Water-	
 	schap
#1/2023	
Vakblad over de leefomgeving voor ruimtelijke professionals en woonexperts
Luister naar bodem en water
INTERVIEW DIJKGRAVEN EN HOOGHEEMRAAD
 
Waterschap in de 	 	
wereld van morgen
MARTIJN VAN DER STEEN & MYRTHE VAN DELDEN
 
Waar gaan we wonen 	 	
(in de delta)?
JUTTA HINTERLEITNER & LEO POLS
 
Biobased en 	 	
natuurinclusief wonen
DAAN BRUGGINK
Het weer wordt extremer, met een grotere kans op langdurige 
droogte en meer overvloedige regenval. We zijn doorgeschoten 
in de maakbaarheid van Nederland. Het watersysteem stuit op 
zijn grenzen. In het boek 	Nederland Droogteland	 laat 	
milieujournalist René Didde zien welke uitwegen er zijn uit de 
droogte en hoe we de verzilting, verzakking en verdroging van 
Nederland kunnen tegengaan. Hij is optimistisch: Nederland kan 
een nieuwe balans vinden tussen nat en droog. Waterschappen 
en provincies spelen daarbij een cruciale rol. Andere 
'hoofdpijndossiers', zoals stikstof, kunnen daarbij meeliften.
Van waterschaarste en 
bodemdaling tot regentuinen 
en hoogwaterboerderijen
ISBN 9789088031205PRIJS ?21,95UITGEVERIJ LIAS B.V.
APRIL 2021DERDE DRUK176 PAGINA'S14 X 23 CMPAPERBACK
1	
EN VERDER
04 Hoofdredactioneel
40 Column
  De waterwereld door de 	
ogen van een adviseur	
48 	Beeldessay	
 Redesigning Deltas 
96 Column
  De dupe van 	
overstromingen	
98 Recensie
  Een onvoltooid project 	
ARTIKELEN
20 	Waterschap in de 
wereld van morgen	
 Gezamenlijke zoektocht
28 	Samen in actie voor 
water en bodem
Provinciale verkiezingen	
32 	De waarde van water	
 Waterbewustzijn 
42 	Vrijheid in gebondenheid
Redesigning Deltas	
52     	Waar gaan wij wonen 
(in de delta)?
Vier toekomstbeelden	
60 	Biobased en 
natuurinclusief wonen
De Nieuwe Oogst	
72     	Omgevingsfactoren	
 Instrumenten gezonde 	
leefomgeving (IGL)	
Leef-
omgeving	
Betaalbaar 
wonen
COVER
De watersnood in 1995	 	
bron Archief Well Limburg	
THEMA	  	
WAT E R	
78 	Lokale energie-
opwekking
Rolverdeling	
84     	Wonen internationaal	
       Conferentie EIPA
90     	Betaalbare woonruimte	
 Hoe Barcelona de 	
wooncrisis te lijf gaat	
Water-
schappen	
66 	Zuidplaspolder	
       Water en bodem 	
bepalend voor keuzes	
INTERVIEWS
06     	Waterschappen 
moeten meer op de 
trom slaan	
      Interview met dijkgraven en 	
hoogheemraad	
12 	Klaar voor de 
klimaatverandering?	
      Interview met vier 	
waterschappen 
Inhoud
2	
Taneha K. Bacchin	  	
TU Delft	
Daan Bruggink	 	
ORGA Architect	
Myrthe van Delden	 	
NSOB	
René Didde	 	
Wetenschapsjournalist	 	
Peter van Dijk	 	
Aa en Maas 	
Koen Dortmans	 	
Hogeschool Arnhem 	 	
en Nijmegen	
Martijn Eskinasi	 	
Ministerie van	 	
Binnenlandse Zaken	
Jutta Hinterleitner	 	
Stedelijk onderzoeker	
Fransje Hooimeijer	 	
TU Delft	
Aan dit nummer werkten mee: 
Auteurs
3	
RUIMTE + WONEN NETWERK	
Yvonne de Kluizenaar	 	
Sociaal en Cultureel 
Planbureau	
Steven Kromhout	 	
Amsterdamse Federatie 
van Woningcorporaties	
Fabiënne van Luin	 	
Gemeente Zuidplas	
Ivan Nio	 	
NIO Stedelijk Onder	-	
zoek/Hogeschool van 
Amsterdam	
Leo Pols	 	
Planbureau voor de 	 	
Leefomgeving	
Bert Pots	 	
Senior redacteur	
Martijn van der Steen	 	
NSOB	
Anja Steenbekkers	 	
Sociaal en Cultureel 
Planbureau	
Christiaan de Vries	 	
Engaging Dynamics	
Bob Witjes	 	
Aedes
4	
Welke dijk zorgt voor mijn 
droge voeten? Kan een 
boer al vroeg in het voor	-	
jaar met zijn zware	 	
voertuigen het land op of 
verkiezen wij een drassi	-	
ge omgeving? En wordt 
ons rioolwater voldoende 
gezuiverd voordat het in 
open water wordt geloosd 
om daarin veilig en	 	
gezond te kunnen zwem	-	
men? 
Bij veel van dergelijke vra	-	
gen blijft het stil. Alleen bij 
ernstige calamiteiten, over	-	
stromingen door onver	-	
wacht zware regenval of bij 
ernstige droogte, staat de 
samenleving uitvoerig stil 
bij de rol van onze water	-	
schappen.
Waterschappen ? de ver	-	
uit oudste en tegelijk meest 
onbekende overheden van 	
ons land ? houden op 15 
maart verkiezingen. Van	-	
wege discussies over onze 
dijken, het meest passende 
peilbesluit en de zuivering 
van af valwater, zou het 
logisch zijn dat we na ne	-	
genhonderd jaar polderen 
continu aan onze water	-	
schappen worden herin	-	
nerd. Niets lijkt minder 
waar. De fusie van bijna 
vierduizend waterschap	-	
pen naar 21 organisaties in 
bijna tweehonderd jaar tijd, 
ging geruisloos aan ons 
voorbij. De democratische 
transitie van tot twintig 
jaar terug alleen verkiezin	-	
gen van en door direct 
belanghebbenden naar 
bijna algemene verkiezin	-	
gen door alle inwoners - we 
hebben er weinig van ge	-	
merkt. Zelfs de recente 
wijziging van het water	-	
schapsbestuur, het terug	-	
brengen van zeven geborg	-	
de zetels naar nu vier voor 
agrariërs en natuurbeheer	-	
ders en daarmee het verho	-	
gen van het aantal politieke 
vertegenwoordigers. Het 
lijkt nauwelijks aandacht te 
k rijgen.
Veel inwoners kennen 
hun waterschap alleen van 
de jaarlijkse belasting-	 	
inning. Dat waterschappen 
met die inkomsten zelf hun 
eigen broek weten op te 
houden is vervolgens vrij	-	
wel onbekend. Maar wat 
doen die waterschappen 
eigenlijk met dat geld? Wie 
heeft het bij de besteding 
van die middelen voor het 
zeggen of wie wil het voor 
het zeggen hebben? En hoe 
kijken de vele experts en 
bestuurders binnen die 
waterschappen naar hun 
toekomst?
Met de onzekerheid over 
de gevolgen van klimaatver	-	
andering, de noodzaak van 
duurzame energieopwek	-	
king en de dringende	 	
behoefte om de belangen 
van natuur en landbouw 
beter met elkaar in balans te 
brengen, ontwaken	 	
Waterschap
Water en bodem zijn 
voortaan sturend in het 
ruimtelijk beleid
5	
HOOFDREDACTIONEEL	
waterschappen uit hun	 	
onbekendheid. Er valt heel 
wat te kiezen. Over de plek 
waar we straks nog kunnen 
wonen, over de versterking 
van de biodiversiteit of over 
de kwaliteit van ons zwem- 
en viswater.
Waterschappen tonen 
zich innovatief, zo betogen 
twee dijkgraven uit Gronin	-	
gen en Limburg en een 
hoogheemraad uit het hart 
van Nederland in een geza	-	
menlijk interview. Steeds 
vaker is er op weg naar een 
circulaire economie aan	-	
dacht voor de terugwinning 
van grondstoffen, steeds 
beter hebben zij oog voor de 
mogelijkheden van energie	-	
opwekking uit ons warme 
a f v a lwate r.
In dit nummer staan we 
ook uitvoerig stil bij de 
principiële keuze van het 
Rijk dat water en bodem 
voortaan sturend zijn in het 
ruimtelijk beleid. Water	-	
schappen vinden het	 	
belangrijk dat de watersec	-	
tor éindelijk meer invloed 
k rijgt. 
Gebiedsontwikkeling zal 
een fundamenteel ander 
karakter krijgen. Een nieu	-	
we woonwijk intekenen en 
vervolgens bodem en water 
aanpassen aan de wensen 
van de toekomstige gebrui	-	
kers, is geen begaanbaar 
pad meer. Diezelfde	 	
bestuurders erkennen dat 
voor de juiste invulling van 
die rol nog wel een en ander 
moet veranderen.    
Martijn van der Steen en 
Myrthe van Delden leggen 
uit dat het waterschap van 
de toekomst gaat over din	-	
gen anders doen en over 
dingen niet meer doen. Dat 
vereist diepe verandering, 
niet alleen in de instrumen	-	
ten, maar ook in de funda	-	
menten. 
Voor de verandering naar 
een fair en houdbaar sys	-	
teem verdient strategie en 
strategisch vermogen daar	-	
om een plek in de kern van 
onze waterschappen.	
Die andere gebieds-	 	
ontwikkeling gloort in de 
plannen van architect Daan 
Bruggink. Samen met 
een ontwerpteam laat hij 
zien dat natuur- en	 	
klimaatinclusief handelen 
kan leiden tot andere	 	
stedenbouwkundige con	-	
cepten. Die Nieuwe Oogst 
smaakt naar meer. 	
