Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Nieuws

Een tussenbestuur dat ‘de overheid’ helpt te helen

9 september 2016

De provincie is een tussenbestuur. Het wordt minder dan de gemeenten geconfronteerd met boze burgers en minder dan de rijksoverheid belaagd door de media die amechtig op zoek zijn naar ‘nieuwfeiten’ als chaos in beleid, falende uitvoering en koningsdrama’s. De tussenpositie heeft een dubbel gevolg: ‘onbekend maakt onbemind’ en ‘in de luwte is er meer ruimte om verstandig beleid te voeren’. Dat eerste gevolg zien we vooral bij burgers en media, het tweede is een gevoel dat leeft bij de provincies zelf, zo stelt Geert Teisman, hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Ondertussen zien we dat ‘de overheid’ als geheel ook meer onder druk komt te staan, vooral in termen van probleemoplossend vermogen en daadkracht. Is de overheid nog in staat de problemen van deze tijd effectief tegemoet te treden? Vele auteurs uiten daarover twijfels en zien overheden die aanhollen achter de maatschappelijke ontwikkelingen. Castells en door hem geïnspireerde onderzoekers zien de opkomst van de netwerksamenleving, waar ‘steeds meer met steeds meer samenhangt’ en waar beweging de enige constante is. In antwoord daarop zouden overheden zich meer als netwerkconstellatie moeten opstellen en gedragen. Geen van de overheden kan op eigen kracht een vraagstuk oplossen. Vraagstukken vereisen gezamenlijke, simultane actie op verschillende schaalniveaus. In de bestuurskundige literatuur staan deze processen bekend als ‘multi-level-governance’. Vraagstukken worden pas effectief opgelost als bestuurslagen elkaar in hun handelen versterken, zonder dat één ervan het primaat heeft (zoals dat in de vorige eeuw werd verondersteld in de trits nationaal-, provinciaal- en gemeentelijk plan).

Geen eenrichtingsverkeer

De Omgevingswet zie ik als een uitzonderlijk experiment, omdat deze meer dan vele andere wetten het multi-level-karakter zoals hierboven beschreven in intentie erkent en wil vertalen in effectieve beleidsprocessen. Er is een bewustzijn dat processen niet langer eenrichtingsverkeer zijn en ook niet moeten zijn. Er kan een stroom lopen van een nationale agenda, via provinciale agenda’s naar stads-, dorps- en wijkagenda’s, maar er kan ook een stroom andersom lopen, die mogelijk minsterns zo belangrijk is. Het uitlokken van initiatief door private partijen of particulieren en het organiseren van ontvankelijkheid voor deze initiatieven, iets waar de verzorgingsstaat van het laatste kwart van de vorige eeuw niet erg bedreven in was, krijgt meer ruimte, evenals het accepteren van verschillen. In sommige delen van Nederland gaan de gesprekken mogelijk over het mitigeren van krimpeffecten en in andere over plotse schaarste en snelle prijsstijgingen, zoals we die processen de afgelopen jaren zich sneller dan ooit zien ontwikkelen en aflossen.

Belangrijk daarbij is dat de rol van particulieren groeit, bijvoorbeeld in de energiesector. De wetgeving op dit vlak is dan misschien nog wel op de hand van de grote bedrijven, toch vinden er belangrijke veranderingen plaatst. De macht van opvallend vaak autoritair bestuurde olieproducerende landen is afgenomen en burgers pakken weer een deel van de beslisruimte terug. Tegelijkertijd genereert zulk een ontwikkeling nieuwe vragen, zoals: kan het net wel topbelastingen bij teveel zon of wind aan en wie wil deze energie dan nog afnemen? De systeemverantwoordelijkheid blijft ook hier bij de overheid liggen en ook hier is deze zowel lokaal, regionaal, nationaal als supranationaal.

Lees de hele column van Geert Teisman op de website van het IPO

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren