Q--TIJDSCHRIFTVOOR[yOLKSHUISVESTlNG3EN STEDEBOUWORGAAN VAN HET NEDERLANDSCHINSTITUUT VOOR VOLKSHUIS:VESTING EN STEDEBOUW EN VANDEN NATIONALEN WONINGRAADALGEMEENEN BONO VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN1928 N? 5 9' JAARGANG MEIGELUIDDEMPEND SPIJKERVASTGIPSNWANDBRANDVRIJEen Dipecteup van Gemeente-wepken; ,,.,,.,.de opgedane er-vaping is wel van dien aapd,S T E R Kdat ik ze meep in de gemeente-bestekken van scheidingswandenzai voopschpijven .......,..,.,,"N. V. DE METEOOR TELEFOON 205 D E S T E E GVAN MUNSTER'S UITGEVERS MAATSCHAPPU -- HAARLEMMERWEG B 378 -- AMSTERDAM (W4HUINCK'SBOOWMIiT[lilliLENHiD[[ - UTRECHT6LAS VOOR VERLICHTIN6 van donkere vertrddccnDETECTIVE glas ? VLOER- EN WANDTEGELSH0UT6RANIET voor|vloeren en ui^esleten traptredanASBE8TCEMENT|PLATEN vlak en g^oild --TRAPWELBANDEN voor bescherming van trapferedaiD E U R 8 L U I T E R 8 siuiten dcuren seruisehloosHUINGKCOLIT om vioeren, keiders, muren waterdicbti^^^HHBH en kurlcAvog te makanVRAAGT KOSTELOOS INLICHTINGENUTRECHT Telegram adres HUINCKTELEF. 11042 SPRINGWEG TELEF. 11042INCASSO-BANKVolgestort Kapitaal f 25.000.000.--.Reserve f 6.811.700.--.AMSTERDAMHeerengr. 531-537,51?-52S Middenweg 4-8hoek Vijzelstraat Nieuwmarkt 27Bilderdijkstraat 50 Overtoom 89Ceintuurbaan 91 Weesperplein 2Damrak 83 Weesperzijde 33 BHaarlemmerplein 2 Willemsparkweg 80Linnaeusstraat 37 van Woustraat 217Rotterdam 's-GravenhageLeuvehaven 103 Lange Houtstraat 19Goudschesingel 229 Statenlaan 46Heemraadssingel 169 Laan v. Meerderv. 226Groene Hilledijk 70ALMELO """" LEEUWARDENARIMHEM MAASTRICHTDELFT NAALDWIJKDORDRECHT NIJKERKENSCHEDE SCHIEDAMEINDHOVEN TILBURGGRONINGEN UTRECHT'S-HERTOGENBOSCH VOORBURGHILVERSUM WORMERVEERZAANDAMALLE BANKZAKENP. J. VAN SCHAIK W-,ZINI(WEIillERtic,SP[CIMlBIIIIIIDlEIDIIGEII,SIIKIIlEIIISrilLlllII[lNASSAUKADE 312 - TEL. 23485 - A'DAMWettig Gedeponeerd Handels-MerkISOLA-BOUWHET BESTE EN GOEDKOOPSTE SYSTEEM VOORHET BOUWEN VAN COMPLEXEN VOLK8- ENMIDDENSTANDSWONINGEN. - SELF SUPPORTINGN. V. INTERN. GEWAPENDBETONBOUW BREDAUITGEVOERD O.A. PLM. 370 WONINGEN VOOR DEGEMEENTE 'sHERTOGENBOSCH - NOG IN UITVOERINQO.A. 400 WONINGEN VOOR DE GEMEENTE ROTTERDAMmmKONING & BIENFAIT - Da Costakade 104AMSTERDAMOnderzoek van aile materialen voor den VOLKSWONINGBOUWMAANDBLAD 9^ JAARQANO N? 5 MEI ig28TIJDSCHRIFT VOOR VOLKSHUISVESTINOmill III! nil nil PXI CXPP^PR r^ I I \Y/ """"" '""" ' ' '"I I I ClN olCLyCD w U W I Ill iHiiii I I IORGAAN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUT VOOR VOLKSHUIS-VESTINO EN STEDEBOUW EN DEN NATIONALEN WONINGRAADALOEMEENEN BOND VAN WONINQBOUWVEREENIQINOENREDACTIE VOOR HET INSTITUUTH. P. J. BLOEMERS, J. DOUWES JR.,MR. D. HUDIG, IR. P. BARKER SCHUT,IR. J. M. A. ZOETMULDERVASTE MEDEWERKERS : J. W. BOSSENBROEK,G. A. M. DE BRUYN, IR. A. KEPPLER, MR.J. KRUSEMAN, IR. A. M. KUYSTEN, JHR.A. H. OP TEN NOORT, JAN STUYT,M. VRIJENHOEK, L. VAN DEH WAL, D.E. WENTINKREDACTIE VOOR DEN WONINGRAADMR. DR. G. VAN DEN BERGH, J. BOMMEH,G. F. LiNDEIJERADRES DERREDACTIEEN ADMINISTRATIE ENSECRETARIAAT VAN HETINSTITUUT EN VAN DENNATIONALEN WONINGRAADKLOVENIERSBURGWAL 70 - AMSTERDAMADVERTENTIESV. MUNSTER'SUITGEVERSHAATSCHAPPIJHAARLEMMERWEG B 378 - A'DAM (W.)ABONNEMENTSPRIJS f 8.-DE LEDEN VAN HET NEDERLANDSCH INSTITUUTVOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW(LIDMAATSCHAP VOOR PHYSIEKE LEDEN f 7.50)EN DE LEDEN VAN DEN NATIONALENWONINGRAAD ONTVANGEN HET BLADKOSTELOOSLOSSE NUMMERS f I.-INHOUD: NED. INSTITUUT VOOR VOLKSHUISVESTING EN STEDEBOUW:Officieele Mededeelingen - De bouw van het eengezinshuis door Ir. J. Duiker en Ir. J, G. Wiebenga -Binnenland - Buitenland - Overzicht van Tijdschriften.NATIONALE WONINGRAAD, ALGEMEENE BOND VAN WONINGBOUWVEREENIGINGEN:De huurpolitiek der Regeering door J. B. - Vragenrubriek - Van de Afdeelingen - Ingezonden.OFFICIEELE MEDEDEELINGENOp 14 April werd te Amsterdam het congresinzake de bebouwing langs de groote verkeers-wegen gehouden, dat belegd was in samenwerkingmet den A. N. W. B. en met de vereeniging ,,HetNederlandsche Wegencongres"; het verslag zalbinnenkort het Hcht zien. Voor een kort relaas vanhet verhandelde vervi^ijzen wij naar de rubriek,,Binnenland" in dit numm r.De in het Maart-nummer aangekondigde verga-dering der Provinciale Schoonheidscommissiesvond op 28 April te Utrecht plaats. Het rapportover de welstandsbepaling en over de plaatselijkeverordeningen tot wering van ontsierende reclamewerd aan de orde gesteld en gaf aanleiding tot eenlevendige gedachtenwisseling. In de middagverga-dering hield de Heer Dr. J. Kalf een zeer belang-rijke lezing over de monumentenverordeningen.De vergadering betuigde haar instemming met hetdoor den Heer Kalf gesprokene. Besloten werd hetonderwerp nader onder de oogen te doen zien.De jaarvergadering wordt op i Juni a.s. gehoudenin ,,Parkzicht" te Amsterdam. Voor nadere bizon-derheden verwijzen wij naar de agenda, die aan deleden werd rondgezonden. Wij vestigen er nog-maals de aandacht op dat de behandeling der prae-adviezen dit jaar in een afzonderlijke, in Octoberte houden, vergadering zal geschieden.Het rapport over de welstandsbepaling en overde plaatselijke verordeningen tot wering van ont-sierende reclame is uitgebracht en werd gepubli-ceerd in het April-nummer van ,,Gemeentebe-stuur." Zooals men zich zal herinneren bestond debetrokken commissie uit de heeren: Ir. R. le Poole,voorzitter, Jhr. Mr. Th. M. van Asch van Wijck,Ir. A. M. Kuysten, Dr. G. G. Pekelharing en Drs.G. Th. J. Delfgaauw, secretaris.DE BOUW VAN HET EENGEZINSHUISAls de meest gangbare bouwwijzen op onzeAmsterdamsche woningmarkt zijn te beschouwende laagbouw en de vier-woonlagen-bouw, waarvande huurprijzen al naar den stand der grondprijzenbeurtelings aan de winnende hand zijn,Het is daarom van belang na te gaan in hoeverrehet eengezinshuis in den laagbouw (mits buitenbereik van grondspeculatie toegepast) in idealenzin als goedkoop woon-object is te beschouwen.Daarom is hier als maatstaf van beoordeeling vandat ,,ideale", de romantiek uitgeschakeld ,aangeziendeze romantiek, zoo zij den bouwprijs beinvloedt,dit steeds in nadeeligen zin doet.90 ARTIKELENWat wij hier op het oog hebben, is een maatstafvan practische bewoonbaarheid.Het resultaat van een serieus pogen in dezen^in zal slechts kunnen worden verkregen, zooalsin iedere techniek, maar meer speciaal in deautomobiel-industrie, zich ook voor de grootemassa duidelijk afteekent: of door de massa-productie van het complete eenheidsartikel,6fdoorde productie van een aantal gelijke onderdeelen,samen te voegen tot types van verschillende klasse.Beschouwen wij allereerst de planindeeling._ De bezuiniging op gevelbreedte zal een belang-fijke rol spelen: behalve dat iedere meter gevel-winst beteekent besparing van een Meter straat,trottoir, erfscheiding, beplanting, rioleering, ver-lichting, grondleiding, enz., geeft dit bovendienvermindering van de totale oppervlakte der tuin-stadwijk zonder de bewoning te schaden. Dit is zeergewenscht, omdat juist de groote uitgebreidheideen der be^waren is van de tuinstad.Want iedere Meter gevelwinst beteekent nietminder dan 25 M^ terreinbesparing, dus te schattenals een besparing van 10 tot 20 % op de boven-genoemde factoren.Op deze versmalling is de planindeeling geba-*seerd, waarbij de W.C. op de verdieping is ont-worpen in douchekamer en waschgelegenheid metgecombineerden afvoer.Hieruit ontstaan de volgende voordeelen:'I. Mogelijkheid de slaapkamers kleiner te maken,daar nachtkastjes en waschtafels vervallen.2. Directe ventilatie van de sanitaire ruimten naarhet dak, met bovenlicht.3. Bij ziekte gemakkelijk gebruik van de W.C.4. Slechts een ruimte, die sanitair behoeft te wordenafgewerkt,5. Voorkomen van on^indelijk gebruik van de?? douche uit gemakzucht, aangezien daarvoorthans geen reden meer is door de nabijheid vanhet closet.6. Het aanwezig zijn van een handwaschbak in deW.C.