Gebiedsontwikkeling 
krijgt fundamenteel 	 	
ander karakter	
Remko Zuidema
Stichting BRIQS
Bert Pots
Senior redacteur  
6	
INTERVIEW
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF JAY-SI
7	
INTERVIEW	
Water en bodem zijn voortaan sturend in het ruimtelijk beleid. Die keuze van het 
Rijk vervult hoogheemraad Els Otterman (Hoogheemraadschap De Stichtse 
 
Rijnlanden) met blijdschap. "Het is belangrijk dat in onze laaggelegen delta de wa	-	
tersector meer invloed krijgt." Dijkgraaf Roeland van der Schaaf (Waterschap 
Noorderzijlvest) noemt het niet minder dan een 'baanbrekende ommezwaai'. "Eeu	-	
wenlang zijn we beziggeweest bodem en water onze wil op te leggen. Dat gebeurde 
goed en geraffineerd, maar de gevolgen van klimaatverandering in combinatie 
met onze hoge bevolkingsdichtheid maken dat we voor nieuwe uitdagingen	 	
komen te staan. Alle partijen die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening, ook de 
waterschappen, zullen van nu af aan naar bodem en water moeten 'luisteren'." 
"Techniek loste lange tijd alles wel op", vult dijkgraaf Patrick van der Broeck	 	
(Waterschap Limburg) aan, "maar daar moeten we van afstappen. Van huis uit ben 
ik fysisch geograaf; ruimtelijke ordening heb ik geleerd, begint bij de bodem en 
daar zit water in. Als we vervolgens goed met de natuur samenwerken, dan komen 
we tot heel andere oplossingen."
Bert Pots
Water en bodem zijn sturend in het ruimtelijk beleid. Wat 
betekent dat voor de rol van waterschappen in de toekomst? 
En wacht er ook nog een taak in de energietransitie?	 	
Twee dijkgraven en een hoogheemraad over groei van het 
zelfbewustzijn, fundamenteel andere gebiedsontwikkeling en 
extra stappen in de strijd tegen klimaatverandering. Luister 
naar bodem en water.
Waterschappen 
moeten meer op 
de trom slaan
8	
INTERVIEW
Gebiedsontwikkeling
Otterman: "Waterschappen zullen als het gaat om hoogwater-waterveiligheid het 
voortouw moeten nemen in op de natuur gebaseerde oplossingen, maar daar	 	
redden we het in het westelijk deel van ons land echt niet mee. Als we in onze dicht	-	
bevolkte delta willen blijven wonen, dan moeten we ook klimaat-adaptief bouwen."	
Gebiedsontwikkeling krijgt een 
fundamenteel ander karakter. 
Van der Schaaf: "Een nieuwe 
woonwijk intekenen en vervol	-	
gens bodem en water aanpassen 
aan de wensen van de toekomsti	-	
ge gebruikers, is geen begaanbaar 
pad meer. En ook in al bebouwd 
gebied zullen niet goed functio	-	
nerende systemen een verande	-	
ring moeten ondergaan."
Waterschap Limburg werd in 
2021 geconfronteerd met over	-	
stromingen na hoogwater in zuid 
en midden Limburg. Van der 	
Broeck onderschrijft de woorden van zijn collega uit Groningen. "We moeten ons 
realiseren dat niet alles maakbaar is. Rivieren moeten meer ruimte krijgen. Dat 
hebben we eerder in het noorden van onze provincie gedaan, dat zal ook in 
Zuid-Limburg moeten gebeuren. Daarbij is het belangrijk	 	
anders te denken, minder conservatief te handelen en minder zelfgenoegzaam te 
zijn. We zien Nederland graag als het land van de allerbeste wateringenieurs, 
maar het is heel zinvol om over de landsgrens te kijken. Zwitserland kent heldere 
normen voor de plekken waar vanwege het risico op wateroverlast wel of niet 
mag worden gebouwd. Daar kunnen we van leren."
Andere kijk
Hij zegt de afgelopen jaren ook persoonlijk een verandering te hebben doorge	-	
maakt. "In het verleden ben ik wethouder en gedeputeerde geweest. Als wethou	-	
der in Venray vond ik de watertoets niet nodig, ook als gedeputeerde zag ik weinig 
in de wettelijke verankering van die toets. De afgelopen vijf jaar ben ik daar anders 
over gaan denken; gemeenten kijken bij het maken van bestemmingsplannen nog 
te weinig naar de rol van water. De watertoets verdient een betere verankering."  
Stevige eisen
Formeel verandert er met 'water en bodem sturend' niks, gemeenten en provincies 
blijven verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening. Van der Schaaf: "Maar onze 
rol verandert wel. Waterschappen zullen vanaf het begin bij die ordeningsvraag	-	
stukken moeten worden betrokken." Waterschappen zijn van huis uit 'doenerig en 
Ook de water	-	
schappen zullen 
van nu af aan naar 
bodem en water 
moeten 'luisteren'
9	
dienstbaar', merkt Otterman op. "Daarin moeten ze veranderen. Als het nodig is, 
dan moeten waterschappen duidelijk maken dat er op een bepaalde plek niet kan 
worden gebouwd. Of ze stellen stevige eisen om voldoende ruimte voor water te 
waarborgen."
Wat betekent dat voor de uitvoerende organisaties? Meer mensen? Extra 
deskundigheid?
Otterman: "We hebben als het specifiek gaat om ruimtelijke ordening meer mens	-	
kracht nodig. Belangrijker is dat waterschappen zelf bepalen wat zij - redenerend 
vanuit het water- en bodemsysteem -   wel of niet verstandig vinden. Voorheen 
durfden waterschappen dat niet altijd." Van der Schaaf: "Wij moeten dus meer op 
de trom slaan. Soms hebben bestuurders en medewerkers daarvoor andere vaar	-	
digheden nodig, zodat we op het juiste moment aan de juiste tafels zitten en daad	-	
werkelijk betrokken zijn bij maatschappelijke discussies. Maar ik verwacht ook iets 
van onze medeoverheden. De 'ruimtelijke ordenaars' bij provincies en in gemeen	-	
ten zullen hun deskundigheid voor wat betreft de betekenis van water moeten ver	-	
groten; water is niet alleen een zaak van het waterschap." 
Gebruik Keur
Ook Van der Broeck denkt minder in organisatiegroei en extra menskracht. 
"Meer bewustwording over de al bestaande mogelijkheden is wat mij betreft veel 
belangrijker. De Keur wordt nog niet voldoende gebruikt. We kunnen in onze 
verordening nog beter aangeven wat wel of niet kan. Ook is het belangrijk ons 
beter te verplaatsen in de behoeften van de andere spelers in het ruimtelijke do	-	
mein. Bijvoorbeeld overstromingskaarten kunnen gemeenten een handvat bie	-	
den bij het maken van omgevingsvisies en bestemmingsplannen, maar we zijn 
ons nog niet altijd bewust van de mogelijkheden van dergelijke instrumenten." 
Een andere verdeling van de bevoegdheden tussen overheden is wat betreft bei	-	
Keur
De beheerverordening van waterschappen wordt Keur genoemd. Deze bevoegdheid is 
beperkt tot de specifiek opgedragen taak. In de Keur staan de regels, met name 
geboden en verboden, die een waterschap hanteert bij de bescherming van onder 
andere waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. Deze regels 
voorkomen dat dijken en oevers beschadigen. Ook zijn er regels voor het onderhoud 
van sloten, beken, rivieren en andere waterlopen om de waterafvoer in dit oppervlakte	-	
water te waarborgen. Hoogheemraadschap van Rijnland bijvoorbeeld werkt aan 
uitbreiding van de Keur met verplichte klimaatregels. Met de komst van de Omge	-	
vingswet wordt de Keur de waterschapsverordening. Waterschap Noorderzijlvest grijpt 
die verandering aan om de Keur te hervormen; het gaat straks minder om het 
aanvragen van vergunningen en meer om de zorg- en meldplicht.
10	
INTERVIEW
de dijkgraven en de hoogheemraad niet aan de orde. Dat zou slechts leiden tot 
eindeloze discussies. Otterman: "Onze kerntaken en verantwoordelijkheden 
veranderen niet. We doen alleen andere dingen om voor de toekomst ons water	-	
systeem en onze waterveiligheid te waarborgen."
Het gebruik van fossiele brandstoffen moet afnemen. Brengt de energie	-	
transitie nieuwe taken met zich mee?
Van der Schaaf: "In de energietransitie hebben waterschappen een rol te spelen. 
Dat is onze maatschappelijke plicht en dat doen we ook. Wij staan open voor	 	
innovaties. Nog niet zo lang geleden zijn op onze zeedijk nabij de Eemshaven 
windturbines geplaatst. Een paar jaar geleden zou dat volstrekt ondenkbaar zijn 
geweest."
Eigen opgave
Van der Broeck: "En we hebben natuurlijk net als iedereen onze eigen opgave.	 	
Waterschappen zijn met al hun installaties grote energiegebruikers. We hebben de 
afgelopen jaren al veel maatregelen genomen om ons eigen energiegebruik terug 
te dringen. Tegelijkertijd winnen we gas terug bij verbranding van slib."
Otterman: "Ook onze waterzuiveringsinstallaties spelen een rol in de energie-	 	
opwekking. In Utrecht-Overvecht bouwt Eneco een warmtepomp om warmte uit 
ons af valwater te halen. In De Bilt proberen we een nieuw aan te leggen warmtenet 
van warmte te voorzien. En er valt te denken aan grootschalige warmtewinning 
uit oppervlaktewater. Voor de Merwedekanaalzone, een nieuw duurzaam woon	-	
gebied in de stad Utrecht, wordt gewerkt aan plannen voor warmtewinning uit het 
kanaalwater. En dat is wat mij betreft pas het begin." 
