IINTERNATIONAAL STEDEBOUW-CONGRESrTIJDSCHRIFTVOORVOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAAD1924 N?10 5* JAARGANG OCTOBERPRACTISCHE BEZUINIGINGop de kosten van het bekleeden van muren en plafonds inWINKELS - MAGAZIJNEN - WOONHUiZEN - GARAGESZIEKENHUIZEN - FABRIEKEN - LABORATORIA - ENZ.door toepassing van ons nieuwe bepleisteringsmateriaal= MURITE ==FA. J. MASSEUS Wm, - ROTTERDAMGED. BOTERSLOOT 119 - TELEFOON 3186VRAAGT ONS BOEKJE OVER MURITEMURITE wordt zoo hard als steenMURITE kan direct beschilderd wordenMURITE kan [direct behangen wordenMURITE is afwasclibaarMURITE is hygilnlscliir dan tegelbefcleedingMURITE geeH een NAADLOOZE oppcrvlakteMURITE krimpt niet en zet niet uitMURITE is ZEER GOEDKOOPVAN MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ - HEERENGRACHT 246 - AMSTERDAMVAN OMMEREN & Co.PAUWSTRAAT - ARNHEM^^m^ TELEFOON ?X> I^^MMISPIEGEL^, VENSTERGLAS. VERF-WAREN, GESLEPEN GLAS ZOOWELBLANK AL8 VERZILVERDSPECIAAL VOORMEUBELMAKERI EN CAROStERIE-FABRI KANTENCABOTINEHOUTBEDERFWERENDE CRE0S0OT-|OLIEBEITSEN-VERF IN ALLE KLEUREN^Het beste ter wereld en alleendan echt en gegarandeerd, wan-oeer emballage gezegeld B. & Co.levert billijk de Fa. BUDDING & Co.CORN. TROOSTSTRAAT 59 - AMSTERDAMTelcfoon 25287mIr. W. L. EERKESCIV. INGENIEURTECHNISCH-BUREAU DE RUYTERKADE 46AMSTERDAMTEL. 48269IJZERGONSTRUCTIES - GEWAPEND BETONADVIEZEN OPMETINGENsciocirafidcmcuiiacicuacii:niii30ooiiii3i3ai3ooonioiFim W[D. M. VAN iURS - SCHI[DIIMNIEUWE HAVEN 9 - Werkplaats: BROERSVELD 71 ? Tal. 879LOOD- EN ZINKWERKERIJimilLEG VOOR GlIS- EN WATERLEIDING, LEIEN- EN iSIIEK OiiKBEOEI(l(ING1. VERHOEF, Stucadoor(voorhcen C. J. VAN DER DRIFT)llpotliekersilijk 13, LeidcD - Teleta Ko. 341STEENFABRIEK ,,DE VOLHARDING" yiBECiSCHEEEmSIEEIIfflWaal-inyeclillomiilZUILEIM AAN HET m ER WEDEK ANA AL LEVERING: PER WAGON EN PER SCHIPHiELECTRO TECHNISCH BUREAU^. ll[6ULI[liSGIIIlCHT 103 - TELEFOON 31210 - iSTERDIlMLEDEN ! ONZE ADVERTEERDERSZIJNEEN STEUN VOOR ONS- LATEN WIJ EEN STEUN VOOR HEN ZIJNN.V. Stoom-Waalsteenfabriek ,,DE VOORUITGANG", TwelloIcvert behalve alle soortcn WAALSTEEN, groote partijen roodc verbetcrdc HOLLANDSCHE PANNENmet dubbele kops en zijslaiting. -- Prijzcn en monsters op aanvraag.C. VANETTEN- Huisschilder, Decorateurle Oosterparkstraat 190 - Telefoon 27277 Werkplaats : 3e Oosterparkstraat 134FIRMA B. VAN WIJK & ZOON K.L^'^.^sSSPECIAAL ADRES VOORHOLLE DAKPANNEN Z!^^^ VLOERTEGELS'"?'^-"aBETONWONINGBOUW:: VOLGENS BRONS PATENTEN ::Een uitkomst voor de Woning-voorziening. Goedkooper enbeter dan Baksteenbouw - Aesthetisch verzorgdVraagt inlichtingen ook omtrent uitgevoerde Woningcomplexen bij de N. V. BOUWMAATSCHAPPIJ.,0 C C I D E IM T" te AMSTERDAM, Joh. Verhulststraat 156a, Telefoon 23506 - 20516 - 26851I QH IIPRIMA SLAV. EIKEIM EN BEUKENPARKETVLOERENTEGEN UITERSTCONCURREERENDEPRIJZEN ONDER GARANTIEFRED. MEIJER - AMSTERDAMV. BAERLESTRAAT 160, TELEF. 25615GEVESTIGD SEDERT 1908|iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiimiiiii:I Fimia ROOZETOIJL - Zui_ EX AMBTENAREN BIJ DEN GEMEENTELIJKENGEZONDHEIDSDIENST SS: Speciaal in het verdelgen van Wandluizen, Kakker- S-- lakken, Crijniuis etc. volgens nieuw systeem met ~S de nieuwste apparaten en vindingen, waardoor ~^ succes gewaarborgd is ZZ-- H. H. Huiseigenaren voordeelige contracten ZZI Kanloof:l(mSIIlllII269JMSIEROi - Ieleloon29^ |S ALLE WERKZAAMHEDENWORDEN ONDER GARANTIE UlTGEVOERD SilllllllllllllllllilllllillllilllllllllllllKilllllllllllllllEJ. ROZESTRATENBOUWKUNDIGE en AANNEMER'111Electrische Timmerfabriek ,,DE PELIKAAN"Kantoor en Fabriek:Konijnenstraat 16-50AMSTERDAMTelefoon 35260 Telefoon 35260[ te ALKMAAR :! i SS S: LEVERT PRIMA SS SCHELPKALK S 2 TEGEN CONCURREERENDE PRIJS PER SPOOR EN PERSCHIP ; Kantoor: HOUTWEG 19 - ALKMAAR IIJROTTOIR "^^ VIGOROSE CEMENT INDUSTRIE RQNDEXOVALEMlSJm ?^="TM?" RIOLENTELEFOON 205BETON PALEN -EIGEN SPOORAANSLUITING- TUI N MU R ENPRODUCTIE 1000 M^. TEGELS PER DAGPNEUMATISCHE STAMPINRICHTING -- P E RS O NEEL 100 ARBEI D ERSGEMAAKTVAN GE-KLOOFD AR-CHANGELHOUTTOS DEURENTREKKENENKRIMPENNIETIS DEBINNENDEUR voor den HandelCONCURREEREND van f 4.50 tot f 5.50Timmerfabriek ,,De Drie Gebroeders" - SCHMIDT & CoBUSSUMFABRIEK :ROEMER VISSCHERLAAN 10KANTOOR:LAMMERT MAJOORLAAN 42 - TEL. 492 ' |LOON-ZAGERIJ en-SCHAVERIJ - LSPETTERRuyschstraat 83-83^ - AMSTERDAM - Telefoon 52885, na vijf uur 24017OP DIT GEBIED OUDSTE FIRIVIA TE DEZER STEDEDE RUITER & MAASWINKEL VAN OSTADESTRAAT 115 -- TEL. 27174AMSTERDAMAANNEMERS VAN SCHILDERWERKENBETONBOUWONDERNEMINGJ. VAN BAARSEN & H. L. STRUBEKROMME WAAL 29 TELEF. 41577 AMSTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van alle materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 5E JAAROANO N?- 10 15 OCTOBER 1924TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINOiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINO EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADREDACTIE VOOR HET INSTITUUTH. P. J. BLOEMERS, J. DOUWES JR.,MR. D. HUDIG, IR. P. BAKKER SCHUT,IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKREDACTIE VOOR DEN WONINGRAAD :MR. DR. G. VAN DEN BERGH EN J. BOMMERADRES DER REDACTIEEN ADMINISTRATIE ENSECRETARIAAT VAN HETINSTITUUT EN VAN DENNATIONALEN WONINGRAADKLOVENIERSBURGWAL 70 - AMSTERDAMADVERTENTIESv. MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJHEERENGRACHT 246 - AMSTERDAMABONNEMENTSPRIJS f 8.-DELEDENVAN HETNEDERLANDSCHINSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(H DMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN ?7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f 1.50INHOUD: NED. INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW:Officieele Mededeelingen - Het Internationaal Stedebouw-congres door Ir. L. S. P. Scheffer - De,,Toelaatbare" Samenwoningen in verband met de Berekening van het Woningtekort door J. Bommer -De tentoonstelling te Arnhem van den Bond van Nederlandsche Tuinkunstenaars door H. P. J. Bloemers -Uit het Jaarverslag van den Hoofdinspecteur voor de Volkshuisvesting over 1923 door H. - Uit dePers - Binnenland - Buitenland - Overzicht van tijdschriften - Boekaankondiging - Ingekomen boeken,geschriften, enz. - Wetten, Kon. Besluiten, enz.NATIONALE WONINGRAAD: Officieele Mededeelingen - Het Handelsregister en de Woning-bouwvereenigingen - Het overschilderen van gevels - Onderhoud in Eigen Beheer door H. Wessels -Circulaire aan de leden.OFFICIEELE MEDEDEELINGENDe Ned. Bond van Huis- en Grondeigenaren enBouwondernemers heeft de Heer Mr. E. Hollanderals vertegenwoordiger in ons bestuur aangewezenom de plaats van wijlen Mr. B. H. Vos in te nemen.HET INTERNATIONAAL STEDE-BOUW-CONGRESIVoor het Internationaal Stedebouw-Congres,dat begin Juli te Amsterdam werd gehouden, bleekde belangstelling in ons land, zoowel als in hetbuitenland, zeer groot te zijn. De congressen, welkein de laatste jaren onder de auspicien van deInternationale Tuinstad- en Stedebouwvereenigingzijn gehouden, werden door een steeds stijgendaantal deelnemers bezocht. Kon Mr. D. Hudig,in het ditmaal door hem als voorzitter van hetbestuur uitgebracht jaarverslag over 1923 metvoldoening getuigen van het door ruim 300gedelegeerden bezochte congres te Gothen-burg, voor het Amsterdamsche Congres lieten zichruim 400 deelnemers inschrijven, waarvan meerdan de helft uit alle oorden der wereld, tot zelfsuit Japan, Australie en Urugay naar Holland warengetrokken. Ook aan blijken van belangstellingvan overheidswege heeft het ditmaal niet ont-broken. Verschillende buitenlandsche regeeringen,onder meer die van Engeland, de lersche Vrijstaat,Duitschland, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Grie-kenland, Denemarken, Polen, Finland, Tsjecho-Slowakije, Egypte, Japan en Australie, hebbenzich door Gedelegeerden doen vertegenwoordigen,terwijl vooral ook in ons eigen land de Overheidvan stad en land ruimschoots haar erkenning vanen haar waardeering voor ons werk heeft doenblijken.Ouder gewoonte werd de jaarvergadering van deInternationale Tuinstad- en Stedebouwvereenigingdaags voor het congres in een der zalen van hetUniversiteitsgebouw gehouden. Op deze bijeen-komst, die een huishoudelijk karakter droeg,werden de algemeene voorzitter en de vice-voor-zitters