De aandacht in Suriname voor wonen is beperkt, naar Nederlandse maatstaven. Regelgeving op het gebied van sociale woningbouw kent het pas sinds 1947, volkshuisvesting is beleidsmatig nog altijd geen zelfstandige discipline. De stichtingen Sekrepatu en Brasa proberen de woningproductie aan te jagen, met wisselend succes. Op dit moment lijkt die rol vooral voor China weggelegd. Een inkijk in woningbouw op z’n Surinaams.
24TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2011ACHTERGRONDDe aandacht in Suriname voor wonen is beperkt, naar Nederlandse maatstaven.Regelgeving op het gebied van sociale woningbouw kent het pas sinds 1947,volkshuisvesting is beleidsmatig nog altijd geen zelfstandige discipline. De stichtingenSekrepatu en Brasa proberen de woningproductie aan te jagen, met wisselend succes.Op dit moment lijkt die rol vooral voor China weggelegd. Een inkijk in woningbouw opz'n Surinaams.DOOR JOTTA VAN GROENEWOUD, ARCHITECT; JAAP RUIJGERS, SENIORADVISEUR WONEN/ECONOMIE BIJ STADSDEEL OOSTAanjager van de eerste kleinschalige, kleurrijke en duur-zame woningbouwprojecten van de StichtingSekrepatu in Paramaribo is architect Lucien Lafour. Narealisatie van zijn nieuwe gebouw van de Nederlandseambassade voelde Lafour zich geroepen iets te doenaan stadsherstel en de abominabele (volks)huisvesting van velen inParamaribo. Hij legde daartoe lijnen tussen Surinaamse enAmsterdamse partijen die zich met woningbouw en volkshuisvestingbezig houden.Sekrepatu is een in Suriname gevestigde woningbouwstichting diezich ten doel stelt de huisvestingsmogelijkheden in Suriname tebevorderen en te verbeteren, een bijdrage te leveren aan stadsherstel enrevitalisering alsmede het bouwen c.q. verwerven en vervolgens beherenen exploiteren van woningen, met aandacht voor kwaliteit, beheer enduurzaamheid. Op den duur moet Sekrepatu als woningbouwcorporatiegaan functioneren, vergelijkbaar met zo'n organisatie in Nederland.In dit artikel wordt nagegaan in welke context deze stichting opereerten wat vanuit Nederland wordt bijgedragen aan het realiseren van dedoeleinden van Sekrepatu.Suriname kent regelgeving van de Nederlandse sociale woningbouwniet. Er bestaat geen Woningwet zoals we die in Nederlandkennen met bijbehorende wetgeving op het gebied van huren,organisaties, bewonersparticipatie etc. Er zijn geen structuur- enbestemmingsplannen, hoewel wel wetgeving bestaat die dit mogelijkzou maken. Geen huurbescherming of huurverordening.Tot de afschaffing van de slavernij woonden de meeste mensen op deplantages. Naast een directeurswoning waren enkele barakken voor deslaven. De adjudanten van de meester hadden iets betere woningen.In de stad waren vergelijkbare woonomstandigheden: de meesterswoonden in mooie herenhuizen en op achterliggende erven stondenbarakken voor slaven en armlastigen. Voor ambtenaren werden, vooralin de districten, ambtswoningen gebouwd. Geleidelijk aan werden doorde grotere werkgevers ook woningen voor de arbeiders gebouwd. Na deafschaffing van de slavernij trokken de voormalige slaven massaal naarde stad. De situatie op de erven werd nijpend door overbevolking: slechtehygi?nische omstandigheden, gebrek aan sanitair en onbetrouwbarewatervoorziening in de vorm van erfputten.WANTOESTANDENBe?nvloed door de Nederlandse inzichten met betrekking tot socialewoningbouw sinds 1901 werd in Suriname een commissie ingestelddoor de gouverneur om de huisvesting van de lagere klasse vande bevolking te