192Ondergeteekende wenscht te ontvangen ex.van den band voor den negenden jaargang van hetTijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw a/" 1.40per exemplaar.Verzoeke nauwkeurige en duidelijkeopgave van naam en adres:Onderteekening:BESTELKAARTAan hctNederlandsch Instituut voorVolkshuisvesting en StedebouwKlovcnicrsburgwal 70AMSTERDAM (C)_ TlJDSCHRIFT VOORlyOLKSHUISVESTINGSEN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1928 NS 12 9* JAARGANG ^_ DECEMBERGELUIODEMPENO SPMKERVASTGIPSXWANDBRANDVRUEen Otractour vam Qamaento'-w9i*?n : ,,.,..,.de opgedane w-varing is w9( van d?n ataed.STERKd&t ik ZB meet* in ds gemaents-bestekken van achekJingswandenza.{ voorachpyven .,., "N. V. DE METEOOR TELEFOON 205 D E S T E E GVAN mimSTER'8 UITQEVERS MAATSCHAPPIJ -- HAARLEMIMERWEa 8 378 -- AM8TKROAM (W.>HUINCK'SBOOWMATERIIILEiltNDEL - UTRECHT?LM VOOR VERLWHTim van ta*Mt mtnUumDETE8TIVE gm ? VLOER- EN WANDTEaEUNOUTaRANirr voor vtonw M ittCHMM tn/IMImAtBEST CEMENTPLATER vM M glC*M --TRATWELBANDEN vow HultHmlaii vanDE0R8LUITERS tUritan dMHrMHUmCKCOLIT Mn viown,teVRAAGT KOSTELOOS INUCHTINGENUTRECHT Tdegram adres HUINCKTELEF. 110M SPRiNGWEG TRtEF. IIOUINCASSO-BANKVolgMtort Kapitaal f 30.000.000.--.Reserve f 7.608.878.t3.AMSTERDAMHeerengr. 531-537,519-625 LInnaeusstraat 37hoek VUnlsti'aatAdm, de Ruyterweg 84-86BilderdUkstraat 50CeinUiurbaan 91Damrak 83Haariemmerpiein 2van Wouetraat 217Middenweg 4-8Nieuwmarkt 27OveKoom 89Weesperplein 2Weesperzyde 33 BWillemeparkweg 80RotterdamLeuveheven 103GoudaeheelngelHeemraadssingei 168Groene HilledUk 70ALMELOARNHEMDELFTDORDRECHTEN80HEDEEINDHOVENQRONINQEN'S-HERTOQENBOSCHHILVERSUM's-GravenhageLange Houtstraat 18Statenlaan 46Laan v. IWeerderv,LEEUWARDENMAASTRICHTNAALDWIJKNIJKERK8CHIB>AMTILBURGUTRECHTVOORBURQWORMERVEERZAANDAMALLE BANKZAKENP J VAN SCHAIK lOOOJIHWEIill[lteicJI1CIIUllRIIWDIIi;EI.SMIIHISTIIlUn[|NASSAUKADE 312 - TEL. 23485 - ADAMWettlt) Gedeponeerd Handeis-MerkISOLA-BOUWHET BE8TE EN GOEDKOOP8TE SYSTEEM VOORHET BOUWEN VAN COMPLEXEN VOLK8- ENMIDDENSTAND8WONINGEN. - SELF8UPPORTINGN.V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAUITGEVOERD O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEGEMEENTE 's KERT0GENB08CH - NOG INUITVOERINGO.A. 400 WONINGEN VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAMKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van aiie materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 9= JAAftOANO N" 12 DECEMBER 1928TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINQiiiiiiiiiiiiiiriiriiiiiiiiiiiiiiiiJK tiiiiitij I ?--! ?k * ji-^. ? ? --11-- fl^-^ ^^_ _> .--^ _ -- ^III iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii EN STEDEBOUW iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINQ EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALOEMEENEN BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINOENREDACTIE VOOR HET INSTITUUTH. P. J. BLOEMEHS, J. DOXIWES JR.,MR. D. HUDIG, IR. P. BAKKER SCHUT,IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, JR. A. M. KUYSTEN, JHR.A, H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DEH WAL, D.E. WENTINKREDACTIE VOOR DEN WONINGRAADMR. DR. G. VAN DEN BERGH, J. BOMMER,G. F. LINDEIJER iADRES DER REDACTIE ENADMINISTRATIE EN SECRETA-RIAAT VAN HET INSTITUUTKLOVENIERSBURGWAL 70 - AMSTERDAM-- VAN DEN --NATIONALEN WONINGRAAD-- ROELOF HARTPLEIN 4 ---- ADVERTENTIES --V. MUNSTER'SUITGBVERSMAATSCHAPPIJHAAKLEMMERWEG B 378 - A'DAM (W.)ABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f i-INHOUD; NED. INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW:OfficieeleMededeelingen-Rede, in de vergadering van de Afdeeling Stedebouw van het Nederlandsch Instituutvoor Volkshuisvesting en Stedebouw op Zaterdag, 27 October 1928, te Amsterdam, gehouden door denaftredenden Voorzitter, Dr. J. P. Fockema Andreae - De Premiebouw, II, door A. J. de Jong - Woning-tellingen te Haarlem en te Dordrecht door D. - De huisvesting der pasgehuwde paren te Amsterdam doorC. G. Kroes - Het Erfpachtstelsel te 's-Gravenhage door D. - De toekomstige woningbehoefte in Duitsch-land door D. - Binnenland - Over^icht van tijdschriften - Wetten, Koninklijke Besluiten, enz.NATIONALE WONINGRAAD, ALGEMEENE BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN:Boekententoonstellingen door J. B. - Vragenrubriek - Van de Afdeelingen.OFFICIEELE MEDEDEELINGENOnder dagteekening van 8 November 1928 werddoor het Dagelijksch Bestuur van den Stedebouw-kundigen Raad, aan den Raad der gemeenteDelft een adres gericht, waarin een betoog werdgeleverd om de voorgenomen grachtendempingniet te doen doorgaan.De Heer Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeetzal op Zaterdag 5 Januari 1929, des namiddags2 uur, in Gebouw Heystee, Heerengracht 545-549te Amsterdam, een lezing met lichtbeelden houdenover ,,Een gewestelijk plan in uitvoering: hetSiedlungsverband Ruhrkohlenbezirk".Bij voldoende bestellingen wordt voor dennegenden jaargang van ons tijdschrift een bandbeschikbaar