TIJDSCHRIFTVOORVOLKSHUISVESTINGEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1926 N2 10 7= JAARGANG OCTOBERGIPS-5-PLATENvoor separatiemuren van licht gewichtworden in uitermate nauwkeurig afgewerkte bronzenraallen gegoten; hierdoor is de vorm der platenVOLKOMEN GELIJKHet kenmerkende profiel brengt de noodzaak metzich, dat de Gips-^-Platen zonder mortel tot eenSTABIELEN WANDworden opgebouwd. i'GROOTE WANDENb,v. van ? 7 M, hoog en ? 14 M. lang hebben be-wezen, een groote stabiliteit te bezitten; deze wandenwerden noch door stijlen of anderszins ondersteund.N.V.Vraagt brochure/DE METEOOR TELEFOON 205VAN MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ - HEERENGRACHT 246 - AMSTERDAMIWEESPZAGERIJ AAN DE VECHT -- TELEFOON 597000 M^ TERREINFIJNHOUT spec. EIKEN enBEUKENLEVERING OOK IN BESTEKTRIPLEXIBUDDING'S CABOTINEHOUTBEDERFWERENDECREOSOOTOLIEBEITS;?VERF. DESINFECTEEREND iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiieenige klearen lets dunrder dan lijnolieverf,doch in hoeveelheid "/o meer en in gebmikveel voordeeliger, en beter voor bet bout danieder ander preparaat, daarom veel goedkoo^per, docb eiscbt gezegelde emballage B&Co.PRIMA HOLLANDSCH FABRIKAATIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllFIRi eUDDING i Co., CORN. TROOSTSTRAAr 59, AMSTERDAMMSSA. C. VAN DEN HOEKBouwmaterialenBUSSUM TELEF. No. 3CENTRALE COOPERATIE VOORWONINGINRICHTINGIN ONZE MODELKAMERS ZIJN MEUBELENSTOFFEERINGEN EN VERSIERINGEN VRIJ TEBEZICHTIGEN. ADVIES EN BEGROOTINGKOSTELOOS - FOTO'S OP AANVRAAGP. J. VAN SCHAIK H^ZIHKWERKEIietSPECIIIIIlillHDinGEISllllIIIIIEIIIMIlMlNASSAUKADE 312 - TEL. 23485 - A'DAMISOLA-BOUWHET BE8TE EN GOEDKOOPSTE SYSTEENI VOORHET BOUWEN VAN COMPLEXEN VOLK8- ENMIDDENSTANDSWONINGEN. - SELF8UPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAWettig Gedeponeerd Handels-MerkUITGEVOERD O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEGEMEENTE 's HERTOGENBOSCH - NOG IN UITVOERINGO.A. 400 WONINGEN VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van alie materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 7^ JAARGANO N?- 10 OCTOBER 1926TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINQiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINQ EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGENREDACTIE VOOR HET INSTITUUTH. P. J. BLOEMERS, J. DOUWES JR.,MR. D. HtJDiG, IR. P. BARKER SCHUT,IH. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DER WAL, D.E. WENTINKREDACTIE VOOR DEN WONINGRAADMR. DR. G. VAN DEN BERGH, J. BOMMER,G. F. LiNDEIJERADRES DERREDACTIEEN ADMINISTRATIE ENSECRETARIAAT VAN HETINSTITUUT EN VAN DENNATIONALEN WONINGRAADJCLOVENIERSBUHGWAL 70-AMSTERDAMADVERTENTIESV. MUNSTER'SUITGEVERSMAATSCHAPPIJHEERENGRACHT 246 - AMSTERDAMABONNEMENTSPRIJS. f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENVl^ONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f 1.50INHOUD: NED. INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW:Officieele Mededeelingen - Het Internationale Stedebouwcongres 1926 te Weenen door H. - De Toekomstder kleine Stad - Satellietsteden - Binnenland - Buitenland - Overzicht van Tijdschriften - Wetten, Kon.Besluiten, enz.NATIONALE WONINGRAAD, ALGEMEENE BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN :Officieele Mededeelingen - De Minister van Arbeid over de Uitvoering van de Woningwet door G. F. L. -Volkshuisvesting en Subsidie door J. M. C. Koert - De Ministerieele Circulaire van 2 Augustus 1926 doorMr. P. A. Zeven - Van de Afdeelingen.OFFICIEELE MEDEDEELINGENWONINGCONGRES 1926Ten vervolge op het bericht in ens September-nummer deelen wij mede dat het woningcongres1926 thans definitief is vastgesteld op Zaterdag6 November a.s. Het congres zal gehouden wordenin de Aula van het Koloniaal Instituut te Amster-dam. Als praeadviseurs zullen optreden de HeerenMr. S. J. L. van Aalten te Rotterdam, H. C. Nij-kamp te Enschede, C. Smeenk te Arnhem enF. M. Wibaut te Amsterdam. De praeadviezenworden mondeling uitgebracht.Voor deelname aan het congres kan men zichbij het secretariaat daarvan, Kloveniersburgwal 70,Amsterdam, aanmelden. De kosten van deelnamebedragen voor corporaties / 5.- en voor personen/ 2.50, doch voor corporaties, aangesloten bij hetInstituut, den Nationalen Woningraad of de R. K.Federatie van Diocesane Woningbouwcentrales/ 2.50. De deelnemers ontvangen een exemplaarvan de schriftelijke stellingen der praeadviseurs envan het verslag, terwijl aan deelnemende corpo-raties twee en aan deelnemende personen een toe-gangskaart tot het congres wordt toegezonden.DE INTERNATIONALE WONINGCONGRESSENHerhaaldelijk is in het Tijdschrift melding ge-maakt van de pogingen om na den oorlog de Inter-nationale woningcongressen, die voor dien tijd zooregelmatig werden gehouden en als regel op eenhoog peil stonden, opnieuw te doen samenkomen.Vaak leek het of die pogingen zouden slagen. Maartelkens stuitte het te Brussel gevestigde PermanenteComite op onoverkomelijke moeilijkheden.Thans is de zaak verder gekomen. De Internatio-nale Stedebouwvereeniging heeft besloten haarwerkzaamheid voortaan ook tot het gebied van devolkshuisvesting uit te strekken. Herhaaldelijk wasdit reeds overwogen; stedebouw en volkshuisvestingimmers hebben te talrijke punten van aanraking.Ook het Permanente Comite had dit gevoeld enals een van zijn laatste daden dan ook beslotenvoortaan niet alleen de Housing, maar ook de TownPlanning onder zijn vleugels te nemen. Van denanderen kant betrachtte de Internationale Stede-bouwvereeniging eenige terughouding, omdat zegeen onvriendelijke daad wenschte te verrichtentegenover een bestaande organisatie met eeneerbiedwaardig verleden.Contact werd ten slotte bereikt. Het BelgischComite kwam tot de conclusie dat het de bestei86 ARTIKELENoplossing zou zijn het tot nu toe door dit comiteen door de Internationale Woningcongressen ver-richte werk aan de Internationale Stedebouw-vereeniging over te dragen, onder voorwaarde datzekerheid zou worden verkregen dat deze haaraandacht even volledig aan de volkshuisvesting zouwijden als zij het aan den stedebouw doet.Deze zekerheid is thans te Weenen bereikt. DeInternationale Stedebouwvereeniging, die uit denaard der zaak ook haar naam zal veranderen, wordtin secties ingedeeld, voorloopig een voor stedebouwen een voor volkshuisvesting, welke ieder een eigenbestuur zullen kiezen en over een afzonderlijksecretariaat zullen beschikken. Deze afdeelings-secretariaten behoeven niet, zooals het hoofd-secretariaat, in Engeland te zijn gevestigd. Tenaanzien van het volkshuisvestings-secretariaat werdbeslist dat het op het vasteland zou komen.Nu deze reorganisatie haar beslag heeft gekregen,zal tot alle leden der Internationale Vereenigingde vraag worden gericht of zij deel wenschen uit temaken van beide of slechts van een der secties.Bovendien zal aan alle bestaande organisaties in hetbelang der volkshuisvesting een uitnoodiging wor-den gericht om toe te treden. Zoodra de uitslaghiervan is bekend, zal de afdeeling voor volkshuis-vesting bijeen komen, ten einde haar bestuur tekiezen en omtrent haar secretariaat een beslissingte nemen, waarschijnlijk nog op het eind van hetjaar.De beslissing wierp haar schaduw vooruit.Immers het congres te Weenen stond reeds tendeele in het teeken der volkshuisvesting, met namede laatste zitting, waar over den overheidssteunten behoeve van de woningvoorziening werdgerapporteerd en gediscussieerd.Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat deze reorga-nisatie ook verdere gevolgen zal hebben en dat inde werkwijze verandering zal worden gebracht.Ook zal het congres voortaan wel niet elk jaar meerbijeenkomen.Tot onze groote vreugde is op de Begrootingvan Arbeid voor 1927 de post tot subsidieeringvan het Instituut van / 1000.- op / 5000.