onderzoeken en om met aanbevelingen te komen.De woningcommissie rapporteerde in 1910 de wantoestanden metbetrekking tot de huisvestingssituatie en de onevenredige hoge hurendie de mensen moesten betalen. Een van de aanbevelingen aan degouverneur was om, net als in Nederland, woningen te bouwen metgeldelijke steun van de overheid aan woningbouwverenigingen.Er gebeurde destijds niets met de aanbevelingen van de commissie. DeWONINGBOUWOP Z'N SURINAAMS25TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2011ACHTERGRONDsituatie verslechterde en verergerde na de Tweede Wereldoorlog toen ereen nieuwe trek naar de stad ontstond.Eind veertiger jaren kwam er dan toch wetgeving die het begin vanoverheidsbemoeienis inluidde; het Nederlands bestuur introduceerdede Huurbeschermingswet 1947, het Bouwbesluit, de Huurwaardewet enhet Huurbesluit. In de praktijk werd met de wetgeving weinig gedaan.Wel diende vanuit particulier initiatief de eerste woningbouwvereniging"Beter Wonen" zich aan. In 1950 begon de overheid met Nederlandseontwikkelingsgelden huizen te bouwen te Beekhuizen en Zorg en Hoop(oude plantages). De afdeling Sociale Bijstand van het ministerie vanSociale Zaken en Immigratie was opdrachtgever.In 1951 werd de Stichting Volkshuisvesting Suriname (SVS) opgericht.Het is een overheidsbedrijf, valt onder het Ministerie van Sociale Zakenen Volkshuisvesting (SoZaVo) en is het beste te vergelijken met onsvroegere gemeentelijk woningbedrijf. Het nog zelfstandige Beter Wonenwerd ge?ntegreerd. De SVS realiseerde in de jaren vijftig en zestig enkeleduizenden volkswoningen en begeleidde de bouw van honderdenzelfbouwwoningen, gefinancierd door subsidies uit Nederland.De toegewezen woningen werden verhuurd: na een jaar kon men dewoningen op huurkoopbasis verkrijgen. Bij de vaststelling van dehoogte van de huren en de aflossingen huurkoop was het inkomen hetrichtsnoer en niet de kostprijs en de exploitatielasten. Een vorm vaninkomenshuur die door de overheid niet werd gecompenseerd aan deSVS. Hierdoor konden de woningen niet adequaat worden onderhouden.Bovendien werden de huren niet ge?ndexeerd. Er was en is nog steedssprake van politieke bemoeienis met de woningtoewijzing. Ook wanneerer sprake is van huurachterstand. De betaaldiscipline verslechterde nogmeer. De organisatie ging bergafwaarts.TASKFORCEBij het begin van de regering Wijdenbosch (1996 ? 2000) was er eenopleving met de start van de bouw van nieuwe woningen: aan dearmlastigen werd een woning beloofd en ruim 1.000 woningen werdenin aanbouw genomen. Dat gebeurde door een bijzondere Taskforcebuiten de reguliere organisatie om. Door een gebrekkige planning entekort aan financi?le middelen werd nauwelijks een tiental voltooid. Veelniet afgebouwde woningen werden door binnenlandbewoners die na debinnenlandse oorlog naar de stad waren getrokken, gekraakt. Daarnais de SVS terug bij af: er zijn tot 2009 nauwelijks 40 woningen per jaargebouwd.Inmiddels is het bestand van de huurwoningen gedaald tot ongeveer700 woningen. Dit komt omdat woningen verkocht zijn, omdat ze omniet zijn overgedragen aan bewoners en omdat (de inmiddels slechtewoningen) door bewoners geamoveerd zijn en vervangen door nieuwewoningen. De resterende woningen verkeren ofwel in slechte staatvan onderhoud of zijn door de bewoners zelf verbouwd. Bovendienbeschouwen de bewoners en erfopvolgers de woningen inmiddels alshun eigen bezit. Er vinden ook geen mutaties plaats, kinderen