gesteld a / 1.40 per exemplaar. Be-stellingen worden gaarne voor 20 Januari a.s.tegemoet gezien; een bestelkaart is bij dit nummergeyoegd.Tegelijk met de banden voor den negenden jaar-gang kunnen ook nog exemplaren voor de achtvorige jaargangen aangemaakt worden.REDE, IN DE VERGADERING VANDE AFDEELING STEDEBOUW VANHET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STE-DEBOUW OP ZATERDAG, 27 OCTO-BER 1938, TE AMSTERDAM, GEHOU-DEN DOOR DEN AFTREDENDENVOORZITTER, Dr. J. P. FOCKEMAANDREAEMijne Heeren,Gij zult het, naar ik hoop, niet te onpas achtendat ik, nu ik -- door gebrek aan tijd daartoe ge-bracht -- van den Voorzittershamer afstand gadoen, vooraf met U een blik werp op den arbeid226 ARTIKKLENwelke door de Afdeeling en den Stedebouwkun-digen Raad sinds hun vorming is verricht en voor-al hun sterk groeiende beteekenis in het licht stel.Ik kan dit onbevangen doen, omdat ik slechts hebte gewagen van anderer werk, immers zelf als niettechnisch deskundige in dezen kring slechts eenzeer bescheiden ondergeschikte rol heb vervuld.En ik zal het zoo beknopt mogelijk doen, doorde feiten te laten spreken en daarvoor heb ik, ver-trouwend op Uwe bekendheid met het onderwerpen Uwe verbeeldingskracht, den vorm gekozenvan een schets eener stedebouivkundige film in tweebedrijven, met een voorspel, een tusschenspelen een epiloog.Het voorspel verplaatst ons in een kamer in hetGebouw van den Bond van Nederlandsche Archi-tecten aan de Weteringschans, waar op 27 Novem-ber 1920 een klein gezelschap bijeen was, dat --overtuigd van het groote belang van het vraag-stuk van den stedebouw voor de gemeenschap enzich bewust van de veelzijdigheid van het pro-bleem -- onderiinge samenspreking en samen-werking en organisatie gewenscht oordeelde.De achtergrond van die bespreking vormde dehistorie van den stedebouw.Voor onzen geest verschijnen op het doek;eerst beelden uit onze Oud-Hollandsche stedenin hun bloeitijd, daarna illustraties van haar ver-wording in den loop der igde eeuw, van haar ver-grootingen, die gebrek aan smaak en .inzicht, aanscheppend vermogen en diepe studie verraadden.Gij kunt U dat alles gemakkelijk voorstellen:b.v. de Reguliersgracht en de bocht van de Hee-rengracht en daarnaast de Jan van der Heijden-straat, de Valeriusstraat en eenige barer lotgenooten.Dan lezen wij op het scherm de overwegingin een Koninklijk besluit van 1893, ^at het arti-kel in een bouwverordening, hetwelk verbiedt hetbouwen op, aan bizondere personen behoorendenen tot bizonder gebruik bestemden grond, welkebij besluit van den gemeenteraad voor den aanlegvan een straat of plein bestemd is, niet betreftde huishouding der gemeente, noch het belangder openbare orde, zedelijkheid of gezondheid.Diepe duisternis. Maar nu wordt het lichter enwij zien Goeman Borgesius in de Tweede Kamermet succes het ontwerp der Woningwet bepleiten.Er volgt een winkelraam met een uitstallingvan een keurcollectie geschriften over stedebouwdie een nieuwen tijd inluiden: het boekje vanCamillo Sitte neemt er een eereplaats in; de han-delingen van de internationale woningcongressenliggen er, en ook studien van Berlage kan menduidelijk herkennen. Even nog enkele nieuwe,veelbelovende uitbreidingsplannen en foto's vannieuwe bebouwingen, alle uitgestald op een spe-ciale tentoonstelling, welke is bezocht door archi-tecten, ingenieurs, oeconomen en stadsbestuur-ders, wier levendige gesprekken van de alom ge-wekte belangstelling getuigenis afleggen.En dan verschijnt weer het gezelschap in de ka-mer aan de Weteringschans; er wordt in beginselbesloten tot de vorming van een commissie voorstedebouw, zoo mogelijk onder de vleugelen vanhet Instituut voor Volkshuisvesting. De vergader-kamer verandert van gedaante: het is een vertrekin het Waaggebouw geworden, waar de nieuwecommissie in de jaren 1921 tot 1923 verschillendemalen bijeenkwam, totdat het Instituut, overeen-komstig de wenschen der Commissie, besloot totde instelling van een afzonderlijke afdeeling voorstedebouw, het bestaan waarvan ook in den nieu-wen naam van het Instituut -- voortaan: Insti-tuut voor Volkshuisvesting en Stedebouw -- totuiting komt, en aan de spits van welke afdeelingZou staan de Stedebouwkundige Raad, welks ledenzooveel mogelijk zouden worden gekozen uit deverschillende deelen des lands en aldus dat deonderscheidene bij den stedebouw te behartigenbelangen vertegenwoordiging zouden vinden.Eerste hedrijf. Installatie van den Stedebouw-kundigen Raad op 17 November 1923 in hetUtrechtsche Stadhuis, waar de leden toen en ookin den vervolge samenkwamen, om het hun Voor-zitter maar zoo gemakkelijk mogelijk te maken.Gij ziet de leden, waaronder Gij tal van bekendefiguren herkent, aan het beraadslagen over de wijze,waarop zij hun arbeid zouden aanvatten. Er werdafgesproken dat men zoowel algemeene onder-werpen als bepaalde problemen zou bespreken,in het vertrouwen, dat men door de discussieslangzamerhand tot algemeene inzichten zou komen.En nu laat ik U in vijf korte