-ruimte werkt de zindelijkheid en dehygiene in de hand.Bovendien is een voordeeliger verdeeling vanbeneden- en bovenruimte verkregen, aangezien deW.C. beneden meestal veel nuttige toegangsruimtevraagt.CONSTRUCTIE-SYSTEEMWanneer men de hedendaagsche techniek be-schouwt in haar schoonste produkten, dan blijktdat deze schoonheid, die ons voorkomt te zijn vaneen elegante of stoere kracht, al naar het doel, steedssamen gaat met een groote constructieve economie,die het gevolg is van de juiste balanceering derkrachten in de constructie en de preciese, drogemontage der vooraf gereed gemaakte onderdeelen jterwijl het rhythme dezer schoonheid voortvloeituit de weloverwogen schikking van de genorma-liseerde onderdeelen.Hoe staat het in de bouwtechniek met dezebeginselen?De normale bouw geschiedt hier te lande veelalmet baksteenmuren en houten balklagen.Ook hier tot op zekere hoogte een normalisatievan gereed gemaakte onderdeelen, hoewel niet inden zin als bovenbedoeld.Het stucadoorswerk en het beton storten zijnhiermede in strijd.Een andere vraag is echter: is deze constructieeconomisch ?Financieel misschien nog wel, omdat bouwers enbouwverordeningen geheel op de gebruikelijkeconstructiewijzen zijn ingesteld.Uit een ingenieurs-oogpunt is deze constructie-wijze zeer zeker niet economisch.Zuivere overbrenging der vloerlasten en eigengewichten op volbelaste steunpunten en vandaarweder op volbelaste paalkoppen, de wanden alsvakvullingen, alzoo een fijn verschil makendetusschen krachtmateriaal en isoleermateriaal, is eenconstructief beginsel, dat althans zuiver is.Met baksteen muren is dit zeker niet het geval.Deze toch brengen de gewichten van de balklagenmet groot dood gewicht op oneconomische wijzeover op paalkoppen, die tot voor kort (voor hetgebruik van gewapend betonbalken) nooit vergenoeg uit elkaar konden worden geplaatst om teworden berekend op volbelasting. In totaal wordtvoorts bij kleine woningen door genoemde bouw-wijze 20 % van het beschikbare vloeroppervlakverspild aan muurconstructies.Bovendien heeft de geschetste bouwwijze hetbezwaar noch brandvrij, noch ongediertevrij te zijn.Blijft over de vraag: kan thans reeds een woningworden gebouwd uit vooraf gereed gemaaktegenormaliseerde onderdeelen, die aan de hierbovengestelde eischen voldoet, terwijl tevens de kostenworden gedrukt?Wanneer men niet reeds bij eerste uitvoeringoverdreven groot financieel voordeel verwacht uitde toepassing van een dergelijk constructiesysteem,(omdat dit immers eerst door massatoepassing kanworden bereikt), en men zich voorloopig er medetevreden stelt dat men voor denzelfden prijswoningen kan maken, welke aan de verordeningvoldoen, dan luidt het antwoord op de hierbovengestelde vraag: ja.De genormaliseerde onderdeelen: ,,leden", stellenwij ons voor te bestaan uit gewapend beton T-liggersmet kolom, welke alle in onderstboven gekeerdenstand vooraf worden gereed gemaakt.In het hier beschouwde plan zijn voor de T-vor-mige leden afmetingen gekozen met beperkt ge-wicht: vloervakken van 5.20 M. bij 1.30 M.breedte.ARTIKELEN 91-760Het in omgekeerden stand gereed maken van de,,Ieden" maakt dat bekisting, schoren, battingene.d. komen te vervallen.Ook de wapening is te voren machinaal gereedgemaakt en aan te brengen op de toekomstigevloerbedekking, in casu geperste kurk.Hierdoor ontstaat vlak werk, het plakken derkurk komt te vervallen, evenals het afpleisterenvande vloeroppervlakte!De bovenkant der aldus gestorte vloer (duslater het plafond) en de kolom kunnen wordenafgespaand en bijv. met Atlas White portland-cement worden gepoeierd ter verkrijging van eenhelder witte kleur, ook kunnen zij met schelpkalkworden gewit.Na verharding kunnen de leden worden opge-steld en gekoppeld.Dat de kolom zich midden onder het vloerveldbevindt is economisch; de balk wordt laag en menspaart aan kolommen.De vaste stand van deze ,,leden" is verzekerddoor drie vaste punten, de uitwendige krachten zijnzuiver te bepalen en de koppelingen kunnen dusworden berekend. De montage geschiedt ,,droog".Ook hier is het minimum materiaal mogelijk,daar van te voren gereed gemaakte deelen zuiverderbewerkt, dus ook op hun berekende dikte wordengemaakt, in tegenstelling tot het ruwere stellen,vlechten en storten op het werk.Waar de techniek reeds zooveel isoleerendelichte materialen levert, kan men de wanden meerisoleerend maken dan van baksteen of drijfsteenen zeer licht van gewicht,Voor den buitenwand kan een dun waterdichtgedeelte aan de buitenzijde worden gecombineerdmet aan de binnenzijde voor isolatie en tegencondensatiewater geschikt materiaal, bijv. vanhetzelfde materiaal, als waaruit de binnenwandenzijn samengesteld. Deze beide deelen, tegen elkaargeplaatst, vormen een dunne wand, waarbij elkeruimteverspilling ten koste der woonoppervlakte isvermeden.Voor alle woningen kan men gelijke kast-elementen toepassen, welke bestaan uit boven-vlak en zijstukken van woutermannen voorzien,waarin een paar deurtjes zijn afgehangen. Dezeelementen kunnen tusschen de pijlers worden ge-plaatst zoodat ook hierbij elk ruimteverlies doordeze kolommen vermeden wordt.De leidingen en hulpstukken (genormaliseerd)kunnen te voren worden gereed gemaakt en doorhet zuiver op maat zijn der betonstukken, wordengemonteerd in de te voren gespaarde openingen.Zoo verkrijgt men een werkwijze, welke geenarbeidsverspilling geeft aan sloopen, bederven envuilmaken van het werk van den eenen werkmandoor den volgenden.DE KOSTENWij moeten voor een juiste beoordeeling eenvergelijking treffen met de automobielfabricage;men stelle zich voor dat fabrieken werden opge-richt om in serie-fabricage auto's te maken tot eenmaximum-aantal van bijv, 100 auto's en men zoudan de fabrieken sluiten.Deze auto's zouden ontzaglijk duur worden.Van de woningen, die naar bovengenoemdebeginselen werden ontworpen en die bij massa-productie tegen zeer lagen prijs zouden kunnenworden gemaakt, blijken de stichtingskosten voorde eerste 10 of 100 stuks in serie vervaardigd, voorAmsterdam slechts 3000 tot 3500 gulden te be-dragen, al naar de wijze van bewerking,Deze prijs is reeds zeer laag, als stap op dennieuwen weg, want bezuiniging aan materiaal enbekistingskosten, seriefabricage van gelijke bewape-nings-onderdeelen, eventueele mechanische wals-methode der ,,leden", op het werk eliminatie vannuttelooze arbeidshandelingen: dit alles werd en92 AKTIKELENkon ook niet in den prijs van de eerste tien ofhonderd woningen worden verdisconteerd,Als be^waar tegen het ,,betondorp" in deWatergraafsmeer kan in het algemeen gelden, datmeestal geen zuivere betontechniek is toegepast,aangezien bijna steeds voor de baksteen naar eenvervangend betonmateriaal werd gezocht (meesten-tijds minderwaardig aan baksteen), terwijl voor hetoverige gewone houten constructies voor vloeren,trappen enz. werden toegepast,De woongemakken bij laagbouw en hoogbouwdienen te worden vergeleken.a. Centrale verwarming en warmwatervoorzieningVoor de centrale verwarming kan in geen gevalstoom worden gekozen. Van de zijde der verwar-mingstechnici worden steeds bezwaren van min ofmeer luxueuzen aard tegen stoomverwarming ge-noemd. Bij dezen minimumbouw gaat het er echterom: wat is voor menschen met bescheiden beurste betalen, in absoluten zin, en dan zal stoomver-warming goedkooper zijn dan warmwaterver-warming.Wanneer het er echter om gaat te kiezen tusschenhuiskamerkachel- of stoomverwarming, dan zal dekeuze zeker niet moeilijk zijn.Bij grooter afstanden komt bij de stoomver-warming de condensatieleiding zoo diep, datmeerdere onderbrekingen door pompen zoudenmoeten worden gemaakt, tenzij men het conden-satiewater in den grond zou laten weg loopen, het-geen een zeer oneconomisch bedrijf is.Men is dus bij den laagbouw op de op zichzelfreeds duurdere warmwaterverwarming aangewezen,die ook steeds pompenverwarming zal moeten zijn.Maar behalve dit komt men toch met de verwarmingduur uit, door de groote lengten geisoleerde grond-leiding, welke van huis tot huis loopt, zoodat decentrale verwarming in aanlegkosten, zonder ketel-huisbouw, reeds op / 275 komt. Maar inderdaadzeer duur komt de warmwatervoorziening inaanleg, daar deze, ook al door de geisoleerde grond-leiding, op ca. / 125 in aanleg per woning kan wor-den geschat. In totaal dus voor verwarming enheetwatervoorziening in aanleg / 400 per woning.Waar het ketelhuis speciaal toezicht eischt, kanhet jaarlijksche bedrag, dat voor verwarming doorARTIKELEN 93:' ?BLTonvoriiriQmIlLDOCInolOg'-f~"~-=~X,"^"^'fc3if. y^tfw^Wm^,"-;! ,i':,: ,-^" . miederen bewoner moet worden uitgegeven, wordengeschat op ca. / 8o.