nemen dewoningen over van de ouders.Het Directoraat Volkshuisvesting is nog altijd onderdeel van hetministerie van SoZaVo. Dat volkshuisvesting decennia lang isSpeelterrein voor creche van het pilotproject Sekrepatu Dyari, bestaande uit 17 woningen(Foto Architectenbureau Lafour&Wijk)26TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2011ACHTERGRONDondergebracht bij het ministerie van Sociale Zaken komt omdatvolkshuisvesting beleidsmatig nooit als zelfstandige discipline isgezien. Het verstrekken van volkswoningen werd gezien als eensociaal vangnet in een land waarin geen bijstandswetgeving bestaat.Sociale Zaken verstrekt ziekenfondskaarten, een heel bescheidenouderdomsvoorziening en volkswoningen. De laatste voor zover dezebeschikbaar zijn.Tot 2006 werkten op het Directoraat Volkshuisvesting slechts 2? 3 beleidsambtenaren. Het Directoraat bestond feitelijk uit eenbouwbedrijf en een timmerfabriek om volkswoningen te bouwen.Momenteel kent het Directoraat ongeveer 25 (beleids)medewerkers.De laatste jaren is voor het eerst sinds tijden sprake van een oplopendewoningbouwproductie. Door woningbouw in de nieuwe wijk Richelieuen door met steun van China gebouwde volkswoningen te Tout Lui Faut.SOORT WONINGCORPORATIESinds begin 2000 bestaan er ook particuliere bouwinitiatievenzoals van Stichting Sekrepatu en Caesarea. Zij proberen een soortwoningcorporatie te worden naar Nederlands voorbeeld. Sekrepatubouwt inmiddels daadwerkelijk een flink aantal woningen. Caesareaheeft na meer dan tien jaar voorbereiding slechts een paar woningenopgeleverd. En er is een verbeterings- en nieuwbouwprogramma voorzelfbouwers met lage inkomens, het zogeheten LISP (Low IncomeShelter Program), met financi?le steun van de IDB (InteramericanDevelopment Bank).Dit programma dat in 2004 gestart is, was zeer succesvol. Tot begin2010 werden 3.600 woningen aangepakt. Ongeveer 2.300 ingrijpendewoningverbetering en ongeveer 1.300 nieuwbouw. De regeringonderhandelt met de IDB over een LISP II programma. Ook probeertde overheid particuliere woningbouw te faciliteren door goedkopeleningen via de kasreserveregeling. Deze komen erop neer dat de bankenten laste van hun verplichte reserve tegen 7 procent hypotheken mogenverschaffen aan middeninkomens. Normaal bedraagt de hypotheekrenteongeveer 10 ? 12 procent. Knelpunt is en blijft de beschikbaarheid enuitgifte van bouwrijpe grond.27TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2011ACHTERGRONDDe Surinaamse woningbouw bestaat bijna volledig uit eigenwoningbezit in de vorm van vrijstaande woningen meest op ruimekavels. Geschakelde en gestapelde woningen zijn uitzonderlijk.Deze particuliere woningvoorraad bestaat enerzijds uit grote, luxehuizen en anderzijds kleine, verkrotte woningen. Ook huurwoningenzijn veelal particulier bezit. Vastgoedpartijen, beleggers ofwoningbouwverenigingen kent men niet. Huren van een betaalbarewoning is nog altijd geen gemeengoed in Suriname.De woningbehoefte in Suriname is onduidelijk. In het parlement wordtover woningnood gesproken aan de hand van de inschrijvingslijst bijde SVS. Deze kent meer dan 10.000 woningzoekenden. Deze lijst wordtechter vrijwel nooit opgeschoond. Op basis van de laatste volkstelling uit2002 kan het acute woningtekort berekend worden op omstreeks 5.000.In het tijdschrift Rooilijn (Amsterdam, 2010, jrg 43, nr 3) gaan prof. A. deBruijne en Marion Maks uit van een jaarlijkse behoefte van 2.500 ? 