reeksen van tafe-reelen iets zien van de wijze van werken van Raaden Afdeeling.Een voornaam veld van studie vormen uit denaard der zaak de uitbreidingsplannen. Zij vullende eerste reeks. Op het doek verschijnen o.a. plan-nen voor Amsterdam-West, Rotterdam-Zuid,Am-stelveen, den Haag-West, Apeldoorn, Rhenen, metde noodige afbeeldingen van hoe het is en hoe menhet zich denkt. Eerst liggen de plannen, nog maarhalf voltooid, op de werktafel van de ontwerpers,die bezig zijn er vorm en karakter aan te geven;gij herkent in de scheppers meestal leden van denStedebouwkundigen Raad. Zijn de plannen ge-reed gekomen, dan vindt Gij ze terug in de vergader-kamer van Raad of Afdeeling, die van meer daneen de primeur krijgt en die ze, in een sfeer vanwaardeering, aan een opbouwende critiek onder-werpt. Voor een zeer treffend fragment van ditgedeelte der film vraagt de explicateur de bizon-dere aandacht: de stormramp-Borculo; terstondna de ramp, welke U alien nog zoo levendig voorden geest moet staan, dat enkele beelden ervanvoor U voldoende zijn, ziet Gij deskundigen ophet tooneel verschijnen, die den wederopbouw terhand nemen en metterdaad toonen, welke grootevorderingen de wetenschap en de kunst van denstedebouw hier te lande sinds het begin dezerARTIKELKNeeuw hebben gemaakt en dat de gemeenschappe-lijke overleggingen en de talrijke publicaties vanen over uitbreidingsplannen, o.a. in het Tijdschriftvoor Volkshuisvesting en Stedebouw, waarlijk nietzonder vruchten zijn gebleven; ook hier bespeurtGij onder de mannen, die de leiding hebben, ledenvan den Stedebouwkundigen Raad, en het is deVoorzitter van het Instituut zelf, dien gij op eenyolgend beeld -- Borculo's schoone herrijzenis --in een vergadering der AfdeeHng in deze zelfdezaal ziet toonen: kaarten en foto's van Borculo voorden ramp en Borculo thans -- het slot van dezereeks -- spreken duidelijk voor ieder.Ook aan details -- dikwijls zeer geschikt omer zi]n algemeene inzichten aan te toetsen -- wordtde noodige aandacht geschonken. Als Bilder ohneWorte -- want als Gij ze aanschouwt, zijt gij ter-stond georienteerd -- laat ik in de tweede reeksaan Uw oog voorbijgaan: een te dempen gedeeltevan de stadsgracht te Zwolle, het Geijn met dentot bedenkelijke bebouwing noodenden weg er-langs, de kommiezenhuisjes te Haarlem, de Maas-brug te Maastricht, de Reeuvi^ijksche plassen, hetland van Hoboken te Rotterdam, het bedreigdenatuurschoon in Kennemerland. Op menige af-beelding ontdekt Gij leden van de Afdeeling opverkenning, om na te gaan of er gevaar dreigt.Blijkt dit het geval, dan volgen telkens een paarandere beelden: een blik in een vergadering vanden Raad, waar de zaak besproken wordt, en hetfacsimile van een adres, dat gericht wordt aan debevoegde autoriteit, dikwijls niet dan nadat de zaakpersoonlijk is toegelicht en bepleit.Telkens kan men het veielzijdig vraagstuk vanden stedebouw uit een anderen gezichtshoek be-zien; instructief zijn daartoe de beschouwingenvan bepaalde onderdeelen. Ook hier zit prachtigfilmmateriaal in, waarvan de derde reeks tafereelenU iets doet zien. Allereerst natuurlijk de belangenvan een behoorlijke volkshuisvesting: bedomptesloppen en ruime frissche straten, slechte en goedewoningen van buiten en van binnen. Ik laat dit allesverder geheel aan Uw fantasie over, en vraag nuUw aandacht voor het sporenvraagstuk, inverbandmet uitbreiding en aanleg van steden: een dank-baar onderwerp voor een filmoperateur, die, naU eerst in de herinnering te hebben teruggeroepen,hoe nog geen halve eeuw geleden de spoorwegenoveral met gejuich ingehaald, het land- en stads-verkeer nauwelijks hinderden, U de ervaring bij-brengt hoe geheel anders dit thans is. Hij slaagthierin gemakkelijk door op de meest grillige wijzemet U het land door te sporen. Op mijn verzoekspaart hij U de aanschouwing van ongelukken oponbewaakte overwegen, maar daarentegen toonthij U lange files van rij- en voertuigen, voetgangersen wielrijders, berustend of ongeduldig voor deneergelaten afsluitboomen wachtend, totdat deEtoile du Nord voorbijgeschoten of de kolentreinlangsgekropen is, of het rangeeren een oogenblik227is onderbroken; nu eens kijkt Gij uit den treinop de wachtende menigte, dan weer bevindt GijU zelf midden in de file, reikhalzend naar het om-hoog gaan van de boomen uitziende en daar tus-schendoor als in een droom verrukt starend naareen onderdoorgang of een schoon viaduct, die alseen fata rnorgana flauw voor Uw oog verschijnen.Thans krijgen andere vervoermiddelen een beurt.Over eenige groote wegen voert U eerst -- zegomstreeks 1900 -- heel bedaard een met eenpaard bespannen tentwagentje; overal in ons landtusschen de steden en de dorpen heele einden on-bebouwd, rustig, stil, dikwijls nagenoeg geheelverlaten. In 1928 legt de autobus met U dezelfderoute af, alles snel, gejaagd, druk, soms gevaarlijkZelfs, en een haast ononderbroken bebouwing langsvele wegen over Kilometers lengte. Even terugnaar een vergadering van den Raad en een bijeen-komst