voor de voornaamste der aangesloten landenverkozen, evenals de overige leden van het inter-322 AHTIKELENFoto N.V. Vereenigde Fotobureaux, AmsterdamEen groep bestuursleden van de Internationale Stedebouw- en TuinstadvereenigingEerste rij van links naar rcchtsi Dr. H. P. Berlage, Dr. R. Unwin, Senator Vinck, Mr. D. Hudig, Ebenezer Howard, A. Bruggeman,Sir John Sulman. Gustav Langen - Staand : , Dr- Hans Kampffmeyer, Bernhard Kampffmeyer. Dr. E. Book, Adolf Otto,, Lawrence Veiller, Dr. Otakar Fierlinger, C. B. Purdom, H. Chapman, Clarence S. Stein. Yrgo Harvia. G. L, Pepler,G. M, Harris, Sir Theodore Chambers. Kai Hendriksennationaal bestuur, dat tevens een groote uitbreidingheeft gekregen, in verband met de toename van hetaantal dochtervereenigingen ^).Daarna bracht Mr. Hudig het jaarverslag uit,waarin hij het Gothenburgsche Congres herdachtmet de aldaar gehouderi zeer belangrijke tentoon-stelling, waarbij, zooals bekend is, ook ons landmet een omvangrijke intending vertegenwoordigdwas. Ten slotte vestigde hij er de aandacht op,datde vereeniging begonnen is met het regelmatiguitgeven van bulletins, waarin vraagstukken vaninternationaal stedebouwkundig belang door auto-riteiten van verschillenden landaard worden be-sproken, ten- einde de toegepaste werkmethodenen opgedane ervaringen wederzijds bekend temaken.Nadat ten slotte Raymond Unwin als penning-meester het finantieel jaarverslag had uitgebracht,werd de vergadering gesloten.^) De volledige samenstelling van hef Bestuur wordtin het volgend nummer opgenomen.Het is een goede gedachte van het Gemeente-bestuur der hoofdstad geweest, om de deelnemersop den vooravond van het Congres te nooden opeen ontvangst in den hui?e Couturier. Hierdoorontstond voor de Congressisten de mogelijkheidop ongedwongen wijze met elkander in aanrakingte komen, nadat Burgemeester de Vlugt hen welkomhad geheeten. Hij verklaarde in ^ijn welkomstrededat het vraagstuk van den snellen groei der grootesteden in hooge mate de belangstelling heeft ookvan het Amsterdamsche Gemeentebestuur, datzich voor steeds grooter moeilijkheden ziet ge-plaatst op het gebied van verkeer en huisvesting.Het wonen in de moderne groote stad is voor eengroot deel der bevolking ontaard in het steedsdichter opeenhoopen van gezinnen onder om-standigheden, die een voile ontplooiing van gavenen karaktereigenschappen belemmeren, zoo nietgeheel onmogelijk maken. ,,Het gemeentelijk ge-weten is wakker geschud !" Men is gaan inziendat ieder burger aanspraak mag maken op' vol-ARTIKELEN 223Foto N.V. Vereenigde Fotobureaux, AmsterdamOpening van het Congresdoende ruimte om zijn persoonlijkheid te ont-wikkelen. Amsterdam heeft dan 00k reeds opeenigen afstand van den stadskern het tuindorpOostzaan gesticht, terwijl de stichting van eennieuw tuindorp, eveneens aan de Noordzijde vanhet IJ, in voorbereiding is. Maar de huisvestings-plannen der gemeente gaan nog verder. De stads-uitbreiding in de lage landen vorderen grooteuitgaven aan fundeering en ophooging, en daaromhooge huren ; men heeft nu het cog geslagen ophet hooggelegen, gezonde en schoone Gooi, dataangewezen Hjkt om er een satelhet-tui^nstad tevestigen. Voor dat deze idee verwezenhjkt kanworden, sullen vele en velerlei moeihjkhedenmoeten worden uit den weg geruimd en het inzichtin menig opzicht moeten worden verhelderd;Hiertoe zullen de op het congres te houden be-sprekingen ongetwijfeld veel bijdragen. Het Ge-meentebestuur beschouwt het dan 00k als eengroot voorrecht het Congres in Nederlands hoofd-stad te zien bijeenkomen en de leden op dezenavond als zijn gasten welkom te mogen heeten.De heer Ebene2;er Howard bedankte den Burge-meester voor zijn woorden. De moeihjkheden,die wij, aldus de grijze voorzitter, bij ons strevenop on2;en weg vonden, hebben ons vaak teleurge-steld doen zijn over de resuhaten, die wij kondenbereiken. Uw woorden hebben ons echter metnieuwen moed bezield ; nog nooit heeft een over-heidspersoon ons zoo nadrukkehjk toegesproken.Dat de verwezenhjking van onze idealen voor degroote steden, en in het bijzonder voor Amster-dam, met groote moeihjkheden gepaard gaat,spreekt vanzelf. Wij zuhen echter de bezwarenmoeten overwinnen, in het belang van de geheelemenschheid en vooral van de stedehngen,Ook de heer H. P. J. Bloemers bedankte denBurgemeester voor de hartehjke wijze, waaropAmsterdam zijn gasten had ontvangen en uitteden wensch dat het Congres en de daaraan ver-bonden tentoonstehing in het bijzonder ten goedemoge komen aan de stad Amsterdam, die, ook224ARTIKELENwat de moderne uitbreiding betreft, moge bloeienen groeien tot een schoone stad, waarop wij trotschkunnen zijn.Dr. Ing. R. Schmidt, Directeur van het Sied-lungsverband Ruhrkohlenbezirk, uit Essen, spraknamens de Duitsche delegatie de hoop uit dat deschoone uitbreidingsplannen voor stad en gewest,welke in den .geest van de aanstaande congres-besprekingen ontworpen zuUen worden, tot ver-we^enhjking mogen komen.Hiermede vi^as het officieele gedeelte van deontvangst beeindigd en verspreidden de gastenzich na een vriendelijke uitnoodiging daartoedoor de verschillende salons waar zij, gelaafden versterkt door een keur van lekkernijen, noglang in gezelligen kout bijeen bleven.Je Congresdag, Donderdag 3 JuliHet zal voor menig congresHd een verrassingzijn geweest, toen hij, weUicht na eenig zoeken,weifelend de donkere Oumanhuispoort en hettypisch-Amsterdamsche galerijtje met boeken-stalletjes doordrentelend, door de matglazen deurenplotseling in den voortuin der Academie bleek tezijn aangeland. Hoe goed deze plaats van samen-komst was gekozen, bleek in den loop der congres-dagen. De groene voorhof, die zich tengevolgevan de vriendelijke willekeur der elementengedurende die dagen baadde in de zonneweelde,waarnaar wij later in den zomer zoo vaak verlang-den, bleek een geliefkoosd verblijf voor diegenen,dien tegen het einde van morgen- of middagzittingde besprekingen te lang vielen, en die als het wareeen levendige illustratie gaven van de congresleus :Terug naar de natuur !De Academie bood het levendig en vroolijkbeeld, dat Internationale congressen pleegt eigente zijn, en dat gekenmerkt wordt door groepenleden van verschillende nationaliteit, die zichalien hadden vervoegd aan het zeer goed ingerichtecongresbureau, waar hun op de meest tegemoet-komende wijze allerlei inlichtingen en een menigtepaperassen waren verstrekt. Weldra vulde zichde groote Aula tot de achterste rijen en kon devoorzitter van het Instituut H. P. J. Bloemersals voorzitter van het congres-bestuur, de aan-wezigen welkom heeten, en de verwachting uit-spreken dat, waar naar de meening van zooveledeskundigen het gewestelijk plan een groote rolzal spelen in de ontwikkeling der groote steden,de besprekingen op dit congres goede resultatenzullen mogen afwerpen. Hij heette in het bijzonderMinister Ruys de Beerenbrouck welkom, die hetcongres zal openen en den heer Howard, wien hijverzocht in den voorzittersstoel plaats te willennemen.Minister Ruys sprak hierna den congresledenin het Fransch toe. Hij bracht hulde aan de Inter-nationale vereeniging, die het initiatief tot ditcongres had genomen en aan het NederlandschInstituut. Overtuigd dat de te behandelen onder-werpen voor Nederland van het hoogste belangzijn, sprak hij de verwachting uit dat de aanstaandeuitwisseling van meening en inzichten een gunstigeninvloed zal hebben op de onvolmaaktheden vanonze eigen organisaties. Na ten slotte de hoopuitgesproken te hebben dat de buitenlanders eengunstigen indruk van hun verblijf in ons landzullen mogen medenemen en dat de arbeid vanhet Congres nut moge afwerpen voor de geheelewereld en voor Nederland in het bijzonder, ver-klaarde hij het Congres geopend.De algemeene voorzitter, Ebenezer Howarddeelde de namen der buitenlandsche regeeringenmede, die zich officieel op dit Congres haddenlaten vertegenwoordigen. Hij verklaarde zich zeerverheugd over deze talrijke blijken van deelnameuit regeeringskringen, immers kan de daadwerke-lijke medewerking van de regeeringen bij dit werkniet gemist worden. Het was voor het eerst dateen dergelijk congres door den eersten ministervan het ontvangende 'and werd geopend en ditbeteekende de officieele erkenning van