-. ^)Wanneer een zeer groot aantal woningen zouworden aangesloten, verminderen de^e kosten metca. ID tot 15 %. (Tot goed begrip diene dat diteveneens geldt voor de door ons in het Januari-nummer gepubliceerde cijfers voor de verwarmingvan de goedkoope stadswoningen).Naarmate het gebruik der verwarming duurderwordt, hebben eventueele onbillijkheden in dewarmteverdeeling meer invloed op dengene, dieer voor betaalt en als vast bedrag betalen moet.Vandaar dan 00k dat nog een zeer belangrijke factorin het spel komt en dat is de meting van de warmte-afneming. Bij den hoogbouw zal men de metersachterwege kunnen laten, bij den laagbouw niet.Indien de buren niet stoken, verliest men aan dezeveel warmte. Vandaar dat dan ook isolatie derscheidingsmuren noodig wordt, wil men niet ooknog de warmte der buren betalen. Het is dus van') AUe opgaven zijn verstrekt door de ,,Bepeka",Maatschappij voor Centrale Verwarming, Arristerdarn.het grootste belang, 200 de kosten van het warmte-gebruik 200 laag mogelijk kunnen worden gehouden.b. Wasscheri] -- Groente spoel- en schilmachines enz.De wasscherij is zonder eenig bezwaar in dewarmtecentrale onder te brengen, echter, eentransport van waschmanden is niet zoo eenvoudig,het loopen been en weer over een afstand vaneenige honderden meters met een zware mandwaschgoed is voor een geregeld gebruik niet zeeranimeerend.Hier is een vergelijking met den hoogbouw,waar de waschzak door eigen zwaarte in het sous-terrein terecht komt en daar in de wasch- en droog-machine (een machine) wordt geladen, daarna metde Hft weer naar boven gaat, wel zeer in het nadeelvan den laagbouw.Hetzelfde geldt voor groentespoel- en schil-machines; in de practijk wordt het gebruik hiervanvrijwel illusoir.c. VuilverwijderingHet ophalen van het vuilnis is een normalebezigheid van de gemeentereiniging. Dat het eengoedkoope bezigheid is, zal niemand kunnen94 ARTIKELEN - BINNENLANDbeweren. Bij den hoogbouw zal de vuilnis (ver-brandings- of andere) bak in zijn geheel op de karkunnen worden geheschen met behulp van eenliertje, dat ook de schoone onder de kokers plaatst,of men kan, zooals in Amerika is toegepast, hethuisvuil verbranden in het sousterrain en de warmtevoor centrale verwarmingsdoeleinden aanwenden,terwijl dan de transportkosten vrijwel geheelvervallen. In elk geval is een goed ingerichtevuilniskoker geheel stofdicht; de gepatenteerde,,Mulleimer", zocals de^e in Duitsche stedenwordt gebruikt, is in de kokeropeningen pondereenige stof te veroorzaken voor wien hem hanteert,te ledigen.Op hygienisch gebied is de technieker volkomenin geslaagd ook voor hooge gebouwen de eventueelebe^waren van foutief geconstrueerde vuilniskokersgeheel te vermijden.d. Mechanische keukenventilatieHiervan kan wegens de enorme kosten geensprake zijn,e. VacuumstofzuigerDe aanleg hiervan zai ten gevolge van veel hulp-stukken, spruiten, grondleidingen en de grooteafstanden veel te kostbaar zijn, terwijl bij denhoogbouw een enkele juist aangebrachte leiding vanca. 40 Meter lengte voor 24 woningen voldoende is,De motor van de vacuumpomp zal bij laagbouwzooveel paardekrachten gaan eischen, dat aanaanleg van een rendabele vacuumstofzuiginstallatieniet gedacht kan worden./. KoelingVoor den laagbouw is een ammoniakleiding naarAmerikaansch voorbeeld aangewezen.Echter, hierbij komen spanningen van 12 atmos-feer voor, zoodat deze aanleg zeker niet zonderbedenking is, aangezien, afgescheiden van hoogeaanlegkosten, springen of lekken der leidingen alZeer funeste gevolgen kan hebben.RESUME "Gelijk men ziet, is het aantal hulpmiddelen omde efficiency in de huishouding te verhoogen inhet eengezinshuis tamelijk beperkt.Men kan bij seriefabricage en oordeelkundigetoepassing van moderne materialen zeer belangrijkebesparingen verkrijgen in de bouwkosten en tochde woning verbeteren.Maar de kosten van moderne gemakken, centraleverwarming, mechanische huiswasscherij, vuil-verwijdering, positieve en naar eigen wil nauw-keurig regelbare ventilatie, vacuumstofzuiging,koeling, enz. blijken te hoog om alle tegelijkte worden verwezenlijkt, zooals dan ook onzehedendaagsche |woningbouw duidelijk; demon-streert.Bovendien moet bij de huur van den tuinstad-bewoner een zekere jaarlijksche belasting voor hetgebruik van transportmiddelen naar de stad wordenopgeteld, zonder welke het wonen in de tuinstadtot een onmogelijkheid worden zou.Ook in de groote Amerikaansche en Engelschesteden bestaat het voorstadsysteem van eengezins-huizen, men vrage niet of het aangenaam is, zooalsdaar tot de gewone, dagelijks tweemaal terugkee-rende bezigheden behoort, een a anderhalf uur ineen opgepakte tram of bus aan de lus te mogenhangen; is het dan te verwonderen dat bij menigeenhet verlangen bestaat den afstand van zijn woningnaar zijn werkplaats of kantoor wat te bekorten?Bovendien moet men deze transportkosten nietonderschatten. Men rekene na wat deze bedragenvoor een gezin van vijf personen, vooral wanneerer grootere kinderen zijn, die avondonderwijsmoeten genieten!Toch zuUen de eengezinshuisjes bij lage huren,mits bij tevens goede uitvoering en dientengevolgegoede woningtoestanden, beter dan de thans inAmsterdam gebruikelijke bouw kan bieden, in deeerste decennia over het maagdelijke land blijvenvoortgroeien, tot zij bij tijd en wijle zichzelf over-leven en hun plaats voor nieuwe woonsystemenzullen moeten afstaan en wel, zoodra aan deze dekans geboden wordt om ook, al is het maar inenkele tot stand gekomen goede voorbeelden, hunvoor den modernen mensch zoo aantrekkelijkevoordeelen te kunnen demonstreeren.J. DUIKERAmsterdam, Januari 1928 J. G. WIEBENGABINNENLANDSTAATSBEGROOTING 1928EINDVERSLAG VAN DE COMMISSIE VAN RAPPORTEURS (EEFSTEKAMER) OVER HET ONTWERP VAN WET TOT VASTSTELLING VANHOOFDSTUK X (DEPARTEMENT VAN ARBEID, HANDEL EN NIJVER-HEID)MEMORIE VAN ANTWOORD -- ALGEMEENE BESCHOUWINGENVDE AFDEELING, VOLKSGEZONDHEIDVolkshuisvestingDen igden Maart jl. is aan de gemeentebesturen eencirculaire versonden met betrekking tot de uitvoering vanart. 38 van de Woningwet. Die circulaire, waarvan iederlid van de Volksvertegenwoordiging een exemplaar ontvangt,heeft ten doel het beleid met betrekking tot het verleenenvan voorschotten te verruimen, met behoud van den eischvan soberheid en van vermijding van terugdringen van hetparticulier bedrijf. Ter voorkoming van onnoodige uit-voerigheid van dit antwoord moge naar die circulaireworden vervcezen.Naar de meening van den ondergeteekende is door diecirculaire het beleid gekomen op overeenkomstige lijnenals in de jaren 1910-1914 gevolgd werden.Met betrekking tot de moeilijkheden van vereenigingenen gemeenten, die in het Voorloopig Verslag worden be-doeld, merkt de ondergeteekende het volgende op. Indienblijkt, dat de huren, die noodig zijn om de exploitatie vanBINNENLAND95woningen sluitend te maken, te hoog zijn, dan staat nietsaan huurverlaging in den weg. Evenals dat voor 1914 hetgeval was, komt het risico van huurverlaging voor rekeningvan de gemeente, voor zoover niet de Regeering door toe-zegging van een raaximum-bijdrage een deal van het risicodraagt. Dat principieel de gemeente het risico draagt, is hetbeginsel van de wet, waaraan bij de uitvoering de handmoet worden gehouden.Er zijn gevallen, waarin zelfs een hoogere huur dannoodig is om met de maximum-bijdrage de rekeningsluitend te maken, wordt opgebracht. Er zijn ook gevallen,waarin alleen een lagere huur te bedingen is. De gemeentenkunnen in die gevallen tot huurverlaging overgaan.Invloed vanwege het Departement tot opvoering vanhuren wordt niet geoefend met het doel de particulierebouwnijverheid te bevorderen. De aangelegenheid is letsmeer ingewikkeld. Nu de bouwkosten stabiel zijn geworden,kan gestreefd worden naar een objectieven huurprijs,los van het inkomen der huurders. Voor het bepalen vandien objectieven huurprijs zijn twee normen: kan er ge-sproken worden van een vrije woningmarkt, dan biedt dezebouvast; kan daarvan nog niet gesproken worden -- en datis in veel gemeenten het geval -- dan wordt het bedrag,waarvoor de woning thans gebouwd zou kunnen worden,als grondslag voor huurbepaling genomen. Daarbij zit degedachte voor, dat niemand woningen bouwt om die metverlies te verhuren. Door deze objectieve huurbepalingWordt het in de crisisjaren onvermijdelijke, maar op zichzelf onhoudbare