Van der Broeck: "Het is ook heel goed dat waterschappen positief reageren op de 
vraag van gemeenten, woningontwikkelaars en energieproducenten om samen 
nieuwe wegen te bewandelen. Alleen door samenwerking met en gebruik van	 	
kennis van elkaar komen we verder in die transitie."
De economie moet een meer circulair karakter krijgen. Wat kunnen	 	
waterschappen als het gaat om het winnen van grondstoffen uit af val	-	
water betekenen?
Otterman: "Ook daar zijn we al mee bezig. Wij bouwen bij één van onze water	-	
zuiveringen een cellulose-terugwininstallatie. Andere waterschappen zijn weer 
bezig met de winning van andere stoffen. Er is nog wel een wettelijke belemme	-	
ring; af valstoffen mogen niet opnieuw tot grondstof gemaakt. We lobbyen voor 
andere wet- en regelgeving, maar blijkbaar kan het ook al." 
Is dat genoeg? Van der Schaaf: "Klimaatwetenschappers houden ons voor dat we 
nog veel meer moeten doen om de klimaatverandering enigszins binnen de perken 
te houden. Ik ben relatief nieuw in de sector en ik zie bij onszelf en bij mijn collega's 
een ambitieuze houding tegenover duurzaamheid, energietransitie en circulaire 
economie."
11	
Politieke wil
Els Otterman herkent die open houding. "Maar voor mij, ik ben politiek bestuurder 
voor Water Natuurlijk, mag er nog wel een flink tandje bij. Politieke wil bepaalt of 
we daarover afspraken maken." Patrick van der Broeck ziet in zijn waterschap par	-	
tijen naar elkaar toegroeien. "De  tegenstellingen tussen partijen, de een wil alles 
sober en doelmatig, de ander wil veel meer snelheid, zijn de  afgelopen jaren ver	-	
minderd. We worden ons allemaal meer bewust dat we werken voor de toekomst 
van onze klein- en achterkleinkinderen en dat we meer vaart moeten maken. Afge	-	
lopen zomer heeft het bestuur duidelijk gemaakt de financiële consequenties daar	-	
van te willen dragen. Dat vind ik een moedig besluit."
De verkiezingen voor het waterschap zijn half maart. De betrokkenheid 
van de burger lijkt niet overal even groot. Hoe kan die binding met de 
kiezer worden versterkt?
Otterman: "Ik ben niet zo somber. Acht jaar geleden heb ik voor het eerst meege	-	
daan aan de waterschapsverkiezingen. Sinds die tijd heb ik de betrokkenheid van 
burgers zien toenemen. Calamiteiten, zoals de heel droge zomer of de overstro	-	
mingen in Limburg, maken mensen ervan bewust dat klimaatverandering een be	-	
langrijk thema is." Van der Schaaf: "Ik zie ook een toenemende belangstelling voor 
de waterschapsverkiezingen. Het aantal deelnemende partijen groeit; in Gronin	-	
gen doet nu ook een studentenpartij mee. Dat is heel waardevol, gezien ook de 
impact van de keuzes die we de komende decennia moeten maken."  
Roeland van der Schaaf 	(links) is per juli vorig jaar dijkgraaf van Waterschap Noorderzijlvest. 	Daarvoor was hij bijna tien jaar PvdA-wethouder Wonen in Groningen.	 	Els Otterman	 (midden) is sinds 2018 namens Water Natuurlijk hoogheemraad/lid van het 	dagelijks bestuur van De Stichtse Rijnlanden met o.a. duurzaamheid, ruimtelijke ontwikkeling en waterveiligheid in haar portefeuille. 	Patrick van der Broeck	 (rechts) is vanaf 2017 dijkgraaf van 	Waterschap Limburg. Daarvoor was hij ruim vijf jaar CDA-gedeputeerde in de provincie Limburg.
12	
Zijn de 	 	
waterschappen 
klaar voor de 
klimaat
verandering?
BRON SHUTTERSTOCK	 	FOTOGRAAF MENNO VAN DER HAVEN
13	
René Didde
Dankzij de waterschappen kunnen we in Nederland op bijna elke 
plek wonen waar we willen. Boeren telen elk gewas en houden 
dieren bijna overal waar ze willen. De waterschappen zijn de 
oliemannetjes die aan de knoppen van de gemalen draaien en het 
waterpeil naar believen hoger of lager zetten. Dat doen ze in goed 
overleg met hun omgeving. Ze bedienen steden in de afvoer van 
water en zuivering van rioolwater en boeren in waterafvoer, lage 
peilen én voldoende watertoevoer voor beregenen.
14	
RUIMTELIJK BELEID
W	
ater en bodem stu	-	
rend, dus water	-	
schappen meer stu	-	
rend? De gedachte 
dat de bodem en de 	
hydrologie meer leidend moeten zijn, heeft 
consequenties voor de functies die in een 
gebied worden uitgeoefend. Beter geen wo	-	
ningen bouwen in laaggelegen gebieden 
zoals diepe polders en geen gevoelige teel	-	
ten toestaan in beekdalen of watervragen	-	
de teelten op hoge zandgronden. Dit alles 
vergt niets minder dan een nieuwe kijk op 
de ordening van de ruimte, in een tijd dat de 
claims op de ruimte op tal van terreinen 
(woningbouw, infrastructuur, energietran	-	
sitie) sterk zijn toegenomen.
Zijn de waterschappen eigenlijk niet bij 
uitstek geschikt om een nieuwe maatschap	-	
pelijke rol te vervullen, waarbij ze samen 
met de provincies de aloude Dienst Lande	-	
lijk Gebied (DLG) nieuw leven in blazen?	 	
Zo zouden plannen voor ongewenste func	-	
ties op verkeerde plekken voorkomen kun	-	
nen worden en al bestaande ongewenste	 	
functies op verkeerde plekken omgebogen 
kunnen worden. Moet waterschapscultuur 
van pleasen en polderen, pappen en na	-	
thouden dan niet fermer, dringender, stu	-	
render?
We zijn gaan luisteren in de vier wind	-	
streken van Nederland, bij vier van de 21 
waterschappen.
ZUID neemt strategen in dienst
Waterschap Aa en Maas, hoofdkantoor Den 
Bosch, is een waterschap dat met de typi	-	
sche hoge zandgronden te maken heeft in 
het oosten van Noord-Brabant. Vaak is er 
droogte in voorjaar en zomer, vaak water	-	
overlast in najaar en winter. Dijkgraaf	 	
Mario Jacobs vindt dat waterschappen 
meer uit hun eigen territorium moeten ko	-	
men. 'We komen er niet meer met alleen 
onze functionele taken', begint Jacobs. 'De 
vraagstukken voor de waterschappen zijn 
nu en in de toekomst veel meer vervlochten 
met ruimtelijke ordening en de inrichting 
van Nederland.'
En daar ligt al een probleem. 'Al zouden 
we willen, wij hebben daar geen enkele be	-	
voegdheid voor. Het is een zaak van gemeen	-	
ten en provincie.' Jacobs wil het daarom via 
de band spelen van andere vraagstukken om 
zo een carambole te stoten. 'De aanpak van 
de stikstofproblematiek verschilt van gebied 
tot gebied maar vraagt in het algemeen om 
een extensivering van de landbouw. Daar	-	
mee kan tegelijk de grondwaterstand om	-	
hoog en kunnen gebieden meer vernatten. 
Ook dat is een zaak van de provincie, waar 
wij ons als waterschappen meer mee kunnen 
bemoeien.' Voordeel is dat het bij agrariërs 
het beeld geeft dat de overheid met één 
mond spreekt, aldus Jacobs. 'Voorwaarde is 
dat er landelijke duidelijkheid is en niet in 
het ene gebied iets mag wat in het andere ge	-	
bied verboden is.'
In 2022 raakte de 'gebiedsgerichte aan	-	
pak' in zwang om per regio de stikstofpro	-	
blemen aan te pakken. Het Nationaal Pro	-	
gramma Landelijk Gebied (NPLG) heet de 
aanpak en een provincie als Noord-Brabant 
werkt het uit als het Brabants Programma 
Landelijk Gebied. Om daarop te anticiperen 
heeft waterschap Aa en Maas een aantal 
mensen van andere disciplines aangeno	-	
men. 'Strategen, die meer verstand hebben 
van ruimtelijke inrichting, stedelijke ont	-	
wikkeling en van landbouw en die in de ad	-	
vieswereld hebben gewerkt met kennis van 
de provincie. We zijn nog niet klaar, maar 
de cultuurverandering is gaande. We zijn 
op weg', aldus Mario Jacobs.
Zo probeert waterschap Aa en Maas ook 
in het stedelijk gebied in een zo vroeg mo	-
15	
gelijk stadium bij nieuwbouwplannen	 	
betrokken te raken. 'Gemeenten zijn al ver	-	
plicht om een watertoets te doen en bij een 
bestemmingsplan de gevolgen van water	-	
beschikbaarheid en wateroverlast in kaart 
te brengen. Wij waren betrokken bij het 
ontwikkelen van een zogeheten 'klimaat	-	
onderlegger'. Dat is een gelaagde kaart die 
de risico's op overstroming en waterover	-	
last, hittestress en droogte aangeeft. De 
kaart wordt steeds meer gebruikt in de	 	
Omgevingsvisie van gemeenten in ons ge	-	
bied.'
En daar wordt ook al mee gewerkt. In het 
Land van Cuijk zaten mensen van het wa	-	
terschap om tafel met de gemeente om te 
kijken waar het slim is om te bouwen en 
waar niet, en om een plan A te maken. 'Als 
we te laat zijn, kunnen we alleen nog sturen 
in de richting van een plan B. Dat is, vanuit 
de toekomst denkend, suboptimaal. Of 
minder netjes gezegd: gewoon dom.'
