgen.En nu mijn conclusie.Ik n^een, dat het niet nodig is, dat de Minister richtlijnengeeft voor de verhuur van woningwetwoningen van woning-bouwverenigingen.De Woonruimtewet 1947 en de latere richtlijnen van de Mi-nister geven voldoende waarborg voor een billijke toepassingin de practijk.Nodig is het dat de besturen der woningbouwverenigingen indeze tijd van grote woningellende, hunne positie volkomenbegrijpen en medewerken aan de doelstelling der wet.Om de leden de beste waarborg te geven voor hun belangen-behartiging, is het nodig, dat de woningbouwverenigingenover de meest mogelijke gegevens betreffende de leden be-schikken. I i fBij het vrijkomen van woningwetwoningen zullen de besturender woningbouwverenigingen een geargumenteerde voordrachttot verhuur moeten kunnen indienen.Wanneer de doelstelling der Woonruimtewet zich hiertegenniet verzet, mogen wij van B. en W. verwachten, dat zij aande verhuur van woningwetwoninqen aan de leden der be-trokken woningbouwvereniging zullen medewerken.Delft. C. A. BAREL.Gem.-woningen te EindhovenWoonruimtewet 1947Vordering van een aan een Woningbouwvereniging toebe-horende woningBeslissing van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 11 Januari 1949.Op het recht van een woningbouwvereniging om haar woningen terbeschikking van haar leden te stellen mag niet dan door nood gebodeninbreuk worden gemaakt. In casu was d
Reacties