stelsel van huurbepaling naar het inkomenvervangen en dat wel op zoodanige wijze, dat de particulierebouwnijverheid, die voor de voorziening in de woning-behoefte niet gemist kan worden, niet in het gedrang komt.Er zijn gemeenten en verecnigingen, die nog te weinigmedewerken om tot een gezonde huurbepaling te komen.De bevoorrechting van de huurders van de woningen, tenaanzien waarvan dit plaats vindt, wordt zooveel mogelijktegengegaan.Van een toezegging, dat de woningwetbouw zou wordenbeschermd tegen het particulier initiatief, is den onder-geteekende niets bekend. Hij vat trouwens niet hoe derge-lijke bescherming mogelijk zou zijn. Op dit stuk zou ookzeker alle bescherming uit den booze zijn. Het particulierinitiatief moet zonder bescherming, maar ook zonderterugdringing zijn werk kunnen doen en zich kunnen ont-wikkelen. Daarnaast moet de woningwetbouw als aan-vuUend element staan, eveneens zonder bescherming, dietrouwens bij de aanvullende taak niet noodig zou zijn,indien zij mogelijk Ware.Ten onrechte wordt in het Voorloopig Verslag opge-merkt, dat door de Algemeene Voorwaarden voor woning-bouw met Rijkssteun de gemeentelijke bouwverordeningenworden uitgeschakeld. Deze voorstelling gaat ten eerstever buiten de feiten uit. Het is voor gemeenten immerszeer gemakkelijk, elders dan bij het Rijk geld voor woning-bouw te leenen. Heeft men bezWaar tegen een of anderevoorwaarde, die het Rijk aan voorschotten verbindt, dankan men zich elders vervoegen. Het Rijk is echter bevoegden verplicht zoodanige voorwaarden te stellen als het noodigacht om de beste besteding van Rijksgelden te waarborgen.De door de inspectie in overleg met het Departementontworpen voorwaarden geven voor het technische deeleen objectieven maatstaf. Deze wordt niet zoo gehanteerd,dat iedere afwijking grond voor bezwaar oplevert. Alleenals een afwijking in een of andere richting van belang isvoor de besteding der Rijksgelden, Wordt te dien aanzieneen speciale voorwaarde gesteld.Vooral echter moge er op gewezen worden, dat in kringenvan gemeentebesturen de behoefte aan normalisatie van deverordeningen reeds lang gevoeld werd er dat de A.V.W.mede en vooral exempli gratia onder de aandacht van degemeentebesturen zijn gebracht om aan die normalisatiebevorderlijk te zijn. Bezwaren zijn dan ook behoudenseen uitzondering niet vernomen.De voorwaarden, die in de voorlaatste circulaire zijngesteld voor het verkrijgen van Rijkssteun, gaan, met uit-zondering van het punt, waarop de jongste circulairewijziging brengt, niet verder dan noodig is, om de bedoelingvan den woningwetgever te verwezenlijken. Dat zij tebezwarend zouden zijn voor gemeenten, die binnen hetkader van die bedoeling willen blijven, is niet gebleken.Met betrekking tot de vraag, of de Re?,eering langer wilvasthouden aan de grens van / 2400, moge worden verwezennaar, laatstbedoelde circulaire.OnteigeningZooals reeds in het Voorloopig Verslag wordt opgemerkt,is een voorontwerp tot wijziging van de Woningwet aanverschillende organisaties ter beoordeeling toegezonden.Ook aan Gedeputeerde Staten is advies gevraagd. Datontwerp behelst niet alleen een voorziening met betrekkingtot onteigening, maar ook een niet minder noodig geblekenregeling met betrekking tot rooilijn, bouwverbod, uit-breidingsplan en schadevergoeding. De ondergeteekendemeent zich er van te moeten onthouden, thans nader hieropin te gaan. Vooral met betrekking tot deze, niet-gemakke-Hjke, materie moeten de adviezen worden afgewacht. Hijdoet evenwel wat in zijn vermogen is, om de indiening vaneen wetsontwerp te bespoedigen,HuurverordeningenHet lid, dat protesteerde tegen de vernietiging van dehuurverordeningen, geeft een volkomen onjuiste uitleggingaan de woorden van den ondergeteekende, dat de gemeente-besturen den eersten stoot moeten opvangen. Die woordentoch behoeven niet te beteekenen, dat de gemeentebesturende beperking van de maatschappelijke vrijheid van denRijksWetgever zouden moeten overnemen, en in het verbandgelezen kunnen zij dat geen oogenblik beteekenen. Hetligt voor de hand die woorden te verstaan in den rationeelenzin, waarin zij gesproken zijn, dat de gemeentebesturen,voor zoover dat voor den overgang noodig mocht zijn,zouden gebruik maken van hun bevoegdheid te zorgen vooreen verruiming van den woningvoorraad, waardoor moeilijk-heden van den overgang naar de vrijheid van verkeer, zoodie zich zouden voordoen, zouden worden ondervangen.Het is den ondergeteekende niet duidelijk in welk opzichthij ter zake van de toepassing van het vernietigingsrechtvan de Koningin, waarvoor hij de verantwoordelijkheid zouhebben te dragen, met de gemeentebesturen contact hadkunnen hebben. Is hier bedoeld overleg over de inzichtenvan die besturen met betrekking tot de behoefte aan" be-perkende bepalingen, dan worde opgemerkt, dat te dienaanzien contact heeft bestaan zoo ruim, dat de inzichtenvan de betrokken gemeentebesturen en zelfs van leden vandie besturen den ondergeteekende ten voile bekend waren.DE VOLKSHUISVESTING EN DE STEDEBOUWIN DE EERSTE KAMERHet was niet te verwachten dat de behandeling der be-grooting van Arbeid in de Eerste Kamer aanleiding zougeven tot het opengaan van geheel nieuwe perspectieven.. De Heer Wibaut vond nog eens gelegenheid om, op voorvelen ongetwijfeld overtuigende wijze, te betoogen dat, niet-tegenstaande de verzekering van het tegendeel, de toepas-sing, welke de Minister aan de financieele paragrafen derWoningwet geeft, niet in overeenstemming is met de prak-tijk van voor den oorlog, niet in overeenstemming in zoovertoen niet werd verlangd dat de particuliere bouwnijverheidniet bereid was dezelfde soort woningen te bouwen, niet inovereenstemming in zoover toen geen voorschotten metbijdragen werden geweigerd voor den bouw van woningenvoor valiede, maar weinig of onregelmatig verdienende ar-beiders, niet in overeenstemming met de oude praktijk inzoover door de bekende A. V. W. de vrijheid der gemeente-besturen om aan de door deze te financieren woningen dieeischen te stellen, welke ze wenschelijk achten, thans aanbanden wordt gelegd. De Minister handhaafde zijn bekendestandpunt.96 BINNENLANDDe Heer Hermans betreurde nog eens het verloop derintrekking der Huurwetten.De stedebouw nam ruimer plaats in dan gebruikelijk is,en de twee inzichten van principieelen aard, welke daar-bij tot uiting kunnen komen, kwamen inderdaad tot uiting.Eenerzijds de behoefte der overheid om in te grijpen, teneinde onordelijke ontwikkeling te voorkomen. Hiervan wasde Heer Reyrner de woordvoerder, die de urgentie van hetgewestelijk plan uitnemend bepleitte en naar de werkzaam-heid der desbetreffende regeeringscommissie vroeg. Anderer-zijds de noodkreet der eigenaren, die zich door elk over-heidsingrijpen verongelijkt achten. Te hunneti behoeve deedde Heer van der Hoeven een klagelijk geluid hooren. Teweerhouden tranen, gebalde vuisten, een gespeend kind,in het geheim afslachten van rechteloozen (natuurlijk eige-naars), afzichtelijke besmeuring van ons recht, de vastewoonplaats, die wij hier beneden niet hebben, de gewetens-schreeuw, God en den menschen een gruwel, valsche ge-wichten, Kees die klaar is, -- en dit alles in het klassieke landvan het recht, Hugo de Groot, Asser, enz. -- een en anderter bestrijding van het artikel uit de Onteigeningswet, datden Hoogen Raad dwong aan eigenaars in dezelfde om-standigheden, doch wier grond op het uitbreidingsplanvoor verschillende doeleinden wordt vastgelegd, een onge-lijke schadevergoeding toe te wijzen. Een bestrijding, waarmee en het, in soberder vorm geuit, eens kan zijn.Ook de Minister beklaagde grondeigenaars, in verbandmet Utrechtsche rooilijnkwesties en verwees den onthutstensenator naar het voorontwerp tot wijziging der Woningwet.H.VERSLAG VAN DEN DIRECTEUR-GENERAAL VANDE VOLKSGEZONDHEID BETREFFENDE DEFINANCIEELE CONTROLE VAN WONINGBOUW-VEREENIGINGEN OVER 1927Het verschenen verslag geeft ten aanzien van de eigenlijkefinancieele controle geen bijzonderheden. Deze controlehad evenals vorige jaren plaats en gaf geen stof tot op-merkingen.Aangaande de huurpolitiek bevatte het vorige verslagreeds een en ander. Thans kan worden medegedeeld datde Minister zich heeft vereenigd met de volgende gedrags-lijnen:,,Voor gemeenten, waar wel behoefte