NOORD poldert met wortel 	 	
en stok
Het imago van Wetterskip Fryslân is dat 
hier niet bepaald vooruitstrevende ontwik	-	
kelingen plaatsvinden, zoals een flinke ver	-	
hoging van de grondwaterstanden. Want 
dat stuit op verzet van de machtige melk	-	
veehouderij. 
Wie met de nieuwe dijkgraaf Luzette 
Kroon spreekt, krijgt een genuanceerder 
beeld. 'Het Wetterskip bekleedt een solide 
positie in een gebiedsgerichte aanpak die 
hier al een tijdje gaande is', zegt ze. 'Wij 
polderen hier samen met overheden, boe	-	
ren en terreinbeherende organisaties voor 
de beste oplossingen. Dat is misschien niet 
in één keer de beste oplossing, maar daar 
geloof ik eerlijk gezegd ook niet in. Je kunt 
niet in één keer van de vloer naar de zol	-	
der', zegt Kroon.	
'Polderen' wordt vaak verguisd als 'praten 
tot je een ons weegt en dan verandert er nog 
niet veel', maar daarmee is Kroon het on	-	
eens. 'In zo'n gebiedsgericht proces pakken 
de opgaven integraal aan en moeten we el	-	
kaar zien te vinden om de klimaatverande	-	
ring het hoofd te bieden.' Misschien moeten 
waterschappen de schroom meer van zich 
afwerpen en hun rol in het belang van wa	-	
ter meer naar zich toe trekken? 'Misschien', 
zegt Luzette Kroon, 'maar je moet wel de 
ander overtuigen, te beginnen met de pro	-	
vincie en gemeenten. Dat lukt ons goed. We 
hebben hier in Friesland al jaren een water	-	
overleg met alle overheden.'
Ja, overleg is er genoeg in Nederland, 
maar Kroon toont ook een concreet voor	-	
beeld. 'We hebben hier bijna de Blauwe Om	-	
gevingsvisie gereed die Wetterskip Fryslân 
samen met de provincie opstelt. Iedereen 
denkt dat we hier alleen klei en koeien heb	-	
ben, maar Fryslân heeft vele gebiedstypen 
met verschillende grondsoorten. Er is veel 
veenweide, maar ook zand, kust en de ei	-	
landen.' In de Blauwe omgevingsvisie is wa	-	
ter sturend en kunnen per grondsoort ver	-	
schillende scenario's worden gekozen. Ook 
dat gaat in zorgvuldig overleg, maar Kroon 
voegt aan het polderen de bekende meta	-	
foor van de wortel en de stok toe. De stok 
voor de zachte drang en de wortel ter verlei	-	
ding. Van het mes op tafel is ze niet. 'Dat 
mes krijg je toch een keer terug, ook al denk 
je dat je alles hebt binnengehaald', weet ze 
toen ze als 32-jarige wethouder in 
West-Friesland optrad.
De wortel kan van overheidsgeld komen 
maar ook uit de markt. 'Er is hier in Friesland 
een vooruitstrevend bouwbedrijf dat in de 
campagne Fryslân Circulair een isolerende 
vezelplaat van lisdodde maakt, een gewas 
dat goed met nattigheid om kan gaan. Dat 
zet boeren aan om op de natste percelen lis	-
16	
dodde te telen. Het kan een nieuw verdien	-	
model voor ze worden, terwijl wij het water	-	
peil dan omhoog kunnen brengen.'
OOST wil water laten meeliften 
met stikstof en nieuwbouw
De meeste waterschappen worden geleid 
door een dijkgraaf. Stefan Kuks is water	-	
graaf van waterschap Vechtstromen met 	
het hoofdkwartier in Almelo. Vlakbij ligt 
Enschede, de stad die zich al tijden be	-	
schermt tegen van de Twentse stuwwallen 
afstromend water met onder meer wadi's. 
Na de vuurwerkramp van 2002 is de 
Roombeek dwars door de stad terugge	-	
legd. De opvang van dit overlastwater 
helpt de stad om meer weerbaar te zijn in 
periodes zonder regen.	
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF GREENS AND BLUES
17	
Want als het niet regent, zit een groot deel 
van Twente zonder aanvoer van water. Zelfs 
na natte winterregens staan de sloten welis	-	
waar hoog, maar is de lage grondwater	-	
stand nog niet volledig aangevuld. De oor	-	
zaak: vier droge jaren in een reeks van vijf 
biedt het bodem- en watersysteem te weinig 
hersteltijd. 	
'Wij moeten als waterschap van een cultuur 
waarin we alle functies vanuit de achterkant 
overal steeds maar in de lucht houden, toe 
naar een rol om aan de voorkant grenzen te 
stellen en aangeven dat water en bodem stu	-	
rend zijn. We doen dat al, maar het tempo 
moet omhoog', constateert Stefan Kuks, te	-	
vens hoogleraar watergovernance aan de 
Universiteit van Twente.
'Maatregelen aan de voorkant, zoals 
beekdalen verbreden en verondiepen, ver	-	
gen tijd', zegt Kuks. Hij trekt een parallel 
met het succesvolle programma Ruimte 
voor de Rivier. Het kwam tot stand na de 
bijna-dijkdoorbraken in 1993 en 1995 van 
de Maas in Limburg en de Waal in Rivieren	-	
land en werpt nu vruchten af. Zelfs na de 
watersnood van de Geul in Valkenburg in 
2021 voorkwam het stroomafwaarts erger. 
'Daar is wel twintig jaar aan gewerkt.'
Het bewustzijn van grondeigenaren en 
boeren is intussen wel toegenomen. 'Al han	-	
gen hier ook vlaggen op hun kop, veel boe	-	
ren weten precies welke percelen van hun 
land te nat zijn. Dat zijn de gevolgen van de 
natuurlijke kenmerken van het water-	 	
systeem. Ze wilden er eerst niet aan omdat 
het de waarde van hun grond drukt. Maar 
wij moeten als waterschap laaggelegen 
gronden niet langer droogleggen voor de 
l a ndb ou w.'	
Vraagstukken voor de 	
waterschappen zijn 	
vervlochten met ruimtelijke 	
ordening en de inrichting 	
van Nederland	
RUIMTELIJK BELEID
18	
Er zijn politici en 
bestuurders nodig die 
met hun vuist op tafel 
durven slaan
RUIMTELIJK BELEID
De boeren krijgen daarbij een helpende 
hand toegestoken. 'We blijven met ze in	 	
gesprek, van de Farmers Defence Force-	 	
boer tot de natuurinclusieve bioboeren. 
We moeten voorkomen dat we verder	 	
polariseren.' Een sleutel voor succes is dat 
overheden verschillende cruciale proble	-	
men niet langer sectoraal aanpakken, maar 
integraal en regionaal. In het Nationaal 
Programma Landelijk Gebied (NPLG)	 	
liggen daar kansen, ziet Kuks. 
'Waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid, 
wateroverlast aanpakken tegelijk met	 	
de stikstofproblematiek en mogelijk ook	 	
de energietransitie. We hebben als water	-	
schap al meegelift met het Investerings-	 	
budget, dat na de varkenspest van 1997 en 
later de vogelgriep beschikbaar kwam.
Nu is de stikstof kwestie een voor de hand 
liggend vehikel om op mee te liften en wa	-	
terkwaliteit en droogte te bestrijden.' 
Het is volgens Stefan Kuks daarbij ook 
zaak om met watertoetsen en waterstress-	 	
testen de uitbreidingsplannen voor de	 	
duizenden woningen in het stedelijk	 	
gebied te toetsen. 'We hopen met postco	-	
dekaarten bewoners en gemeenten bewust 
te maken van kansen op schade als de	 	
plannen in minder optimale gebieden lig	-	
gen.'	
WEST wil van polderen naar 
reguleren
In elke windstreek pakt de klimaatveran	-	
dering anders uit. In het Westen gaan ver	-	
zilting en verzakking een grotere rol spe	-	
len, net als de wateroverlast in 
winterperioden. In Leiden constateert 
dijkgraaf Rogier van der Sande dat de 
Rijksoverheid een meer actieve benade	-	
ring van de klimaatontwikkeling kiest. 'In 
plaats van lijdzaam af te wachten, moeten 
we als waterschappen een plek aan tafel bij 
de provincie claimen en ze wijzen op hun 
verantwoordelijkheden', vindt ook Van der 
Sande, die tevens voorzitter is van de Unie 
van Waterschappen. 'Ik ben er niet van om 
te zeggen op welke plaatsen ze niet moeten 
bouwen, maar als ze duizenden woningen 	
willen ontwikkelen in diepe pol	-	
ders als Rijnenburg bij Utrecht of 
Gnephoek in Alphen aan den 
Rijn, moeten wij ze meer op de 
risico's wijzen', meent hij.
Behalve de watergerelateerde 
opgaven in het landelijk gebied 
met landbouw, natuur en soms 
de woningbouw als botsende be	-	
langen, wijst Van der Sande op 
het bestaand stedelijk gebied dat 
klimaatadaptief moet worden 
heringericht. 'Bij (ver)nieuw	-	
bouw kan daar regenwater worden ingezet 
voor toiletspoeling of worden vastgehou	-	
den in de directe omgeving. We kunnen 
niet alles meer faciliteren, ook niet voor 
bedrijven. Een datacenter zal geen water 
meer uit rivier of vaart kunnen halen. We 
zullen daar in de toekomst meer tegen 
moeten zeggen: word maar zelf voorzie	-	
nend, haal dat koelwater maar uit effluent 
(gezuiverd huishoudelijk af valwater RD). 
Bedrijven moeten vooruitkijken en niet ge	-	
makkelijk naar de overheid wijzen.'