- gebracht,Dit is een zeer heugelijk feit, want hiermede ishet Damocles-zwaard, dat boven het hoofd vanhet Instituut hing, verwijderd. We meenen thanste mogen hopen dat het voortbestaan van hetInstituut voor goed is verzekerd en dat het, zijhet nog steeds op een veei te bescheiden schaal,zijn werkzaamheden zal mogen voortzetten.Een woord van groote erkentelijkheid aan denMinister vinde hier plaats.Na onze opgave in het September-nummer isnog van 30 leden bericht ingekomen dat zij huncontributie wenschen te verhoogen. In totaal isthans door 139 leden aan het verzoek tot vrijwilligecontributie-verhooging voldaan en werd een totaalbedrag ad / 624.50 toegezegd.HET INTERNATIONALE STEDE-BOUWCONGRES 1926 TE WEENENHet congres kan als prestatie als uitnemendgeslaagd worden beschouwd. De .deelneming wasgroot, meer dan 1100 leden waren ingeschreven;te Amsterdam was dit cijfer in 1924 479.De organisatie was, onder Hans Kampffmeyer'sbezielende leiding, voortreffelijk, niettegenstaandevele der deelnemers zich op het laatst aanmeldden ;alles verliep glad. Op het stadhuis en in de zalenvan het Ministerie had een hartelijke en vorstelijkeontvangst door Regeering en stadsbestuur plaats.Een autotocht door Weenen, in niet te grootegroepen, gaf gelegenheid te zien op welke geweldigeschaal door het gemeentebestuur is gebouwd omin den woningnood te voorzien. Een boottocht,den Donau op, volgde na afloop der congreswerk-Zaamheden en met een bezoek aan Salzburg werdvoor vele een negendaagsche tocht door Duitsch-land, ter bezichtiging van tien steden, ingeluid.Over de keizerstad, thans stad der sociaal-demokraten, met haar barokpaleizen, haar kunst-schatten, haar parken en verrukkelijke omgeving,haar beminnelijke bevolking, scheen de weldadigeZon van den laten zomer en maakte het verblijfop zich zelf tot een feest. De autorit bracht onslaat op den namiddag, voor de thee, door de wijn-bergen heen, op den heuvel van het Kobenzlslot,waar geheel Weenen met ver weg de neveligeheuvelen aan de overzijde van de vlakte in guldenglorie voor de voeten lag. De Donau-tocht tusschende rijke heuvelen door, -- met zang en muziek vanmeisjes en jongens uit de Jugendbewegung (onzeA.J.C.ers) aan boord, -- langs de stadjes en dorpenmet hun vriendelijke baroktorentjes,--met als hoog-tepunt de bezoeken aan het vorstelijk pralend Stiftte Melk, hoog boven den Donau oprijzend, en aanhet romantisch kleinood Diirnstein, een dorp-stadjetegen de heuvelen opklimmend, met op de kamtegen de stralend blauwe lucht de bleeke murenvan het tot ruine vervallen kasteel, vanwaar demiddeneeuwsche stadsmuur afdaalt naar de poortaan het eind der zuidelijk met gepleisterde huizenbebouwde hoofdstraat, met haar vervallen midden-eeuwsch klooster en haar gracelijk roccoco-kerkje, toegankelijk door een betooverden hof uitde sprookjes van Chamisso en Schwind, -- hetleek een droom.De werkzaamheden. -- Ook deze waren voor-treffelijk voorbereid. De praeadviezen, tijdig rond-gezonden, bevatten een schat van materiaal uitalle landen van den aardbol. Een tentoonstelling,goed verzorgd, bood gelegenheid de kennis teARTIKELEN 187verrijken, de stad zelf kon niet minder dan 30.000woningen laten zien, nagenoeg gereed, sedert heteinde van den oorlog gebouwd.Zooals bekend, waren het het eengezinshuis tegen-over het meergezinshuis en de grondpolitiek dergemeenten, die het onderwerp van het congresvormden. Voor Nederland gaf de Heer Mr. P.Droogleever Fortuyn een overzicht over het twee-de onderwerp. Onze Hoofd-Inspecteur, de HeerIr. H. van der Kaa, wijdde een beschouwing aanhet eengezinshuis tegenover het meergezinshuis.Naast deze eigenUjke praeadviezen werd uitvele landen een overzicht verstrekt van den op hetoogenblik verleenden overheidssteun, waarbij tevensantwoord werd gegeven op de vraag ofteverwach-ten was dat de particuliere bouwnijverheid instaatzouzijnvoortaan, zonderdezen, in de behoeftete voorzien. Gegevens omtrent de kosten vanlevensonderhoud en loonen werden daarbij over-gelegd. Dit rapport werd voor Nederland samen-gesteld door den Heer J. Bommer.Het praeadvies van den Heer Droogleever Fortuynbevat, zooals het onderwerp meebrengt, meer eenoverzicht van de bestaande wettelijke regeling inNederland dan een persoonlijke beschouwing.Van een samenvatting kan derhalve hier wordenafgezien.De Heer van der Kaa toont zich in zijn prae-advies een warm voorstander van het eengezinshuis.Het is voor Nederland naar zijn meening hetaangewezen woningtype, waarin zich een gezondgezinsleven kan ontwikkelen.Op zichzelf is deze voorliefde reeds van grootebeteekenis, gezien den invloed, dien de Heer vander Kaa krachtens zijn ambt kan uitoefenen. Hijlaat het echter niet bij het doen blijken van dezevoorkeur, maar geeft 00k een gedetailleerd betoogten bewijze dat als regel het eengezinshuis, dat inNederland buiten de groote steden nog sterkoverweegt, niet duurder behoeft te zijn dande woning in een meergezinshuis. De bouw-kosten, zoo is den Heer van der Kaa uit de talloozeplannen, die gedurende den tijd, waarin over-heidssteun werd verleend, aan zijn oog voorbijtrokken, gebleken, zijn voor het eengezinshuisniet hooger dan voor het boven- of benedenhuisof de woning in het meergezinshuis.Geloochend kan niet worden dat voor den bouwvan het eengezinshuis meer grond noodig is. Inons buitengewoon dicht bevolkt land, dat minderen minder in staat geraakt om op eigen bodem deproducten tot voeding van zijn bevolking tekweeken, zou dit wellicht voor het bouwen vanwoningen in grooter perceelen kunnen pleiten.Ondertusschen is de jaarlijksche verminderingvan onzen cultuurgrond in hoofdzaak aan andereoorzaken dan aan den woningbouw te wijten, enzou het voorzien in onze jaarlijks.che woning-i88 ARTIKELENDiirnsteinbehoefte door huisvesting uitsluitend in eengezins-huizen (en dus niet zooals thans ten deele ingrooter perceelen) slechts een meerder gebruikvan 25 H.A. per jaar vereischen.Maar 00k de meerdere kosten van den grondper woning zullen niet dan hi] uitzondering eenbeletsel voor den bouw van het eenge2;inshuisbehoeven te zi]n, Gelukt het den grond tegenlandbouwwaarde te verkrijgen, dan zal bij eenoppervlakte grond van 100 M^. voor een arbeiders-woning, de uitgave per woning niet meer dan/ 200.- tot / 400.- bedragen in kleine gemeentenen / 400.- tot / 600.- in middelgemeenten, watmet een bedrag in de weekhuur van / 0.20 tot / 0.60gelijk staat. Bezuinigt men op het grondgebruikdoor meer woningen boven elkaar te plaatsen,dan wordt deze bezuiniging voor een belangrijkdeel te niet gedaan door den noodzakehjk gewordenbreeder en kostbaarder straat-aanleg.Vermeden dient in alien gevalle te worden, 2;oomeent de Hoofd-Inspecteur, dat de prijs van denbouwgrond wordt opgedreven door allerhandeuitgaven in het algemeen belang, tot zelfs parkentoe, ten laste daarvan te brengen.MelkWaar grond alleen tegen een prijs ver boven delandbouwwaarde is te verkrijgen, zullen arbeiders-woningen waarschijnlijk niet als eengezinshuiskunnen worden gebouwd. In dat geval zal de plaatservoor op eenigen afstand van het centrum (waardus de grondprijs lager is) moeten worden gezocht.Het bezwaar dat bij doorgevoerden laagbouw deafstanden te groot worden en de kosten van leiding-aanleg en vervoer sterk stijgen, acht de Heervan der Kaa overdreven. De stijging is slechtsvan z;eer geringe beteekenis.De conclusie mag naar de meening van denHeer van der Kaa aldus luiden dat allerwege,behalve dan in enkele van on^e groote steden, debouw van het eengezinshuis dient te wordenbevorderd, en waar het is verlaten, weder behoortte worden opgevat, zij het 00k dat in enkele plaatsen,waar huizen met meer woningen in zwang zijngekomen (met de daarmee samengaande stijgingin de grondprijzen als gevolg van het intensievergebruik) geleidelijk zal moeten worden te werkgegaan.De Heer van der Kaa wijdt een bizonderebeschouwing aan Amsterdam. Hij juicht het toedat ook daar wordt gestreefd naar een verminderingvan het aantal verdiepingen, maar acht het onjuistdat geen onderzoek is ondernomen naar de ge-ARTIKELEN 189l^fe^t=5^JUWoningblok van voor den oorlogvolgen hiervan voor den arbeiderswoningbouw.Het zou immers bij de hooge grondprijzen inAmsterdam (gevolg van het kostbaar stelsel vanophoogen, dat den kostprijs van den M^. tot / 20.