2.800woningen voor het district Paramaribo en aangrenzend Commewijne enWanica, de enige verstedelijkte gebieden van het land. Deze behoefte iseen optelsom van demografische ontwikkelingen, van vervanging vankrotten van overbezetting en tekorten.GROOT EN DUURDoor de economische groei ligt de woningproductie de laatste jarentussen de 2.000 ? 3.000 woningen per jaar. Dit is verhoudingsgewijseen even grote productie als in Amsterdam! En sluit goed aan bij debehoefte, zoals door De Bruine en Maks beschreven. Het gaat voor 90procent om zelfbouw in de particuliere sector. Het overgrote deel van denieuwbouw is groot en duur. Gebouwd voor en door de bovenkant vande samenleving. Maar met name het LISP-programma heeft een bijdrageaan de huisvesting van de laagst betaalden geboden. In het parlementwordt alleen gesproken over de volkswoningbouw door de overheid endeze was in 2010 slechts omstreeks 200 woningen.Er waren tal van redenen om de samenwerking tussen Nederlanden Suriname op het gebied van volkshuisvesting te verstevigen. Degrote behoefte aan goede en betaalbare woningen in Suriname is debelangrijkste. Maar er zijn ook historische, culturele en politiekeredenen. De historische band tussen de twee landen is ook na deonafhankelijkheid blijven bestaan. Er woont een vergelijkbaar aantalSurinamers in Nederland als in Suriname. Een concretere band tussenAmsterdam en Paramaribo werd gesmeed door de oprichting in 2000in Amsterdam van de Stichting Brasa (omarming) en in Paramaribovan Sekrepatu (schildpad). Samen vormen ze een twinning: er is eenintensieve en effectieve samenwerking.Brasa is een samenwerkingsverband tussen woningbouwcorporatiesStadgenoot, Rochdale en De Key en de gemeente Amsterdam. Brasaondersteunt Sekrepatu met kennis en ervaring op het gebied van hetontwikkelen, realiseren en beheren van woningen en wil zodoende eenbijdrage leveren aan het verbeteren van woon- en leefsituatie van demensen in Suriname. Ook levert Brasa ondersteuning door een bijdragein de exploitatie van Sekrepatu tot een break-even point bereikt is bijeen bezit van 500 woningen te realiseren in 5 jaar. Break-even wil in ditverband zeggen dat het apparaat van Sekrepatu betaald kan worden uithuuropbrengsten. Het zogeheten Brasafonds staat tevens garant voorde aan Sekrepatu verstrekte leningen ten behoeve van het bouwen vanwoningen.De bijdrage vanuit de gemeente Amsterdam - deels ondersteund doorde VNG - steunt op de wens van de gemeente om samenwerking terichten op landen van herkomst van de grootste groepen allochtoneAmsterdammers. Op allerlei (vak)gebieden wordt structureelsamenwerkt. Het exportproduct aan Amsterdamse zijde is voornamelijkkennis. De verdragsmiddelen die Nederland bij de onafhankelijkheidvan Suriname ter beschikking heeft gesteld spelen een rol bij deAmsterdamse ondersteuning. Voor een doeltreffende besteding vandeze verdragsmiddelen hebben Suriname en Nederland in 2003 eensectorstudie volkshuisvesting laten uitvoeren door het bureau Ecorys.STARTKAPITAALEen van de aanbevelingen van Ecorys was te komen tot een NV Grond(later grondontwikkelingsbedrijf, GOB genoemd). Ook adviseerdeEcorys om een NV Wonen op te richten voor het beheer van woningenen om binnen het Directoraat Volkshuisvesting een projectbureauop te richten voor de implementatie van andere voorstellen op hetgebied van volkshuisvesting. Dit zogeheten SHIP (Sector HuisvestingImplementatie en Programmateam) is sinds 2006 operationeel. Deminister van SoZaVo