19	
'Waterschappen moeten kortom van polde	-	
ren naar reguleren', aldus Rogier van der 
Sande. Daarvoor zijn landelijke systeemwij	-	
zigingen nodig. 'Dat betekent ouderwets 
ploeteren om het principe van water en bo	-	
dem sturend in wet- en regelgeving te gie	-	
ten. Het zal wel even duren voordat het er 
is, maar ik vind niet dat we moeten wach	-	
ten. We moeten aan de slag. Al kennen we 
de precieze noten niet, we kennen de mu	-	
ziek, we voelen het ritme aan, dus we kun	-	
nen dansen in de goede richting.'
Niet langer voor ons 
uitschuiven
Het probleem is dat waterschappen niet al	-	
leen hun stem moeten laten horen op het hun 
vertrouwde gebied van waterkwaliteit (Ka	-	
derrichtlijn Water, K RW), waterzuivering 
(huishoudelijk af valwater via de riolen), wa	-	
terbeschikbaarheid (droogte) en watervei	-	
ligheid (dijken), zegt Frank Groothuijse, 
hoogleraar Europees en Nationaal Omge	-	
vingsrecht aan de Universiteit Utrecht. 'Ze 
moeten vanwege de samenhangende opga	-	
ven steeds meer weten van de ruimtelijke 
ordening, stedelijke ontwikkeling en land	-	
bouw en natuur (stikstof ).'
Daarbij signaleert hij juridische proble	-	
men. 'Waterzaken komen weldra groten	-	
deels onder het bereik van de Omgevings	-	
wet, maar de wettelijke bevoegdheden op 
gebied van Ruimtelijke Ordening liggen bij 
gemeenten en vooral provincies. Provincies 
krijgen in de Omgevingswet de wettelijke 
regierol om gebiedsgericht de uitoefening 
van taken en bevoegdheden van gemeenten 
en waterschappen te coördineren. Die rol 
wordt nu ook al aan provincies toebedacht, 
onder meer in de recente kabinetsbrief 	 	
Water Bodem sturend	, maar ik vraag me af 	
of provincies die regierol overal al voortva	-	
rend genoeg oppakken.' 	
Groothuijse is bang dat het principe 	comply 	
or explain 	uit de kabinetsbrief een achilles	-	
hiel wordt voor uitvoeren van ambitieus be	-	
leid. Een vergelijking met de KRW dringt 
zich op. 'Namelijk dat Nederland van veel 
Europese uitzonderingsmogelijkheden ge	-	
bruikmaakt door steeds maar uit te leggen 
waarom we de doelen niet kunnen halen.'
We hebben kortom met water, net als met 
de (landelijke) mestvraagstukken de pijn 
steeds voor ons uit geschoven, en veel pijn	-	
stillers geslikt, maar die lijken niet meer te 
werken. 'Schiphol koopt de emissierechten 
van boeren op, hoe is cynisch is dat?', zegt 
de jurist. Volgens Groothuijse vraagt een in	-	
tegrale gebiedsgerichte zoektocht naar op	-	
lossingen voor de samenhangende opgaven 
voor fysieke leefomgeving, dat de grenzen 
die water en bodem stellen ook juridisch 
door werken naar ruimtelijke besluitvor	-	
ming. Daarvoor is het nodig dat er politici 
en bestuurders zijn die met hun vuist op ta	-	
fel durven slaan. 'Gezien de polarisatie en 
toenemende bedreigingen van politici is dat 
geen sinecure. Naast het uitvoeren van hun 
watertaken kunnen waterschappen de pro	-	
vincies en gemeenten helpen door de gren	-	
zen van het watersysteem scherper aan te 
geven.' Een mooie doelstelling voor de ge	-	
combineerde Provinciale Staten- en water	-	
schapsverkiezingen.
20	
Tarwegewassen lijden naarmate de droogte voortduurt BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF JASPER SUIJTEN
21	
W	
aterschappen moeten 
hun weg vinden in 
een complexe en prin	-	
cipieel onkenbare 
omgeving. Hoe de 	
toekomst zal zijn en welk waterbeheer 
daarin precies nodig zal zijn, is niet te voor	-	
spellen en tóch zullen waterschappen daar	-	
op moeten anticiperen en zich daartoe 
moeten toerusten. Dat roept de vraag op 
over welk strategisch vermogen de water	-	
schappen als organisatie ? en als bestuur ? 	
Martijn van der Steen en Myrthe van Delden
Het waterschap van de toekomst gaat over 
dingen anders doen en over dingen niet 
meer doen. Dat vereist diepe verandering, 
niet alleen in de instrumenten, maar ook in 
de fundamenten. Voor de verandering naar 
een fair en houdbaar systeem verdient stra	-	
tegie en strategisch vermogen een plek in 
de kern van de waterschappen.
Gezamenlijke zoektocht
Waterschap 	 	
in de wereld 
van morgen
22	
moeten beschikken en of ze die verande	-	
ring al voldoende in beeld hebben. Naar de 
huidige stand van zaken hebben wij geen 
onderzoek gedaan, en daarover kunnen we 
dus geen exacte uitspraken doen. Wel kun	-	
nen we reflecteren op de manier waarop 
talrijke betrokkenen vanuit de waterschap	-	
pen, bestuur, management en organisatie, 
de afgelopen periode hebben gewerkt aan 
verbetering van hun strategisch vermogen.
Strategie als praktijk
Meer dan honderd betrokkenen uit verschil	-	
lende waterschappen hebben in een strategie 
traject van de Unie van Waterschappen geza	-	
menlijk nagedacht over de uitdagingen voor 
het waterbeheer, de positie van de water	-	
schappen en de vraag beantwoord wat er 
nodig is om die uitdagingen goed aan te 
gaan. Vanuit de Nederlandse School voor 
Openbaar Bestuur (NSOB) hebben we dat 
traject begeleid en samen met externe des	-	
kundigen van input voorzien.
In dit artikel bespreken we een aantal wat 
ons betreft opvallende en cruciale kenmer	-	
ken van het waterschap dat past bij de we	-	
reld van morgen; een waterschap dat in 
staat is tot het waterbeheer dat in de toe	-	
komst is vereist. We hebben het dus niet 
over een waterschap dat blijft hangen in	 	
incrementele verandering of de aanscher	-	
ping van regels van gisteren. Maar over een 
aanpak die past bij de wereld die wacht. 
Daarvoor moeten wel twee cruciale vragen 
worden beantwoord: welke wereld wacht 
eigenlijk en welke vermogens zijn nodig om 
daar goed mee om te kunnen gaan? We zul	-	
len hier kort bespreken welke belangrijke 
uitdagingen en vermogens daarbij naar vo	-	
ren zijn gebracht, en die voor wat betreft 
betrokkenen voor de komende periode lei	-	
dend moeten zijn. Daarmee vullen betrok	-	
kenen de strategie niet vooraf in, maar 
schetsen ze de contouren en principes 
waarmee ze het strategisch vermogen in 
een actief en continu proces in de komende 
periode concreet invulling gaan geven: 
strategie als praktijk	, in plaats van strategie 	
als plan.
Verrassing voorspelbaar
Het strategietraject draaide om het ontwik	-	
kelen van een langetermijnstrategie voor de 	
waterschappen, vanuit de vraag 
wat het waterbeheer van de toe	-	
komst moet zijn. Dat klinkt als 
een kennisvraag, waarbij nader 
onderzoek kan uitwijzen wat de 
toekomstige uitdagingen van het 
waterbeheer zijn. Tegelijkertijd is 
dat niet de realiteit. Er is over de 
toekomst van water veel bekend 
en er is veel 'bekend-onbekend': 
we weten wat we niet weten en 
kunnen daar rekening mee hou	-	
den door bijvoorbeeld met band	-	
breedtes en restrisico's te werken. Maar, de 
toekomst van water gaat ook om het 'onbe	-	
kende-onbekende'. De toekomst die we niet 
kunnen kennen, omdat er altijd onvoorspel	-	
baarheid is. Niet omdat waterschappen 
slecht vooruitkijken, maar omdat onze toe	-	
komst onzeker is. 	
WATERSCHAPPEN
Waterschappen 	 	
moeten óók rekening 
houden met wat niet 	 	
te voorzien is
23	
Overstroming van de Maas in Appeltern 	BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF MYSTOCKVIDEO
24	
WATERSCHAPPEN
Verrassing is voorspelbaar: het zál altijd an	-	
ders gaan dan gedacht. Omgaan met het 
onbekende is een kernelement van strate	-	
gisch vermogen. Denk aan de dramatische 
regenval die voor grote problemen en over	-	
stromingen in Limburg zorgde, regenval 
die volgens de statistieken 'niet mogelijk' 
was.
Ingewikkelde balans
Voor het waterschap betekent dit een inge	-	
wikkelde balans. Enerzijds kunnen zij de 
beschikbare kennis maximaal benutten, 
anderzijds moeten ze de beperkingen van 
die kennis erkennen en de onvoorspelbaar	-	
heid die daarbij hoort onder ogen zien. Wa	-	
terschappen kunnen dus plannen op basis 
van wat er is, maar moeten óók rekening 
houden met wat niet te voorzien is. En daar 
eerlijk over zijn. Met twee verhalen. Niet al	-	
leen het verhaal dat alles onder controle is, 
met waterschappen die precies weten wat 
er speelt en doen wat nodig is. Hier hoort 
ook het verhaal van onzekerheid, onvoor	-	
spelbaarheid en de verrassingen waar	 	
waterschappen professioneel en kundig op 
anticiperen en reageren.
Transitie waterbeheer
Het is opvallend hoe vanzelfsprekend er 
door de deelnemers aan het traject wordt ge	-	
sproken over de transitie in het waterbeheer. 
Het waterbeheer van vandaag is niet toerei	-	
kend voor de uitdagingen van de toekomst. 
'Hetzelfde beter doen' is volgens hen geen 
toereikend antwoord op de nieuwe vragen. 