het strevender Internationale Tuinstad- en Stedebouwver-eeniging.Voorts herdacht hij in korte bewoordingenhetgeen de in het afgeloopenjaaroverledenHoUand-sche architecten, Weissman, de Klerk en de Bazelvoor de volkshuisvesting hadden gedaan en brachtden buitenlandschen leden in herinnering datweinig landen konden bogen op zulk een groot-sche prestatie op het gebied van woningbouw alsNederland, alwaar sinds 1918 ruim 166000 wo-ningen werden bijgebouwd, terwijl in dit jaarweder 40 a 50000 nieuwe woningen zullen gereed-komen. Hierna verzocht hij wethouder F. M.Wibaut de algemeene leiding van het Congresop zich te willen nemen gedurende de beide eerstezittingen.De heer Wibaut verklaarde het niet aangedurfdte hebben aan deze uitnoodiging gevolg te geven,ware het niet dat juist in deze twee zittingen debesprekingen aan het gewestelijk uitbreidingsplanvoor groote steden zullen worden gewijd, welkonderwerp in een aantal uitnemende praeadviezendoor een reeks autoriteiten zoo uitstekend isvoorbereid, dat de verschillende kanten van hetvraagstuk duidelijk zijn gesteld. Er was een tijddat men bij gewestelijke plannen slechts dachtaan wereldsteden als Londen of New-York. Dietijd is vOorbij. Ook in Nederland zien wij degroote steden zich zoo snel ontwikkelen, dat wijgenoodzaakt zijn ons af te vragen of de stads-uitbreiding kan blijven voortgaan, zooals tot nutoe gebeurt, elke stad zelfstandig voor zich, danwel of ook hier de weg moet worden ingeslagenvan voorbereiding van gewestelijke uitbreidings-plannen voor een gebied, dat verschillende ge-meenten raakt of omvat. In ons land, waar belang-\[ersteKederiiiKlsclieBetoflsteeii-nilusrev/hCH.WESTERHOUTWestkanaaldijk - Tel 46MAARSEN bij UtrechtVERVAARDIGD IN ALLEKLEUREN en BEWERKINGENmm HARD- EN ZANDSKEIIBETONUitsluitend prim a kwaliteitVRAAGT CATALOGUSRijks- en Gemeente-leveranci e rH. IElcctrischc Zagerij aan dc Vccht tc WccspTclcgramadrcs : JOHUIB - Tel. No. 59Ruim 7000 M^ terrcinFIJNHOUTspeciaal Eiken en BeukenhoutLevering 00k in bestekTRIPLEXPLATENPrima kurkdroog Slavonisch EikenMn.ii.||)?i.l""lj,. . JI . -N.V.Gewapend-Betonbouw ,,De Kondor"Directeuren: Jr. W. J. WISSELINK en A. y, GEUUKRokin 9--15, AmsterdamTelef. 45365-47344 -- Telegr.-adr. Betonbouw KondoridUiM^iii^BiMattMNl HOUIKDEL viJj.SCIIlELUo.ROTTERDAMHOOFDKANTOOR : Oost-Zeedijk 236 - Tel. 4526Zagerij en Schaverij Nijverheidstraat 71 - Tel. 541N.V. ,,MERWEDE"Kalkzandsteenfabriek - Tel. Int. 230- GORINCHEM -Productie 40.000.000Lcvcrt tegen concurreerende prijzen op kenrWAAL- EN RIJNFORMAAT KALKZANDSTEENFabriek aan BovensMervcede, groot scheepsvaarvcatefC. VAN KASTE^L - AMSTERDAM Ani t M - M mlevert alle voorkomende beeld- en steenhouwwerken in HARDSTEEN - GRANIET - ZANDSTEENKALKSTEEN - MARMER - TUFSTEEN -- Schoorsteenmantels en LambriseeringNatuursteenhandel Electr. Steenhouwerij Marmerbewerking*?-/"N.V. STEENHANDEL ,,NOORD.BRABANT"Spoorlaan 102 TILBURG Telefoon 1246 "Verkoopbureau van de meeste en beste Brabantsche Fabrieken. Speciaal adres voor :GEVELSTEEN : Gele, roode. paarse en genuanceerde geveisteen.PLINTKLINKERS : In donkerblauwe en paarse kleuren.TROTTOIRKLINKERS : Prima taaie, Noord-Brabantsche trottoirkiinkers.VUURVASTE STEEN : Met een zeer hoog smeltpunt bij uitstek geschikt voor ovenbouw, gecontroleerddoor het proefstation Koning & Bienfait.PROFIELSTEEN : Wordt in alle vormen op bestelling aangemaakt voor kerkenbouw e.a.HANS FRANCK & Co.2e EMMASTRAAT 260 's-GRAVENHAGE TELEFOON BI nn P O R T - E X P O R TGENERAAL VERTEGENWOORDIGER VOOR NEDERLAIMD EN KOLONIEN VAN DE GEPATENTEERDE? BRANDWEKKER? FLAMMENRUFASM AN & SABELSON - Bouwkundigen en AannemersKANTOOR : HOOGEWEG 48 EN 50 - TEL. 52752ELECTRISCHETIMMERFABRIEK J. L. ASIWAN - MAKELAARVISSCHERSPAD 4 LINNAEUSKADE17 - AIMSTERDAWI- TEL. 53689m miDE PLArONDS ERVOORDEELIGS O L I D EH. H. ARCHITECTEN, BOUWKUNDIGEN en AANNEMERSvraagt inllchtlngen en prijsopgaaf van het gecombineerdeHOUT- en RIETWEEFSEL SYSTEEM ,,J 0 S S 0 U"Eenige fabrikanten N.V. VEBOMA Nederl. Rietweefsel IndustrieKant.: 336 Laan v. MeerdervoortDEN HAA6Fabr.: Binkhorstlaan 177RIJSWIJK (Z.-H.)AGENTEN EN DEPOTHOUDERS GEVRAAGD's-Eraveoliaaysclie BouwmalerialeoliaiKlel ?D[ Ulll[?LULOFSTRAAT 30 TEL. H 3466 DEN HAAGAlleenverkoop voor Den Haag en Omstreken van"IVIOHA" KLUITKALK^ van de carrieres et fours a chaux de la Meuse --HUBERT VAN KAN Jr.NATUURSTEENHANDEL,Telephoon No. 583. V E N L O. Vcldenschcweg 67.Levert:TROTTOIRBANDEN, STRAATKEIEN, STEENSLAGi .1 ElHOUTHAVEN 22 - Telef. 40036Handel in Slavonisch,Russisch, Amerjkaansch,Spessart en Zuid-DuitschGezaagd en Ongezaagd EikenhoutARTIKELEN 225rijke s eden op korten afstand van elkaar liggen,krijgt het vraagstuk grootere beteekenis en wordtde oplossing urgent.Voor de goede totstandkoming van gewestelijkeplannen zuUen wettelijke regelingen moeten wordenvastgesteld, echter rijst de vraag of zoolang derge-lijke wettelijke maatregelen ontbreken, grootesteden als Amsterdam bij hun uitbreidings-plannen niet evenzeer van het beginsel der geweste-lijke plannen zullen moeten uitgaan. Sprekeracht het dan 00k een gelukkige omstandigheiddat het Congres te Amsterdam plaats vindt en dathij het voorrecht zal hebben deze besprekingen tekunnen leiden.Aan de orde waren gesteld deprae-adviezenvanIr. Granpre Moliere, van Dr. Raymond Unwin,van C. B. Purdom en van Ir. P. Bakker Schut,welke alle handelen over het gewestelijk plan inverband met de groote stad, en voor welker inhoudverwezen wordt naar de daarop betrekking heb-bende samenvattende artikelen in de Mei- en Juni-afleveringen van dit tijdschrift. Hoewel ieder lidtijdig van te voren een keurig verzorgde bundelmet prae-adviezen had ontvangen, werd ter in-leiding van de besprekingen een korte samen-vatting van de te behandelen prae-adviezen in hetEngelsch, Fransch en Duitsch gegeven. M.i.is dit een zeer goede maatregel gebleken, aangezienenkele inleiders, zooals bijv. Mrs. Hubbard-Kim-ball er uitstekend in slaagden, het verband tusschende tegelijkertijd in behandeling komende prae-adviezen duidelijk te doen uitkomen. Een slechteen tijdroovende hebbelijkheid is echter nog steedsgebruikelijk en noodig op internationale congressen,n.l. die, om het gesproken woord steeds in de tweeandere talen te vertalen. Hoe verdienstelijk detolken, de heeren Montagu Harris, Bruggeman enKampffmeyer zich ook van hun taak kweten, dedriemalige herhaling van al het gesprokene moetnoodlottig vervelend en afmattend op de toehoor-ders inwerken. Het is dan ook te hopen, dat spoedigdeze maatregel overbodig zal worden, en datieder spreker zich naar verkiezing hetzij in hetEngelsch, Fransch of Duitsch zal kunnen uiten,zonder dat zijn woorden in de beide andere talenzullen behoeven te worden vertaald.Sir Theodore Chambers, voorzitter van deWelwyn Garden City, als eerste spreker, ver-klaarde het eens te zijn met den prae-adviseurUnwin, waar deze zegt, dat stadsuitbreiding enstichting van tuinsteden tot een groote bewegingzijn samengegroeid. Helaas komt veel wat ont-worpen is, niet tot uitvoering om finantieeleredenen Hij acht de meeste kans van slagen aan-wezig voor de idee der satellietsteden, omdathierbij achter de plannen de volledige stuwkrachtvan gemeentebesturen, gemeentelijke technici engemeentelijke uitvoerders beschikbaar blijft en desatellietstad het vollediger beeld der tuinstadhet meest benadert.Ir. A. Keppler, blijkt evenzeer verheugd overhet verlossende woord van Raymond Unwin,dat de vroegere oorzaken om de stadsuitbreidingen de tuinstadbeweging als gescheiden dingen tebeschouwen, verdwenen zijn. Men is daarvanhier te lande echter nog niet overal overtuigd.Ook is er geen eenheid n de gemeente-organisatieop het gebied der uitbreidingsvraagstukken, diedoor verschiUende diensten worden behartigd.Ir. A. Plate neemt het in de eerste plaats op voorhet prae-advies van Ir. Granpre Moliere, die voorhet eerst het vraagstuk der stedelijke verwordingvan een hooger en filosofisch standpunt beschouwten acht het zeer te misprijzen dat een onzer grootedagbladen dit prae-advies op een minderwaardige,belachelijk makende wijze heeft besproken. Demoeilijkheid voor de uitwerking der plannen inden geest der heeren Granpre Moliere en RaymondUnwin ligt in de