-opdrijft) kunnen blijken dat het bedragperwoning,voor grond uit te geven, een zoodanige vergoedingin de weekhuur zou verlangen dat deze nietuit een arbeidersinkomen kon worden opgebracht.Gewestelijke plannen acht de Heer van der Kaanoodig ten einde te komen tot een goed wegennet,voor het behoud van natuurschoon, en voor deaanwijzing van wijken met verschillende soortvan bebouwing. Ten einde omtrent het laatstemet kennis van zaken een beshssing te nemen, iseen zorgvuldig onderzoek noodig naar den invloedvan zulke aanwijzing op de grondprijzen en dendaaruit voortvloeienden druk op de huur.Het congres hield vijf zittingen, waarvan elkaan de bespreking van een afzonderhjk onderwerpwas gewijd. Het gelukte ondertusschen niet hierbijgeheel aan een goede indeehng vast te houden.Zooals te verwachten was, bleek van veel verschilvan inzicht. Immers de beide onderwerpen zijnniet zuiver van technischen aard, de houding,welke men ten aanzien ervan inneemt, wordt inniet geringe mate bei'nvloed door de voorliefde,.welke men gevoelt voor overheidsingrijpen ofvrije ontwikkeling van particuliere bemoeiing.Dat geldt in hooge mate van de grondpolitiek.Ook ten aanzien van de vraag naar eengezinshuisof hoogbouw echter is die invloed voelbaar; departiculiere bouwnijverheid is geneigd aan hetoude vast te houden, wat voor een belangrijk deelvan de steden op het vasteland de huurkazernebeteekent. Hier doet zich bovendien de nationaleen plaatselijke traditie gelden. De overgrootemeerderheid der bezoekers bestond uit Duitschersen Duitsch-Oostenrijkers, wat zeggen wilde datde in die landen woedende strijd over laag- ofhoogbouw op het congres krachtig tot uitingkwam ; het ligt niet in de lijn dezer volken zich inomvang en toon stevige beperking op te leggen.Alles in alles liet het congres ongetwijfeld vaneen sterke voorliefde voor het eengezinshuis blijken.Deze uitte zich onder meer in een vrij gepronon-ceerde kritiek op het beleid van het Weenschegemeentebestuur, dat haar woningen geheel ingroote en hooge bouwblokken heeft onderge-bracht. Ook ten aanzien van de bevoegdheden deroverheid ten aanzien van den grond was zondereenigen twijfel de meerderheid voor een uitbreidingdezer bevoegdheden, al waren tallooze nuancenaanwezig. Juist op dit punt liet zich echter ookde stem van het particulier grond- en huizenbezitgeducht gelden. Wat beteekent, zoo klonk het zelfs,het ,,bisschen Stadtebau" tegenover. het hoog-houden van de grondbegrippen van recht enmoraal. Waarop -- gelukkig -- een storm vanverontwaardiging losbrak, waarin ook de Prui-sische Minister zich niet onbetuigd liet.Het is een gemeenplaats dat een congres, en metname een internationaal congres, niet in de eersteplaats zijn beteekenis ontleent aan het in de con-greszaal gesprokene, maar dat veeleer het officieelbijkomstige in werkelijkheid het belangrijkste is.Nietanders lag het in Weenen. Hoofdzaak was ookdaar de gelegenheid tot gedachtenwisseling metpersonen uit andere landen, het kritisch bezienvan de prestaties in het vreemde land, dat uit denaard der zaak steeds vraagstukken van algemeeneraard concreet voor den geest stelt, de opwekking,welke er uitgaat van een vereenigd zijn van velen,wier belangstelling ligt in dezelfde richting en diewillen werken in denzelfden geest, de gelegenheidom uit praeadviezen en tentoonstelling (zooverde tijd daartoe in staat stelt) van velerlei wetens-waardigs kennis te nemen.Voor het land, waar het congres wordt gehouden,is de sterke opwekking een belangrijke factor. Hetaan de orde stellen van het gewestelijk plan inAmsterdam in 1924 is daarvan een overtuigendvoorbeeld. Of in dit opzicht het congres aan deverwachtingen onzer Weensche vrienden heeftbeantwoord, is een open vraag. Zooals reeds gezegd,vond de hoogbouw een vrij sterke kritiek, en werdook twijfel aan de juistheid van den financieelengrondslag der geheele woningpolitiek niet onder-drukt.Ondertusschen lijkt de tijd aangebroken, waaropdeze uitsluitend propagandistische beteekenis dercongressen op den achtergrond behoort te gerakenen er meer naar moet worden getracht om hetsamenzijn van zoo vele belangstellenden meervrucht te doen dragen dan door enkel individueelcontact is te bereiken. Besprekingen in secties,waar een onderwerp grondiger behandeling kanvinden, lijkt daartoe het middel.De behoefte aan een andere behandeling werddoor velen gevoeld. Het bestuur van de Internatio-nale Stedebouwvereeniging heeft dan ook een com-missie aangewezen om een andere werkwijze voorde toekomstige congressen te overwegen. Dezezal ook beperking der overgroote deelneming,Igo ARTIKELENSfra|e *frof?Woningtypen van voor den oorlogwelke niet enkel uit groote belangstelling in denstedebouw is te verklaren, moeten overwegen. Devorming van twee secties, voor stedebouw en voorvolkshuisvesting, ligt reeds in de lijn van sectie-gewijze behandeling.Ter aanvulling van het in het vorige nummermedegedeelde het volgende over den woningbouwte Weenen.Voorop sta dat de Huurwetten aldus wordengehandhaafd, dat van een vrijwel volledige ont-eigening van de huiseigenaren mag worden ge-sproken. Wat aan huur mag worden bedongen,bevat de noodzakelijke vergoeding voor onder-houds- en exploitatiekosten, benevens de nader tevermelden huurbelasting, maar mist een postbetaling voor het gebruik van het in de woningvastgelegde kapitaal.Het gevolg van dezen maatregel is niet alleendat de particuliere bouwnijverheid niet in staatis woningen te bouwen (particuliere villa'sworden nog wel gebouwd), maar dat ook de navraagnaar grond en dientengevolge de prijs sterk daalde.Thans valt daarvoor niet meer dan een kwart vanden prijs van voor den oorlog te bedingen. Deoverheid verkrijgt aldus een monopolie ; alleen zijkan bouwen, alleen zij komt als grondkoopster inaanmerking. Van dezie laatste omstandigheid is opgroote schaal gebruik gemaakt. Aan het reeds voorden oorlog ruim 5500 H.A. omvattende gemeente-eigendom werden sedert den vrede meer dan1000 H.A. toegevoegd, zoodat de gemeente thans6700 H.A. bezit, meer dan een kwart van hetgeheele grondgebied der stad (Amsterdam's grond-gebied is 15.928 H.A., den Haag is in totaal6616 H.A. groot). Het bezit ligt uit den aard der2;aak verspreid ; Isijna de helft ervan bevindt zichaan de overzijde van den Donau in het nog weinigbebouwde gedeelte der gemeente.Toen het gemeentebestuur in 1923, zooals in hetvorig nummer werd medegedeeld, het besluit nam25.000 woningen te bouwen, werd de vraag over-wogen of dit in laagbouw zou kunnen geschieden.Een ontkennend antwoord werd gegeven. In datgeval zou een gebied van 7.5 K.M.^ zijn vereischtgeweest (daarbij wordt gerekend op 300 M^ grondper woning, waarvan 200 M^ bij de woning be-hoorend) ; een zoodanig gebied zou niet in kortentijd ontsloten kunnen worden, met name nietomdat de verbindingswegen, welke in het algemeenin de omgeving van Weenen te wenschen overlaten,Zouden ontbreken en aanleg daarvan te grootekosten zou medebrengen. Op het congres zelf ishierover strijd ontbrand; er is beweerd dat ge-schikt terrein wel aanwezig Zou zijn geweest, ookZonder dat voor verbindingswegen en nieuweARTIKELEN 191vervoermiddelen groote uitgaven zouden behoevente worden gedaan. Voor een buitenstaander valtdit niet te beoordeelen. De algemeene sympathieondertusschen, welke op het congres voor denlaagbouw tot uiting kwam, maakt het niet onwaar-schijnlijk dat de vraag laagbouw of hoogbouwop het Raadhuis opnieuw onder de oogen ?alworden gezien.De bouw is derhalve in vrij hooge blokken uit-gevoerd, waarvan verschillende een zeer grootenomvang bezitten. Er is een complex met 1000,een ander met 1600 woningen. Deze samenvattingheeft de gelegenheid geboden in de blokken ver-schillende instellingen van socialen aard ten be-hoeve van de bewoners onder dak te brengen, welkeals een aanvulling op de woning kunnen wordenbeschouwd. Hier en daar is het binnenterrein alstuin aangelegd ; als regel echter in de bezochteblokken als binnenplaats met bestrating, maar 00kdaar met bewaarscholen in de open lucht, een plas-vijvertje, enz.De architectuur is gelukkig te noemen ; zij ken-merkt zich met name in de laatste blokken, doorgroote soberheid en afwezigheid van gezochte enromantische opdringerigheid. Bij enkele blokkenlijkt de eenvoud te ver gedreven en draagt de bouween gevangeniskarakter, waaraan het element dermenschelijkheid ontbreekt.Bij de beoordeeling van het gekozen woningtypemag niet worden vergeten dat de woningtoestandenin Weenen voor den oorlog tot de allerdroevigsteop