aan woningen voorvalide arbeiders bestaat, zal de huur ten minste gelijk moetenzijn aan de huur, die overeenkomt met hetgeen ,,markt-waarde" zou kunnen worden genoemd, indien reeds nu degebondenheid van de huurbepaling aan factoren, welke inde voorafgaande jaren de vorming eener vrije huurmarktbeletten, geacht kon worden tot het verleden te behooren.Voor die gemeenten daarentegen, in welke een behoefte,als hiervoren bedoeld, niet bestaat en ook voorshands nietis te verwachten, kan met een eenigszins lagere huurgenoegen worden genomen. Alsdan moeten de gemeente- envereenigingsbesturen concurreeren met de overige huis-eigenaren ter plaatse."Ten einde uitvoering aan deze beginselen te kunnengeven, is in 1927 voor ,,een aantal gemeenten ter benaderingvan de marktwaarde een onderzoek ingesteld naar dereproductiekosten van Woningwetwoningen, de woning-behoefte en de huren, welke voor woningen overeen-komende met de Woningwetwoningen worden bedongen.Aan deze gegevens worden de huren der Woningwet-woningen getoetst."Gebleken is:,,a. dat de geldende huren over het algemeen lager zijndan de huren, welke zouden moeten worden verkregen;b. dat in verschillende streken des lands, vooral op hetplatteland, de huren vooralsnog moeilijk op economischpeil kunnen worden gebracht, en dat een aansturen opmeer economische huren slechts effect kan sorteeren, indienZulks met beleid geschiedt;c. dat de gem.eente- en vereenigingsbesturen er nietSteeds van doordrongen zijn, dat voor een geregelde verderewoningproductie het vorderen van economische huren nood-zakelijk is."Van de gelegenheid om de batige saldi uit de exploitatiete gebruiken voor huurnivelleering is weinig gebruikgemaakt.In 1927 had hernieuwde vaststelling van bijdragen plaats"^Dientengevolge is in vele cijfers verandering gekomen.Het volgende staatje geeft een overzicht:s"^ Maximum, nmi t De 1(1 kolom 2 ver- 1s^_ Diidiagen, MM uii- melde biidragen zijn Minder vaslge-sleld dan Ina._r ^ *^ lieefing over de In ovei de exploitaliejaren(=a.-S.^ C3) kolom 1 vefmelde es- in kolom 1 vermeld,--i2 "e53 -*?^ ploilatiejaren liselt ioaoekend tol onder- loegezegd =:plaats geliad, zijii loe- staande liedtagen moszegd ')I 2 3 4 5I9I9 586.422.07^ 531.508.65^ 54.913.42 9.41920 1.781.160.94 1.613.208.54 167.952.40 9.4I92I 3.740.006.07^ 3.223.400.16 516.605.91? 13.81922 6.553.225.38 5.549.987.55 1.003.237.83 15.31923 8.286.269.70'i 6.745.436.56 1.540.833.14'i 18.61924 8.404.337.23 6.951.006.74* 1.453.330.48* 17.31925 8.582.058.05 7.234.157-56 1.347.900.49 15.71926 8.028.351.39 6.810.742.35 1.217.609.04 15.21927 4.712.863.32 4.086.570.19 626.293.13 13.3De bijdragen aan Emraen en aan de Mijnstreek zijn inbovenstaand staatje niet opgenomen.Voor 30 complexen met 1707 woningen, niet met Woning-wetvoorschot gebouwd, zijn sedert 1923 bijdragen tot eenbedrag van / 48.387.26 verleend.Ten aanzien van verleende voorschotten bevat hetverslag het volgend staatje.Overzicht van de in guldens afgeronde sommen, welkeingevolge de bepalingen van de Woningwet sedert 1905:a. zijn toegezegd als grond- en bouwAfOorschotten,b. op 31 December waren opgenomen,c. op 31 December nog niet waren opgenomen.laren19051906-19101905-19101911-19151905-19151916-1920I905-I9201921-1925I905-I92519261927Totaal toege-zegdUitbetaald ..Nog niet op-genomen/ 46,500.-5.692.430.-/ 5.738.930.-42.245.399.-/ 47.984.339--369.645.414.-/ 417.629.743.-284.932.442.-/ 702.562.185.-2.213.284.-3.769.010.-/ 708.544.479.-b. c. Saido nog/ 16.500.-4.360.083.-/ ^::376.583.-29.232.846.-J 30.000.-/ 1.362.347.-/ 33.609.429.-250.897.408.-/ 284.506.837.-360.265.650.-7644.772.487.-7.664.278.-6.802.147.-/ 659.238.912.-/ 14.374.900.-/133.122.906.-/ 57.789.698T52.338.704.-49.305.567.-/ 49.305.567.-^) Deze kolom is nog niet geheel nauwkeurig; enkelegemeenten hebben de noodige gegevens voor de vast-stelling van bijdragen nog niet ingezonden.WONINGBOUW IN 1927Ter verbetering en aanvulling van ons bericht in hetApril-nummer nemen wij onderstaand staatje over uithet Maart-nummer van het Maandschrift van het CentraalBINNENLAND 97Bureau voor de Statistiek betreffende de vermeerderingvan den woningvoorraad.Jaar bruto ver- onttrokken netto ver-meerdering meerdering1921 40.364 1.895 38.4691922 45-496 2.035 43.4611923 43.132 2.629 40.5031924 46.712 3-6i6 43.0961925 47-190 4-477 42.7131936 50.698 6.335 44-3631927 " 51.622 6.932 44.690De verhouding, waarin de voornaamste catagorieen vanbouw (van gemeentewege, door vereenigingen enz. endoor particulieren) aan de woningvoorziening deelnamen,onderging in vergelijking met 1926 nagenoeg geen ver-andering. Voor den nieuwbouw waren de percentagesvoor 1926 resp. 6.0 9.7 en 84.1 tegen 5.5 9.6 en 84.6in 1927.AANBESTEDINGENUit ,,De Aannemer" van 17 April 1928 nemen wij hetvolgende overzicht over van de aanbestede werken gedurendehet eerste kwartaal 1928:Particulieren / 16.584.139Gemeentebesturen ,, 9-353-5i?Woningbouwvereenigingen ,, 4.626.592Rijk- en Polderbesturen ,, 11.993.270Ned. Spoorwegen t> 893.520/ 43.451.031DE DOOR DE OVERHEID GESTEUNDE WONING-BOUWAmsterdam en Haarlem stelden zich garant voor renteen aflossing van door woningbouwvereenigingen te sluitengeldleeningen voor den bouw van respectievelijk 56 en 99woningen. Arnhem en Schinnen verleenden credietenvoor den bouw van onderscheidenlijk 52 en 8 woningen.Tot den bouw van 32 arbeiderswoningen en 2 winkelhuizenvan gemeentewege werd besloten in Bennebroek, terwijlde gemeente Kerkrade 58 woningen voor groote gezinnengaat stichten.WONINGTELLING TE ZWOLLEIn den loop van het vorig jaar werd te ZwoUe een woning-en gezinstelling gehouden, waarvan de uitkomsten, die dentoestand per ultimo Juli weergeven, thans voor ons liggen.Uit den aard der zaak kunnen wij slechts enkele grependoen uit de rijkelijk verkregen documentatie.De totale woningvoorraad bedroeg 9.506, waaronder 121onbewoonde woningen; in verband gebracht met de totalebevolking per dien datum, 38.100 zielen, geeft dit eengemiddelde woonbezetting van 4.059.Hoe groot is nu de woning waarover die 4.059 personenbeschikkenV Wij weten slechts lets omtrent het aantalkamers en zien dan een belangrijke verbetering sinds 1912.In procenten van het totaal bedroeg het aantal eenkamer-woningen thans 11.83 (in 1912: 20.26), tweekamerwoningen28.91 (41.36), driekamerwoningen 16.10 (17.03), vier-kamerwoningen 15.48 (7.35) en woningen met meer danvier kamers 27.69 (14). Ruw genomen is dus het aantalqpn- en tweekamerwoningen in het genoemde tijdvak van3/5 tot 2/5 gedaald. In absolute cijfers is de teruggangminder sprekend, loopt n.l. van 4.617 tot 3.873, zoodat ertusschen 1912 en 1927 744 verdwenen zijn.Ook maakt de scheiding tusschen woning- en bedrijfs-ruimte voortgang; sinds 1919 daalde het aantal woningenmet bedrijfsruimte van 16.26 op 13.56 % van het totaal.Tevens zien wij hoe het aantal door eigenaars bewoondewoningen met bedrijf van 7.66 % in 1919 tot 7.87 % in1927 toenam, maar dat is slechts uitdrukking van de alge-meene stijging van het aantal door eigenaars bewoondewoningen, een van de het sterkst uit het verslag sprekendefeiten. In percenten van het totaal valt een stijgingte constateeren van 22.08 % in 1912 over 24.04 in 1919tot 34.53 % in 1927. Ruim een derde van alle woningente ZwoUe wordt dus door den eigenaar bewoond. En diewoningen zijn in alle huurgroepen verspreid, zooals biijktuit het volgende staatje, waarmede wij tevens op de in-deeling in huurgroepen ingaan.Huurgroepen Van het to- Van het aan- Van het aantaltaal aantal tal door eige- huur-woningen naars bew. woningenwoningentot 2.50 p.w. 12.43 4-93 17-032.50-4.