van het Instituut met den A.N.W.B. en deVereeniging ,,Het Nederlandsche Wegencongres",waarin de kwestie lintbebouwing of kernbebouwingwordt besproken. Dan opnieuw in de autobus engereden langs ontginningen, waar het probleemvan het behoud van bestaand -- en het scheppenvan nieuw -- natuurschoon van groote beteekenisis, door het polderland of langs een nieuw kanaal,waar de beplanting veel zorg vraagt, langs ont-mantelde vestingen als Naarden, welker uitbrei-dmg een bizondere behoedzaamheid, een helderbegrip en een fijnen smaak vordert en eindelijkterug naar de stad, op zoek naar goede parken,ontspanningsterreinen, sportvelden en speeltuinen,en, voorzoover men onbevredigd is, naar plaatsen,waar die onmisbare elementen van een stadsor-ganisme zouden kunnen worden gevormd. Totbesluit van deze reeks enkele kijkjes op vliegtuigenin de lucht en uit vliegtuigen op bebouwde streken,ter aanduiding van het in beteekenis snel groeiendvraagstuk van de voorziening in de noodige vlieg-velden bij steden.De leering, die men kan trekken uit hetgeen inandere landen in woord, beeld en daad wordt ge-wrocht, is ook op dit gebied belangrijk: voor devierde reeks tafereelen leveren navolgenswaardigeen afschrikwekkende voorbeelden van buiten-landschen stedebouw van voorheen en thans eenonuitputtelijk materiaal: ieder onzer heeft daar-voor wel eens in gedachte een eigen rolprent,geheel naar zijn smaak geconstrueerd en aan zijngeest laten voorbijgaan; alleen het slot kies ik voorU, nl. fragmenten van hedendaagschen Ameri-kaanschen stedebouw, omdat die film eenmaal opeen vergadering van de Afdeeling in deze zaal voorU heeft gedraaid.De laatste reeks, die Gij in dit bedrijf zult zien,bevat meer tekst dan de vorige, en lijkt een droog,wemig boeiend slot te zullen vormen; zij betreftnl. de wettelijke maatregelen, die in verband metden stedebouw bestaan of -- gewenscht worden.Hier spreekt voor U het proza van artikel 32 der228AKTIKKLENWoningwet en artikel ii van het Woningbesluit.Proeven van een wettelijke regeling ter bescher-ming van de natuur en tot het aanwijzen van detoekomstige bestemming van terreinen vragen Uweaandacht. En hebt Gij hun die aandacht geschon-ken, dan volgen tot belooning weer een aantalpakkende beelden, waartoe ook deze rubriek meerstof biedt dan Gij misschien vermoeddet. Wantde drang naar welstandsbepalingen, een wet terbescherming van natuur- en andere monumentenen verordeningen tegen ontsierende reclames ishet best te verklaren, als men eerst een mooie se-lectie van schoons, dat behouden --y en wanstal-tigs, dat tegengegaan moet worden, in beeld voorzich heeft gezien. En dan kan de regisseur eenpakkend tooneeltje maken van den grondbezitter,die in zijn schoone bosch vertoevend, den post-bode op zich ziet toeloopen met eenige brieven;hieronder zijn belastingbiljetten; de land-eigenaar maakt ze open, schrikt van het bedragen na eenige oogenbhkken van zwaren innerlij-ken strijd -- let op de expressie op het gelaat vanden filmacteur! -- besluit hij zijn reeds onvoor-deelige en nu nog zoo zwaar belaste bosschen tegelde te maken. Automatisch gevolg: het besluitin de vergadering van den StedebouwkundigenRaad om bij de Regeering een wijziging in de be-lastingwetgeving o.m. met betrekking tot het bosch-bezit te bepleiten. Hiermee eindigt het eerstebedrijf.En nu begint terstond het interludium, waarmeen oplossing wordt gegeven van het raadsel, hoeal het werk, ter voorbereiding van vergaderingenvan den Raad en de Afdeeling, en ter uitvoeringvan wat daar werd besloten, wordt verricht. Gijzult niet verrast zijn dat dit intermezzo hoofd-Zakelijk speelt in de werkkamer van den Directeurvan het Instituut, tevens lid-secretaris van Afdee-ling en Raad. Daar vindt Gij den heer Hudig,gesteund door zijn secretaresse en zijn verderehulpkrachten, om financieele redenen helaas tothet uiterste beperkt, onvermoeid en met evenveelvuur als bekwaamheid bezig met de zaken van devolkshuisvesting en den stedebouw, die hij met eenzeldzame toewijding en groote kracht dient. Dankzij die eigenschappen en zijn volledige beheer-sching van de stof, is hij de spil van het geheel engaat er een groote stuwkracht van hem uit. In heteerste bedrijf hebt Gij hem telkens herkend in ver-gaderingen en bij onderzoekingen, door subcorn-missies, ter plaatse; zijn hand vindt Gij weer inadressen en rapporten. Hij is in waarheid de re-dacteur van het Tijdschrift, dat hij actueel en in-teressant weet te houden. Hij spant zich in om optentoonstellingen en congressen den Nederland-schen stedebouw goed voor den dag te doenkomen. Hij zorgt steeds voor nieuwe voor behan-deling in aanmerking komende stof, bereidt debehandeling daarvan voor, ja, organiseert die be-handeling. Hij spreekt en correspondeert met deverschillende organen, met wie Afdeeling en Raadin contact staan, zooals de Rijkscommissie voor demonumentenzorg, de Provinciale Schoonheids-commissies, Heemschut, Menno van Coehoorn,A.N.W.B., Wegencongres, Vereeniging van Neder-landsche