omstandigheid dat een grootestad te vergelijken is met een groote industrie.Evenals een industrie eerst na jaren en jarengestadigen groei zich kan ontwikkelen tot hetorganisme, dat zij behoort te zijn, moeten ook defactoren die tezamen een groote stad vormen,eerst na jarenlange ontwikkeling groeien tot eengeheel, waarin organisatie, dus orde bestaanbaar is.Na de middagpauze sprak de heer K. C. van Nesals zijn meening uit dat het onmogelijk is, zooalsde heer Granpre Moliere verlangt, om de natuurin de stad te brengen. Natuur en cultuur moetenin een van te voren daarop berekend plan samengaan. Naar aanleiding van het prae-advies-Unwinis ook deze spreker van meening dat het ontwikke-lingssysteem rond een centrum moet wordenopgegeven.De heer Langen (Duitschland) legt er den nadrukop dat bij den aanleg van satellietsteden niet alleengelet moet worden op den technischen kant,maar vooral ook op de sociaal-hygienische en deeconomische zijden van het vraagstuk, welke alleonafscheidelijk verbonden zijn. Deze kantenzijn de stedebouwers te veel geneigd over te latenaan de congressen voor sociale hygiene enz.;echter is dit wel degelijk het werk van de stede-bouwers zelve.Ir. van Lohuizen betoogde, dat de stichtingvan satellietsteden niet de uiteindelijke oplossingkan brengen van het probleem der groote stad.Speciaal niet voor ons land, waar het gebied vanden veelhoek Amsterdam, Haarlem, den Haag,Rotterdam, Utrecht volgens zijn berekening bin-nen 50 jaren geheel bedekt zal zijn met satelliet-steden. Men zal dus niet alle heil van de decen-tralisatie mogen verwachten en ook naar anderemiddelen moeten omzien.De heer Walter Godbold (Londen) meent dathet tegenwoordige kapitalistische systeem eenhinderpaal zal blijken te zijn, wanneer de gemeen-schap, ter uitvoering van uitbreidingsplannen,tegen lage prijzen gronden aan wil koopen. Overi-226 ARTIKELENgens acht hij het wenschelijk er voor te zorgen datook industrieen zich in de satellietsteden vestigen,een gedachte, die ook door den volgenden spreker,den heer Bruno Taut (Duitschland) wordt uitge-sproken, opdat den bewoners de gelegenheid wordegeschonken in hun woonplaats zelve werk tevinden. Ook hij wijst op de noodzakelijkheiddat in de eerste plaats het begrip meer doordringenmoet, dat de grond door des^elfs eigenaars in hetbelang der gemeenschap moet worden gebruikt.Ten slotte sprak hij nog over de veranderendeinzichten betreffende de techniek van het bouwender woningen, in welke beschouwingen hij echter,als hggende bezijden de eigenHjke strekking derprae-adviezen, door denvoorzitterwerdgecoupeerd.De heer M. G. J. Kempers, burgemeester vanHarderwijk, vroeg om een tijdige vaststeUing vanplannen voor onze twaalfde provincie, de droogte leggen gedeelten der Zuiderzee, voor welke geender moeiHjkheden gelden, die men bij gewesteHjkeplannen in reeds administratief onderverdeelde ge-bieden ondervindt.Ir. P. Bakker Schut waarschuwde voor hetgevaar van een te veel generaliseeren bij de be-spreking van gewestelijke plannen, daar er grooten velerlei diepgaand onderscheid bestaat tusschende verschillende landen en zelfs tusschen deverschillende gebieden van een en hetzelfde land.Toch zijn er eenige algemeen geldende richtlijnenaan te geven, die hij in stellingen heeft samen-gevat, welke steUingen, mede door den EngelschmanUnwin, den Duitscher Schmidt en den ZweedLindt onderteekend, hij gaarne door het Congresals conclusies zou zien aanvaard (zie hieromtrentverderop).Aangezien alle ingeschreven sprekers thans hetwoord gevoerd hebben, repliceeren de prae-adviseurs de verschillende opmerkingen. Ir. Gran-pre Moliere merkte o.a. naar aanleiding van deopmerking van den heer van Nes, dat natuur nietin de stad gebracht kan worden, op, dat natuurorde is. Ten einde dit duidelijk te maken wees hijerop dat de Tuilerieen wel degelijk natuur hebben,doch het land van Hoboken niet. De heer Unwinwilde den heer Keppler niet volgen op de gevaar-lijke paden die tot bespreking van gemeentelijkeadministratieve aangelegenheden voeren. Voortsontkende hij, naar aanleiding van de opmerkingvan Ir. van Lohuizen, dat er, in het algemeengesproken, te weinig plaats zou zijn te vindenvoor het stichten van satellietsteden bij de grootesteden. ,,There is place enough, if you only knowto use it".Nadat Voorzitter Wibaut aan devergaderinghadmedegedeeld dat het bestuur besloten heeft gevolgte geven aan de uitnoodiging van de Amerikaanschedelegatie, zoodat het volgend congres in 1925 inNew-York zal worden gehouden, werd het overigegedeelte van den middag besteed aan de besprekingvan de technische onderdeelen van het gewestelijkplan. Hierover waren prae-adviezen uitgebrachtdoor de heeren Prof. Patrick Abercrombie, ThomasAdams, Fran9ois Sentenac, Prof. Dr. F. Schu-macher, Ing. Verwilghen, Flavel Shurtleffen E. P. Goodrich, en Dr. Ing. R. Schmidt. Deheeren Schmidt, Adams en Goodrich lichttenhun praeadviezen in het kort nader toe, waarnadoor eenige sprekers het woord werd gevoerd.Wij noemen hiervan in de eerste plaats den heervan Nes, die de wenschelijkheid bepleitte, in demoderne stadsplannen een blijvende plaats in teruimen aan de volkstuintjes, die nu telkens ver-dreven worden als de bebouwing nadert.De heeren C. B. Purdom (Engeland) en Dr.Hans Kampffmeyer (Oostenrijk) wezen erop vanhoe groot gewicht het is dat &ver den noodigengrond beschikt kan worden. De eerste acht hetnoodzakelijk dat wettelijke voorschriften het moge-lijk maken het ontstaan van tekort aan terreinentegen te gaan. De tweede meende dat de grond-politiek onafscheidelijk verbonden moest zijn aande gewestelijke plannen, en hoopte dat op hetvolgende congres dit punt ernstig in behandelingzou worden genomen.Ten slotte sprak de heer van der Swaelmen(Belgie) naar aanleiding van het prae-adviesVerwilghen over het verkeer, dat men internatio-naal zal moeten bestudeeren in verband met denmodernen stedebouw. Echter moet men de stedenelk voor zich bezien. Men kan ze niet rangschikkenvolgens aantal inwoners, maar moet letten opdichtheid van bevolking en de grootte van hetoppervlak. Een vergelijking tusschen Brussel enAmsterdam is in dit verband zeer leerzaam. Deeene stad heeft een snel, de laatste een langzaamtramverkeer. Toch wordt de Amsterdamsche be-volking beter bediend dan de Brusselsche, omdathet Amsterdamsche tramnet, ondanks de smallestraten en de groote verkeerscongestie zoo uit-nemend ontworpen is. Algemeen geldige plannenzijn dus niet voor alle steden op te maken.Aan het einde van dezen eersten dag bracht deheer Howard ten slotte den welgemeenden dankder vergadering uit aan Wethouder Wibaut voordiens leiding, waarop de aanwezigen met langdurigapplaus reageerde. En terecht, want inderdaad is devergadering door den heer Wibaut voortreffelijkgeleid. Zijn meesterschap over de drie voertalenen zijn zachte humor deden hem aanstonds hetvertrouwen winnen van de vergadering, die zichzonder eenig tegenstribbelen volkomen aan zijnleiding onderwierp. Dat dit geen persoonlijk oordeelis, kon ik ten overvloede uit de bewonderendeuitlatingen van menigen buitenlander opmaken,zoodat de spontane hulde van ganscher hartewerd geuit.26 Congresdag, Vrijdag 4 JuliDen volgenden morgen werden de besprekingenvoortgezet, ditmaal onder leiding van den heerARTIKELEN 227Kai Hendriksen (Denemarken), die de zittingopende met te zeggen dat de geest der beweging,die wij voorstaan, groeiende is, zoodat hij ver-trouwt dat een weg uit de vele moeilijkheden ge-vonden zal worden. Hij wenscht zijn Neder-landsche vrienden geluk, dat zij er in slaagden eendergelijk congres tot stand te doen komenenmeentdat Nederland misschien het best in staat zalblijken, niet alleen om gewestelijke plannen teontwerpen, maar 00k om ze uit te voeren.Nadat hij nog had medegedeeld, dat bhjkensontvangen bericht, de heer Merens de Servischeregeering vertegenwoordigde en een van hetCooperatieve Bouwbureau te Moskou ontvangentelegram met gelukwenschen aan het Congreshad voorgelezen, gaf hij alvorens de besprekingente openen, nog het woord aan Ir. P. BakkerSchut,die mede namens de andere onderteekenaars eenZevende conclusie aan zijn den vorigen dag inge-diende zes conclusies toevoegde.Hierna werden de besprekingen over de prae-adviezen