het vasteland van Europa moesten worden ge-rekend. Een ontzaglijk zware belasting was geba-seerd op de huur ; ruim 42 % van het huurbedragvloeide in de staatsschatkist; progressie werd niettoegepast. Dit dreef de huren op en drukte hetwoningtype. Bij het woningonderzoek in 1917bleek dat meer dan de helft der woningen nietmeer bevatte dan een keuken benevens een ver-trek, terwijl niet minder dan 3/4 bestond uit nietmeer dan een keuken, benevens woonkamer enslaapvertrek. Deze woningen zijn voor het meeren-deel miserabel gelegen in groote huurkazernen metsombere binnenplaatsen. Veelal zijn verschillendewoningen toegankelijk van een gang uit, waarop dekeukens uitkomen, die derhalve geen directe ver-binding met de buitenlucht bezitten. Het privaatligt aan de gang en dient gewoonlijk voor meergezinnen. Alkoven zijn niet ongewoon. De huur-druk is tengevolge van de gelijkmatige huurbelas-ting juist voor de kleine woningen zoo zwaar, dathet in den kost nemen van derden te vaak eenigeverlichting moet brengen.Men moet deze toestanden voor het oog houdenbij beoordeeling van de woningen, welke de stadthans heeft gebouwd. Want ook deze voldoen nietaan hooge eischen. Met de ramen en donkerebinnenplaatsen is schoon schip gemaakt; nergensis meer dan 50 % van het terrein bebouwd. Elkewoning ontvangt derhalve ruim lucht en licht.Maar slechts aan een zijde. Want de woningenzijn rug aan rug gebouwd en missen dus de wen-schelijke doorspuimgs-mogelijkheid. Die op hetNoorden krijgen nimmer zon, die op het Zuidenaltijd.De woningen, die steeds een afgesloten geheel192 ARTIKELENLICHTE HOME 2?oMType van 38 M^ Type van 48 M''vormen, vallen in hoofdzaak onder twee typen.Het kleinste, dat 75 % van alle woningen vormt,heeft een oppervlakte van 38 M^ en bevat eenwoonkamer-keuken, spoelhok en slaapvertrek, be-nevens een privaat, dat van een eigen portaaluit toegang heeft. Het grootere, met 48 M^ opper-vlakte, heeft een vertrek meer. Alle woningen zijnnatuurlijk voorzien van electrisch licht, gas enwaterleiding. De indruk van de woning is prettig.Men vergete niet dat het geboortecijfer in Weenen,niettegenstaande het hooge huwelijkscijfer, dat totden hevigen woningnood na den oorlog leidde,laag is, de gezinnen derhalve klein.De laagbouw is door Genossenschaften uitge-voerd, zij het 00k met belangrijken overheidssteun ;85 % immers van het benoodigde kapitaal wordtzonder vergoeding ter beschikking gesteld. Ookvoor den grond behoeft slechts een geringe ver-goeding te worden betaald. Dit beteekent dat perwoning ongeveer / 4000.- wordt bijgelegd. Wel-iswaar is een terugbetaling van de 85 % der ge-meente in uitzicht genomen, maar zoolang dewettelijk vastgestelde huur deze niet toelaat -- endat is tot op heden het geval --, behoeft ?e niet tegeschieden.De woningtypen in de Siedlungen wijken nietsterk af van het over de geheele wereld gangbaretype. De vertrekken zijn ruim, vaste kasten komensoms voor. In vele is gelegenheid in een bijkeukeneen bad aan te brengen. De bovenverdieping isgeheel opgetrokken. Onder de onbeschoten kap isleege ruimte. Bij elke woning is een zeer ruimterrein. In de eerste Siedlungen is dit nog grootergeweest; geleidelijk echter is het tot 200 M^teruggebracht. Hierbij speelt de wordingsgeschie-denis een rol. De Siedlungsbeweging hangt inzijn oorsprong ten nauwste samen met de Klein-garten, de volkstuintjes. Gedurende den oorloghadden deze groote verbreiding gevonden; deschaarschte aan levensmiddelen dreef tot bebouwingvan den grond. Een oppervlakte van 1000 H.A. iserd.oor in beslag genomen. Als gelegenheid ombuiten te leven, vielen ze in den smaak. Talrijkehuisjes, primitief van inrichting, waren er ver-rezen, waar den geheelen zomer werd gewoond.Toen na den oorlog de woningnood ging nijpen,werden op groote schaal deze woninkjes voor winteren zomer in gebruik genomen. Er liggen noguitgestrekte gebieden van deze ,,wilde Siedlungen"met dergelijke woningen aan den rand der stad.Toen het tot een geordende Siedlung kwam, speeldeaanvankelijk het denkbeeld, dat de bewoner op zijngrond de gelegenheid zou moeten vinden ten deelein zijn levensonderhoud te voorzien, een belangrijkerol. Ook in Weenen is de animo verminderd ; welworden nog veel groenten en aardappelen ver-bouwd, maar niet meer op zoo groote schaal ennaast bloementeelt en fruit. De tuinen konden duskleiner worden. Niettemin blijven ze nog zeerruim, aanmerkelijk grooter dan in Holland ge-bruikelijk is. Er komen dientengevolge niet veelmeer dan 35 woningen per H.A., slechts iets meerdan in Engeland.De 15 %, die uit eigen middelen moeten wordenopgebracht, kunnen ook door arbeid wordengeleverd. De uren arbeid worden tegen een vastbedrag berekend en er zijn vele Siedlers, die aldushun aandeel hebben opgebracht. De ervaringdaarmede is gunstig; uit den aard zijn het vooralvaklieden, die op deze wijze de vereischte 15 %opbrengen ; ze worden zooveel mogelijk in huneigen vak te werk gesteld. Ook thans wordt van dezemogelijkheid nog gebruik gemaakt.Het ligt voor de hand dat de Siedlungen opgrooteren afstand van de stadskern, veelal een uur,zijn gelegen. Vele arbeiders vinden werk in deomgeving, maar er zijn er ook vele, die in de stadzelf werken. De bevolking is in hooge mate ge-mengd. De lage huren maken het mogelijk datook ongeschoolde arbeiders er wonen ; de omvangder woningen is echter voor elk gezin met beschei-den eischen voldoende. Ook dokters enz. hebbener een woning betrokken.Ook voor de gemeentewoningen wordt, zooalsuit ons laatste nummer blijkt, niet veel meer daneen nominale huur betaald, ten einde het verbandmet de woningen in de oude huizen te behouden.Het motief, dat hiervoor wordt opgegeven, is vanARTIKELEN 193Reumannhof Siedlung Hermeswiesealgemeen-economischen aard. De OostenrijkscheIndustrie, van haar natuurlijk afzetgebied beroofd,kan alleen concurreeren, wanneer de loonen laagzijn. Een belangrijke factor in het loon is de huur,Wordt deze laag gehouden, dan kan 00k het loonlaag zijn. De huur bedraagt veelal 2 % van hetloon 1).Ook thans bestaat nog ernstige woningnood;de gemeente zal dus, wanneer ze haar tegenwoordigbouwprogram ten uitvoer heeft gelegd, alle aan-leiding vinden om verder op den ingeslagen wegvoort te gaan. Immers van bouw door particulierenvalt, zoolang de Huurwetten de tegenwoordigetoepassing vinden, niets te verwachten. Het is tehopen dat dan de laagbouw ook bij den bouw doorde gemeente zelf ruimer toepassing zal vinden. Onzeautotocht voerde ons, op weg naar Siedlungen,door uitgestrekte onbebouwde terreinen. Of dezevoor bebouwing in aanmerking komen, valt moeilijkte beoordeelen. Wei wekte het bevreemding datver buiten de bebouwing hooge huurhuizen dergemeente vielen te zien.Om een definitief oordeel te kunnen vellen overde financiering van den bouw, zou een grondigekennis van de economische omstandigheden noodigzijn. Een buitenstaander valt het uit denaard der zaak op dat in een land, dat inzoo moeilijke omstandigheden heeft verkeerd, zooreusachtige uitgaven a fonds perdu voor woning-bouw mogelijk zijn. Daarbij valt echter niet uithet oog te verliezen dat deze feitelijk worden ver-kregen uit geconfiskeerd huizenbezit. Immers, debelasting, uit welker opbrengst de uitgaven wordenbestreden, treedt, als men het zoo wil opvatten,in de plaats van de rente, welke anders over ditkapitaal zou moeten worden betaald. Men zoukunnen zeggen dat het de eigenaars der oude') In gemeentedienst geldt i schilling per uur, 35 cent,bij een week van 48 uur als behoorlijke betaling.woningen zijn, die de nieuwe woningen betalen.Want de gemeente heeft zich, om het anders testellen, zij het ook niet juridisch, dit huizenbezitverzekerd en bestrijdt uit de inkomsten daaruit(haar toevloeiend in den vorm van de, ver benedende rente over het kapitaal blijvende, belasting) dekosten van den nieuwbouw. Aldus vormt ze op-nieuw kapitaal. Immers de nieuwe woningen be-duiden een bezit, dat wellicht thans geen batenafwerpt, maar dat te eeniger tijd, wanneer de hurengeleidelijk naar boven gaan -- een mogelijkheid,waarmee altijd zal moeten worden gerekend --een bron van inkomsten zal worden.Hoe men ten slotte over de wijze, waarop in denwoningnood is voorzien, meent