gemeenten, Nationale Woningraad,Groep Groot-Amsterdam, Vereeniging tot be-houd van Natuurmonumenten. Wij nemen hemwaar als lid -- en dat wil steeds zeggen: ijverig,gewaardeerd en gezaghebbend lid -- in Commis-sies, waarin de Raad vertegenwoordigd is, zooalsb.v. de vaste Commissie voor uitbreidingsplannenin Noord-Holland; bij conferenties van onzent-wege met autoriteiten ontbreekt hij zelden of nooit.Hij arbeidt gestadig aan den uitbouw onzer or-ganisatie, hij laat niet af te ijveren voor de verbrei-ding van goede denkbeelden omtrent den stede-bouw, ook onder de jongeren. (Van de stedebouw-kundige nacursussen van wege de TechnischeHoogeschool te Delft in 1925 komt dan natuurlijkiets op het doek).Voor dat alles en zijn nimmer falende hartelijketegemoetkoming aan wie zijn hulp inroept, wildit interludium hem hulde brengen. En de regis-seur van dit oogenblik meent dat het den heerHudig, die persoonlijk de bescheidenheid zelve is,aangenaam moet zijn, zoo het tusschenspel nietwordt besloten met zijn portret, maar met de repro-ductie op het doek van de samenvatting van wathij als den waren stedebouw beschouwt: ,,het be-teekent" -- zoo drukte hij het in zijn studie overGroot-Amsterdam uit -- ,,meer dan het aanleggenvan bekoorlijke pleinen, het bouwen van schoone,,verkeerswanden" langs de straten en het aan-wijzen van plekken, waar belangrijke gebouwentot hun recht komen. Het beteekent boven al eenzich volledig rekenschap geven van de eischen vanhet veelvuldig leven van de stad in zijn talloozeuitingen, de zorg, dat deze alle tot gezonden enharmonischen wasdom kunnen komen zonder el-kaar te schaden, doch hun functie in den dienstvan het geheel vervullend. Eerst wanneer vast-staat welke beginselen moeten worden in acht ge-nomen om dat te bereiken, kan de scheppendegeest van den kunstenaar den vorm van de toe-komstige stad -- eerst in groote lijn, dan in onder-deelen -- voor zich doen oprijzen."In het Tweede bedrijf -- aldus ongeveer zoude conferencier het kunnen inleiden -- is de ho-rizont als het ware verwijd. Reikte de aandachtvan wie zich met een uitbreidingsplan bezig hieldentot voor korten tijd niet veel verder dan de grenzender gemeente, waarop het plan betrekking had, ensprak daarvan hetgeen U in het eerste bedrijf zoo-genaamd werd vertoond, in de laatste jaren hebbenzoowel de breedere kijk en het verdiept inzichtder deskundigen, als de omstandigheden (ik noemde omwentelingen op het gebied van het verkeer,het naar elkander toegroeien van de bebouwingen het steeds dichter worden van de bevolking)ARTIKELENertoe geleid dat men het probleem van den stede-bouw voor grootere complexen, zdis voor geheelestreken, tegelijk gaat aanvatten.Ter verbinding van het tweede met het eerstebedrijf komen op het doek plannen voor Groot-Amsterdam, omdat deze schoonste en meest groot-sche van Nederland's steden den stedebouwersvoor een taak stelt, ver uitgaande boven wat eennormale stadsuitbreiding met zich brengt; het iseen eerezaak van de Nederlandsche stedebouwersalien het hunne te doen om te bevorderen dat ereen Groot-Amsterdam kome, het Amsterdam vande Iye eeuw waardig!De plattegronden en foto's betreffende de uit-breiding van de hoofdstad vervagen en in de plaatsdaarvan verschijnt een suggestieve kaart, het rijks-wegenplan voor gansch Nederland, gevolgd dooreen blik in de vergaderkamer van den Stedebouw-kundigen Raad, waarin de ontwerper de begin-selen van het plan ontvouwde.Een tooverwoord kondigt de volgende tafereelenaan: gewestelijke plannen. Episodes uit het Inter-nationaal Stedebouwcongres te Amsterdam in dencorner van 1924, waar de kwestie op het tapijtkwam en o.a. door leden van den Stedebouwkun-digen Raad behandeld werd; een kijkje in de ver-gadering van 31 October 1925, waar het rapportder Commissie voor de wettelijke regeling van degewestelijke plannen werd besproken; een fotoder ministerieele commissie, welke een wettelijkeregeling nader voorbereidt; plannen -- of watook reeds iets is, plannen voor het maken van plan-nen! -- voor het Gooi, Zuid-Limburg, Twente,de omgeving van Arnhem en die van Winterswijk,Oost-Utrecht, de streek Rotterdam- Den Haagmetde beeltenis van verschillende gewestelijke besturen,die -- zaak van niet geringe beteekenis -- voorhet denkbeeld der gewestelijke plannen gewonnenzijn.En dan ten slotte de verbeelding van wat dever-vulling van den stoutsten wensch van den Neder-landschen stedebouwer zou beteekenen, dat is eengrootsch plan voor de Zuiderzee-provincie.Ik reproduceer op het doek een enkele zinsnedeuit het adres, in Mei 1926, door den Stedebouw-kundigen Raad te dier zake tot den Minister vanWaterstaat gericht: ,,Meer nog dan elders zal aaneen ,,gewestelijk plan" behoefte bestaan voor hetmaagdelijk gebied der toekomstige Zuiderzeepol-ders, waar geen historische ontwikkeling den wegwijst en ook overigens slechts schaarsche aanknoo-pingspunten aanwezig zijn, waar geheel nieuwebewoningskernen zullen moeten worden geschapen,wellicht ook voor handel