van Mr. van Poelje, Dr. Ing. Schmidten Ir. P. Bakker Schut geopend door den heer deCasseres (Holland), die opmerkte, dat behalvetechnische plannen ook psychologische factorenmoesten worden beschouwd. Hulde brengendaan den arbeid van het Engelsche State-Depart-ment for Town-Planning, waar alle ondervindingente zamen komen, acht hij een dergelijk overheids-lichaam voor alle landen zeer gewenscht.De heer Pepler (Engeland), die bovengenoemdState-Department vertegenwoordigt, legt er dennadruk op, dat een systeem van dwingende maat-regelen zou falen in Engeland, waar men allesdoorvrijwillige medewerking bereikt. In Engelandbestaat dan ook z.i. geen behoefte naar meer machtop het gebied der gewestelijke plannen, wel echtervoor wat het doorzetten van inwendige stads-verbeteringen betreft. De opvatting in Engelandis : Maak het best mogelijke plan, dan zal, als hetplan goed is, de drang van publieke opinie engewestelijke autoriteiten zeker een goede uit-voering mogelijk maken. De moeilijkheden liggen,naar sprekers overtuiging, in de gevolgen van dedecentralisatie en den invloed daarvan op deverhouding tusschen de satellietsteden en demoederstad. Misschien dat het afsluiten dernieuwe satellietsteden door gordels van groen deninwoners zal doen inzien, dat zij daarbinnen huneigen stad bewonen, en zoodoende de ,,localevaderlandsliefde" weder worden gewekt.De heer van Nes wijst op de noodzakelijkheidtijdig tot verbreeding van onze hoofdwegen tekunnen komen, waartoe meerdere wettelijke be-voegdheden gewenscht schijnen. Ter illustratiegeeft hij uitvoerige details van den hoofdverkeers-weg Utrecht-Amersfoort en concludeert dat eenbreedte van 74 M. voor hoofdaderen van inter-locaal verkeer een minimum eisch is.De heer Montagu Harris (Engeland) herinnertaan de verschillende wijzen waarop de congres-leden aan de gewestelijke plannen rechtskrachtwillen doen toekennen. Men moet echter beginnenmet meer te weten van hetgeen op dit gebied inandere landen geschiedt. Al worden in verschillendelanden verschillende moeilijkheden ook op anderewijze overwonnen, er zullen toch wel bezwarenzijn, die men overal op gelijksoortige wijze onder-vindt, zooals bijvoorbeeld de onderlinge naijverder locale autoriteiten, waardoor moeilijkhedenontstaan bij het reserveeren van open ruimten,bij taxaties, bij het vaststellen van administratieveregelingen enz. Het is van belang te weten, water wettelijk in andere landen gebeurt. Hoe kunnenwij deze ervaringen uitwisselen ? Daar is bijv.in Duitschland een wet, die het gebied langsrivieren voor publieke bestemming reserveert.Die wet is nog niet toegepast, maar indien ditgebeurt, is het ook elders van belang te wetenhoe zij werkt. Kortom, wij moeten weten welkewettelijke voorschriften er overa' zijn, hoe zijworden toegepast en hoe hun uitwerking is.Ir. Tjaden meent dat het initiatief tot de stichtingvan satellietsteden en gewestelijke plannen tot debemoeiing van de overheid behoort, daarentegendie van de forensenstad tot de bevoegdheden vande locale autoriteiten. Vooral voor Nederlandmet zijn ingewikkelde staatkundige onderver-deeling in polders, waterschappen e.d. meer,acht hij daarom een regeeringslichaam noodzake-lijk en hij hoopt dat ook ons land de schakel, de,,missing link" zooals spreker het in zijn ookoverigens geestige rede noemde, spoedig zal krijgen,zooals Engeland die heeft gevonden in Mr. Unwin.De heer Werner Hegemann (Duitschland)ondersteunt het door den heer Harris gesprokene,waarna de heer Peirson Frank (lerland) voorsteltde hulp van den Volkenbond in te roepen, teneinde in de verschillende landen voldoende rechts-kracht ten behoeve van de uitvoering van geweste-lijke plannen te verkrijgen.Prof. Ing. Bernoulli (Zwitserland) legt nog eensden nadruk op de grondpolitiek en stelt voor dathet congres zich zal uiten in dien zin, dat hetgewenscht geacht wordt, in de verschillendelanden zooveel mogelijk het particulier grondbezitte doen overgaan in openbaar bezit.Mr. G. van Poelje concludeert bij de repliek,dat voor de uitvoering van gewestelijke planneneen macht in den geest zooals dat in Engelandbestaat, achter die plannen moet staan.Na de middagpauze werden in de laatste congres-zitting, die door dr. Einar Book, ex-minister vanarbeid te Finland werd geleid, de drie prae-adviezenbesproken van de heeren Prof. Henry V. Hubbard,Prof. Jacques Greber en H. Cleyndert. Devoorzitter leidde de besprekingen in met erop tewijzen dat het onderwerp : parken, parkstelselsen ontspanning verband houdt met de sociale228 ARTIKELENpolitiek en wel met de wijze waarop hoofd- enhandarbeiders hun vrijen tijd zullen kunnen ge-bruiken voor ontspanning in de open lucht. Hetis een treffende toevalligheid dat in Geneve opdit zelfde oogenblik de Internationale Arbeids-Conferentie zich ook met deze onderwerpen zalbezig houden.Nadat Mevr. Hubbard-Kimball een uitstekendekorte samenvatting van de drie prae-adviezen hadgegeven, kreeg Prof, Patrick Geddes (Bombay)het woord om in een alleraardigste toespraak, diehelaas door het zachte spreken slechts van nabijverstaanbaar bleek, eenige algemeene opmerkingente maken. Hij vindt de plannen op het Congrestot uiting gekomen wel heel mooi, maar er moetmeer gebeuren om het publiek mee te krijgen.In de parken zuUen gedeelten moeten wordengereserveerd waar de kinderen hun primitieveinstincten kunnen botvieren in bouwen, in hetalgemeen in handenarbeid. Verder zou hij gaarnezien dat in de groote parken langs een der lanende geschiedenis der menschelijke cultuur in zijnbouwkundige uitingen kan worden tentoongesteld.Alle belangstelling eener stad moet worden gemo-biliseerd wanneer het om de stadsuitbreiding gaat,omdat deze de geheele cultuur bestrijkt. Degeestesgesteldheid der burgers moet daartoe in degoede richting worden wakker gemaakt. Hijlicht dit toe met een smakelijk opgedischt verhaalvan de wijze, waarop hij de belangstelling derEngelsch- Indische bevolking heeft weten te winnenvoor de uitbreiding van Bombay, door het arran-geeren van groote symbolische optochten, endergelijke zinrijke amusementen.De heer van der Swaelmen (Belgie) meent datalien het erover eens zijn dat er wat gebeurenmoet, maar niet voldoende werd aangeduid hoe datmoet gebeuren. Nederland heeft een prachtigvoorbeeld gegeven hoe men in onzen modernentijd een stedebouw kan scheppen met geheeleigen karakter in de architectuur, in den aanlegenz. Slechts in de parken is nog niets eigens aanden dag getreden. En toch moet in deze tijden hetmoderne park aan geheel andere eischen voldoendan vroeger. Er zijn drie factoren, waarmede inhoofdzaak rekening valt te houden ; n.l. het ver-keer, de ontspanning, en de rol van de natuurin deze ontspanning. Spreker vergelijkt wederomBrussel en Amsterdam met elkaar, ditmaal hetBois de Cambre en het Vondelpark. Beide parkenzijn slagboomen, die het vrije verkeer tusschen deaangrenzende stadsgedeelten belemmeren, terwijlzij ook door den romantisch-sentimenteelen aanlegslechtc voorbeelden zijn uit de vorige eeuw. Sprekerroemt het plan van Ir. Granpre Moliere voor deomgeving van den Kralingschen Plas in Rotterdamals een schitterend projekt uit onzen modernentijd, terwijl ook de parkplannen van Prof. Schu-macher uit Hamburg te loven zijn. Hij herinnertverder aan hetgeen Greber in zijn praeadviesZegt over de mogelijkheid, dat de oude Franschetuinen zich kunnen aansluiten bij de ontspannings-gedachte. De poging om het oude zich meer tedoen aanpassen bij het nieuwe stadsbeeld, verdientalleszins steun. Daarom moet het beheer derparken in handen zijn van deskundigen op het ge-bied van den stedebouw, juist om de goede aanpas-sing te bevorderen van het park bij het stadsbeeld.De heer van Nes bepleit een opleiding voorlandschapsarchitect van alien, die door hun werk-kring grooten invloed hebben op het landschap,zooals architecten, ingenieurs, directeuren vanopenbare werken, enz.De heer H. Chapman (Engeland) vreest dat despeel- en ontspanningsplaatsen te veel ruimtezullen eischen in de directe omgeving van de stad,zoodat groote stukken voor productieve doel-einden verloren zullen gaan.Mevrouw van Rijn van Alkemade, secretaressevan de vereeniging Parkherstellingsoorden, deelteen en ander mede over deze