te moeten oor-deelen, er kan stellig niet worden geloochenddat de gemeente onder haar sociaal demokratischbestuur, een groote prestatie heeft volbracht,welke zonder machtig enthousiasme, sociaal ge-voel en krachtige organisatie niet zou zijn be-reikt. De werkzaamheid ten behoeve van devolkshuisvesting strekt, naast het vele andere -- ophet gebied van hygiene, ziekenverzorging, onder-wijs, enz. enz. --, dat de gemeente na den oorlogheeft verricht, zeker tot zegen voor velen.October 1926 H.DE TOEKOMST DER KLEINE STADIn Der Neubau van 24 September wijdt G. Langen eenbeschouwing aan de toekomst der kleine stad. Hij is vanmeening dat ze aan beteekenis zal winnen. Totnutoe konmen twee typen onderscheiden, de eene, welke er zichzooveel doenlijk op toelegde een groote stad te worden,de andere, welke dezen wedstrijd had moeten opgeven.Het eerste type, zoo meent Langen, is na den oorlog vande baan. De middelen voor zulk een pogen ontbreken.Daarentegen lijkt voor de kleine stad een nieuwe toekomstweggelegd. De oude trek naar de groote stad, ontstaan door194 ARTIKELENSiedlung Kagranhet overschot aan boerenzoons, die in de iandelijke om-geving geen voldoende werkgelegenheid meer vonden, zalzich nu naar de kleine steden kunnen richten. De beteekenisvan den landbouw is toegenomen ; intensieve cultuur opentnieuwe mogelijkheden, Dit overschot van het plattelandzal, zich vestigend in de kleine stad, aldaar de beschikkingmoeten erlangen over grond, waarop deze cultuur wordttoegepast.Ook ten aanzien van de oorspronkelijke bevolking behoo-ren in deze richting maatregelen te worden genomen. Eenniet onbelangrijk deel van hen, die vroeger over eenstuk grond beschikten, waarop ze groenten, aardappe-len en fruit teelden, is daarvan geleidelijk verstoken ge-raakt. De terreinen, vroeger in het stadje zelf gelegen,werden volgebouwd. Nu zal naar grond meer naar buitenbehooren te worden uitgezien. Dit gebeurt ook reeds vaak.Maar dan ontstaat een ongeordende bebouwing buiten dekom met al de daaraan verbonden stedebouwkundigenadeelen.In de derde plaats zal waarschijnlijk een nieuwe industrie-bevolking in de kleine steden neerstrijken, te zamen metde industrieen van kleineren omvang, die tot de erkenteniskomen dat er voor haar geen reden bestaat om in degroote stad te werken, en die een voorkeur voor kleineresteden beginnen te toonen.Organisatie is een vereischte. De verspreide bebouwingkan wgrden samengevat. De aanleg van water- en verlich-tingsleiding wordt daardoor vereenvoudigd en minderkostbaar. Als regel zal onmiddellijke aansluiting aan de be-staande bebouwing voor de hand liggen. Wanneer echterreeds groepen van woningen zijn ontstaan, kan vormingvan eenigszins zelfstandige kernen overweging verdienen.Ook de voorziening ten behoeve van de industrie laatte wenschen over. Zeker komt het in kleine gemeenten voordat industrie-terrein is gereserveerd. Er is dan echterals regel gedacht aan industrie van grooteren omvang, diebehoefte aan aansluiting aan het spoorwegnet heeft. Daar-naast bestaan echter ook kleinere bedrijven, voor wie hetvoldoende is dat ze het goederen-emplacement gemakkelijkkunnen bereiken, desnoods door gebruik te maken van eenhulpspoortje.De samenvatting van de terreinen voor tuinbouw enbouw voor eigen gebruik in grootere groepen is aan tebevelen. Aldus kan voor goede verkeerswegen erheenworden gezorgd. Het toezicht, dat niet kan worden gemist,wordt erdoor vergemakkelijkt. Bovendien meent Langendat het gebruik van de uit de stad afkomstige mest eenvoordeel aanbiedt, dat er voor pleit het vervoer van dezenaar den moesgrond langs kleine spoortjes te doen plaatshebben; dit moet tot bijeenvoeging van deze terreinenleiden.Langen bepleit in het algemeen aanleg van rechtestraten. Het vooroordeel daartegen is afkomstig uit den tijd,toen te dezen gezondigd werd door dorre toepassing er-Siedlung Flotzersteigvan. Met rechte straten, die in veel opzichten voordeelenbieden, is echter een zeer goed architectonisch effect tebereiken. Deze rechte aanleg verdient ook voor de moes-gronden aanbeveling, niet alleen omdat aldus de verkavelingregelmatiger uitvalt, maar ook omdat het toezicht wordt verge-makkelijkt. De wegen tusschen de terreinen, totnutoe vaakte smal aangelegd en soms moeilijk begaanbaar, behooreneen flinke breedte le bezitten. De bermen kunnen dan tevensvoor het weiden van klein vee worden gebruikt. Daaraanbestaat groote behoefte.Langen heeft deze beginselen in praktijk gebracht in hetuitbreidingsplan van het stadje Schlochau, in het uitersteOosten van Pruissen nabij den Poolschen corridor. Hetstadje ligt behagelijk bij de samengroeiing van twee meertjes.De oevers daarvan zijn met zorg gespaard, ten deele bestemdvoor bebouwing met villa's te midden van ruime tuinen,ten deele voor een park, ten deele voor de in Duitschlandmeer en meer onmisbare -- wanneer zal de tijd ook hierdaarvoor aanbreken ? -- zonnebaden en zwembaden. Aanhet stadje zelf, in het gelukkig bezit van de overblijfselenvan een oud slot, dat eenige malen als afsluiting van stratenkan dienst doen, sluit zich de nieuwe bebouwing in geslotenvorm aan, omgeven door een gordel van moestuinen. Inhet Noord-Oosten is een afzonderlijke nederzetting vantuinders gedacht, in het Zuiden liggen de industrie-terreinenbij de spoorbaan en bestaat gelegenheid een kolonie vanindustrie-arbeiders te doen verrijzen. Ook in de nabijheiddaarvan is grond voor moestuinen gereserveerd.SATELLIETSTEDENop het Internationale Wegencongres te Milaan, beginSeptember gehouden, is ook, zooals voor de hand ligt, hetstedebouwkundig aspect van het verkeer onder het ooggezien. Door een Engelsche commissie, waarvan o.a. Peplerdeel uitmaakte, is opnieuw ter vermijding van noodeloosverkeer, het denkbeeld van de stad met haar gespeciali-seerde voorsteden bepleit. Daarbij is gedacht aan een stadvan 140.000 inwoners. Het centrale gedeelte van de kern-stad, 1200 M. in doorsnede, zou uitsluitend zijn bestemdvoor zaken en publieke gebouwen. Er omheen loopt eenparkgordel van 75 M. breedte, waaraan eveneens publiekegebouwen, theaters, museums enz. een plaats zoudenkunnen krijgen. Aan de buitenzijde van dezen liggen dewoonwijken, waartusschen zich echter parken als wiggentot den gordelweg uitstrekken. De gedecentraliseerdewoonwijken liggen op geringen afstand van de aldus ge-construeerde kern ; de industriewijk heeft er onmiddellijkverband mede.ARTIKELEN - BINNENLAND 195-i^:nnitac?:BINNENLANDVRAGEN VAN KAMERLEDENVragen van den Heer VAN DEN BERGH in verband metden inhoud van een tweetal door een inspecteur van deVolksgezondheid aan B. en W. van Beverwijk gerichtebrieven naar aanleiding van een door de te dier plaatsegevestigde woningbouwvereeniging ,,Goed Wonen" aan-geboden bouvs^plan (ingezonden 10 Augustus 1926).1. Heeft Uw Excellentie kennis genomen van de beidebrieven, resp. op 25 Mei en 28 Juni jongstleden door deninspecteur van de Volksgezondheid G. de Graeff gerichtaan B. en W. van de gemeente Beverwijk, naar aanleidingvan een door de aldaar gevestigde Woningbouwvereeniging,,Goed Wonen" aangeboden bouwplan ?2. Is daarbi) de bijzondere aandacht van Uw Excellentiegevallen op den passus uit het eerstbedoelde schrijven,luidende als volgt:,,Daaraan verbindt zich de vraag, of Uwe Gemeentewel het voUedig risico zal kunnen en mogen aanvaardenvan een woning-exploitatie op zoo groote schaal als hierstaat te geschieden, welke exploitatie bovendien zal plaatshebben door het bestuur van eene woningbouwvereeniging,dat daarbij niets te verliezen heeft; op wiens gestie ensamenstelling de gemeente wellicht wel op papier, maar inwerkelijkheid hoegenaamd geen invloed heeft en dat der-halve, zoolang het uwerzijds wordt erkend, volledige zeggen-schap over de gemeente-financien heeft en als die erkenningniet meer plaats heeft, de zaak als regel in zoodanig dis-crediet heeft gebracht, dat een voortdurende ,,strop"onafwendbaar is" ;en op den volgenden passus uit het tweede bovenver-melde schrijven :,,Ik heb het plan in het geheel niet belicht, maar UwCollege alleen de bezwaren doen zien van het verleenenvan een Overheids-voorschot ad 100 pet. voor de uitvoeringvan woningbouw en van het aan de