Nieuwe vraagstukken dienen zich aan en 
verhoudingen tussen vraagstukken veran	-	
deren. Het grondwaterpeil is bijvoorbeeld 
een taak waarin op een nieuwe manier afwe	-	
gingen tot stand moeten komen. Dat vereist 
nieuwe manieren van werken en denken, 
maar óók het af bouwen en/of ombouwen 	
Sproeien in de droogteperiodeBRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF MENNO VAN DER HAVEN
25
26	
WATERSCHAPPEN
van bestaande vormen. Het gaat in die tran	-	
sitie niet alleen om de toevoeging van nieu	-	
we dingen, maar ook om het stoppen met of 
het ingrijpend herzien van bestaande activi	-	
teiten. Het waterschap van de toekomst gaat 
over dingen anders doen, en óók over dingen 
niet meer doen. Dat vereist diepe verande	-	
ring, niet alleen in de instrumenten, maar in 
de fundamenten. Wat die verandering in	-	
houdelijk precies behelst, is niet vooraf te 
voorspellen. Dat het moet gaan om een duur	-	
zaam, fair en houdbaar systeem is wel te 
voorzien. Dat vereist opbouw, maar ook af	-	
bouw en ombouw. 
Vooruitstappen
In de gesprekken werd in eerste instantie 
vaak gezegd dat waterschappen veel te bie	-	
den hebben en dat ze met die kennis meer 
zouden kunnen doen. Dat ze assertiever 
kunnen zijn in het uitdragen van hun ken	-	
nis en kunde. Gaandeweg het gesprek ver	-	
anderde de toon. Immers, als je weet dat de 
klimaatuitdaging de huidige maatregelen 
ver voorbijgaat en dat er radicaal meer no	-	
dig is, dan moet een andere houding wor	-	
den aangenomen. Betrokkenen zien een 
plicht voor waterschappen om met de ken	-	
nis die ze hebben naar buiten te treden. Dat 
gaat dan niet alleen over de interessante 
oplossingen die ze te bieden hebben, maar 
ook over majeure uitdagingen, en zaken 
waar andere bestuurslagen en beleidsma	-	
kers te weinig aandacht voor hebben. Niet 
omdat het kan, maar omdat het inmiddels 
moet. Ook als dat niet leuk is. Het is nodig.
Goed dwarsliggen
Waterbeheer, zo kwam in de gesprekken 
naar voren, is een opgave die waterschap	-	
pen zelden alleen doen. Waterschappen zijn 
in het waterbeheer voortdurend in interac	-	
tie met anderen, variërend van burgers, be	-	
langengroepen en bedrijven tot collega-wa	-	
terschappen, andere overheden en andere 
organisaties. Soms gaat dat daadwerkelijk 
om waterbeheer, maar vaak ook om een bij	-	
drage aan de opgaven van ande	-	
ren. De rol van het waterschap is 
niet steeds hetzelfde; integen	-	
deel.  De kunst is om per opgave 
de rol te nemen die bij die speci	-	
fieke context past. Soms zal dat 
een hoofdrol zijn, met de water	-	
schappen als aanjager en regis	-	
seur van de anderen. Soms ligt de 
regie elders en is het waterschap 
één van de betrokken partijen. 	
Soms is die rol meegaand en meedenkend. 
Maar, zo hebben we ook geconcludeerd, 
soms moet de rol dwingender en is het wa	-	
terschap de partij die grenzen stelt en stel	-	
ling neemt. Waterschappen moeten tegen 
sommige opgaven vaker 'nee' zeggen; bij	-	
voorbeeld als andere overheden keuzes ma	-	
ken die vanuit waterbeheer bezien op ter	-	
mijn schadelijk zijn. Dan gaat het niet om 
meebewegen, maar om terugduwen en 
grenzen stellen. De positie van het water	-	
schap in het netwerk is niet generiek te be	-	
noemen, maar is per opgave verschillend. 
Het waterschap van de toekomst is in staat 
die rol scherp te bepalen en daaraan  invul	-	
ling te geven. Dwarsliggen is daarbij een 
vak en goed waterbeheer vereist water	-	
schappen die ook dat deel goed beheersen.	
Goed waterbeheer 
vraagt ook om	 	
dwarsliggers
27	
Eerlijk over kosten
In de gesprekken is het vaak gegaan over de 
vraag wat waterbeheer mag kosten. Daarin 
constateerden de deelnemers een paradox. 
Waterbeheer is een fundamenteel beginsel 
voor onze samenleving, het kan letterlijk 
niet zonder. Maar als het gaat over de prijs 
van dat beheer dan gaat het gesprek over hoe 
er meer met minder kan en hoe kosten steeds 
verder omlaag moeten. Dat is geen bestendig 
uitgangspunt. Waterbeheer mag meer kos	-	
ten, zou het nieuwe principe kunnen zijn. 
Maar dat is volgens betrokkenen nog te zwak 
uitgedrukt en ontkent het principiële punt: 
waterbeheer is geen luxe, maar een voor	-	
waarde. Voor het adequaat vormgeven van 
die voorwaarde ? als randvoorwaarde voor 
een betekenisvol en houdbaar maatschappe	-	
lijk verkeer ? moeten reële kosten worden 
gerekend. Mensen moeten weten wat water	-	
beheer oplevert én wat dat kost. Dat maakt 
aan de omgeving duidelijk wat er op het spel 
staat. Eerlijk over kosten zijn, hoort bij het 
waterbeheer van de toekomst. 
Aantrekkelijke werkgever
Het waterschap van de toekomst vereist een 
organisatie die past bij de samenleving 
waarin deze opereert. Met de bestaande per	-	
sonele samenstelling is niet iets 'mis', maar 
betrokkenen geven aan dat de homogeniteit 
van nu, niet het recept is voor een toekomst	-	
bestendige strategie. Ook waterschappen 
moeten andere mensen binnenhalen, in ter	-	
men van culturele achtergrond, leeftijd, dis	-	
cipline en gender. Daar ligt een flinke opga	-	
ve, want de verandering moet tot stand 
komen in een arbeidsmarkt waarin extreme 
tekorten spelen. De waterschappen zullen 
moeten zoeken naar wat hen aantrekkelijker 
maakt dan andere werkgevers. Het 'pro	-	
bleem' van waterschappen is dan meteen 
ook de kracht: waterschappen werken aan 	
maatschappelijke opgaven van grote beteke	-	
nis. Dat is precies wat veel jongeren belang	-	
rijk vinden aan een werkgever; werk dat er	-	
toe doet en wat intellectueel uitdagend is.
Strategisch vermogen
Het traject ging over strategisch vermogen en 
de manier waarop waterschappen invulling 
geven aan het waterbeheer dat in de toekomst 
wordt gevraagd. Dat strategietraject ging om 
gedeelde betekenisgeving: het vermogen om 
samen over de toekomst na te denken, de uit	-	
dagingen in beeld te brengen, de onzekerheid 
te benoemen en zelfs het onbekende-onbe	-	
kende ? dat waarvoor nog geen woorden of 
beelden zijn ? samen een plek te geven. Stra	-	
tegisch vermogen is dan een gedeeld perspec	-	
tief, niet een concrete routekaart voor de 
 
toekomst. Die routekaart zullen de water	-	
schappen   gaandeweg moeten maken. Toe	-	
komstgericht, dus met een heel duidelijk 
beeld van waar de weg heen moet leiden; en 
zoekend, in die zin dat de weg niet helder in 
beeld is maar de komende tijd in interactie zal 
moeten worden gevonden.
De strategie is daarmee niet af, ook niet 
als het 'strategietraject' klaar is. Strategie 
en strategisch vermogen, zo hebben de wa	-	
terschappen afgesproken is een doorlopend 
proces, dat in de kern van de waterschap	-	
pen aanwezig moet zijn: bestuurlijk, door er 
een vaste portefeuille en portefeuillehou	-	
der voor te kiezen. En in de organisatie, 
door strategie en strategisch vermogen een 
goede plek te geven. Niet voor erbij, als er 
tijd over is, maar als een continu proces dat 
betrokkenen met elkaar voortdurend door	-	
lopen. Zo is het strategisch traject nooit 
klaar ? en juist dat is de basis voor een orga	-	
nisatie om klaar te zijn voor de toekomst.
28	
Bert Pots	
Varen provincies voortaan een water-inclusieve koers? 	
Haalt de waterkwaliteit in 2027 een voldoende? 	 	
Aan idealen ontbreekt het niet bij de drie gedeputeerden, 
tevens lijstaanvoerder bij de provinciale verkiezingen voor 
respectievelijk PvdA/GroenLinks in Zeeland, GroenLinks 
in Groningen en ChristenUnie in Flevoland. Maar de weg 
is lang en de bestuurlijke mogelijkheden zijn beperkt.	
Onvoldoende waterkwaliteit	
Samen in actie 
voor water en 	
bodem	
H	
et verkiezingsprogramma 
van PvdA/GroenLinks in 
Zeeland is duidelijk. De wa	-	
terkwaliteit van de meeste 
Zeeuwse polderwateren is 	
slecht door uitspoeling van stikstof en bestrij	-	
dingsmiddelen. Anita Pijpelink ? ze om	-	
schrijft zichzelf als een sociaaldemocraat met 
een groen hart - is gedeputeerde voor de 
PvdA op terrein van water en natuur en aan	-	
voerder van de (unieke) gezamenlijke lijst 
met GroenLinks. Volgens haar moet er in	 	
samenwerking met het waterschap nog heel 
wat gebeuren om de waterkwaliteit te her	-
29	
stellen. "Maar dat is niet makkelijk. Onze mo	-	
gelijk heden zijn beperkt. Wij zijn af hankelijk 
van veel invloeden, we zijn overgeleverd aan 
hogere krachten, het Rijk, de Europese	 	
Gemeenschap, maar we kunnen wel ons ver	-	
haal vertellen." 
