De regio is hot. Voor de grote problemen van Nederland is 'de regio' de panacee. Er zijn Regionale Energiestrategieën (RES) in de maak, gebiedsagenda's, er zijn al cultuurregio's, mobiliteitsregio's, veiligheidsregio's, en regionale omgevingsdiensten. Inhoudelijk is dat onvermijdelijk, maar bestuurlijk en democratisch gezien is het dramatisch.
Ook in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) worden de opgaven van klimaat, energie, woningbouw, mobiliteit en landschap vanuit de regio benaderd. Net als bij de regionale energiestrategieën zullen het er een stuk of dertig worden.
Inhoudelijk gezien is het logisch om de regio te kiezen als het optimale schaalniveau. Veel problemen laten zich immers niet oplossen op lokale schaal. De mobiliteit is er een van. OV-verbindingen tussen de periferie en het centraal station zijn per definitie regionaal. Ook het koppelen van bijvoorbeeld ecologie aan duurzaamheid en klimaatvragen vraagt om een hoger schaalniveau dan het lokale. Gebiedsgericht denken leidt immers tot integrale en kwalitatief hoogwaardige oplossingen, in tegenstelling tot probleemgericht denken.
De NOVI gaat in op de grootschalige vraagstukken van dit moment: hoe gaan we voorzien in duurzame energie, voldoende woningen, veiligheid tegen klimaatverandering, verstandige mobiliteit, en hoe bieden we de problemen van bodemdaling en bevolkingskrimp het hoofd. De NOVI geeft een analyse van de omvang van de opgaven. Nadrukkelijk gaan de opstellers niet in op de vraag wáár we die problemen gaan adresseren, want het Rijk heeft de ruimtelijke ordening immers gedecentraliseerd. Toch omvat de visie belangrijke principes die richtinggevend zijn voor de besluitvorming.
Reacties