exploitatie verbondenrisico, terwijl daarvan mede het gevolg zal zijn, dat hetparticulier initiatief weer voor langen tijd onderdruktwordt." V3. Is Uwe Excellentie niet van oordeel, dat de inspecteurdoor bovenvermelde uitlatingen in een ambtelijk schrijvenis getreden in een beginselcritiek op een der grondslagenvan de Woningwet, te weten het verleenen van voorschottenaan woningbouwvereenigingen ?4. Acht Uwe Excellentie zoodanige critische aantastingvan de grondslagen eener wet door een ambtenaar, die totuitvoering dezer wet is geroepen, toelaatbaar ?Antwoord van den Heer SLOTEMAKER DE BRUINE, Ministervan Arbeid, Handel en Nijverheid (ingezonden 21 Sep-tember 1926).1. De eerste vraag wordt bevestigend beantwoord; naaraanleiding van de vragen is namelijk afschrift van de brieveningezonden.2. De tweede vraag betreft aanhalingen uit de brievenvan den inspecteur, die buiten het verband dier brieveneen verkeerden indruk wekken. Leest men de brieven inhun geheel, dan wordt de indruk anders. Dan blijkt, datde adviezen van den inspecteur zich geheel bewegen in delijn, die de Woningwetgever heeft gewild en die door deRegeering bij de uitvoering van die wet in de laatste jarenmet nieuwe kracht wordt gevolgd, n.l. dat van Overheids-wege slechts zal worden gezorgd voor den woningbouw,die verbetering der volkshuisvesting op het oog heeft, endat de woningproductie in eerste instantie zal wordenovergelaten aan de particuliere bouwnijverheid. De bouw,waarvoor steun aan de gemeente werd gevraagd, betrofeen plan, waarmede woningproductie bedoeld werd en datdus tot het terrein behoorde van de particuliere bouw-nijverheid. Daarvoor door tusschenkomst van een woning-bouwvereeniging het risico op de gemeente te leggen, Z9Uin strijd zijn met de door het Rijk gevolgde gedragslijn, die,wil zij doel treffen, ook door de gemeente dient te wordengevolgd. De inspecteur heeft daarop terecht de aandachtvan het gemeentebestuur gevestigd. In dat verband hebbende opmerkingen van den inspecteur, die in deze vraag zijnovergenomen, dan ook een juiste strekking; het instituutder woningbouwvereenigingen, zooals de wetgever zich datgedacht heeft, is niet berekend op de taak van woning-productie. De door den inspecteur geopperde bezwarenvallen weg, zoodra het gaat om de zaak, die is in overeen-stemming met des wetgevers bedoeling.3. Uit de beantwoording van de tweede vraag volgt, datdeze vraag ontkennend moet worden beantwoord. Naar deondergeteekende meent, is het advies van den inspecteurin overeenstemming met de bedoeling van de wet. Hetbevat een critiek, die gericht is op uitbreiding van de taakder woningvereenigingen buiten de grenzen van de wet.4. Door het antwoord op vraag 3 kan vraag 4 buiten be-schouwing blijven.AANBESTEDINGENUit ,,De Aannemer" van 7 September 1926 nemen wijhet volgende overzicht over van de aanbestede werkeAgedurende het tweede kwartaal 1926 :ParticulierenGemeentebesturenWoningbouvirvereenigingenRijk- en PolderbesturenNed. Spoorwegen/ 16.007.564,, 9.800.980,, 3.307405,, 5.731.146900.851/ 35.747-946-:)VERKOOP VAN GEMEENTEWONINGENWij hebben indertijd reeds melding gerhaakt van hetbesluit van den Baarnschen gemeenteraad om de door degemeente gebouwde woningen zoo veel mogelijk te verkoo-pen. Daarmede wordt thans voortgang gemaakt. Nadatreeds enkele middenstandswoningen waren verkocht,zijn thans 40 arbeiderswoningen voor de som van / 100.000aan een particulier toegezegd. De stichtingskosten hebbenmeer dan driemaal dit bedrag beloopen. Voorwaarde bijden verkoop is dat de woningen ten minste 15 jaar voorbewoning zullen blijven dienen.196 BINNENLANDUIT DE VERSLAGEN VAN GEMEENTEDIENSTENDE VERHUIZINGENTe Amsterdam staan tegenover 79.673 aangiften in 1924,waarvan er 38.347 betrekking hadden op gezinnen -- deoverige golden eenloopende personen -- in 1925 nietminder dan 86.064 aangiften van verhuizingen, waaronder35.480 gezinnen betreffen. Vergeleken met 1923 is er zelfseen stijging van ruim 10.900 gevailen en rond 11.200gezinnen. Waar de hier bedoelde 35.480 gezinnen uit125.499 personen bestonden, blijkt dus dat met de 50.584eenloopende personen, niet minder dan 176.083 ingezetenenin den loop van 1925 een andere woning betrokken.Te Rotterdam hadden in den loop van 1925 31.320verhuizingen van gezinnen plaats. Dit is bijna een kwartvan het op i Januari 1926 aanwezig totaal aantal gezinnen.DE PREMIEBOUWTe Amsterdam zijn in totaal / 16.878.000 aan premiesverleend voor den bouw van 16.740 woningen, gelegen in4108 perceelen. In de jaren 1921-1925 kvs'amen gereed13.177 woningen in 3341 perceelen, waarvoor aan premieis toegekend / 15.363.000.Hieronder bevinden zich 560 perceelen, met 1929woningen (premies / 4.206.000), waarvoor bouwkrediettot een maximum van / 8.691.000 en hypothecair-krediettot een maximum van / 9.840.000, benevens grondkrediettot een maximum van / 982.000 werd toegestaan. Op 517van deze perceelen, met 1782 woningen, worden vastehypotheken tot een bedrag van / 9.755.000 gevestigd.In den Haag is totaal aan premies verleend / 8.640.000voor den bouw van 9737 woningen, waarvan / 800.000 aanvereenigingen, / 598.000 aan de gemeente en de rest aande particuliere bouwnijverheid.Zooals men zich zal herinneren, heeft den Haag eenafwijzende bonding aangenomen tegenover het verleenenvan bouwkrediet en hypotheek, totdat op het eind van 1925daarvoor een afzonderlijke regeling tot stand kwam. In hetjaarverslag konden derhalve mededeelingen omtrentverleening nog niet voorkomen.Te Rotterdam heeft de particuliere bouwnijverheid toteind 1925 met overheidssteun (met inbegrip der bekendeRotterdamsche schema's) 6427 woningen gebouwd.DE WONINGBOUW IN DE VIER GROOTE GEMEENTEN IN I925Aan het verslag van den Haagschen Dienst der Stads-ontwikkeling en Volkshuisvesting ontleenen wij de volgendegegevens.VermeerilennB VereisclitB toe- lotaal tekort In aanbouwAmsterdamRotterdam's GravenhageUtrecht755448432967676296532472762386348378223502222931739433315256Hetzelfde verslag geeft een overzicht van het aantalwoningen, jaarlijks bijgebouwd per 1000 inwoners (aan-wezig op het eind van het jaar) berekend. Het gemiddeldeover de jaren 1917-1925 daarvan blijkt voor Amsterdamte zijn 6.01, voor Rotterdam 6.1a, voor den Haag 7.83 envoor Utrecht 5.17.De woningvoorraad te Zwolle vermeerderde van 1907tot 1925 met 1963 woningen ; tegenover de 2728 nieuwgebouwde staan 765 woningen, welke zijn vervallen,waarvan 207 door onbewoonbaarverklaring. De bevol-kingsaanwas was in dezen tijd 6053.HEX AANTAL GEMEENTEWONINGEN IN DE VIER GROOTESTEDEN OP 31 DECEMBER I925Dit aantal is te Amsterdam 7463, te Rotterdam 6421,te 's Gravenhage 7497, te Utrecht 2548, te Zwolle 220.DE GEMIDDELDE BEZETTING PER WONINGDe verruiming van de woningmarkt in den Haag blijktuit het cijfer, door den Dienst van Bouw- en Woning-toezicht over 1925 medegedeeld betreffende de gemiddeldebezetting der woning. Deze was in 1912 4.36, liep daarna opin een gelijkmatig stijgende lijn tot 4.65 in 1919, om daarnawederom regelmatig te dalen, zoodat het cijfer thans 4.11is. Een zuiver beeld van de woningmarkt geeft dit percen-tage natuurlijk niet; de ,,gezinsverdunning" heeft erbelangrijken invloed op.Te Zwolle, waar de cijfers eerst met 1918 beginnen,valt een zelfde lijn te constateeren. Het cijfer was toen4.561, steeg in 1920 nog tot 4.564 om daarna regelmatigte dalen tot 4.247.Zwolle geeft 00k het cijfer der gemiddelde gezinssterkte.Dit was in 1919 4.443, daalt dan, vertoont in 1923geringe stijging en komt in 1925 op 4.219.GEWESTELIJKE PLANNENHet jaarverslag 1925 van de Rotterdamsche Bouwpolitievermeldt:Voortgegaan werd met het maken van de voorstudiesvan een gewestelijk plan. Vervaardigd werd een kaart,aangevende de distributie der bevolking in de streek rondomRotterdam en 's Gravenhage. Voor de bestudeering van deontwikkelingstendenzen van verschillende gemeenten inhet gewest werden grafieken gemaakt van : aantal inwoners,geboorte en sterfte, en vestiging en vertrek vanaf het jaar1870 in Rotterdam en 's Gravenhage, de gemeenten grenzendaan Rotterdam, resp. 