heeft naar aanleiding van de sectorstudie aan deAmsterdamse vertegenwoordigers gevraagd om in de periode 2007/2010in een intensieve samenwerking om vanuit SHIP te assisteren bij debouw van het project Richelieu en met de voorbereiding en oprichtingJe treft ze veelvuldig aan: ooit mooie herenhuizenen nu zwaar verwaarloosd(Foto Reinout van den Bergh / Hollandse Hoogte)28TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2011ACHTERGRONDvan het GOB. Het startkapitaal voor dit GOB is afkomstig uit deVerdragsmiddelen.Bij zijn werkbezoek in 2006 heeft voormalig burgemeester Job Cohenvervolgens hulp aangeboden om het GOB op te zetten door oud-wethouder Duco Stadig te laten adviseren. Stadig heeft, in nauw overlegmet het Ontwikkelingsbedrijf van de gemeente Amsterdam (OGA),zijn advies begin 2007 afgerond. De besluitvorming daarna heeftin Suriname een trage gang gehad. Dit heeft alles te maken met hetfeit dat Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Gronduitgifte bijmeerdere ministeries is ondergebracht. Gronduitgifte is in Surinameeen politiek geladen item. Het vindt eigenlijk nooit plaats tegen dekostprijs. Een verdeling waarbij de verschillende etnische groepen enbelangenorganisaties voldoende aan hun trekken komen, bepaalt hetpolitieke debat.In de Grondwet staat dat iedere Surinamer recht heeft op een stukjegrond om zijn huis op te bouwen. Belangengroepen interpreteren dit alseen gratis recht. Uiteindelijk heeft de Raad van Ministers medio 2009ingestemd met de statuten voor een NV Grondontwikkelingsbedrijf(GOB). Uitgangspunt is dat de kostprijs van het bouwrijp makentenminste wordt terugverdiend. Dit is grotendeels conform hetadvies van Stadig. Het belangrijkste verschil is dat nu sprake is vaneen overheids-NV. In het advies was de NV op grotere afstand vande overheid geplaatst met meer mogelijkheden voor deelname vanparticulier kapitaal. Tevens om de lobby naar de politiek voor concretegronduitgifte meer op afstand te houden. Conform de Amsterdamsemethodiek, zal het GOB de vereveningsmethodiek hanteren bij hetwerken met grondexploitaties. Dit betekent dat verliesgevendegrondproductie gecompenseerd kan worden met grondproductie welkemeer dan de kostprijs kan opleveren.De laatste jaren is bij de Amsterdamse ondersteuning van hetDirectoraat het opleiden in de vorm van trainingen en seminars steedsbelangrijker geworden. Met Richelieu als pilotproject zijn trainingenopgezet in het werken met grondexploitatiesTerug naar Sekrepatu. Deze stichting wil zich richten op huisvestingvan lagere middeninkomens en geschoolde werknemers. In de praktijkricht zij zich op middeninkomens van 250 tot 300 per maand(bij tweeverdieners dus maximaal 600). Het gaat om verpleegsters,onderwijzers en ambtelijk kader. Alleen tweeverdieners kunnen dehuren van Sekrepatu (tussen omstreeks 120 tot 200) betalen. Debest verdienenden onder hen kunnen ook koopprijzen (inclusiefgrondkosten) tot circa 75.000 betalen. Voor lagere middeninkomensen arbeiders (inkomens minder dan 250) zijn de woningen vanSekrepatu onbereikbaar.Het huurbeleid is in Suriname slecht geregeld. In de particulieresector wordt de huurprijs vaak na enkele jaren met een fors percentageverhoogd. Sekrepatu geldt als voorbeeld voor een goed en tegelijkertijdgematigd huurbeleid. De jaarlijkse huurverhogingen worden vastgesteldin verhouding tot de landelijke inflatie, maar het sociale gezicht vanSekrepatu wordt daarbij niet uit het oog verloren.NADRUK