instellingen, diebeoogen in groote stadsparken gedeelten af tescheiden voor herstellende zieken, en beveelt degedachte van deze parkherstellingsoorden tenzeerste aan.Hierna beantwoordt Prof. Hubbard het ge-sprokene. Hij acht het zorgen voor parkruimteeen plicht voor de gemeenschap en meent dat hetmogelijk is aan de bezwaren van den heer Chapmantegemoet te komen door de parken straalsgewijzeinde stad te laten doordringen, zoodat de tusschengelegen overblijvende strooken productief kunnenworden aangewend.Nadat de discussies hiermede gesloten waren,werden de door Ir. P. Bakker Schut ingediendeconclusies door de vergadering bij acclamatieaangenomen. Ze zijn in ons Juli-nummer voUedigopgenomen.Nadat tenslotte senator Vinck (Belgie) en de heerGodbold (Engeland) den dank van het congreshadden uitgesproken aan het Bestuur van deAmsterdamsche Universiteit, en aan de stadAmsterdam voor de groote gastvrijheid waarmedehet congres was ontvangen, werd dit gesloten.Nog dient te worden vermeld dat gedurende deavonden van de beide congresdagen de belangrijketentoonstelling in het Suasso-museum doortalrijke congressisten werd bezocht, en dat deheeren Schmidt, Pepler en Adams aldaar een aan-dachtig gehoor vonden bij hun uitleggingen vande gewestelijke plannen voor het Ruhrkolen-bezirk, eenige Engelsche gewestelijke plannenen het groote plan voor New-York. Trouwensde tentoonstelling in haar geheel ondervondZeer veel belangstelling, waartoe de overzichtelijkeen artistieke wijze, waarop zij onder leiding vanden heer Boeyenga was ingericht, zeer zeker veelheeft bijgedragen.(Wordt vervolgd) L. S. P. SchefferARTIKELEN 229DE ,,TOELAATBARE" SAMENWO-NINGEN IN VERBAND MET DE BE-REKENING VAN HET WONINGTE-KORTIn het Januari-nummer van 1924 heeft onderge-teekende een overzicht gegeven van de resultatender te Nijmegen gehouden onderzoekingen naar hetaantal samenwoningen, waarvan vaststaat, dat zij00k in normale tijden, bij voldoend woningaanboddus, zullen voortduren, de z.g. toelaatbare samen-woningen. Een dergelijk onderzoek is thans 00k teZwolle gehouden. Aan het jaarverslag 1923 van hetBouw- en Woningtoezicht aldaar ontleenen wij devolgende gegevens.Aantal samenwoningen, niet uit hoofde vanwoningnood, of zoodanige samenwoningen, dat elkder twee gezinnen redelijk is gehuisvest, op 31 De-cember 1923 :A. De gezinnen, die aan elkaar zijn verwantAantalReden der samenwoning samenwoningenIn een der twee gezinnen ontbreekt de vrouw 11In een der twee gezinnen ontbreekt de man 10Een der twee gezinnen zijn de bejaardeouders van een der leden van het anderegezin 12De gezinnen zijn verwant (zonder bijko-mende oorzaken) 9-- 42B. De gezinnen zijn niet aan elkander verwantDe hoofdbewoner oefent het beroep uit vanpensionhouder 6De samenwoning heeft alleen plaats omdatde woning voor een gezin te groot is, dochofficieel splitsing in twee woningen nietwordt gewenscht 15-- 21Totaal 63Het aantal ,,ongeoorloofde" samenwoningen be-droeg 113. Het totaal aantal gezinnen is 8838, zoodathet aantal ,,geoorloofde" samenwoningen ongeveer0.7 % bedraagt van het totaal aantal gezinnen. VoorNijmegen bedroeg dit cijfer echter meer dan 2 %.Dit verschil is merkwaardig, geheel onbegrij-pelijk is het echter niet. Ondergeteekende heeftindertijd reeds erop gewezen, dat de Nijmeegschecijfers ongetwijfeld te hoog moesten zijn, aangezienhet aantal ,,geoorloofde" samenwoningen aldaar in1922 met 25 % en in het eerste halfjaar van 1923met 30 % der jaarlijksche gezinstoename vermeer-derde, waaruit voortvloeit, dat men hier niet metnormale gevallen te doen heeft, doch dat de woning-nood inderdaad de diepere oorzaak vormt. Voortsvolstaat men te Zwolle, in tegenstelling met Nij-megen, niet met zonder meer op te geven het aantalsamenwoningen, hetwelk niet het gevolg zou zijnvan den woningnood, doch geeft men daarbij opwelke redenen er dan wel bestaan. Ook hierdoorzien de Zwolsche gegevens er meer vertrouwen-wekkend uit.Het bovenstaande is vooral van beteekenis methet oog op de berekeningen van het woningtekortin het geheele land. In het Februari-nummer van1923 heeft de Heer van der Kaa zulk een berekeninggemaakt. Hij nam hierbij aan, dat het aantal ,,toe-laatbare" samenwoningen 2 % van het totaal aantalgezinnen bedraagt, hetgeen hij als volgt toelicht:,,Blijkens het verslag van het Bouw- enWoningtoezicht te Nijmegen was het aantaltoelaatbare samenwoningen op i Januari 19221/3 van het totale aantal en 2 % van het aantalgezinnen. Het aantal toelaatbare samenwonin-gen staat natuurlijk in geen enkel verband methet totale aantal samenwoningen, omdat hetaantal ontoelaatbare bepaald wordt door hetaantal beschikbare woningen en het aantal toe-laatbare door geheel andere factoren. Boven-genoemd cijfer 1/3 kan dus niet op het geheeleland worden toegepast. Wel mag er verbandgelegd worden tusschen het aantal gezinnen,dat geen eigen woning wenscht, en het totaleaantal gezinnen, zoodat bovengenoemde 2 %in afwachting van betere gegevens voorloopigvoor het geheele land kan worden aange-houden."In zijn volgende berekening (December-nummer1923) blijft hij aan deze raming vast houden.Nu is er, zooals uit ons artikeltje in het Januari-nummer blijkt, alle reden om de uitkomsten van hetNijmeegsche onderzoek met zeer veel reserve teaanvaarden. Dit geldt natuurlijk in dubbele mate,wanneer men zonder meer aanneemt, dat de toe-stand in ons geheele land gelijk is aan den plaatse-lijken toestand te Nijmegen. Volgt hieruit reeds,dat men de berekening van den Heer van der Kaaniet zonder meer als volkomen juist kan erkennen,deze berekening komt geheel op losse schroeven testaan, nu men te Zwolle na een onderzoek, hetwelkalle kenmerken draagt van met den noodigen ernstte zijn ingesteld, tot geheel andere resultaten komt.Er bestaat thans evenveel reden om het aantal,,toelaatbare" samenwoningen op i % als op 2 %te stellen. Van veel beteekenis is dit verschil zeker,want zou het percentage inderdaad b.v. i % blijkente zijn, dan zou hierdoor het geraamde tekort metongeveer 17000 woningen stijgen !Hoewel wij de beteekenis van de berekeningenvan den Heer van der Kaa volstrekt niet willenonderschatten, meenen wij toch goed te doen eropte wijzen, dat men rekening dient te houden metde mogelijkheid, dat het woningtekort, zooals menhet thans theoretisch berekent, zal blijken sterk afte wijken van het tekort, zooals het in werkelijkheidis.Amsterdam, September 1924 J. BOMMER230 ARTIKELENDE TENTOONSTELLING TE ARN-HEM VAN DEN BOND VAN NEDER-LANDSCHE TUINKUNSTENAARSIn ziin prae-advies over ,,Parken en Natuur in Neder-land" voor het Internationaal Stedebouwcongres heeftde heer Cleyndert als een der moeilijkheden voor de op-lossing van het ,,natuurruimte-probleem" in ons landgenoemd het ontbreken in Nederland van de gelegenheidvoor de opleiding tot landschaparchitect, als gevolg waarvanwij ovei veel te weinig goede landschaparchitecten beschik-ken. Dit werd door den prae-adviseur tevens aangemerktals oorzaak van het feit, dat de stedebouw bij ons nog bijnauitsluitend in handen is van den ingenieur en den bouw-architect en dat den landschaparchitect daarbij veel teweinig invloed wordt gegeven.Naarmate het begrip ,,stedebouw" zich meer in de juisterichting ontwikkelt en er grooter aandacht wordt ge-schonken aan de noodzakelijkheid om niet alleen de stadnaar het land uit te breiden, maar ook het land, de natuurin de stad op te nemen, zal de behoefte aan den arbeid vangoed onderlegde tuin- en landschaparchitecten zich dieperdoen gevoelen. Zij, die zich met de stedebouwkundigeproblemen in den ruimen zin, welke ook het internationaalcongres er aan toekende, bezig houden, zullen dan ookmet groote beiangstelling ieder streven moeten gadeslaan,dat erop gericht is, de tuinarchitectuur hier te lande teverheffen en bij het publiek betere inzichten te doen ingangvinden omtrent de beteekenis van dit studievak.De Vereeniging ,,Artibus Sacrum" te Arnhem heeftzich verdienstelijk gemaakt door aan den Bond van Neder-landsche Tuinkunstenaars de groote zaal in de Korenbeursdaar ter plaatse aan te bieden om dien bond in de gelegen-heid te stellen door het organiseeren van een tentoonstellmgin ruimen kring beiangstelling te wekken voor zijn arbeid.De Bond is een.jonge