's Gravenhage, Leiden en omliggendegemeenten, Delft en omliggende gemeenten, Dordrechten omliggende gemeenten, en in eenige landelijke ge-meenten.Grootendeels voltooid werd een studie over de econo-mische en sociale structuur der bevolkingen van Rotterdamen 's Gravenhage, op grond van de beroepstelling 1920,terwijl aan het einde van het verslagjaar de gegevens vooreen dergelijke studie van de overige streken van het gewestgrootendeels bijeen waren.DE STADSONTWIKKELING TE AMSTERDAMHet Handelsblad weet mede te deelen dat er groote kansbestaat dat, nu de functie van Directeur van PubliekeWerken open staat, zal worden voorgesteld een afzonder-lijken Dienst voor Stadsontwikkeling en Stadsuitbreiding,met een eigen Directeur, in te stellen.DE KOMMIEZENHUISJES TE HAARLEMDe Minister van Onderwijs heeft geen vrijheid gevondente adviseeren tot vernietiging van het raadsbesluit, waarbijtot afbraak werd besloten. De aardige toegang tot de oudestad van Haarlem zal dus binnenkort tot het verledenbehooren.HET BEHOUD VAN ONS NATUURSCHOONEr is thans een flinke beweging gaande tot behoud vanons natuurschoon. Schitterend bleek op een bijeenkomst,14 September j.l. te Amsterdam in het Koloniaal Instituutbelegd, door hoevelen en in welk een breeden kring debeteekenis van de natuur wordt beseft en de overtuiginglevendig is dat het niet zoo mag doorgaan als thans hetBINNENLAND - BUITENLAND - OVEFZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN 197geval is. Vermindering kunnen wij niet alleen niet gelatenaanzien, op vermeerdering van ons bezit moet het strevenzijn gericht. Inzonderheid werd, in aansluiting aan debekende nota van den Boschraad, geklaagd over onzefiscale wetgeving, die tenietgaan van natuurschoon alsonmiddellijk gevolg met zich brengt.Na gedachtenwisseling vsrerden de volgende moties metalgemeene stemmen aangenomen :I. De vergadering, bijeengeroepen door den A.N.W.B.,Toeristenbond voor Nederland, en de Vereeniging totBehoud van Natuurmonumenten in Nederland, gehoudente Amsterdam in het Koloniaal Instituut, op Dinsdag14 September 1926,met groote zorg vervuld over het verdwijnen van bos-schen van uit een oogpunt van landschapsschoon, belang-rijke landgoederen en van andere monumenten der natuur,van oordeel dat de fiscale wetgeving in ernstige matehet kwaad in de hand werkt,overtuigd, dat het algemeen landsbelang eischt, datdeze voor het Nederlandsche volk van zoo groot cultureelbelang zijnde bosschen en landgoederen, zoo veel maareenigszins mogelijk is, behouden worden en dat het aan-leggen van nieuwe in de hand worde gewerkt;noodigt, uitsluitend met het oog op het algemeen belang,de Regeering en de Volksvertegenwoordiging uit met spoedmaatregelen te nemen, die de oorzaken van de ontluisteringvan Nederland kunnen tegengaan en o.a. ernstig aandachtte wijden aan het adres te dezer zake ingediend door denA.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, en de Vereeni-ging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederlanden ook in het bijzonder aan de nota van den Boschraad,waarin is voorgesteld bijzondere bepalingen in het levente roepen ten behoeve van die landgoederen en bosschen,waarvan het behoud officieel zal zijn erkend als te zijnvan algemeen belang ;doet een beroep op het Nederlandsche volk om blijkte geven, dat het behoud van bosschen en landgoederender natie in uitgebreiden zin ter harte gaat en sympathiete toonen met de maatregelen, die tot dat behoud kunnenleiden en het aanleggen van nieuwe kunnen bevorderen.ae. Studie- en Propagandacommissie voor behoud vanbosschen en landgoederen.De vergadering van 14 September 1926, gehouden inhet Koloniaal Instituut te Amsterdam,noodigt de besturen van den A.N.W.B., Toeristenbondvoor Nederland, en de Vereeniging tot Behoud van Natuur-monumenten in Nederland, uit een studie- en propagandacommissie in het leven te roepen, die voornamelijk werk-zaam zal zijn tot bevordering van het vervuUen der wen-schen, neergelegd in de motie, gericht aan de Regeeringen het Nederlandsche Volk.BUITENLANDDUITSCHLANDDE WONINGNOODIn een pers-interview heeft Scheldt, een der hoofd-ambtenaren aan het Pruisische Departement voor Volks-gezondheid, zijn meening over den woningnood gegeven.Scheldt constateert dat zekere cijfers niet aanwezig zijn,maar dat op een tekort van 600.000 a 1.000.000 woningenmoet worden gerekend, waarvan ongeveer 500.000 inPruissen. Wanneer men trachtte dezen achterstand in vijfjaar in te halen, zouden jaarlijks 225.000 woningen moetenworden gebouwd ; de jaarlijksche behoefte immers mag op125.000 worden aangeslagen. Dit cijfer heeft echter theore-tische beteekenis. Waarschijnlijk immers zal het aantalhuwelijken, dat onmiddellijk na den oorlog sterk steeg,om daarna te dalen, nog verder naar beneden gaan. Ook zalde onvermijdelijke huurstijging tot beperking van de woon-eischen leiden. De Pruisische Regeering heeft den bouwvan 100.000 woningen per jaar op haar program staan.In het jaar 1924-25 is men bijna aan dit cijfer toegekomen.Wat in aanbouw is waarborgt dat het in het loopende jaarzal worden bereikt, en overschreden.ENGELANDDE WONINGVOORZIENING TE BIRMINGHAMDe gemeente Birmingham heeft na den oorlog 10.398woningen gebouwd, dat is meer dan 10 per 1000 inwoners.Niettemin is de woningnood er niet overwonnen. Vooreen gemeentewoning stonden in het begin van het jaarnog 25.000 gezinnen ingeschreven. Ten einde een inzichtte krijgen in de werkelijke behoefte, is eenerzijds eenonderzoek bij deze gezinnen ingesteld, andererzijds echterdoor de gemeente een aansporing gericht tot alle, diein een onvoldoende woning zijn gehuisvest, om zich vooreen nieuwe woning aan te melden. De ondervinding had n.l.aangetoond dat er velen niet waren ingeschreven, dieniettemin in een onvoldoende woning zijn behuisd. Hetonderzoek betrof de samenstelling van het gezin, het vaken het inkomen, den aard der gezochte woning, terwijl ookwerd nagegaan of de gezinnen in staat waren een normalehuur op te brengen, en met het oog op hun zindelijkheidvoor een gemeentewoning in aanmerking zouden komen.lets meer dan de helft der ingeschrevenen, ruim 13.000,bleken inderdaad een woning te behoeven. De overigeruim 12.000 waren of niet te vinden of weigerden inlich-tingen te geven. Ook waren er ruim 3000 onder, die reedseen woning hadden gevonden, terwijl anderen elderswoonden, enz.Van de 13.000 konden er 9.329 (71 %) worden beschouwdals geschikte huurders. 13 % zouden bovendien in staatzijn een normale huur te betalen, maar bleken voor eengemeentewoning te onzindelijk. 16 %, ruim 2.000, zoudengeen norinale huur kunnen opbrengen. Onder deze groepwaren ruim 1400 in staat om een huur, varieerend van/ 4.65 tot / 5.50, te betalen.Uit de gegevens kan worden afgeleid dat er nog behoeftebestaat aan ongeveer 10.000 woningen. Wanneer met namede gezinnen, die nu bij anderen zijn ingetrokken, alle overeen afzonderlijke woning beschikken, zal de ruimte in debestaande woningen voldoende zijn om die gezinnen, diewel een eigen woning bewonen, maar thans zijn gehuisvestin een slechte of te kleine woning, een behoorlijke woningte verschaffen. Deze toestand begint te naderen. Immerster hand genomen of voorbereid is de verdere bouw van6.969 woningen.J. P. Orr, die deze gegevens in The Builder mededeelt,stelt tegenover deze activiteit van het gemeentebestuur vanBirmingham de onvoldoende voorziening in Londen, waar122 openbare besturen bij de woningvoorziening zijnbetrokken en waar in denzelfden tijd 35.980 woningendoor de overheid zijn gebouwd, of ongeveer 5 per 1000inwoners. Naar Orr's meening zullen er in Londen nog125.000 woningen door de overheid moeten wordenbijgebouwd.Te vermelden valt dat de particuliere bouwnijverheidgeheel op dezelfde wijze in Engeland te werk gaat als teonzent; ze legt zich toe op woningen om te verkoopen enbouwt geen huurwoningen ; een onderscheiding, die, geziende verschillen tusschen de beide landen, vrijwel geachtmag worden overeen te komen met woningen voor midden-stand en arbeiders te onzent.OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTENNEDERLANDBouwbedrijf, No. 10, 17 September 1926.Het Centraal Gebouw der Amsterdamsche Maatschappijvoor Jonge Mannen (A.M.V.J.). Korte beschrijving van hetdoor architect Foeke Kuipers ontworpen gebouw, hetwelkigS OVEKZICHT VAN TIJDSCHRIFTENzal