- p.w. 26.00 35.99 24.25208-300 p.j. 25.76 23.43 30.22300-500 p.j. 18.78 18.08 19.65boven 500 p.j. 17-03 18.57 8.85100.00 % 100.00 % 100.00 %AUeen dus in de allerlaagste huurgroep is het aantaldoor eigenaars bewoonde woningen geringer dan met hetalgemeene aandeel dier groep overeenkomt; in deonmiddellijk daarop volgende groep is het daarentegen veelsterker.Wat de beweging der huren betreft, valt een opschuivingnaar hoogere huurgroepen te constateeren. Wij gaven reedsde verdeeling der huurwoningen over de vijf huurgroepenin 1927 (de staat rechts); voor 1912 bedroegen de overeen-komstige cijfers 66.70, 19.17, 6.33, 4.88 en 2.92. De groepbeneden / 2.50 per week nam dus in 1912 2/3, nu nogslechts 1/6 van het totaal in. Ten aanzien van de gemiddeldehuurwaarde zijn helaas met vorige tellingen geen verge-lijkingen te maken. Op grond van de indeeling in huur-groepen wordt echter op p. 41 van het verslag berekenddat de opschuiving naar boven slechts iets sterker is danmen op grond van de daling van de koopkracht van dengulden zou verwachten; neemt men nu de belangrijkeverbetering van het woningpeil in aanmerking, die uit degegevens omtrent het aantal kamers spreekt, dan kan menniet anders dan concludeeren dat de bevolking van ZwoUethans goedkooper woont dan in 1912 het geval was. (Dezeconclusie wordt niet in het verslag getrokken).De gemiddelde huurwaarde van een woning zonderbedrijf te ZwoUe bedraagt thans / 5.19 per week, terwijlhetzelfde cijfer voor de een-, twee-, drie-, vier- en meer-kamerwoningen resp. / 2.24, / 3.i7> / 4-33? /5-24 en / 8.66bedraagt. De huursom, die jaarlijks voor alle woningen,met of zonder bedrijfsruimte, moet worden geofferd,bedraagt / 2.805.000.-.Het eengezinshuis biijkt in ZwoUe nog verre te over-heerschen: 79 % van aUe woningen omvat een geheelperceel, terwijl beneden- en bovenwoningen resp. 8.6 en12.4 % uitmaken. Van de beneden- en bovenwoningen zijner een aantal in perceelen gelegen, die niet uitsluitend totwoning zijn ingericht. Dientengevolge is het aantal wonin-gen, waarvan er maar een in een perceel ligt, grooter danhet aantal eengezinshuizen; 81.7 % van het aantal woningenbevindt zich in een perceel, waarin geen andere woningvoorkomt, 15.9 % ligt met een andere woning en 2.4 % mettwee of meer andere woningen in hetzelfde perceel.Gaan wij nu over tot de gezinstelling. In totaal blijken9.952 gezinnen ') in ZwoUe woonachtig te zijn, waarvaner 527 niet-woningbehoevend en door inwoning naar hunmeening voldoende verzorgd zijn. Een afzonderlijke groepwordt dan nog gevormd door 46 bewoners van woonwagensen woonschepen en 189 schippers. Tegenover 9.425 woning-behoeften staan 9.506 woningen, waarvan er echter slechts9.385 bewoond zijn; er is dus eenerzijds een overschot van81 woningen, andererzijds vinden 40 inwonende gezinnenniet een woning zooals zij verlangen, terwijl 31 gezinnenin noodwoningen en 2 in onbewoonbaar verklaarde woningenhuizen. De oorzaken? Slechts zeer gedeeltelijk is dit tewijten aan de verdeeling der beschikbare woningen overde huurgroepen; slechts in een groep zou dan een tekortbestaan (/ 208-/225 p.j.). Wijst het feit, dat wij voor elke98 BINNENLANDhuurgroep leeg staande woningen en onbevredigde woning-vraag ontmoeten, er niet op, dat de vraagstelling, een woningvan welke huurwaarde men wenscht te betrekken, onlogischIS? Hoe dit ook zij, de in het verslag gegeven verklaringluidt, dat bizondere eigenschappen der leegstaande wonin-gen de oorzaak vormen: zou onvoldoende kennis van dewoningmarkt ook niet een rol kunnen spelen ?Van het totaal aantal woningbehoevenden namen echt-paren 81.49 % in; de volgende grootste groep is die derweduwen met 9.32 %. Het aantal ongehuwden, dat eenzelfstandige woning bewoont (4.8 %) is grooter dan datder weduwnaars, de gehuwden, wier echtgenoot eldersverblijft en der van echt gescheidenen te zamen.Onder de hoofd- of zelfstandige bewoners van woningenkomen voor gezinnen van:aantal personen:^23 45 6789 10 ol meer5.09 20.90 22.46 20.8112.69 7.54 4.67 2.57 1.60 1.87 2)Een eindconclusie ? De toestand in Zwolle kan zekerniet slecht genoemd, maar ook niet als geheel bevredigendaangemerkt worden. Een woningreserve van 81 woningenis op zichzelf al laag; meent men dat de reserve de helftder jaarlijksche toename van de woningbehoefte moetkunnen opnemen, dan wordt voor Zwolle een reserve van128 woningen vereischt. Onder de 81 woningen, die thansde reserve uitmaken, zijn er bovendien zeker meerdere,die niet aan den eisch van een redelijke woning voldoen.-- D.^) Onder ,,gezin" heeft men verstaati echtparen, ge-huwden, wier echtgenoot elders verblijft, weduwnaars enweduwen, van echt gescheidenen en ook die ongehuwden,die alleen of te zamen een afzonderlijke woning bewonen.^) Wij namen de vrijheid in deze cijfers, waar enkeleonjuistheden waren ingeslopen, de noodige correcties aante brengen.EEN VOORBARIGE GEVOLGTREKKING AAN-GAANDE DEN TOESTAND DER WONINGMARKTB. en W. van Velsen legden aan den Raad dier gemeenteden volgenden staat over, die opgemaakt werd aan de handder bij de betrokken diensten aanwezige gegevens:,,Stand op i Januari 1928:Aantal gewone woningen 6779,, bovenwoningen 656,, woon- en winkelhuizen 1005Totaal aantal woningen 8440Aantal diverse gebouwen 1006Verder zijn nog 14 onbewoonbaar verklaarde woningenbewoond door 12 gezinnen. Onze gemeente telde opI Januari 8352 gezinnen. Uit bovenstaande cijfers blijktdus dat op dien datum het surplus aan woningen 88bedroeg."Het is van algemeene bekendheid, dat de telling van hetaantal gezinnen met het oog op de woningbehoefte steedsop groote moeilijkheden stuit, daar met het bevolkings-statistische begrip gezin niet kan volstaan worden. Grootegroepen woningbehoevenden voldoen niet aan het criteriumder bevolkingsstatistiek; zoo telde men in Zwolle b.v.412 huishoudens van zelfstandig wonende ongehuwden.Maar andererzijds moesten meerdere gezinnen in den gebrui-kelijken zin van het woord als niet-woningbehoevendworden uitgeschakeld. Waarschijnlijk heeft men in Velsenzonder meer met het begrip gezin der bevolkingsstatistiekgewerkt, maar dan is men ook nog volkomen onkundigten aanzien van den omvang der woningbehoefte. D,EEN GEMEENTEBUREAU TER BEMIDDELINGBIJ HUURREGELINGEN TE LEIDENB. en W. stellen aan den gemeenteraad voor in overeen-stemming met een desbetreffend adres van den LeidschenBestuurdersbond een zoodanig bureau te verbinden aanden Dienst van Bouw- en Woningtoezicht.CONGRES INZAKE DE LINTBEBOUWINGDe in het Maart-nummer aangekondigde vergaderinginzake de bebouwing langs de groote verkeerswegen had op14 April j.l. te Amsterdam plaats.Eerste prae-adviseur was de Heer H. P. J. Bloemers, diesprak over de economische gevolgen der lintbebouwing.Spr. wees erop dat de ontwikkeling der verkeerstechnidcniet alleen tot een sterke tceneming van het verkeer langsde wegen leidde, maar tevens tot een vermeerderde neigingom zich langs de groote verkeerswegen te vestigen. Aan defunctie van den intercommunalen weg, die in de eersteplaats voor het verkeer dient, wordt door dit gebruik voortwee zoozeer uiteenloopende doeleinden in ernstige mateafbreuk gedaan. De meeningis wel vernomen dat dit dubbelegebruik economisch zou zijn. Spr. tracht aan te toonen datniets minder waar is. De wegbewoners worden steeds meerverplicht tot het afleggen van groote afstanden; in den vormvan tijdverlies, extra-vervoerkosten enz. is dit ook een eco-nomisch nadeel. Veiligheid en snelheid van het verkeerlijden; daar talrijke gemeentediensten van den weg gebruikmoeten maken, zullen opgravingen aan de orde van den dagzijn. Steeds meer wordt de woning van den enkehng ver-bonden door tal van leidingen en tot onderdeel van eenplaatselijke machinerie; dit behoort tot concentratie teleiden. Aan de hand van een tweetal plannen, waarvan heteene een concentrische bebouwing, het andere een lintbe-bouwing weergeeft, demonstreert spr. de voor de gemeente-diensten en bedrijven uit de laatste vestigingswijze voort-vloeiende nadeelen en hoogere kosten. Lintbebouwingmaakt een lagen bebouwingsfactor en diepe voortuinennoodzakelijk, en leidt aldus tot een verlies aan cultuurgrond,dat te vermijden ware. De geheele streek verkrijgt een on-aangenaam aanzien, wat een algemeene waardedaling dergronden tot uitvloeisel kan hebben. Tot welke onoplosbarestedebouwkundige moeilijkheden men tenslotte kan gerakendemonstreerde spr. aan het voorbeeld der uitbreiding vanVelp. Een juist inzicht in de uiteenloopende functie van deverschillende wegen zou dergelijke problemen hebben voor-komen.De Heer Edo J. Bergsma sprak over de lintbebouwing inyerband met verkeer en natuurschoon. Spr. meende dat menin den loop der tijden wel wat veel uit het oog had verlorendat een weg in de ailereerste plaats het verkeer moet dienen.In den jongsten tijd geldt dat meer dan ooit; het verkeerlangs de wegen over groote afstanden neemt snel in omvangtoe. Snelheidsontwikkeling is niet meer slechts sport, maarveelal