vereeniging, welke eerst twee jaarbestaat, of Iiever, twee jaar geleden opnieuw is opgericht,nadat zij vroeger door gebrek aan beiangstelling opgehevenwas. Vertrouwd mag worden, dat het tweede bestaan vandezen bond in een tijdperk zal blijken te vallen, dat eendeugdelijker voedmgsbodem vormt voor de denkbeelden,welke de organisatie tot ontwikkeling wil brengen. Dedoor zijn bestuur betoonde ijver en toewijding houdengoede beloften in voor de toekomst.Reeds na het eerste jaar van zijn bestaan gaf de Bond,bij gelegenheid van het Congres der Kon. Maatschappijvoor Tuinbouw en Plantkunde, een tentoonstelling in deaula van de Amsterdamsche Universiteit. Van 15 tot 18September j.l. werd de tweede tentoonstelling in de Koren-beurs te Arnhem gehouden, waar de meerdere zaalruimtede mogelijkheid schiep tot een expositie van grooterenomvang. Ten toon werden gesteld ontwerpen van uitge-voerde of in uitvoering zijnde werken van leden en mede-werkers van den Bond, terwijl daaraan was toegevoegd eenhistorische afdeeling van groote werken van vroegeremeesters der tuinkunst.De Voorzitter van den Bond, de heer Hugo Poortman,wees er in zijn openingsrede op, dat de tuinkunst nog totvoor korten tijd in Nederland gold als een onderdeel vanden tuinbouw. Met voldoening constateerde bij echter,dat de appreciatie van de tuinkunst, los van den tuinbouw,evenals in veel vroegere tijden, weer, zij het dan ook schoor-voetend, naar voren treedt, terwijl hij als een sprekendeuiting van de behoefte aan speciale tuinarchitectuur deprae-adviezen van het onlangs gehouden stedebouw-congres in herinnering bracht. De heer Poortman sprakals zijn meenmg uit, dat zoolang onze tuinkunst en deopleiding daartoe niet genoeg gereleveerd worden als studievan hoogere beteekenis, geen juiste voorstellingen zullenontstaan omtrent het verschil tusschen tuinbouwkunsten tuinarchitectuur. In dit verband stelde hij de vraag, ofde verzorging van de studiebelangen van de tuinarchitec-tuur wel aan de Landbouw-hoogeschool te Wageningentoekomt, al meende hij de resultaten van het onderwijsin dit vak te Wageningen te mogen loven.Inderdaad schijnt er aanleiding voor de vraag, of hetonderwijs in de tuin- en landschap-architectuur niet beterelders, met name bij de Technische Hoogeschool te Deiftkon worden ondergebracht, zij het dan ook, dat de beoefe-naars van dit studievak een propaedeutische opleidingin de tuinbouw- en plantkunde toch bezwaarlijk zoudenkunnen missen.De tentoonstelling was ook thans, zij het ook uitgebreiderdan het vorig jaar te Amsterdam, van beperkten omvang,maar zij werd met veel zorg samengesteld. Vele plannenvoor den aanleg van tuinen vormden een uitstekendeillustratie van de woorden van Geertruida Carelsen, welkebij den ingang waren aangebracht : ,,hoe strenger de lijnender bouwkunst zijn, des te meer behoort de tuinkunstdaaraan met de gratie van haar planten tegemoet te komen".Ik noem onder veel ander goeds de gekleurde foto vaneen ^ ,,kunstmatig vijvertje", werk van Mej. J. Bouwens,foto's naar werk van den heer D. F. Tersteeg, perspectief-teekeningen van den heer G. Bleeker naar villatuinen eneen maquette met bijbehoorende foto's van werk van denheer J. Sluiter.Vervolgens grootere ontwerpen. In de eerste plaatsplannen van begraafplaatsen, waaronder ik noem die vande heeren Springer, Voorhoeve, Hoek en Lindeman,daarna buitenplaatsen (belangrijk waren o.a. de foto's vanhet door den Voorzitter van den Bond aangelegde landgoedAmelte bij Gorssei) en parken. Van den heer P. West-broek was er onder meer het rosarium in den Haag en hetdoor hem op den eersten middag der tentoonstelling mon-deling toegelicht ontwerp met perspectieven van hetZuiderpark aldaar. Verder ontwerpen van den heer Sprmgeren den heer Hoek (foto's van de Alkmaarderhout en van debolwerken van Alkmaar).Buitengewoon interessant was de historische afdeeling,door den nestor der Nederlandsche tuinkunst, den heerLeonard Springer, uit zijn collectie samengesteld. Tal vanuitnemende teekeningen (het is wel jammer, dat vele dertegenwoordige tuinarchitecten aan het eigenlijke teekenwerkzooveel minder aandacht wijden) en kopergravures brachtende sierlijke schoonheid van den aanleg der zeventiende-eeuwsche Nederlandsche buitenplaatsen in herinnering.Ook aan plannen voor stadsuitbreiding was aandachtgewijd. Daarbij trok in het bizonder de aandacht de mooiekaart van het uitbreidingsplan van Amersfoort van dendirecteur van gemeentewerken in samenwerking met denheer Hugo Poortman en de daaraan toegevoegde luchtfoto's.De secretaris der vereenigmg, de heer Hartogh Heys vanZouteveen, exposeerde zijn inzending voor de prijsvraagbetreffende het uitbreidingsplan van Berlijn, uit 1910.Het was een verkwikking om op den rondgang door detentoonstelling met het werk van veel Nederlandsche tuin-en landschaparchitecten kennis te maken en een krachtigenindruk te krijgen van hun liefde en toewijding voor hunwerk. Voor velen leven blijkbaar de door den heer Cleyndertin zijn prae-advies voor het stedebouwcongres aangehaaldewoorden van een Amerikaan : ,,To restore the soul of manis the principle of all park-work". De tentoonstelling waseen demonstratie van de wenschelijkheid, dat de tuin- enlandschap-architecten de hun toekomende plaats moetengaan innemen in de gelederen der stedebouwers. En zijnzij daartoe nog niet in staat, omdat de tuin- en landschap-architectuur haar aesthetisch ontwikkelde en goed geschooldebeoefenaars nog niet in voldoenden getale kent, de tentoon-stelling heeft er het hare toe bijgedragen om de beteekenisvan dit studievak in ruimeren kring te doen gevoelen.H. P. J. BLOEMEPSARTIKELEN 231UIT HET JAARVERSLAG VAN DENHOOFDINSPECTEUR VOOR DEVOLKSHUISVESTING OVER 1923Wederom verschijnt dit verslag tijdig. En wederombevat het vele belangrijke mededeelingen. Het heeft zijnlevendigheid behouden, zoowel in het gedeelte van denHoofdinspecteur zelf afkomstig, als in de stukken van deinspecteurs, die wederom ieder voor zich aan het woordzijn, wanneer ze iets bslangrijks uit hun eigen inspectiehebben mede te deelen. Ook de Hoofdinspecteur ver-zwijgt zijn meening niet, wanneer deze afwijkt van eenbeslissing van den Minister. -- Het gevaar is ondertusschenniet geheel denkbeeldig dat een al te veel toegeven aandeze op zichzelf zoo gewenschte individuahteit het verslagte onsamenhangend en te lang gaat maken. Ook voor hetvele belangrijke zijn de, bijna lOO bladzijden veel.Het is evenmin als vorige jaren mogelijk een voUedigoverzicht te geven van alles wat in het verslag wordt aan-geroerd ; met enkele grepen moet worden volstaan.In den aanvang wordt de beperking van het personeelvan den dienst door afschaffing der adjunct-inspecteursbesproken en afgekeurd. Ten onrechte, zoo blijkt demeening der inspectie zelf te zijn, wordt verband gezochttusschen vermindering van voorschot-aanvragen en moge-lijkheid tot beperking van werkkrachten. Gedurendede laatste jaren hebben tal van werkzaaraheden moetenrusten ; juist nu het aantal te behandelen voorschot-aan-vragen geringer is geworden, zou aan dit werk met behulpder adjuncten voile aandacht behooren te worden besteed.