OP PARTICIPATIEIn 2003 hebben de Surinaamse overheid enerzijds en Sekraptu en Brasaanderzijds een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Tegenover deinspanningsverplichting van Brasa/Sekrepatu om door de bouw van 500woningen uit te groeien tot een volwaardige algemene woningstichting,staat de inzet van de minister van SoZaVo om te ijveren voor hetaanbieden van bouwrijpe grond. De minister heeft deze inspanning totnu toe niet gerealiseerd. Het gevolg is dat Sekrepatu de grond steeds opde vrije markt heeft moeten kopen. Met weer als effect dat Sekrepatualleen de midden en midden-hogere inkomens kan huisvesten. In detoekomst wil Sekrepatu alsnog de midden- en de lagere inkomensgroe-pen bedienen. Zij zal dan eerst zelf een stabiele en financieelonafhankelijke organisatie moeten zijn.In de woningbouwprojecten van Sekrepatu ligt de nadruk op participatievan de bewoners.In Suriname is huren bij een woningstichting nog geen gemeengoeden staat duurzaam beheer nog in de kinderschoenen. Participatie is ookeen onbekend fenomeen, maar wel een effectief middel om huurdersin een vroeg stadium te betrekken bij de zorg voor hun eigen woningen woonomgeving. Waarmee ook de waarde van het bezit behoudenblijft en wellicht zelfs toeneemt. De afstand tussen verhuurder enhuurder verkleinen en eventuele problemen snel oplossen leidt totmeer tevredenheid en woonsatisfactie. Toewijzing door Sekrepatugeschiedt aan de hand van een wachtlijst. Men moet ingezetene(ingeschreven in het bevolkingsregister) dus niet per se Surinamer zijn.De norm is dat 30 procent van het inkomen aan wonen besteed wordt.Zogenaamde urgente gevallen bestaan (nog) niet omdat er vooralsnoggeen apparaat bestaat om dat te kunnen beoordelen. De medewerkersvan de afdeling Bewonerszaken van Sekrepatu gaan er wel creatiefmee om, in de vorm van een informele urgentietoekenning. Er is geentoewijzingscommissie.Een andere doelgroep waar Sekrepatu zich op richt zijn de zogenaamdeSurinaamse Nederlandse remigranten. Surinamers in Nederlanddromen van een mooie oude dag in het geboorteland. Overzee goedehuisvesting regelen voor eventuele terugkeer valt niet mee. Ook dezorgvoorzieningen zijn in Suriname anders geregeld dan in Nederland.Een belangrijk deel van de huurders van de bij Brasa aangeslotenAmsterdamse woningcorporaties is van Surinaamse afkomst. Velen vanhen hebben aangegeven dat ze graag zouden willen terugkeren naar hungeboorteland als er kwalitatief goede en betaalbare woningen zoudenzijn, in combinatie met goede zorgvoorzieningen. Een tiental Surinaam-se Nederlanders wordt inmiddels door Sekrepatu gehuisvest.REMIGRANTENBij de plannen van Brasa en Sekrepatu wordt rekening gehouden metwoningen voor remigranten, maar wel in een `gemengde' omgevingvan lokale huurders en een beperkt aantal remigranten. Sekrepatu wiltgeen enclaves cre?ren van uitsluitend Surinaamse Nederlanders. Hetpilotproject Sekrepatu Dyari was te klein (18 wooneenheden) om die mixmogelijk te maken. In het tweede, grotere Kontren was die mogelijkheider wel. Tien van de 98 huurwoningen zijn bestemd voor remigranten.Bij voldoende belangstelling zal ook in de volgende projecten rekeninggehouden worden met een percentage van circa 10 procent woningenvoor remigranten. Het huisvesten van Amsterdamse huurders inSuriname levert bijkomende voordelen op. Zo komen in Amsterdamweer sociale huurwoningen beschikbaar hetgeen de doorstromingbevordert. Ook zullen de remigrantenwoningen