Planten en vissen
In de provincie Groningen is het met de wa	-	
terkwaliteit niet veel beter gesteld, zegt	 	
gedeputeerde Melissa van Hoorn. Zij heeft 
water en klimaatadaptatie in haar porte	-	
feuille en is bij de statenverkie	-	
zingen lijsttrekker voor Groen	-	
Links. Tot 2020 was Van Hoorn 
werkzaam bij Waterschap Noor	-	
derzijlvest. "Onze waterkwaliteit 
wordt wel beter, we boeken als 
het gaat om planten en vissen 
vooruitgang, maar wij zijn er nog 
niet. En ik ben er ook niet gerust 
op dat we al in 2027 kunnen vol	-	
doen aan de Kaderrichtlijn Water. 
Zo is bijvoorbeeld het stikstofge	-	
halte op een aantal plekken te 
hoog. En niet alle waterschappen nemen nu 
al maatregelen. Ook moeten we het gebruik 
van bestrijdingsmiddelen verder verminde	-	
ren, maar daarvoor zijn we af hankelijk van 
generieke maatregelen. Het duurt ook nog 
eens heel lang voor het effect van dergelijke 
maatregelen zichtbaar is in ons oppervlak	-	
tewater."
Harold Hofstra, gedeputeerde in Flevo	-	
land en portefeuillehouder van water en 
natuur, en lijsttrekker voor ChristenUnie, 
ziet zich eveneens geplaatst voor een uitda	-	
ging. "We kunnen goede stappen zetten, 
maar de Kaderrichtlijn maakt het ons niet 
makkelijk: als we op één specifiek onder	-	
deel een onvoldoende scoren, dan bereiken 
we ons doel niet. Iedereen doet zijn best, 
ook ons waterschap. Maar wij moeten ook 	
letten op de kosten, en dus is het de vraag of 
we voor 2027 die gewenste kwaliteit kun	-	
nen realiseren."
Hij wijst nog op een ander aspect van wa	-	
terkwaliteit. "Voor ons als ChristenUnie telt 
'rentmeesterschap'. Onder het zuidelijke 
deel van Flevoland ligt een enorm water-	 	
reservoir met goed drinkwater. Daar moe	-	
ten we zuinig op zijn. Daarom willen wij 
graag verder vooruitkijken. Naar 2100. Hoe 
staat het dan met onze waterkwaliteit en 
onze waterveiligheid?
Er spelen meer issues rond waterkwaliteit 
en waterbeheer. Pijpelink laakt het lange 
tijd gebruikelijke tegennatuurlijk peilbe	-	
heer. Al wordt daar inmiddels wel anders 
mee omgegaan; een hoger peil zorgt voor 
een betere balans tussen natuur en land	-	
bouw. En in samenspraak met Waterschap 
Scheldestromen moet worden geëxperi	-	
menteerd met het vasthouden van water in 
de winter. "De zoetwatersituatie in onze 
provincie is nijpend. We zijn sterk af hanke	-	
lijk van regenval. Er valt water genoeg, 
maar niet op het juiste moment. We moeten 
ons kostbare zoetwater dus beter vasthou	-	
den. Iedereen, van links tot rechts, is het 
daarover in principe eens. Ook het water	-	
schap staat aan onze kant; we zullen samen 
in actie moeten komen."	
INTERVIEW	
Wij zijn afhankelijk van 
veel invloeden, we zijn 	
overgeleverd aan 
hogere krachten
30	
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF DAMSEA
31	
INTERVIEW	
en bodem sturend'. "De belangen van wa	-	
ter en bodem moeten in onze afwegingen 
worden meegenomen, maar ik zie 'water 
en bodem zijn  sturend' als randvoorwaar	-	
den. Ik hoor de Rijksbouwmeester zeggen 
dat we in Nederland dus niet meer in laag	-	
gelegen polders moeten bouwen, maar 
heel Flevoland ligt onder NAP. Daarnaast 
moet het IJsselmeer als nationaal water-	 	
reservoir worden gekoesterd. Dat begrijp 
ik allemaal wel, maar de Metropoolregio 
Amsterdam kampt met een enorme wo	-	
ningnood. De provincie Flevoland kan een 
belangrijke bijdrage leveren aan het ver	-	
minderen van het woningtekort. We kun	-	
nen dus niet zo maar een streep halen door 
de groeiopgave van Almere en bijvoor	-	
beeld de aanleg van Almere-Pampus	 	
achterwege laten. De metropool heeft die 
woningen nodig."
Wat betekent die beleidskeuze voor het 
optreden van waterschappen?  Van Hoorn 
voorziet dat het   waterschapsbestuur in 
 
allerlei discussies prominenter aanwezig 
zal zijn. "Hun adviezen, zij adviseerden 
provincies altijd al over allerlei water-	 	
onderwerpen, zullen aan politiek gewicht 
winnen. Zo verwacht ik dat zij hun inzich	-	
ten over het effect van klimaatverande	-	
ring op de lange termijn proactief zullen 
u itd ragen."
Waaier aan ambities
Verkiezingsprogramma's kennen een 
waaier aan ambities. Zo willen PvdA en 
GroenLinks in Zeeland   ook dat er wordt 
nagedacht over de bestuurlijke status van 
de beide Scheldes als onderdeel van de 
zoektocht naar natuurherstel. "De natuur 
kan niet voor zichzelf opkomen, dat moe	-	
ten mensen doen. Het kan helpen als de 
Ooster- en Westerschelde een eigenstandi	-	
ge positie krijgen", aldus Pijpelink. 	
Provincie en waterschap zijn ook in Gronin	-	
gen geen vreemden voor elkaar, zegt Van 
Hoorn. Zeker niet. "We staan schouder aan 
schouder. Al heel lang. Onze provincie 
wordt geteisterd door ernstige bodem-
daling als gevolg van aardgaswinning. Die 
 
daling heeft enorme gevolgen voor de	 	
waterhuishouding. Alleen door intensieve 
samenwerking met elkaar kunnen we die 
problemen het hoofd bieden."
Hofstra onderschrijft de noodzaak van 
intensieve samenwerking. "We staan met 
elkaar voor ingewikkelde keuzes. Het gaat 
om veel meer dan water en bodem. De	 	
provincie moet een afweging maken tus	-	
sen natuurherstel, toekomstige woning	-	
bouwlocaties, bereikbaarheid en ruimte 
voor landbouw. Maar in die keuzes kunnen 
we niet zonder ons waterschap. Zij moeten 
onze keuzes mede kunnen beheren en be	-	
heersen."
Water en bodem zijn voortaan sturend in 
de ruimtelijke ordening, zo heeft het Rijk 
uitgemaakt. Van Hoorn is blij dat de decen	-	
nialange roep van waterbeherend Neder	-	
land is beantwoord. "Water en bodem stu	-	
rend laten zijn in het ruimtelijk beleid is 
volgens mij het enige juiste antwoord. 
Duurzame keuzes zijn onontkoombaar om 
langer in ons land te kunnen blijven	 	
wonen." Ook Pijpelink is daarover ver	-	
heugd. "We kunnen de natuur niet langer 
naar onze hand zetten. Dat tijdperk is voor	-	
bij en dat vind ik gezond. Tegelijkertijd 
merk ik, dat velen willen blijven doen wat 
ze altijd deden. Dat lukt niet. Ik heb geduld, 
het gaat om mensen. We moeten de tijd	 	
nemen, maar uiteindelijk ontkomen wij niet 
aan meer duurzame ontwikkeling."
Serieuze kanttekening
Hofstra plaatst op zijn beurt een serieuze 
kanttekening bij de reikwijdte van 'water
32	
De waarde 
van water
De Kleine Aa bij Someren volledig opgedroogd	 	BRON AA EN MAAS
33	
Peter van Dijk
Droogte, schadelijke stoffen en schaarste. Het is al lang niet meer 
vanzelfsprekend dat er voldoende water door de beek stroomt. Hoe 
zorg je voor een groter waterbewustzijn bij boeren, burgers en bedrij	-	
ven? Waterschap Aa en Maas staat de komende jaren voor een flinke 
uitdaging. Het watersysteem loopt tegen zijn grenzen aan. "Het	 	
gemak waarmee we nu met water omgaan, is niet meer realistisch."
34	
WATERSCHAPPEN
B	
rabant was afgelopen zomer 
kurkdroog. In de Kleine Aa bij 
Someren lagen alleen nog ste	-	
nen en een klein laagje mod	-	
der. Niet alleen het water was 	
weg, ook al het leven was verdwenen. Op 
een enkele pol dor gras na. Ook in 2018, 
2019 en 2020 werd het waterschap gecon	-	
fronteerd met zeer droge zomers. Door uit	-	
blijvende regenval, toegenomen verdamping 
en uitputting van de grondwatervoorraad 
liep het watertekort in rap tempo op.
De structurele effecten van verdroging in 
Brabant zijn ernstig. "Als er niets verandert, 
staat ons een steeds drogere en onzekere 
toekomst te wachten", aldus Peter van Dijk, 
dagelijks bestuurslid van waterschap Aa en 
Maas. "Het klimaat is aan het veranderen, de 
extremen worden extremer. Het gemak 
waarmee we nu met water omgaan, is niet 
meer realistisch. Er moet wat veranderen."
Het werkgebied van Aa en Maas ligt in het 
oostelijk deel van Brabant en heeft een om	-	
vang van ruim 161.000 hectare. Het grootste 
gedeelte daarvan bestaat uit hellende zand	-	
gronden die water niet lang kunnen vast	-	
houden. Daarnaast is Brabant tijdens de ruil	-	
verkaveling in de jaren zestig ingericht als 
superefficiënte ontwateringsmachine met 
ruim 40.000 kilometer aan watergangen. 