en industrie...., waareen geheel nieuw wegennet moet worden ontwor-pen en voor ontspanningsgebied gezorgd, -- be-langen, harmonisch samen te voegen met die vanWaterstaat en Landbouw. Alleen een met zorgvoorbereid plan kan waarborgen, dat aan elk dierbelangen voUedig recht wedervare en de gemeen-229schap het best worde gediend Wordt alduste werk gegaan, dan zal ook het landschap van hetnieuwe gewest die schoonheid kunnen erlangen,welke den Hollandschen polder eigen is en zal hetnageslacht op het nieuw gewonnen gebied in alleopzichten trotsch kunnen zijn."Zoover, dat al was het slechts een zeer voorloopig,min of meer fantastisch plan van het geheel zoukunnen worden vertoond, is het nog lang niet. Maarer is toch reeds allerlei voorwerk verricht -- ookin den kring van den Raad, aan welks Onder-Voor-zitter bovendien een belangrijke adviseerende taakis toevertrouwd --, dat in dit deel van de filmkan worden opgenomen, zooals illustraties bij be-schouwingen over hetgeen de bestaande polders,als de Haarlemmermeer en de Beemster ons leeren;en dan natuurlijk het rijksplan voor den Wieringer-meerpolder, ook in den Stedebouwkundigen Raadtoegelicht. Wij zien tal van deskundigen -- iedervoor zijn gebied -- bouwstoffen aandragen vooreen goed, aan alle eischen beantwoordend plan;wij zien hen aan het studeeren en schetsen voorhun schrijftafel, waarop de Noord-Hollandsche,,Leidraad bij de samenstelling van uitbreidings-plannen" niet ontbreekt; wij zien hen onder-zoekingen doen op het terrein der Zuiderzee-werken.Tal van gezichten herkennen wij; vele ervan vindtde explicateur, nu hij aan het einde van het tweedebedrijf gekomen, om zich heen ziet, in deze zaalterug!En nu de moraal van deze film en de epiloog.De moraal is deze, dat de StedebouwkundigeAfdeeling en de Stedebouwkundige Raad, die hetmij een voorrecht is geweest eenige jaren te mogenvoorzitten, beide in de afgeloopen jaren veel nuttigwerk hebben verricht en dat hun ook in de toekomsteen belangrijke taak wacht, n.l. mede leiding tegeven aan de plannen voor de bebouwing van Ne-derland.De velen onder U, die zich in deze bizonderhebben onderscheiden, zouden ten voile verdienenin beeld te worden geeerd; het zou een lange por-trettengalerij worden. Gij zult het ongetwijfeldgoedkeuren, dat ik volsta met U voor den geestte roepen de beeltenis van de drie leden van denStedebouwkundigen Raad, die ons alreeds zijnontvallen: De Bazel, De Roode en Seydenzaal.Zij zuUen niet vergeten worden en de herinneringaan hen zal de falanx van levenden opwekkenkrachtig voort te arbeiden op het gebied, waaropzij zoo zeer hun sporen hadden verdiend, --Zulks in het belang van een goeden en schoonenstedebouw in Nederland, wat -- het zij niet inde laatste plaats gezegd tot de publiekrechterlijkelichamen, van wier gezindheid in deze zooveelafhangt -- een belang is van de eerste orde!Einde van de film.23? ARTIKELENONDERSCHRIFTDe voortreffelijke film -- in den regisseur is eenNederlandsche Poedofkin verloren gegaan -- ver-toont slechts eene -- onverklaarbare -- leemte.Een der hoofdfiguren, Dr. J. P. Fockema Andreae,Voorzitter van Stedebouwkundigen Raad en Af-deeling, die reeds voordat beide in het leven warengeroepen, zijn sporen op het gebied van den stede-bouw had verdiend, verschijnt er niet op het doek.Wij zijn ervan overtuigd dat we aan den wenschvan on2;e leden en onze lezers tegemoet komen,wanneer we dit verzuim inhalen en hun de afbeel-ding van deze belangrijke figuur, onzen wak-keren afgetreden voor2;itter, hierbij aanbieden. Waar-aan we een woord van oprechte erkentelijkheid engroote dankbaarheid wenschen toe te voegen voor wathij deed in het belang van Stedebouwen Instituut.DE PREMIEBOUWIIIn de Maart-aflevering van 1928 van dit tijd-schrijft vindt men een overzicht van het aantalwoningen, waarvoor bouwpremies werden ver-leend, benevens de bedragen dier premies. In dethans opgenomen staten is gepoogd een overzichtvan de toegekende hypotheken te geven.In de regeling, op den premiebouw betrekkinghebbende, wordt omtrent deze hypotheken o.m.vermeld dat de gemeente met het Rijksvoorschothypotheekhoudster wordt. De hypotheekvoor-schotten werden door het Rijk verleend voor dentijd van 15 jaren en tot ten hoogste 90 % van hetverschil tusschen de door drie deskundigen, aante wijzen resp. door het Rijk, gemeenten en debelanghebbenden, te schatten stichtingskosten derwoningen en de verleende premie en zulks tegeneen rente van 6 % 's jaars.De bedragen konden worden verhoogd, indienABTIKELEN 231men op eigen grond bouwde, met de geschattewaarde van dien grond, terwijl aan hen, die daartoehet verzoek deden, gedurende den bouw voor-schotten op de premie en hypotheekverleeningenkonden worden verstrekt (bouwkrediet) tot eenmaximum van 90 % der geraamde stichtings-kosten. Mede was bepaald dat tijdens den duurder leeningen, zonder goedkeuring van den Minis-ter van Arbeid, geen hoogere huren bedongenmochten worden dan 15 % boven de huur bij deaanvragen om premie vastgesteld.Burgemeester en Wethouders van de betreffendegemeente moesten zich borg stellen voor de richtigebetaling van rente en aflossing van de hypothecairekredieten. Deze aflossing bedraagt ten minste i ",,voor de eerste 5 jaren, i % voor de volgende10 jaren, terwijl het restant met het einde van heti5de jaar in eens moet worden afgelost.Volgens de opgaven in de Nederlandsche Staats-courant werden hypotheken, ingevolge deze premie-bouwregeling, verleend in de jaren 1921 en 1922.