-- Ondertusschen de Minister heeft anders beschikt.Voor afschrijving van een deel der Woningwetvoor- ,schotten blijkt de Hoofdinspecteur te gevoelen onder voor-behoud dat die afschrijving van het Rijksstandpunt uitbeschouwd niet hooger zou mogen zijn dan de gekapitali-zeerde bijdrage van thans.Over de steunverleening tot eind 1923 is de Hoofd-inspecteur optimistisch. Deze steunverleening waarborgtden bouw van een voldoend aantal woningen in 1924 ;beeindiging op het eind van het jaar wordt gewettigdgeoordeeld, blijkbaar in de veronderstelling dat een prijs-daling der bouwkosten zal intreden, welke bouw zondersteun mogelijk maakt. In dit opzicht zijn verschillendeinspecteurs minder optimistisch. Reeds de beperking derbijdrage heeft veelal op het platteland tot gevolg gehaddat niet tot bouw wordt overgegaan, waar deze nog noodig is.Eenige inspecteurs wijzen er evenals ten vorigen jare ophoe dit heeft geleid tot bouw van minderwaardige ver-blijven, welke werden geacht onder art. 55 der Woningwette vallen, terwijl de algemeene maatregel van bestuur,welke een houvast moet geven tot ingrijpen alsnog ont-breekt (maar sedert is uitgevaardigd).Merkwaardig is wat de Hoofdinspecteur mededeeltover pogingen om te komen tot meer eenheid in de bouw-verordeningen. De Hoofdinspecteur hield zich met dezeaangelegenheid, zij het op beperkter schaal, inzooveralleen de woningen met rijkssteun te bouwen in het oogwerden gevat, bezig sedert 1920, toen de Rijkswoningraadvan een soortgelijke opdracht werd ontheven. De Hoofd-inspecteur schrijft :,,De behoefte aan eenheidsvoorschriften is reeds jarenlanggevoeld. Elke gemeente heeft zich geroepen gezien om eeneigen bouwwetgeving in het leven te roepen, waarvan hetgevolg is, dat de verschillende gemeenten geheel afwijkenderegelingen hebben getroffen.,,Aan pogingen om in de bestaande voorschriften meerdereeenheid te brengen, heeft het niet ontbroken ; practischresultaat hebben deze, ondanks de gevoelde noodzakelijk-heid, niet gehad. Te verwonderen behoeft zulks niet; menstuit bij het ontwerpen op groote moeilijkheden. Ik wijsslechts op het verschil in bodemgesteldheid en het verschilin de wijze van bouwen in de verschillende deelen van hetland, op het verschil in welstand van de personen, voorwie gebouwd wordt, en voorts op de tegenstelling tusschenden bouw op het platteland en in de steden, op het een-gezinshuis en het meergezinshuis. Ten slotte rijst nog devraag of de eenheidsvoorschriften maximum of minimumeischen dan wel normen moeten inhouden.,,De bezwaren, ondervonden door het ontbreken vaneenheid in de gemeentelijke voorschriften zijn vele. Boven-dien is er geen reden, waarom de voorschriften voor ver-schillende gemeenten onder gelijke omstandigheden nietgelijk zouden kunnen zijn. Anderzijds zuUen zelfs voordeelen van dezelfde gemeente de voorschriften verschillendmoeten zijn. Bovendien wijs ik op het feit, dat de meestegemeentelijke verordeningen, in het bijzonder met betrek-king tot den bouw van eengezinshuizen, onnoodig zwareeischen stellen. De wenschelijkheid, om tot de vaststellingvan eenheidsvoorschiften te komen, staat dan ook voor mijvast.,,Met inachtneming van het bovenstaande werd door mijeen verzameling eenheidsvoorschriften ontworpen, waarvanik Uwe Excellentie bij schrijven van 21 April 1923 een eersteconcept heb aangeboden. Dit concept verkeerde nog slechtsin een -- zij het ook ver gevorderden -- staat van voorbe-reiding. In de eerste plaats diende het nog te worden onder-worpen aan het oordeel van de Inspecteurs, en vervolgensware nog het advies in te winnen van een aantal Direc-teuren van technische gemeentediensten, en van de orga-nisaties van architecten, aannemers en bouwondernemers.De voorschriften zijn van verstrekkenden en ingrijpendenaard ; de bepalingen in het eerste concept vervat zullen dusnog herhaalde malen moeten worden overwogen en herzien,waarbij gewichtige wijzigingen en aanvullingen niet uit^gesloten zijn.,,De bespreking met de Inspecteurs was aan het einde vanhet verslagjaar nog niet ten einde gebracht."Uit de opmerkingen, welke de Inspecteurs hieraan toe-voegen blijkt dat, zelfs wanneer geen eenheid wordt bereikt,herziening der bouwverordeningen zeer wenschelijk is.Vele zijn als verouderd te beschouwen. Voor enkele inspec-ties wordt overigens uitdrukkelijk gewag gemaakt van hetstreven om meer uniformiteit te bereiken.De klacht over het ontoereikende van het bouwtoezichtop het platteland wordt herhaald. Ged. Staten van Gelder-land en Noord-Brabant hebben getracht hierin verbeteringte brengen. De circulaire, welke Ged. van Gelderland methet oog daarop tot de gemeentebesturen hebben gericht,is in extenso in ons tijdschrift afgedrukt (zie het November-nummer van i9"3). In Noord Brabant verzochten Ged.Staten eerst de gemeentebesturen inlichting en steldende ingekomen antwoorden in handen der Gezondheids-commissies om advies. De uitslag daarvan wordt nietmedegedeeld.Belangrijk is wat de inspecteur Le Poole mededeeltover onteigening van terreinen, waarop een bouwverbodwas gevestigd, en welke de gemeente Enschede wenschtete onteigenen, omdat de eigenaar der perceelen door hetbouwverbod ernstige benadeeling ondervond. De gemeentewenschte derhalve art. 77 al. 5 der Onteigeningswet toe tepassen, t.w. onteigening ,,ter verkrijging van de beschik-king over onbebouwde of gebouwde eigendommen, tenaanzien waarvan onderscheidenlijk aanbouw of herbouwkrachtens art. 30 der Woningwet (bouwverbod) is ver-boden".De vraag rees nu hoever deze onteigening zou mogengaan.,,Moet deze zich bepalen tot de stukken grond voorzooverdeze met bouwverbod zijn belegd, of mogen daarin medede buiten het eigenlijk bouwverbod vallende gedeeltenvan door straatservituut getroffen perceelen worden opge-nomen ? Dit laatste was inderdaad bij de onteigeningwaartoe de Raad van Enschede besloten had, het geval.Aangezien naar mijn oordeel de wet zich in dit opzicht nietduidelijk uitspreekt en de gekozen bewoordingen m.i.een ruimere opvatting niet uitsluiten, gaf ik GedeputeerdenStaten in overweging de goedkeuring van het onteigenings-besluit te willen bevorderen.,,De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid bleek232 ARTIKELEN - UIT DE PERSin deze een andere opvatting toegedaan ; naar aanleidingvan deze aangelegenheid schreef Zijne Excellentie o.m.het volgende aan Gedeputeerde Staten: ,,Naar mijne,,meemng is, ook uit de gekozen redactie, duidelijk de bedoe-,,ling der wet, onteigening mogelijk te maken, langs den,,bijzonderen weg, uitsluitend van grond waarop een bouw-,,verbod rust.. ..,,Op grond van het vorenstaande meen ik, dat, voor,,20oveel het buiten het bouwverbod vallende perceels-,,gedeehen betreft, de bijzondere procedure tot onteigening,,ten onrechte is toegepast".,,Naar aanleiding hiervan zou ik wiUen opmerken, dat eenstrenge doorvoeiing van de door den Minister gehuldigdeopvatting m.i. voor zooveel het ongebouwde eigendommenbetreft, in de praktijk niet op onoverkomelijke bezwarenbehoeff te stuiten, al zal in sommige gevallen daarvanmisschien het gevolg zijn, dat enkele eigenaren met waarde-looze perceelsgedeelten biijven zitten. Anders echter wordthet, wanneer het gaat cm gebouwde eigendommen. Her-haaldelijk toch komt het voor, dat van een gebouw slechtseen deel door het verbod van herbouw wordt getroffen.Daar men echter van een gebouw bezwaarlijk een deelonteigenen kan, zou dit dus practisch hierop neerkomen,dat op gebouwde eigendommen alleen dan de bijzondereonteigeningsprocedure kan worden toegepast, wanneerdeze eigendommen in hun geheel met een vejbod van her-bouw worden belegd".De bekende rooilijnkwestie te Tilburg, door Mr. Kruse-rnan in ons Februari- en Maart-nummer 1924 uitvoeriguiteengezet, vindt in extenso vermelding. De conclusiedaaromtrent luidt :,,Door deze beslissing -- nog nader toegelicht door eenschrijven van Uwe Excellentie aan het Provinciaal Bestuurvan Limburg -- is thans komen vast te staan, dat, wanneerde bouwverordening geen normen bevat, waardoor metinachtneming van daarbij betrokken belangen een juisteplaatsing van gebouwen ten opzichte onder meer van denopenbaren weg in redelijkheid wordt verzekerd, de besluitentot vaststelling van rooilijnen aan de goedkeuring vanGedeputeerde Staten moeten worden onderworpen.,,peze beslissing, hoezeer zij ook dient te worden toe-gejuicht, plaatst reeds aanstonds de inspectie voor eenmoeilijke taak. De Inspecteur, als adviseur van Gedepu-teerde Staten, zal bij het uitbrengen van zijn advies, hebbente overwegen, de doelmatigheid der ontworpen rooilijnen,de rechtsgevolgen daarvan voor de betrokken eigenaarsen wellicht de regeling van het eventueel verleenen vanschadeloosstelling.,,Waar het ongewenscht is, dat de Inspecteurs bij het uit-brengen van hun advies zouden getuigen van verschillendeopvattingen, werd aan het einde van het jaar de vraag instudie genomen, welke richtsnoeren zouden kunnen dienenbij het uitbrengen der onderwerpelijke adviezen."Bij de uitbreiding brengt de inspecteur Le Poole devraag ter sprake of de gemeenteraad bevoegd is buitenverband met een uitbreidingsplan in de bouwverordeningte bepalen dat in zekere door den Raad aan te wijzen gedeel-ten der gemeente of openbare wegen bizondere bepalingenvan toepassing zullen zijn, bepalingen, welke in het geci-te
Reacties