Gevraagd naar hun persoonlijke betrokkenheid blijkt al snel dat ze al hun hele werkzame leven zeer gedreven zijn om Nederland mooier en de natuur beter beleefbaar te maken voor mensen. Het succes van Marker Wadden voeren ze terug op drie belangrijke innovatieve succesfactoren. Het innovatieve proces, de innovatieve techniek en de innovatie in regelgeving. Voor elk van deze aspecten geldt dat grenzen zijn verlegd en nog verder verlegd gaan worden.
De procesaanpak is wellicht wel het meest cruciaal. Een project als de Marker Wadden lukt niet alleen met een gezonde dosis kennis en ambitie. Gevraagd naar hun grootste frustratie van de afgelopen jaren is het antwoord eenduidig. “Er zijn zoveel mensen en instanties die precies kunnen uitleggen waarom het niet kan en nooit zal lukken. Een cruciale basis is volgens hen een positieve instelling. Iedereen vindt het nu leuk om aan de Marker Wadden te werken.”
Daarnaast moet iedereen die meedoet beseffen dat het verbinden van verschillende belangen de enige manier is om verder te komen. Daarmee worden andere krachten in het proces losgemaakt. Door een bredere doelstelling dan natuurherstel lukt samenwerking met andere partners, zoals Rijkswaterstaat. “Neem hun belangen zeer serieus en eigen ze je toe. Bouw vanaf het begin aan een stevige basis van onderling vertrouwen.”
Ook hielp het erg dat Natuurmonumenten via het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij in 2012 voor één jaar 15 miljoen euro toegewezen kreeg voor realisatie. Ze gebruikten dit geld als vliegwiel om toezeggingen te krijgen van overheden voor minstens een verdrievoudiging. Niet vaak heeft een private partij op zo’n wijze het verschil gemaakt.
Een tweede basis voor succes zijn de technologische innovaties die zijn uitgevoerd. André is er duidelijk over. “De enige manier om van de Marker Wadden een succes te maken was om alle bestaande technische conventies omver te werpen. We moesten 10 keer meer hectares kunnen maken voor hetzelfde geld, anders wilde ik er niet eens aan beginnen!” Dit bleek, tegen alle heersende opvattingen in, mogelijk door de klei uit de te graven slibgeul en zandwinput hydraulisch in plaats van mechanisch te verplaatsen. Een ‘cutter’ hakt de klei en mengt deze met water, waarna het mengsel vervoerd kan worden door pijpleidingen naar de plek waar de eilanden gemaakt worden. “Innovatie mag nooit een luxe zijn maar moet slimmer en goedkoper blijken!”
Een derde succesfactor is het zoeken van passende en tegelijk creatieve manieren om met beleidsvisies en regelgeving om te gaan. “We hebben planologische experimenteerruimte nodig voor het realiseren van functies zoals een onderzoekslab, een passantenhaven en wellicht zelfs kleinschalige verblijfsrecreatie met eco-lodges. Den Haag moet samen met de provincies het profiel van de regio helder neerzetten!”
Gevraagd naar onverwachte inzichten vertellen Roel en André verrast te zijn dat het project zoveel energie geeft aan deelnemende partijen. Het raakt kennelijk de culturele ziel van Nederland.
Reacties