(In 1923 alleen bouwpremies.) ^)De van Rijkswege verleende steun, op den hierbedoelden bouw betrekking hebbende, bedroeg:voor 59.151 woningen, of 76.23% van lie? 1-489 n ,, 1.92% ,, ,,,, 11.319 ,, ,, 14.59% ,. ,,5.633 7.26%totaal 77.592 of 100 %piemie en livoolWen iii)uwkreil!eltiirpoilieek enbouwkrediet, veilmogd met dewaaide van den orondBij de woningen, waarvoor alleen premie werdtoegekend, is een drietal, waarvoor bovendienbouwkrediet werd verleend. Dit ter onderscheidingvan de bij wijze van voorschot op de verleendepremie en hypotheek verkregen bouwkredieten.Ingetrokken werden de reeds verleende hypo-theken tot een bedrag van / 458.835.-, betrekkinghebbende op loi woningen.Een drietal staten, geheel op dezelfde wijzeingericht als die op de bouwpremies betrekkinghebbende, geven een overzicht van de verleendehypotheken. De eerste van dit drietal geeft eenoverzicht, verdeeld naar de jaren der verleening,onderscheiden naar de provincies, en gerangschiktnaar de categorie van bouwers, benevens een totaalvan beide jaren. Bij de rubriek woningen vindtmen twee kolommen, de eerste geeft aan het totaalaantal woningen, waarvoor behalve premie hypo-theken werden verleend, terwijl de tweede aangeefthet aantal woningen, waarvoor bovendien bouw-krediet werd toegekend. Het verschil tusschenbeide geeft aan het aantal woningen, waarvoor^) Door bemiddeling van het Instituut kregen wij eenopgaaf van de hypotheekbeschikkingen, vermeld op denniet gepubliceerden staat XXIa, waardoor dit overzichtzeer aan volledigheid heeft gewonnen. Aan het betreffendeDepartement en het Instituut onzen dank voor de bereid-willigheid, waarmede aan ons verzoek werd voldaan.behalve premie, alleen en uitsluitend hypotheekwerd verleend.Het totale bedrag als bouwkrediet verleend,bedraagt / 69.298.579.-, waarin is begrepen eenbedrag van / 5.858.457.-, hetwelk is verstrekt alsverhooging van het bouwkrediet wegens de ge-schatte waarde van den grond. Het bedrag van ditlaatste varieert van / 589.- tot / 1.237- P^i' woning.Het aantal woningen, waarvoor verhoogd bouw-krediet wegens de geschatte waarde van den grondwerd verleend, bedroeg, onderscheiden naar dejaren der verleening, als hieronder aangegeven.jaar aantalwoningenbedrag derbvpotbeekbedrag van bet bouwliredlet verboogdmet de gescliatte waarde van den gronii192119223-5382.09517.633.364.-15-572.370.-i20.122.178.-6.475.537.-totaal 5.633 23.205.734.-! 26.597.715.-Alleen voor dit aantal woningen is het bedragvan het toegekende bouwkrediet, door het ver-hypotheken van den grond, hooger dan dat derverleende hypotheek.Een zeer groot deel van dit verhoogde bouw-krediet hebben particuliere bouwers in de provincieZuid-HoUand genoten. In totaal werd aan dezecategorie van bouwers in genoemde provincieverleend:/ 10.810.515.- als hypotheek/ 12.694.677.- als bouwkredietvoor den bouw van 2670 woningen, d.i. dus dekleinste helft van het geheele aantal woningen,waarvoor verhoogd bouwkrediet werd toegekend.Een overzicht van het totaal aantal woningen,waarvan de grond is verhypothekeerd, benevens debedragen, die voor dezen grond als bouwkredietof hypotheek werden toegekend, vindt men,onderscheiden naar de categorie van bouwers,hieronder.Categorie van bouwerAantal woningenBedrag derbvpotbeek Ofbouwkrediet iegens dewaarde van den grond'^^"1""' IS '"^"'""' i bettotaalzelfbou- (I woningwenden \ 2 woningenparticulierenvereenigingengemeentenwerkgevers, enz.3452164.312673?17706.133.8376.5511.950.301.24315.517206.2844.567.321707.07521.00041.2601 5-393.5277.9612.070.360.70totaal 5.633 100 5.858.457 100Cpmerkenswaardig is voorts dat men bij decategorie ,,gemeenten" zoo goed als geen hypotheekingevolge deze regeling vindt genoteerd. Het isalleen bij Noord-Brabant, voor 17 woningen, datvoor gemeentebouw hypotheek werd verleend.De verhouding van het totaal aantal woningenaantal woningen4.893.2875.4815.250.091.01100bedr ag der hypotheek5.0376.7013-550.121.03100232(18.441), waarvoor hypotheek werd verleend, totde bedragen dier hypotheken (/ 78.141.611.48) bijde verschillende categorieen van bouwers, berekendnaar het toaal-generaal, is als volgt.percentage van het totaalcategoric v. bouwerzelfbou- ( I won.wenden / 2 won.particulierenvereenigingengemeentenwerkgevers, enz.totaalBehalve bij vereenigingen is het cijfer van hetpercentage der hypotheek hooger dan dat derwoningen. Verhoudingsgewijs hebben dus ver-eenigingen per woning minder hypotheek genotendan alle overige categorieen. Bij de percentages vande genoten