Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Recensies

Recensies

Ik wil er niets van weten – hoe visie kennis en tijd uit Den Haag verdwenen

di 7 mei 2024

Wie zich verheugt op een smeuïg potje neoliberaal-korte-termijnbeleid bashen, moet dit boek vooral niet lezen. Het is namelijk een doorwrochte historische analyse van veranderingen in de Nederlandse politiek en ambtenarij, waarbij de auteur "ad-hocbeleid" afzet tegen het "rationele" beleidsparadigma dat tot in de jaren '70 en '80 dominant was.

Ad-hoc beleid is dan “het inzetten van tamelijk willekeurige instrumenten om een probleem op te lossen met vaak onbedoelde en zelden de beoogde gevolgen”.  Ofwel het “fixes that fail” probleem: wie de werking van een complexe systeem onvoldoende doorziet, kiest vaak voor oplossingen die problemen op langere termijn verergeren.
Interessant is hoe Josine Teeuw de tegenpool van ad-hoc beleid beschrijft, het rationele beleidsparadigma, geworteld in de verzuilde maatschappij van vlak na de Tweede Wereldoorlog. De vier zuilen hadden elk een duidelijk omlijnd beeld van de gewenste maatschappijordening en werken daar in een rustig tempo en op een nu technocratisch aandoende wijze naar toe.
Wel zaten hier de grotere samenhangen nog in: de industrie heropbouwen en moderniseren, een schaalvergrotingsslag in de landbouw voor de voedselzekerheid, loonpolitiek om de concurrentiepositie te versterken en ter compensatie betaalbare volkshuisvesting. Als de knappe koppen met hun sectorale kennis dan voldoende tijd gehad hadden om deze visie uit te werken en consensus te creëren, dan werd wetgeving vaak snel aangenomen.
Eind jaren ’60 begin jaren ’70 begint de maatschappij te veranderen: de ontkerkelijking, de roep om democratisering, het opkomend feminisme en milieubewustzijn. De nadruk verschoof van grote ideologische visies naar maatschappelijke problemen en dat vroeg om meer responsiviteit en een pragmatischere politieke aanpak.
Tegelijkertijd namen de grote projecten van de rationele aanpak in maatschappelijk belang en budgettaire omvang toe: de sociale zekerheid, de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en andere. Daar kwam in de late jaren ’70 en vroege jaren ’80 vanuit de New Public Management-gedachte weerstand tegen.  De overheid moest ruimte gaan maken voor privaat initiatief, doelmatig en doeltreffend beleid gaan voeren, daartoe taken verzelfstandigen en privatiseren en natuurlijk bezuinigen.
Langzaam maar zeker begint dan alles te schuiven. De maatschappij wacht niet meer lijdzaam op de oplossingen van de knappe koppen en de besluiten van de hoge heren, maar verwacht zeggenschap, snelheid en oplossingen. Kamerleden, bewindspersonen en ambtenaren verleggen hun blik naar kortetermijnoplossingen, naar doelmatig en steeds meer budgettair gedreven beleid.  Er ontstaat een cultuur van managen, meten en verantwoorden om verzelfstandigde organisaties met steeds gedetailleerde regelgeving in de grip te houden.
Het is onmogelijk om in een recensie van 600 woorden recht te doen aan de rijkdom van het boek. Josine Teeuw weet op meesterlijke wijze alle factoren te  verbinden waardoor visie, kennis en tijd in de beleidsontwikkeling verloren zijn gegaan: politisering, drang tot bezuinigen en doelmatig beleid, regelzucht, maar ook het kas-verplichtingenstelsel, dichtgetimmerde regeerakkoorden, de schuivende rol van adviesorganen als de WRR en de Raad van State, de oekaze-Kok die inhoudelijke contacten tussen Kamerleden en ambtenaren verbood, de Algemene Bestuursdienst, als netwerk van  vooral procesvaardige, maar qua inhoudelijke dossierkennis beperkte topambtenaren. 
Langzaam maar zeker raakt dit systeem in zichzelf verstrikt en komen zowel publieke doelen als democratische legitimering als rechtsstatelijkheid er steeds bekaaider van af.   
Lees het boek vooral wel om de omvattendheid van deze trends te beseffen en ook dat dit niet iets is van de laatste jaren. De casus hoe de pragmatisch ingestoken individuele huurtoeslag leidde tot afbouw van objectsubsidies en uiteindelijk het einde van de Rijksverantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting in 1995 zal voor lezers van Ruimte + Wonen wellicht vertrouwd zijn, maar komt dankzij de scherpe analyse van Josine Teeuw in een helderder licht te staan. En snelle oplossingen om visie, kennis en tijd terug te krijgen in de beleidsvorming zijn er helaas niet…

Besproken door Martijn Eskinasi

Ik wil er niets van weten: Hoe visie, kennis en tijd uit Den Haag verdwenen
Josine Teeuw
Uitgeverij Verloren.
ISBN 978.9464550573

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren