Zeespiegelstijging baart zorg. Verzekeraars van nieuwbouw onder de zeespiegel onderschrijven dit. Nederland heeft een gedegen ontwerptraditie in bouwen in de delta. Dat heeft geleid tot een relatief veilig land, ondanks de lage ligging. Maar hoe gaan we in deze tijd van grote onzekerheden rond waterstanden verder met de woningbouwopgave? We schetsen denkrichtingen voor bouwen in de delta.
We zien de daadkracht in het omgaan met water in de vele waterschappen die vanaf 1255 werden gesticht; de aanleg van droogmakerijen vanaf de 17e eeuw, de Afsluitdijk in 1932 en last but not least de voltooiing van een reeks Deltawerken in 1987. De gedachte dat Nederland afdoende beschermd was tegen overstromingen stak de kop op, maar werd meteen in de kiem gesmoord door extreem hoge waterstanden in 1993 en 1995. Deze bijna-rampen leidden tot de Maaswerken en het programma Ruimte voor de Rivieren (2005 en 2006).
Rond die tijd werd ook duidelijk dat de zeespiegel snel steeg en het gehele systeem, waarbij het water van twee kanten kwam, wellicht toch niet toekomstbestendig zou kunnen zijn: in de Hollandse delta botst rivierwater op de steeds hogere stormvloeden. In 2007 werd de Deltacommissie ingesteld, in 2011 gevolgd door de Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Sindsdien hebben we een Deltaprogramma dat ieder jaar (zo nodig) wordt bijgesteld. Nog voor Ruimte voor de Rivieren succesvol werd afgerond in 2019 stond alles weer ter discussie. De zeespiegel begon meetbaar sneller te stijgen, en de rivieroverstromingen in juli 2021 leidden tot honderden slachtoffers en enorme schade in België, Duitsland en Nederland. Kunnen we het toenemende overstromingsrisico indammen door goed ontwerp gepaard met Nederlandse daadkracht? En worden de Zuidplaspolder en Rijnenburg – in de actuele discussies vaak in een zin genoemd – dan veilig bouwland? Zuidplas en Rijnenburg hebben echter niet hetzelfde probleem. De Zuidplaspolder ligt achter een primaire dijk in een polder op meer dan zes meter onder NAP. Een stormvloed van 4 meter boven NAP is mogelijk wanneer de (verouderde) stormvloedkering bij Krimpen aan den IJssel het niet houdt. Het maaiveld 10 meter ophogen is hier geen optie. Wil je het risico op persoonlijke en materiele schade bij een dijkdoorbraak beperken, zul je moeten denken aan evacuatiemogelijkheden, drijvend bouwen of helemaal niet bouwen. In Rijnenburg duurt het veel langer voor het water komt en de overstromingsdiepte valt dan mee. Aangepast bouwen is daar mogelijk.
Gezien de indringende opgave om bijna een miljoen woningen bij te bouwen, leek het ons noodzakelijk om de interessantste langetermijnvisies erbij te pakken en te kijken hoe de lange en de korte termijn zich tot elkaar verhouden. Ook al is vooruitblikken een onzeker vak, is het toch zinvol toekomstbeelden naast elkaar te zetten.
Zijn er lastige keuzes die we nu al moeten gaan maken? Hoe en waar kun je met enige zekerheid toekomstbestendig bouwen? Welke no-regret-maatregelen zouden we nu moeten nemen om straks niet verrast te worden door ontwikkelingen die we wel zagen aankomen, maar niet voldoende hebben meegenomen in de planvorming?
Reacties