bouwpremies, ten opzichte van hetaantal daarmede te bouwen woningen, valt eendergelijk verschijnsel op te merken. Hier echterniet beperkt tot vereenigingen, daar 00k gemeentenen werkgevers vermindering van het premiebedragten opzichte van het woning-aantal aanwijzen.Staat II geeft de verleende hypotheken, evenalsstaat I, per jaar naar de provincies gerangschikt,de onderscheiding echter naar gemeentegroepen,zooals op den staat aangegeven. Voor 18.441woningen, of 23.77 % van het totaal aantal, waaropdeze premieregeling betrekking heeft, werd hj^o-theek verleend. Naar gemeentegroepen zijn deze18.441 woningen en bedragen der verleende hypo-theek als volgt te verdeelen (in procenten van detotalen).percentage van het totaalbedrag der hypotheekgemeentegroepI2345totaalRangschiktaantal woningen47.178.0513.7720.8210.1910049.519.0412.2121.228.02100men de bedragen, waarmede dehypotheek of bouwkrediet wegens de waarde vanden grond werd verhoogd en het aantal daaropbetrekking hebbende woningen, naar de verschil-gemeentegroepenAanlal woningenBedrag derhypollieekolbouwk ediel jegens dewa-ifde van den grondabsoluut in%vankltolaal absoliiul ln%yanliellolaatI23452.3046168621.26358840.9010.9415.3022.4210.442.851.192507.568710.6581.184.845604.19448.678.6612.1320.2310.31totaal 5.633 100 5.858.457 100ARTIKELENlende gemeentegroepen, evenals hierboven tenaanzien van staat I is geschied, naar de categoricvan bouwer, dan verkrijgt men het voorgaand over-zicht.Vergelijking van de percentages in beide boven-staande staatjes doet zien dat in de grootste ge-meenten het verhypotheken van den grond naarverhouding het minst voorkwam.Voorts dat in verhouding tot het aantal woningenhet percentage van het bedrag der hypotheken bijde grootste gemeenten hooger is dan bij de overigegroepen. Gevolg van het duurder zijn van dengrond aldaar.Ontleedt men beide percentages van gemeente-groep I naar de bijbehoorende provincies, danverkrijgt men de respectievelijke aantallen en per-centages voor de in deze groep behoorendenavolgende gemeenten.aantal woningen bedrag der hypotheekgemeente absoluutin % v.h.totaal absoluutin % v.h.totaal*s GravenhageAmsterdamUtrecht1.73841814830.85 2.241.722397.580211.89038.266.793.62totaal 2.304 40.90 2.851.192 48.67Gering is het aantal woningen, gebouwd op eigengrond in Amsterdam, waarvoor ingevolge dezeregeling hypotheek werd verleend.Het aantal woningen, waarvoor bouwkredietwerd toegekend, bedraagt 91.92 % van het totaalaantal, waarvoor hypotheek werd verleend. Pergemeentegroep bedraagt dit percentage, beginnendebij de grootste gemeenten: 42.87 %, 7.78 %,12.75 % 18.96 % en 9.56 %.Staat III geeft een overzichtvan de bedragen derhypotheek per woning gerangschikt en onder-scheiden als op de staten I en II is aangegeven. Debedragen dezer hypotheek per woning loopen nogaluiteen; het hoogste bedrag vindt men bij vereeni-gingen in Noord-HoUand in 1921, het laagste bijde kleinste gemeenten in Noord-Brabant in 1922.Berekent men de bedragen per woning van hettotaal-generaal, zooals op dezen staat is geschied,dan vindt men bij vereenigingen per woning hetminste bedrag aan hypotheek genoteerd. Zelfs ishet bedrag hier aanmerkelijk minder dan bij alleoverige categorieen. Beziet men de voorwaarden,waaronder deze hypotheek werd verleend (zieboven), die voor alle gelijk waren en tot ten hoogste90 % van de geschatte stichtingskosten werdenverleend, dan blijkt hieruit wel dat de vereeni-gingen goedkooper hebben gebouwd dan parti-culieren, zelfbouwenden inbegrepen.De vraag komt naar voren of de gemeenten methet aanvaarden van de verplichtingen inzake dezehypotheekregeling wellicht een groot risico op zichABTIKELEN233c/2WwHuiz;l-H>o..ft>wwiz;u^Oiz;o!z:wP!z;oiz;[4?>oi*r~-0100y3oooooooprvojt^vdooooinOvo*rnrrrrinnmoooOOOmt^mvomr--ooqvoininoi*cj06*t--dMvdvdvoMnMMoinmvovo^oom^Jj-VDdiinmPJ*oo^-fot01m-d-'^otPIMoj-vtoomTj-pjPIm'S-tfoj2261In?ac=l.Sboojii.^o-sKuSoScou30zP'u>ooqoc/3qoooqginwm-"a-ooc3>owooHr^oiint^*oocr-*Tj-OoII0000001oinvoo*^qqt^>q^inwMwinot000Oin01int~^o>HMcjoor^mMo?olOOAieeMPJ3M{SipsipnoqSU3A3I'mm30UGAUjU3G3103(|PU33|J3APJSW){a3l||0llAl|iOOAieUQUimIdaHO0.!"aPU33|13Api3M|3ip3ipnOI]jooAiecM'mmam\i\PU33|13APJ3M){33ljlO|]Al|JOOAIECMO)ONmo.oI?-12VOOO00PIo00mmPI0000oVO00MPIPIOOt-~mPIONVDVO5j-4o>o0000PIm00PIminomOOOO,moin*0t^inm.mf-00VOO^ooM010000IPIr~-PI^r^ino>HMOO00PImvo**?H^00mHPIr^inmMTj-ininoVOr~M"too00MPIt-^inIIi.I00000PIVO00inin88oovoptm'*0winwmONPIC.5Wpivommoom01MdvM*vdOvinmPIo>M^voMmwa\PJVO1HMmOOv*PloPIVOVOPImHmot^1pjHminrjmvoVOPIMqVD*q01PII.%*vqpiPI00mm00m01IwommiHVO**Wuz,Iie6iPI0000PIvdVOMPI01minmooMmIIII?000000qioqoqoqmooinfiintHVOwinm[^f-m'*inm01q00mo00vqin00O00O*MVOOO00om?*MPIVOOOooVOoVO004VOVOVO*m00mPI*in??PIVDOinmin00vqvdMina00mVOoov00VO1uaIf2ARTIKELEN235STAAT IIIBEDRAG DER HYPOTHEEK PER WONING, IN GULDENS, NAAR iGELANGDEZE VERLEEND WASAAN AAN GEMEENTEN MET EEN BEVOLKING VAN jIN DE 1 ?" 1 zelfbouwenden s I 1 1 = iwerkoevers. 1 'moor ffati \ (;n nfini innnni cnnnminder dan5000inwoners
Reacties