economische noodzakelijkheid. Kan men nog van eenverkeersweg spreken, waar voortdurend bewoners in allerleirichtingen den weg oversteken, en waar tal van voertuigen,die in een woonstraat onontbeerlijk zijn, den weg als par-keerterrein benutten ? In de steden en dorpen moeten dewoonstraten, tusschen de kernen moeten de verkeerswegenzijn. Dan alleen voert de intercommunale weg ook tot en inde natuur en sluit zij niet van de natuur af, zooals thanshelaas veelal het geval is. De oplossing der kwestie isin hooge mate urgent; tenzij ingegrepen wordt, zullen denieuwe verkeersbanen, waarmede wij verrijkt staan teworden, spoedig hun waarde voor het verkeer weder ver-loren hebben.De Heer Mr. D. Hudig zette uiteen, hoe het vraagstukder lintbebouwing onderdeel van een veel grooter vraagstukis, n.l. op welke wijze de toekomstige ontwikkeling onzerbebouwing moet plaats hebben, en op welke wijze daarbijregelend kan worden ingegrepen. Hoewel lintbebouwingniet overal en onvoorwaardelijk een kwaad is, dreigt deoveral te constateeren toeneming der bebouwing langs degroote verkeerswegen de stedebouwkundige orde te ver-storen.Spr. ging daarop over tot de behandelingdermaatregelen,die ter bestrijding van het euvel in aanmerking kwamen. Vanhet vaststellen van rooilijnen bleek daarbij voor dit probleemweinig heil te verwachten. Gemeentebesturen kunnenhooge eischen stellen ten aanzien van den onderlingen zijde-lingschen afstand van gebouwen; zij kunnen den aanleg van.BINNENLAND99parallelwegen langs den verkeersweg vorderen. Werkelijkeffect hebben de beide genoemde maatregelen echter alleen,indien door de veroorzaakte hoogere kosten exploitatie vanbouwterrein voorkomen wordt, wat uiteraard van te vorennooit met zekerheid beoordeeld kan worden.De meest doeltreffende maatregel, dien een gemeente-bestuur kan treffen, is de aanwijzing op het uitbreidings-plan van het heele gebied der genieente buiten de voor be-bouwing bestemde kern voor landelijke doeleinden; ge-meenten, die niet in de termen vallen om een uitbreidings-plan op te stellen, kunnen de zaak bij verordening regelen,De laatste mogelijkheid voor een gemeentebestuur bestaatin een verbod om aan bepaalde wegen te bouwen; ten aan-zien van de rechtsgeldigheid van een dergelijken maatregelheerscht onzekerheid. Veel meer zou bereikt kunnenworden, indien de mogelijkheid van gewestehjke plannenmet een bindend karakter reeds in ons recht gegeven ware.Spr. stelde vervolgens de vraag, of de wegbeheerders overde middelen beschikken, om op de gewenschte wijze in tegrijpen. Voorzoover het Rijk betreft, is men dan geneigdte denken aan de Wet op het Bouwverbod langs de Rijks-wegen. Een nadere beschouwing dier wet leert echter, datzij niet van dienst kan zijn. Haar doelstelling is een andere;zij kent een bij uitstek omslachtige procedure, en bevat debedenkelijke suggestie, dat elk bouwverbod schadevergoe-ding behoort te impliceeren.In de provinciale wegenreglementen, en ook in het Rijks-wegenreglement, acht spr. echter een regeling aanwezig, diebij verderen uitbouw tot het gestelde doel zou kunnenvoeren. Spr. heeft het oog op de vereischte vergunning vanuitweg. Wei werd een dergelijke vergupning tot hedennimmer geweigerd dan om redenen aan den materieelenuitweg ontleend. Het staat allerminst vast dat weigering opanderen grond rechtsgeldig ware; heeft de aanliggende eige-naar langs een openbaren weg niet een recht op een uitwegop dien weg ?Spr, bepleitte daarom een sanctionneering van de be-voegdheid der wegbeheerders om ook op andere grondenvergunning tot uitweg te weigeren. Dit zou bij een wet,mogelijk in de verwachte Wegenwet, te regelen zijn.Spr. eindigde met de samenvatting van zijn betoog in devolgende conclusies:1. Lintbebouwing is te bezien als onderdeei van hetvraagstuk der ordelijke ontwikkeling der bebouwingvan ons land in het algemeen.2. Een dergelijke ordelijke bebouwing zal als regel moetenbestaan in concentratie op kernen, zulks in het belangvan het verkeer, van het landbouwbedrijf, van hetnatuurschoon, van de economische ontwikkeling dergemeenten, terwijl buiten de kernen alleen verspreidebebouwing ten behoeve van den landbouw wordt toe-gelaten.3. Dit behoeft niet uit te sluiten dat verspreide buurtjes,industrieele ondernemingen ook elders ontstaan, waardat ontstaan redelijkerwijze is te verdedigen; van over-heidswege behoort daarbij echter leiding te worden ge-geven.4. Als de belangrijkste rechtsmiddelen ter bereiking vanhet beoogde doel zijn te beschouwen:a. het uitbreidingsplan (of de verordening) der ge-meente, waarbij aan het gebied buiten de kommen(en buurtjes) landelijke bestemming wordt gegeven;b. het gewestelijk plan, dat ten aanzien van de hoofd-lijnen der ontwikkeling van een bepaalde streek rege-lend ingrijpt en in het bizonder aangeeft waar nietgebouwd zal mogen worden;c. de bevoegdheid aan Rijk en Provincie toe te kennenom recht van uitweg op openbare, onder hun beheerstaande wegen te weigeren, waar bij vergunningongewenschte bebouwing zou tot stand komen.5. Wettelijke regeling van het gewestelijk plan is urgent.Zoo spoedig mogelijk worde de onder c. genoemdebevoegdheid bij de wet geregeld.6. Van de wegen gaat op de ontwikkeling der bebouwinggroote invloed uit. Nu de verbetering van ons wegen-net wordt ter hand genomen zal deze invloed toe-nemen. Het is gewenscht dat onze wegbeheerders,inzonderheid Rijk en Provincies, daarmee rekeninghouden, en, voorzoover dit van hen afhangt, alles aan-wenden om de ontwikkeling der bebouwing in goedebanen te leiden.. 7. Naar samenwerking der betrokken autoriteiten moetworden gestreefd.Op de inleidingen volgde een geanimeerde bespreking,waarin van volledige instemming met de door de prae-advi-seurs ontwikkelde denkbeelden bleek. De vergadering nameenstemmig de volgende motie aan:De vergadering te Amsterdam op 14 April 1928, belegddoor de besturen van het Nederlandsch Instituut voorVolkshuisvesting en Stedebouw, van den Toeristenbond voorNederland (A. N. W. B.) en van het Nederlandsche Wegen-congres;overtuigd dat bebouwing langs de groote verkeerswegen,zooals die thans in steeds ernstiger mate voortschrijdt inden vorm van zoogenaamde Hntbebouwing, van stedebouw-kundig en economisch standpunt bezien doch ook uit eenoogpunt van veiligheid en van economisch verkeer op denweg en van volksgezondheid bedenkelijk is; dat bovendiendie wijze van bebouwing het natuurschoon schade doet enden gebruiker van den weg afsluit van de natuur inplaatsvan hem tot die natuur te brengen;noodigt de Rijks, Provinciale en Gemeentelijke overheiduit door wettelijke maatregelen de voortduring van dezenongewenschten toestand te beletten en verzoekt de organender openbare meening hun aandacht te wijden aan eenkwaad, dat een beletsel is om de millioenen aan wegenver-betering besteed of nog te besteden, zoo vruchtbaar te doenzijn voor het verkeer en de volkswelvaart als redelijkerwijzeverwacht mag worden;Besluitdeze motie ter kennis te brengen van de Rijksregeering, vande Colleges der Gedeputeerde Staten van de verschillendeprovincies en voorts van die besturen van lichamen enambtenaren, die geacht kunnen worden in deze invloed tengoede te kunnen uitoefenen.PROVINCIALE SCHOONHEIDSCOMMISSIESIn de provincie Groningen is thans een provincialeschoonheidscommissie tot stand gekomen. De instellingheeft plaats gehad door Ged. Staten. Een der leden vandit college is voorzitter. De inspecteur der volksgezondheidis lid.Thans ontbreken nog commissies in Drenthe, Utrechten Noord-Brabant. In Zuid-Holland lijkt de totstandkomingverzekerd.De Zeeuwsche commissie is in hoofdzaak archaeologischgeorienteerd.DE AMSTERDAMSCHE MONUMENTENVEROR-DENINGNaar men weet, bestond er onzekerheid aangaande hetlot der door den Amsterdamschen gemeenteraad vast-gestelde monumentenverordening. Ged. Staten hadden aande Kroon vernietiging verzocht, omdat naar hun meeninghet beginsel der schadeloosstelling in de verordeningbehoort te worden vastgelegd, terwijl het gemeentebestuurvan oordeel was, dat hieromtrent door den gemeenteraadvan geval tot geval een beslissing behoort te worden ge-nomen. Ook achtte het provinciaal bestuurscollege beroepvan den eigenaar van een op de monumentenlijst geplaatstwerk op Ged. Staten en niet op den gemeenteraad gewenscht.De