in Suriname voor eenhogere prijs verhuurd worden dan de woningen die worden aangebodenop de lokale bevolking: zo kunnen de huren voor de lokale bevolkingbetaalbaar blijven. De remigranten worden door de Brasapartnerszorgvuldig begeleid bij hun beslissing om terug te keren naar Suriname.Sekrepatu heeft inmiddels 200 woningen in de verhuur en beheerverspreid over 3 projecten, te weten Sekrepatu Dyari (17 woningen),29TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2011ACHTERGRONDSekrepatu Kontren (130 woningen) en Sekrepatu Woonpark (52woningen). De bouw van Sekrepatu Buiten (het gebied van Tout LuiFaut) is in volle gang. In voorbereiding is het project Houttuinen met debedoeling in 2011 te starten en over bouw in Richelieu wordt nog steedsmet de overheid gesproken.Brasa en Sekrepatu herijken op dit moment de onderlingesamenwerking. Het realiseren van het break-even point (500 woningen)duurt aanmerkelijk langer dan verwacht. De oorzaak daarvan is hetverkrijgen van grond en planningsoptimisme. De Amsterdamsecorporaties kunnen echter niet zonder meer in de exploitatie van deorganisatie blijven voorzien. Met behulp van een bruidschat moetSekrepatu zelf de nieuwe bouwprojecten realiseren om het break-evenpoint te bereiken. Brasa blijft wel garant voor de eerder verstrekteleningen. Daardoor blijft ook de toezichtfunctie bestaan.NIEUWE TIJDENIn het laatste halfjaar is er veel veranderd. Na democratischeverkiezingen is Bouterse president geworden. Amsterdam heeftdaarop de directe samenwerking met de overheid, zoals met hetministerie van SoZaVo, afgebouwd. De trainingen en workshops vanuitAmsterdam ten behoeve van Surinaamse ambtenaren zijn gestopt.Humanitaire contacten en contacten met niet-overheidsorganisaties,zoals Sekrepatu, blijven bestaan. Zelf heeft de nieuwe president debouw van volkswoningen voor de laagste inkomensgroepen opnieuwtot belangrijke prioriteit benoemd. Het lijkt terug bij af. Buiten hetministerie van SoZaVo is in de persoon van oud-militair Boerenveeneen housing authority ingericht op het kabinet van de president. Hetlijkt erop dat net als ten tijde van de regering Wijdenbosch er zonderplanning gebouwd wordt. Dat betekent dat als de woningen klaar zijnhet de vraag is of de infrastructuur (wegen, nutsaansluitingen) geregeldzijn. Het is twijfelachtig of het GOB een rol krijgt. Over het toekomstigbeheer wordt evenmin nagedacht.De financiering van de woningen zelf is deze keer wel geregeld inde vorm van lucratieve ontwikkelingshulp vanuit China. Volgenskrantenberichten heeft China hulp toegezegd voor de bouw van 5.000woningen waarvan 2.000 in de binnenlanddistricten. De contractenmet China zijn niet openbaar. China werkt met een geopolitiekperspectief: men wil graag voet aan land in Zuid-Amerika. Oogmerkvan de Chinezen bij hulp is toegang tot natuurlijke hulpbronnen en deexport van Chinese arbeiders. Zij zullen de huizen in Suriname bouwen.De meningen in Suriname hierover zijn verdeeld. Blij is men met dedaadkracht die de regering uitstraalt. Tegelijkertijd lijken er echteretnische spanningen te ontstaan tussen de Surinaamse bevolking ende nieuwe Chinese arbeiders die tegen zeer laag loon arbeidsplaatseninnemen. De regering is vooral blij met de forse bedragen die China (ookin andere sectoren als de wegenbouw) investeert.Woningtype Ingrid Betancourt 2 van het projectSekrepatu Kontren en in totaal 130 woningen omvat(Foto Architectenbureau Lafour&Wijk)
Reacties