bevatten : een hospitium met circa lOo kamers, een hotelmet 50 kamers, eetzalen, lunchroom, conversatiezaal,clubzalen, biUardzaal, kegelbanen, overdekte zweminrich-ting, badinrichting, gymnastiekzaal, tooneelzaal, enz., enz.De kamers van het hospitium vs^orden met opklapbarebedden ingericht en hebben stroomend koud en warmwater. Met een perspectiefteekening en plattegronden.Bomvkundig Weekblad, No. 36, 4 September 1926.Het Rokin-vraagstuk, door C. B. Posthumus Meijjes.Men kan het Rokin-vraagstuk niet beschouwen los van hetyerkeersprobleem voor de geheele binnenstad. Eerst nadatin hoofdlijnen de oplossing van het binnenstadsprobleem isvastgesteld, kan ten aanzien van het Rokin een beslissingworden genomen. Het beste is dan een prijsvraag uit teschrijven, echter zonder bij voorbaat oplossingen met behoudvan het water te coupeeren,-, No. 38, 19 September 1926.De architect en de huidige bouwnijverheid, door Ir. JanGratama. Ten gevolge van het terugdringen van den ver-eenigingswoningbouw in de laatste jaren door den parti-culieren woningbouw, is de functie van den architect vanhet volledig ontwerpen en leiden van de uitvoering van denbouw teruggebracht tot de min of meer onwaardige positievan ,,gevel-schortjes"-maker. Wil de architect dat zijntaak en intelligentie ten aanzien van den woningbouwvruchtbaar zal blijven, dan is daarvoor slechts een middel :de architect moet opgenomen worden als medebouwer inhet groote bouwbedrijf. Schrijver geeft hierop een uiteen-zetting van zijn positie als architect in dienst van de N.V.Bouw-en Exploitatie Mij. H.A.G.A. te Amsterdam. Doorenge samenwerking van den architect met den uitvoer-der van het werk en de financieele specialiteit derMij.wordt goed en economisch werk geleverd. Het stelselverdient de voorkeur boven de tot dusverre gevolgdemethode, waarbij architect en aannemer als twee partijenmet verschillende belangen tegenover elkaar staan. Meteen aantal foto's van de door H.A.G.A.voor de gemeenteAmsterdam gebouwde arbeiderswoningen nabij het Stadion.,,Ons Eigendom", Nos. 21, 22 en 23, 4, 18 en 24 Sep-tember 1926.Verhuurdersrechten en huurdersplichten, I, H en HI.Zeer uitvoerig wordt erop gewezen hoe in de laatste jarende eerbied voor het particuliere huizenbezit steeds meerverslapt. Door voorschriften van overheidswege wordt devrijheid van particuliere bouwers en exploitanten steedsmeer aan banden gelegd. De Huurwetten dienen te wordeningetrokken, de Woningwet gewijzigd. In de eerste plaatsdient uit de Woningwet te verdwijnen het voorschrift tothet instellen van woningbeurzen. Door dit instituut wordenden verhuurders extra-lasten opgelegd, zonder dat dit eenignut heeft. Indien er woningen beschikbaar komen, waaraanbehoefte bestaat, worden zij, 00k zonder woningbeurs,onmiddellijk verhuurd. Bestaat die behoefte niet, dan kande woningbeurs daaraan niets veranderen. Wordt vervolgd.KOLONIENLocale Belangen, No. 28, 16 Augustus 1926.Opstal en Erfpacht bij de toepassing van het eerste lidvan artikel 43a der Locale Raden. Ordonnatie, door G.Voorgeschreven is dat besluiten van gemeenteraden be-treffende het vervreemden of bezwaren van onroerendezaken, indien hiermede een bedrag isgemoeid van/io.ooo.-of hooger, onderworpen zijn aan de goedkeuring van hethoofd van gewestelijk bestuur. De vraag rijst of onder dit,,vervreemden of bezwaren" ook valt het uitgeven van grondin erfpacht. Volgens den schrijver is dit niet het geval.Onder ,,bezwaren" moet worden verstaan het nemen vanhypotheek. Indertijd merkte ,,De Gemeentestem" op datuitgifte in erfpacht is het vervreemden van het --? tevorenin het eigendomsrecht begrepen-- erfpachtsrecht. Schrijverbestrijdt dit laatste. Men kan alleen vervreemden wat menheeft en de eigenaar als zoodanig is geen erfpachter, heeftdus geen erfpachtsrecht en kan het ook niet vervreemden.Desondanks heeft de Regeering als haar meening te kennengegeven dat uitgifte in erfpacht onder het ,,bezwaren vanonroerende zaken" behoort te worden gerangschikt.DENEMARKENArchitekten, No. 29, 2 Juli 1926.In dit nummer zijn de ontwerpen afgebeeld van decomplexen van 678 woningen, die de gemeente Kopen-hagen zal laten bouwen naar plannen van den stadsarchitecten drie andere architecten. Deze zullen tezamen bevatten32 eenkamerwoningen, 32 eenkamerwoningen met kleinvertrek ; 2 woningen bestaande uit een kamerenhuiskamer-keuken ; 4 uit een kamer, een klein vertrek en keuken ;416 twee-kamerwoningen; 116 waarbij nog een klein vertreknaast de twee kamers beschikbaar is ; 10 van hetzelfde typemaar met drie inplaats van twee kamers, 66 drie-kamerwoningen en 17 winkels.De bouwkosten zijn geraamd op 5.198.350 kr.-, No. 31, 16 Juli 1926.Dit nummer bevat een bespreking door Uno Ahrenvan de ideaalstad, berekend voor 3 millioen inwoners,(,,la ville contemporaine") ontworpen door den Franschenarchitect Le Corbusier in samenwerking met architectPierre Jeanneret, waarbij het verkeer per spoor en tramondergrondsch is gedacht, dat per auto en voor voetgangersop den beganen grond, boven dezen wegen voor auto-snelverkeer en nog hooger landingsplaatsen voor vlieg-machines.De huizen zijn skyscrapers ; alle wooncellen even groot,zoo goed mogelijk geisoleerd, met de achterzijde naar destraat en uitzicht gevend op een park. De maten van elke eelzijn 7 bij 9 M. met 6 M. hoogte. In lagere verdiepingenzijn slaapkamers, bad- en gymnastiekgelegenheden onder-gebracht. Aan het bewonen ligt het cooperatief beginsel,voor zoover doorvoerbaar, ten grondslag. De bediening isvolgens hotelsysteem, al kan ieder gezin ook eigenhulp voor de huishouding houden.Naar het oordeel van den referent is de waarde van LeCorbusier's werk voorloopig nog meer gelegen in de ge-dachten en grondslagen ervan, de scherpe formuleeringvan de fouten, die den thans bestaanden stedebouwaankleven en de eischen, waaraan de nieuwe zal moetenvoldoen, dan in de voorgestelde ontwerpen en plannen.Het artikel bevat vele afbeeldingen. A. H.Meddelelser ubsent af Dansk Byplanlaboratorium, No. 2,September 1926.Dit nummer is geheel gewijd aan een voordracht van denHeer Kay Ulrich over de Deensche wet op stadsaanleg enuitbreiding en haar toepassing tot dusver.Omtrent dit laatste punt valt nog weinig te vermelden,maar over de wet zelf was het oordeel van den sprekergunstig.Aansluitende aan andere wettelijke maatregelen, vervato.a. in de wet op den aanleg van wegen, op rioleering enwatervoorziening, behoud van natuurschoon, monumenten-zorg, voorkomen van brandgevaar, en in de bouwverorde-ningen, heeft de wet in al haar kortheid genoeg bepalingenom een invloed ten goede uit te oefenen op de uitbreidingen den aanleg van steden en stadsgedeelten. Gezien degeestesgesteldheid der meeste Deensche gemeentebesturenbetreurde spreker niet dat de wet het maken van een uit-breidingsplan voorshands niet verplichtend had gesteld.Nadruk werd gelegd op de sociale beteekenis van dendoor de wet te verleenen steun bij de verbetering derwoningtoestanden, o.a. wat betreft de pogingen om debewoners der huurkazernes in mooier en gezonder om-geving aan de buitenzijde der stad te brengen. A. H.OVERZICHT VAN TIJDSCHEIFTEN 199DUITSCHLANDDie Baugilde, No. 17, 10 September 1926.Ein Grosssiedlungsvorhaben in Zehlendorf, door Dr.Siedler. De schrijver verzet zich tegen het plan van deGehag met zijn bekenden roerigen leider Martin Wagner,om aan den rand van het Grunewald in de nabijheid vanBerlijn een groot woningcomplex te bouwen, dat geleidelijktot een geheele salellietstad van Berlijn zou moeten uit-groeien, zonder dat hierop het stadsbestuur van Berlijneenigen invloed heeft.Het nummer bevat vele afbeeldingen van woningbouwder Terraingesellschaft am Neuen Botanischen Gartenin Berlin-Lichterfelde van verschillende architecten.Der Neubau, No. 17, 10 September 1926.Der gerade Weg, door G. Lampmann. In de woning- ,behoefte moet, 00k onder den tegenwoordigen economi-schen druk, worden voorzien. Dit beteekent geen vermeer-derd verbruik, maar het in stand houden van het productie-vermogen. De particuliere bouwnijverheid zal deze taakniet kunnen volbrengen, zoolang de huren niet -- en datis onmogelijk -- zoo hoog worden gesteld, dat ze de kostendekken. Noch het v
Reacties