Kroon heeft binnen den bij de wet daarvoor gesteldentermijn geen beslissing genomen, wat wil zeggen dat deverordening thans in werking kan treden.100 BUITENLAND - OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTENBUITENLANDDUITSCHLANDDE HUURWETTENDe Rijksdag nam op lo Februari j.l. de wijziging van het,,Mieterschutzgeset2" aan, volgens welke deze wet voortaanniet meer zal gelden voor nieuwe huurovereenkomstenbetreffende kantoorlokalen en dergelijke en woningen mettenminste zes kamers. Hiermede is weer een stap gezet in derichting van een vrije woningmarkt, evenals dat reeds metenkele in den loop der beide vorige jaren getroffen maat-regelen het geval was; te denken valt aan de opheffingvan de Zwangswirtschaft voor gemeubileerde kamers enaan het vervallen van het recht der woningscommissiesom gedeelten van naar haar meening te groote woningen aanderden te distribueeren. In verband met het nog steedsheerschende groote gebrek aan kleine woningen zal vaneen algeheele opheffing der huurwetten voor deze woningenvoorloopig nog geen sprake kunnen zijn,OOSTENRIJKDE HUURWETTENIn Oostenrijk heeft de regeering een wijzigingsvoorstelder huurwetten bij het parlement ingediend. Volgens ditontwerp zullen de huren in belangrijke mate verhoogdkunnen worden, n.l. voor bestaande huurcontracten tot het2000 a 3000-voudige der voor-oorlogshuren, en voor nieuwaf te sluiten contracten tot het 5000-voudige (wat in werke-lijkheid iets meer dan 1/3 van de voor-oorlogshuur be-teekent).Hetverbodvanhuuropzegging blijft gehandhaafd,behalve in het geval dat de huurder de geheele woning inonderhuur heeft gegeven. Uiteraard vindt het wetsontwerpechter in groote kringen ernstige bestrijding.VEREENIGDE STATENGEWESTELIJKE PLANNENIn het graafschap Westchester, deel van den staat NewYork, is men gekomen tot een organisatie, ten einde debelangrijkste aangelegenheden, welke de verschillendegemeenten aldaar gemeen hebben, onder het oog te zien.Een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers vanpublieke organisaties, heeft een wetsontwerp uitgewerktom aan de gemeenten de noodige wettelijke bevoegdhedente verleenen. Dit ontwerp, in twee deelen gesplitst, is in1926 en 1927 tot wet verheven.Voorts is een commissie tot stand gekomen (gesplitst invier commissies voor de onderdeelen van het gebied), welkezal nagaan welke aangelegenheden door samenwerkingkunnen worden geregeld. In deze commissie, samengestelduit vertegenwoordigers der betrokken geraeentebesturen,heeft elke gemeente een stem. Het verheugende in dezeregeling is dat alle gemeenten samenwerken. De groottevan de bijdrage in de te maken kosten is geregeld in verbandmet het aantal inwoners.Het is voorloopig niet het voornemen dat de aldus samen-gestelde organisatie een samenvattend plan zal opstellenof plannen voor gemeenten, maar wel dat het dezen bij zalstaan bij het onder het oog zien van de vraagstukken, welkezich, met name ten aanzien van zoning, parkaanleg, wegen-net, spoorwegen enz., zullen voordoen.(American City, Juni 1927)OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTENNEDERLANDAntirevolutionnaire Staatkunde, Februari en Maart 1928.Gewestelijke plannen, door J. j. Talsma. Schrijver vangtzijn artikel aan met de conclusies van het InternationaalStedebouwcongres 1924, om daarna te betoogen dat wijthans in een periode van ,,stedelijke verwildering" ver-keeren, die zich bizonder kenmerkt door een chaotischuitstrooien van kwasi-stedelijke bebouwing over het platte-land. Lintbebouwing (,,ribbonism") is een typische ver-schijningsvorra van het kwaad. Helaas worden dergelijkevraagstukken zelden in groote omlijsting gezien; thansprojecteert men overal wegen zonder anders dan incidenteelaandacht te schenken aan de algemeene vraagstukken dergewestelijke ontwikkeling. Voor verschillende deelen vanons land is de opstelling van een gewestelijk plan zeerurgent, en hier en daar, b.v. in Zuid-Limburg, heeft menreeds werk in de goede richting verricht. Ons dichtbevolkteWesten staat te dezen voor zeer bijzondere moeilijkheden;schrijver somt een 13-tal factoren op, waarmede bij deopstelling van plannen in dit gedeelte van ons land rekeningzal zijn te houden.Onze wet kent nog slechts gemeentelijke uitbreidings-plannen, maar sinds lang groeien streekbelangen over engeadministratieve grenzen. In de bevoegdheden van Gedepu-teerde Staten komt de behartiging van de belangen dergrootere eenheden slechts incidenteel tot haar recht. Wijhebben geen legkaarten noodig, maar een wel-overwogenzelfstandig bezien van steeds klemmender belangen. Degeheel eigen aard en het belang der materie eischen eenafzonderlijke, rechtstreeks op het doel gerichte regeling,die in een nieuwe autonome doel-corporatie haar objecti-veering moet vinden. Een dergelijke eisch is niet on-histo-risch; nieuwe tijden gevoelen uiteraard nieuwe behoeften.Schrijver gaat nu in op het in 1925 door de commissieuit de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten en hetInstituut uitgebrachte rapport, dat culrnineerde in hetvoorstel van den Gewestelijken Raad. Tegenover de naarvoren gebrachte kritiek meent hij dat de conclusies vandit rapport, dat natuurlijk nooit meer bedoelde dan eenvoorloopige schets op te stellen, nog steeds in hoofdzaakte handhaven zijn. Doet men verdere stappen, dan zal helderblijken dat een dergelijk plan, dat steeds uitgesproken hetkarakter van een bestemmingsplan draagt, geheel anderesancties van noode heeft dan onze Woningwet thans voorde gemeentelijke uitbreidingsplannen kent. Men zal tot opden bodem der principieele kwestie moeten boren: in welkemate tolereert de geldende rechtsovertuiging beperking deruit den grondeigendom voortvloeiende rechten? Schrijverstaat op het standpunt, dat de Overheid haar Schuldigkeitgedaan heeft door den eigenaar het ongestoord genot zijnerpossessie conform haar bestemming te waarborgen. Tenslotte gaat de schrijver in op de beweging voor gewestelijkeplannen in het buitenland, waarbij hij erop wijst hoe menin Duitschland de meest ingrijpende resultaten bereiktheeft.Bouwkimdig Weekblad Architectura, No. 15, 14 April 1928.Het oude schoon en de nieuwe tijd door Ir. A. J. van derSteur. De meeste oude provinciesteden vertoonen, naast debouwwerken uit vroegeren tijd, meer moderne excessenvan architectonische onmacht dan voorbeelden van hetscheppende jonge leven der nieuwe kunst. Ook Amersfoort,welks binnenstad een veelszins gaaf en slechts in onder-deelen geschonden beeld van oud-Nederlandsch stede-schoon biedt, is van deze excessen niet vrij gebleven.Schrijver geeft hiervan enkele staaltjes en vraagt zich afwaarom Amersfoort geen schoonheidscommissie heeft.Amersfoort Garnizoenstad, door Wieger Bruin. Amers-foort is garnizoenstad en geen vesting en zoo drukt hetrailitair element zijn stempel niet op de stad in haar vormen ontwikkeling, maar treedt het alleen naar voren in dehier en daar om de oude stad geplaatste militaire gebouwendie de schrijver nader beschrijft.Amersfoort.... of de nieuwe architectuur in harmoniemet de Natuur, door H. Th. Wijdeveld. Ook Amersfoortontkomt niet aan het lot van gemoderniseerd te worden.Laat het daarbij aan moderne architecten een kans geven.Deze zullen trachten de oude schoonheid te bewaren,OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN - NATIONALE WONINGHAAD ioJsarnengroeiend in harmonie met het onvermijdelijkgroeiende Nieuwe.Een groot aantal kaarten en afbeeldingen illustreeren deverschillende artikelen.-, No. 17, 28 April 1928.Dit rijk geillustreerd nummer is gewijd aan de stadKeulen. Van de verschillende bijdragen noemen wij:Keulen's uitbreiding, door Wieger Bruin. Schrijver geefteen toelichting op het uitbreidingsplan voor Keulen vanSchumacher (zie ons Tijdschrift jrg. 1923, pag. 238). Metenkele plattegronden.Mededeelingen, orgaan van de vakgroep ,,Bouwkunst" derAlg. R. K. Kunstenaarsvereeniging, No. 5, Maart 1928,Amerikaansche Woningbouw te New York, door H. Th.Korte, beschrijving van een Amerikaansch bouwplan van1950 woningen, elk van vier of vijf kamers. De huur isgemiddeld 9 dollars per kamer en per maand. Om een 200M.langenen 12 M. breeden binnentuin zijn de U-vormigebouwblokken gegroepeerd. Verder zijn zij gescheidendoor straten van nog geen 4 M. breedte. R
Reacties