Het gevolg daarvan is dat het regenwater dat 
op het land valt in sneltreinvaart wordt afge	-	
voerd richting zee. "We moeten de balans 
tussen te nat en te droog herstellen en weer	-	
baarder worden tegen droogte", zegt Van 
Dijk. "Dat vraagt om een radicale omslag en 
daar kunnen we niet langer mee wachten."
Een structurele oplossing
De natuur heeft ernstig te lijden onder de 
droogte. Ecosystemen komen onder druk te 
staan. Deze zomer stonden veel bomen er 
verdord bij en ook de heide kleurde niet 	
mooi paars, maar geel. Het aantal bosbran	-	
den stijgt, met alle risico's van dien. En of 
dat niet genoeg is, uiten diverse drink-	 	
waterbedrijven hun zorgen over de toekom	-	
stige beschikbaarheid van voldoende 
kraanwater. Woningbouw, verzilting, 
droogte en bedrijven die steeds meer water 
verbruiken, het watersysteem loopt tegen 
zijn grenzen aan. Als er niet snel maatrege	-	
len worden genomen, raakt in 2030 niet	 	
alleen Brabant, maar bijna heel Nederland 
in de problemen. Daarvoor waarschuwde 
de Vereniging van Waterbedrijven (Vewin) 
afgelopen zomer.
De droogte heeft niet alleen impact op het 
watersysteem, maar op de samenleving als 
geheel. En de problemen zijn niet van voor	-	
bijgaande aard. Integendeel, de kans op 
droogte neemt toe, zeker op de Brabantse 
zandgronden. Het is niet meer afdoende om 
in de zomer aan iedereen te vragen om zui	-	
nig met water om te gaan, aldus Van Dijk. 
"Niet meer je auto wassen of je gazon sproei	-	
en of boeren een beregeningsverbod opleg	-	
gen zijn lapmiddelen. 
Er moet een structurele oplossing komen. 
Uiteindelijk moet het systeem om: door het 
grondwaterpeil te verhogen, rechtgetrokken 
beken weer te laten slingeren, water meer de 
ruimte te geven en het water zo lang moge	-	
lijk vast te houden."
Maar het dwingt ook om te kijken naar al	-	
ternatieven als er te weinig regenwater 
voorhanden is. "Als je er goed over nadenkt, 
is het natuurlijk vreemd dat we onze drollen	 	
doorspoelen met kostbaar drinkwater", zegt	 	
Janneke Snijders, regisseur schoon water bij 
Waterschap Aa en Maas. "In Vlaanderen 
wordt het opvangen en hergebruiken van	 	
regenwater zelfs voorgeschreven in het 
Bouwbesluit, maar Nederlandse woningen 
worden nog steeds voorzien van dakgoten 
en regenpijpen die het hemelwater direct af	-
35	
Peter van Dijk 	 	BRON AA EN MAAS
36	
voeren naar het riool. Waarom zou je heel 
schoon drinkwater gebruiken om je auto te 
wassen, je tuin te sproeien of je was te 
 draaien?"
Gezuiverd rioolwater
Een andere alternatieve bron kan gezuiverd 
rioolwater zijn. De technieken worden 
steeds beter. Na zuivering is het water	 	
eigenlijk zo schoon dat het zonde is om te 
lozen. Snijders: "We zouden het water kun	-	
nen hergebruiken in de industrie en land	-	
bouw, zeker in tijden van droogte."
Aan de andere kant constateert het water	-	
schap dat er steeds meer stoffen in het af val	-	
water zitten die er moeilijk uit te halen zijn. 
"Zoals een grote hoeveelheid medicijnresten 
en poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS)", 	
Zuiveringsinstallatie 	BRON AA EN MAAS
37	
zegt Snijders. "Er is een ruimhartig toela	-	
tingsbeleid voor nieuwe stoffen waarbij	 	
waterbezwaarlijkheid maar minimaal wordt 
meegenomen. De industrie produceert dui	-	
zenden nieuwe stoffen per jaar, waardoor 
steeds nieuwe schadelijke stoffen in het	 	
water terechtkomen. Deze stoffen worden 
vanwege hun water- en vetafstotende eigen	-	
schappen verwerkt in uiteenlopende	 	
producten, zoals pannen, jassen en voedsel	-	
verpakkingen. Eenmaal in het water zijn ze 
zeer lastig eruit te halen. Ook hier is bewust	-	
wording nodig. Ontwerpers moeten beter 
nadenken welke stoffen ze gebruiken en wat 
de gevolgen daarvan zijn. Misschien moeten 
bepaalde stofgroepen wel verboden worden. 
Wat niet in ons water komt, hoeft er ook niet 
uit gehaald te worden."
Medicijnresten
Een ander groot probleem zijn medicijnres	-	
ten. Elke keer als we iets innemen of op 
onze huid smeren, komt een deel van die 
medicijnen via het toilet of de af voer terecht 
in het af valwater. Volgens het RIVM be	-	
landt jaarlijks 190.000 kilo aan medicijn	-	
resten in het oppervlaktewater. Dit tast de 
biodiversiteit aan en kan zelfs het gedrag 
van vissen veranderen. Zij krijgen bijvoor	-	
beeld Prozac binnen en kunnen daar	 	
depressief van worden. Anticonceptiemid	-	
delen kunnen voor geslachtsverandering 
zorgen bij vissen.
"Medicijnen zijn ontworpen om zo lang 
mogelijk stabiel te blijven, anders werken ze 
niet goed,", zegt Snijders. "Dat is tegelijker	-	
tijd ook het probleem, de resten lossen niet 
op en zijn moeilijk uit het water te halen.	 	
Wat niet in ons 	
water komt,	 	
hoeft er ook niet 	
uit gehaald te 	
worden	
WATERSCHAPPEN
38	
Het is geen vanzelf-
sprekendheid dat er 
water uit de kraan 	 	
komt of altijd maar 
beschikbaar is in sloten
WATERSCHAPPEN
Volgens onderzoek van het RIVM wordt	 	
2,5 procent van de ongebruikte medicijnen 
door het toilet of de gootsteen gespoeld." Aa 
en Maas verkent samen met andere partijen 
hoe ze kunnen omgaan met deze medicijn	-	
resten en nieuwe stoffen in het water. "Wat 
kunnen onze inwoners, bedrijven en zie	-	
kenhuizen doen om te voorkomen dat deze 
stoffen in het water komen, is een vraag die 
we regelmatig stellen", zegt Van Dijk. "Een 
aantal zaken moet op rijksniveau worden 
geregeld, zoals het kritisch kijken naar toe	-	
lating- en vergunningverlening. Ook wat 
buurlanden en andere waterschappen 
doen, heeft impact op het water in deze re	-	
gio. Water houdt zich immers niet aan gren	-	
zen. Samenwerken is dan ook nodig voor 
een goede waterkwaliteit."
Gelukkig wordt het bewustzijn steeds gro	-	
ter en zijn er verschillende initiatieven. 
Apothekers in Asten meten pillen bijvoor	-	
beeld precies af. Als een patiënt achttien 
pilletjes nodig heeft, krijgt hij geen twee 
strips met tien pillen, maar echt het precie	-	
ze aantal. Dat klinkt logisch, maar dat is het 
niet. "De apotheek krijgt betaald voor elk 
pilletje dat gegeven wordt", zegt Van Dijk. 
"Het systeem draait op volume en je wordt 	
erop afgerekend als je zo min mogelijk me	-	
dicijnen geeft. In Asten leverde het tot nu 
toe al een reductie van 20 procent op."
Ook ziekenhuizen en zorginstellingen, 
goed voor 5 tot 10 procent van de medicijn	-	
resten in het water, komen met initiatieven. 
Zo wordt in een pilot urine met kankermar	-	
kers of contrastvloeistof opgevangen in spe	-	
ciale plaszakken en verwerkt als chemisch 
afval.
Zuiveren met actieve koolstof
Aan de voorkant is dus veel winst te halen, 
maar ook de waterzuiveringstechnieken 
worden steeds beter. "In principe zuiveren 
we met een biologisch proces het af valwa	-	
ter van bedrijven en particulieren", zegt 
Ferdinand Kiestra, innovator bij het water	-	
schap. "Daar zijn onze rioolwa	-	
terzuiveringen op ingericht. Niet 
op het verwijderen van duizen	-	
den soorten microstoffen. Maar 
een van de kerntaken van het 
waterschap is het bewaken van 
de waterkwaliteit. Ons gezui	-	
verd water stroomt immers weer 
de beek en uiteindelijk de Maas 
in, waar het weer gebruikt wordt 
om drinkwater van te maken. 
Daarom investeren we als water	-	
schap in nieuwe technieken om 
meer van deze stoffen uit het wa	-	
ter te halen."	
Een van deze technieken is water zuiveren 
met actieve koolstof. Op het terrein van de 
RWZI in Oijen staat sinds kort een grote PA	-	
CAS-installatie. PACAS staat voor 	Powdered 	
Activated Carbon in Activated Sludge	. De in	-	
stallatie is gevuld met actieve koolstof. Dat is 
dezelfde stof als het anti-diarreemiddel No	-	
rit. "De bacteriën die bij onze zuivering wor	-	
den gebruikt om het af valwater schoon te 
eten, krijgen hulp van dit poederkool", zegt
39	
Kiestra. "Het stofje wordt gedoseerd in het 
actiefslibsysteem van de rioolwaterzuive	-	
ring. Poederkool heeft een zeer fijne struc	-	
tuur en een groot oppervlak waaraan medi	-	
cijnresten kunnen binden. Het water is 
daarna voor bijna 80 procent gevrijwaard 
van medicijnresten en kan geloosd worden 
in open water. Het overgebleven poederkool 
vermengt zich met het zuiveringsslib en 
wordt zo samen met het slib afgevoerd om te 
worden verbrand."
Aa en Maas is het tweede waterschap in 
Nede                  
                 
              
    
    
Reacties